NHG-Standaard Het Spiraaltje

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NHG-Standaard Het Spiraaltje"

Transcriptie

1 NEDERLANDS HUISARTSEN GENOOTSCHAP STANDAARD M14 NHG-Standaard Het Spiraaltje (eerste herziening) INLEIDING De NHG-standaard Het Spiraaltje geeft richtlijnen voor de begeleiding van vrouwen die ter regeling van hun anticonceptie de voorkeur geven aan een spiraaltje, ook wel intrauterine device of IUD, alsmede voor de plaatsing, controle op de aanwezigheid en verwijdering daarvan. Hoewel in de meeste gevallen de gedachten in eerste instantie zullen uitgaan naar het beproefde koperhoudende spiraaltje, geeft de standaard aan welke factoren reden kunnen zijn om tot plaatsing van het levonorgestrel afgevende spiraaltje te besluiten. Verder geeft de standaard aanwijzingen voor het beleid bij zwangerschap ontstaan tijdens spiraalgebruik en voor het postcoïtaal gebruik van het spiraaltje (morning-afte rsp i raa ltj e ). De rol van de huisarts bij vrouwen die te kennen geven een spiraaltje te willen laten plaatsen spitst zich toe op het signaleren en bespreken van eventuele - meestal relatieve - contra-indicaties alvorens kan worden overgegaan tot de plaatsing als zodanig. 1 Bij slechts een minderheid van de vrouwen blijkt de keus voor een spiraaltje als methode van anticonceptie zich hierbij te wijzigen. 2 Na een top in het spiraalgebruik van ongeveer 15 plaatsingen per 1000 vrouwen in de leeftijdsgroep van 25 tot 45 jaar in 1982 is het aantal plaatsingen in deze leeftijdscategorie nu gestabil iseerd op ongeveer 5 per 1000 vrouwen per jaar. 3 Achtergronden Een koperhoudend spiraaltje gaat de innesteling van de vrucht in de baarmoeder tegen. 4 De anticonceptionele bescherming van koperhoudende spiraaltjes is goed. De Pearl Index of het zwangerschapspercentage per jaar voor de high-graded types met een koperoppervlak van meer dan 250 mm 2, waarvan in Nederland alleen nog de M ultiload Cu 375 op de markt is, bedraagt 0,8 tot 1,0. Dit betekent dat van de 100 vrouwen die een dergelijk spiraaltje gebruiken er in de loop van een jaar gemiddeld 1 zwanger zal ra - Uit stilisti sche overwegingen worden de aa nduidingen 'hij/zij' en 'hem/haa r' in de NHG-Standaa rden verm eden. Waa r dit van toepassing is, worden met 'hij' en 'hem' beide geslachten bedoeld. Met de term ouders w orden ook ve rzorgers bedoeld. Dukkers va n Emden DM, Smeenk RCJ, Verblackt HWJ, Westerveld M C, Wiersma Tj. NHG-Standaard Het Spiraaltje. Huisarts Wet 2000;43(7): De standaard en de wetenschappelijke verantwoording zijn geact ualiseerd ten opzichte van de eerste versie (Huisarts Wet 1991;34:89-94). De richtlijnen zijn gewijzigd. De belangrijkste w ijzigingen betreffen de volgende punt en: - er wordt expliciet de voorkeur gegeven aan koperhoudende spiraaltjes va n het high-g raded t ype, vanwege de grotere betrouwbaarheid; - de maximale verblijfsduur van koperhoudende spiraaltjes is verlengd tot 10 jaar; - er zijn richtlijnen geformuleerd voor de toepassing va n het levonorgestrel afgevende spiraaltje; - er is minder nadruk op geregelde zelfcontrole. ken. 5 Een koperhoudend spiraaltje is onmiddellijk na plaatsing effectief. Dit duurt tot het moment van verwijdering, mits in de week voor verwijdering geen coïtus plaatsvond. Door koperhoudende spiraaltjes worden de menstruaties gewoonlijk heviger, langduriger en pijnlijker. Dit geldt vooral voor de eerste drie menstruaties. 6 Voor vrouwen die zonder spiraaltje al veel last van de menstruatie hebben, is een koperhoudend spiraaltje daarom een minder aantrekkelijke keus. Behoudens de kans op een opstijgende infectie als gevolg van de insertie, lijken koperhoudende spiraaltjes opstijgende infecties niet te bevorderen, maar bieden ze daar ook geen bescherm ing tegen. 7 Vanwege twijfels over de effectiviteit op de langere termijn, werd geruime tijd aanbevolen koperhoudende spiraaltjes om de vijf jaar te verwisselen. Onderzoek laat echter geen toename van de zwangerschapkans bi nnen tien jaar zien. Er is dan ook geen reden een koperhoudend spiraaltje dat goed bevalt, vaker dan eens in de tien jaar te verwisselen. 8 Naast de koperhoudende spiraaltjes is enkele jaren geleden het levonorgestrel afgevende spiraaltje beschikbaar gekom en. Dit spiraa ltje bevat circa 52 m g van dit progestageen, waarvan intra-uterien gedurende 5 jaar dagelijks circa 20 microgram wordt afgegeven. De atrofie van het endometrium die daardoor ontstaat voorkomt innesteling van de bevruchte eicel. Daarnaast leidt levonorgestrel vermoedelijk tot de vorming van dik en taai cervixslijm, waardoor dit slecht doorgankelijk wordt voor spermatozoa. De Pearl Index van het levonorgestrel afgevende spiraaltje bedraagt 0, 1-0,2. Dit is een factor 5 la ger dan die van de high-graded koperhoudende spiraaltjes en vergelijkbaar met die van orale anticonceptiva. 9 Het is niet geheel duidelijk hoe snel de anticonceptieve werking van het levonorgestrel afgevende spiraaltje begint. Dit maakt het spiraaltje minder geschikt voor gebruik als morni ng-afterspi raaltje. Het spiraaltje dat levonorgestrel afgeeft, leidt tot verkorting van de menstruatie en reduceert de hoeveelheid bloedverlies. Ook kan het een vooraf aanwezige dysmenorroe doen verbeteren. Nadeel van dit type spiraaltje is evenw el dat het bij een deel van de gebruiksters het menstruatiepatroon verstoort: oligomenorroe, amenorroe en doorbraakbloedingen in de vorm van 'spatting' komen betrekkelijk frequent voor. Mede omdat bij amenorroe zwangerschap niet o_p voorhand is uitgesloten, kunnen deze verschijnselen leiden tot onzekerheid bij de vrouw en aanleiding vormen voor vroegtijdige spiraalverwijdering.10 Er zijn geen aanwijzingen dat de kans op een opstijgende infectie bij gebruik van ee n levonorgestrel afgevend spiraaltje anders is dan die bij gebruik van een koperhoudend spiraaltje of dat het eerstgenoemde spiraaltje op andere wijze leidt tot verminderde vruchtbaarheid na verwijdering. 11 De werkingsduur van het levonorgestrel afgevende spiraa ltje bedraagt 5 jaar. 12 RICHTLIJNEN BELEID Tijdens het ee rste consult wordt nagegaan hoe de keuze voor een spiraaltje tot stand is gekomen en worden desgewenst andere mogelijkheden besproken. Tevens worden eventuele vragen over werkingsmechanisme, betrouwbaarheid en bijwerkingen beantwoord (zie Achtergronden) en wordt een (model van een) spiraaltje getoond. Vervolgens vindt een anamnese 314

2 \ en gynaecologisch onderzoek plaats, waarbij wordt nagegaan of er (relatieve) contra-indicaties tegen plaatsing van een spiraaltje bestaan en of er voorafgaand aan de plaatsing nadere diagnostiek ter uitsluiting van een SOA noodzakelijk is. Anamnese De volgende aspecten worden nagevraagd of in het medisch dossier nagegaan: - cyclus: begindatum van de laatste menstruatie, regelmaat, duur en pijnlijkheid van de menstruatie, hoeveelheid bloedverlies en eventueel tussentijds bloedverlies; - obstetrische voorgeschiedenis; - spiraalgebruik in het verleden en de ervaringen daarmee: eventuele klachten, expulsie en/of zwangerschap; - klachten die kunnen wijzen op ontsteking van vagina of cervix zoals fluor; - vormafwijkingen van de baarmoeder; - uitslag laatst gemaakte uitstrijkje (indien verricht); - kans op seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA): onbeschermd seksueel contact met wisselende partners of partner met wisselende contacten, urethritisklachten of bewezen SOA; 13 - operaties aan de adnexen, doorgemaakte PID of SOA. Gynaecologisch onderzoek Hierbij worden twee handelingen uitgevoerd: - Inspectie met behulp van een speculum. Hierbij wordt gelet op de aanwezigheid van suspecte fluor. Bij afwijkende fluor of een anamnestisch gebleken verhoogde kans op SOA wordt materiaal voor kweek op Chlamydia en gonokokken afgenomen en wordt een direct preparaat gemaakt ter beoordeling van de aanwezigheid van Trichomonas. In afwachting van de uitslag wordt plaatsing van het spiraaltje uitgesteld. 14 Voor de behandeling van een eventuele infectie wordt verwezen naar de NHG-Standaard Fluor vaginalis. Vaginaal toucher: ligging, grootte en consistentie van de uterus worden bepaald en van de adnexen wordt onderzocht of deze vergroot of pijnlijk zijn. Evaluatie Na voorlichting, anamnese en onderzoek Tabel 1 Contra-indicaties tegen gebruik van koperhoudende en levonorgestrel afgevende spiraa ltjes Absolute contra-indicaties: - zwangerschap; - actuele salpingitis, endometritis, cervicitis of kolpitis; - de aanwezigheid van een leverziekte, bekendheid met een trombo-embolie en endometriose gelden als contra-indicatie voor een levonorgestrel afgevend spiraaltje. Relatieve contra-indicaties: - bekende vormafwijkingen van het cavum uteri; 15 - intermenstrueel bloedverlies zonder bekende oorzaak; - laatst bekende cervixcytologie afwijkend (Pap 3A of hoger); 16 - PI D, EUG of operatie aan de tubae in de anamnese; - eerdere totale expulsie van een spiraa ltje of zwangerschap bij gebruik van een spiraaltje; 17 - onbegrepen onderbuiksklachten; - gebruik van cytostatica en corticosteroïden; 18 - dysmenorroe en/of menorragie vormen een relatieve contra-indicatie tegen gebruik va n een koperhoude nd spiraaltje. NB: Een leeftijd onder de 25 jaar, nullipariteit, promiscuïteit, gebruik van anticoagulantia, een symptoomloze uterus myomatosus " en hartafwijkingen waarvoor profylaxe tegen subacute bacteriële endocarditis noodzakelijk is. worden niet als contra-indicatie beschouwd. Endocarditisprofyla xe is bij insertie van een spi raaltje niet noodzakelijk." Tabel 2 Noodzakelijke voorzieningen bij plaatsing van een spiraaltje - fixeerbaar speculum; - klem of tampontang; - steriele gaasjes en povidonjodium; - aanhaak-of kogeltang; - uterussonde; - reserve-spiraaltjes. ook een met korte stamlengte; - lange gebogen schaar; - maandverband. 24 NB : Het genoemde instrumenta rium dient gesteriliseerd te zijn. stelt de huisarts de eventuele contra-indicaties aan de orde en gaat hij met de vrouw samen na of en in hoeverre relatieve contra-indicaties de aanvankelijke keuze voor een spiraaltje alsnog beïnvloeden (zie tabel 1 ). Bij definitieve keus voor een spiraaltje, heeft een koperhoudend spiraaltje in het algemeen de voorkeur, vanwege de ervaring die er inmiddels mee bestaat. Om redenen van betrouwbaarheid komt daarvan de high-graded Multiload Cu 375 met een stamlengte van 35 mm als eerste in aanmerking. Enkel bij vrouwen die een eerder geplaatst spiraaltje hebben verloren en bij wie de uterus bij sondering een lengte blijkt te hebben van minder dan 6 cm, geniet een spiraaltje met een korte stamlengte de voorkeur. Daarvan zijn alleen low-graded types beschikbaar. Het meest in aanmerking komt de Multiload Cu 250 Short, waarvan de stamlengte 24 mm bedraagt. 21 Bij vrouwen die reeds zonder spiraaltje last hebben van menorragie of dysmenorroe en die desalniettemin een spiraaltje verkiezen boven anticonceptie door middel van de inname van orale anticonceptiva, kan insertie van een hormoon afgevend spiraaltje in overweging worden genomen. Er dient dan rekening gehouden te worden met de kans op verstoring van het menstruatiepatroon (zie Achtergronden).22 Plaat sing Het spiraaltje kan onmiddelijk of op een speciaal daartoe afgesproken vervolgconsult worden geplaatst. Het is niet nodig de menstruatie af te wachten; plaatsing kan op ieder moment in de cyclus geschieden.23 Na een bevalling wordt in verband met een grotere kans op perforatie van de uterus minstens zes weken gewacht met plaatsing. Bij plaatsing van een spiraaltje draagt de huisarts zorg voor de aanwezigheid van adequate voorzieningen (zie tabel 2). Tijdens het plaatsen kondigt de arts steeds aan welke handeling gaat plaatsvinden en of deze pijnlijk kan zijn. Soms treedt tijdens de plaatsing buikpijn op, deze is meestal van korte duur en vormt geen reden de procedure te onderbreken. De procedure begint met een vaginaal toucher ter bepaling van de ligging en grootte van de uterus en ter uitsluiting HU ISARTS EN WETENSCHAP 2000;43(7) 315

3 van ontstekingsverschijnselen. Daarna wordt een speculum ingebracht en de portio ingesteld, waarbij deze met steriele - desgewenst met povidonjodium bevochtigde - gaasjes wordt gereinigd. 25 Vervolgens wordt de voorlip van de portio aangehaakt en het spiraaltje tot aan de fundus uteri ingebracht. Soms is bij het inbrengen van het spi raaltje enige tractie nodig. 26 De exacte gang van zaken hangt af van het type spiraaltje. Na de insertie wordt de kogeltang afgehaakt en een eventuele bloeding met gaas gestelpt. De draadje worden op een lengte van 3 cm buiten de portio afgeknipt.27 Ten slotte wordt het speculum verwijderd en krijgt de vrouw maandverband aangereikt. Ter voorkoming van een vasovagale collaps laat men de vrouw daarna nog enkele minuten liggen. Vooraf aan het inbrengen van het spiraaltje sonderen ter bepaling van de uterusgrootte is in de regel niet noodzakelijk. Sonderen kan beperkt blijven tot gevallen waarin het vaginaal toucher onvoldoende duidelijkheid verschaft over de grootte of de ligging van de uterus, wanneer een spiraaltje met een lange stamlengte niet lijkt te passen of waarbij sprake was van expulsie van een eerder geplaatst spiraaltje. Bij het sonderen kan eventueel een Karman-katheter van flexibele kunststof met een doorsnede van 4 of 5 mm gebruikt worden. Het kan voorkomen dat het moeilijk is om het spiraaltje het ostium internum te laten passeren. Dit is in het bijzonder het geval bij nullipara en bij plaatsing van een levonorgestrel afgevend spiraaltje dat dikker is. Men mag dan geen overdreven druk uitoefenen om passage te forceren, daar zulks kan leiden tot een perforatie van de uterus. Een perforatie herkent men vooral doordat het fundusgevoel ontbreekt. Soms voelt de vrouw pijn of treedt er bloedverlies op, doch geen van beide verschijnselen zijn obligaat. Het spiraaltje en de insertor kunnen buiten de uterus door de buikwand heen palpabel zijn. 28 Bij verdenking op perforatie dient de vrouw onmiddellijk te worden verwezen naar een gynaecoloog. Tijdens de plaatsingsprocedure kan de vrouw flauwvallen, hetgeen gepaard kan gaan met tonisch-clonische krampen. In voorkomende gevallen breekt de huisarts de procedure af, laat de vrouw plat liggen Inbreng van de patiënt De NHG-Standaarden geven richtlijnen voor het handelen van de huisarts; de rol van de huisarts staat dan ook centraal. Daarbij geldt echter altijd dat factoren van de kant van de patiënt het beleid mede bepalen. Om praktische redenen komt dit uitgangspunt niet telkens opnieuw in de richtlijnen aan de orde, maar wordt het hier expliciet vermeld. De huisarts stelt waar mogelijk zijn beleid vast in samenspraak met de patiënt, met inachtneming van diens specifieke omstandigheden en met erkenning van diens eigen verantwoordelijkheid, waarbij adequate voorlichting een voorwaarde is. Afweging door de huisarts Het persoonlijk inzicht van de huisarts is uiteraard bij alle richtlijnen een belangrijk aspect. Afweging van de relevante factoren in de concrete situatie zal beredeneerd afwijken van het hierna beschreven beleid kunnen rechtvaardigen. Dat laat onverlet dat deze standaard bedoeld is om te fungeren als maat en houvast. en houdt haar onder controle. Eventueel kan insertie op een later tijdstip opnieuw geprobeerd worden na toediening van een tablet van 5 mg diazepam een half uur van tevoren. 29 Na de plaatsing attendeert de huisarts de vrouw op te verwachten verschijnselen (afnemende buikpijn welke in episodes optreedt, heftiger menstruaties en soms tussentijds bloedverlies) en wordt een afspraak gemaakt voor een controle na circa zes weken. De vrouw dient eerder contact op te nemen bij abnormale afscheiding, aanhoudende buikpijn en koorts, daar deze verschijnselen kunnen wijzen op een PID. Controle De kans dat een spiraaltje geheel of gedeeltelijk wordt uitgedreven is minder dan 5% en is het grootst gedurende de eerste cycli na de insertie, in verband waarmee gebruik van aanvullende anticonceptie tot aan de controle na 6 weken kan worden overwogen. Expulsie kan het gevolg zijn van onvoldoende diepe plaatsing (niet tot de fundus) of discrepantie tussen de afmetingen van de uterus en die van het spiraaltje. De kans op expulsie daalt met het toenemen van de leeftijd en de pariteit en is groter bij reeds bestaande dysmenorroe. Expulsie kan door cervixprikkeling aanleiding geven tot pijn of onaangename sensaties in de onderbuik, maar ook geheel onopgemerkt verlopen.30 De huisarts spreekt een controle na circa zes weken af. Bij deze controle inventariseert de huisarts eventuele klachten en wordt in specula gecontroleerd of de draadjes nog zichtbaar zijn, waarbij ook wordt gelet op partiële expulsie. Wanneer de draadjes niet zichtbaar zijn, kan echografie worden aangevraagd om te verifiëren of het spiraaltje zich in het cavum uteri bevindt. Indien zulks het geval is, is er geen reden tot actie of ongerustheid. Bij afwezigheid van klachten en een spiraaltje in situ zijn verdere periodieke controles van de aanwezigheid van het spiraaltje niet noodzakelijk. Desgewenst kan de draagster af en toe zelf controleren of de draadjes nog te voelen zijn. 31 Eenmalige expulsie vormt geen beletsel voor plaatsing van een nieuw spiraaltje. Wel verdient het aanbeveling daaraan vooraf door middel van sondering de uterus lengte vast te stellen, zulks om de kans op onvoldoende diepe insertie te minimaliseren en na te gaan of gebruik van een spiraaltje met een kortere stamlengte wenselijk is. Geadviseerd wordt de aanwezigheid van een nieuw spiraaltje bij een vrouw die bekend is met een expulsie gedurende het eerste jaar enkele malen te controleren. Verwijdering en vervanging Vrouwen met een koperhoudend spiraaltje wordt geadviseerd na tien jaar of bij het intreden van de postmenopauze terug te komen voor verwijdering of vervanging van het spiraaltje. Vervanging van een levonorgestrel afgevend spiraaltje is na 5 jaar noodzakelijk. Een bij toeval gevonden Actinomyces israelii-bacterie in een cervixuitstrijkje van een spiraaldraagster vormt geen reden voor vervroegde verwijdering.32 Een nieuw spiraaltje kan het beste onmiddellijk na verwijdering van het oude geplaatst worden. 33 Bij verwijdering van een spiraaltje zonder plaatsing van een nieuwe moet men er rekening mee houden dat uit een anderszins onbeschermde coïtus in de voorafgaande week l 316

4 n~ een conceptie kan zijn ontstaan waarvan de innesteling niet langer wordt tegengehouden. Verwijdering kan in beginsel gedurende de hele cyclus plaatsvinden. De vrouw wordt gewaarschuwd dat het verwijderen pijnlijk kan zijn. Wanneer de draadjes zichtbaar zijn, worden ze beetgepakt met een fixeerbare tang. Vervolgens wordt getrokken in de lengterichting van het cervixkanaal; vooral wanneer het spiraaltje verkleefd is, kan dit enige kracht vergen en pijnlijk zijn. Wanneer de draadjes niet zichtbaar zijn, wordt echografisch nagegaan of het spiraaltje nog wel in situ is. Indien dit het geval blijkt te zijn, wordt voor verwijdering verwezen naar de gynaecoloog. PID e n spiraaltje Voor de diagnostiek bij verdenking op een PID bij draagsters van een spiraaltje en de behandeling daarvan wordt verwezen naar de NHG-Standaard Pelvic inflammatory disease. Het spiraaltje kan in beginsel in situ blijven. 34 Dit geldt ook voor levonorgestrel afgevende spiraaltjes. Enkel bij uitblijven van verbetering ondanks behandeling na 2 dagen wordt het spiraaltje alsnog verwijderd. Zwangerschap e n spiraaltje Bij ontstaan van zwangerschap tijdens spiraalgebruik wordt, onafhankelijk van de wens van de vrouw de zwangerschap te behouden, overgegaan tot verwijde- ring van het spiraaltje tenzij de draadjes niet meer zichtbaar zijn. Bij vrouwen die het kind wensen te behouden, vermindert de verwijdering de kans op een voortijdige beëindiging van de zwangerschap door abortus, partus immaturus of prematurus, ondanks het feit dat de verwijdering als zodanig een abortus kan induceren.35 Vrouwen die het kind niet wensen te behouden en bij wie abortus na verwijdering uitblijft, worden behandeld als andere vrouwen die ongewenst zwanger zijn geworden. Bij vrouwen bij wie de draadjes niet meer zichtbaar zijn, wordt een echografie verricht, met name om te kijken of het spiraaltje niet al eerder ongemerkt is verloren. 36 De (aanvankelijke) aanwezigheid van een koperhoudend spiraaltje gaat niet gepaard met een verhoogde kans op aangeboren afwijkingen van het kind. 37 Of dat ook het geval is bij het optreden van zwangerschap in aanwezigheid van het levonorgestrel afgevende spiraaltje is minder duidelijk. Door de plaatselijke blootstelling van de vrucht aan levonorgestrel kunnen teratogene effecten, in het bijzonder virilisatie, niet geheel worden uitgesloten.38 Geadviseerd wordt in voorkomende gevallen beëindiging van de zwangerschap te overwegen. Omdat spiraaltjes vooral beschermen tegen baarmoederlijke zwangerschap, neemt het aantal extra-uteriene graviditeiten relatief toe. 39 Bij ontstaan van pijnklachten en/of vloeien bij zwangerschap Noot4 Reeds in de oudheid was bekend dat aanwezigheid van een vreemd voorwerp in de baarmoeder zwangerschap tegengaat. De eerste generatie moderne spira altjes dateert uit de ja ren zestig van deze eeuw. Deze waren vervaardigd uit polyethyleen en worden de inerte of non-med ica ted IUD's genoemd. Aan het eind va n de jaren zestig werd voor het eerst koper aan het sp iraaltje toegeontstaan tijdens gebruik van een spiraaltje, dient onmiddellijk te worden verwezen naar de gynaecoloog ter uitsluiting van een EUG. Zie ook de NHG-Standaard Miskraam. Morning-afterspiraaltje Een bijzondere toepassing van het koperhoudende spiraaltje betreft het gebruik na een onbeschermde coïtus. Zes dagen na de bevruchting die in de tuba plaatsvindt, komt de eicel in de uterusholte aan. Gezien het feit dat de werking van het koperhoudende spiraaltje voornamelijk berust op het voorkomen van de innesteling, heeft men dus maximaal 5 dagen de tijd een spiraaltje te plaatsen. Doorgaande zwangerschappen zijn bij deze methode zeldzaam. 40 De kans op fal en van het alternatief, de 2x2-methode, bij een onbeschermde coïtus in de periode rond de ovulatie bedraagt naar schatting 2%. Bij niet-pilgebruiksters bij wie de onbeschermde coïtus rond de ovulatie plaatsvond, kan plaatsing van een morningafterspiraaltje om die reden de voorkeur hebben. Geadviseerd wordt in voorkomende gevallen met de vrouw over het beleid te overleggen. Zie ook de eerste herziening van de NHG-Standaard Hormonale anticonceptie. Gegevens over het gebruik van het levonorgestrel afgevende spiraaltje als morning-afterspiraaltje zijn niet beschikbaar. Noot 1 Het plaatsen van spiraaltjes is al langere tijd door een aanzienlijk deel van de huisartsgeneeskund ige beroepsgroep als taak geaccepteerd. ' In 1990 bleek dat tweederde van de Nijmeegse hu isartsen langer dan 1 jaa r ervaring heeft met het plaatsen van spiraa ltjes en driekwart van hen zelfs langer dan 5 jaar. ' Vermoedelijk is het aantal huisa rtsen dat sp iraa ltjes plaatst, sedert de verschijning van de eerste versie van deze standaard verder toegenomen, doch c ijfers t erza ke blijken niet voorh;mrh=rn. Bij slec:hts 3% vnn rle hulpvragen rond spiraaltjes bij de hu isarts blijkt verwijzing naar de tweede lijn noodzakelijk. ' 1 S1ps AJBI. De toepassing van het IUD door de huisarts. Huisarts Wet 1985;28: Van de Lisdonk E, Liem L. Plaatst u spiraaltjes bij nulliparae? Hu isarts Wet 1990;33: Lamberts H. In het hu is van de hu isarts. Verslag van het trans,tieproject. Lelystad: Meditekst, Noot 2 Blijkens het Trans itiep r"\.,1ect leidt de con tactreden IUD in 85% van de gevallen tot de episodetitel IUD. Lamberts H. In het huis van de hu isart s. Verslag van het transitieproject. Lelystad: Meditekst, Noot 3 Vanaf 1976 werd in de continue morbiditeitsregistratie (CMR) een toename van het spiraalgebruik gemeten tot een top van 15 starters per 1000 vrouwen in de leeftijdsgroep van 25 tot 45 jaar in 1982; sindsdien is er een gestage dal ing ingezet, tot het huidige niveau van 5 starters per 1000 vrouwen pe r jaa r. Bij vrouwen va n 21 t/m 24 jaar ligt het gebruik ori :1% en hij vrouwen van 20 jnru en jonger op minder dan 1 %. 1 1 Van de Lisdonk EH, Van den Bosch WJHM, Huygen FJA, Lag ro-janssen ALM (red). Ziekten in de huisa rtspraktij k. Utrecht: Bunge, voegd, omdat gebleken was dat dit het effect ve rsterkte. Daardoor werd gebruik van kleinere spiraa ltjes mogelijk. De effectiviteit van kope rhoudende spiraaltjes berust hoofdzake lijk op het induceren van een permanente steriele ontstekingsreactie van het endometrium en in min~ dere mate het slijmvlies van de tubae, waardoor nidatie van de bevruchte eicel in de uterus wordt voo rkomen. Onduidelijk is of de remmende werking van het koper op de mobiliteit en het vermogen tot capacitatie van de spermatozoën eveneens aan de effectiviteit bijdraagt_ 1 3 Doordat een kope rh oudend spiraaltje de nidatie tegengaat, is er bij sp iraalgebruik geen sprake van inductie van abortus in de zin van de wet. In de wet wordt pas gesproken van abortus provocatus bij zwangerschapsafbreking als de nidatie heeft plaatsgevonden. Er zijn echter groeperingen die postco,tale interceptie, en daarmee ook toepassing van een sp iraa ltje, als abortus provocatus beschouwen. Zij zi jn van mening dat zwangerschap bestaat zodra bevruchting heeft plaatsgevonden. 1 Anonymous. Mechanism of action, safety and eificiency of intrnuterine devices. WHO techn ica! report series 753. Geneva: World Hea lth Orga n,zation, Ortiz ME, Croxatto HB. The mode of acti on of IUD's. 317 lij

5 Contraception 1987;36: Beerthuizen RJCM. Intra-uteriene anticonceptie [dissertatie]. Nijmegen: Ka th oli eke Universiteit Ni1megen, Noot 5 Over de betrouwbaarheid van koperhoudende spiraaltjes zijn uiteenlopende onderzoekingen beschikbaar.,., De klinische indruk is dat de meeste zwangerschappen optreden gedurende de eerste jaren dat het spiraal in situ is, zodat de Pearl Index mogelijk wat lager is dan 0,8-1,0 als het spiraal langer zit. Naast het genoemde high-graded spiraaltje worden low-graded types met een koperoppervlak tot 250 mm' onderscheiden. Hiervan zijn in Nederland de Nova T en de Multiload Cu 250 Short met stamlengtes van respectievelijk 32 en 24 mm verkrijgbaar. Low-graded spiraa l tjes zi1n met een Pearl Index van 1,5 tot 2 minder betrouwbaar en kunnen met uitzondering van de Multiload Cu 250 Short die de voorkeur kan hebben bij vrouwen met een geringe uteruslengte, om die reden beter niet meer worden gebruikt. 1 Fylling P Clinical performance of Copper-T-200, Multiload-250 and Nova-T: a comparative multicentre study. Contraception 1987;35: McCarthy T. Interim 4-years results of a comparative study between the Nova-T and the Multiload 250. Advances in Contraception 1987;3: De Castro A. Compansion of two copper IUD's. The MultrloadCu375 and the Nova-T. Advances in Contra ception 1987;3: Wilson JC. A randomized comparative study of three IUD's Nova-T. MLCu375 and MLAgCu250 in New Zealand. 1-year resu lts. Advances in Contraception 1989; 5: Faudes A. The efficacy and safety of new generation IUDs. Fertility, Sterility and Contraception 1988; Noot 6 Guillebaud J, Bonnar J. Estimation and prediction of IUDrelated increased duration and amount of menstrual blood loss. In: Hafez ESE, Van Os WAA led). IUD pathology and management. Lancaster: MTP Press Ltd Noot 7 Geruime tijd werd gemeend dat het dragen van een spiraaltje gepaard gaat met een grotere kans op het krijgen van een PID, een opinie die vermoedelijk berustte op bias door vergelijking met vrouwen die andere methoden van anticonceptie waaronder barrièremiddelen gebruikten. De aanvankelijke mening dat nullipara met een spiraaltje een verhoogde kans lopen op het krijgen van een PID, lijkt het gevolg van het feit dat er bij hen frequenter sprake is van wisselende seksuele contacten. Tegenwoordig is men overwegend van mening dat de toegenomen kans op een PID bij spiraalgebruik beperkt blijft tot de eerste weken na de insertie.'' Vanaf de twintigste dag na insertie is de in cidentie van PID bij spiraalgebruiksters ge lijk aan die van de normale populatie zonder spiraaltje. 3 1 Kessel E. Pelvic lnflammatory Disease with Intra Uterine Devices use: a reassessment. Fertil Steril 1989, Chi 1. What we heve learned trom recent IUD studies: a researcher's perspective. Contraception 1993;48: FarleyTMM, Rosenberg MJ, Rowe PJ, Chen JH, Meirik 0. lntra-uterine devices and pelvic inflammatory disease: an international perspective. Lancet 1992;339: Noot 8 Studies hebben aangetoond dat er intra-uterien corrosie van het koper optreedt. Het verlies van koper zou bij diverse typen spiraa ltjes circa 0,25 mmol/dag bedragen. ' ' Het is evenwel niet aangetoond dat het koperverlies de werking van het spiraaltje vermindert. Onderzoek in Brazilië naar de resultaten met een high-graded spiraal waarvan de verblijfsduur bij 340 vrouwen tot 10 jaar werd voortgezet. meldt na drie, zes en tien jaar spiraalgebruik cumulatieve zwangerschapspercentages van respectievelijk 2,0, 2,8 en 5,3. De auteurs stellen dat de effectiviteit van het spiraaltje niet significant afneemt na het achtste 1aar en dat het spiraaltje beschouwd moet worden als een reversibele maar in potentie permanente methode.' Door andere auteurs werd al eerder gesteld dat de effectiviteit van de high-graded spiraaltjes lang aanhoudt en dat men ze zeker tien jaar in situ kan laten. Vrouwen die op het moment dat het spiraaltje geplaatst wordt, de leeftijd van 40 Jaar hebben bereikt. wordt geadviseerd dit tot aan de menopauze te laten zitten Kosonen A, Thiery M. Corrosion of filamentous intrauterine copper. The MLCu250 and the MLCu375. Contraception 1987:27: Chantler E, Kenway P. Larouk Z, et al. An analysis of the corrosion process of the Nova-T IUD. Adv Contracept 1994;10: Diaz J, Bahamondes L, Diaz M. Marchi N, Faundes A, Marini M. Eva luation of the performance of the copper T380A IUD up to ten years. Is this IUD a reversib le but potentially permanent method? Adv Contracept 1992; Newton J, Tacchi D. Long-term use of copper intrauterine devices. Lancet 1990:i: Tacchi D. Long-term use of copper intrauterine devices (letter). Lancet 1990;ii: Sivin 1. Long-term use of copper intrauterine devices (letter). Lancet 1990;ii: Chi 1. What we have learned trom recent IUD studies: a researcher's perspective. Contraception 1993;48: Noot 9 Diverse publicaties melden een Pearl Index voor het levonorgestrel afgevende spiraalt1e van 0, 1 tot Sivin 1, Stern J. Health during prolonged use of levonorgestrel 20 mg/d and the Copper TCu 380Ag intrauterine contraceptive devices: a multicenter study. Fertil Steril 1994;61 : Andersson K, Odlind V. Rybo G. Levonorgestrelreleasing and copper-releasing (Nova Tl IUDs du ring five years of use: a randomized comparative trial. Contraception 1994;49: Diaz J. Faundes A, Diaz M, Marchr N. Evaluation of the clinical performance of a levonorgestrel-releasing IUD, up to seven years of use, in Campinas, Brazil. Contraception 1993;47: Noot 10 Het levonorgestrel afgevende spi raaltje reduceert de hoeveelheid bloedverlies en het aantal dagen dat de menstruatie duurt en zou gepaard gaan met het in mindere mate voorkomen van dysmenorroe. vaginitis en myomen. Amenorroe, oligomenorroe, persisterende follikels en hoofdpijn komen daarentegen wat meer voor. " Het aantal spiraalverwi1deringen in verband met overmatig bloedverlies is daardoor b ij het levonorgestrel afgevende spiraaltje significant lager dan bi1 de koperhoudende spiraa ltjes, maar het totale aantal voortijdige beëindigingen van het spiraalgebruik was hoger bij het eerstgenoemde type: 12% (waarvan de helft in verband met amenorroe) tegenover 2% van de koperhoudende spiraaltjes.'' 1 Sivin 1, Stern J. Health during prolonged use of levonorgestrel 20 mg/d and the Copper TCu 380Ag intrauterine contraceptive devices: a multicenter study. Fertil Steril 1994;61 : Andersson K, Odlind V. Rybo G. Levonorgestrel-releasing and copper-releasing (Nova Tl IUDs du ring five years of use: a randomized comparative trial. Contraception 1994; Scholten PC. The Levonorgestrel IUD [dissertatie!. t.jtrecht: Universiteit Utrecht Diaz J. Faundes A. Diaz M, Marchi N. Evaluation of the clinical performance of a levonorgestrel-releasing IUD, up to seven years of use, in Campinas, Brazil. Contraception 1993:47: Noot 11 Onderzoek wijst uit dat ondanks de langdurige suppressie van het endometrium de vruchtbaarheid na gebruik van een levonorgestrel afgevend spiraaltje niet achterblijft ten opzichte van die na verwijdering van een koperhoudend spiraaltje. ' Ook is er geen verhoogde kans op een PID in vergel ijking met andere typen sp iraa lt1es ' 1 Andersson K, Batar 1, Rybo G. Return to fertility aher removal of a levonorgestrel-releasing intrauterine device and Nova-T. Contraception 1992;46: Sivin 1, Stern J, Coutinho E, et al. Prolonged intrauterine contraception: a seven-year randomized study of the levonorgestrel 20 meg/day ILNg 201 and the Copper T380 Ag IUDS. Contraception 1991 ;44: Noot 12 Uit de aanvankelijke aanwezigheid van 52 mg levonorgestrel en de dagelijkse afgifte van 20 mg/dag kan worden berekend dat na circa 7 jaar al het levonorgestrel uit het spiraaltje verdwenen is. Veiligheidshalve lijkt het verstandig conform de opgave van de fabrikant een maxima le verbli1fsduur van vijf Jaar voor dit type spiraaltje aan te houden. Noot 13 Door seksueel verkeer overdraagbare micro-organismen zoals Chlamydia trachomatis en gonokokken geven kans op opstijgende infecties. Van trichomonas is in één studie aangetoond dat het als vector kan dienen voor bacteriën als E.co li en dat het de tubae kan bereiken. Bij insertie van het spiraaltje bestaat de kans dat in het cervixkanaa l aanwezige micro-organismen worden versleept naar het cavum uteri. Bij verden king op SOA - in elk geval bij gonorroe en Chlamydia-infectie, mogelijk ook bij trichomonasinfectie - is onderzoek hiernaar aangewezen. 1 3 Promiscuïteit geeft grotere kans op het oplopen van SOA. Daarom is het aan te raden hier tijdens de anamnese aandacht aan te besteden. 1 Keith LG, Berger GS, Edelman DA, et al. On the causation of pelvic inflammatory disease. Am J Obstet & Gynaecol 1984;149: Michell DR. Bell JH, Good RG, et al. The intrauterine device; a bacteriological study of the endometrial cavity. Am J Obst Gyn 1966; Reindersma P Het infectierisico bij IUD-gebruiksters (doctoraal scriptie). Amsterdam: Vakgroep Verloskunde en Gynaecologie Vrije Universiteit, Noot 14 Sommigen menen dat onderzoek op Chlamydia trachomatis geïndiceerd is bij iedere vrouw die een spiraaltje wenst. daar anamnese en lichamelijk onderzoek daaromtrent onvoldoende uitsluitsel geven.' Bi1 onderzoek onder nietspiraaldraagsters waarvan een deel bij het aantreffen van een Chlamydia-infectie behandeld werd en een ander deel fungeerde als controlegroep, bleek het aantal gevallen van PID in de behandelde groep in het eerstvolgende jaar met circa de helh gereduceerd 195% BI 0,20-0,90). Het absolute risico op een PID in dat 1aar werd door behandeling gereduceerd van circa 2 naar circa 1 %. Het onderzoek ver- 318

6 meldt niet of de daling van het aantal gevallen van PID geleid heeft tot behoud van de vruchtbaarheid. 2 Of en in hoeverre door screening en behandeling van Chlamydiadraagsters voorafgaand aan plaatsing van een spiraaltje PID's ook bij spiraalgebruiksters worden voorkomen, is niet onderzocht maar lijkt niet onaannemelijk. Daar spiraaldraagsters slechts een weinig verhoogde kans lopen op een PID die zich beperkt tot de weken volgend op de insertie, kan anderzijds worden betwijfeld of de Chlamydiascreening uitsluitend vrouwen die een spiraaltje wensen dient te betreffen. Over de wenselijkheid van Chlamydiascreening van de bevolking is momenteel veel discussie, mede omdat recentelijk een zeer specifieke ligasekettingreactie op de markt is gekomen die het mogelijk maakt een Chlamydia-infectie aan te tonen op basis van een urinemonster." De opbrengst van deze screening is sterk afhankelijk van de prevalentie van Chlamydia. Deze is het hoogst bij personen jonger dan 20 jaar en neemt sterk af met het stijgen van de leeftijd. Problematisch is het ontbreken van betrouwbare cijfers over de prevalentie van Chlamydia bij mensen die niet woonachtig zijn in de grote steden. De voorhanden gegevens overziende is er onvoldoende reden om in de aanbevelingen omtrent screening op Chlamydia bij vrouwen die een spiraal wensen op de uitkomst van de discussie over de wenselijkheid van algeheel bevolkingsonderzoek vooruit te lopen. Volledigheidshalve zij vermeld dat voor het routinematig geven van profylaxe met een antibioticum voorafgaand aan de insertie onvoldoende bewijs bestaat ook niet indien werd behandeld met 500 mg azitromycine." 1 Faundes A, Telles E, Cristofoletti ML, Faundes D, Castro S, Hardy E. The risk of inadvertent intrauterine device insertion in women carriers of endocervical Chlamydia trachomatis. Contraception 1998;58: Scholes D, Stergachis A, Heidrich FE, Andrilla H, Holmes KK, Stamm WE. Prevention of pelvic inflammary disease by screening lor cervica l chlamydia! infection. N Engl J Med 1996;334: Van Vloten WA. Screening op infectie door Chlamydia trachomatis: welke doelgroep en tegen welke prijs? Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143: Van den Hoek JAR, Mulder-Folkerts DKF. Coutinho RA, Dukers NHTM, Buimer M, Van Doornum GJJ. Opportunistische screening op genitale infecties met Chlamydia trachomatis onder de seksueel actieve bevolking in Amsterdam. 1. Meer dan 90 % deelname en bijna 5 % prevalentie. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143: Valkengoed IGM, Boeke AJP. Van den Brule AJC, et al. Systematische opsporing van infecties met Chlamydia trachomatis bij mannen en vrouwen zonder klachten in de huisartspraktijk met behulp van per post verstuurde monsters. Ned Tijdschr Geneeskd 1999;143: Postma MJ, Welte R, Van den Hoek JAR, Van Doornum GJJ, Coutinho RA, Jager JC. Opportunistische screening op genitale infecties met Chlamydia trachomatis onder de seksueel actieve bevolking in Amsterdam. ll. Kosteneffectiviteitsanalyse van screening bij vrouwen. Ned Tijdschr Geneeskd 1999; Sinei SK, Schultz KF. Lamptey PR, et al. Preventing IUD-related pelvic infection: the efficacy of prophylactic doxycycline at insertion. Br J Obstet Gynaecol 1990; 97: Walsh T. Grimes D, Frezieres R, et al, lor the IUD study group. Randomized controlled trial of prophylactic antibiotics before insertion of intrauterine devices. Lancet 1998;351 : Noot 15 Vormafwijkingen geven kans op verminderde werking van het spiraaltje. Haney AF Fertility issues associated with prenatal exposure to diethylstilbestrol in women. Durham: Duke Univer- sity Medical Center, Noot 16 Afwijkende cytologische bevindingen, met name PAP 3A. vormen geen absolute contra-indicatie voor plaatsing van een spiraaltje. Het verdient echter de voorkeur om een vrouw met afwijkende cytologie als PAP 3A eerst door een gynaecoloog verder kolposcopisch te laten controleren en zo nodig behandelen alvorens een spiraaltje te plaatsen. Een afwijkende cytologie-uitslag vormt geen indicatie voor verwijdering van het spiraaltje. Wel kan aanwezigheid van de draadjes lastig zijn bij de behandeling van cervixpathologie. Noot 17 Vrouwen die een expulsie van een spiraaltje hebben meegemaakt, hebben een grotere kans op complicaties (waaronder expulsies) bij plaatsen van een volgend spiraa ltje. Thiery M, Van der Pas H, Van Os WAA, et al. Vijf jaren ondervinding met het MLCu 375 IUD. Ned Tijdschr Geneeskd 1986;42: Noot 18 Het is theoretisch mogelijk dat behandeling met corticosteroïden, immunosuppressieva of cytostatica door remming van de reactieve ontstekingsreactie de anticonceptieve werking van het spiraaltje doen verminderen. Antibioticagebruik heeft geen nadelige invloed op de werking van het spiraaltje.' 2 Of gebruikers van corticosteroïden, immunosuppressieva en cytostatica een verhoogde kans lopen op het krijgen van een PID door plaatsing van een spiraaltje is niet bekend. Spiraalgebruik lijkt niet gepaard te gaan met een verhoogde kans op complicaties bij HIV-1- geïnfecteerden.' 1 Dukes MNG. Meyler's side effects of drugs. Amsterdam: Elsevier, Anonymous. Drug Ther Bull 1988;26. 3 Sinei SK, Morrison CS, Sekadde-Kigondu C, Allen M, Kokonya D. Complications of use of intrauterine divices among HIV-1-infected women. Lancet 1998;351 : Noot 19 Een myomateuze uterus die klachten geeft van dysmenorroe en veel bloedverlies vormt een relatieve contra-indicatie tegen spiraalgebruik, omdat de klachten hierdoor kunnen verergeren. Een myomateuze uterus die geen klachten geeft is slechts in zoverre een contra-indicatie dat vermoed kan worden dat de uterusholte misvormd is, waardoor het spiraaltje zijn contraceptieve functie onvoldoende kan uitoefenen. Dit geldt vooral voor submuceuze myomen, die bij palpatie zelden vast te stellen zijn. Noot 20 Sparks RA. Endocarditis and the IUD. Brit J Fam PI 1985; 11: Noot 21 Over de lengte van de uterus kan informatie worden verkregen door sonderen. Hierbij wordt in feite de afstand van de fundus tot aan het ostium externum gemeten. Omdat het cervixkanaal niet bij elke vrouw even lang is, krijgt men aldus niet geheel betrouwbare informatie over de lengte van het cavum uteri. Twee van de drie in Nederland verkrijgbare koperhoudende spiraaltjes hebben stamlengtes van 32 tot 36 mm en zijn daarmee geschikt voor baarmoeders met een sondelengte van 6 tot 9 cm. Enkel de low-graded Multiload Cu 250 short heeft een aanzienlijk kortere stamlengte (24 mm). hetgeen deze geschikt maakt voor kortere baarmoeders die overigens tamelijk zeldzaam zijn. Plaatsing van een spiraaltje in een baarmoeder met een sondelengte van meer dan 9 cm, in geval waarvan er vermoedelijk sprake is van een uterus myomatosis, is minder wenselijk: een te kort spiraaltje geeft onvoldoende bescherming en wordt mogelijk sneller uitgedreven. ' 2 1 Thiery M, Van der Pas H, Van Os WAA, et al. Vijf jaren ondervinding met het MLCu 375 IUD. Ned Tijdschr Geneeskd 1986;42: Beerthuizen RJCM. Kan men bij multiparae altijd een normale maat IUD gebruiken? Vademecum 1989;7: Noot 22 Het levonorgestrel afgevende spiraaltje wordt ook geschikt geacht ter behandeling van menorragie en dysmenorroe. Het betrekkelijk frequent voorkomen van amenorroe en het meer zeldzaam optreden van tussentijds bloedverlies veelal in de vorm van 'spatting' kan leiden tot onzekerheid bij de vrouw en oorzaak zijn van vroegtijdige verwijdering Hamerlynck JVThH. De levonorgestrel-capsule: een grote sprong voorwaarts in de intra-uteriene anticonceptie. Ned Tijdschr Geneeskd 1996;140: Anonymus. MirenaR. lntra-uterine device (IUD) met levonorgestrel 52 mg. Geneesmiddelenbulletin 1996;30: 83. Noot 23 Het optreden van complicaties hangt niet samen met de cyclusfase waarin een spiraaltje geplaatst wordt. Voor plaatsing in de eerste cyclushelft pleiten de volgende argumenten: zwangerschap is vrijwel zeker uitgesloten, het is minder vaak noodzakelijk om wegens pijn en versterkt bloedverlies gedurende de eerste twee maanden tot verwijdering over te gaan dan na plaatsing in de tweede cyclushelft, en verder bestaat het vermoeden dat plaatsing gemakkelijker gaat omdat het ostium toegankelijker zou zijn 1 Uit onderzoek blijkt daarentegen dat het risico op expulsie in de eerste twee maanden na plaatsing daalt naarmate er later in de cyclus geplaatst wordt, en dat de kans op een infectie kleiner is. 2 1 Anonymous. IUD's, a new look. Population Reports B-5, 1. Baltimore: Johns Hopkins University, White MK, Ory HW, Rooks JB, Rochat RW, et al. lntrauterine device termination rates and the menstrual cycle day of insertion. Obstet Gynecol 1980;55: Noot 24 De beschrijving hiervan is tot stand gekomen aan de hand van de literatuur en consensusvorming binnen de werkgroep. Over het al dan niet gebruiken van (steriele) handschoenen tijdens het plaatsen wordt in de literatuur geen duidelijke uitspraak gedaan. Het gebruik van een uterussonde is niet noodzakelijk. Sips AJBI. De toepassing van het IUD door de huisarts. Huisarts Wet 1985;28: Noot 25 Reinigen van de portie is vooral zinvol om het ostium goed en vrij van slijm te kunnen zien. Of desinfectie met povidonjodium zinvol is, is een punt van discussie, met name vanwege de korte tijd dat de jodium ter plaatse is. Noot 26 Het aanhaken van de portie geschiedt om de uterus te fixeren; lichte tractie is alleen nodig als de uterus in sterke ante- of retroflexie ligt. De voorlip vormt volgens deskundigen de juiste plaats voor aanhaken; er is geen literatuur gevonden die aantoont dat aanhaken op de achterlip bij een uterus in retroflexie betere inbrengresultaten zou geven. 319

7 n~ Noot 27 Over de afstand van de portio waarop de draadjes afgeknipt dienen te worden is geen literatuur beschikbaar, wel wordt het be langrijk gevonden om er een gewoonte van te maken de draadjes bij elke plaatsing steeds op dezelfde afstand af te knippen, bijvoorbeeld 3 cm. Aldus kan men bij controle een partiële expu lsie gemakkelij k herkennen. Te korte draadjes kunnen problemen opleveren bij het verwijderen van het spiraaltje. Noot 28 De literatuur meldt een kans op perforatie van ongeveer 1,2 per 1000 inserties. Deze kans blijkt afhankelijk van de ervaring van de persoon die het spiraaltje plaatst, terwijl men veelal stelt dat ook het tij dstip van insertie ertoe doet. BiJ plaatsing binnen 6 weken postpartum zou de kans op perforatie groter zijn, terwijl ook de kans op expulsie vergroot is. ' Andere studies melden echter gunstige resultaten van inserties binnen tien minuten na de geboorte van de placenta met een lager percentage expulsies van het spiraaltje dan bij later plaatsing.' ' Het laatste woord over deze materie is dus nog niet gezegd. Een secundaire perforatie op een later tijdstip door het spiraaltje is veel zeldzamer, er zijn ook auteurs die van mening zij n dat het hier laat ontdekte primaire perforaties betreft.' 1 Kremer JAM, Schellekens LA. Rolland R. Anticonceptie na een bevalling. Ned Tijdschr Geneeskd 1994;138: Morrison C, Waszak C, Katz K, Diabate F, Mate EM. Clinical outcomes of two early postpartum IUD insertion programs in Atrica. Contraception 1996;53: Chi 1. What we heve learned trom recent IUD studies: a researcher 's perspective. Contraception 1993;48: Noot 29 Een onderzoek op basis van 267 inserties meldt 8 13%) mislukkingen, waarvan de he lft door flauwvallen van de vrouw en de andere helft door een te nauw ostium internum. Gebruik van diazepam oraa l of, bij degenen met een nauw ostium internum, toepassing van een ander type spiraaltje, bracht het uiteindelijke mislukkingspercentage terug tot 1,5%.' Intramusculaire toediening van diazepam wordt afgeraden in verband met de trage absorbtie.' 1 Van der Wal G, Smeenk RCJ, Wempe PA. Vijf jaar spiraaltjes in een huisartspraktijk. Huisarts Wet 1985;28: Zitman FG. Kort- en langwerkende benzodiazepinen. Ned Tijdschr Geneeskd 1988;132: Noot 30 BliJkens de literatuur wordt het spiraaltje bij ongeveer 5% van de vrouwen door myometriumcontracties uitgedreven, in een deel van de gevallen gebeurt dit onopgemerkt.' De meeste expulsies vinden plaats in de eerste weken na de insertie. Een controle tijdens de eerste drie maanden na plaatsing is dan ook zinvol. Veel expulsies zijn partieel. (Partiële) expulsie geeft soms klachten geven: pijn of onaangename sensaties in de onderbuik ten gevolge van cervixprikkeling, en spotting." 1 Anonymous. IUD's, a new look. Popu lation Reports B-5, 1. Baltimore: Johns Hopkins University, Faudes A. The efticacy and safety of new generation IUDs. Fertility, Sterility and Contraception 1988; Tatum PR. Clinical aspects of intrauterine contraception. Fertil Steril 1977;28: Thiery M. Intra-uteriene contraceptie. In: Anoniem. lnfertiliteitsinformatorium. Alphen: Samson, Noot 31 Het voelen van de draadjes kan een probleem zijn, maar na een goede instructie lukt het de meeste vrouwen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat vrouwen zelf met een speculum kijken. Hiervoor zijn goedkope plastic specula in de handel. Van der Wal G, Smeenk RCJ, Wempe PA. Vijf jaar spiraalties in een hui sartspraktijk Huisarts Wet 1985;28:5-10. Noot 32 Het aantreffen van de Gram-positieve anaërobe bacterie Actinomyces israelii in het cervixuitstrijkje van een spiraaldraagster wijst op kolonisatie van dit micro-organisme op de spiraal. Kolonisatie zou bij circa 10% van de spiraaldraagsters voorkomen en de kans daarop lijkt toe te nemen met de draagduur. ' Over het feit dat Actinomyces in sporadische gevallen aanleiding geeft tot de vorming van vaak lastig te behandelen abcessen en pseudotumoren, bestaan in de literatuur diverse casuïstische mededelingen." Sommigen adviseren bij het aantreffen van Actinomyces in een uitstrijkje van een spiraaldraagster over te gaan tot spiraalverwijdering, doch over dit advies bestaat discussie. Vooralsnog lijken complicaties door Actinomyces bij spiraaldraagsters te ze ldzaam om over te gaan tot een dergelijke maatregel. 1 Chatwani A. Amin HS. lncidence of actinomycosis associated with intrauterine devices. J Reprod Med 1994; 39: Kriplani A, Buckshee K, Relan S, Kapila K. 'Forgotten' intrauterine device leading to actinomycotic pyometra - 13 years after menopause. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 1994;53: Garland SM, Rawling D. Pelvic actinomycosis in association with an intrauterine device. Aust N Z J Obstet Gynaecol 1993;33: Muller-Holzner E, Ruth N, Abfalter E, et al. IUD-associated pelvic actinomycosis: a report of five cases. Int J Gynecol Pathol 1995;14:70-4. Noot 33 Vervanging onmiddelijk na verwijdering van een eerder geplaatste spiraaltje levert geen extra risico's op. Diaz J, Bahamondes L, Marchi NM, Petta CA, Diaz M, Faundes D. Clinical performance of the Copper T200B IUD after reinsertion following life-span expiration. Adv Contracept 1994;10: Noot 34 Bij aanwijzingen voor PID kan begonnen worden met medicamenteuze behandeling zonder dat het spiraaltje onmiddellijk verwijderd hoeft te worden.,. 1 American co ll ege of obstetricians and gynaecologists : The intrauterine device. Technica! bulletin 1987; Eschen bach DA. Acute pelvic inflammatory disease. Urol Clin N Am 1984;11: Wasserheit JN. Pelvic lnflammatory disease and infertility. Maryland Med J 1987;36: Larsson B, Wennergren M. lnvestigation of copper intrauterine devices on trequency and healing of pelvic infl ammatory disease. Contraception 1977;15:143. Noot 35 Van de zwangerschappen ontstaan tijdens spiraalgebruik eindigt 48 tot 55% in een spontane abortus. Wanneer het spiraaltje in situ blijft, is de kans op een spontane abortus 2 tot 3 maal zo groot als bij vrouwen bij wie het spiraaltje in een zo vroeg mogelijk stadium werd verwijderd. In een onderzoek trad na verwijdering van het spiraaltje in 30% van de gevallen een miskraam op. ' ' 1 Ouerido L. IUD's en hun bijzonderheden. Stimezoonderzoek Utrecht: St1mezo, Faudes A. The efficacy and safety of new generation IUDs. Fertil ity, Sterility and Contraception 1988; Noot 36 De verhouding tussen zwangerschappen welke ontstaan na onopgemerkt verlies van het spiraaltje en zwangerschappen met het spiraalt1e in situ is niet bekend. Newton J, Tacchi D. Long-term use of copper intrauterine devices. Lancet 1990;i: Noot 37 Bij onderzoek werden geen aanwijzingen gevonden dat er meer congenitale afwijkingen voorkomen bij kinderen geboren uit een zwangerschap met een spiraaltje in het cavum uteri. Ouerido L. IUD's en hun bijzonderheden. Stimezoonderzoek Utrecht: Stimezo, Noot 38 Centrale Medisch Pharmaceutische Commissie. Farmacotherapeutisch Kompas. Amstelveen: Ziekenfondsraad, Noot 39 In 1984 werd een gelijktijdige stijging van het aantal extra-uteriene graviditeiten (EUG'sl en het aantal draagsters van spiraaltjes gesignaleerd. Als een van de verklaringen voor de stijgende frequentie van EUG 's werd de toename van het spiraalgebruik genoemd. Later werd door andere auteurs echter gesteld dat er geen of een nauweli1ks verhoogd risico op EUG's zou zi1n bij spiraalgebruik. Omdat het spiraaltje vooral beschermt tegen baarmoederlijke zwangerschap neemt het aantal extra-uteriene graviditeiten echter relatief wel toe." 1 Weström L, Bengtsson LPh, March PA. lncidence, trends, and risks of ectopie pregnancy in a population of women. BMJ 1981;282: Ory HW. Ectopie pregnancy and intrauterine contraceptive devices: a new perspective. Obs & Gyn 1981 ;57: Hoogendoorn D. Voortgaande stijging van het aantal extra-uteriene graviditeiten. Ned Tijdschr Geneeskd 1984; 128: Anonymous. A multinational case-control study of ectopie pregnancy. Clinical reproduction and fertility 3: Geneva: World Health Organization, Edelman DA, Porter CW. The intrauterine device and ectopie pregnancy. Contraception 1987;36: Chi 1. What we have learned trom recent IUD studies: a researcher's perspective. Contraception 1993;48: Noot 40 De effectiviteit van deze methode is goed: uit onderzoek blijkt bij 600 plaatsingen geen zwangerschap te zijn ontstaan. 1 2 Wibaut FP, Wibaut FP, Voskuyl P Het morning-after spiraaltje. Huisarts Wet 1980;23: Lippes J et al. A continuation of the study of postcoital IUD's. Fam Planning Perspectives 1979;11 :

Spiralen. Achtergronden

Spiralen. Achtergronden Spiralen Achtergronden Methoden (werking, betrouwbaarheid en bijwerkingen) Koperspiraal Het koperspiraal geeft geleidelijk koper af. Koperionen hebben een cytotoxisch dan wel immobiliserend effect op de

Nadere informatie

VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT

VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT DISCLOSURE BELANGEN SPREKER (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Minder zwangerschappen met de T-Safe spiraal 1, 2

Minder zwangerschappen met de T-Safe spiraal 1, 2 Minder zwangerschappen met de T-Safe spiraal 1, 2 1 Geneesmiddelen Bulletin november 2008; jaargang 42, nummer 11 2 Cochrane Database of Systematic Reviews 2007, Issue 4. Art. No.: CD005347. DOI: 10.1002/14651858.CD005347.pub3.

Nadere informatie

Anticonceptie voor tienermeiden Meisjes en meiden in de gynaecologie

Anticonceptie voor tienermeiden Meisjes en meiden in de gynaecologie Anticonceptie voor tienermeiden Meisjes en meiden in de gynaecologie Martini ZH 17-11-2011 Nascholing Gynaecologie D.H.Bogchelman O&G UMCG Indeling: adolescent en sexueel gedrag pil als anticonceptivum

Nadere informatie

! Lokale anticonceptiva

! Lokale anticonceptiva Bijgewerkt tot 1 oktober 2016 Zorginstituut Nederland! Lokale anticonceptiva Anticonceptiva worden verdeeld in systemisch werkende (hormonaal) en lokale anticonceptiva. Voor de orale hormonale anticonceptiva

Nadere informatie

Toetsstation. Plaatsing spiraal

Toetsstation. Plaatsing spiraal Toetsstation Plaatsing spiraal Alg lgeme mene gegevens Classificatiecode(s) W12 Doelstelling Toetsen of de kandidaat in staat is op correcte wijze een spiraal te plaatsen. Duur station 10 minuten Auteur(s)

Nadere informatie

In overleg met uw huisarts/gynaecoloog heeft u besloten een spiraaltje te laten plaatsen.

In overleg met uw huisarts/gynaecoloog heeft u besloten een spiraaltje te laten plaatsen. Het spiraaltje 2 Inleiding In overleg met uw huisarts/gynaecoloog heeft u besloten een spiraaltje te laten plaatsen. Een spiraaltje is een kunststof ankertje (24 tot 36 mm lang) dat in de baarmoeder wordt

Nadere informatie

Toetsstation. Plaatsing spiraal

Toetsstation. Plaatsing spiraal Toetsstation Plaatsing spiraal Algemene gegevens Classificatiecode(s) W12 Doelstelling Toetsen of de kandidaat in staat is op correcte wijze een spiraal te plaatsen. Duur station 10 minuten Auteur(s) Werkgroep

Nadere informatie

ZORGPRESTATIE PLAATSEN IUD ( )

ZORGPRESTATIE PLAATSEN IUD ( ) ZORGPRESTATIE PLAATSEN IUD (25-05-2015)! Wens IUD i.v.m. anticonceptie Contra-indicaties:! Zwangerschap! Onverklaard/irr. bloedverlies! Geen plaatsing Is er een risico op SOA? PCR diagnostiek Nee Pos Neg

Nadere informatie

Een koperspiraaltje dat vriendelijk is voor de vrouw!

Een koperspiraaltje dat vriendelijk is voor de vrouw! Een koperspiraaltje dat vriendelijk is voor de vrouw! Hormoonvrij en betrouwbaar Klein en flexibel Opvallend gemakkelijk ~ Hoe werkt dit spiraaltje ~ Wat zijn de voordelen ~ Voor welke vrouwen is het geschikt

Nadere informatie

INTRA-UTERIENE ANTICONCEPTIE

INTRA-UTERIENE ANTICONCEPTIE HALT aan vooroordelen! INTRA-UTERIENE ANTICONCEPTIE Anticonceptie in vorm INTRA-UTERIENE ANTICONCEPTIE Anticonceptie in vorm Het intra-uterien systeem (IUS), ook soms spiraaltje genoemd, is een klein,

Nadere informatie

Eileiderontsteking. Afdeling Gynaecologie

Eileiderontsteking. Afdeling Gynaecologie Eileiderontsteking Afdeling Gynaecologie Inleiding Een eileiderontsteking is een ontsteking van de eileiders. Deze ontstekingen kunnen heel sluimerend verlopen met weinig klachten. Meestal heeft u acute

Nadere informatie

Wat u moet weten. Mirena. over

Wat u moet weten. Mirena. over Wat u moet weten over Mirena Deze informatie is bestemd voor vrouwen aan wie het hormoonspiraaltje is voorgeschreven. In deze brochure vindt u meer informatie over het product en de procedure. Mocht u

Nadere informatie

Eileiderontsteking. Afdeling Gynaecologie

Eileiderontsteking. Afdeling Gynaecologie Eileiderontsteking Afdeling Gynaecologie Inleiding Een eileiderontsteking is een ontsteking van de eileiders. Deze ontstekingen kunnen heel sluimerend verlopen met weinig klachten. Meestal heeft u acute

Nadere informatie

Wat u moet weten. over Mirena. al 15 jaar betrouwbaar

Wat u moet weten. over Mirena. al 15 jaar betrouwbaar Wat u moet weten over Mirena al 15 jaar betrouwbaar Inhoud 1. Algemeen 3 1.1 Wat is Mirena? 3 1.2 Hoe ziet Mirena eruit? 3 1.3 Waar wordt Mirena voor gebruikt? 4 1.4 Hoe werkt Mirena? 4 1.5 Mirena als

Nadere informatie

4.5. Boekverslag door een scholier 1197 woorden 23 september keer beoordeeld. Werkstuk over het spiraaltje. Inhoudsopgave: Voorwoord

4.5. Boekverslag door een scholier 1197 woorden 23 september keer beoordeeld. Werkstuk over het spiraaltje. Inhoudsopgave: Voorwoord Boekverslag door een scholier 1197 woorden 23 september 2016 4.5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Binas Werkstuk over het spiraaltje Inhoudsopgave: Voorwoord 1. Wat is een spiraaltje? 2. Soorten

Nadere informatie

NVOG. Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Intra-uteriene anticonceptie. No 16. No 41 januari 2002

NVOG. Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Intra-uteriene anticonceptie. No 16. No 41 januari 2002 NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Intra-uteriene anticonceptie No 41 januari 2002 No 16 1 INLEIDING [1] De huidige intra-uteriene middelen ter voorkoming van zwangerschap zijn uiterst effectief

Nadere informatie

Vaginaal bloedverlies

Vaginaal bloedverlies Vaginaal bloedverlies Stellingen 1 Bij onregelmatig bloedverlies doe je altijd een SOA-test. Juist/onjuist 2 Bij doorbraakbloedingen geef je een pil met een hoger oestrogeen gehalte. Juist/onjuist 3 Stoppen

Nadere informatie

dasfwefsdfwefwef Het spiraaltje

dasfwefsdfwefwef Het spiraaltje Het spiraaltje Inleiding In overleg met uw huisarts/gynaecoloog heeft u besloten een spiraaltje te laten plaatsen. Er zijn twee soorten spiraaltjes; het koperspiraaltje en het hormoonspiraaltje. Beide

Nadere informatie

Het spiraal indicatie, mogelijkheden, plaatsing

Het spiraal indicatie, mogelijkheden, plaatsing Het spiraal indicatie, mogelijkheden, plaatsing Dr. An Poppe Gynaecologie Klinische navorming MCH Leuven, 25/04/2019 25/04/2019 Klinische navorming MCH Leuven 1 Anticonceptie Omkeerbare vormen van anticonceptie

Nadere informatie

VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT

VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT NLD WAT IS MULTI-SAFE? Multi-Safe is een hormoonvrij anticonceptiespiraaltje dat voldoet aan de hoogste standaarden. Het Multi-Safe spiraaltje is een hoefijzervormig

Nadere informatie

Anticonceptiemiddelen met oestrogeen en progestageen

Anticonceptiemiddelen met oestrogeen en progestageen Ik wil anticonceptie gaan gebruiken Samenvatting Een anticonceptiemiddel (voorbehoedmiddel) beschermt u tegen zwangerschap. Anticonceptiemiddelen verschillen in werking, gebruik, betrouwbaarheid en bijwerkingen.

Nadere informatie

INFORMATIE OVER EEN CHLAMYDIA- INFECTIE GYNAECOLOGIE

INFORMATIE OVER EEN CHLAMYDIA- INFECTIE GYNAECOLOGIE INFORMATIE OVER EEN CHLAMYDIA- INFECTIE GYNAECOLOGIE FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Chlamydia is een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Seksueel overdraagbare aandoeningen zijn infecties die door

Nadere informatie

GYNAECOLOGIE. Eileiderontsteking

GYNAECOLOGIE. Eileiderontsteking GYNAECOLOGIE Eileiderontsteking Eileiderontsteking Een eileiderontsteking wordt ook wel salpingitis of pelvic inflammatory disease (PID) genoemd. Een eileiderontsteking kan heel sluimerend verlopen, zonder

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Poli Gynaecologie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Poli Gynaecologie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Poli Gynaecologie 0 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze folder is zeer volledig

Nadere informatie

Groene, rode en oranje bolletjes. Rood bolletje, wat is er aan de hand?

Groene, rode en oranje bolletjes. Rood bolletje, wat is er aan de hand? Groene, rode en oranje bolletjes U ziet enkele groene en mogelijk ook rode of oranje bolletjes staan voor de genoemde oorzaken van verminderde vruchtbaarheid. Een groen bolletje betekent dat dit zeer waarschijnlijk

Nadere informatie

Kijkje in de baarmoeder Zo nodig met een kleine ingreep Diagnostische hysteroscopie

Kijkje in de baarmoeder Zo nodig met een kleine ingreep Diagnostische hysteroscopie Kijkje in de baarmoeder Zo nodig met een kleine ingreep Diagnostische hysteroscopie Poli Gynaecologie 0 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is gebaseerd op de informatie van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Patiënteninformatie. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Patiënteninformatie Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Inhoudsopgave 1 In het kort 2 Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) 3 Bij wie komt een EUG voor 4

Nadere informatie

Ik wil anticonceptie gaan gebruiken. Poli Gynaecologie

Ik wil anticonceptie gaan gebruiken. Poli Gynaecologie 00 Ik wil anticonceptie gaan gebruiken Poli Gynaecologie Wat is anticonceptie? Een anticonceptiemiddel (of voorbehoedmiddel) voorkomt dat een zwangerschap ontstaat. Bijvoorbeeld door te voorkomen dat er

Nadere informatie

contraceptie na de bevalling

contraceptie na de bevalling contraceptie na de bevalling Inleiding Na de bevalling is het een ideaal moment om even stil te staan bij uw contraceptie. Afhankelijk van uw keuze om al dan niet borstvoeding te geven is de keuze van

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Inleiding Zwanger worden als je een chronische ontstekingsziekte van de darm (IBD = inflammatory Bowel disease) hebt zoals de ziekte van Crohn

Nadere informatie

Curettage. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Curettage. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Curettage Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Uw arts heeft een curettage geadviseerd. Deze ingreep wordt door de gynaecoloog in het ziekenhuis verricht. Tijdens de curettage wordt met een soort lepeltje,

Nadere informatie

Miskraam. Diagnose en behandelmogelijkheden. Patiënteninformatie Miskraam

Miskraam. Diagnose en behandelmogelijkheden. Patiënteninformatie Miskraam Miskraam Diagnose en behandelmogelijkheden Patiënteninformatie Miskraam Inhoudsopgave: 1 Inleiding 2 Wat is een miskraam 3 Oorzaken 4 Verschijnselen 5 Onderzoek 6 Mogelijkheden 7 Procedure curettage 8

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Onderbouwing Conclusies Bij seksueel actieve moeders die exclusief voeden met de borst (dus niet kolven) en amenorroisch zijn, is de kans op zwangerschap

Nadere informatie

Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS. Gynaecologie

Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS. Gynaecologie Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS Gynaecologie Met watercontrastechoscopie is het mogelijk afwijkingen in de baarmoederholte zichtbaar te maken. Een gemakkelijkere naam voor watercontrastechoscopie

Nadere informatie

Hormoonvrij bolvormig spiraaltje: enkele vooroordelen rechtgezet

Hormoonvrij bolvormig spiraaltje: enkele vooroordelen rechtgezet Hormoonvrij bolvormig spiraaltje: enkele vooroordelen rechtgezet BRUSSEL 03/07 - Met het hormoonvrij bolvormig spiraaltje (IUB ) doet het allerkleinste spiraaltje op de markt zijn intrede geschikt voor

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL ABNORMAAL VAGINAAL BLOEDVERLIES

TRANSMURAAL PROTOCOL ABNORMAAL VAGINAAL BLOEDVERLIES TRANSMURAAL PROTOCOL ABNORMAAL VAGINAAL BLOEDVERLIES Begrippen Stoornissen in de menstruele cyclus kunnen het best worden beschreven in termen van frequentie, regelmaat en duur van het bloedverlies en

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zwangerschap 2 Erfelijkheid 2 Vruchtbaarheid 2 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Anticonceptie

PATIËNTEN INFORMATIE. Anticonceptie PATIËNTEN INFORMATIE Anticonceptie In het kort Een anticonceptiemiddel (voorbehoedmiddel) beschermt u tegen zwangerschap als u seks heeft en niet zwanger wilt worden. Anticonceptiemiddelen verschillen

Nadere informatie

buitenbaarmoederlijke zwangerschap

buitenbaarmoederlijke zwangerschap buitenbaarmoederlijke zwangerschap Inhoud 1 In het kort 3 2 Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) 3 3 Bij wie komt een EUG voor 3 4 Klachten 4 5 Onderzoek 4 6 Behandeling 5 6.1 Operatieve

Nadere informatie

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. De Belgische gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Levonortis. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG)

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (EUG) Inleiding Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (=extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke zwangerschap bevindt

Nadere informatie

H.242440.1113. Buiten baarmoederlijke zwangerschap

H.242440.1113. Buiten baarmoederlijke zwangerschap H.242440.1113 Buiten baarmoederlijke zwangerschap In het kort Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke zwangerschap

Nadere informatie

BLOEDVERLIES IN DE EERSTE MAANDEN VAN DE ZWANGERSCHAP

BLOEDVERLIES IN DE EERSTE MAANDEN VAN DE ZWANGERSCHAP BLOEDVERLIES IN DE EERSTE MAANDEN VAN DE ZWANGERSCHAP 990 Vaginaal bloedverlies Bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap is vaak onschuldig en stopt vanzelf. Het kan echter ook een teken zijn

Nadere informatie

Ik wil een voorbehoedmiddel (anticonceptie) gaan gebruiken

Ik wil een voorbehoedmiddel (anticonceptie) gaan gebruiken 1/6 Gynaecologie Ik wil een voorbehoedmiddel (anticonceptie) gaan gebruiken Inleiding Een anticonceptiemiddel (voorbehoedmiddel) beschermt u tegen zwangerschap als u seks heeft en niet zwanger wilt worden.

Nadere informatie

Curettage. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Curettage. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Curettage Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Uw arts heeft een curettage geadviseerd. Deze ingreep wordt door de gynaecoloog in het ziekenhuis verricht. Tijdens de curettage wordt met een soort lepeltje,

Nadere informatie

Kyleena. informatie. voor gebruiksters

Kyleena. informatie. voor gebruiksters Kyleena informatie voor gebruiksters Inhoud Welkom bij Kyleena... 3 Wat is Kyleena?... 4 Hoe werkt Kyleena?... 5 Wat je moet weten over het plaatsen Hoe wordt Kyleena geplaatst en hoe lang duurt dat...

Nadere informatie

Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS. Polikliniek Gynaecologie

Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS. Polikliniek Gynaecologie 00 Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS Polikliniek Gynaecologie 1 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze

Nadere informatie

Het komt zelden voor dat een myoom kwaadaardig wordt. Wel moet men alert zijn bij zeer snelle groei van een myoom of bij groei na de overgang.

Het komt zelden voor dat een myoom kwaadaardig wordt. Wel moet men alert zijn bij zeer snelle groei van een myoom of bij groei na de overgang. Myomen Inleiding Ongeveer 30% van alle vrouwen ouder dan dertig jaar heeft één of meer myomen (vleesbomen). Veel vrouwen merken hier niets van maar soms kunnen er klachten ontstaan en is nader onderzoek

Nadere informatie

Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS

Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS Met watercontrastechoscopie is het mogelijk afwijkingen in de baarmoederholte zichtbaar te maken. Een gemakkelijkere naam voor watercontrastechoscopie is waterecho

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

SHAPED FOR YOU DE NIEUWE GENERATIE HORMOONVRIJE ANTICONCEPTIE

SHAPED FOR YOU DE NIEUWE GENERATIE HORMOONVRIJE ANTICONCEPTIE SHAPED FOR YOU DE NIEUWE GENERATIE HORMOONVRIJE ANTICONCEPTIE NIEUWE GENERATIE ANTICONCEPTIE Ballerine is een nieuw, betrouwbaar spiraaltje zonder hormonen. Het werkt op een vergelijkbare wijze als andere

Nadere informatie

Maatschap Gynaecologie. Een miskraam

Maatschap Gynaecologie. Een miskraam Maatschap Gynaecologie Algemeen Deze folder geeft u informatie over een miskraam. is het verlies van een niet-levensvatbare vrucht. Een van de eerste verschijnselen is dikwijls vaginaal bloedverlies en/of

Nadere informatie

Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen

Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen Gynaecologie Beter voor elkaar 2 Inleiding Door middel van deze folder wil het Ikazia Ziekenhuis u enige informatie geven. Deze folder geeft

Nadere informatie

Een miskraam of bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap

Een miskraam of bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap Een miskraam of bloedverlies in de eerste maanden van de zwangerschap Wat is een miskraam? Een miskraam is het verlies van een vroege zwangerschap in de eerste vier maanden. Vaginaal bloedverlies is vaak

Nadere informatie

VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT

VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT VRIJ VAN HORMONEN VRIJ OM TE ZIJN WIE JE BENT NLD WAT IS T-SAFE? T-Safe is een hormoonvrij anticonceptiespiraaltje dat voldoet aan de hoogste standaarden. Het T-Safe spiraaltje heeft een T-vorm en is gemaakt

Nadere informatie

Hysteroscopie kijken in de baarmoeder

Hysteroscopie kijken in de baarmoeder Hysteroscopie kijken in de baarmoeder Hysteroscopie (kijken in de baarmoeder) Binnenkort komt u naar de Ommelander Ziekenhuis Groep voor een hysteroscopie. In deze folder vindt u informatie over deze behandeling.

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN

PATIËNTENINFORMATIE ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN PATIËNTENINFORMATIE ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN Door middel van deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren

Nadere informatie

Anticonceptie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl

Anticonceptie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl Anticonceptie Informatie voor patiënten F0713-3102 oktober 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS. rkz.nl Patiënteninformatie Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS rkz.nl Inleiding Met watercontrastechoscopie is het mogelijk afwijkingen in de baar-moederholte zichtbaar te maken. Een gemakkelijkere naam

Nadere informatie

HYSTEROSCOPIE Een kijkje in de baarmoeder

HYSTEROSCOPIE Een kijkje in de baarmoeder HYSTEROSCOPIE Een kijkje in de baarmoeder 405 Inleiding Binnenkort ondergaat u in Franciscus Gasthuis een hysteroscopie. Dit is een onderzoek waarbij de gynaecoloog met een dun buisje in de baarmoeder

Nadere informatie

Hysteroscopie. Patiënteninformatie Hysteroscopie versie02

Hysteroscopie. Patiënteninformatie Hysteroscopie versie02 Hysteroscopie Patiënteninformatie Hysteroscopie versie02 1 Inleiding Een hysteroscopie is een onderzoek waarbij de gynaecoloog met een dun buisje in de baarmoeder kijkt en eventueel ingrepen doet. Indien

Nadere informatie

Inleiding Waarom wordt een hysteroscopie uitgevoerd? Waar wordt een hysteroscopie uitgevoerd? Wanneer wordt een hysteroscopie uitgevoerd?

Inleiding Waarom wordt een hysteroscopie uitgevoerd? Waar wordt een hysteroscopie uitgevoerd? Wanneer wordt een hysteroscopie uitgevoerd? HYSTEROSCOPIE 405 Inleiding Binnenkort ondergaat u in het Sint Franciscus Gasthuis een hysteroscopie. Dit is een onderzoek waarbij de gynaecoloog met een dun buisje in de baarmoeder kijkt. Tijdens dit

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Algemeen U heeft van de gynaecoloog gehoord dat u een buitenbaarmoederlijke zwangerschap heeft. Dit is een zwangerschap buiten de baarmoeder. In deze folder leest u hier

Nadere informatie

Mola-zwangerschap. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl

Mola-zwangerschap. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl Mola-zwangerschap Informatie voor patiënten F0178-3415 juli 2013 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44

Nadere informatie

INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Deze Interline gaat over de volgende werkafspraken: - Subfertiliteit (herzien) -

Nadere informatie

Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen

Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen Gynaecologie Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is echoscopie?... 3 Hoe wordt een echo gemaakt?... 3 Waarom wordt echoscopie verricht?...

Nadere informatie

Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap

Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap Obstetrie & Gynaecologie Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap Extra Uteriene Graviditeit (EUG) Inleiding U krijgt deze informatie over een buitenbaarmoederlijke zwangerschap als aanvulling op de mondelinge

Nadere informatie

Dr. P.X.J.M. Bouckaert en prof. dr. G.G.M. Essed. Prof. dr. G.G.M. Essed en prof. dr. J. Van Damme. Dr. S. Bartholomeeusen en prof. dr. J.

Dr. P.X.J.M. Bouckaert en prof. dr. G.G.M. Essed. Prof. dr. G.G.M. Essed en prof. dr. J. Van Damme. Dr. S. Bartholomeeusen en prof. dr. J. XI I Algemene beschouwingen 1 Anatomie en fysiologie van de voortplantingsorganen....................... 3 Dr. P.X.J.M. Bouckaert en prof. dr. G.G.M. Essed 1.1 Inleiding.............................................................................

Nadere informatie

Watercontrast echoscopie

Watercontrast echoscopie Watercontrast echoscopie Gynaecologie Beter voor elkaar 2 Inleiding Met watercontrast echoscopie is het mogelijk afwijkingen in de baarmoederholte zichtbaar te maken. Een gemakkelijkere naam voor watercontrast

Nadere informatie

Mola-zwangerschap. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Mola-zwangerschap. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Mola-zwangerschap Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uw gynaecoloog heeft u verteld dat u een mola-zwangerschap heeft. In deze folder leest u meer over een mola-zwangerschap.

Nadere informatie

Buitenbaarmoederlijke. zwangerschap

Buitenbaarmoederlijke. zwangerschap Buitenbaarmoederlijke zwangerschap U heeft een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, ook wel een extra uteriene graviditeit(eug) genoemd. Dit is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke

Nadere informatie

Kijken in de baarmoeder Diagnostische hysteroscopie

Kijken in de baarmoeder Diagnostische hysteroscopie GYNAECOLOGIE Kijken in de baarmoeder Diagnostische hysteroscopie ONDERZOEK U wordt op dag om uur verwacht op de poli/afdeling, locatie Als u verhinderd bent, wilt u dit dan tijdig melden en een nieuwe

Nadere informatie

Afwegingen bij de keuze voor ICSI. Polikliniek Gynaecologie Route 48

Afwegingen bij de keuze voor ICSI. Polikliniek Gynaecologie Route 48 Afwegingen bij de keuze voor ICSI Polikliniek Gynaecologie Route 48 0 De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze folder

Nadere informatie

Zwangerschap bij een chronische darmziekte

Zwangerschap bij een chronische darmziekte Maag-, Darm- en Leverziekten Zwangerschap bij een chronische darmziekte www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Vruchtbaarheid... 3 Erfelijkheid... 4 Medicijnen... 4 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap...

Nadere informatie

H Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen

H Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen H.92043.0116 Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen Inleiding Deze folder geeft algemene informatie over echoscopie zoals gebruikt in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsonderzoek.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33299 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stralen, Giel van Title: The aberrant third stage of labour Issue Date: 2015-06-16

Nadere informatie

watercontrastechoscopie, waterecho of sis

watercontrastechoscopie, waterecho of sis watercontrastechoscopie, waterecho of sis Patiënteninformatie Watercontrastechoschopie, waterecho of SIS 1 Inleiding 2 Wat is watercontrastechoscopie 3 Hoe gebeurt het onderzoek 4 Problemen bij het onderzoek

Nadere informatie

informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede

informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede In het verleden ben je een keer bevallen via een keizersnede. Je bent nu weer zwanger en gaat straks bevallen. Mogelijk heb je al nagedacht over de

Nadere informatie

Informatie over een miskraam

Informatie over een miskraam Informatie over een miskraam Een miskraam U heeft van ons te horen gekregen dat het (mogelijk) niet goed gaat met uw zwangerschap. Wij hebben u al het een en ander verteld, maar willen dit ondersteunen

Nadere informatie

Bevallen na een eerdere keizersnede. Poli Gynaecologie

Bevallen na een eerdere keizersnede. Poli Gynaecologie 00 Bevallen na een eerdere keizersnede Poli Gynaecologie 1 In het verleden ben je een keer bevallen via een keizersnede. Je bent nu weer zwanger en gaat straks bevallen. Mogelijk heb je al nagedacht over

Nadere informatie

Diagnostische hysteroscopie

Diagnostische hysteroscopie Diagnostische hysteroscopie Inhoudsopgave Inleiding Wat is een diagnostische hysteroscopie Redenen voor een diagnostische hysteroscopie Waar wordt een diagnostische hysteroscopie uitgevoerd Op welk moment

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen Refaja Ziekenhuis Stadskanaal Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN INLEIDING Deze folder geeft algemene informatie

Nadere informatie

Watercontrastechoscopie Waterecho of SIS Gynaecologie

Watercontrastechoscopie Waterecho of SIS Gynaecologie Watercontrastechoscopie Waterecho of SIS Gynaecologie Locatie Hoorn/Enkhuizen Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS INLEIDING Met watercontrastechoscopie is het mogelijk afwijkingen in de baarmoederholte

Nadere informatie

Gynaecologie Diagnostische hysteroscopie: kijken in de baarmoeder

Gynaecologie Diagnostische hysteroscopie: kijken in de baarmoeder Gynaecologie Diagnostische hysteroscopie: kijken in de baarmoeder Inleiding Deze folder geeft informatie over de diagnostische hysteroscopie, een onderzoek waarbij de gynaecoloog in de baarmoeder kijkt

Nadere informatie

PATIËNTENFOLDER Gynaecologie: Diagnostische Hysteroscopie

PATIËNTENFOLDER Gynaecologie: Diagnostische Hysteroscopie PATIËNTENFOLDER Gynaecologie: Diagnostische Hysteroscopie Wat is een diagnostische hysteroscopie? Bij een diagnostische hysteroscopie kijkt de gynaecoloog met een kijkbuis (hysteroscoop) via de schede

Nadere informatie

Novasure - procedure

Novasure - procedure Novasure - procedure Wanneer een Novasure-procedure? U kunt klachten hebben van overmatig bloedverlies dat veroorzaakt wordt door afwijkingen in het endometrium. Dit kan op diverse manieren behandeld worden,

Nadere informatie

Gel contrastecho (GIS)

Gel contrastecho (GIS) Patiënteninformatie Gel contrastecho (GIS) Informatie over het zichtbaar maken van afwijkingen in de baarmoeder 1234567890-terTER_ Inhoudsopgave Pagina Algemeen 4 Waarom? 4 Redenen voor het onderzoek

Nadere informatie

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( )

10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)( ) 10Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (SOA) Rubriekhouder: Mw. dr. I. van den Broek, (RIVM)(2008-2012) Inleiding Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zijn naast luchtweg-, maagdarm- en urineweginfecties

Nadere informatie

Hevig bloedverlies bij menstruatie

Hevig bloedverlies bij menstruatie Gynaecologie Hevig bloedverlies bij menstruatie Menstruatiepolikliniek U heeft een afspraak op de menstruatiepolikliniek. U bent hier naar verwezen omdat u veel last heeft van vaginaal bloedverlies. In

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mirena, IUD 20 microgram/24 uur. Levonorgestrel

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Mirena, IUD 20 microgram/24 uur. Levonorgestrel Bijsluiter Mirena 1 van 13 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Mirena, IUD 20 microgram/24 uur Levonorgestrel MIRENA Naam van de gebruikster: Mirena is ingebracht op: Ingebracht door: Volgende controlebezoeken:

Nadere informatie

Laparoscopische sterilisatie van de vrouw

Laparoscopische sterilisatie van de vrouw Laparoscopische sterilisatie van de vrouw Inleiding In deze brochure wordt een uitleg gegeven van verschillende aspecten van sterilisatie bij de vrouw. Een aantal zaken zal uw arts reeds met u besproken

Nadere informatie

Het spiraaltje. Afdelingen gynaecologie en verloskunde

Het spiraaltje. Afdelingen gynaecologie en verloskunde Het spiraaltje Afdelingen gynaecologie en verloskunde Inhoudsopgave Vooraf 2 Wat is een spiraaltje? 2 De voor- en nadelen 2 Het inbrengen 3 De controle 3 Als er toch zwangerschap ontstaat 3 Heeft u vragen?

Nadere informatie

pagina 1 van 6 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Bloedverlies in het eerste trimester Medische Werkinstructie Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische

Nadere informatie

Hysteroscopie. Inleiding

Hysteroscopie. Inleiding Hysteroscopie Inleiding Deze brochure geeft informatie over een hysteroscopie. Hierin staat waarvoor dit onderzoek dient en wat u van dit onderzoek kunt verwachten. De in deze brochure vermelde informatie

Nadere informatie

Factsheet Anticonceptie bij Rifampicine en Rifabutin gebruik

Factsheet Anticonceptie bij Rifampicine en Rifabutin gebruik Factsheet Anticonceptie bij Rifampicine en Rifabutin gebruik Preambule: Dit factsheet is bedoeld als achtergrondinformatie is voor artsen en verpleegkundigen betrokken bij de behandeling van tbc-patiënten.

Nadere informatie

Eerste bezoek aan de gynaecoloog

Eerste bezoek aan de gynaecoloog Eerste bezoek aan de gynaecoloog Patiënteninformatie Eerste bezoek aan de gynaecoloog Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Hoe zien de geslachtsorganen eruit 3 Het gesprek(anamnese) 4 Het gynaecologisch onderzoek

Nadere informatie

Extra uteriene graviditeit (EUG)

Extra uteriene graviditeit (EUG) Extra uteriene graviditeit (EUG) Wat is een EUG? Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (extra uteriene graviditeit, EUG) is een zwangerschap buiten de baarmoederholte. Een dergelijke zwangerschap bevindt

Nadere informatie

Gynaecologie. of SIS.

Gynaecologie. of SIS. Gynaecologie Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is watercontrastechoscopie?... 3 Hoe gebeurt het onderzoek?... 3 Problemen bij het onderzoek... 4 Complicaties...

Nadere informatie