R.I.N.-RAPPOFO /r 5 1-] Z)0) Degrauwegansalsbroedvogelin Nederland. L.M.J, vanden Bergh. RIN-rapport 91/1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "R.I.N.-RAPPOFO /r 5 1-] Z)0) Degrauwegansalsbroedvogelin Nederland. L.M.J, vanden Bergh. RIN-rapport 91/1"

Transcriptie

1 Degrauwegansalsbroedvogelin Nederland L.M.J, vanden Bergh RIN-rapport 91/1 Rijksinstituut voor Natuurbeheer 5 1-] Z)0) RIJKSINSTITUUT.-CO:", :V'.7U, ;\:.:. ; VJFSTißINGT XEL Postbus CD, 1790 AB Den Burg 'Ï'BXRI, bbi'and Arnhem 1991 BIBLIOTHEEK RIJKSINSTITUUT VOOR NATUURBEHEER POSTBUS HB ARNHEM-NEDERLAND R.I.N.-RAPPOFO /r

2

3 INHOUD VOORWOORD 5 1 INLEIDING 6 2 VERSPREIDINGSGEBIED 6 3 BIOTOOP, NESTBOUWENBROEDPROCES 7 4 TREKENOVERWINTERING 8 5 HET VOORKOMENALSBROEDVOGELIN NEDERLAND Periodevóór Periode Periode Periode SAMENVATTINGENCONCLUSIES 25 DANKWOORD 27 LITERATUUR 28 SUMMARY 30

4 - 5 - VOORWOORD Gedurendedelaatstedecenniaheeftdegrauweganszichinonsland ontwikkeldvaneenzeldzameof misschien welvoormaligebroedvogeltot een vrijalgemeneverschijning indelagedelen vanonsland.de huidigebroedvogelbevolking isontstaanalsgevolg vanspontane vestigingenen herintroductie.plaatselijkheeftdetoegenomen broedvogelstand geleidtot problemenindelandbouw.omtegemoette komenaande behoefte bij beleids-en beheersinstanties aaninformatie opdit punt, wordtinditrapportnaderingegaanopde huidige verspreidingenaantallen,alsmedeopdeaantalsontwikkeling in deze eeuw. Dedirectie

5 INLEIDING Degrauwegans (Anser anser) isdeenigeganzesoortdietotonze oorspronkelijkebroedvogelbevolkingmagwordengerekend.indeloop vandetwintigsteeeuw wasdestatus vandezesoortinonslandechter nogaleensaan veranderingenonderhevig.gedurendebepaaldeperioden kwamener hierzelfswellichtin hetgeheelgeengrauweganzenmeer tot broeden.dat waserdeoorzaak vandatinde jaren vijftigtot zeventigopdiverseplaatsengekortwiekteengeleewiektevogelswerden uitgezet,teneindeopdie wijzeweernieuwebroedpopulaties opte bouwen.helaaswerdhetverloopvandezeherintroductieprojecten niet altijdevennauwkeuriggevolgden vastgelegd,watmede werd veroorzaaktdoordeonoverzichtelijke structuur vandeterreinendie als vestigingsplaatswerden uitgekozen. Sindsde jarenzestig heeftdegrauwegansweervastevoetgekregen als broedvogel in Nederlanden vooralindelaatstetien jareniser sprakevaneensterkinaantaltoenemendepopulatie.omdatergrote behoeftebestaataaninformatieoverdeontwikkelingvande Nederlandsebroedpopulatieende huidigeverspreidingen aantallen, werdenin1990pogingenondernomenomzoveelmogelijkgegevensover broedendegrauweganzente verzamelen.hetresultaat iseenlandelijk overzicht,datzekeropeenaantalpuntenonvolledig is, maardateen aanzetkan vormenvooreenopdesoortgerichte inventarisatie inde komendejaren.tevenskunnendezegegevensals basisdienen bij analysesoverdeontwikkelingeninde populatie vandegrauwegansin detoekomst. 2 VERSPREIDINGSGEBIED Grauweganzen broedenzowelineuropaalsin Azië.Bijonskomtde nominaatvorm A. a. anser voor,terwijlin Midden-enOost-Europaenin Azië A. a. rubrirostris broedt. Hetverspreidingsgebiedvandesoort strektzich uittussendejuli-isotherm van10 CopIJslandendie van 32 Cin Azië (Voous 1960). InEuropawas hetverspreidingspatroon langetijdzeerverbrokkelden beperktezichgrotendeelstot

6 uitgestrekte en moeilijk toegankelijkemoerasterreinenin Fenno- Scandinavië, Rusland,deBaltischeStaten,Polen, hetoosten van debrd (hetgebied vande voormaligeddr) en plaatselijkin Midden-Europa.Ditverbrokkeldevoorkomenwasvermoedelijkeengevolg vandesterkevervolgingdoorde mens. Vanafde jarenzestigiser sprake vaneen kenteringen heeftdesoortzichin veelgebiedenop eenspectaculairewijzewetente herstellen,aldan nietmetbehulp vande mens.naasteensterkepopulatiegroei infenno- Scandinavië, Polenen hetoosten vandebrdontstondenin vrijwelalleeuropese landengroteof kleinerebroedpopulaties.thansvindenwijgrauwe ganzenals broedvogelin nagenoegalleeuropeselanden,zelfszijn al broedgevallengemelduit hetzuiden vanspanje. Ookin Noord-Afrika (Tunesië) heeftdesoortreedsgebroed (T. Gaultier). 3 BIOTOOP,NESTBOUW ENBROEDPROCES Het broedgebied vandegrauwegansis vooralgesitueerdin laaglandmoerassenmeteen weelderigebegroeiing vanriet (Phragmites communis) indenabijheid vangraslanden.desoortkomtnietalleenin uitgestrekterietmoerassen voor, maarookin kleineremoerasterreinen. Metnamelanggerekte,smallerietzomenlangskreken,stroomgeulenen kleinerivierenkunnendoor veelparen worden bewoond,zekerwanneer dezeterreinengrenzenaancultuurlanddatalsvoedselgebiedkan worden benut. Hetnestwordtgebouwdopeenhooprietstengelsofeen andereverhogingte midden van moerasvegetaties.hoewelereen voorkeuris voornestplaatsenopeilandjesofanderevoorpredatoren moeilijkbereikbarelocaties, vinden wijtegenwoordigooknestelende grauweganzenin drogeengemakkelijkbegaanbarerietstroken, broekbosjes enzelfsin graslanden. Debroedvogelskeren vanaf hetmidden vanfebruari in het broedgebied terug.bijzachtweerkunnenal vanafhetmidden vanmaart legselswordengevonden. Hetlegsel bestaatuit4-9 (somszelfsnog meer) eieren,diegedurende28-29dagendoorhetwijfjeworden bebroed.hetmannetjestaattijdens het broedproces indenabijheid van hetnestop wacht.ingroterietmoerassenontstaandoorgrazen en plattreden vande vegetatierond hetnestals het warekleineopen

7 'eilandjes', waardoor broedende paren uit de lucht goed te herkennen en te tellen zijn. Jonge grauwe ganzen blijven gedurende de eerste winter bij hun ouders. In hun vierde levensjaar zijn zij geslachtsrijp en kunnen dan aan het broedproces deelnemen. Tot die tijd zijn zij vaak groepsgewijs in het broedgebied aanwezig of vormen zij 'schijnparen'. Dit fenomeen kan het vaststellen van de omvang van de broedpopulatie ernstig bemoeilijken. 4 TREK EN OVERWINTERING De grauwe gans is een trekvogel,die in het algemeen ten zuiden van het broedgebied de winter doorbrengt. Het belangrijkste winterkwartier van de Noord- en Westeuropese grauwe ganzen ligt in Spanje (Coto de Donana). Kleinere aantallen trekken tot aan Marokko, Algerije en Tunesië toe.de laatste jaren overwinteren steeds meer grauwe ganzen in of inde directe nabijheid van bepaalde broedgebieden. Deze ontwikkeling staat mogelijk mede in verband met de herintroductieprojecten waarbij ook geleewiekte, en dus tot Standvogel getransformeerde vogels zijn uitgezet. 5 HET VOORKOMEN ALS BROEDVOGEL IN NEDERLAND Op basis van literatuurgegevens, recente meldingen van waarnemers en organisaties, en van eigen gegevens is het volgende overzicht samengesteld. 5.1 Periode vóór 1950 Hoewel de grauwe gans vroeger inons land ongetwij feld overal broedde waar geschikte terreinen aanwezig waren, zijn uit de negentiende eeuw slechts broedplaatsen in Friesland en Groningen bekend. In laatstgenoemde provincie broedde de soort vóór 1873 bij het Foxholstermeer en het Zuidlaardermeer (Smit 1979). Albarda (1897)

8 meldt het broeden sedert 1819 in een kleine kolonie inde Kraanlanden en Boornbergumer Petten bij Drachten en inde Oude Venen bij Eernewoude en Oudega. Hij noemt activiteiten als inpoldering en huizenbouw als oorzaak voor de inkrimping van het broedareaal en de verschuiving van de broedplaatsen. Volgens Snouckaert van Schauburg (1908) bestond de broedkolonie bij Eernewoude 'sedert een paar jaar niet meer', waarna hij concludeert dat 'geenenkele ganssoort broedt in Nederland'. Hij baseerde dit naar alle waarschijnlijkheid op de mededeling dat het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie (thans Nationaal Natuurhistorisch Museum) te Leiden in 1904 het laatste ei uit de omgeving van Oudega ontving (Smit 1976). Dat de conclusie van Snouckaert van Schauburg (1908) voorbarig is geweest, wordt door dezelfde auteur in 1918 aangegeven, wanneer hij gewag maakt van de vondst van een nest bij Eernewoude 'enige jaren geleden'. Bovendien werd omstreeks 1919 een nest met twee eieren gevonden op ongeveer een kilometer ten noorden van Eernewoude (Smit 1976). Deze gegevens duiden erop dat de mening van Eykman et al. (1941)dat de grauwe gans voor het laatst in 1907 bij Eernewoude broedde, niet in overeenstemming met de feiten is. Een andere Friese broedplaats waren de polders bij Nijelamer. Buisman & Van Oordt (1939) vermelden hier expliciet de Boelstra's Polder als gebied waar tot en met 1909 het broeden van de grauwe gans is vastgesteld. Onderzoek ten behoeve van het boek 'Vogels in Friesland' bracht aan het licht dat de soort daar wellicht nog tot omstreeks 1914 heeft gebroed (Smit 1976). Het belangrijkste broedgebied werd gevormd door het Brandemeer, waar ongeveer vijf paren nestelden. Enkele paren bewoonden de omgeving van Oldelamer. Ook aan de westzijde van de Tjonger was de grauwe gans in het begin van deze eeuw broedvogel. De vogels werden daar aangetroffen in het petgatengebied van de zuidelijke Groote Sint Johannesgaaster Veenpolder. Deze broedplaats is tussen 1913 en 1919 door de ganzen verlaten. Er was nog een derde broedgebied in Friesland, namelijk het gebied van het Bergumermeer en de Leij en. De soort broedde daar in ieder geval al rond de eeuwwisseling en bijeengesprokkelde informatie maakt aannemelijk dat er tot omstreeks 1920 (vrijwel) jaarlijks indit gebied enkele paren aanwezig waren. Omstreeks 1935 werden daar wederom twee nesten van grauwe ganzen gevonden (Smit 1976). Het is dus niet uitgesloten

9 10 datdesoortzichinenkeleparenalsbroedvogelnoglangetijdheeft kunnenhandhaven,mogelijkzelfstotindetweedewereldoorlog. In1932 werdhetbroedenopdebeerbijrozenburg gesuggereerd (VogelwerkgroepAvifaunaWest-Nederland 1981).Vervolgens iserenige tijdnietsoverbroedendegrauweganzen vernomen,maar in hetvoorjaar van1948 werdenopdesteilebank voordefriesekustbijsondeltwee jonge vogelsaangetroffen.dezevogelswarenvermoedelijkafkomstig uitdenoordoostpolder,dietoennoggrotendeelseenrietmoeras was. Uitde jaren zijn verschillende aanwijzingen verkregenover het broeden vangrauweganzenindenognietincultuurgebrachte delen vandenoordoostpolder.een overzicht vanalle bekende broedplaatsenin Nederlandgedurendedeeerste helft vandezeeeuwis weergegeveninfiguur Periode Het nieuwontstanebroedgebiedindenoordoostpolderwastengevolge van hetincultuur brengen vandelanderijeneen kortleven beschoren. Na het voorjaar van1950 werdener uitdezepolderdanookgeen broedgevallenmeergemeld.mogelijkzijnenige paren uitde NoordoostpolderuitgewekennaarhetaangrenzendeZwarte Meer,waar het broeden werdvastgesteld in1951en1952. Maarook hierkreegdesoort geen vaste voetaandegrond. In het begin vandejarenzestigwerdbegonnenmeteenprojectdat beoogdeomdegrauwegansweeralsbroedvogel in Nederlandte herintroduceren.hiertoewerdenin intotaal33gekortwiekte ganzengeplaatstin hetstaatsnatuurreservaat derottigemeenthe inde gemeenteweststellingwerf.hetgingdaarbijvoornamelijkom vogelsdie opgekweektwarenuitin1961en1962oplollandindenemarken verzameldeeieren, maarer wasookeen vogelafkomstiguit het Wildbiologisch StationKale (Denemarken);vierjongeganzen warendoor Nederlandseganzenvangersbemachtigd,terwijléénjongevogelwas komenaanvliegen (Smit1976). Aanvankelijkbevondendeganzenzichin eenafgegaasdterrein, maardaarkwamenzijniettot broeden.daarom kregendeovergebleven25 vogelsindezomer van1964,toenzijweer konden vliegen,de vrijheid.zij blevengedurendedewinter1964/1965 in hetgebiedaanwezig.in hetvoorjaarvan1965werdenerinde Rottige Meenthevierparengrauweganzen vastgesteld,waarvaner één metsuccestot broedenkwam.ookgedurendehetgrootstedeel vande

10 -11 Figuur1.Broedplaatsen vandegrauwegansin Locations of breeding sites of Greylag Geese during

11 12 - winter1965/1966blevendeganzenin het broedgebiedaanwezig.na half januaritrokkenzijonderinvloed vandekoude weg, maarkeerdenkorte tijdlatertoch weerinderottigemeentheterug.deeerstewinterna het geslaagdebroedgevalstonddekersversepopulatiegrauweganzenelders onderdruk van jagers. Vijf vogels werdenindeloop vande winter buitgemaakt in BelgiëenSpanje.Dekritiekeperiode, waarinwelverlies aan broedparenkon plaatsvinden,maardepopulatienognietkon worden aangevulddoorter plaatsegeboreneninmiddelsgeslachtsrijpgeworden vogels,zou nogtot1968 duren. Ondanksdeze verliezen warenerin hetvoorjaarvan1966maarliefst vijfsuccesvollebroedparenin de RottigeMeentheengedurendeenigejaren zoudatzoongeveerdepopulatieomvang blijven.pasna1969vondeen verderegroei van hetaantalbroedparenplaats (tabel 1). Vanaf1977 werdgetrachtdepopulatieintetomen,teneindeschadeaan hetgraslandte beperken.in1980 verscheende vosin hetgebieden decimeerdedepopulatie.thans wordtde vosinditgebiedbejaagd (J.J. Smit). De pogingenomdegrauwegansop kunstmatigewijzete herintroduceren bleven niet beperkttotderottigemeenthe. Alin1955 werdengrauwe ganzen behorendtotdeondersoort rubrirostris, die nietin West-Europa thuishoort, uitgezetin HetZwinevenoverde Nederlands-Belgischegrens bij westelijkzeeuws-vlaanderen.vanuitdatgebiedvondnadienkolonisatie plaats vangeschiktebiotopeneldersin Zeeuws-Vlaanderen.Dezeondersoort werdookuitgezetopgoeree,indebrabantsebiesboschenoptexel (Smit 1979),maar hetis nietduidelijkofditinallegevallentot blijvende vestigingenleidde.in1960nesteldeereen paartjeopdeplaat van ScheelhoekbijStellendam.Hetlegseigingechtertengevolge van hoge vloed verloren (Rooth 1961). InFrieslandwerdenookin hetreservaatdeoude Venen bijeernewoude grauweganzen uitgezet.dit waren uitdenemarkenafkomstigejonge vogels, diein1969geleewiektwerdeningegaasd.zijkondendusnimmer meer vliegen.broedgevallen bleven uittot1972, toeneenontsnaptpaartjeeen legsel produceerde,datechter werd verstoord.binnendeafrastering kwamendeganzenniettot broeden.daaromwerdenzijin1973naareen rustiggedeelte van hetgebiedovergebracht,kortetijd wederomingegaasd omdaarnade vrijheidte krijgen. Vandezesaldusuitgezettevogelskwam indatzelfdejaareen paarmetsuccestot broeden.in1974en1975 broeddenertweeparen metsuccesin DeOude Venen.In1970zijnin De

12 -13 Tabel1. Aantalsuccesvollebroedparen vandegrauwegansinderottige Meentheenin nabijgelegenterreinen (Smit1976en pers. med.). Numbers of successful breeding pairs of Greylag Geese in the Rottige Meenthe and in adjacent areas (Smit 1976 and pers. comm.). Jaar Year Aantal Numbers broedparen ; of breeding pairs Jaar Aantalbroedparen Year Numbers of breeding pairs Oude Venendooreenganzenvanger tweegeleewiektejongegrauweganzen losgelatendiedaarin tot broedenzijngekomen (Smit1976). Hetisaannemelijkdateralin het begin vande jarenzestiginde uitgestrekterietmoerassenindepolderoostelijkflevolandgrauweganzen tot broeden kwamen. Metzekerheid werdditechterslechtsin1963 vastgesteld (Smit1979).Vanaf1970isdegrauwegansbroedvogel inde polderzuidelijkflevoland,waarindeoostvaardersplassenen Lepelaarsplassenideale mogelijkheden voordezesoortontstonden (Dubbeldam 1978). In hoeverredezegebieden werdengekoloniseerddoor nakomelingen vanganzen uitherintroductieprojecten,dan weldoorechte wilde vogels,is helaasniet meer vasttestellen. Welis bekenddatin dejarenzeventiginfrieslandookeen broedendevogelwerdaangetroffen dietijdensderuiin Noorwegen wasgeringd (J.J.Smit).Vermenging van de uitgezetteganzen met wilde vogels vondduskennelijkalineen vroeg stadiumplaats.figuur 2geefteenoverzicht vanverspreidingen herintroductieplaatsen indeze periode. 5.3 Periode Overdeontwikkeling vande populatiesindefriesegebieden, waarde soortdoorherintroductieweerbroedvogelwerd,zijnuitdetweedehelft vande jarenzeventigweiniggegevensvoorhanden.in1977teldede populatie inderottige Meentheal 41 broedparenenenkelehonderden niet-broedendevogels (Smit1979).OokinDeOude Venen warentoenzeker

13 - 14 spontane vestigingsplaats (spontaneous population * uitgezette populatie (re-introduced population) (^ Figuur2. Broedplaatsen van de grauwegansin Locations of breeding sites of Greylag Geese during

14 15 - enkeletientallenbroedparenaanwezig.anderegebiedeninfrieslanddie doorgrauweganzen werdengekoloniseerd,zijnde VeenpolderDeDeelen bij Oldeboorn endeoeverlanden van hetsneekermeer (eigen gegevens). Plaatselijkwassprake vanzoveeloverlast, vooraldoordesoms omvangrijkegroepenniet-broedendevogels,datdoor hetschudden van eieren werdgepoogdomdegroei vandepopulatieafteremmen (Staatsbosbeheer). Wellichtisde vestiging vangrauweganzenin de moerasgebiedenin Noordwest-Overijsselgedurendedejarenzeventigtoete schrijvenaan vogels vandepopulatieuitderottige Meenthe. Indeloop vande jarenzeventigvondentevensspontanevestigingen vandegrauwegansplaatsaandedollard (Boekemaet al. 1983)enin Het Hol bijkortenhoef (Jonkerset al. 1987). Ineerstgenoemdgebied bleef het bijeenincidentelevestigingin1977,maarin het Utrechts-Hollandse veenplassengebied ontstondeen kleinepopulatie,dieomstreeks1986 was gegroeidtotenkeletientallen paren (Jonkerset al. 1987). In1984 werd heteerstebroedgevalgemelduit hetzwanenwater;in1988 broeddentwee parenin het Waterland (Ruitenbeek et al. 1990). Zeer voorspoedigverliep deontwikkeling vandepopulatiegrauweganzenindepolderzuidelijk Flevoland.Nadatin1970daarvoor heteerst het broeden wasvastgesteld, blekenerin1977altientallenen wellichtzelfsomstreeks100 paren aanwezigtezijn (Smit1979). In hetzelfdejaarschattesmit (1979) het totaleaantal broedparenin Nederlandop 'ten minste100doch waarschijnlijkongeveer 150'. Alseropdat momentinderdaadreeds100 parenin ZuidelijkFlevolandhebbengebroed,is hetzeeraannemelijkdat ertoeninonslandten minste200 broedparengrauweganzenaanwezig waren, wellichtzelfsnogenkeletientallen meer. Depopulatie inflevolandheeftzich nadiennogaanzienlijk uitgebreid,ende velesuccesvolleparenzorgden vooreen uitstralingseffect,datleiddetotde vestigingvandesoortin veel geschiktebroedbiotopeninonsland. Maarnietalle vestigingenkwamenopeenspontanewijzetotstand.zo broeddeerin1977een paartjehalftammegrauweganzenindeooypolder bijnijmegen.dejongen werdennietgeleewiekt.ookin1978en1979kwam dit paar metsuccestot broeden.in1980 warenertweeofdrie parenin datgebied,in1981 drie,in1982 vier,in1983tweeenin1984 zeven. Inmiddelsverbleefergedurendehetgehelejaaraleengroep van tientallenniet-broedendegrauweganzenindeooypolder (Brouweret al. 1985).Na1984 namdepopulatieomvang in hetgebiedexplosieftoe, wat

15 -16 erin resulteerde dat er In 1988 omstreeks 150 territoria gelokaliseerd konden worden. In dat jaar brachten ten minste 41 paren jongen groot (Bekhuis et al. 1990). Ook hier viel een uitstralingseffect van de succesvolle populatie naar de omgeving waar te nemen. In de loop van de jaren tachtig vestigden grauwe ganzen zich in gebieden als Bemmelsche-, Gendtsche- en Ooyrijksche Waarden, de Gendtsche Polder, de Lobberdensche Waard en in het Oude Rijnstrangengebied, terwijl er ook elders langs de Grote Rivieren broedpopulaties ontstonden, zoals inde Kil van Hurwenen, Het Munnikenland bij Brakel en langs de Maas in Midden-Limburg. In Zuidwest-Nederland ontwikkelde zich vooral in het Haringvlietgebied een flinke populatie, waarbij de Scheelhoek bij Stellendam en de rietgorzen van Tiengemeten en de Korendijksche en Beninger Slikken al spoedig enkele tientallen paren grauwe ganzen herbergden. Ook vestigden zij zich op de Bommelsche Gorzen (Vogelwerkgroep Avifauna West-Nederland 1981). Kleinere populaties ontstonden inde minder uitgestrekte moerasterreinen van Zeeuws-Vlaanderen. Van de aanvankelijk hier uitgezette ondersoort rubrirostris werden geleidelijk aan steeds minder vogels gezien, waarschijnlijk ten gevolge van grootscheepse vermenging met vogels van de nominaatvorm ans er. Ook inde andere gebieden waar grauwe ganzen werden uitgezet, ontwikkelden zich in deze periode broedpopulaties van wilde vogels. In de Brabantse Biesbosch waren er omstreeks 1988 tien broedparen, terwijl op Texel een populatie van zeker 20 paren aanwezig was (SOVON). Aldus kende Nederland omstreeks 1987 al een flinke aantal broedplaatsen, vaak met tientallen of zelfs tot meer dan 100 paren per locatie. De schatting van paren voor geheel Nederland (SOVON 1987) is dan ook waarschijnlijk aan de lage kant. De grauwe gans is echter een zeer moeilijk te inventariseren soort, wat mede wordt veroorzaakt door het grote aantal niet-broedende vogels dat zich inde broedterreinen pleegt op te houden. Bovendien is slechts een deel van de broedende paren succesvol en kunnen er onder invloed van verstoring al vroeg in het voorjaar verschuivingen van paren optreden. Vooral in dicht bezette gebieden kan dat tot foutieve tellingen leiden. Figuur 3geeft de verspreiding en maximale populatieomvang per broedlocatie gedurende de periode weer.

16 - 17 Aantal broedparen (^ (Numbers of breeding pairs Figuur3.Broedplaatsen vandegrauwegansin Locations of breeding sites of Greylag Geese during

17 Periode Teneindeinzichtte verkrijgeninde huidigeverspreidingende aantallengrauweganzendiein Nederlandals broedvogelaanwezigzijn, werdeninde herfst van1990zoveelmogelijkpersonenenorganisaties benaderdvan wiemocht wordenaangenomendatzijoverrecenteinformatie zouden beschikken.hetvolgendeoverzichtisgebaseerdopdealdus verkregengegevens. Het kanechtergeenaanspraakmakenopvolledigheid. Uitdegegevensblijktdatonslandthansenkeleonmiskenbare concentratiegebiedenkent, waardegrauweganszich heeftontwikkeldtot eentalrijkebroedvogel. Hetsurplusaan jongevogelsdatindeze concentratiegebieden isopgegroeid, waaiertuitovervrijwelalle geschiktebroedterreineninde wijdeomgeving,zodatdesoortinsteeds meermoerasgebiedenalsbroedvogelverschijnt.voor1989mag worden aangenomendatdenederlandsebroedpopulatieuitten minste paren bestond (fig. 4). In1990 werden blijkensdeontvangeninformatie parengelokaliseerd (fig. 5). Daarbijmoetwordenopgemerktdat het beeld voorfrieslandzeeronvolledig is. Volgensopgavezoudenzij daarslechtsinde VeenpolderDeDeelen (100 paren)eninderottige Meenthe (40 paren) aanwezigzijn (A. Smit), maarvermoedelijkkomenook inanderemoerasterreinenindezeprovinciebroedendegrauweganzen voor. Ditgeldtzeker voorgebiedenalsdeoude Venenende Lindevallei. Ookintal vangeschiktebroedhabitats in plassen-en moerasgebiedenin Overijssel, UtrechtenNoord- enzuid-hollandbroeden beslistmeergrauwe ganzendan bekendisgeworden.degrootstebroedpopulatieskomenthans voor indeoostvaardersplassenen Lepelaarsplassen,enin hetgebiedvan degeldersepoort (Ooypolder, Millingerwaard,BemmelscheenGendtsche Uiterwaarden,LobberdenscheWaard,Bijlandsche WaardendeOude Rijnstrangen). DeconcentratiegebiedeninFlevolandenlangsdeGroteRivieren herbergenthansongeveerde helft vanallein Nederlandbroedendegrauwe ganzen.anderebroedplaatsenwaarzichgroteaantallen paren concentreren,zijnde VeenpolderDeDeelen (Fr.) met100 paren, het Haringvlietgebiedmet parenen het Utrechts-Hollandse veenplassengebied,waarblijkensopgavein1990tientallentotongeveer 100 parenaanwezig waren (SOVON).Indeanderebroedgebiedenvarieertde populatieomvangvaneenofenkeletotenkeletientallen paren. Onderstaandoverzichtgeefteen beeld vande huidigekennisomtrent verspreidingenaantallenper provincie.

18 19 - Aantal broedparen (^ (Numbers of breeding pairs) >120 Figuur4.Broedplaatsenvandegrauwegansin1989. Locations of breeding sites of Greylag Geese in 1989.

19 20 - Groningen In de provincie Groningen broeden momenteel voor zover bekend geen grauwe ganzen (B. Voslamber). Het enige bekende broedgeval vond plaats in 1977 inde Dollard (Boekema et al. 1983). Ook in het Lauwersmeergebied is de grauwe gans nog niet als broedvogel vastgesteld. Geruchten over broedgevallen van de soort indat gebied hadden betrekking op tamme of verwilderde boerderij ganzen (M. Zijlstra). Naast Lauwersmeer en Dollard, die zich zeker lenen voor een vestiging van de soort als broedvogel op korte termijn, komen indeze provincie ook gebieden als Leekstermeer, Zuidlaardermeer, Foxholstermeer, Hondshalstermeer en Schildmeer als potentiële broedplaatsen in aanmerking. Friesland Er zijn slechts opgaven van 100 broedparen in Veenpolder De Deelen en 40 paren in de Rottige Meenthe (A. Smit). Waarschijnlijk broeden er ook in diverse andere Friese moerasterreinen grauwe ganzen. Extra aandacht voor de verspreiding en aantallen van de soort in Friesland is gewenst. Drenthe Voor zover bekend heeft de grauwe gans tot op heden nog niet in de provincie Drenthe gebroed (S0V0N). Overijssel Vanuit het broedgebied inde Rottige Meenthe heeft de grauwe gans zich gevestigd in de Weerribben, waar de populatie in 1989 en paren bedroeg (SOVON, A.A. Dijkstra). Er zijn geen gegevens over het voorkomen als broedvogel in het gebied van De Wieden, maar gezien de geschiktheid van het biotoop mag worden aangenomen dat ook daar thans reeds grauwe ganzen broeden. Aan dit gebied moet inde naaste toekomst speciale aandacht geschonken worden. Voor het Zwarte Meer worden voor 1989 (SOVON) en 1990 (A.A. Dijkstra) zeven broedparen opgegeven, terwijl in het Vossemeer in 1990 één paar tot broeden kwam (A.A. Dijkstra). Broedgevallen uit het Vollenhovermeer en het Kadoeler Meer, waar voor de soort geschikte rietvegetaties aanwezig zijn, werden nog niet gemeld. Wel zagj. Philippona op 3 mei 1989 een paar ten oosten van Blokzijl. Het IJsseldal tussen Zwolle en Deventer is sinds kort een broedgebied van grauwe ganzen. Zij komen hier alleen op de oostelijke oever van de rivier voor in de Duursche Waarden (1989 drie paren, SOVON; 1990 twee paren, A.A. Dijkstra, W.G. Gerritse) en inde Hengforderwaarden (1989 drie paren, SOVON; 1990 twee paren, A.A. Dijkstra, W.G. Gerritse). Vooral het IJsseldal tussen Zwolle en het

20 21 Aantal broedparen C^ (Numbers of breeding pairs) W >120 Figuur5.Broedplaatsen vandegrauwegansin1990. Locations of breeding sites of Greylag Geese in 1990.

21 22 - Keteldiepkomtinaanmerkingvooreen verdereuitbreidingvandesoort. In1990 werdeen broedpaargemelduit hethaaksbergerveen intwente (SOVON). Gelderland De belangrijkstebroedpopulatie indeprovinciegelderland komt voorin hetgebied vandegeldersepoorttussen Nijmegenen Spijk-Lobith.VoorhetcomplexOoypolder, Millingerwaard, Bemmelsche-, GendtscheenOoyrijkscheWaarden,GendtschePolder,LobberdenscheWaard enouderijnstrangen werdenin1989ten minste275 broedparenvastgesteld (Bekhuis et al. 1990).In1990 bedroegde populatiein hetgebied vande GeldersePoortnaarschatting265 paren (SOVON,eigengegevens). Ookelderslangsde Waal broedengrauweganzen.indegemeentedruten zijnertwee broedplaatsen:deafferdensche-endeestschewaarden met voor1989en1990respectievelijkvijftotzevenenzesbroedparenende DrutenscheWaarden metrespectievelijkeentottweeendrie broedparen. Een watgroterepopulatieisontstaaninde Kil van Hurwenen, waarvoor beidejarenrespectievelijk tientot15enten minste15parenals broedvogelzijn vastgesteld. In Het Munnikenland bijbrakel werdenin 1989 vijftottienenin1990ten minste12 broedparengeteld. Verder warenerin1990 vermoedelijkeentottwee broedparenindecrobsche Waard bijhaaften.langs Rijnen Lek benedenstroomsvanloo-angerenzijn noggeen broedendegrauweganzengemeld, maarwel bestaathetvermoeden dateropdiverseplaatsenin hetgeldersedeel van hetijsseldalwordt gebroed.mogelijkbroedendegrauweganzen werdenin hetvoorjaarvan1990 gezienindekoppenwaardbijlathum (A.J.M. Smits),aandeLammeIJssel bijellecom (R. van Thiel) en bijde Nijenbeekte Voorst (T.A. Renssen). Aande Maas waserin1990een broedgevalindegoudenhambijappeltern (eigen waarneming).opdieplaatswaseerderalin1984een broedgeval vastgesteld (P. Brouwer). Utrecht In de provincieutrechtlijkt het voorkomenalsbroedvogel beperktte zijntotenkele plaatsenin hetveenplassengebied.bekendzijn tweebroedgevallenin1989eneen broedgeval in1990indetienhovense Plassen (G. vandijk) entwee broedgevallenindeloosdrechtseplassenin 1990 (SOVON).Bijde VinkeveenschePlassenendeBotshol, waarvolgens opgave vansovonin1989tweeparenzijn vastgesteld,komenvermoedelijk ten minstetien paren voor.specialeaandacht voordezegebiedenis wenselijk,omdatervermoedelijkveelmeerparen voorkomendan bekend is.

22 23 - Flevoland InFlevolandzijntweebelangrijkebroedgebieden.Inde Oostvaardersplassenwerdenin respectievelijk 350en280 paren vastgesteldbijtellingenuitdelucht. Voorbeidejarenteldede populatievandelepelaarsplassenrespectievelijk45en40paren (M. Zijlstra). Noord-Holland DegrauwegansbroedtindezeprovinciethansopTexel,in hetzwanenwater,in het Waterland,in het Naardermeereninde Ankeveensche Plassen.DeTexelsebroedpopulatiebedroeg in1989en1990 omstreeks 30 paar (Ruitenbeek et al. 1990,D.Tanger). In1990broedde eenpaaraan hetamstelmeer (SOVON). In hetzwanenwaterendirecte omgevingwarenerin198913enin paren (SOVON); enkeleparen bewonendepettemerduinenendeputten bijdehondsbosschezeewering.de eerstemeldinguit hetwaterlanddateert van1988,toenertwee broedgevallen werdenvastgesteld.in1989 warenerindatgebiedalzeven paren (Ruitenbeek et al. 1990),in1990ten minste12 paren (SOVON). Sinds1980komtdegrauwegansvooralsbroedvogel in het Naardermeer, waarin1989en parenaanwezigwaren (Ruitenbeek et al. 1990, D.Tanger). In hetnabijgelegengebied vande AnkeveenschePlassen waren in1989viertotzesparenaanwezig (Ruitenbeek et al. 1990);in1990 werdentweeparenopgegeven (SOVON).Aan heteemmeerbijdestichtsebrug isenkelejarengeledeneenincidenteelbroedgevalgeconstateerd (D.A. Jonkers). Zuid-Holland Inde moerasgebiedenvandenieuwkoopsche Plassenisde grauwegansbroedvogelinonbekendaantal. Vermoedelijkwarenerin1990 inditgebiedenkeletientallen broedparen (SOVON).Beterzijn wij geïnformeerdoverde verspreidingen populatieomvangin hetnoordelijke deel van hetdeltagebied.hoewel1989slechtsvijfbroedparenvoorhet HollandsenDiep-Haringvlietgebiedopleverde (SOVON),wijzendegegevens uit1990 (C.M.Lok,G.L.Ouweneel,SOVON)opeen populatievan50tot100 paren.hetmeestbetrouwbarebeeldgeven vermoedelijkdeaantalsopgaven vang.l.ouweneel:hollandschdiepzeven paren,haringvlietoever Hoeksche-Waardtweeparen,HaringvlietoeverOverflakkee twee paren, BommelscheGorzentien paren,ezelsgorsdrieparen, Tiengemeten vijf parenenscheelhoek13paren.ook warenerenkelebroedparenopde Beninger SlikkenendeKorendijkscheSlikken.

23 24 Zeeland BlijkensdeontvangeninformatiekomtdegrauwegansinZeeland alleeninzeeuws-vlaanderenalsbroedvogel voor.de vogelsnestelendaar voorallangs krekenen kreekrestanten.in1989en1990 warener respectievelijk29en49 broedparen (SOVON).Degrootsteaantallen(in paren) komen voorin hetuiterstewesten vanzeeuws-vlaanderen; 12-13paren bewonen hetgebied vande Braakman. Noord-Brabant In Noord-Brabant isdegrauwegansthansslechtsinenkele terreinenenin bescheidenaantalaanwezig.degrootsteaantallenvinden wijindebrabantsebiesbosch, waarin respectievelijk tienen 12 parenzijngeteld (SOVON).BijBudel,in hetuiterstezuidoosten van de provincie, warenin beide jarenrespectievelijkminstensnegenenelf parenaanwezig (SOVON).In hetnoordoosten vandeprovinciewerdenin 1990optweeplaatsenbroedgevallenvastgesteld,namelijktweeparenin DeViltbijOeffeit (Pahlplatz1990,F.J.J. Niewold)eneenpaaraande Oude Maas bijharen (eigen waarneming). Limburg Indeloop vande jarentachtigontstondeen broedpopulatievan degrauwegansin hetmiddenlimburgse grindgatengebied.in schattesovondeomvang vandepopulatiedaaroprespectievelijk15en 20-25paren.In hetmeijnweg-gebied warenin respectievelijk tweeenzesparenaanwezig (SOVON,P.Bossenbroek),terwijlin1989twee parenzijn vastgesteldopdebergerheide in Noord-Limburg (SOVON).

24 25-6 SAMENVATTINGENCONCLUSIES Degrauweganswasin Nederlandalsbroedvogelgedurendedeeerstehelft vandezeeeuwnagenoeguitsluitendbeperkttotenkeleuitgestrekteen dun bevolktemoerasgebiedenin Friesland.Eris geenzekerheiddatdesoort werkelijkals broedvogeluitonsland verdwenenisgeweest, maaruitde periode werdengeen nestvondsten,waarnemingen vanjongeganzen ofandereindicatiesdieop broedenzouden kunnen wijzen, bekend. Aan het einde vande jaren veertigen het begin vandejaren vijftigbroeddede grauwegansinde nognietincultuurgebrachtedelen vande Noordoostpolderendaarnain hetzwarte Meer. Vanaf1962 vondenin diversedelen van hetland herintroductiepogingenplaats,diealle hebben geleidtotde vestiging van meerof minderflorerendepopulaties.een deel vandeuitgezetteganzen bestonduitvogels vandeoostelijkevorm rubrirostris, die vannaturenietin West-Europabroedt.Doorjarenlange vermengingmetvogels vandenominaatvormzijnerthansechtervrijwel geengrauweganzen metzichtbare rubrirostris-kenmerken meerinonze broedpopulatieaanwezig. Na hetdroogvallen vande polderoostelijkflevoland werddeze ingezaaidmetriet, waardoorereen voorgrauweganzenzeeraantrekkelijk broedhabitat vangroteafmetingenontstond.vermoedelijk isdesoort hier rond1960 voorheteerstgaan nestelen, maarpasin1963werdhet broeden aangetoonddoorwaarneming vaneen paarmetdonsjongen. Doorhetoprukken vandecultiveringkrompdeomvang van het broedgebieddaarindeloop vande jarenzestigsnelin, maaralin1970 haddenzichin de nieuwepolderzuidelijkflevolandvoordesoort optimaleomstandighedenontwikkeld.ditleiddetoteenzeersnellegroei vande broedpopulatie indeoostvaardersplassenendelepelaarsplassen. ThanszijnditdeenigeplaatseninFlevolandwaargrauweganzen broeden. Detotalepopulatie telthiertussen300en 400 broedparen. Eenanderkerngebiedontstond indetweedehelft vande jarenzeventig indeooypolderbijnijmegen. Weliswaar warendeeerstegrauweganzen, die hier vanaf1977tot broeden kwamen,losvliegende tamme vogels, maar hetgebiedwaskennelijkzeergeschiktvoordezesoort.gedurendede jarentachtigontwikkeldezichzodoendeeen populatievantussen250en 300 broedparen,dieallegeschikteterreindelenin hetgebied vande GeldersePoortbevolkten.Ookopverschillendeandereplaatsenlangsde

25 26 - Grote Rivieren vestigde de grauwe gans zich tussen 1980 en 1990 als broedvogel. De jarenlange en steeds toenemende produktie van jonge grauwe ganzen van eigenbodera vindt zijn weerslag inde kolonisatie van geëigende habitats door geheel Nederland. Hierbij legt de grauwe gans een duidelijke voorkeur aan de dag voor moerasterreinen met veel rietvegetaties nabij graslanden, maar er zijn ook al broedparen gesignaleerd in heidevennen in Twente, Noord-Brabant en Limburg. De soort is duidelijk bezig om ons land te heroveren. Uit de verzamelde informatie blijkt dat de Nederlandse broedpopulatie in 1990 ten minste paren telde. Aangezien van diverse, als broedgebied geschikte terreinen geen gegevens beschikbaar zijn en van veel andere gebieden slechts onvolledige cijfers werden verkregen, is dit cijfer beslist aan de lage kant. In werkelijkheid waren er in 1990 wellicht tussen 1150 en 1200 broedparen in ons land aanwezig. De grens van 1000 broedparen werd overigens al eerder overschreden. Wolfskeel (1989) meende namelijk, zich baserend op gegevens tot voorjaar 1989,dat het aantal broedparen in geheel Nederland zeker tegen de 1000 kon lopen. Uit het thans gepresenteerde materiaal blijkt dat alleen al inde gebieden waarvan informatie werd verkregen, in 1989 ten minste broedparen aanwezig waren. De totale landelijke populatie lag in dat jaar beslist boven de 1000 paren. Helaas valt uit de verkregen informatie niet te berekenen hoe groot de groei van onze broedpopulatie in 1990 ten opzichte van 1989 is geweest. Wel is uit tellingen in Flevoland (M. Zijlstra) en inde Gelderse Poort (J. Bekhuis) gebleken dat 1989 een seizoen was waarin inde concentratiegebieden meer paren tot broeden kwamen dan in 1990.

26 27 DANKWOORD J.Bekhuis (SOVON),P.Bossenbroek,P.Brouwer,G. vandijk, A.A. Dijkstra, W.G.Gerritse,D.A.Jonkers,C.M.Lok,F.J.J. Niewold,G.L. Ouweneel,G.J. Peteri,J.Philippona,T.A.Renssen, A.Smit, A.J.M. Smits,D.Tanger,R. vanthiel, H.Tummers, B.Voslamberen M.Zij Istra verstrekteninformatieover het voorkomen van broedendegrauweganzenin 1989en1990.J.J. Smitleverdenadereinformatieuitdejarenzestigen zeventigen voorzageeneerdereversie vancommentaar.zonder hun medewerkingzouditoverzichtniettotstandgekomenzijn.een woord van dank mag hierdanooknietontbreken.

27 28 LITERATUUR Albarda, H Aves Neerlandicae. Meijer & Schaafsma, Leeuwarden. 151 p. Bekhuis, J., M. Holland, N. Kwint &R. Vogel Karakteristieke broedvogels inde Gelderse Poort in Rapport. Eigen uitgave, Leuth. 155 p. Boekema, E.J., P. Glas &J.B. Hulscher (red.) Vogels van de provincie Groningen. Wolters-Noordhoff/Bouma's Boekhuis, Groningen. 387 p. Brouwer, P., R. Gorissen, W. Hagemeijer & W. Heimer Vogels van de Ooypolder. Van Hoorn, Nijmegen. 331 p. Buisman, H.H. &G.J. van Oordt Verslag van de eenden-, zwanen- en ganzenenquête. Ardea 28: Dubbeldam, W De grauwe gans Anser anser in Flevoland in Limosa 51: Eykman, C., P.A. Hens, F.C. van Heurn, C.G.B ten Kate,J.G. van Marie, M.J. Tekke & T.G. de Vries De Nederlandsche Vogels, 2. Wageningsche boek- en handelsdrukkerij, Wageningen; Jonkers, D.A., R.A. Kole &J. Taapken Vogels tussen Vecht en Eem. Vogelwerkgroep Het Gooi en omstreken, Hilversum. 399 p. Pahlplatz, R Broedgeval van grauwe gans (Anser anser) in het Land van Cuyk. De Mourik 16: 54. Rooth,J De ornithologische betekenis van de natuurreservaten Plaat van Scheelhoek, Kwade Hoek en Hompelvoet. In: Rijksinstituut voor Veldbiologisch Onderzoek ten behoeve van het Natuurbehoud, Vegetatie en fauna van Goeree. Stichting Natuurmonument De Beer, 's-gravenhage; Ruitenbeek, W., C.J.G. Scharringa & P.J. Zomerdijk (red.) Broedvogels van Noord-Holland. Stichting Samenwerkende Vogelwerkgroepen Noord-Holland, Assendelft. 438 p. Smit, J.J Grauwe gans - Anser anser anser (Linnaeus). In: D.T.E. van der Ploeg, W. de Jong, M.J. Swart,J.A. de Vries,J.H.P. Westhof, A.G. Witteveen & B. van der Veen (red.), Vogels in Friesland, 1. De Tille, Leeuwarden; Smit, J.J Grauwe gans Anser anser. In:R.M. Teixeira (red.), Atlas van de Nederlandse broedvogels. Vereniging tot Behoud van

28 29 - Natuurmonumenten in Nederland, 's-graveland; Snouckaert vanschauburg,r.c.e.g.j AvifaunaNeerlandica.Meijer & Schaafsma, Leeuwarden.161 p. SOVON1987. Atlas vandenederlandsevogels.sovon, Arnhem.595 p. Voous,K.H Atlas vandeeuropese vogels.elsevier, Amsterdam. 284 p. VogelwerkgroepAvifaunaWest-Nederland Randstaden broedvogels. Gianotten, Tilburg.524 p. Wolfskeel,D.W Veranderingeninde Nederlandseavifauna. Ecoverslag 13. Tringa,Schagen.120 p.

29 - 30 SUMMARY The Greylag Goose as a breeding bird inthe Netherlands During the first sixty years of this century the Greylag Goose was a very rare breeding bird inthe Netherlands, with only a few odd pairs in the province of Friesland during the period No breeding was noticed during , but in a few pairs were found inthe reclaimed Noordoostpolder and in the adjacent Zwarte Meer area (Fig. 1). From 1953 through 1959 again no breeding attempts were recorded, but in 1960 a nest was found on the Plaat van Scheelhoek in the SW. Netherlands. In 1963, at least one pair with chicks was seen in the reclaimed polder Oostelijk Flevoland, and in a re-introduction project was started in the Rottige Meenthe area in SE. Friesland. In 1964, 25 birds were released in that area and first breeding was reported in The numerical development of the population in the Rottige Meenthe area is given in Table 1. During the 1960s and early 1970s,several re-introduction projects were carried out in The Netherlands. In some areas birds originating from a tame stock of Anser a. rubrirostris from Het Zwin, Belgium, were used. Since 1970 a very favourable habitat, the Oostvaardersplassen and Lepelaarsplassen arose in the reclaimed polder Zuidelijk Flevoland. The distribution of breeding Greylag Geese in The Netherlands during is given in Fig.2. From 1975 through 1988 many new areas scattered all over the country were populated by Greylag Geese, most of them spontaneously, and in a few cases after the release of domesticated birds (Fig. 3). In the Ooypolder, east of Nijmegen, first breeding was established in 1977, when a flightless pair with chicks was seen. Since then, numbers have increased dramatically in the area. In 1988,at least 150 pairs were counted. The distribution of breeding Greylag Geese in The Netherlands in 1989 and 1990 is given in Figs. 4 and 5, respectively. The total numbers of the Dutch breeding population were estimated at pairs in 1989 and pairs in The strongholds for breeding Greylag Geese are the Oostvaardersplassen and the Lepelaarsplassen, province of Flevoland (320 pairs in 1990), and the Gelderse Poort area east of

30 31 - Nijmegen, province of Gelderland (265 pairs in 1990). Large numbers are found also in the Veenpolder De Deelen, province of Friesland (100 pairs in 1990), the Haringvliet area, SW. Netherlands ( pairs), and in the lake area on the border of Utrecht and Zuid-Holland (up to 100 pairs).

31

32 DevolgendeRIN-rapporten kunnenbesteldwordendooroverschrijvingvan het verschuldigdebedragoppostbanknummer van hetrinteleersumonder vermeldingvan hetrapportnummer.uwoverschrijvinggeldtals bestelformulier; toezendinggeschiedtfranco.gebruikgeen verzamelgiroomdat hetadres vande bestellernietoponzebijschrijving wordtvermeldzodat hetbesteldeniet kan wordentoegezonden. APRIL /1 W.O. vanderknaap &H.F.van Dobben, Veranderingen indeepifytenflora vanrijnmondsinds p. f6,- 87/2 A. van Windenet al., Ruimtelijkerelaties via vogelsin hetstrijper-aagebiedgedurendebroedtijdenzomer.97 p. f14,50 87/6 G.F.Willemsen,Bijzondereplantesoortenin hetnationaleparkde Hoge Veluwe; voorkomenen veranderingen.92 p. f 14,- 87/9 K.S. Dijkema,Selectionofsalt-marshsitesfortheEuropeannetworkof biogenetic reserves.30 p. f 5,50 87/14 N. Dankers, K.S. Dijkema,G.Londo &P.A. Slim,Deecologischeeffecten vanbodemdalingopameland.90 p. f 14,- 87/16J.Wiertz, Modelvormingbijde projecten vanwafloenswnbl.34 p. f6,- 87/18Effecten vandekokkelvisserij inde Waddenzee.23 p. f5,- 87/19H. vandam,monitoringofchemistry, macrophytes,anddiatomsin acidifyingmoorlandpools.113 p. f 16,50 87/22B. vandessel, Teverwachtenecologischeeffecten vanpekellozing in het Eems-Dollardgebied.71 p. f 10,- 87/23 W.D.Denneman &R.Torenbeek,Nitraatemissie en Nederlandseecosystemen: eenglobalerisico-analyse.164 p. f21,50 87/24 M.Buil,Begrazingvan heidevegetatiesdooredelherten moeflon;een literatuurstudie.31 p. f5,60 87/26H.A.T.M. van Wezel, Heidefaunain hetnationaleparkdehoge Veluwe. 54 p. f8,- 88/30P.F.M. Verdonschot &R.Torenbeek,Lettercodering vandenederlandse aquatischemacrofaunavoormathematischeverwerking.75 p. f 10,- 88/31P.F.M. Verdonschot,G.Schmidt,P.H.J, vanleeuwen &J.A.Schot,Steekmuggen (Culicidae)indeEngbertsdijksvenen. 109 p. f 16,- 88/33H.Eijsackers,C.F. vandebund,p.doelman & Wei-chun Ma,Fluctuerende aantallenenactiviteiten van bodemorganismen.85 p. f13,50 88/35 A.J.deBakker6e H.F. vandobben,effecten vanammoniakemissieopepifytischekorstmossen;eencorrelatiefonderzoekindepeel.48 p. f7,50 88/36B. vandessel,ecologische inventarisatievan hetijsselmeer. 82 p. f 13,- 88/38P.Opdam &H. vandenbij tel, Vogelgemeenschappen van hetlandgoed Noordhout.65 p. f9,- 88/39P.Doelman,H.Loonen &A. Vos, Ecotoxicologischonderzoek in met Endosulfanverontreinigdegrond:toxiciteitensanering.34 p. f6,- 88/40G.P.Gonggrijp, Voorstelvoordeafwerking vandegroevebelvédèreals archeologisch-geologischelement.13 p. f3,- 88/41J.L.Mulder (red.), De vosin hetnoordhollandsduinreservaat.deel1: Organisatieensamenvatting.32 p. 88/42J.L.Mulder,idem.Deel 2 Hetvoedselvande vos.78 p. 88/43J.L.Mulder,idem.Deel 3 De vossenpopulatie.129 p. 88/44 J.L.Mulder,idem.Deel 4 Defazantenpopulatie.59 p. 88/45J.L.Mulder & A.H.Swaan,idem.Deel5:Dewulpenpopulatie.76 p. Derapporten41-45 wordennietlos verkochtmaaralsserie van vijfvoor f /46J.E.Winkelman, Methodologischeaspecten vogelonderzoeksep-proefwindcentraleoosterbierum (Fr.).Deel1.145 p. f19,50

33 88/48J.J. Smit, HetEemlandendepolderArkemheenrondhet beginvande twintigsteeeuw.64 p. f9,- 88/49G.W.Gerritsen, M.denBoer &F.J.J. Niewold,Voedselecologievande vos in Nederland.96 p. f14,50 88/50G.P.Gonggrijp,Permanentegeologischeontsluitingenindetaluds van Rijksweg A 1 bijoldenzaal.18 p. f 4,50 88/52 H.Sierdsema,Broedvogelsenlandschapsstructuurin een houtwallandschap bijsteenwijk.112 p. f 16,- 88/54H.W.deNie & A.E.Jansen,Deachteruitgang vandeoevervegetatievan het Tjeukemeertussen Oosterzee (Buren) enechten.18 p. f4,50 88/56P.A.J.Frigge &C.M.van Kessel, AdderenzandhagedisopdeHoge Veluwe: biotopenen beheer.16 p. f3,50 88/62K.Romeyn,Estuarienenematoden enorganischeverontreiniging inde Dollard.23 p. f5,- 88/63S.E. van Wieren &J.J. Borgesius, Evaluatie van bosbegrazingsobjectenin Nederland.133 p. f18,50 88/66K.S.Dijkemaet al., Effecten vanrijzendammenopopslibbingenomvang vande vegetatiezones in defrieseen Groningerlandaanwinningswerken. RapportinsamenwerkingmetRWSDirectieGroningenen RIJPLelystad.130 p. f 19,- 88/67G.Schmidt &J.C.M, van Haren, Achtergronden vaneensteekmuggenplaag; steekmuggen (Culicidae)indeEngbertsdijksvenen2.162 p. f 21,- 88/68R.Noordhuis, Maatregelenter voorkomingen beperkingvanschadedoor zilvermeeuwen.48 p. f7,50 89/3F. Maaskamp,H.Siepel & W.K.R.E. van Wingerden,Een monitoringexperiment metongewerveldediereningraslandenopzandgrond.44 p. f13,50 89/5R.J.Bijlsma,Remotesensingvoorclassificatie vande vegetatieen schatting vande biomassaopganzenpleisterplaatsen in hetwaddengebied. 62 p. f8,50 89/7R.Ketner-Oostra,Lichenenen mossenindeduinen vanterschelling. 157 p. f 21,- 89/8 A.L.J. Wijnhoven,Effecten vanaanleg, beheerengebruik vangolfbanenen mogelijkheden voornatuurtechnischemilieubouw.19 p. f4,50 89/9 N.Dankers, K.Koelemaij &J.Zegers, Derol vande mosselen de mosselcultuurin hetecosysteemvande Waddenzee.66 p. f9,- 89/10P.G.A.ten Den,PatrijzenopenrondDeHogeVeluwe.40 p. f6,50 89/11C.J.Smit6e G.J.M. Visser, Verstoring van vogelsdoor vliegverkeer, metnamedoorultra-lichtevliegtuigen.12 p. f3,50 89/12R.van Halewijn, Bescherming vanzeevogelsop hetlago-rif, Aruba,in p. f 10,- 89/13K.Lankester,Effecten van habitatversnipperingvoordedas (Mêles meles); een modelbenadering.101 p. f 15,- 89/14 A.J.deBakker, Monitoring vanepifytischekorstmossenin p. f8,- 89/15J.E.Winkelman, Vogelsen hetwindparknabij Urk (NOP):aanvaringsslachtoffersen verstoring vanpleisterendeeenden,ganzenen zwanen. 169 p. f 22,- 89/16J.J.M.Berdowskiet al., Effecten vanrookgasop wilde planten. 108 p. f 16,- 89/17E.C.Gleichman-Verheijen & W. Ma,Consequentiesvanverontreiniging vande (water)bodemvoornatuurwaarden indebiesbosch.91 p. f 14,- 89/18 A.Farjon &J.Wiertz, Milieu-en vegetatieveranderingen in het schraalland vankoolmansdijk (gemeentelichtenvoorde); p. f18,50 89/19P.G.A.ten Den, Achtergrondenenoorzaken vanderecenteaantalsontwikkelingvandefazantin Nederland. 168 p. f 22,-

34 90/1R.J.Bijlsma,HetRIN-bosecologischinformatiesysteemSILVI-STAR; documentatievanforeye-programmatuurensubprogramma's.96 p. f14,50 90/2J.E. Winkelman, VogelslachtoffersindeSep-proefwindcentralete Oosterbierum (Fr.)tijdensbouwfaseen half-operationelesituaties ( ). 74 p. f 10,- 90/4J.M. degraaf,destinzenflora vanleidenen noordelijkeomgeving. 95 p. f14,50 90/5G.M.Dirkse &P.A. Slim, Naareen methode voor het monitoren van vegetatieontwikkeling in hetwaddengebied.40 p. f6,50 90/6J.C.M, van Haren6e P.F.M. Verdonschot,Steekmuggen (Culicidae)inde Engbertsdijksvenen3.61 p. f 8,50 90/7H.Eijsackers6e D. vanden Ham,Kieming vanamerikaansevogelkers (Prunus serotina Ehrh.)inrelatietot vegetatietype en bodembewerking. 24 p. f5,- 90/9J.E. Winkelman, Verstoring van vogelsdoordesep-proefwindcentrale teoosterbierum (Fr.)tijdensbouwfaseen half-operationelesituaties ( ).157 p. f 21,- 90/11 M.Eibers &P.Doelman,Studienaarde mogelijkeeffectenopfloraen faunaalsgevolg vandeinrichting vande NoordpuntOost-Abtspolderals definitieveopslagplaatsvoorverontreinigde grond.128 p. f 18,- 90/12K.Kramer6e P.Spaak, meadowsim,eenevaluatie-instrument voorde kwaliteit vangraslandgebiedenvoor weidevogels.51 p. f7,50 90/13P.A. Slim6e L.J.van Os,Effecten vannatuurbeheeropdevegetatiein hetveenweidegebied vandedonkschelaagten (Alblasserwaard). 45 p. f7,- 90/14F.Fennema,Effectsofexposuretoatmospheric SO,., NH.and (NH,).S0, onsurvivalandextinctionof Arnica montana and Viola canina. 60 p. f8,50 90/16J.Wiertz,Ontstaanswijze,grondwateren bijzondereplantesoorten van enkeleduinvalleienopoost-ameland.49 p. f7,50 90/17J.E.Winkelman,Nachtelijkeaanvaringskansenvoorvogels indesepproefwindcentrale teoosterbierum (Fr.).209 p. f26,50 90/18N.J.M.Gremmen6e R.J.B.Zwanikken, De haalbaarheid vaneenkennissysteem voorheidebeheer.49 p. f7,50 90/19N.Dankers, K.S. Dijkema,P.J.H.Reijnders6e C.J. Smit,DeWaddenzeein detoekomst - waaromen hoete bereiken?137 p. f18,50 90/21W.J.Wolff, Verslag vande workshopop 2oktober1990teWageningen gewijdaan hetrapport vandewerkgroep II van hetintergovernmentalpanel onclimatechange.63 p. f9,- 91/1L.M.J, vandenbergh,degrauwegansals broedvogel in Nederland. 31 p. f5,50 91/2 W.A.Teunissen,De uitstralingseffecten vangeluidsproduktievande militaire25 mmschietbaaninde Marnewaardopplaatskeuzeengedrag van watervogels in hetlauwersmeergebied binnendijks.101 p. f 15,- 91/7G.M. Dirkse, H.F. vandobben6e CO. Tamm1991.Effectsoffertilization on herbandmosslayersof ascotspinestandin Lisselbo (Sweden); a multivariate analysis. 40 p. f6,50

35 Ecologievankleine landschapselementen Kleine landschapselementenvormenvoor veelsoortenplantenendieren van het cultuurlandschapbiotoopenecologische infrastructuur.in1986wijddehetrin eenstudiedagaanditthema.in het verslaghiervan werdeenoverzicht gegeven vandestand van hetonderzoek enerisruimeaandachtbesteedaan praktijkproblemen vandelandinrichting. 88 pagina's,geïllustreerd prijs ƒ 20,- bestelcode: KLE I-.CPMI'L-van kleine landschapselementen!*«l^ ".!.<' ".' ' N'tïi.i'Ir.': ' Ecologischekarakterisering vanoppervlaktewatereninoverijssel Dit boekiseenprodukt vaneen jarenlange samenwerkingtussen hetrijksinstituut voor Natuurbeheerendeprovincie Overijssel. Eenecologische indeling van waterenis nodig voorgoedwaterbeheer.metdit boek kunnenecologischedoelstellingenop korte en middellange termijngerealiseerd worden; hetbevatpraktischeadviezen vooreen gedifferentieerdwaterbeheer.ookkunnende maatregelenop hunecologischeeffecten wordenbeoordeeld. 301 pagina's prijs ƒ 40,- bestelcode:ekoo C : / / ECOLOGISCHE KARAKTERISERING VAN OPPER VLAKTE WATE R E N IN OVERIJSSEL s Piet F-M, Verdonsehol v 2^.-5^5«V V De boeken zijn te bestellen door het verschuldigde bedrag over te schrijven op postbanknummer van het RIN te Leersum onder vermelding van de bestelcode. Uw overschrijving geldt als bestelformulier. De portokosten zijn voor onze rekening. Prowneic Overijssel Rtiksinstmiu! voor Natuurbeheer

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd

Nadere informatie

R.I.N.-RAPPQRT/T~ iul VOORSTEL VOOR DE AFWERKING VAN DE GROEVE BELVEDERE ALSARCHEOLOGISCH-GEOLOGISCH MONUMENT. G.P. Gonggrijp.

R.I.N.-RAPPQRT/T~ iul VOORSTEL VOOR DE AFWERKING VAN DE GROEVE BELVEDERE ALSARCHEOLOGISCH-GEOLOGISCH MONUMENT. G.P. Gonggrijp. VOORSTEL VOOR DE AFWERKING VAN DE GROEVE BELVEDERE ALSARCHEOLOGISCH-GEOLOGISCH MONUMENT G.P. Gonggrijp RIN-rapport 88/40 Rijksinstituut voor Natuurbeheer Leersum 1988 iul RIJKSINSTITUUT VOOR NATUURBEHEER

Nadere informatie

De geschiedenis van de Grauwe Gans als Nederlandse broedvogel in de 20 e eeuw

De geschiedenis van de Grauwe Gans als Nederlandse broedvogel in de 20 e eeuw ARTIKEL De geschiedenis van de Grauwe Gans als Nederlandse broedvogel in de 20 e eeuw De Dashorstdijk, Almere, 21 april 2012 (foto: Seraf van der Putten). Aan het begin van de 20 e eeuw was de Grauwe Gans

Nadere informatie

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Sovon-rapport 2013/74 Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank

Nadere informatie

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren De Zwarte Sterns hebben alweer jongen. Het is dan nu ook weer de juiste tijd om de nesten van deze stern te tellen. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de Zwarte Stern als broedvogel in het Sovon Grote

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen

Nadere informatie

thema 1 Nederland en het water topografie

thema 1 Nederland en het water topografie thema 1 Nederland en het water topografie Argus Clou Aardrijkskunde groep 6 oefenkaart met antwoorden Malmberg s-hertogenbosch thema 1 Nederland en het water topografie Gebergten Vaalserberg Plaatsen Almere

Nadere informatie

Monitoring van Steenuilen in : een succes!

Monitoring van Steenuilen in : een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Arjan Boele Het zou ideaal zijn jaarlijks alle Steenuil-territoria in ons land in kaart te brengen,

Nadere informatie

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bever, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 3 december 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties (vanaf

Nadere informatie

Herintroductie bever,

Herintroductie bever, Indicator 20 december 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Dankzij herintroducties vanaf

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Grote zilverreiger (Egretta alba) 9 A027 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De grote

Nadere informatie

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Vincent de Boer, Albert de Jong & Berend Voslamber Sovon-rapport 2016/19 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Colofon SOVON

Nadere informatie

HAK-AL 2009 nr. 5: IJsvogels tussen Lek en Linge in 2008 door Marcel Kok

HAK-AL 2009 nr. 5: IJsvogels tussen Lek en Linge in 2008 door Marcel Kok HAK-AL 9 nr. : IJsvogels tussen Lek en Linge in 8 door Marcel Kok In 8 hebben we met de vogelwerkgroep geprobeerd om systematisch alle waarnemingen van de ijsvogel in het werkgebied van de NVWC in beeld

Nadere informatie

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch

Nadere informatie

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 1. Status De zilvermeeuw is een vogelsoort als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, Wnb, waarvoor een provinciale vrijstelling geldt. Deze vrijstelling betreft (op basis

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

Wat bepaalt de groei van ganzenpopulaties?

Wat bepaalt de groei van ganzenpopulaties? Wat bepaalt de groei van ganzenpopulaties? Henk van der Jeugd Vogeltrekstation Dutch Centre for Avian Migration and Demography NIOO-KNAW Centre for Avian Population Studies CAPS An embarrassment of riches:

Nadere informatie

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne

Nadere informatie

Rijksmonumenten - nabijheid

Rijksmonumenten - nabijheid De Erfgoedmonitor Home > Indicatoren > Rijksmonumenten - nabijheid Rijksmonumenten - nabijheid Publicatiedatum: 18 januari 2018 Rijksmonumenten zijn in Nederland, met uitzondering van Flevoland, bijna

Nadere informatie

Ganzen in de Bommelerwaard. Brandganzen nabij Brakel

Ganzen in de Bommelerwaard. Brandganzen nabij Brakel Ganzen in de Bommelerwaard Brandganzen nabij Brakel Inventarisatierapport Natuurwacht Bommelerwaard Maart 2012 Ganzen in de Bommelerwaard Inleiding Nederland is een favoriete bestemming voor de wilde ganzen

Nadere informatie

Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar

Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar Ganzensymposium Fryske Akademy & NOU, 19 mei 2017 Julia Stahl & Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitvoering Wet op het financieel toezicht ( Wft ), De Nederlandsche Bank

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitvoering Wet op het financieel toezicht ( Wft ), De Nederlandsche Bank STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5743 15 februari 2016 Uitvoering Wet op het financieel toezicht ( Wft ), De Nederlandsche Bank De Nederlandsche Bank N.V.

Nadere informatie

Invasie van Witvleugelsterns in mei 2007

Invasie van Witvleugelsterns in mei 2007 24 de grauwe gors 2008 1 Invasie van Witvleugelsterns in mei 2007 Marnix Jonker & Willem-Jan Fontijn In het voorjaar van 2007 vond opnieuw een invasie van Witvleugelsterns Chlidonias leucopterus plaats

Nadere informatie

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis) 7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis) 1. Status De Canadese gans is een landelijk vrijgestelde soort van de verboden bedoeld in artikel 3.1 van de Wet Natuurbescherming. Zoals in paragraaf

Nadere informatie

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014 Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014 Foto:%Mark%Collier% Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring

Nadere informatie

NATUUR IN DE IJSSELDELTA

NATUUR IN DE IJSSELDELTA NATUUR IN DE IJSSELDELTA De Zwartkopmeeuw als nieuwe broedvogel door Henk Dorgelo Inleiding Sinds een paar jaar komt de zwartkopmeeuw niet alleen in het Zeeuwse Deltagebied als broedvogel voor, maar ook

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Lepelaar (Platalea leucorodia) (A034) 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De lepelaar

Nadere informatie

ZOMERGANZEN IN UTRECHT

ZOMERGANZEN IN UTRECHT ZOMERGANZEN IN UTRECHT Bert van t Holt In juni van dit jaar werden op Texel 6.000 grauwe ganzen gevangen en vervolgens vergast. Het bedrijf Duke Faunabeheer handelde in opdracht van de gemeente Texel,

Nadere informatie

Geringde Grauwe Ganzen in Limburg

Geringde Grauwe Ganzen in Limburg Voslamber B. Geringde Grauwe Ganzen in Limburg Geringde Grauwe Ganzen in Limburg In opdracht van: Berend Voslamber Sovon-rapport 2016/56 Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport

Nadere informatie

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: Niet in Bijlage I genoemde en geregeld voorkomende trekvogel zoals bedoeld in artikel 4. 2 van de Vogelrichtlijn. Voor Natura 2000 relevant als broedvogel

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden N. Hemmers Bureau Buitenweg 13.143

Nadere informatie

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H.

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H. BIBLIOTHEEK IJS~tl Mi: :l,.;(:,loehs...... W E R K D O C U M E N T INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR 1980 door H. van Elburg 198127 Abw

Nadere informatie

Ganzen, Gasten Met Lasten! Voor de een schitterend, voor de andere een ware plaag

Ganzen, Gasten Met Lasten! Voor de een schitterend, voor de andere een ware plaag Ganzen, Gasten Met Lasten! Voor de een schitterend, voor de andere een ware plaag Grauwe ganzen Kolganzen Rietganzen Toendra Rietgans Taigarietgans Kleine Rietgans Kleine Zwaan Smient Brandgans Exoten

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 1-meting december Rapportage: januari 2010 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 10.036 juni 2010 foto

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Maximale subsidiebedragen

Maximale subsidiebedragen Maximale subsidiebedragen Samenwerkingsverbanden Begaafde leerlingen po en vo Primair onderwijs Dit zijn maximale bedragen per samenwerkingsverband, per jaar. Voor de totale periode van 4 jaar, is het

Nadere informatie

Kwartelkoning beheer 2015 langs de Waal, Rijn en IJssel

Kwartelkoning beheer 2015 langs de Waal, Rijn en IJssel Kwartelkoning beheer 2015 langs de Waal, Rijn en IJssel Inleiding De kwartelkoning (Crex Crex) is een trekvogel, die overwintert in Oost Afrika en broedt in Europa. In ons land broedt de kwartelkoning

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. INDIENING Steller vragen: Joke Ruitenberg-Alphenaar, PvdA Datum:16-01-12012 Onderwerp:

Nadere informatie

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 ( Buxbaumiella 33 (19941 61 Thuidium tamariscinum in Friesland Jacob Koopman & Karst Meijer A preliminary distribution map of Thuidiumtamariscinum in Friesland is presented. This map has been based 2 on

Nadere informatie

Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) III (2010) O.H. Brandsma

Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) III (2010) O.H. Brandsma Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) III (2010) O.H. Brandsma 2 Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) III (2010) Drs. O.H. Brandsma

Nadere informatie

Kraanvogels in Nederland. Jan Schoppers

Kraanvogels in Nederland. Jan Schoppers Kraanvogels in Nederland Jan Schoppers Onderwerpen Kraanvogels in Nederland SOVON Kraanvogel, introductie Trek Slaapplaatsen Broeden Mark Kolkman, waarneming.nl SOVON Vogelonderzoek Nederland De vereniging

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 0-meting december 2008 Rapportage: januari 2009 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Topjaar soorten overig jarig riet

Topjaar soorten overig jarig riet Beste tellers van zeldzame broedvogels in Gelderland! Het jaar 2018 loopt alweer ten einde. Tijd dus om terug te blikken op het broedvogelseizoen 2018. De terugblik op de koloniebroeders zal nog even op

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

Algemene weetjes over de Slechtvalk

Algemene weetjes over de Slechtvalk DE Slechtvalk Hoe ziet de slechtvalk eruit Algemene weetjes over de Slechtvalk Situatie vroeger en nu in België Broedvogels in België De Slechtvalk als overwinteraar in Gavere Algemene vaststellingen vraagstellingen

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Nederland voor Nieuwkomers

Nederland voor Nieuwkomers Nederland voor nieuwkomers Nederland voor Nieuwkomers Kennis van het land en zijn bewoners Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam 3 Nederland voor nieuwkomers Tweede oplage: 2009 2007 Jenny van der

Nadere informatie

Nijverheidsstatistiek Struve en Bekaar

Nijverheidsstatistiek Struve en Bekaar Nijverheidsstatistiek Struve en Bekaar 1887-1889 Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA) Cruquiusweg 31 1019 AT Amsterdam Nederland hdl:10622/arch03875 IISG Amsterdam 2015 Inhoudsopgave Nijverheidsstatistiek

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Algemeen. Wat zijn we dit jaar van de Grutto. stijgen de aantallen in de Zuid-Spaanse enzuid-portugese rijstvelden.

Algemeen. Wat zijn we dit jaar van de Grutto. stijgen de aantallen in de Zuid-Spaanse enzuid-portugese rijstvelden. te weten gekomen? De Grutto in 2008 in Zuid-Kennemerland Fitls 44 (3) 2008 Wat zijn we dit jaar van de Grutto Dirk Tanger Elders in dit nummer van de fitis leest u over de Grutto als broedvogel in Spaarnwoude.

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2013

Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2013 ACHTERHOEK Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs leerlingen 29- -9, leerlingen 214-217 -11,1 2.6 2.44 2.28 2.12 1.96 1.8 1.64 1.48 1.32 1.16 1. 28 29 21 211 214 215 216 217 instellingsniveau

Nadere informatie

PO2502 SWV Oost Achterhoek ,74% PO2503 SWV Primair Passend Onderwijs ,55%

PO2502 SWV Oost Achterhoek ,74% PO2503 SWV Primair Passend Onderwijs ,55% Bijlage: Overzicht inzet financiële middelen per samenwerkingsverband SWV Naam Saldo baten en lasten 0001 Reformatorisch 2001 Stichting 20-01 2101 Stg. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland

Nadere informatie

OPDRACHT NEDERLAND: EEN LICHT LAND IN DE WERELD

OPDRACHT NEDERLAND: EEN LICHT LAND IN DE WERELD OPDRACHT In het kader van de vijfde Nacht van de Nacht op 24 oktober 2009, is een onderzoek uitgevoerd naar wat het donkerste gebied van Nederland en ook wat het donkerste gebied van elke provincie is.

Nadere informatie

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari 2008 leden van het Europees Parlement 10 juni 2004 leden van de gemeenteraden maart 2006 leden van de provinciale staten maart 2007 leden van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos)

5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos) 5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos) 1. Status De wilde eend was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De wilde eend is een

Nadere informatie

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht X E F G I L J K Thuistopo. oem de letter (behalve de X) en zeg welke provincie het is. = Friesland, = oord-olland, = Utrecht, = Zuid-olland, E = Groningen, F = renthe, G = Flevoland, = Gelderland, I =

Nadere informatie

Overijssel FRYSLÂN DRENTHE FLEVO- LAND DUITSLAND. Zwolle GELDERLAND. Steenwijk* Giethoorn* Hardenberg* Kampen* Vecht* Ommen* Nijverdal* Almelo

Overijssel FRYSLÂN DRENTHE FLEVO- LAND DUITSLAND. Zwolle GELDERLAND. Steenwijk* Giethoorn* Hardenberg* Kampen* Vecht* Ommen* Nijverdal* Almelo Vecht* 1 met namen Overijssel FRYSLÂN DRENTHE Steenwijk* Giethoorn* FLEVO- LAND Hardenberg* Kampen* DUITSLAND Zwolle Ommen* SALLAND* IJssel Deventer Nijverdal* Rijssen* Almelo Oldenzaal* TWENTE Hengelo

Nadere informatie

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017 Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties woningen woningen. Provincie Drenthe Assen 67.700 31.400 Woningvoorraad 32.900 33.700 33.700 Tussenwoning 448 16,7 166.000

Nadere informatie

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09

Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 F (024) 684 81 22 Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 E info@sovon.nl

Nadere informatie

DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA

DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA 66 JAARLIJKSE OVERLEVING VAN VISDIEFJES Sula 21(2) DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA ANNUAL SURVIVAL OF COMMON TERNS: PRELIMINARY

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Zwarte stern (Chlidonias niger) A197 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De zwarte stern

Nadere informatie

kijk ook op Hierna volgend artikel is afkomstig uit:

kijk ook op Hierna volgend artikel is afkomstig uit: Hierna volgend artikel is afkomstig uit: Doelstelling van De Levende Natuur Het informeren over ontwikkelingen in onderzoek, beheer en beleid op het gebied van natuurbehoud en natuurbeheer, die van belang

Nadere informatie

De Steltkluut als broedvogel in Nederland in

De Steltkluut als broedvogel in Nederland in KORTE BIJDRAGE De Steltkluut als broedvogel in Nederland in 1990-2011 Het eerste broedgeval in Limburg in ruim een halve eeuw leverde waarschijnlijk drie vliegvlugge jongen op. (foto Huub Crommentuyn)

Nadere informatie

2010). In de Zoetermeerse stadsparken. broeden Soepganzen vaak op. van Grauwe Ganzen. We onderzochten. of deze Soepganzen regelmatig contact

2010). In de Zoetermeerse stadsparken. broeden Soepganzen vaak op. van Grauwe Ganzen. We onderzochten. of deze Soepganzen regelmatig contact 99 Worden Grauwe Ganzen in Zoetermeer beïnvloed door de Soepgans? Francis Havekes, Monique Snoek & Martin Hoogkamer Inleiding In de stadsparken van Zoetermeer is de Grauwe Gans Anser anser tegenwoordig

Nadere informatie

Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten

Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten Terreingebruik van Dwergganzen en andere ganzensoorten op de pleisterplaats Abtskolk/De Putten Kees Koffijberg & Jeroen Nienhuis SOVON Vogelonderzoek Nederland met medewerking van: Ruud Brouwer Opgesteld

Nadere informatie

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 1. Status De kokmeeuw was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De kokmeeuw is een

Nadere informatie

Waarnemingen. AIC te Castricum

Waarnemingen. AIC te Castricum 7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt

Nadere informatie

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Vlinders van de Habitatrichtlijn, Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten

Nadere informatie

overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.

overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. Kleine Bonte Specht Dendrocopos minor Van 12 maart t/rn 7 april verbleef l'i'

Nadere informatie

Inhoud. Voedsel. Leefgebieden Visarend. Ruud Kampf. Bijna alleen vis: Broedpaar: 175 kg per gezin /seizoen

Inhoud. Voedsel. Leefgebieden Visarend. Ruud Kampf. Bijna alleen vis: Broedpaar: 175 kg per gezin /seizoen De Visarend als broedvogel in de volgende SOVON Atlas van de Nederlandse Broedvogels? Landelijke Dag visarenden voedsel, verspreiding Inhoud zaterdag 29 november 2003 15.50-16.15 Ruud Kampf eisen aan broedgebied,

Nadere informatie

Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam

Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten Bos en voormalige tennisbaan Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Datum : oktober 2013 Auteur : M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon:

Nadere informatie

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze Samenvatting Intensivering van de landbouw heeft ertoe geleid dat populaties van boerenlandvogels sterk zijn afgenomen sinds de jaren 60. Ooit veelvoorkomende soorten als patrijs (Perdix perdix) veldleeuwerik

Nadere informatie

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden Kusttellingen Telling januari 1990 de Noordkust slechts 2 januariwaarnemingen bekend, van resp. 5 en 2 kanoeten. Zie verder tabel 3. Jan van t Hoff De opvallendste waarnemingen uit de Dollard zijn de hoge

Nadere informatie

Provincie Friesland Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden

Provincie Friesland Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden Overzicht van contactpersonen bij: Provincie en Plusregio COA, team plaatsing Decentraal COA, contactpersonen bestuurlijke contacten COA, medewerkers helpdesk, ambtelijke contacten en servicelijn Ministerie

Nadere informatie

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Roofvogelonderzoek Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Onderzoek : drs. Lex van Groningen, dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020

Nadere informatie

Toxoplasmose bij de rode eekhoorn, een update

Toxoplasmose bij de rode eekhoorn, een update Toxoplasmose bij de rode eekhoorn, een update In 2014 werden in de zomer en herfst enkele honderden dode eekhoorns gemeld. Er kwamen zelfs berichten dat eekhoorns dood uit de boom vielen. Onderzoek dat

Nadere informatie

Dirk Symens Herman Jacobs

Dirk Symens Herman Jacobs Dirk Symens Herman Jacobs INHOUD De regio De soorten De cijfers De terugmeldingen De conclusies De regio 1 2 3 4 5 6 7 8 Wouwse Plantage (Hopmeer) Nieuwmoer-Wuustwezel (Wezelse Hei) Bleeke Heide (Chaam)

Nadere informatie

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers

Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers Bijlage 1 Spreiding en fluctuaties leerplichtige asielzoekers p 1 Totaal aantal leerplichtige asielzoekers In het onderzoek is het aantal leerplichtige asielzoekers bepaald op basis van het aantal asielzoekers

Nadere informatie

1 Het gevaar van water

1 Het gevaar van water 1 Het gevaar van water 1 a 1 Dordrecht 2 Enschede 3 Tiel 4 Eindhoven b Dordrecht Tiel 2 a 60% b Antwoord verschilt per leerling. 3 a Een door dijken omringd gebied waarbinnen de waterstand geregeld kan

Nadere informatie

Natuur in de IJsseldelta

Natuur in de IJsseldelta Natuur in de IJsseldelta 33 Buidelmezen in de IJsseldelta door Henk Dorgelo Je zou denken dat het nu - vanwege die buidel - over een vogel uit Australië gaat. Maar nee, tijdens mijn verblijf in dat land

Nadere informatie

Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s

Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s Open uw webbrowser. Ctrl + click op een link Websites hoofdstukken 1 14 Websites Hoofdstuk 1. Inleiding http://worldwind.arc.nasa.gov/

Nadere informatie

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 Inhoudsopgave 1...1 2 Vragenlijst...2 1 Wat zie je als oplossing voor de sterfte van de grote grazers tijdens de winter?...2 2 Wat moet er gebeuren op de lange termijn?...3 3 Hoeveel hectare denk je dat

Nadere informatie

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Mark Hoekstein & Sander Lilipaly Delta ProjectManagement (DPM)

Nadere informatie

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

6.1 Houtduif (Columba palumbus) 6.1 Houtduif (Columba palumbus) 1. Status De houtduif is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 januari. Daarnaast is de houtduif landelijk

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t Hoeveel van je eerste maandsalaris geef je uit aan afval? Cijfers Adzuna: In Hoorn geeft men gemiddeld 14,9% van een maandsalaris uit aan afvalstoffenheffing AMSTERDAM - Het percentage salaris dat huishoudens

Nadere informatie

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Chris van Turnhout (Sovon) Ronald van Harxen, Pascal Stroeken en Theo Boudewijn (STONE) foto: Pete Whieldon Inleiding - Effectieve

Nadere informatie

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE KERKUILEN WERKGROEP TWENTE Broedseizoen kerkuil De start van het broedseizoen kerkuilen was zeer verrassend. Rond half maart werd er op een locatie in Oud-Ootmarsum een nestkast aangetroffen met daarin

Nadere informatie

Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) V (2012) O.H. Brandsma

Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) V (2012) O.H. Brandsma Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) V (2012) O.H. Brandsma 2 Broedende en overzomerende ganzen in en rondom de Hoogwaterzone (De Wieden) V (2012) Drs. O.H. Brandsma

Nadere informatie

Drenthe. Meldpunt Discriminatie Drenthe. Bezoekadres: Eemland 5b, 9405 KD Assen. Postadres: Postbus 954, 9400 A Assen. Tel.

Drenthe. Meldpunt Discriminatie Drenthe. Bezoekadres: Eemland 5b, 9405 KD Assen. Postadres: Postbus 954, 9400 A Assen. Tel. Drenthe Meldpunt Discriminatie Drenthe Bezoekadres: Eemland 5b, 9405 KD Assen Postadres: Postbus 954, 9400 A Assen Tel. 06 1357 48 87 info@meldpuntdiscriminatiedrenthe.nl http://www.meldpuntdiscriminatiedrenthe.nl

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2010/2011

Landelijke klapekstertelling winter 2010/2011 Landelijke klapekstertelling winter 2010/2011 Eindresultaten & een overzicht door de jaren heen Foto J. Schwiebbe http://www.birdphoto.nl Maart 2011, Matthijs Broere & Hisko de Vries (Waarneming.nl) 1.

Nadere informatie

Bokjes in het Hart van Gelderland

Bokjes in het Hart van Gelderland Bokjes in het Hart van Gelderland Vincent de Boer Het Bokje (Lymnocryptes minimus) is onze kleinste snip en word door zijn verborgen leefwijze maar weinig opgemerkt. Een Bokje opstoten of zelfs foeragerend

Nadere informatie

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5 Meander Samenvatting groep 5 Thema 4 Platteland Samenvatting Landbouw Bijna alles wat je eet, komt van de landbouw. De akkerbouwer verbouwt bijvoorbeeld aardappelen, tarwe of mais. Hij strooit eerst mest

Nadere informatie

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016 Woningen 2017 Provincie / Steden Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties Aantal inwoners 2016 Aantal woningen 2016 Woningvoorraad/ huishoudens/inwoners 2020 2025 Koopwoningen Aantal verkochte

Nadere informatie

Bijlage 2. Overzicht EG-Vogelrichtlijngebieden

Bijlage 2. Overzicht EG-Vogelrichtlijngebieden Bijlage 2 Overzicht EG-Vogelrichtlijngebieden Inhoud a. Reeds eerder aangewezen gebieden 3 b. Aangewezen gebieden 3 c. Vervolgprocedure: uitbreidingen 10 d. Niet verder in procedure genomen gebieden 11

Nadere informatie

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012) Bekendheid Overijsselse regio s Rapportage meting 4 (december 202) NBTCNIPO Research Postadres Postbus 63470 2502 JL Den Haag Bezoekadres Prinses Catharina Amaliastraat 5, Den Haag Grote Bickersstraat

Nadere informatie