*Z0120CBBD78* documentnr.: INT/C/15/20634 zaaknr.: Z/C/15/25978

Transcriptie

1 *Z0120CBBD78* documentnr.: INT/C/15/20634 zaaknr.: Z/C/15/25978 Raadsvoorstel Onderwerp : Verordening Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse Plas 2005 derde wijziging (2016) Datum college : 23 februari 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling : Ontwikkeling Commissie : Ruimte Contactpersoon : E. de Corti adres : edwin.decorti@cgm.nl Telefoonnummer : In te vullen door de griffie Nummer raadsvoorstel : Datum commissie : 7 maart 2016 Agendapunt commissie : 4 Datum raad : 21 maart 2016 Agendapunt raad : 11 Samenvatting voorstel De Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005, inclusief 2 e wijziging 2009, regelt wat er (waar) op de plassen wel en niet is toegestaan. De verordening is in 2009 voor het laatst herzien. Inmiddels zijn er diverse ontwikkelingen op de plassen die maken dat de huidige verordening geactualiseerd moet worden. Gelet op actuele ontwikkelingen in de Kraaijenbergse plassen is de verordening toe aan wijziging. Het voorstel tot wijziging heeft vanaf 12 januari 2016 gedurende vier weken ter inzage gelegen. In deze periode is er een zienswijze ingediend. Aan deze zienswijze wordt tegemoetgekomen door een tijdspanne te koppelen aan het verbod om tussen zonsondergang en zonsopgang een ligplaats te hebben aan de oevers binnen het gebied. Voorstel besluit Wij stellen u voor om inzake de Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005, inclusief 2 e wijziging 2009, als volgt te besluiten: De Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005, inclusief 2 e wijziging 2009 (hierna: Verordening), wordt als volgt gewijzigd: Wijzigingen in de Verordening Begripsomschrijving: A. Artikel 1, lid h, komt als volgt te luiden: Kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt als recreatief nachtverblijf. 1

2 Door wijzigingen in de Woningwet en de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), is de zinsnede waarvoor op basis van artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning is vereist achterhaald. De term bouwvergunning is vervangen door de term omgevingsvergunning. Geen ligplaats gedurende de nacht B. Artikel 13, eerste lid, onderdeel c, komt als volgt te luiden: (Het is verboden met een vaartuig:) c. tussen uur s avonds en uur s ochtends een ligplaats te nemen of te hebben aan de oevers binnen het gebied. In de toelichting op artikel 13 in de Verordening wordt het volgende vermeld: In dit artikel zijn de plaatsen vermeld waar het verboden is met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben. Het is aan de oevers binnen het gehele gebied waarop de verordening van toepassing is verboden om tussen uur s-avonds en uur s-ochtends ligplaats te nemen of te hebben. Dit geldt ook expliciet voor de passantensteigers (sub a). De mogelijkheid om aan een oever met een vaartuig gedurende maximaal zes nachten een ligplaats in te nemen, is komen te vervallen. De controle of de ligplaatsen wel of niet langer dan zes opeenvolgende nachten waren ingenomen, is moeilijk gebleken. De nieuwe eenduidige regeling is beter te handhaven en zorgt er voor dat de ligplaatsen aan de oevers iedere dag opnieuw voor vaartuigen beschikbaar komen. Dit is gezien het beperkte aantal ligplaatsen aan de oevers, wenselijk en de inschatting is dat dit bevorderlijk voor het dagtoerisme kan zijn. Daarbij komt dat elders in de plassen voldoende toegestane overnachtingsplekken zijn (bijvoorbeeld bij de jachthaven en campingsteiger). Snelheidsbeperkingen C. Artikel 14 komt als volgt te luiden: Het is verboden in het gebied met een gemotoriseerd vaartuig te varen met een hogere snelheid dan: a. 6 kilometer per uur in een (jacht)haven; b. 9 kilometer per uur in het overige gebied. Door het toevoegen van de term gemotoriseerd wordt duidelijk dat de genoemde maximumsnelheden niet gelden voor ongemotoriseerde vaartuigen (zoals surfplanken). Deze vallen onder de begripsomschrijving van vaartuig. Veiligheid op de wateren en oeverstroken D. Artikel 15, lid 1 sub c, komt als volgt te luiden: (het is verboden binnen het gebied): c. vanaf kunstwerken (bruggen), steigers en/of afmeerconstructies te springen of te duiken; Het gaat om een technische verduidelijking van het begrip kunstwerken. 2

3 Bedrijfsschepenzone E. Artikel 17, tweede lid, komt als volgt te luiden: 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor: a. een bedrijfsschip dat zich bevindt in de bedrijfsschepen zone, zoals aangegeven op de Overzichtskaart; b. een bedrijfsschip dat direct betrokken is bij de ontgronding, de depotactiviteiten dan wel bij de inrichting van het gebied. Ingevolge artikel 17, eerste lid, is het uitgangspunt dat het voor bedrijfsschepen in de plassen verboden is om een ligplaats in te nemen of te hebben binnen het gebied dat bestemd of geschikt is om door een vaartuig te worden ingenomen. Met deze wijziging van het tweede lid wordt op dit uitgangspunt een uitzondering gemaakt voor bedrijfsschepen die zich bevinden in de bedrijfsschepenzone (noordzijde plas 1). Er gold al een uitzondering voor bedrijfsschepen die direct betrokken zijn bij de ontgronding, de depotactiviteiten dan wel bij de inrichting van het gebied. Deze uitzondering blijft bestaan. Toezichthouders F. Artikel 28, lid 1 sub a, komt als volgt te luiden: (Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast): a. de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders met opsporingsbevoegdheden als bedoeld in artikel 142 Wetboek van Strafvordering. De toezichthouders worden door het college van burgemeester en wethouders als toezichthouder aangewezen, vandaar dat deze term is opgenomen in plaats van buitengewone opsporingsambtenaren. Verder zijn de afdelingsbenamingen verwijderd omdat deze benamingen niet meer worden gebruikt. Wijzigingen op de Overzichtskaart behorend bij de Verordening De overzichtskaart is op bepaalde punten verduidelijkt. Kadastrale lijnen zijn verwijderd en bepaalde aanduidingen zijn verbeterd d.m.v. kleuren. Verder zijn de volgende wijzingen opgenomen: Opheffen vaarverbod A. De op de Overzichtskaart aangeduide arcering waarmee het vaarverbod op grond van artikel 12, eerste lid van de Verordening is gemarkeerd, vervalt in de zuidelijke gedeelten van plas 7 en plas 8. Toelichting: met deze wijziging komt het vaarverbod (op basis van artikel 12, eerste lid van de Verordening) te vervallen in de zuidelijke gedeelten van de plassen 7 en 8. Deze voorheen gearceerde gebieden zijn in gebruik geweest als zandwingebied. De zandwinning is gestaakt en deze gebieden zijn nu geschikt voor recreatie. Doortrekken van het Afmeerverbod B. De op de Overzichtskaart aangeduide arcering waarmee het afmeerverbod op grond van artikel 13, lid 1b van de Verordening is gemarkeerd, wordt naar het zuiden van plas 7 verlengd. 3

4 Toelichting: Nu het vaarverbod (op basis van artikel 12, eerste lid van de Verordening) met deze wijziging van de Verordening komt te vervallen en er recreatievaart in plas 7 zal komen, is het noodzakelijk het in plas 7 reeds bestaande afmeerverbod door te trekken naar de zuidkant van de plas om natuurwaarden veilig te stellen. Daartoe wordt op de Overzichtskaart de arceringslijn die het afmeerverbod markeert, verlengd richting het zuiden. Wijzigen zwemstrandlocaties C. De weergave op de Overzichtskaart van de aangeduide zwemlocaties wordt als volgt gewijzigd: 1. Het zwemstrand bij plas 2 wordt verplaatst in oostelijke richting (Linden). 2. Er komt een nieuwe zwemstrand-aanduiding: - Ten zuiden van plas 7 (bij Beers). - Bij plas 8 (bij de camping). Toelichting: Het zwemstrand is in Oostelijke richting verplaatst omdat de oeverstrook ter plaatse is benut voor de uitbreiding van de camping. Het nieuwe zandstrand is aan de zuidoost-oever van plas 2. Daarnaast zijn twee nieuwe zwemstrand locaties aangewezen bij de plassen 7 en 8. De zwemstrandlocatie in plas 9 is ongewijzigd. Passantensteigers D. De op de Overzichtskaart weergegeven passantensteigers worden als volgt gewijzigd: - De passantensteiger die in plas 3 is aangeduid, vervalt. - In plas 7 wordt een passantensteiger aangeduid (bij de Bungelaar). - In plas 9 wordt een tweetal passantensteigers aangeduid. Een beperkt deel van de binnenhaven van de Nielt wordt toegevoegd aan het gebied waarbinnen de Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse plas geldt. Toelichting: De passantensteiger die was aangeduid in plas 3 vervalt. Plas 3 wordt (mede) benut door de commerciële vaart (bedrijfsschepen) en is daarmee niet langer geschikt voor een passantensteiger. In plas 7 wordt aan de zuidwestzijde (locatie bij benadering) een passantensteiger aangeduid om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Er worden twee nieuwe passantensteigers in plas 9 aangeduid zodat passanten en bezoekers van en aan De Nielt overdag in De Nielt ligplaats kunnen innemen of hebben. Het toepassingsbereik van de regels van de Verordening wordt daartoe uitgebreid naar dit stuk van de binnenhaven. Zanddepots E. Op de overzichtskaart komt de aanduiding Zanddepot in plas 4 te vervallen. Toelichting Het zanddepot was gelegen ten zuidwesten van plas 4. Dit zanddepot is inmiddels volgestort en dit is een natuurgebied geworden. Binnenhaven De Nielt F. In de binnenhaven van De Nielt is een zwem- en surfverbod toegevoegd. 4

5 Toelichting Het zwem- en surfverbod is in overeenstemming met de bepalingen uit het Binnenvaartpolitiereglement inzake binnenhavens. De tweede bijlage (Ligplaatsenkaart) behorende bij de verordening, blijft overigens ongewijzigd. Artikel II Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking. Artikel III Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005, derde wijziging (2016). Financiële consequenties Op de plekken waar het was toegestaan om maximaal zes nachten een ligplaats in te nemen, was dit verblijf gratis. In zoverre zijn er geen financiële consequenties aan het niet langer toestaan van de (gratis) overnachtingsplaatsen. Met het opheffen van de mogelijkheid tot nachtelijk verblijf, vervalt ook de mogelijkheid om deze ligplaatsen commercieel te verpachten. De inschatting is evenwel dat de mogelijkheden voor de gemeente om hier substantiële inkomsten mee te genereren gering zouden zijn. Op basis van ingewonnen informatie blijkt ook dat de belangstelling voor het pachten van deze ligplaatsen gering is. Wettelijk kader en beleidskader De gemeenteraad heeft op grond van artikel 149 Gemeentewet de bevoegdheid om verordeningen te wijzigen, in te trekken en vast te stellen. Communicatie en participatie De ontwerp-verordening heeft met ingang van 12 januari 2016 gedurende vier weken ter inzage gelegen. Inwoners en andere belanghebbenden konden gedurende de periode van terinzagelegging hun zienswijze over het ontwerp van de Verordening schriftelijk of mondeling kenbaar maken. Er is 1 zienswijze binnengekomen. Deze is verwerkt in een zienswijzen nota en heeft geleid tot een wijziging. Aan de zienswijzen wordt tegemoetgekomen door een tijdspanne te koppelen aan het verbod om tussen zonsondergang en zonsopgang een ligplaats in te nemen of te hebben in het gebied. Gemeenschappelijke regeling/samenwerkingsverband N.v.t. Toelichting op het voorstel Inleiding Sinds 2005 heeft de gemeente Cuijk de Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005, waarmee het gebruik van de Kraaijenbergse plassen en Heeswijkse plas wordt gereguleerd. De verordening is in 2009 laatstelijk herzien. Inmiddels zijn er diverse ontwikkelingen op de plassen die maken dat de huidige verordening geactualiseerd moet worden. Het gaat daarbij om veelal praktische zaken, zoals een uitbreiding van het gebied dat geschikt is voor recreatie (omdat de zandwinning daar is gestaakt), nieuwe passantensteigers (bijvoorbeeld in de Nielt en bij de Bungelaar) en aanpassing van de zwemstrandlocaties. Daarnaast is de mogelijkheid om in de plassen s nachts een ligplaats aan de oevers in te nemen, komen te vervallen. Dit was voorheen mogelijk gedurende zes nachten. Per voorgestelde wijziging is hierboven de toelichting steeds gegeven. 5

6 Voorgestelde beslissing(en) met argumenten en afwegingen Wij stellen uw raad voor de wijzigingen van de Verordening zoals hierboven beschreven vast te stellen. Uitvoering, risico s en evaluatie De vaststelling van de wijziging van de Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005, derde wijziging (2016), zal op de gebruikelijke manier bekend worden gemaakt middels publicatie in het elektronisch gemeenteblad en is te raadplegen op De nieuwe verordening zal in werking treden acht dagen na publicatie. Overige politiek relevante informatie De Autoriteit consument en markt (ACM) ziet erop toe of gemeenten de Wet Markt en Overheid in acht nemen. Op grond van de wet moet een bestuursorgaan dat economische activiteiten verricht, de afnemers van een product of dienst ten minste de integrale kosten van dat product of die dienst in rekening brengen. De handhaving van de wet is in handen gelegd van de Autoriteit consument en markt (ACM). Er is een onderzoek tegen de gemeente opgestart in verband met de ligplaatsen in de Kraaijenbergse Plassen. De Gemeente heeft zich richting de ACM steeds op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van een economische activiteit omdat de gratis ligplaatsen geen voorzieningen hebben. Ten aanzien van de gemeentelijke ligplaatsen in de Kraaijenbergse Plassen heeft ons college in de afgelopen maanden twee sporen bewandeld. Het eerste spoor is het spoor ACM zoals hierboven beschreven. In het tweede spoor is de vraag onderzocht of de gemeentelijke ligplaatsen wenselijk dan wel noodzakelijk zijn voor recreatie en toerisme binnen de gemeente Cuijk. De uitkomst van het tweede spoor heeft geresulteerd in de onderhavige aanpassing van de verordening op het onderdeel van de ligplaatsen. Over het definitieve standpunt van de ACM bent u reeds geïnformeerd (RIB 145, d.d. 24 december 2015). Conclusie De Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas 2005, inclusief 2 e wijziging 2009, regelt wat er (waar) op de plassen wel en niet is toegestaan. Door de 3 e wijziging op de Verordening vast te stellen, wordt ingespeeld op enkele actuele ontwikkelingen. Bijlagen - 1. Verordening Kraaijenbergse Plassen en Heeswijkse Plas derde wijziging (2016), geconsolideerde versie, inclusief overzichtskaart en ligplaatsenkaart Zienswijze - 3. Verslag van zienswijzen - 4. Leesexemplaar Verordening met wijzigingen in geel gearceerd. Raadsplanning (bestuurlijke planning) Het voorstel was oorspronkelijk gepland voor behandeling in uw raad op 18 april. Burgemeester en wethouders van Cuijk, drs. R.H.M.A. Rongen secretaris mr. W.A.G. Hillenaar burgemeester 6