Medezeggenschapsreglement lokale oudercommissies Impuls Kinderopvang

Transcriptie

1 Medezeggenschapsreglement lokale oudercommissies Impuls Kinderopvang 1. Begripsomschrijving Kinderopvangorganisatie Houder Kindercentrum Teamleider Beroepskracht Ouder (Lokale) Oudercommissie Centrale Oudercommissie Leden Stamgroep Mandaat : Impuls Kinderopvang B.V., onderdeel van de Impuls Groep; : idem; : een voorziening gehuisvest in één gebouw, waar kinderopvang plaatsvindt anders dan gastouderopvang. Zowel de kinderdagverblijven als de centra voor naschoolse opvang worden in dit reglement met deze term aangeduid; : de medewerker die belast is met de leiding van het kindercentrum; degene die werkzaam is bij een kindercentrum en is belast met de verzorging en opvoeding van kinderen; : een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort op wie de kinderopvang betrekking heeft; : de (lokale) commissie, bedoeld als in artikel 58 van de Wet Kinderopvang, functionerend in het verband van een kindercentrum (kinderdagverblijf of centrum voor naschoolse opvang) van de kinderopvangorganisatie, op een wijze zoals in dit reglement is beschreven; : de commissie, functionerend in het verband van de kinderopvangorganisatie, zoals beschreven in de reglementen van de Centrale Oudercommissie. Indien er geen sprake is van een Gezamenlijke Centrale Oudercommissie voor Buitenschoolse Opvang en Kinderdag_ verblijven, geldt dat waar het de medezeggenschap op kinderdagverblijven betreft, in dit reglement met deze term de Centrale Oudercommissie kinderdagverblijven wordt aangeduid, terwijl waar het de medezeggenschap op centra voor naschoolse opvang betreft, met deze term de Centrale Oudercommissie buitenschoolse opvang wordt aangeduid. : leden van de (lokale) oudercommissie; : een vaste groep kinderen met een eigen ruimte. : de bevoegdheid van de gemandateerde om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen. 1

2 2. Doelstelling De oudercommissie stelt zich ten doel: 1) De belangen van de kinderen en de ouders van het kindercentrum waar de oudercommissie aan verbonden is zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen; 2) Te adviseren ten aanzien van kwaliteit; 3) Het behartigen van de belangen van de ouders van het kindercentrum bij de directie en het bestuur en middels de Centrale Oudercommissie. 3. Samenstelling 1) Uitsluitend ouders, zoals omschreven in artikel 1 van dit reglement, kunnen lid zijn van de oudercommissie (Wk art 58 lid 2); 2) Maximaal één ouder per huishouden kan lid zijn van de oudercommissie; 3) Personeelsleden, leden van het Bestuur, leden van de Raad van Toezicht en leden van de Directie van de kinderopvangorganisatie kunnen geen lid zijn van de oudercommissie (Wk art 58 lid 3). Hetzelfde geldt voor de partners van bovengenoemde personen. 4) De oudercommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven leden; 5) Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een zo evenredig mogelijke vertegenwoordiging van alle stamgroepen. 4. Totstandkoming en beëindiging van het lidmaatschap 1) Alleen voor startende oudercommissies: Voorafgaand aan de instelling worden alle ouders door de houder actief uitgenodigd zich kandidaat te stellen voor de oudercommissie. Kandidaatstelling kan schriftelijk of mondeling geschieden. Benoeming van de leden van een startende oudercommissie geschiedt door de houder; 2) Indien er vacatures zijn in de oudercommissie dan roept de oudercommissie ouders op zich kandidaat te stellen. Kandidaatstelling kan schriftelijk of mondeling geschieden; 3) Indien het aantal kandidaten het aantal beschikbare zetels niet overtreft, worden alle kandidaten op de eerstvolgende vergadering van de oudercommissie benoemd; 4) Indien zich meer kandidaten melden dan er zetels beschikbaar zijn, organiseert de oudercommissie een verkiezing; 5) Tijdens een ouderavond waarbij alle ouders zijn uitgenodigd, worden de leden van de oudercommissie gekozen en vervolgens benoemd. Alle ouders worden vooraf geïnformeerd over de verkiezing en de kandidaatstelling. De verkiezing kan ook schriftelijk via een stembus, waarbij aan alle ouders een stembiljet is uitgereikt; 6) In geval van een bestaande oudercommissie geschiedt benoeming van nieuwe oudercommissieleden door de oudercommissie zelf; 7) Oudercommissieleden worden gekozen voor een periode van 2 jaar. De leden zijn onbeperkt herkiesbaar; 2

3 8) Het lidmaatschap van de oudercommissie eindigt bij: a. periodiek aftreden; b. bedanken; c. ontslag door de oudercommissie d. ontslag of aftreden conform lid 9 van dit artikel; e. overlijden f. wanneer de ouder geen kind meer heeft dat gebruik maakt van kinderopvang op het kindercentrum; Om de continuïteit zo veel mogelijk te waarborgen dienen de oudercommissieleden bij beëindiging van het lidmaatschap op grond van sub b van dit lid, een redelijke termijn in acht te nemen. 9) Tenminste eenderde deel van de ouders kan de oudercommissie verzoeken om binnen twee weken een ouderavond te organiseren, waarbij ze het recht hebben om zelf onderwerpen op de agenda te plaatsen. Tijdens een dergelijke avond moet(en) (leden van) de oudercommissie aftreden als de meerderheid van de ouders aanwezig is en de meerderheid van de aanwezige ouders hun vertrouwen in de oudercommissie opzegt. Een dergelijk besluit kan alleen genomen worden als het is opgevoerd op de van tevoren opgestelde agenda; 10) Bij aftreding van alle leden van de oudercommissie draagt de houder zorg voor de verkiezing van een nieuwe oudercommissie. 5. Werkwijze oudercommissie De oudercommissie bepaalt zelf haar werkwijze (Wk art 58 lid 4) en legt deze schriftelijk vast in het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement bevat geen regels die in strijd zijn met hetgeen de Wet kinderopvang en dit medezeggenschapsreglement bepalen. 6. Verzwaard Adviesrecht oudercommissie 1) De houder stelt de oudercommissies conform Wk art 60 lid 1 in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit dat de organisatie betreft, inzake: a. de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 50 Wet kinderopvang, waaronder: 1. aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; 2. groepsgrootte; 3. opleidingseisen beroepskrachten; 4. inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding. b. voedingsaangelegenheden van algemene aard en het algemene beleid op het gebied van opvoeding (waaronder het pedagogisch beleidsplan), veiligheid of gezondheid; c. openingstijden; d. het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; e. de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten; f. wijziging van de prijs van kinderopvang. 3

4 2) Van een advies als bedoeld in het eerste lid kan de houder slechts afwijken indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.(wk art.60 lid 2) 3) De term algemeen met betrekking tot beleidsterreinen genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt gehanteerd ter onderscheid van beleid en /of regels die specifiek voor een bepaald kind kunnen worden gehanteerd. 7. Ongevraagd advies De oudercommissie is bevoegd de houder ook ongevraagd te adviseren over de onderwerpen waarop de oudercommissie adviesrecht heeft (Wk art 60 lid 3). 8. Centrale Oudercommissie (indien aanwezig) De oudercommissie kan de Centrale Oudercommissie mandaat geven het adviesrecht zoals genoemd in artikel 6 van dit reglement en met betrekking tot de in artikel 60 van de Wet Kinderopvang genoemde aangelegenheden over te nemen van de oudercommissie van het kindercentrum.de oudercommissie kan de mandaatverlening op ieder moment vanwege haar motiverende redenen intrekken. Deze intrekking dient schriftelijk te geschieden onder vermelding van de redenen. 1) Wanneer de lokale oudercommissie besluit de in artikel 60 van de Wet Kinderopvang genoemde adviesbevoegdheden te mandateren aan de Centrale Oudercommissie, kiest de oudercommissie één lid uit haar midden dat wordt voorgedragen om zitting te nemen in de Centrale Oudercommissie van de betreffende opvangsoort. De Centrale Oudercommissie vraagt aan de overige lokale oudercommissies of er zwaarwegende bezwaren zijn ten aanzien van de voorgedragen kandidaat alvorens tot benoeming over te gaan. Indien dit niet het geval is, benoemt de Centrale Oudercommissie de voorgedragen kandidaat tot lid van de Centrale Oudercommissie. De, uit de lokale oudercommissie afgevaardigde, leden van de Centrale Oudercommissie vertegenwoordigen niet enkel de eigen locatie in de Centrale Oudercommissie. Zij treden op als belangenbehartigers van alle ouders van de verschillende vestigingen. Dit geldt ook voor de vestigingen waarvan de lokale oudercommissie geen lid heeft afgevaardigd voor de Centrale Oudercommissie maar wel mandaat heeft verleend aan de Centrale 2) Oudercommissie. 3) Bij besluiten die grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van de opvang van de kinderen, kan de Centrale Oudercommissie een achterbanraadpleging houden onder alle oudercommissies van de kindercentra (de vestigingen van de betreffende opvangsoort), alvorens een advies uit te brengen. 4) Het functioneren van de Centrale Oudercommissie kan aan de orde worden gesteld door de oudercommissies van de kindercentra van de betreffende opvangsoort, die hun bevoegdheden conform dit artikel gemandateerd hebben, in een buitengewone vergadering die op initiatief van minimaal 25% van deze oudercommissies bij elkaar is geroepen (zoals benoemd in artikel 10 j van dit reglement). De (leden van de) centrale oudercommissie kan/kunnen in dat geval uit hun functie ontheven worden bij meerderheid van stemmen waar de meerderheid van het aantal oudercommissies aanwezig is en waarbij per oudercommissie één stem is toegekend. 4

5 9. Adviestraject 1) De adviestermijn voor de oudercommissie bedraagt maximaal zes weken, met dien verstande dat het advies wordt uitgebracht op een zodanig tijdstip dat het kan worden meegenomen bij het te nemen besluit; In overeenstemming tussen de houder en minimaal twee leden van de oudercommissie, waaronder de voorzitter, kan voor zeer dringende adviesaanvragen een kortere maximale adviestermijn worden afgesproken; 5

6 2) Indien binnen de adviestermijn geen schriftelijk advies aan de houder wordt gegeven, wordt de oudercommissie verondersteld positief te adviseren; 3) De houder geeft de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die de oudercommissie redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig heeft (Wk art 60 lid 4). Pas vanaf het moment dat aan deze voorwaarde is voldaan, gaat de termijn genoemd in 9.1 en 9.2 in. Tenminste één maal per jaar krijgt de oudercommissie schriftelijk de algemene gegevens over het beleid dat op het kindercentrum het afgelopen jaar gevoerd is en in het komende jaar gevoerd zal worden, inzake de in art 6 a t/m g genoemde onderwerpen, met uitzondering van de onderwerpen waarvan het adviesrecht is gemandateerd aan de Centrale Oudercommissie; 4) De houder mag enkel afwijken van een op basis van artikel 6 van dit reglement gegeven advies van de oudercommissie, indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (artikel 60 lid 2 Wet kinderopvang). De houder zal bij afwijking van een dergelijk advies, het advies puntsgewijs behandelen en op elk punt genoemd in het advies waar van afgeweken wordt, de afwijking onderbouwen. 5) De gemotiveerde afwijking zal, indien de betreffende oudercommissie dit verzoekt, ook mondeling worden toegelicht; 6) De houder geeft maximaal vier weken na het verkrijgen van het advies van de oudercommissie schriftelijk aan of het advies van de oudercommissie al dan niet gevolgd wordt. 10. Overige taken en bevoegdheden van de oudercommissie De oudercommissie a. fungeert als aanspreekpunt voor ouders; b. heeft de bevoegdheid de teamleider te verzoeken deel te nemen aan het voor de teamleider relevante gedeelte van de vergadering van de oudercommissie. De teamleider is verplicht gehoor te geven aan dit verzoek. Deze verplichting geldt tot een maximum van 6 maal per jaar. Wanneer de teamleider verhinderd is, zorgt hij/zij, indien mogelijk, voor een vervanger; c. kan het GGD inspectierapport opvragen bij de teamleider; d. voert regelmatig overleg (uitgevoerd door de voorzitter) met de teamleider over het interne beleid van het kindercentrum binnen de randvoorwaarden van de kinderopvangorganisatie; e. levert op verzoek een inbreng op ouderavonden en themabijeenkomsten; f. zorgt voor goede en heldere informatieverstrekking aan de ouders over (wijziging in) de samenstelling van de oudercommissie en de activiteiten van de oudercommissie; g. Heeft de bevoegdheid één lid van de oudercommissie voor te dragen voor de Centrale Oudercommissie. De besluitvorming omtrent het lokale oudercommissie lid dat zal worden voorgedragen voor de Centrale Oudercommissie geschiedt bij meerderheid van stemmen. h. Heeft de bevoegdheid, gemotiveerd, bezwaar te maken tegen benoeming van kandidaten voor de Centrale Oudercommissies, afkomstig uit een andere lokale oudercommissie. De besluitvorming omtrent het aantekenen van bezwaar door de lokale oudercommissie geschiedt bij meerderheid van stemmen. i. zorgt voor een goede communicatie met de Centrale Oudercommissie (indien een Centrale Oudercommissie aanwezig is); 6

7 j. Heeft de bevoegdheid, samen met andere oudercommissies, samen uitmakende minimaal 25 % van het aantal oudercommissie (wanneer er geen Gezamenlijke Centrale Oudercommissie is: 25 % van het aantal oudercommissies van de betreffende opvangsoort), een bijzondere vergadering bijeen te roepen, om het functioneren van de Centrale Oudercommissie aan de orde te stellen. 11. Facilitering oudercommissie 1) De houder faciliteert de oudercommissie via: - het lidmaatschap van de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BoinK) - het beschikbaar stellen van vergaderruimte incl. koffie/thee - het beschikbaar stellen van kantoorartikelen en kopieerfaciliteiten 2) De houder stelt per kalenderjaar een budget beschikbaar voor: - activiteiten, waaronder het (mede) organiseren van ouderavonden; - deskundigheidsbevordering, waaronder het vergroten van eigen vakkennis door middel van het bijwonen van een congres of deelname aan een specifieke training voor de oudercommissie; - afscheid leden; Het beschikbare budget is geoormerkt op de in dit lid genoemde kostenposten. De geoormerkte uitgaven dienen ter verantwoording aan de houder te worden overlegd. 12. Geheimhouding 1) Op de leden van de oudercommissie rust, inzake van hetgeen hen uit hoofde van hun lidmaatschap ter kennis is gekomen, in beginsel geen geheimhoudingsplicht. 2) Een geheimhoudingsplicht bestaat wel in de hieronder beschreven situaties: a. De houder kan verzoeken om geheimhouding van bepaalde informatie en stukken die de houder als vertrouwelijk aanduidt. Informatie en stukken kunnen alleen aangeduid worden als vertrouwelijk, wanneer het gegevens van privé-personen betreft (Wet bescherming persoonsgegevens) of wanneer het gegevens betreft die, bij openbaarmaking, een dringend personeelsbelang of het economisch c.q. het bedrijfsbelang van de kinderopvangorganisatie kunnen schaden. b. De oudercommissie kan verzoeken om geheimhouding van informatie of inlichtingen, van dezelfde strekking als de als vertrouwelijk aangeduide stukken uit het vorige lid, die schriftelijk of anderszins ter kennis van de houder worden gebracht. 3) Verzoeken tot geheimhouding dienen te worden gemotiveerd. In ieder geval dient aangegeven te worden welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen. Hierbij valt in bijzondere gevallen te denken aan een adviesaanvraag bij een deskundige. Waar mogelijk geeft de houder of de oudercommissie aan welke tijdsduur aan de geheimhouding verbonden is. 7

8 13. Wijziging van reglement en ingangsdatum Het besluit tot wijziging van het reglement behoeft instemming van de oudercommissie (Wk artikel 59, lid 5).Dit MR Lokale Oudercommissies treedt in werking op Hiermede komen alle voorgaande reglementen te vervallen. Handtekening voor gezien voorzitter oudercommissie: Handtekening namens houder Mevrouw M.M. Heijtel bedrijfsdirecteur Naam vestiging: Datum: Datum: 8

9 Mandatering: De oudercommissie verleent aan de centrale oudercommissie mandaat, conform artikel 8 lid 1 en artikel 6 van dit reglement, en met betrekking tot het adviesrecht op grond van artikel 60 van de Wet Kinderopvang, om namens de oudercommissie advies uit te brengen aan de houder over de navolgende (aangekruiste) onderwerpen: De uitvoering van het algemene kwaliteitsbeleid van de organisatie met betrekking tot: 1. aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; 2. groepsgrootte; 3. opleidingseisen beroepskrachten; 4. inzetbaarheid beroepskrachten in opleiding. Algemeen beleid van de organisatie op het gebied van voedingsaangelegenheden van algemene aard en het algemene beleid op het gebied van opvoeding (waaronder het algemeen pedagogisch beleidsplan), veiligheid of gezondheid; Het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; Vaststelling of wijziging van een klachtenregeling en het aanwijzen van de leden van de klachtencommissie conform de Wet Klachtrecht; Wijzigingen van de prijs van de betreffende opvangsoort. Handtekening voor akkoord mandatering voorzitter oudercommissie: Naam vestiging: Datum: 9