Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2014"

Transcriptie

1 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2014 Provincies Antwerpen, West-Vlaanderen en Vlaams- Brabant Rapportnummer: _rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 30 juni 2015 Auteur: Projectleider: Gecontroleerd: M. Koole J. van Giels J. van Giels Opdrachtgever: Contactpersoon: Agentschap voor Natuur en Bos Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus Brussel Kristof Vlietinck Dit rapport is digitaal gegenereerd en derhalve niet voorzien van een handtekening. De inhoud van de rapportage is aantoonbaar gecontroleerd en vrijgegeven.

2

3 SAMENVATTING Aanleiding In het Vlaamse Gewest bevinden zich een aantal grote lijnvormige wateren, zoals kanalen en grote rivieren. Deze waterlopen hebben een belangrijke functie voor de openbare visserij. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is verantwoordelijk voor het visstandbeheer in deze wateren. Het ANB wenst meer inzicht te verkrijgen in de huidige visstand in deze viswateren. Tevens is er behoefte om de ontwikkelingen in de visstand te volgen en het beheer en uitzetbeleid hierop zo nodig aan te kunnen passen. Herhaaldelijk onderzoek in de negen geselecteerde prioritaire wateren moet deze informatie gaan verschaffen. Het ANB heeft AquaTerra-KuiperBurger B.V. (ATKB) opdracht gegeven voor het uitvoeren van visstandonderzoek op de negen geselecteerde viswateren in de periode Dit rapport beschrijft de resultaten van het onderzoek dat in 2014 plaats heeft gevonden op het Kanaal Dessel- Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en het Kanaal Leuven-Dijle. Methode De uitvoering van de visstandbemonstering is gebaseerd op de Bevist-Oppervlak-Methode (BOM). Deze methode houdt in dat een bepaald oppervlak op gestandaardiseerde wijze wordt bevist met een vangtuig waarvan het vangstrendement bekend is. Op de kanalen is het open water bemonsterd met een in span getrokken stortkuil en/of met een 225 meter lange diepe zegen. De oeverzones zijn bemonsterd door middel van elektrovisserij vanuit een boot (tot circa 1,5 meter uit de oever). De visstandbemonstering op het kanaal Bossuit-Kortrijk is uitgevoerd op 26 en 27 augustus. De bemonstering van de kanalen Dessel-Turnhout-Schoten en Leuven-Dijle zijn half oktober uitgevoerd. Alle bevissingen, met uitzondering van de bevissing met de stortkuil op het kanaal Bossuit-Kortrijk, zijn overdag uitgevoerd. Resultaten Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten De visstand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is in 2014 geraamd op 257 kg/ha (3.116 stuks/ha). Er zijn op het kanaal 19 verschillende vissoorten waargenomen (exclusief hybride). Op basis van gewicht hebben brasem (42%) en blankvoorn (35%) het grootste aandeel in de visstand. Blankvoorn is de soort die het talrijkst aanwezig is (64%). De visstand op de verschillende bemonsterde locaties loopt sterk uiteen. In de verbredingen zijn de aangetroffen visbestanden fors hoger dan op het kanaal zelf. Het visbestand is in 2014 circa 50 kg/ha hoger geraamd dan bij de laatste bemonstering in Vooral het brasembestand is in 2014 fors hoger geraamd. Mogelijk is dit verschil deels te verklaren door het gebruik van een ander vangtuig (stortkuil in plaats van zegen). In vergelijking met andere Belgische kanalen kan het visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten als redelijk omvangrijk worden beschouwd. De populaties van de meeste soorten kennen een evenwichtige opbouw. Het broedbestand van enkele soorten is vrij laag. De aanwezige vispopulatie vertoont de meest gelijkenis met het snoek-blankvoorn en blankvoorn-brasem viswatertype. De omvang van de vispopulatie bevindt zich boven de streefwaarde van 150 kg/ha. Kanaal Bossuit-Kortrijk De visstand in het kanaal Bossuit-Kortrijk is in 2014 geraamd op 213 kg/ha (8.659 stuks/ha). Er zijn op het kanaal tien verschillende vissoorten aangetroffen (exclusief hybride). Op basis van gewicht hebben paling, blankvoorn, brasem en baars het grootste aandeel in de visstand. Blankvoorn is de meest talrijk aanwezige soort (58%). De geraamde visbestanden in de drie stuwpanden lopen sterk uiteen. Het visbestand is in 2011 met 69 kg/ha fors lager geraamd dan in In 2014 zijn voornamelijk de bestanden van de soorten paling, baars, blankvoorn en brasem duidelijk hoger dan in Mogelijk worden deze verschillen veroorzaakt door de toepassing van de stortkuil in plaats van de zegen. In vergelijking met andere gelijkaardige Belgische kanalen kan het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk als redelijk omvangrijk worden beschouwd. De populaties van de meeste soorten, zeker de voor de hengelsport belangrijke soorten, kennen een evenwichtige opbouw. De aanwezige vispopulatie vertoont de meest gelijkenis met het snoek-blankvoorn en blankvoorn-brasem viswatertype. De omvang van de vispopulatie bevindt zich boven de streefwaarde van 150 kg/ha.

4 Kanaal Leuven-Dijle De visstand in het kanaal Leuven-Dijle is geraamd op 94 kg/ha en stuks/ha. Er zijn op het kanaal 12 verschillende soorten aangetroffen (exclusief hybride).op basis van gewicht hebben baars, blankvoorn, brasem en paling het grootste aandeel in de visstand. Baars (67%), en in veel mindere mate blankvoorn (23%), zijn de meest talrijk aanwezige soorten. De geraamde visbestanden in de vijf stuwpanden lopen sterk uiteen. Dit komt doordat in twee stuwpanden (SAS1 en SAS3) ook verbredingen en zwaaikommen aanwezig zijn. In deze verbredingen is het visbestand een factor 10 tot 20 hoger dan op het kanaal zelf. Vooral blankvoorn en brasem blijken deze verbredingen als leefgebied te prefereren boven het kanaal zelf. Het visbestand is in 2011 met 73 kg/ha iets lager geraamd dan in In 2014 zijn vooral de bestanden van baars, blankvoorn en brasem iets hoger geraamd, waarbij vooral het verschil bij blankvoorn opvallend hoger is. In vergelijking met andere gelijkaardige Belgische kanalen kan het visbestand in het kanaal Leuven-Dijle als een bestand van gemiddelde omvang worden beschouwd. Er lijkt een onbalans te zijn in de predator-prooiverhouding. Het aandeel predatoren is gering. Vooral het snoekbaarsbestand is van beperkte omvang en onevenwichtig van opbouw. Mogelijk speelt de onttrekking van snoekbaars door hengelaars hierin een rol. De populaties van baars en blankvoorn zijn evenwichtig opgebouwd. Bij andere soorten is dit in veel mindere mate het geval. Van brasem zijn bijna uitsluitend grote exemplaren aanwezig. Bij snoekbaars zijn geen exemplaren kleiner dan 40cm aangetroffen en het bestand aan maatse vissen is zeer gering. De aanwezige vispopulatie toont de meeste gelijkenis met het snoek-blankvoorn viswatertype. De omvang van de vispopulatie bevindt zich onder de streefwaarde van 150 kg/ha. Conclusies en aanbevelingen Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is een gevarieerd en redelijk omvangrijk visbestand aanwezig. Het gemiddelde visbestand is ruim hoger dan de streefwaarde. Gezien het aanwezige bestand is het niet aan te bevelen om in te grijpen in de visstand of het habitat van de vis. Omdat de huidige visbiomassa hoger is dan de streefwaarde lijken herbepotingen conform de nieuwe herbepotingsstrategie niet noodzakelijk. Hoogstens voor de stimulatie van bepaalde populaties, bijvoorbeeld snoek en zeelt, kan overwogen worden om gerichte bepotingen te verrichten. Het wordt aanbevolen om de aanwezige vegetatie te beschermen en waar mogelijk verder te stimuleren. De vegetatie dient enerzijds als paai- en opgroeigebied, anderzijds biedt zij beschutting voor volwassen vis. Ook de voedselomstandigheden kunnen verbeteren bij een toename van waterplanten. Ten slotte is de aanwezigheid van voldoende vegetatie van wezenlijk belang voor het in standhouden en uitbreiden van de populaties snoek, rietvoorn, zeelt en andere plantminnende soorten. Kanaal Bossuit-Kortrijk Op het kanaal Bossuit-Kortrijk is een gevarieerd en redelijk omvangrijk visbestand aanwezig. Het gemiddelde visbestand is hoger dan de streefwaarde. Vooral het palingbestand is omvangrijk. Bestanden van andere voor de hengelsport belangrijke soorten als blankvoorn en brasem zijn gemiddeld niet erg omvangrijk. Uitzonderring hierop vormt het stuwpand Zwevegem-Moen waar het bestand van beide soorten duidelijk hoger is. Behoudens het stuwpand Zwevegem-Moen kan op basis van de nieuwe herbepotingsstrategie worden voorzien in een herbepoting van blankvoorn en brasem. Ook een onderhoudsbepoting van de plantminnende soorten snoek, rietvoorn en zeelt kan worden overwogen. Dit heeft overigens alleen zin als eerst een behoorlijk areaal aan onderwatervegetatie aanwezig is. Zolang dat nog niet het geval is, is de ontwikkeling van populaties van deze soorten weinig verwachtingsvol. Ingrepen om de vegetatieontwikkeling te stimuleren worden dan ook zeker aanbevolen om een gevarieerde visstand te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Kanaal Leuven-Dijle De omvang van het gemiddelde visbestand op het kanaal Leuven-Dijle is iets lager dan gemiddeld. Op het kanaal zelf is het visbestand tamelijk gering. In de aanwezige verbredingen is het visbestand duidelijk van grotere omvang. De gemiddelde bestandomvang voldoet niet aan het streefbeeld van 150 kg/ha. Deze streefwaarde wordt uitsluitend gehaald in stuwpand 1. Gezien de nieuwe herbepotingsstrategie kan er herbepoting plaatsvinden van soorten als blankvoorn en brasem. Het uitzetten van plantminnende vis lijkt vooralsnog weinig effect te hebben.

5 Het is aan te bevelen om eerst het habitat voor deze soorten te verbeteren voordat er verdere uitzettingen van deze soorten plaatsvinden. Voor een evenwichtige, gevarieerde en stabiele vispopulatie achten wij het zeer belangrijk om de vegetatieontwikkeling te stimuleren. In onderstaande tabel zijn de aanbevelingen opgenomen voor de jaarlijkse herbepotingen op alle kanalen. Kanaal Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Kanaal Bosuit-Kortrijk Kanaal Leuven-Dijle Aanbevelingen jaarlijkse herbepotingen eventueel soortondersteuning snoek en zeelt behoudens stuwpand Zwevegem-Moen herbepoting van blankvoorn en brasem blankvoorn: 495kg, karper: 30kg brasem: 500kg De onderhoudsbepotingen van karper kunnen beter geëvalueerd worden op basis van hengelvangsten dan op basis van afvissingen. Het verkrijgen van een representatief beeld van de karperpopulatie middels een afvissing is zeer lastig. Deze soort is vaak sterk geclusterd aanwezig en weet daarbij vaak de vangtuigen te ontwijken waardoor een onderschatting van de populatie optreedt. Het registreren van hengelvangsten van deze soort om de populatie te beheren wordt dan ook zeker aanbevolen. Onderdeel van het spiegelkarperproject dat loopt op het kanaal is de vangstmonitoring die bijeen wordt gebracht op de website Dit is een goed initiatief dat bij kan dragen aan inzicht in de aanwezige karperpopulatie. De predator-prooiverhouding op het kanaal Leuven-Dijle is niet in balans. Het aandeel predatoren is gering. Vooral het snoekbaarsbestand is van beperkte omvang en onevenwichtig van opbouw. Een mogelijke oorzaak hiervoor kan de onttrekking van snoekbaars door hengelaars zijn. Een andere mogelijke verklaring voor het ontbreken van juveniele snoekbaars is het toegenomen doorzicht. Het instellen van een totaal meeneemverbod voor snoekbaars kan overwogen worden om de populatie te verbeteren. Voorwaarde hierbij is uiteraard wel dat er handhaving plaatsvindt.

6

7 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Doel Leeswijzer MATERIAAL EN METHODE Onderzoeksgebied Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Kanaal Bossuit-Kortrijk Kanaal Leuven-Dijle Vangtuigen en wijze van bemonsteren Bemonsteringsperiode en -inspanning Verwerking van de vangst en veldgegevens Berekening omvang visbestand Conditie Predator-prooi verhouding Viswatertypering Berekening theoretische draagkracht Presentatie gegevens RESULTATEN KANAAL DESSEL-TURNHOUT-SCHOTEN Algemene opmerkingen Soortensamenstelling Omvang van het visbestand Bestandschatting locaties Lengtesamenstelling Conditie Predator-prooi verhouding Theoretische draagkracht Hengelvangstgegevens RESULTATEN KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK Algemene opmerkingen Soortensamenstelling Omvang van het visbestand Bestandschatting stuwpanden Lengtesamenstelling Conditie Predator-prooi verhouding Theoretische draagkracht Hengelvangstgegevens RESULTATEN KANAAL LEUVEN-DIJLE Algemene opmerkingen Soortensamenstelling Omvang van het visbestand Bestandschatting stuwpanden Lengtesamenstelling Conditie Predator-prooi verhouding Theoretische draagkracht Hengelvangstgegevens... 28

8 6 DISCUSSIE Uitvoering bemonstering Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Soortensamenstelling Omvang visbestand Vergelijking gelijkaardige wateren Viswatertypering Predatie, onttrekkingen en herbepotingen Hengelactiviteiten Theoretische draagkracht Kanaal Bossuit-Kortrijk Soortensamenstelling Omvang visbestand Vergelijking gelijkaardige wateren Viswatertypering Predatie, onttrekkingen en herbepotingen Hengelactiviteiten Theoretische draagkracht Kanaal Leuven-Dijle Soortensamenstelling Omvang visbestand Vergelijking gelijkaardige wateren Viswatertypering Predatie, onttrekkingen en herbepotingen Hengelactiviteiten Theoretische draagkracht CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusies Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Kanaal Bossuit-Kortrijk Kanaal Leuven-Dijle Aanbevelingen Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Kanaal Bossuit-Kortrijk Kanaal Leuven-Dijle LITERATUUR BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Coördinaten bemonsterde trajecten, beviste oppervlakten en gepleegde inspanning Kaarten ligging bemonsterde trajecten Lengtefrequentieverdelingen Bestandschattingen locaties en stuwpanden Ruwe vangstgegevens per traject

9 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding In het Vlaamse Gewest bevinden zich een aantal grote lijnvormige wateren, zoals kanalen en grote rivieren. Deze waterlopen hebben een belangrijke functie voor de openbare visserij. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is verantwoordelijk voor het visstandbeheer in deze wateren. Het ANB wenst meer inzicht te verkrijgen in de huidige visstand in deze viswateren. Tevens is er behoefte om de ontwikkelingen in de visstand te volgen en het beheer en uitzetbeleid hierop zo nodig aan te kunnen passen. Herhaaldelijk onderzoek in de negen geselecteerde prioritaire wateren moet deze informatie gaan verschaffen. Het vaststellen van de nulsituatie op deze kanalen heeft reeds plaatsgevonden. Het ANB heeft AquaTerra-KuiperBurger B.V. (ATKB) opdracht gegeven voor het uitvoeren van visstandonderzoek op de negen geselecteerde viswateren in de periode Dit tussenrapport beschrijft de resultaten van het onderzoek dat in 2014 plaats heeft gevonden op de wateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en het Kanaal Leuven-Dijle. 1.2 Doel Het doel van het visstandonderzoek is drieledig en bestaat uit: a) schatting maken van de vissoortensamenstelling, de aanwezige visbiomassa (kg/ha) en de visdensiteit (N/ha); b) bepaling van het huidige viswatertype op basis van het aanwezige visbestand en inschatting van het viswatertype waar het water in de toekomst waarschijnlijk naar toe zal evolueren; c) aanbevelingen voor het beheer, de inrichting en visuitzettingen. 1.3 Leeswijzer Na deze inleiding wordt in hoofdstuk twee de toegepaste materialen en methoden besproken. Hoofdstuk drie, vier en vijf presenteren de resultaten van het onderzoek. Deze resultaten worden in hoofdstuk zes besproken in de discussie. De discussie wordt gevolgd door de conclusies, aanbevelingen, geraadpleegde literatuur en bijlagen. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 1 van 46

10 2 MATERIAAL EN METHODE 2.1 Onderzoeksgebied De prioritaire viswateren die binnen het aangewezen onderzoeksgebied vallen zijn het Kanaal Dessel- Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en het Kanaal Leuven-Dijle. Onderstaand volgt een korte beschrijving van de kanalen. In bijlage 3 zijn de wateren en de beviste locaties op kaart weergegeven Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is gelegen in de provincie Antwerpen. Het verbindt het kanaal Bocholt-Herentals te Dessel met het Albertkanaal te Schoten. Het hoogteverschil tussen Dessel en Schoten bedraagt circa 25,7 meter en wordt overwonnen door tien sluizencomplexen, allen gelegen op het traject Turnhout-Schoten. Het kanaal bestaat dus uit tien stuwpanden waarvan de laatste acht (van Brecht tot Schoten) zeer korte panden betreffen. Het kanaal heeft een lengte van circa 64 km en beslaat een oppervlakte van ongeveer 110 ha. De gemiddelde breedte bedraagt ongeveer 17 meter en de diepte ligt globaal tussen de 2 en 3 meter. In het kanaal zijn ook verbredingen aanwezig waarvan er enkele ook bevist zijn. In 2010 heeft de vorige afvissing op dit kanaal plaatsgevonden (ref. 2). In 2013 en 2014 werd het kanaal weer op diepte gebracht en is een aanzienlijk deel van het vervuilde slib afgevoerd. Verder zijn in het verleden een aantal paaiplaatsen aangelegd (figuur 2.1). Figuur 2.1. Paaiplaats nabij Turnhout Kanaal Bossuit-Kortrijk Het kanaal Bossuit-Kortrijk is gelegen in het zuiden van de provincie West-Vlaanderen. Het verbindt de Schelde te Bossuit met de Leie te Kortrijk. Het kanaal bestaat uit drie stuwpanden, te weten: Kortrijk-sluis Zwevegem, sluis Zwevegem-sluis Moen en sluis Moen-sluis Bossuit. Het kanaal heeft een lengte van circa 15,5 km en beslaat een oppervlakte van ongeveer 56 ha. De gemiddelde breedte bedraagt ongeveer 36 meter en de diepte is ongeveer 3 á 4 meter. Het kanaal wordt vrijwel uitsluitend gevoed met Scheldewater via pompstations te Bossuit en Moen. De vorige afvissing in dit kanaal heeft plaatsgevonden in 2011 (ref. 12) Kanaal Leuven-Dijle Het kanaal Leuven-Dijle is gelegen in de provincies Vlaams-Brabant en Antwerpen. Het kanaal bevindt zich tussen het Zennegat in Mechelen en Leuven waar het eindigt in de kanaalkom. Het kanaal bestaat uit vijf stuwpanden. De sluizen zijn gelegen te Tildonk, Kampenhout-Sas, Boortmeerbeek, Battel en Zennegat. De volgende vijf stuwpanden zijn te onderscheiden: 1. Leuven- Tildonk; 2. Tildonk- Kampenhout-Sas; 3. Kampenhout-Sas-Boortmeerbeek; 4. Boortmeerbeek-Battel; 5. Battel-Zennegat. Het kanaal heeft een lengte van ruim 30 km en beslaat een oppervlakte van ongeveer 61 ha. De diepte bedraagt globaal 3,5 tot 4,5 meter en de gemiddelde breedte van het kanaal is circa 20 meter. In het kanaal bevinden zich ook twee zwaaikommen (verbredingen) die beide bevist zijn. Deze zijn gelegen nabij Wijgmaal en Kampenhout. De vorige afvissing op het kanaal Leuven-Dijle heeft plaatsgevonden in 2011 (ref. 13). Blz. 2 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

11 2.2 Vangtuigen en wijze van bemonsteren Basis voor het in beeld brengen van de visstand vormt de werkwijze zoals omschreven in het Handboek Hydrobiologie (ref. 3). De uitvoering van de visstandbemonstering is hierbij gebaseerd op de Bevist-Oppervlak-Methode (BOM). Deze methode houdt in dat een bepaald oppervlak op gestandaardiseerde wijze wordt bevist met een vangtuig waarvan het vangstrendement bekend is. Aan de hand van de vangst, het beviste oppervlak en het vangstrendement wordt een schatting gemaakt van de omvang en de samenstelling van de aanwezige visstand. De wijze van bemonsteren en de gehanteerde vangtuigen verschillen voor de diverse wateren. Globaal is de aanpak voor de onderzochte wateren als volgt samen te vatten: - In het relatief smalle kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is ervoor gekozen om geen 250 meter trajecten met de zegen te bemonsteren zodat de scheepvaart zo min mogelijk hinder ondervindt van de afvissingen. In plaats daarvan is er met een 225 meter lange zegen rondgevist. De zegen is hierbij in een cirkelvorm uitgevaren en vervolgens naar de kant toe binnengehaald. De vis wordt bij het binnenhalen van de zegen omsloten en naar de zak van de zegen geleidt. Het vangstrendement voor deze wijze van vissen is vastgesteld op 80% voor alle vissoorten en lengteklassen. Navolgend aan de zegenvisserij is de visstand in beide oevers (tot circa 1,5 meter uit de oever) bemonsterd met een elektrovisapparaat (vanuit een boot). Bij deze vorm van visserij wordt door middel van een aggregaat een elektrisch veld in het water aangebracht. De metalen ring van het schepnet fungeert hierbij als positieve pool (anode), een metalen kabel als negatieve pool (kathode). De vis in de buurt van de positieve pool wordt verdoofd en kan worden opgeschept. Het proefondervindelijk vastgestelde rendement van het elektrovisapparaat is voor de oeverzone vastgesteld op 30% voor snoek en 20% voor de overige vissoorten (ref. 3). In het Kanaal Bossuit-Kortrijk en Leuven-Dijle is de visstand in het open water bemonsterd met de stortkuil. De stortkuil is een trechtervormig sleepnet dat door twee boten in span wordt voorgetrokken. Dit sleepnet heeft een vissende breedte van 10 meter, een hoogte van 1,5 meter en een maaswijdte van 14 mm hele maas in de zak. De kuil is voortgetrokken met een snelheid van circa 4,5 km/h. Het vangstrendement van de stortkuil is gesteld op 80% voor vissen met een lengte tot 25 cm en 60% voor vissen groter dan 25 cm. Standaard worden met de stortkuil trajecten met een lengte van 1000 meter bemonsterd. In het kanaal Leuven-Dijle is aanvullend op de stortkuilvisserij ook met een zegen gevist. Dit vangtuig is toegepast in de verbredingen/zwaaikommen waar niet met de stortkuil gevist kon worden. Op deze locaties is de zegen in een cirkelvorm uitgevaren en vervolgens naar de kant toe binnengehaald. Figuur 2.2.Elektrovisserij in de oeverzone. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 3 van 46

12 De vis wordt bij het binnenhalen van de zegen omsloten en naar de zak van de zegen geleidt. Het vangstrendement voor deze wijze van vissen is vastgesteld op 80% voor alle vissoorten en lengteklassen. De toegepaste zegen had een lengte van 225 meter en een hoogte van 6 meter. De oeverzone (tot circa 1,5 meter uit de oever) van beide kanalen is bemonsterd door middel van elektrovisserij vanuit een boot. Standaard zijn met het elektrovisapparaat trajecten van 250 meter bemonsterd. Het vangstrendement voor het elektrovisapparaat is in dit geval wederom 30% voor snoek en 20% voor overige vis (ref. 3). 2.3 Bemonsteringsperiode en -inspanning De visstandbemonstering op het kanaal Bossuit-Kortrijk is uitgevoerd op 26 en 27 augustus. De bemonstering van de kanalen Dessel-Turnhout-Schoten en Leuven-Dijle zijn respectievelijk uitgevoerd tussen oktober en oktober. Alle bevissingen, met uitzondering van de bevissing met de stortkuil op het kanaal Bossuit-Kortrijk, zijn overdag uitgevoerd. De bevissing met de stortkuil op het kanaal Leuven-Dijle zijn in verband met de scheepvaart en beperkte sluisschuttingen overdag uitgevoerd. Afhankelijk van de dimensies van het water dient een minimale onderzoeksinspanning te worden verricht voor het verkrijgen een representatief beeld van de visstand. In bijlage 2 zijn de coördinaten (Lambert) van de bemonsterde trajecten weergegeven evenals de beviste oppervlaktes en gepleegde bemonsteringsinspanning (absoluut en relatief). 2.4 Verwerking van de vangst en veldgegevens De gevangen vissen zijn gesorteerd in soort- en lengtegroepen, gemeten (cm totaallengte met een nauwkeurigheid van ± 0,5 cm) en geteld. Grote vangsten zijn eerst in functionele soort- en lengtegroepen gesorteerd, waarna op basis van gewicht een monster is genomen. De bemonsterde vissen zijn vervolgens gesorteerd, gemeten en geteld. Tijdens de sortering en bemonstering van de vangst is er gelet op eventuele bijzondere of zeldzame vissen Berekening omvang visbestand De vangsten van alle vangtuigen zijn ingevoerd in het databeheerprogramma Piscaria. Piscaria is een programma ontwikkeld voor het beheer en de opslag van gegevens van visstandbemonsteringen. Piscaria bevat standaard lengte-gewicht relaties van alle vissoorten voor het omrekenen van aantallen vissen naar biomassa. Conform de beschrijving in het Handboek Hydrobiologie zijn de bestandschattingen op de volgende wijze berekend; 1. Per onderscheiden deel van een water is de vangst van de afzonderlijke trajecten/trekken per vangtuig gesommeerd; 2. De som per vangtuig is gedeeld door het beviste oppervlak van het betreffende waterdeel; 3. De resultaten verkregen onder stap 2 zijn gedeeld door de rendementen van de betreffende vangtuigen, wat resulteert in een schatting per waterdeel; 4. Het totale bestand per water is berekend door het naar oppervlak gewogen gemiddelde te nemen van de schattingen per waterdeel. Voor het maken van de bestandschattingen zijn de oppervlaktes van de wateren en van de verschillende waterdelen nodig. Deze oppervlaktes zijn bepaald door middel van GIS-bestanden die door het ANB beschikbaar zijn gesteld. Naast bestandschattingen zijn met Piscaria tevens lengtefrequentieverdelingen van de gevangen vissen gegenereerd Conditie Voor dit perceel zijn conform het bestek de condities van de gevangen vissen niet bepaald. Wel is bij de bemonsteringen een visuele inspectie uitgevoerd op de conditie van de gevangen vis. Blz. 4 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

13 2.4.3 Predator-prooi verhouding Op basis van de verkregen bestandschatting is de verhouding roofvis/witvis berekend (predator-prooi verhouding). In een water met een evenwichtig opgebouwde visstand is de productie van planktivore vissen en de consumptie hiervan door roofvissen in evenwicht. De predator-prooi verhouding (op basis van gewicht) geeft aan of er sprake is van een evenwicht. Het blijkt dat er in stilstaand water slechts sprake is van een evenwicht tussen predatoren en prooivissen bij een verhouding van 1:1 tot 1:2,5 (gebaseerd op de biomassa van de totale bestanden). Bij deze verhouding is er een evenwicht tussen de aanwas (productie) van prooivissen en de predatie (regulatie) hiervan door roofvissen. Met andere woorden: tussen bovenstaande verhoudingen wordt de aanwas van prooivis gereguleerd door de aanwezige roofvissen. Indien het aandeel roofvissen naar verhouding toeneemt (verhouding groter dan 1:1) is er sprake van een (sterk) regulerend effect van het prooivisbestand als gevolg van predatie. De aanwas (productie) van prooivissen wordt in dat geval sterk gereduceerd door het aanwezige roofvisbestand. Indien het aandeel prooivissen naar verhouding toeneemt (verhouding kleiner dan 1:2,5) is er sprake van (vrijwel) geen regulerend effect van het prooivisbestand als gevolg van predatie. De aanwas (productie) van prooivissen is in dat geval voornamelijk afhankelijk van de voedselrijkdom van het water(systeem) en slechts beperkt het resultaat van predatie door roofvissen (ref. 10). Voor een realistische inschatting van de predatie van prooivis wordt gebruik gemaakt van de predatorprooivis (< 15 cm) verhouding. Praktisch alle roofvissen boven de 15 cm voeden zich hoofdzakelijk met vis. Tot de piscivoren worden baars, snoek, snoekbaars, meerval, roofblei (allen > 15 cm) en kwabaal (> cm) gerekend (ref. 10) Viswatertypering De bemonsterde kanalen in dit onderzoek betreffen (vrijwel) stilstaande ondiepe wateren. Voor dit type water is een viswatertypering opgesteld (ref. 14). De indeling is gebaseerd op verschillende fasen die binnen het eutrofiëringsproces zijn te onderscheiden. Eutrofiëring leidt tot twee veranderingen in voor vis belangrijke habitat kenmerken: 1) doorzicht, en 2) begroeiing. Er zijn vijf verschillende visgemeenschappen gedefinieerd, van voedselarm tot sterk geëutrofiëerd, die genoemd zijn naar hun meest opvallende vertegenwoordigers, namelijk: 1. Baars-blankvoorn (ondiep, voedselarm water met weinig tot geen waterplanten), 2. Rietvoorn-snoek (ondiep, helder water met enige waterplanten), 3. Snoek-blankvoorn (lichte eutrofiëring), 4. blankvoorn-brasem (matige eutrofiëring), en 5. brasem-snoekbaars.(sterk geëutrofiëerd troebel water zonder waterplanten). Met behulp van de uitkomsten van het onderzoek (visbestandschattingen) en de habitatkenmerken van de kanalen is het meest gelijkende viswatertype bepaald Berekening theoretische draagkracht De draagkracht van een watersysteem is afhankelijk van de aanwezigheid en toevoer van nutriënten. In veel systemen is fosfaat de limiterende en daarmee de sturende factor. In plantenrijke systemen komt het voor dat stikstof de limiterende factor is. Dit is te onderkennen aan relatief hoge ortho-fosfaat waarden in het groeiseizoen en tegelijk lage stikstofwaarden. Vuistregel is dat stikstoflimitatie optreedt bij een P:N ratio lager dan 1:8. De nutriënten worden door de primaire productie van algen opgenomen. Via secundaire productie van zoöplankton en macrofauna komt deze productie beschikbaar voor vis. Door Hanson en Legget (1982) is er een relatie opgesteld tussen de visbiomassa en het fosfaatgehalte voor meren en plassen in de Caraïben. De visbiomassa is de hoeveelheid natgewicht vis per hectare. Deze formule is alleen geldig bij fosfaatconcentraties van 10 tot 500 µg P/l. De afgeleide formule luidt als volgt: log B = log t-p (R^2^ = 0.75; P < 0.001) B = visbiomassa (kg/ha) t-p =zomergemiddelde totaal fosfaatgehalte (P-t uit database VMM) (microgram P/L) Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 5 van 46

14 Deze relatie blijkt ook te gelden voor Nederlandse meren en plassen (Grimm, Jagtman en Klinge 1992). Er zijn echter uitzonderingen. In watersystemen met een zeer voedselrijke slibbodem of kleibodem kunnen primaire productieprocessen direct aan de bodem plaatsvinden, bijvoorbeeld door diatomeeën. Een andere uitzondering is wanneer de verblijftijd van het water (en de daarin opgeloste voedingszouten) in het watersysteem te kort is om volledig te worden benut. Een vuistregel is dat dit het geval is bij een verblijftijd korter dan 3 weken. Ook bij watersystemen die voor een aanzienlijk deel begroeid zijn met ondergedoken waterplanten blijkt de relatie nutriënten-vis niet op te gaan. Zoals gezegd zijn deze systemen doorgaans stikstof gelimiteerd door directe opname van stikstof door de waterplanten. Door het vrije fosfaat (opo4) in mindering te brengen op het P-t blijkt de relatie wel een redelijke uitkomst van de visbiomassa te geven. De onderhavige kanalen zijn niet of nauwelijks begroeid. De relatie van Hanson en Legett is opgesteld en gekalibreerd voor meren en plassen. Kanalen kunnen gezien worden als langgerekte meren met een relatief grote oeverlengte. Oevers kennen een eigen sub-ecosysteem waar andere processen een rol spelen dan in het open water. Echter, in geval van beschoeide kanalen is er nauwelijks sprake van oevers. Daarom mag verwacht worden dat deze kanalen als meren en plassen fungeren. In de hoofdstukken waarin de resultaten worden besproken is per kanaal aan de hand van de zomergemiddelden nutriëntengehaltes en de verblijftijd de theoretische draagkracht berekend Presentatie gegevens Voor het presenteren van de bestandschattingen zijn de gevangen vissoorten ingedeeld in ecologische groepen en gilden. De indeling in ecologische groepen wordt beschreven in het Handboek Hydrobiologie. De ecologische groepen zijn voornamelijk gebaseerd op voedselvoorkeur. Dit hangt samen met de lengte van de vissoorten. Voor snoek wijkt de indeling af van de overige vissoorten, omdat deze uitgaat van de voorkeur van deze soort voor bepaalde habitats. Naast ecologische groepen zijn de vissoorten ingedeeld in de stromingsgilden volgens FAME (zie bijlage 1 en ref.11). De indeling in stromingsgilden is gebaseerd op de voorkeur van soorten voor stromend dan wel stilstaand water. Er worden drie stromingsgilden onderscheiden: - eurytopen: soorten die geen specifieke voorkeur hebben voor stromend of stilstaand water; - limnofielen: soorten met een voorkeur voor stilstaand water; - rheofielen: soorten met een voorkeur voor stromend water. Blz. 6 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

15 3 RESULTATEN KANAAL DESSEL-TURNHOUT-SCHOTEN 3.1 Algemene opmerkingen De bemonstering van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is uitgevoerd in de periode van 13 tot en met 16 oktober De bemonstering kon zonder noemenswaardige problemen uitgevoerd worden. In figuur 3.1 wordt een impressie gegeven van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Het kanaal is opgedeeld in tien stuwpanden. Niet elk stuwpand is echter bemonsterd. De stuwpanden SAS2 en 4 t/m 7 zijn vanwege de beperkte dimensies niet bemonsterd. In de langste stuwpanden zijn meerdere locaties bemonsterd. Ook zijn de locaties verdeeld over de kanaaldelen zelf (hoofdstroom) en over de verbredingen/zwaaikommen. In totaal zijn er dertien locaties bemonsterd. Op elke locatie is één rondgooi uitgevoerd met de zegen en is een elektrotraject bemonsterd. Het visbestand is bepaald voor het kanaal als geheel en tevens zijn visbestanden per locatie berekend. In bijlage 6 zijn de ruwe vangstgegevens per traject (aantallen en biomassa) opgenomen. Figuur 3.1. Impressie van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. 3.2 Soortensamenstelling In totaal zijn er in het kanaal 19 verschillende vissoorten aangetroffen (exclusief hybride). De meeste vissoorten behoren hierbij tot het eurytope stromingsgilde, namelijk: paling, alver, baars, blankvoorn, brasem, karper, kolblei, pos, snoek en snoekbaars. De overige vissoorten zijn de limnofiele rietvoorn en zeelt en de rheofiele winde. Daarnaast is ook nog een zestal exoten aangetroffen die van oorsprong niet voorkomen in de Vlaamse wateren. Dit zijn de soorten koikarper, marmergrondel, roofblei, zilverkarper, zonnebaars en zwartbekgrondel. Baars is als enige soort op alle dertien bemonsterde locaties aangetroffen. Ook blankvoorn (12) en brasem (11) zijn op vrijwel alle locaties aangetroffen. Andere soorten die op minstens zeven locaties zijn aangetroffen betreffen paling, pos, snoek, snoekbaars en rietvoorn (allen op negen locaties aangetroffen), alver (8) en zonnebaars (7). De overige soorten zijn allen op vijf of minder locaties gevangen. 3.3 Omvang van het visbestand In tabel 3.1 en tabel 3.2 is de geschatte omvang van het totale visbestand in het Kanaal Dessel- Turnhout-Schoten gegeven in kilogram en aantal per hectare. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 7 van 46

16 Tabel 3.1. Raming van het visbestand in het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (kg/ha) in Eurytoop Aal/Paling 5, ,0 0,2 5,7 Alver 2,9 0,0 2,3 0,6 - - Baars 19,4 1,0 5,7 5,0 7,5 0,2 Blankvoorn 91,1 1,7 19,8 35,0 33,8 0,9 Brasem 107,1 0,1 0,3 4,7 17,4 84,5 Hybride 0,8-0,3 0,3 0,2 - Karper 1, ,4 Kolblei 2,4-0,1 1,7 0,5 0,1 Pos 0,3 0,1 0, Snoekbaars 7, ,1 0,7 7,1 Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn 1,5 0,0 0,5 0,6 0,4 - Zeelt 1,7 0,0-0,2 0,3 1,2 Rheofiel Winde 0,6-0,0-0,0 0,5 Exoot Koikarper 1, ,9 Marmergrondel 0,0-0, Roofblei 2, ,0 2,1 Zilverkarper 2, ,5 Zonnebaars 0,2 0,0 0,2 0,0 - - Zwartbekgrondel 0,0-0, Subtotaal 249,6 2,9 29,4 48,2 61,0 108,1 ecologische indeling voor snoek Totaal >54 Eurytoop Snoek 7,3-0,4-0,5 6,4 Totaal 256,9 0,0 = <0,05 kg/ha; - = niet aangetroffen Tabel 3.2. Raming van het visbestand in het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (N/ha) in Eurytoop Aal/Paling Alver Baars Blankvoorn Brasem Hybride Karper Kolblei Pos Snoekbaars Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Rheofiel Winde Exoot Koikarper Marmergrondel Roofblei Zilverkarper Zonnebaars Zwartbekgrondel Subtotaal ecologische indeling voor snoek Totaal >54 Eurytoop Snoek Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen Blz. 8 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

17 De omvang van het visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is geschat op 256,9 kg/ha en stuks/ha. De visbiomassa bestaat voornamelijk uit brasem (42%) en blankvoorn (35%). Bij beide soorten zijn het voornamelijk de grotere lengteklassen die een groot aandeel in de totale biomassa hebben. Bij brasem heeft de lengtegroep groter dan 40 cm veruit het grootste aandeel. Bij blankvoorn zijn dit de lengtegroepen cm en cm. Ook baars heeft nog een behoorlijk aandeel in de biomassa (8%). Voor de overige vissoorten geldt dat het aandeel in de bestandschatting maximaal 3% bedraagt. De soorten snoekbaars en snoek zijn hierbij nog het meest abundant. Op basis van aantallen bestaat het visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten voornamelijk uit blankvoorn (64%). Daarnaast hebben ook baars (17%), brasem (9%) en alver (9%) een flink aandeel. Voor de overige vissoorten geldt dat het aandeel in de bestandschatting maximaal 2% bedraagt. Rietvoorn is hierbij nog het meest abundant. Figuur 3.2. Twee van de zes aangetroffen exoten op het kanaal, zilverkarper (links) en zonnebaars. 3.4 Bestandschatting locaties In tabel 3.3 en tabel 3.4 is de geschatte omvang van het totale visbestand voor de kanaallocaties gegeven in kilogram en aantal per hectare. In tabel 3.5 en tabel 3.6 zijn de geraamde visbestanden voor de verbredingen/zwaaikommen gegeven. In bijlage 5 zijn de bestandschattingen per locatie verder gespecificeerd per lengtegroep. De locaties in de kanaaldelen (hoofdstroom) zijn als volgt gedefinieerd: 1: SAS1, tussen sluis 10 en 9 te Schoten; 2b: SAS3, tussen sluis 8 en 7 te Schoten; 3: SAS8, tussen sluis 3 en 2 te Sint-Job in t Goor; 4b: SAS9, tussen sluis 2 (Sint-Job in t Goor) en 1 (Sint-Jozef); 5b: SAS10, tussen sluis 1 (Sint-Jozef) en Beerse; 6b: SAS10, tussen Beerse en Turnhout; 8: SAS10, tussen Turnhout en Arendonk; 9: SAS10, tussen Arendonk en Dessel De locaties in de verbredingen zijn als volgt gedefinieerd: 2a: SAS3, verbreding tussen sluis 8 en 7 te Schoten; 4a: SAS9, verbreding bij Molenheiken tussen sluis 2 (Sint-Job in t Goor) en 1 (Sint-Jozef); 5a: SAS10, verbreding bij Sint-Jozef tussen sluis 1 (Sint-Jozef) en Beerse; 6a: SAS10, verbreding in Turnhout; 7: SAS10, verbreding tussen Turnhout en Arendonk; Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 9 van 46

18 Figuur 3.3. Ligging van de bemonsterde locaties op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (bron: Google Maps). Het visbestand op de verschillende kanaaldelen (hoofdstroom) variëren van circa 3 tot en met 416 kg/ha en van 92 tot en met stuks/ha. Het visbestand op het kanaal kent dus grote ruimtelijke variatie tussen de verschillende bemonsterde locaties. Op locaties 1 en 3 zijn veruit de hoogste visbestanden aangetroffen. Deze visbestanden bestaan voor een groot deel uit brasem en blankvoorn. Op locatie 3 zijn daarnaast ook hoge bestanden aan paling en snoekbaars aangetroffen. Het visbestand op de overige locaties varieert van circa 3 tot en met 79 kg/ha. De soorten brasem en blankvoorn die een hoge abundantie op de locaties 1 en 3 hebben zijn op deze overige locaties veel minder sterk aanwezig. Op de locaties 2 en 4 wordt de visstand op basis van gewicht aangevoerd door blankvoorn. Op locatie 9 is het baarsbestand van noemenswaardige omvang (50 kg/ha). De geraamde visbestanden in de verbredingen/zwaaikommen varieren van ongeveer 133 tot en met kg/ha en van tot en met stuks/ha. Vooral op de locaties 4a en 4b zijn forse visbestanden aangetroffen die zelfs van grotere omvang zijn dan kg/ha. Ook op de andere locaties ligt het visbestand gemiddeld ruim boven dat van de locaties die in het kanaal zelf zijn gelegen. De visbestanden in de verbredingen worden voornamelijk bepaald door brasem en blankvoorn. Blz. 10 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

19 Tabel 3.3. Raming van het visbestand in de kanaaldelen van het Kanaal Dessel-Turnhout- Schoten (kg/ha) in Gilde Vissoort 1 2b 3 4b 5b 6b 8 9 Eurytoop Aal/Paling 11,1-61,9 2,1 21,6-4,6 - Alver 13,6 0,2 7, ,8 - Baars 17,2 2,6 15,9 7,4 12,4 1,4 10,1 50,0 Blankvoorn 58,9 19,9 92,1 55,9 1,4-15,1 5,6 Brasem 283,5 2,2 60,0 6, ,6 10,6 Hybride Karper ,5 - Kolblei - - 1, Pos - - 2,3 0, ,3 0,1 Snoek 21,9-9,4-41,3-0,7 - Snoekbaars 1,9-56, ,5 1,1 Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn 0, ,5 2,0 0,4 0,5 Zeelt ,0 - Rheofiel Winde 5,5 0, Exoot Koikarper ,7 - Marmergrondel , Roofblei Zilverkarper Zonnebaars - 0, ,2 - Zwartbekgrondel 2, Totaal 416,2 25,8 307,2 72,2 79,2 3,4 75,5 67,9 Tabel 3.4. Raming van het visbestand in de kanaaldelen van het Kanaal Dessel-Turnhout- Schoten (N/ha) in Gilde Vissoort 1 2b 3 4b 5b 6b 8 9 Eurytoop Aal/Paling Alver Baars Blankvoorn Brasem Hybride Karper Kolblei Pos Snoek Snoekbaars Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Rheofiel Winde Exoot Koikarper Marmergrondel Roofblei Zilverkarper Zonnebaars Zwartbekgrondel Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 11 van 46

20 Tabel 3.5. Raming van het visbestand in de verbredingen van het Kanaal Dessel-Turnhout- Schoten (kg/ha) in Gilde Vissoort 2a 4a 5a 6a 7 Eurytoop Aal/Paling - 1,1 56,0 7,6 3,2 Alver 17,0-2,3 19,0 12,2 Baars 3,2 17,1 9,9 49,7 9,1 Blankvoorn 29, ,7 885,6 245,8 118,3 Brasem 35, , ,1 33,3 104,7 Hybride - 3,5 28,5 - - Karper Kolblei 0,9 16,1-14,9 39,2 Pos 0,7 0,4 0,6 0,1 3,5 Snoek 6,1 19,0 21,5 27,9 20,2 Snoekbaars 0,4 137,9 42,1 28,2 2,5 Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn 2,1-30,8 1,3 3,3 Zeelt - 0,1 4,8 43,2 - Rheofiel Winde 1,2 6, Exoot Koikarper Marmergrondel - 0,0-0,1 0,0 Roofblei 36,2 32,7 2,3-0,6 Zilverkarper - 31,7-43,4 - Zonnebaars 0,2 2,2 1,4 0,3 0,7 Zwartbekgrondel Totaal 133, , ,9 514,8 317,5 0,0 = <0,05 kg/ha; - = niet aangetroffen Tabel 3.6. Raming van het visbestand in de verbredingen van het Kanaal Dessel-Turnhout- Schoten (N/ha) in Gilde Vissoort 2a 4a 5a 6a 7 Eurytoop Aal/Paling Alver Baars Blankvoorn Brasem Hybride Karper Kolblei Pos Snoek Snoekbaars Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Rheofiel Winde Exoot Koikarper Marmergrondel Roofblei Zilverkarper Zonnebaars Zwartbekgrondel Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen Blz. 12 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

21 3.5 Lengtesamenstelling De lengtefrequentieverdelingen van de aangetroffen soorten zijn grafisch weergegeven in bijlage 4. Van de meest voorkomende vissoort in het kanaal, de blankvoorn, zijn voornamelijk exemplaren met lengtes van 10 tot en met circa 17 cm aangetroffen. Het merendeel van deze vissen betreft waarschijnlijk twee- en driezomerige exemplaren. Eénzomerige blankvoorns zijn relatief weinig aanwezig. De grootste blankvoorn die is aangetroffen had een lengte van maar liefst 44 cm. Het bestand aan baars bestaat vooral uit vissen van de jongste twee jaarklassen. Ook is een afnemend aantal oudere vissen aanwezig met lengtes tot 40 cm. Bij brasem zijn net als bij blankvoorn weinig éénzomerige exemplaren aangetroffen. Meerjarige brasems zijn wel veel aangetroffen waarbij de maximale lengte 58 cm bedroeg. Er zijn van brasem meerdere jaarklassen aanwezig maar er is geen duidelijk onderscheid te maken in jaarklassen. Van alver zijn wat éénzomerige vissen aanwezig met lengtes van 4-6 cm. Verder zijn ook meerjarige alvers gevangen met lengtes oplopend tot 20 cm. Van kolblei zijn voornamelijk vissen uit de lengtegroep cm aangetroffen. Eénzomerige vissen ontbreken. De grootste kolblei had een lengte van 41 cm. De samenstelling van rietvoorn bestaat vooral uit tweede-en derdejaars vissen. Er is weinig visbroed van rietvoorn aanwezig. De grootste rietvoorn mat bijna 30 cm. Bij pos is duidelijk onderscheid te maken in één- en tweezomerige vissen. Van roofblei zijn vooral enkele grote exemplaren waargenomen in de lengterange cm. Bij zonnebaars zijn de éénzomerige vissen te onderscheiden van de oudere exemplaren. De grootste zonnebaars was 16 cm. Van zeelt zijn enkele juveniele vissen aangetroffen. Daarnaast zijn ook oudere vissen gevangen in de lengterange van cm. Er werd slechts één karper aangetroffen. Deze vis had een lengte van 54 cm. Van de roofvissen snoek en snoekbaars bestaat de vangst vooral uit grotere exemplaren. Juveniele snoekbaars is nauwelijks aangetroffen. De grootste snoekbaars had een lengte van 88 cm. Snoeken zijn aangetroffen is de lengterange van 20 tot 96 cm. De palingen die in het kanaal zijn aangetroffen variëren in lengte van 24 tot en met 91 cm. 3.6 Conditie Voor dit bestek zijn de condities van de gevangen vissen niet bepaald. Wel is bij de bemonsteringen een visuele inspectie uitgevoerd op de conditie van de gevangen vis. De vissen in het kanaal Dessel- Turnhout-Schoten zagen er gezond uit. De conditie van de vissen lijkt op het oog gemiddeld tot iets boven gemiddeld te liggen. Er zijn geen zaken, zoals infecties of vergroeiingen, waargenomen die duiden op een minder goede conditie. Figuur 3.4. Mooie gezonde vis uit het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (links brasem, rechts blankvoorn). Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 13 van 46

22 3.7 Predator-prooi verhouding De aangetroffen predatoren in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten zijn de soorten baars, snoek, snoekbaars en roofblei. Op basis van de biomassa van deze soorten (> 15 cm) en het totale prooivisbestand ( 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1:1,1. De biomassa aan predatoren is berekend op 30 kg/ha en de biomassa aan prooivis op 32,3 kg/ha. Het aandeel van de predatoren is op basis van biomassa hoog in verhouding tot het aandeel prooivis, waarmee een regulerend effect aanneembaar is. Figuur 3.5. Drie van de aangetroffen predatoren op het kanaal, snoekbaars (links), baars (midden) en roofblei (rechts). 3.8 Theoretische draagkracht Op basis van de zomergemiddelden nutriëntenconcentraties en de verblijftijd van het water is de theoretische draagkracht van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten berekend. In tabel 3.7 zijn de verblijftijden en zomergemiddelden nutriëntenconcentraties gegeven (bron: De Scheepvaart nv en VMM). Hoewel het vrije fosfaat met 50% van het totp hoog is, duidt de P:N ratio niet op stikstoflimitatie. Wel is het zo dat het vrije stikstof vrijwel uitsluitend bestaat uit NO3-. NH4+ en NO2- zijn vrijwel het gehele groeiseizoen laag (onder detectielimiet). De verblijftijd van 30 dagen is lang genoeg om de beschikbare nutriënten goed te kunnen benutten. Met de relatie van Hanson en Legget wordt de draagkracht voor het kanaal berekend op 235 kg/ha. Dit komt goed overeen met de geraamde 257 kg/ha. Wordt het fosfaatgehalte gecorrigeerd door het vrije (ortho) fosfaat af te trekken van het totaal fosfaat dan wordt op basis van 0,18 0,09 = 0,09 mg/l een dragend vermogen berekend van 144 kg/ha. Dit is veel lager dan de gevonden 235 kg/ha. Geconcludeerd wordt dat de visstand zich in ieder geval niet onder het dragend vermogen bevindt. Tabel 3.7. Zomergemiddelden nutriëntenconcentraties* en verblijftijden kanaal Dessel- Turnhout-Schoten. Meetpunt Gemiddeld TotPO4 0,14 0,20 0,19 0,18 opo4 0,03 0,05 0,07 0,09 TotN ** 1,57 2,44 3,36 2,46 P:N ratio 1:11 1:12 1:18 1:14 Verblijftijd 30 dagen 30 dagen 30 dagen 30 dagen *) waarden van april september 2012 **) waarden onder de detectielimiet zijn meegenomen als op de detectielimiet. Hierdoor zijn de berekende gemiddelden mogelijk iets te hoog. 3.9 Hengelvangstgegevens In figuur 3.6 t/m 3.8 worden de hengelvangstgegevens van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten weergegeven. Deze gegevens hebben betrekking op hengelwedstrijden uit de periode en zijn verzameld door de Vlaamse Vereniging van Hengelsport Verbonden (VVHV). In de periode zijn er jaarlijks gemiddeld 43 wedstrijden op het kanaal gevist (41 tot 46). Blz. 14 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

23 Relatieve lengtesamenstelling Gemiddelde vangstsamenstelling Gemiddeld vangstgewicht (g/mhu) Jaar Figuur 3.6. Gemiddeld vangstgewicht (g/mhu) hengelvangsten kanaal Dessel-Turnhout- Schoten % 80% Voornachtigen Brasemachtigen Overig 60% 40% 20% 0% Jaar Figuur 3.7. Gemiddelde vangstsamenstelling hengelvangsten kanaal Dessel-Turnhout-Schoten % 80% Voornachtigen Brasemachtigen Overig 60% 40% 20% 0% < 10cm cm cm cm cm > 50 cm Lengteklasse (cm) Figuur 3.8. Relatieve lengtesamenstelling hengelvangsten kanaal Dessel-Turnhout-Schoten in Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 15 van 46

24 Het gemiddelde vangstgewicht ligt de laatste jaren in de orde van grootte van 300 tot 700 gram per manhengeluur. Op basis van de resultaten lijkt er sprake van een licht stijgende trend in dit vangstgewicht. De vangstsamenstelling is de afgelopen vier jaar nauwelijks gewijzigd, in alle jaren wordt de vangst gedomineerd door voornachtigen. Deze vissen hebben gemiddeld een aandeel van circa 60% in de vangst. Het overige aandeel van de vangst bestaat voornamelijk uit brasemachtigen en overige vissoorten (waarschijnlijk grotendeels baars en pos). Ook van de vangst van zwartbekgrondel wordt incidenteel melding gemaakt. De voornachtigen die in 2014 gevangen zijn vallen grotendeels in de lengteklasse van 10 tot 20 cm. De brasemachtigen zijn verdeeld over de verschillende lengteklassen. De overige vissoorten vallen grotendeels binnen de lengteklasse van 10 tot 20 cm. Blz. 16 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

25 4 RESULTATEN KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK 4.1 Algemene opmerkingen De bemonstering van het kanaal Bossuit-Kortrijk is uitgevoerd op 26 en 27 augustus De bemonstering kon zonder noemenswaardige problemen uitgevoerd worden. In figuur 3.1 wordt een impressie gegeven van het kanaal Bossuit-Kortrijk. Het kanaal is opgedeeld in drie stuwpanden: Kortrijk-sluis Zwevegem, sluis Zwevegem-sluis Moen en sluis Moen-sluis Bossuit. In elk stuwpand is één trek met de stortkuil uitgevoerd. In stuwpand Kortrijksluis Zwevegem is daarnaast één traject in de oeverzone bemonsterd met het elektrovisapparaat. In beide andere stuwpanden zijn twee elektrotrajecten bevist. Het visbestand is bepaald voor het kanaal als geheel en tevens zijn visbestanden per stuwpand berekend. In bijlage 6 zijn de ruwe vangstgegevens per traject (aantallen en biomassa) opgenomen. Figuur 4.1. Impressie van het kanaal Bossuit-Kortrijk 4.2 Soortensamenstelling In totaal zijn er in het kanaal Bossuit-Kortrijk tien verschillende vissoorten aangetroffen (exclusief hybride). De meeste vissoorten behoren hierbij tot het eurytope stromingsgilde, namelijk: paling, baars, blankvoorn, brasem, giebel, kolblei, pos en snoekbaars. De overige vissoorten zijn de limnofiele rietvoorn en zeelt. Rheofiele soorten en exoten zijn niet aangetroffen. De soorten paling, baars, blankvoorn, brasem, hybride, pos en snoekbaars zijn in alle drie de stuwpanden aangetroffen. Rietvoorn en zeelt zijn uitsluitend in het stuwpand Kortrijk-Zwevegem aangetroffen. 4.3 Omvang van het visbestand In tabel 4.1en tabel 4.2 is de geschatte omvang van het totale visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk gegeven in kilogram en aantal per hectare. De omvang van het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk is geschat op 212,5 kg/ha en stuks/ha. De visbiomassa bestaat voornamelijk uit paling (32%), blankvoorn (27%), brasem (21%) en baars (11%). Voor de overige vissoorten geldt dat het aandeel in de bestandschatting maximaal 4% bedraagt. De snoekbaars is hierbij nog het meest abundant. Op basis van aantallen bestaat het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk voornamelijk uit blankvoorn (58%). Daarnaast hebben ook baars (17%) en brasem (16%) een flink aandeel. Voor de overige vissoorten geldt dat het aandeel in de bestandschatting maximaal 3% bedraagt. De soorten snoekbaars en pos zijn hierbij nog het meest abundant. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 17 van 46

26 Tabel 4.1. Raming van het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk (kg/ha) in Eurytoop Aal/Paling 67, ,0 1,7 65,4 Baars 23,1 7,8 7,5 6,8 1,0 - Blankvoorn 57,6 4,3 26,4 21,8 5,1 - Brasem 44,6 0,2 9,8 18,5 2,8 13,3 Giebel 1, ,5 0,6 - Hybride 4,3 0,0 0,6 3,6 0,2 - Kolblei 2, ,3 0,3 - Pos 1,6 1,1 0, Snoekbaars 9,0 1,5-0,1 1,7 5,7 Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn 0,2 0,1 0, Zeelt 1,1-0,1-1,0 - Totaal 212,5 15,0 45,0 53,6 14,4 84,4 0,0 = <0,05 kg/ha; - = niet aangetroffen Tabel 4.2. Raming van het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk (N/ha) in Eurytoop Aal/Paling Baars Blankvoorn Brasem Giebel Hybride Kolblei Pos Snoekbaars Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen 4.4 Bestandschatting stuwpanden In tabel 4.3 en tabel 4.4 is de geschatte omvang van het totale visbestand per stuwpand en voor het hele kanaal Bossuit-Kortrijk gegeven in kilogram en aantal per hectare. In bijlage 5 zijn de bestandschattingen per deelgebied verder gespecificeerd per lengtegroep. Tabel 4.3. Raming van het visbestand per stuwpand in het kanaal Bossuit-Kortrijk (kg/ha) in Kortrijk- Zwevegem- Moen- Gilde Vissoort Zwevegem Moen Bossuit Totaal Eurytoop Aal/Paling 128,7 39,5 26,0 67,2 Baars 43,5 12,6 11,1 23,1 Blankvoorn 6,4 149,1 16,7 57,6 Brasem 38,0 75,8 17,8 44,6 Giebel 1,7 1,5-1,1 Hybride 0,0 10,0 3,1 4,3 Kolblei 0,6 7,3-2,7 Pos 0,2 4,0 0,6 1,6 Snoekbaars 7,4 17,3 1,7 9,0 Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn 0, ,2 Zeelt 3, ,1 Totaal 230,1 317,1 77,0 212,5 0,0 = <0,05 kg/ha; - = niet aangetroffen Blz. 18 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

27 Tabel 4.4. Raming van het visbestand per stuwpand in het kanaal Bossuit-Kortrijk (N/ha) in Kortrijk- Zwevegem- Moen- Gilde Vissoort Zwevegem Moen Bossuit Totaal Eurytoop Aal/Paling Baars Blankvoorn Brasem Giebel Hybride Kolblei Pos Snoekbaars Limnofiel Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen De visstand is tamelijk ongelijkmatig over de drie stuwpanden verdeeld. De visstand in het stuwpand Moen-Bossuit is geraamd op 77,0 kg/ha (3.312 stuks/ha), in stuwpand Kortrijk-Zwevegem op 230,1 kg/ha (4.832 stuks/ha) en in stuwpand Zwevegem-Moen op 317,1 kg/ha ( stuks/ha). Ook qua samenstelling loopt de visstand tussen de stuwpanden sterk uiteen. In stuwpand Moen-Bossuit is de laagste visstand aangetroffen, ook het aantal aangetroffen soorten is in dit stuwpand het laagst. In stuwpand Kortrijk-Zwevegem is het hoogste aantal soorten aangetroffen. In dit stuwpand is paling veelvuldig aangetroffen. In het stuwpand Zwevegem-Moen wordt de visstand het hoogst geraamd. In dit stuwpand zijn het vooral blankvoorn en brasem die het grootste deel van de visstand bepalen. 4.5 Lengtesamenstelling De lengtefrequentieverdelingen van de aangetroffen soorten zijn grafisch weergegeven in bijlage 4. Van de meest voorkomende vissoort in het kanaal, de blankvoorn, zijn voornamelijk exemplaren met lengtes van 8 tot en met 10 cm aangetroffen. Het merendeel van deze vissen betreft waarschijnlijk tweezomerige exemplaren. Eénzomerige blankvoorns zijn relatief weinig aanwezig. Oudere blankvoorns zijn ook aanwezig. De grootste blankvoorn die is aangetroffen had een lengte van 35 cm. Figuur 4.2. Juveniele blankvoorns zijn veelvuldig aangetroffen op het kanaal. Het bestand aan baars bestaat vooral uit één- en tweezomerige vissen. De éénzomerige exemplaren hebben lengtes bereikt tot circa 11 cm. Ook oudere baarzen zijn aangetroffen met een maximale lengte van 26 cm. Bij brasem bestaat het bestand vooral uit één- en tweezomerige vissen. De éénzomerige exemplaren zijn relatief weinig aanwezig. Ook oudere en dus grotere brasems zijn aangetroffen waarbij vooral exemplaren in de lengterange cm sterk vertegenwoordigd zijn. Brasems groter dan 22 cm zijn naar verhouding weinig aanwezig. Pos is over een brede lengterange aangetroffen. Dit duidt op de aanwezigheid van meerdere jaarklassen. Onderscheid in jaarklassen is door overlapping niet duidelijk waar te nemen. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 19 van 46

28 Het bestand aan rietvoorn bestaat vrijwel uitsluitend uit juvenielen (éénzomerige vissen met een lengte tot 7 cm). In het snoekbaarsbestand zijn duidelijk de jongste drie jaarklassen te onderscheiden. Van de éénzomerige vissen is een sterke jaarklasse aanwezig. Deze snoekbaarsjes hebben een lengte bereikt tot 15 cm. De tweezomerige vissen hebben een lengte van cm en de driezomerige vissen hebben lengtes van cm. Ook zijn enkele oudere snoekbaarzen aangetroffen. De grootste snoekbaars had een lengte van 63 cm. De palingen die in het kanaal zijn aangetroffen variëren in lengte van 19 tot en met 85 cm. Snoeken zijn in het kanaal Bossuit-Kortrijk niet aangetroffen. Van de overige vissoorten zijn veelal slechts enkele exemplaren aangetroffen of is geen duidelijk beeld van de lengteopbouw verkregen. 4.6 Conditie De condities van de gevangen vissen niet bepaald. Wel is bij de bemonsteringen een visuele inspectie uitgevoerd op de conditie van de gevangen vis. De vissen in het kanaal Bossuit-Kortrijk zagen er goed gezond uit. De conditie van de vissen lijkt op het oog gemiddeld tot iets boven gemiddeld te liggen. Er zijn geen zaken, zoals infecties of vergroeiingen, waargenomen die duiden op een minder goede conditie. 4.7 Predator-prooi verhouding De aangetroffen predatoren in het kanaal Bossuit-Kortrijk zijn de soorten baars en snoekbaars. Op basis van de biomassa van deze soorten (> 15 cm) en het totale prooivisbestand ( 15 cm) is de predator-prooi verhouding berekend op 1:4. De biomassa aan predatoren is berekend op 15,3 kg/ha en de biomassa aan prooivis op 60 kg/ha. Het aandeel van de predatoren is op basis van biomassa vrij laag in verhouding tot het aandeel prooivis, waarmee slechts een gedeeltelijk regulerend effect aanneembaar is. Figuur 4.3. Op het kanaal is een gezonde populatie snoekbaars aanwezig. 4.8 Theoretische draagkracht Op basis van de zomergemiddelden nutriëntenconcentraties en de verblijftijd van het water is de theoretische draagkracht van het kanaal Bossuit-Kortrijk berekend. In tabel 4.5 zijn de verblijftijden en zomergemiddelden nutrientenconcentraties gegeven (bron: VMM, W&Z en ANB). Hoewel het vrije fosfaat met 62% van het totp erg hoog is duidt de P:N ratio niet op stikstoflimitatie. De verblijftijd van water in het kanaal is na verwachting lang genoeg om de aanwezige nutriënten te benutten. Dagelijks wordt circa kubieke meter water weggepompt voor waterproductie (ref. 15), overeenkomend met circa 1,5% van het kanaalvolume. De verblijftijd van het water wordt hiermee circa twee maanden. Met de relatie van Hanson en Legget wordt de draagkracht voor het kanaal Bossuit-Kortrijk berekend op 368 kg/ha. Dit is hoger dan de geraamde 213kg/ha. Gezien de hoge waarden aan vrij beschikbaar fosfaat mag geconcludeerd worden dat niet alle fosfaat benut wordt. De reden daarvan is niet bekend. Wordt het fosfaat gehalte gecorrigeerd voor het vrije fosfaat dan wordt die berekend op 0,34 0,21 = 0,13 mg P/l wat overeenkomt met een dragend vermogen van 186 kg/ha wat weer iets lager is dan de gevonden biomassa van 213 kg/ha. Blz. 20 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

29 Gemiddeld vangstgewicht (g/mhu) Wat opvalt is het grote verschil in de gehaltes aan nutriënten tussen de twee meetpunten. Het meetpunt is nabij Kortrijk en het meetpunt is gelegen vlak bij de monding van het kanaal in Bossuit. Ondanks de hogere voedselrijkdom nabij Bossuit is daar het laagste visbestand aangetroffen. Mogelijk dat de waterkwaliteit in dit deel van het kanaal de beperkende factor is. Omdat de verschillen tussen beide meetpunten groot zijn is het lastig om een betrouwbare uitspraak te doen over het exacte dragend vermogen. Tabel 4.5. Zomergemiddelden nutriëntenconcentraties* en verblijftijden kanaal Bossuit- Kortrijk. Meetpunt Gemiddeld TotPO4 0,18 0,50 0,34 opo4 0,15 0,27 0,21 TotN 3,23 6,80 5,02 P:N ratio 1:18 1:14 1:15 Verblijftijd Lang** Lang** Lang** *) waarden van april september 2014 **) Het debiet dat via de scheepvaartsluis naar de Bovenschelde gaat wordt weer direct teruggepompt. (med. W&Z) 4.9 Hengelvangstgegevens In figuur 4.4 t/m 4.6 worden de hengelvangstgegevens van het kanaal Bossuit-Kortrijk weergegeven. Deze gegevens hebben betrekking op hengelwedstrijden uit de periode en zijn verzameld door de Vlaamse Vereniging van Hengelsport Verbonden (VVHV). Het aantal georganiseerde wedstrijden varieert in deze periode van 7 in 2012 tot 17 in Het gemiddelde vangstgewicht ligt de laatste jaren in de orde van grootte van 200 tot 600 gram per manhengeluur. Op basis van de resultaten lijkt er sprake van een licht stijgende trend in dit vangstgewicht. De vangstsamenstelling wordt in alle jaren gedomineerd door voornachtigen, al heeft ook de groep van overige soorten een behoorlijk aandeel in de vangst. Het aandeel brasemachtigen is zeer beperkt. De groep overige soorten bestaat vooral uit baars en pos. Ook van zwartbekgrondel wordt incidenteel melding gemaakt. De voornachtigen die in 2014 zijn gevangen zijn vrijwel allemaal kleiner dan 20 cm waarbij het merendeel zich in de lengteklasse van 10 tot 20 cm bevindt. De brasemachtigen zijn verdeeld over de verschillende lengteklassen, waarbij het merendeel van de gevangen vissen tussen de 10 en 40 cm is. De overige vissoorten vallen grotendeels binnen de lengteklasse kleiner dan 10 cm Jaar Figuur 4.4. Gemiddeld vangstgewicht (g/mhu) hengelvangsten kanaal Bossuit-Kortrijk Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 21 van 46

30 Relatieve lengtesamenstelling Gemiddelde vangstsamenstelling 100% 80% Voornachtigen Brasemachtigen Overig 60% 40% 20% 0% Jaar Figuur 4.5. Gemiddelde vangstsamenstelling hengelvangsten kanaal Bossuit-Kortrijk % 80% Voornachtigen Brasemachtigen Overig 60% 40% 20% 0% < 10cm cm cm cm cm > 50 cm Lengteklasse (cm) Figuur 4.6. Relatieve lengtesamenstelling hengelvangsten kanaal Bossuit-Kortrijk in 2013 en Blz. 22 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

31 5 RESULTATEN KANAAL LEUVEN-DIJLE 5.1 Algemene opmerkingen De bemonstering van het kanaal Leuven-Dijle is uitgevoerd in de periode van 13 tot en met 15 oktober De bemonstering kon zonder noemenswaardige problemen uitgevoerd worden. In figuur 3.1 wordt een impressie gegeven van het Kanaal Leuven-Dijle. Het kanaal is opgedeeld in vijf stuwpanden: SAS1. Leuven-Tildonk; SAS2. Tildonk- Kampenhout-Sas; SAS3. Kampenhout-Sas-Boortmeerbeek; SAS4. Boortmeerbeek-Battel; SAS5. Battel-Zennegat. Tevens is in SAS1 en 3 een verbreding/zwaaikom aanwezig. In beide verbredingen is de visstand bemonsterd met de zegen. In de kanaaldelen zelf is per stuwpand één trek met de stortkuil uitgevoerd. In SAS3 en 5 is steeds één elektrotraject in de oeverzone bemonsterd. In SAS2 zijn twee elektrotrajecten bemonsterd en in SAS1 en 4 zijn drie elektrotrajecten bevist. Het visbestand is bepaald voor het kanaal als geheel en tevens zijn visbestanden per stuwpand berekend. Voor de stuwpanden SAS1 en 3 is daarnaast ook nog het visbestand in het kanaaldeel en in de verbreding/zwaaikom berekend. In bijlage 6 zijn de ruwe vangstgegevens per traject (aantallen en biomassa) opgenomen. Figuur 5.1. Een impressie van het Kanaal Leuven-Dijle. 5.2 Soortensamenstelling In totaal zijn er in het kanaal Leuven-Dijle 12 verschillende vissoorten aangetroffen (exclusief hybride en spiegelkarper). De meeste vissoorten behoren hierbij tot het eurytope stromingsgilde, namelijk: paling, baars, blankvoorn, brasem, driedoornige stekelbaars, karper, pos en snoekbaars. De overige vissoorten zijn de limnofiele bittervoorn, rietvoorn en zeelt en de rheofiele winde. Exoten zijn niet aangetroffen. De soorten baars, blankvoorn en pos zijn in alle vijf de stuwpanden aangetroffen. 5.3 Omvang van het visbestand In tabel 5.1en tabel 5.2 is de geschatte omvang van het totale visbestand in het Kanaal Leuven-Dijle gegeven in kilogram en aantal per hectare. De omvang van het visbestand in het kanaal Leuven-Dijle is geschat op 93,7 kg/ha en stuks/ha. De visbiomassa bestaat voornamelijk uit baars (30%), blankvoorn (21%), brasem (17%) en paling (15%). Voor de overige vissoorten geldt dat het aandeel in de bestandschatting maximaal 5% bedraagt, waarbij karper en zeelt nog het meest abundant zijn. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 23 van 46

32 Op basis van aantallen bestaat het visbestand in het kanaal Leuven-Dijle voornamelijk uit baars (67%) en blankvoorn (23%). Voor de overige vissoorten geldt dat het aandeel in de bestandschatting maximaal 5% bedraagt. Pos is hierbij nog het meest abundant. Tabel 5.1. Raming van het visbestand in het Kanaal Leuven-Dijle (kg/ha) in Eurytoop Aal/Paling 13,6-0,0 0,0 0,8 12,8 Baars 28,5 7,3 17,0 4,2 0,0 - Blankvoorn 20,0 2,4 3,4 7,7 6,6 - Brasem 16,1 0,0 0,0 0,0 0,1 16,0 Driedoornige stekelbaars 0,0-0, Hybride 0,8-0,1 0,6 0,0 0,1 Karper 4, ,3 Pos 1,5 0,2 1, Snoekbaars 0, ,4 Spiegelkarper 3, ,5 Limnofiel Bittervoorn 0,0-0, Rietvoorn/Ruisvoorn 0,3 0,0-0,3 - - Zeelt 4,7-0,6 1,8-2,4 Rheofiel Winde 0, ,0 - - Totaal 93,7 9,9 22,3 14,6 7,5 39,5 0,0 = <0,05 kg/ha; - = niet aangetroffen Tabel 5.2. Raming van het visbestand in het Kanaal Leuven-Dijle (N/ha) in Eurytoop Aal/Paling Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Hybride Karper Pos Snoekbaars Spiegelkarper Limnofiel Bittervoorn Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Rheofiel Winde Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen 5.4 Bestandschatting stuwpanden In tabel 5.3 en tabel 5.4 is de geschatte omvang van het totale visbestand per stuwpand en voor het hele kanaal Leuven-Dijle gegeven in kilogram en aantal per hectare. In bijlage 5 zijn de bestandschattingen per stuwpand verder gespecificeerd per lengtegroep. Bij de stuwpanden SAS1 en 3 zijn hierbij ook de verbredingen meegenomen. Navolgend wordt voor deze stuwpanden ook nog het verschil in de visstand gespecificeerd tussen de verbredingen en de kanaaldelen. De geraamde visbestanden lopen sterk uiteen tussen de vijf verschillende stuwpanden. In SAS 1 is veruit het grootste visbestand aangetroffen (199,5 kg/ha en stuks/ha). In dit stuwpand is veel blankvoorn aangetroffen. Ook brasem en baars zijn sterk vertegenwoordigd in dit stuwpand. Ook in stuwpand 3 is de omvang van het visbestand relatief hoog (111,3 kg/ha en stuks/ha). Brasem, blankvoorn en karper komen op basis van biomassa het meest voor in dit stuwpand. Het hoge bestand is vooral veroorzaakt door de hoge visstand in de verbreding. In de hoofdstroom zelf is een bestand aangetroffen van 42,7 vergelijkbaar met de SAS 2, 4 en 5 (zie tabel 5.3 t/m 5.6). In de andere drie stuwpanden zijn de aangetroffen visbestanden fors lager. De visbestanden variëren hier van ca. 35 tot 55 kg/ha. Blz. 24 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

33 Brasem is in deze stuwpanden niet of nauwelijks aangetroffen en ook blankvoorn komt naar verhouding zeer weinig voor. Het is mogelijk dat de bodemsamenstelling ook een deel van de verschillen verklaard. In paragraaf wordt hier nader op ingegaan. Tabel 5.3. Raming van het visbestand per stuwpand in het kanaal Leuven-Dijle (kg/ha) in Gilde Vissoort SAS1 SAS2 SAS3 SAS4 SAS5 Totaal Eurytoop Aal/Paling 11,4 11,4-19,3 20,6 13,6 Baars 49,2 34,9 14,3 19,3 12,2 28,5 Blankvoorn 60,1 2,8 27,6 1,2 0,0 20,0 Brasem 41,2 0,0 44, ,1 Driedoornige stekelbaars 0, ,0 0,0 Hybride 1,1 0,2 3, ,8 Karper 7,1-20, ,3 Pos 2,4 4,1 0,5 0,1 0,1 1,5 Snoekbaars 0,3-0,8-1,6 0,4 Spiegelkarper 13, ,5 Limnofiel Bittervoorn 0, ,0 Rietvoorn/Ruisvoorn 1,0-0,6 0,0-0,3 Zeelt 12,0 1,5-3,8-4,7 Rheofiel Winde - - 0, ,0 Totaal 199,5 54,9 111,3 43,7 34,5 93,7 0,0 = <0,05 kg/ha; - = niet aangetroffen Tabel 5.4. Raming van het visbestand per stuwpand in het kanaal Leuven-Dijle (N/ha) in Gilde Vissoort SAS1 SAS2 SAS3 SAS4 SAS5 Totaal Eurytoop Aal/Paling Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Hybride Karper Pos Snoekbaars Spiegelkarper Limnofiel Bittervoorn Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Rheofiel Winde Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen In de stuwpanden SAS1 en SAS3 zijn naast de kanaaldelen ook de verbredingen bevist. Tabel 5.5 en tabel 5.6 geven de ramingen van de bestandschattingen van deze locaties. Uit de resultaten valt op te maken dat de aangetroffen visbestanden in de verbredingen een veelvoud zijn van de visbestanden op het kanaal zelf. In SAS1 is het visbestand in de verbreding geraamd op ruim kg/ha ( stuks/ha) tegenover circa 138 kg/ha (4.368 stuks/ha) op het kanaal zelf. Ook in SAS3 is het verschil in de omvang van het visbestand tussen de verbreding (868 kg/ha) en het kanaal (43 kg/ha) zeer groot. In de verbredingen zijn forse bestanden aan blankvoorn en brasem aanwezig. Op het kanaal zelf zijn beide soorten slechts zeer beperkt present. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 25 van 46

34 Tabel 5.5. Verschil in het visbestand tussen het kanaal en de verbredingen (kg/ha) in SAS1 SAS1 SAS3 SAS3 Gilde Vissoort kanaal verbreding kanaal verbreding Eurytoop Aal/Paling 12, Baars 51,4 4,9 15,4 2,6 Blankvoorn 9, ,1 0,0 332,0 Brasem 28,5 298,5 4,4 480,2 Driedoornige stekelbaars 0, Hybride 0,0 23,6-42,7 Karper 7,5-21,8 - Pos 2,5-0,5 - Snoekbaars - 7,2-9,8 Spiegelkarper 14, Limnofiel Bittervoorn 0, Rietvoorn/Ruisvoorn - 21,4 0,6 0,4 Zeelt 12,5 2,9 - - Rheofiel Winde ,4 Totaal 138, ,6 42,7 868,1 0,0 = <0,05 kg/ha; - = niet aangetroffen Tabel 5.6. Verschil in het visbestand tussen het kanaal en de verbredingen (N/ha) in SAS1 SAS1 SAS3 SAS3 Gilde Vissoort kanaal verbreding kanaal verbreding Eurytoop Aal/Paling Baars Blankvoorn Brasem Driedoornige stekelbaars Hybride Karper Pos Snoekbaars Spiegelkarper Limnofiel Bittervoorn Rietvoorn/Ruisvoorn Zeelt Rheofiel Winde Totaal = <0,5 stuks/ha; - = niet aangetroffen 5.5 Lengtesamenstelling De lengtefrequentieverdelingen van de aangetroffen soorten zijn grafisch weergegeven in bijlage 4. Van de meest voorkomende vissoort in het kanaal, de blankvoorn, zijn voornamelijk exemplaren met lengtes van 12 tot en met 18 cm aangetroffen. Het merendeel van deze vissen betreft waarschijnlijk twee- en driezomerige exemplaren. De grootste blankvoorn die is aangetroffen had een lengte van 32 cm. Doordat er in januari 2014 nog 1.100kg blankvoorn (lengte 5-15cm) op het kanaal werd uitgezet, is het lastig om te bepalen of de aanwezige lengteopbouw vooral het gevolg is van natuurlijke reproductie of van de bepotingen. Het bestand aan baars bestaat vooral uit één- en tweezomerige vissen. De éénzomerige exemplaren hebben lengtes bereikt tot circa 10 cm. Ook oudere baarzen zijn aangetroffen met een maximale lengte van 27 cm. Het brasembestand bestaat in hoofdzaak uit grote oude vissen met een lengte tussen 50 en 60 cm. Brasems kleiner dan 50 cm zijn nauwelijks aangetroffen. Er lijkt nauwelijks sprake van natuurlijke aanwas te zijn. Pos is over een brede lengterange aangetroffen. Dit duidt op de aanwezigheid van meerdere jaarklassen. Onderscheid in jaarklassen is door overlapping niet duidelijk waar te nemen. Van rietvoorn zijn slechts weinig exemplaren aangetroffen. Blz. 26 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

35 De grootste rietvoorn had een lengte van 25 cm. Ook van snoekbaars zijn zeer weinig vissen waargenomen. Dit waren er welgeteld drie met lengtes van 47, 72 en 73 cm. De palingen die in het kanaal zijn aangetroffen variëren in lengte van 14 tot en met 70 cm. In totaal zijn zes karpers in het kanaal gevangen waaronder twee spiegelkarpers. De karpers hadden lengtes variërend van 51 tot en met 67 cm. Van zeelt zijn voornamelijk enkele juvenielen waargenomen (vissen met een lengte rond de 11 cm). Daarnaast zijn ook enkele zeelten aangetroffen van circa 45 cm. Snoeken zijn in het kanaal Leuven-Dijle niet aangetroffen. Van de overige vissoorten zijn veelal slechts enkele exemplaren aangetroffen of is geen duidelijk beeld van de lengteopbouw verkregen. Figuur 5.2. Van brasem zijn bijna uitsluitend grote exemplaren aangetroffen. 5.6 Conditie De conditie van de gevangen vissen is niet bepaald. Wel is bij de bemonsteringen een visuele inspectie uitgevoerd op de conditie van de gevangen vis. De vissen in het kanaal Leuven-Dijle zagen er goed uit. De conditie van de vissen lijkt op het oog gemiddeld te zijn. 5.7 Predator-prooi verhouding De aangetroffen predatoren in het kanaal Leuven-Dijle zijn de soorten baars en snoekbaars. Op basis van de biomassa van deze soorten (> 15 cm) en het totale prooivisbestand ( 15 cm) is de predatorprooi verhouding berekend op 1:7. De biomassa aan predatoren is berekend op slechts 4,6 kg/ha en de biomassa aan prooivis op 32,2 kg/ha. Het aandeel van de predatoren is op basis van biomassa laag in verhouding tot het aandeel prooivis, waarmee geen regulerend effect aanneembaar is. 5.8 Theoretische draagkracht Op basis van de zomergemiddelden nutriëntenconcentraties en de verblijftijd van het water is de theoretische draagkracht van het kanaal Leuven-Dijle berekend. In tabel 5.7 zijn de verblijftijden en zomergemiddelden nutriëntenconcentraties gegeven (bron: W&Z en VMM). Tabel 5.7. Zomergemiddelden nutriëntenconcentraties* en verblijftijden kanaal Leuven-Dijle. Meetpunt Gemiddeld TotPO4 0,11 0,30 0,21 opo4 0,04 0,12 0,08 TotN 4,18 6,73 5,46 P:N ratio 1:39 1:23 1:26 Verblijftijd Lang** Lang** Lang** *) waarden van april september 2014 **) schatting Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 27 van 46

36 Gemiddeld vangstgewicht (g/mhu) Er lijkt geen sprake te zijn van stikstoflimitatie. Het vrije (ortho) fosfaat wordt ook in dit kanaal niet geheel benut maar is relatief gezien minder aanwezig dan in de andere kanalen. Er wordt alleen water via het kanaal afgevoerd door de schuttingen zodat naar verwachting de verblijftijd lang genoeg is om de aanwezige nutriënten te benutten. Uitgaande van het totaal fosfaat gehalte van 0,21 mg/l wordt een dragend vermogen berekend van 262 kg/ha. Dit is aanmerkelijk meer dan de gevonden 94 kg/ha. Indien gecorrigeerd wordt voor het vrije (ortho) fosfaat dan wordt op basis van 0,13 mg P/l een dragend vermogen van 186 kg/ha berekend wat ook nog twee keer zo hoog is dan de aangetroffen visstand. Geconcludeerd moet worden dat de visstand zich onder het dragend vermogen van het water bevind. 5.9 Hengelvangstgegevens In figuur 5.3 t/m 5.5 worden de hengelvangstgegevens van het kanaal Leuven-Dijle weergegeven. Deze gegevens hebben betrekking op hengelwedstrijden uit de periode en zijn verzameld door de Vlaamse Vereniging van Hengelsport Verbonden (VVHV). Het aantal georganiseerde wedstrijden bedroeg in 2011 nog acht, in de jaren daarna werden er jaarlijks twee of drie wedstrijden gevist. Het gemiddelde vangstgewicht ligt de laatste jaren in de orde van grootte van 150 tot 400 gram per manhengeluur. De vangsten in 2013 zijn duidelijk lager dan in de overige jaren. De vangstsamenstelling wordt in 2013 gedomineerd door de groep overige soorten (vooral baars en pos) terwijl in 2014 de voornachtigen domineren. Het aandeel brasemachtigen is zeer beperkt. In 2011 en 2012 was de vangst gemiddeld gevarieerder opgebouwd met zowel een behoorlijk aandeel voornachtigen alsmede overige soorten. In die jaren was het aandeel brasemachtigen ook laag, zij het iets hoger dan de laatste twee jaar. De voornachtigen die in 2014 zijn gevangen bevinden zich vrijwel allemaal in de lengteklasse van 10 tot 20 cm. De brasemachtigen zijn verdeeld over de verschillende lengteklassen, waarbij het merendeel van de gevangen vissen tussen de 30 en 40 cm is. De overige vissoorten vallen grotendeels binnen de lengteklasse van 10 tot 20 cm Jaar Figuur 5.3. Gemiddeld vangstgewicht (g/mhu) hengelvangsten kanaal Leuven-Dijle Blz. 28 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

37 Relatieve lengtesamenstelling Gemiddelde vangstsamenstelling 100% 80% Voornachtigen Brasemachtigen Overig 60% 40% 20% 0% Jaar Figuur 5.4. Gemiddelde vangstsamenstelling hengelvangsten kanaal Leuven-Dijle % 80% Voornachtigen Brasemachtigen Overig 60% 40% 20% 0% < 10cm cm cm cm cm > 50 cm Lengteklasse (cm) Figuur 5.5. Relatieve lengtesamenstelling hengelvangsten kanaal Leuven-Dijle in 2013 en Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 29 van 46

38 6 DISCUSSIE 6.1 Uitvoering bemonstering De bemonsteringen van de drie kanalen zijn goed verlopen. De weersomstandigheden gedurende de bemonsteringen waren over het algemeen goed. Tot ver in het najaar van 2014 was het rustig weer met relatief hoge temperaturen. Bij de verdeling van de trajecten is er op gelet dat alle aanwezige habitats naar verhouding zijn bemonsterd. Alle kanalen zijn bemonsterd binnen de in het Handboek (ref. 3) voorgeschreven periode. Tijdens de uitvoering is gelet op mogelijke winterclusteringen, maar deze zijn niet waargenomen. Wel is de visstand op de kanalen zeer ongelijk verdeeld. In de verbredingen/zwaaikommen is de visstand meestal van veel grotere omvang dan op het kanaal zelf. Gezien de resultaten en het verloop van de bemonsteringen kan gesteld worden dat een representatief beeld van de visstand is verkregen. 6.2 Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Soortensamenstelling De soortensamenstelling is op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten met 19 soorten relatief groot. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat een zestal van de aangetroffen soorten exoten zijn. De meeste vissoorten behoren tot het eurytope stromingsgilde, namelijk: paling, alver, baars, blankvoorn, brasem, karper, kolblei, pos, snoek en snoekbaars. De overige vissoorten zijn de limnofiele rietvoorn en zeelt en de rheofiele winde. De soorten koikarper, karper, zilverkarper, marmergrondel, zwartbekgrondel, roofblei en winde zijn minder talrijk aanwezig dan de overige soorten. Van voorgenoemde soorten zijn hoogstens tien exemplaren aangetroffen op heel het kanaal. Bij de laatste bevissing op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten in 2010 werden 17 soorten aangetroffen (ref. 2). Dit is twee soorten minder dan in In 2011 werden giebel (n=7), rivierdonderpad (n=1) en riviergrondel (n=1) in kleine hoeveelheden aangetroffen (ref. 2). Deze soorten zijn in 2014 niet meer waargenomen. Daar staat tegenover dat in 2014 koikarper (n=1), zilverkarper (n=2), marmergrondel (n=7), zwartbekgrondel (n=9) en roofblei (n=10) addtioneel zijn aangetroffen. Omdat de vangstaantallen laag zijn berust het aantreffen van deze soorten deels op toeval. Voor marmergrondel, zwartbekgrondel en roofblei kan er sprake zijn van een toename in de verspreiding. Figuur 6.1. Marmergrondel en zwartbekgrondel (links) weten hun verspreidingsgebied in België steeds verder uit te breiden Omvang visbestand Het aanwezige visbestand op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is geraamd op 257 kg/ha (3.116 stuks/ha). Hiermee is het visbestand voor een kanaal van behoorlijk forse omvang. Op basis van gewicht wordt de visstand vooral bepaald door brasem en blankvoorn. Op basis van aantallen domineert blankvoorn de visstand. Het broedbestand van vrijwel alle aangetroffen soorten is van beperkte omvang. Normaliter kan dit duiden op minder gunstige paai- en opgroeimogelijkheden voor vis. In het kanaal zijn overigens voldoende zwaaikommen en speciaal aangelegde paaiplaatsen Blz. 30 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

39 Bestandschatting kg/ha (zeven stuks in totaal) aanwezig waar de onderwatervegetatie zich goed ontwikkeld. Er zou verwacht mogen worden dat deze plaatsten afdoende mogelijkheden bieden als paai- en opgroeigebied. Hengelaars melden ook paaiactiviteit van vooral voorn, baars, brasem en karper in de zwaaikommen. Ook wordt er massaal visbroed waargenomen (med. PVC). Het is daarom niet geheel duidelijk waarom het aangetroffen broedbestand van veel soorten relatief laag is. Het aanwezige roofvisbestand is ten opzichte van de hoeveelheid prooivis relatief groot. Een regulerende werking op de hoeveelheid prooivis kan dan ook zeker verwacht worden. In 2010 werd het visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten geraamd op 205 kg/ha (ref. 2). Dit komt redelijk overeen met de huidige geraamde visbiomassa van 257 kg/ha. In onderstaande tabel zijn de verschillen voor de meest voorkomende soorten weergegeven. De samenstelling van de visstand is in beide jaren anders van opbouw. In 2014 is de geraamde biomassa van baars, brasem, snoekbaars en snoek hoger dan in Daar staan tegenover dat in 2010 het blankvoornbestand van grotere omvang was dan in 2014 (ref. 2). Bij brasem wordt het verschil vooral gevonden bij de exemplaren groter dan 40 cm. Waar in 2010 de schatting voor deze groep nog op 25 kg/ha uitkwam is deze in kg/ha. In 2010 is het open water van het kanaal bemonsterd middels de inzet van de zegen en de wonderkuil. Van de wonderkuil is bekend dat de vangsefficientie voor grotere vis zeer beperkt is. Mogelijk speelt dit mee in het aangetroffen verschil in het bestand aan grote brasem. Tabel 6.1. Verschil in het visbestand (kg/ha) bij de belangrijkste soorten tussen 2010 en baars blankvoorn brasem snoekbaars 7 8 snoek 1 7 n soorten totaal Vergelijking gelijkaardige wateren In figuur 6.2 is een overzicht gegeven van de bestandschattingen op een 14-tal kanalen in België in de periode Het huidige visbestand van 257 kg/ha op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten kan in verhouding tot de andere Vlaamse kanalen als behoorlijk visrijk worden omschreven. Alleen op het kanaal Roeselare-Leie is een nog omvangrijker bestand aangetroffen (448 kg/ha). In tegenstelling tot veel andere kanalen waar de visstand vaak tamelijk eenzijdig is, is de visstand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten soortenrijk en gevarieerd kg/ha > Figuur 6.2. Geraamde visbiomassa in gelijkaardige kanalen (ref. 4 t/m 9). Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 31 van 46

40 6.2.4 Viswatertypering Kenmerkend voor scheepvaartkanalen is een slechte ontwikkeling van waterplanten. Dit komt enerzijds door een veelal smalle, beschoeide, oeverzone en anderzijds door opwerveling van slib door scheepvaart. In dergelijke wateren bevindt zich vaak een eenzijdig visbestand met een lage soortenrijkdom. Kenmerkende soorten zijn brasem en snoekbaars met begeleidende soorten als blankvoorn, pos en kolblei. De draagkracht van dergelijke wateren is vooral afhankelijk van de samenstelling van de waterbodem en de verblijftijd van het water en kan oplopen tot 800 kilogram per hectare (ref. 14). Tegenwoordig is een dergelijk hoge biomassa echter uitzonderlijk gezien de sterke teruggang van de nutriëntengehaltes. De visstand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is niet eenduidig te typeren. Op basis van de inrichting en kenmerken van het kanaal mag een brasem-snoekbaarstype worden verwacht. De omvang en samenstelling van de visstand wijzen echter meer op een snoek-blankvoorntype of een blankvoorn-brasemtype. De aangetroffen visbiomassa ligt wel onder de streefwaarden die bij deze typen passen. Kenmerkende vissoorten zijn brasem, baars en blankvoorn. Daarnaast is de belangrijkste roofvis de snoek en heeft de rietvoorn een relatief groot aandeel in de bestandschatting. De overeenkomsten met het snoek-blankvoorn viswatertype lijken voort te komen uit de relatief grote verhouding tussen oeverlengte en wateroppervlak, zoals in dergelijke (smalle) lijnvormige wateren het geval is. Vegetatieontwikkeling is voornamelijk aanwezig in de ondiepe oeverzone en in de vele aanwezige verbredingen en aangelegde paaiplaatsen. Vooral voor typische plantminnende soorten als de rietvoorn, maar ook juveniele snoek, is deze vegetatie van essentieel belang. Herbepotingen van snoek worden in deze zones uitgevoerd. Samenvattend lijkt de visstand in het kanaal de meeste overeenkomsten te vertonen met het snoek-blankvoorntype en het blankvoorn-brasemtype. Dit zijn ook de typeringen die in de huidige doelstellingen zijn geformuleerd. Tabel 6.2. Viswatertypering kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (lichtblauw zijn aanwezige soorten en heersende omstandigheden, donkerblauw zijn dominante vissoorten). Viswatertype Baars-Blankvoorn Rietvoorn-Snoek Snoek-Blankvoorn Blankvoorn-Brasem Brasem-Snoekbaars Emerse vegetatie matig redelijk redelijk redelijk weinig Drijvende vegetatie weinig veel redelijk matig weinig Submerse vegetatie redelijk veel matig weinig geen Bedekking vegetatie (%) Vissoorten Kwabaal Rivierdonderpad Tiendoornige stekelbaars Driedoornige stekelbaars Bittervoorn Kleine modderkruiper Zeelt Grote Modderkruiper Kroeskarper Rietvoorn Karper Snoek Riviergrondel Vetje Paling Kolblei Baars Blankvoorn Meerval Pos Brasem Snoekbaars Maximale draagkracht (kg/ha) Voedselrijkdom Voedselarm Zeer voedselrijk Fosfaatgehalte (mg/l P) < 0,01 > 0,1 Blz. 32 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

41 6.2.5 Predatie, onttrekkingen en herbepotingen Op basis van het aangetroffen bestand van roofvissen en het prooivisbestand is het aannemelijk dat de roofvis een belangrijke rol speelt bij de regulatie van de dichtheid van het visbestand. De snoek en snoekbaars zijn hierbij de belangrijkste predatoren. Naast predatie door roofvissen is er eveneens sprake van enige predatie door vogelsoorten zoals de aalscholver. In de zomer betreft het meestal slechts enkele solitaire exemplaren. In de winter komt het voor dat er door kleine groepjes aalscholvers (5 á 10 exemplaren) wordt gevist (med. PVC). Er blijkt geen grote impact van aalscholverpredatie uit de lengteopbouw van soorten als blankvoorn en brasem. De lengteopbouw van beide soorten is normaal waarbij ook voldoende exemplaren met lengtes tussen 15 en 40 cm aanwezig zijn. Wanneer de aalscholvers veel impact op de visstand hebben zijn vissen uit deze lengtegroep veelal sterk ondervertegenwoordigd of ontbreken zelfs geheel. Op het kanaal is dat zeker niet aan de orde. Het is niet goed bekend in hoeverre er onttrekking van vis plaatsvindt door hengelaars. De meeste vissers lijken overigens geen vis mee te nemen. Slechts paling en snoekbaars worden nog wel eens meegenomen voor consumptie. Consumptie van vis uit het kanaal wordt overigens ook sterk afgeraden vanwege zware vervuiling van de waterbodem (med. PVC). Het is onbekend of er recent vissterfte heeft plaatsgevonden. Het is niet duidelijk in hoeverre de onttrekking van snoekbaars door hengelaars invloed heeft op het bestand van deze soort. Thans is nog een redelijk bestand aan snoekbaars aanwezig. Wel is het zo dat er bijna uitsluitend grotere maten snoekbaars aanwezig zijn, juvenielen zijn vrijwel niet aangetroffen. De oorzaak hiervan ligt niet bij de onttrekkingen maar mogelijk heeft de jonge snoekbaars het steeds moeilijker in het kanaal als gevolg van het toegenomen doorzicht. In het verleden werd het blankvoornbestand ondersteund met uitzettingen volgens het herbepotingsmodel. Momenteel vinden er geen uitzettingen meer plaats omdat het voornbestand voldoende is hersteld. Wel vinden aanvullende uitzettingen plaats van zeelt, snoek en karper (med. PVC). Er is een omvangrijk en deugdelijk opgebouwd blankvoornbestand aangetroffen. Herbepoting van blankvoorn is dan ook niet noodzakelijk. Zeelten zijn slechts lokaal aangetroffen. De aanwezigheid van éénzomerige exemplaren duidt op natuurlijke reproductie. Van karper is slechts één exemplaar aangetroffen. Het verkrijgen van een duidelijk beeld van de karperpopulatie op een dergelijk kanaal is doorgaans zeer lastig, omdat de grote karpers zich moeilijk laten vangen en zich vaak in voorkeurgebieden ophouden die niet altijd goed te bemonsteren zijn. De snoeken lijken zich goed te kunnen handhaven op het kanaal. Het is onduidelijk of de juveniele exemplaren alleen voortkomen van de uitzettingen of deels afkomstig zijn van de natuurlijke aanwas. Het snoekbestand is overigens niet erg omvangrijk Hengelactiviteiten Op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten vinden diverse hengelactiviteiten plaats. Het kanaal wordt genoemd als een belangrijk hengelwater in de provincie Antwerpen. Er worden allerlei hengeldisciplines op het kanaal beoefend. Als de omstandigheden het toelaten wordt er vrijwel dagelijks op het kanaal gevist (med. PVC). Ook worden er op jaarbasis een veertigtal wedstrijden georganiseerd. De hengelvangsten (wedstrijdvisserij) op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten hebben de laatste jaren een omvang van circa 300 tot 700 gram per manhengeluur, waarbij er sprake lijkt van een licht stijgende trend in de vangsten. Er is hierbij tevens een behoorlijke spreiding in vangsten tussen de verschillende sectoren. Uit de vangstsamenstelling blijkt dat de vangsten voor circa 60% bestaan uit voornachtigen. Dit komt overeen met de resultaten van het visstandonderzoek waarbij de voornachtigen ook circa 60% van het visbestand in aantallen bepalen. De samenstelling van de vangsten komt goed overeen met het aangetroffen visbestand. Snoek wordt sinds de laatste jaren steeds vaker gevangen. De voornachtigen die in 2014 gevangen zijn vallen grotendeels in de lengteklasse van 10 tot 20 cm. Vissen binnen deze lengterange zijn het meest abundant in het kanaal. De brasemachtigen zijn verdeeld over de verschillende lengteklassen. De overige vissoorten vallen grotendeels binnen de lengteklasse van 10 tot 20 cm, wat overeenkomt met de meest abundant voorkomende lengterange van baars en pos. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 33 van 46

42 De tevredenheid over de vangsten door wedstrijdvissers zijn wisselend. Gemiddeld genomen worden de vangsten als matig tot goed omschreven. Hierbij is er een variatie tussen de jaren en de verschillende sectoren Theoretische draagkracht Het aanwezige visbestand op kanaal Dessel-Turnhout-Schoten lijkt zich ongeveer op het berekende theoretische dragend vermogen te bevinden. De visstand bevindt zich in elk geval niet onder het dragend vermogen. 6.3 Kanaal Bossuit-Kortrijk Soortensamenstelling De soortensamenstelling is op het kanaal Bossuit-Kortrijk is met de aanwezigheid van tien soorten relatief beperkt. De meeste vissoorten behoren hierbij tot het eurytope stromingsgilde, namelijk: paling, baars, blankvoorn, brasem, driedoornige stekelbaars, karper, pos en snoekbaars. De overige vissoorten zijn de limnofiele bittervoorn, rietvoorn en zeelt en de rheofiele winde. Exoten zijn niet aangetroffen. In het aangrenzende kanaal Boven-Schelde zijn alleen enkele blauwbanden gevangen. In dit deel van Vlaanderen lijkt het er sterk op dat de invasie van de exotische grondelsoorten nog niet heeft bereikt. Van giebel zijn slechts drie exemplaren aangetroffen op heel het kanaal. De overige soorten zijn in veel hogere aantallen aangetroffen. Bij de laatste bevissing op het kanaal Bossuit-Kortrijk in 2011 werden nog veertien soorten aangetroffen. Soorten die in 2011 additioneel zijn aangetroffen zijn alver (n=44), karper (n=3), winde (n=3) en zonnebaars (n=2). De vangstaantallen van deze soorten waren veelal zeer laag. Alleen van alver werd nog wel een redelijk aantal individuen waargenomen (ref. 12). Omdat alver een scholenvis is, is het goed mogelijk dat in 2011 juist een school alvers is gevangen en in 2014 niet Omvang visbestand Het visbestand op het kanaal Bossuit-Kortrijk is geraamd op 212,5 kg/ha (8.659 stuks/ha). Hiermee is het visbestand voor een kanaal van behoorlijk forse omvang. Op basis van gewicht is de visstand behoorlijk gevarieerd opgebouwd zonder dominantie van één of enkele soorten. Paling, blankvoorn, brasem en baars hebben het hoogste gewichtsaandeel in de visstand. Blankvoorn is op basis van aantallen veruit het meest aanwezig. Bij de soorten blankvoorn, baars en snoekbaars is een behoorlijk groot broedbestand aanwezig. Dit duidt op een goede rekrutering dit jaar en blijkbaar zijn er (voor deze soorten) voldoende paai- en opgroeimogelijkheden op het kanaal aanwezig. De visstand is tamelijk ongelijkmatig over de drie stuwpanden verdeeld. Het laagste visbestand is aangetroffen in stuwpand Moen-Bossuit (77 kg/ha). In de andere twee stuwpanden bedraagt de visstand 230 kg/ha (Kortrijk-Zwevegem) en 317 kg/ha (Zwevegem-Moen). Ook in 2011 was de visstand ongelijk over de stuwpanden verdeeld (ref. 12). Het lage visbestand in het stuwpand Moen- Bossuit heeft mogelijk te maken met het inlaten van water uit de Boven-Schelde. Op de locaties waar dit water het kanaal Bossuit-Kortrijk binnenkomt zijn in de oever nauwelijks vissen aangetroffen. Tabel 6.3. Verschil in het visbestand (kg/ha) bij de belangrijkste soorten tussen 2011 en paling baars 7 23 blankvoorn brasem 7 45 snoekbaars 1 9 n soorten totaal Blz. 34 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

43 In 2011 werd het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk geraamd op 69 kg/ha (ref. 12). Dit is fors lager dan de huidige raming van 213 kg/ha. In onderstaande tabel zijn de verschillen voor de meest voorkomende soorten weergegeven. De samenstelling van de visstand is in beide jaren anders van opbouw. In 2014 is de geraamde biomassa van veel soorten duidelijk hoger dan in Vanaf 2010 is er een behoorlijke hoeveelheid blankvoorn uitgezet (in totaal 2365 kg). Mogelijk vormt dit de verklaring voor een deel van het toegenomen blankvoornbestand.verder lijkt het voor de hand te liggen dat de inzet van een ander vangtuig (nu stortkuil in plaats van zegen) een groot deel van het verschil verklaart. In 2011 is overdag met een relatief kleine zegen gevist waarbij ook nog veel lijn werd geschoten. Het vissen onder dergelijke omstandigheden biedt vooral grote vis de kans om te ontsnappen (het vangstrendement is dan veel lager). Voor de uitkomsten van het onderzoek kan dat van groot belang zijn. Op een kanaal als Bossuit-Kortrijk geeft een bemonstering met de stortkuil een meer representatief beeld van de visstand. De aangetroffen verschillen in de visstand moeten meer gezien worden als de resultaten van een andere bemonsteringsstrategie Vergelijking gelijkaardige wateren Uit het overzicht dat in figuur 6.2 is gegeven blijkt dat het huidige visbestand van 213 kg/ha op het kanaal Bossuit-Kortrijk als behoorlijk omvangrijk kan worden beschouwd. In afwijking op de meeste kanalen is de visstand niet eenzijdig opgebouwd. Dit wil overigens niet zeggen dat er sprake is van een grote soortenrijkdom. Met tien vissoorten behoort het kanaal Bossuit-Kortrijk tot een van de minder soortenrijke kanalen Viswatertypering De visstand in het kanaal Bossuit-Kortrijk is niet eenduidig te typeren. Op basis van de inrichting en kenmerken van het kanaal mag een brasem-snoekbaarstype worden verwacht. De omvang en samenstelling van de visstand wijzen echter meer op een snoek-blankvoorntype of een blankvoornbrasemtype. De aangetroffen visbiomassa ligt wel onder de streefwaarden die bij deze typen passen. Kenmerkende vissoorten zijn brasem, baars en blankvoorn. Daarnaast is de belangrijkste roofvis de snoek en heeft de rietvoorn een relatief groot aandeel in de bestandschatting. In de huidige visstand is hier echter geen sprake van. Snoek is niet aangetroffen, snoekbaars is de belangrijkste roofvis en het bestand van rietvoorn en zeelt is laag. De overeenkomsten met het snoek-blankvoorn viswatertype lijken voort te komen uit de relatief grote verhouding tussen oeverlengte en wateroppervlak, zoals in dergelijke (smalle) lijnvormige wateren het geval is. Samenvattend lijkt de visstand in het kanaal de meeste overeenkomsten te vertonen met het snoek-blankvoorntype en het blankvoorn-brasemtype. De huidige doelstelling voor het kanaal is het blankvoorn-brasemtype met een densiteit van 150 kg/ha. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 35 van 46

44 Tabel 6.4. Viswatertypering kanaal Bossuit-Kortrijk (lichtblauw zijn aanwezige soorten en heersende omstandigheden, donkerblauw zijn dominante vissoorten). Viswatertype Baars-Blankvoorn Rietvoorn-Snoek Snoek-Blankvoorn Blankvoorn-Brasem Brasem-Snoekbaars Emerse vegetatie matig redelijk redelijk redelijk weinig Drijvende vegetatie weinig veel redelijk matig weinig Submerse vegetatie redelijk veel matig weinig geen Bedekking vegetatie (%) Vissoorten Kwabaal Rivierdonderpad Tiendoornige stekelbaars Driedoornige stekelbaars Bittervoorn Kleine modderkruiper Zeelt Grote Modderkruiper Kroeskarper Rietvoorn Karper Snoek Riviergrondel Vetje Paling Kolblei Baars Blankvoorn Meerval Pos Brasem Snoekbaars Maximale draagkracht (kg/ha) Voedselrijkdom Voedselarm Zeer voedselrijk Fosfaatgehalte (mg/l P) < 0,01 > 0, Predatie, onttrekkingen en herbepotingen Het aandeel van de predatoren is op basis van biomassa relatief laag in verhouding tot het aandeel prooivis. De aanwezige predatoren baars en snoekbaars hebben dan ook een beperkt regulerend effect op het prooivisbestand. Naast predatie door roofvis is er ook sprake van predatie door visetende vogels, zoals de aalscholver. Dagelijks zijn er aalscholvers op het kanaal aanwezig. In het voorjaar en de zomer betreft het meestal enkele solitair jagende exemplaren. In de herfst en winter zijn er grotere groepen aanwezig (med. PVC). Het brasembestand is niet volledig normaal van opbouw, er zijn relatief weinig exemplaren groter dan 25cm aanwezig. Bij blankvoorn zijn weinig vissen groter dan 20 cm aanwezig. Wanneer aalscholvers veel impact op de visstand hebben, zijn vissen uit de lengtegroep cm veelal sterk ondervertegenwoordigd of ontbreken zelfs geheel. Op het kanaal is daar slechts gedeeltelijk sprake van. Echter, de oorzaak hiervan lijkt niet bij aalscholverpredatie te liggen. De oorzaak moet waarschijnlijk eerder gezocht worden in de aanwezige voedselsituatie dan dat deze gerelateerd kan worden aan sterke aalscholverpredatie. Tijdens de bemonstering zijn daarnaast geen vissen met bijtschade waargenomen. De omvang van de onttrekking van vis door hengelaars is niet precies bekend. Wel wordt er gesproken over enige onttrekking van allerlei soorten en maten vis, onder andere snoekbaars wordt regelmatig meegenomen voor consumptie. Het effect van deze onttrekkingen lijkt beperkt te zijn aangezien er thans een mooi snoekbaarsbestand aanwezig is die een gezonde opbouw kent. De voorbije jaren hebben er geregeld visuitzettingen plaatsgevonden op het kanaal. Zo werd er in 2010 en 2011 een bescheiden hoeveelheid jonge snoekjes uitgezet. Het resultaat van deze uitzettingen lijkt zeer beperkt te zijn aangezien er bij de bemonstering geen enkele snoek is aangetroffen. Verdere uitzettingen betrof de versterking van het blankvoornbestand. Ook heeft een éénmalige bepoting van rietvoorn plaatsgevonden in Gezien het formaat van de uitgezette blankvoorn in 2014 (10-20 cm) lijkt de natuurlijke reproductie van de soort op het kanaal goed te zijn. Blz. 36 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

45 Er zijn relatief veel éénzomerige blankvoorns aangetroffen. Ook bij baars zijn veel juvenielen aanwezig. Van de uitgezette rietvoorns (10-17 cm) is nauwelijks iets teruggevonden. Des te opmerkelijker is het dat er wel een redelijk aantal éénzomerige exemplaren is aangetroffen, hetgeen duidt op natuurlijke reproductie Hengelactiviteiten Op het kanaal Bossuit-Kortrijk vinden thans diverse hengelactiviteiten plaats. Wel wordt gemeld dat het aantal hengelaars afneemt. De hengelactiviteiten bestaan vooral uit recreatieve-, karper-, snoekbaars- en wedstrijdvisserij, waarbij de eerst en laatst genoemde activiteiten afnemen. De vissers klagen over matige vangsten. In 2014 werden wel weer éénzomerige blankvoorns waargenomen, iets dat de jaren daarvoor niet het geval was. De resultaten van het visstandonderzoek bevestigen deze waarneming. Langs het kanaal Bossuit-Kortrijk worden met regelmaat hengelwedstrijden gehouden. De hengelvangsten op het kanaal hebben een omvang van circa 200 tot 600 g/mhu. De vangsten worden gedomineerd door voornachtigen, waarbij er de laatste jaren sprake is van een lichte stijging van het aandeel van deze vissen. De hengelvangsten komen redelijk goed overeen met de resultaten van het visstandonderzoek. Uit de bestandschatting blijkt dat de visstand op basis van aantallen gedomineerd wordt door blankvoorns. De hengelvangsten liggen in dezelfde orde van grootte als de vangsten op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. De voornachtigen die in 2014 gevangen zijn vallen grotendeels in de lengteklassen <10 cm en 10 tot 20 cm. Vissen binnen deze lengterange zijn het meest abundant in het kanaal. De brasemachtigen zijn verdeeld over de verschillende lengteklassen waarbij de piek zich tussen 5 en 25 cm bevindt. De hengelvangsten komen hiermee sterk overeen. De overige vissoorten vallen grotendeels binnen de lengteklassen <10 cm en 10 tot 20 cm, wat overeenkomt met de meest abundant voorkomende lengterange van baars en pos. De tevredenheid over de vangsten door wedstrijdvissers zijn wisselend. In 2012 en 2013 was de gemiddelde tevredenheid over de vangsten slecht (vangsten gemiddeld tussen 200 en 400 g/mhu). In 2014 waren vissers duidelijk meer tevreden over de vangsten. De vangsten werden gemiddeld gekarakteriseerd als goed (vangsten gemiddeld tussen 600 en 800 g/mhu) Theoretische draagkracht Het aanwezige visbestand op kanaal Bossuit-Kortrijk lijkt zich iets onder het berekende theoretische dragend vermogen te bevinden. Omdat er een groot verschil aanwezig is in de nutriëntenconcentraties op de verschillende meetpunten, en het niet duidelijk is welk deel van het kanaal een hogere dan wel lagere concentratie heeft, is het overigens lastig om hier harde conclusies aan te verbinden. 6.4 Kanaal Leuven-Dijle Soortensamenstelling De soortensamenstelling is op het kanaal Leuven-Dijle met 12 soorten gemiddeld. De meeste vissoorten behoren hierbij tot het eurytope stromingsgilde, namelijk: paling, baars, blankvoorn, brasem, driedoornige stekelbaars, karper, spiegelkarper, pos en snoekbaars. De overige vissoorten zijn de limnofiele bittervoorn, rietvoorn en zeelt en de rheofiele winde. De vangstaantallen van een zestal soorten zijn gering. Van bittervoorn (n=1), driedoornige stekelbaars (n=2), snoekbaars (n=3), karper (n=4), spiegelkarper (n=2) en winde (n=1) zijn zeer lage aantallen aangetroffen. Bij de laatste bevissing op het kanaal Leuven-Dijle in 2011 werden 14 soorten aangetroffen (ref.13). Dit zijn er twee meer dan in 2014 (ref. 13). De soortensamenstelling wijkt echter behoorlijk af tussen beide jaren. In 2014 zijn de soorten blauwband, kopvoorn, snoek en zonnebaars niet meer aangetroffen. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 37 van 46

46 Daar staat tegenover dan in 2014 additioneel de soorten karper (waaronder ook spiegelkarper) en bittervoorn zijn aangetroffen. De vangstaantallen van al deze soorten zijn laag dus het aantreffen van deze soorten berust voor een deel op toeval Omvang visbestand Het visbestand op het kanaal Leuven-Dijle is geraamd op 93,7kg/ha (2.545 stuks/ha) wat voor een kanaal neerkomt op een bestandsomvang die iets onder het gemiddelde ligt. Op basis van gewicht is de visstand behoorlijk gevarieerd opgebouwd zonder dominantie van één of enkele soorten. Baars, blankvoorn, brasem en paling hebben het hoogste gewichtsaandeel in de visstand. Baars is op basis van aantallen veruit het meest aanwezig. Bij de soorten blankvoorn en baars is een behoorlijk groot broedbestand aanwezig. Dit duidt op een goede rekrutering dit jaar en blijkbaar zijn er (voor deze soorten) voldoende paai- en opgroeimogelijkheden op het kanaal aanwezig. De bestandsomvang in de stuwpanden waar zich de verbredingen en zwaaikommen bevinden, zijn duidelijk hoger dan in de stuwpanden waar deze verbredingen niet aanwezig zijn. Vissen lijken het habitat in de verbredingen te prefereren boven het habitat in de hoofdstroom van het kanaal. Er lijkt een verloop aanwezig in de bestandsomvang in de hoofdstroom van het kanaal. In zuidelijke richting neemt de bestandsomvang toe. Mogelijk is dit te verklaren door een verschil in de bodemsamenstelling. In het noordelijke deel, waar de visstand het laagst is geraamd, bestaat de ondergrond uit zand. Vanaf Kampenhout zit er steeds meer leem door het zand in vanaf Herent bestaat de ondergrond uit zandleem (Med. C. van Liefferinge). In 2011 werd het visbestand in het kanaal Leuven-Dijle geraamd op 73 kg/ha (ref. 13). Dit wijkt niet veel af van de 94 kg/ha die dit jaar is geraamd voor het kanaal. In onderstaande tabel zijn de verschillen voor de meest voorkomende soorten weergegeven. De samenstelling van de visstand is in beide jaren anders van opbouw. In 2014 is de geraamde biomassa van veel soorten (baars, blankvoorn, brasem) iets hoger dan in Bij blankvoorn is het verschil in de bestandsomvang tussen beide jaren het grootst. Waar in 2011 de schatting nog slechts 0,4 kg/ha bedroeg, is deze in kg/ha. Het is mogelijk dat de toename verklaard kan worden uit het feit dat de herbepotingen van blankvoorn geintensiveerd zijn in de periode na Tabel 6.5. Verschil in het visbestand (kg/ha) bij de belangrijkste soorten tussen 2011 en paling baars blankvoorn 0,4 20 brasem n soorten 14 13* totaal *inclusief hybride Vergelijking gelijkaardige wateren Uit het overzicht dat in figuur 6.2 is gegeven blijkt dat het huidige visbestand van 94 kg/ha op het kanaal Leuven-Dijle als iets minder omvangrijk dan gemiddeld kan worden beschouwd. Het gemiddelde van de 14 kanalen bedraagt 136 kg/ha. Net als de visstand op het kanaal Bossuit-Kortrijk is het bestand wel gevarieerd opgebouwd, er is geen sprake van een sterke dominantie van één soort. De huidige soortenrijkdom op het kanaal is iets onder gemiddeld Viswatertypering Op basis van de inrichting en kenmerken van het kanaal Leuven-Dijle mag een brasemsnoekbaarstype worden verwacht. De omvang en samenstelling van de visstand wijzen echter meer op een snoek-blankvoorntype. De aangetroffen visbiomassa ligt wel onder de streefwaarden die bij dit type past. Kenmerkende vissoorten zijn baars en blankvoorn. Daarnaast is de belangrijkste roofvis de snoek en heeft de rietvoorn een relatief groot aandeel in de bestandschatting. In de huidige visstand is Blz. 38 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

47 hier echter geen sprake van. Snoek is niet aangetroffen, snoekbaars is de belangrijkste roofvis en het bestand van rietvoorn is laag. Wel zijn er enkele plantminnende soorten gevangen. De overeenkomsten met het snoek-blankvoorn viswatertype lijken voort te komen uit de relatief grote verhouding tussen oeverlengte en wateroppervlak, zoals in dergelijke (smalle) lijnvormige wateren het geval is. De huidige doelstelling voor het kanaal is een blankvoorn-brasemtype met een densiteit van 150 kg/ha. Tabel 6.6. Viswatertypering kanaal Leuven-Dijle (lichtblauw zijn aanwezige soorten en heersende omstandigheden, donkerblauw zijn dominante vissoorten). Viswatertype Baars-Blankvoorn Rietvoorn-Snoek Snoek-Blankvoorn Blankvoorn-Brasem Brasem-Snoekbaars Emerse vegetatie matig redelijk redelijk redelijk weinig Drijvende vegetatie weinig veel redelijk matig weinig Submerse vegetatie redelijk veel matig weinig geen Bedekking vegetatie (%) Vissoorten Kwabaal Rivierdonderpad Tiendoornige stekelbaars Driedoornige stekelbaars Bittervoorn Kleine modderkruiper Zeelt Grote Modderkruiper Kroeskarper Rietvoorn Karper Snoek Riviergrondel Vetje Paling Kolblei Baars Blankvoorn Meerval Pos Brasem Snoekbaars Maximale draagkracht (kg/ha) Voedselrijkdom Voedselarm Zeer voedselrijk Fosfaatgehalte (mg/l P) < 0,01 > 0, Predatie, onttrekkingen en herbepotingen Het aandeel van de predatoren is op basis van biomassa relatief laag in verhouding tot het aandeel prooivis. De aanwezige roofvissen baars en snoekbaars hebben dan ook zeker geen regulerend effect op het prooivisbestand. Naast predatie door roofvissen is er eveneens sprake van predatie door vogels, zoals de aalscholver. Voorheen werden soms zeer grote groepen aalscholvers (300-tal) al vissend waargenomen in de omgeving van de Vaartkom. Dit speelde ook in de verbreding bij Kampenhout, alleen waren de aantallen daar lager. De laatste jaren zijn de aantallen fors gedaald tot enkele tientallen exemplaren die vooral in de winter actief zijn. De rest van het jaar zijn vooral enkele solitair jagende vogels actief (med. PVC). Wat het effect is van de aalscholvers op het visbestand is niet met zekerheid vast te stellen. De blankvoornpopulatie is normaal van opbouw, hieruit volgt geen grote impact van aalscholverpredatie. Het brasembestand is niet normaal opgebouwd, vissen kleiner dan 50 cm zijn nauwelijks aanwezig. Wanneer sprake is van sterke aalscholverpredatie zijn vaak juist wel veel vissen aanwezig kleiner dan 15 cm. Op het kanaal is dat bij brasem niet het geval. Het is niet precies bekend in hoeverre er onttrekking van vis plaatsvindt door hengelaars. Waarschijnlijk nemen de meeste vissers geen vis mee. Er wordt wel melding gemaakt van onttrekking van snoekbaars. De informatie over de mate waarin dit plaatsvindt is niet eenduidig. De een spreekt van sporadische onttrekking terwijl door anderen wordt beweerd dat de snoekbaarsstand is gedecimeerd door gerichte bevissing en consumptie van snoekbaars (med. PVC). Feit is dat in de huidige visstand het snoekbaarsbestand van zeer geringe omvang is. Ook is het bestand niet evenwichtig opgebouwd. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 39 van 46

48 Beide constateringen kunnen erop duiden dat de onttrekking van snoekbaars door hengelaars een behoorlijke invloed heeft op de populatie. De laatste jaren is er geen vissterfte meer waargenomen op het kanaal. De laatste waarneming dateert van 2007 toen een geringe sterfte werd veroorzaakt door de waterkrachtturbine. Ook worden soms enkele dode karpers waargenomen (med. PVC). De voorbije jaren hebben er geregeld visuitzettingen plaatsgevonden op het kanaal (zie tabel 6.7). Zo werd er tot 2012 snoek uitgezet. Het resultaat van deze uitzettingen lijkt zeer beperkt te zijn aangezien er bij de bemonstering geen enkele snoek is aangetroffen. Verdere uitzettingen betreffen de jaarlijkse versterking van de blankvoorn- en zeeltpopulatie en de afgelopen drie jaar vond er tevens een uitzetting plaats ter versterking van het (spiegel)karperbestand (med. PVC). Onderdeel van het spiegelkarperproject is dat de hengelvangsten gemonitord worden en gebundeld worden op de website Dit is een goed initiatief om inzicht te verkrijgen in de populatie. Vanaf 2015 is een jaarlijkse uitzetting gepland van 495kg blankvoorn, 200kg zeelt en 30kg karper. Omdat de visstand zich onder de draagkracht lijkt te bevinden kan ook overwogen worden om brasem uit te zetten. Tabel 6.7. Herbepotingen (kg) op het kanaal Leuven-Dijle in de periode bron: Herbepotingsdatabank ANB. Jaar blankvoorn zeelt spiegelkarper snoek glasaal st st st. Van blankvoorn is een redelijk bestand aangetroffen. Het bestand kent een degelijke opbouw. Doordat er de laatste drie jaar veel blankvoorn is uitgezet, lijkt het erop dat het aanwezige bestand vooral het gevolg is van de herbepotingen en in mindere mate het resultaat is van natuurlijke reproductie. Ten opzichte van de bestanden aan blankvoorn op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en Bossuit- Kortrijk is het aanwezige bestand wel fors lager. De zeelten lijken zich goed te kunnen handhaven op het kanaal, al is de aangetroffen densiteit van beperkte omvang. Als de resultaten van dit onderzoek worden uitgezet tegen de hoeveelheden uitgezette zeelt, kan gesteld worden dat het resultaat van de herbepoting niet erg groot is. Reproductie bij zeelt lijkt vooralsnog nauwelijks plaats te vinden getuige het ontbreken van éénzomerige exemplaren Hengelactiviteiten Op het kanaal Leuven-Dijle vinden thans diverse hengelactiviteiten plaats. Door recreatieve hengelaars wordt vooral gevist in de zwaaikommen en op enkele goed bereikbare plaatsen langs het kanaal. Tevens vindt er snoekbaars- en karpervisserij plaats verspreid over het kanaal. Het aantal georganiseerde viswedstrijden is de afgelopen jaren door de matige vangsten sterk verminderd. De hengelaars klagen over de slechte vangsten. Vooral de afname van de brasemvangst en de zeer sterke aanwezigheid van kleine baars en pos worden als knelpunten beschouwd. Ook de karpervangsten worden als matig bestempeld. In de zomer van 2014 werden de vangsten door recreatieve vissers als iets beter dan voorgaande jaren omschreven. De vangsten bestonden vooral uit voorn, baars en een enkele zeelt en brasem (med. PVC). Langs het kanaal Leuven-Dijle worden thans nog maar weinig hengelwedstrijden gehouden. In 2011 waren dit er nog acht, de jaren daarna werden nog slechts 2 of drie wedstrijden per jaar gevist. De hengelvangsten op het kanaal hebben een omvang van circa 175 tot 430 g/mhu. De hengelvangsten zijn hiermee van kleinere omvang dan op de kanalen Dessel-Turnhout-Schoten en Bossuit-Kortrijk. Blz. 40 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

49 Gezien de resultaten van het visstandonderzoek mag dit ook verwacht worden omdat de visstand op kanaal Leuven-Dijle fors lager is geraamd dan op de andere twee kanalen. De hengelvangsten vertonen in 2013 duidelijk een dip ten opzichte van de andere jaren. De vangsten worden in 2014 gedomineerd door voornachtigen waarbij de vangst vooral bestaat uit vissen in de lengtegroep cm. Dit komt sterk overeen met de aanwezige lengteopbouw van blankvoorn. Ook de hengelvangsten van brasem komen overeen met de verkregen resultaten van het visstandonderzoek. De vangsten van brasem zijn laag en de meeste vissen betreffen grote exemplaren. De overige vissoorten vallen grotendeels binnen de lengteklassen <10 cm en 10 tot 20 cm, wat overeenkomt met de meest abundant voorkomende lengterange van baars en pos. De tevredenheid over de vangsten door wedstrijdvissers zijn wisselend maar kunnen veelal gekarakteriseerd worden als slecht (vangsten tussen 200 en 400 g/mhu). In sector 5 (Tildonk-Leuven) was de tevredenheid in 2014 matig tegenover slecht in sector 1 (Battel-Mechelen). In 2014 waren de vangsten, en dus ook de tevredenheid daarover, gemiddeld iets hoger dan in Theoretische draagkracht Het aanwezige visbestand op kanaal Leuven-Dijle bevindt zich duidelijk onder het berekende theoretische dragend vermogen. Ook de visstand die is aangetroffen lijkt dit te bevestigen. Hierbij moet wel bedacht worden dat de berekende draagkracht slechts theoretisch is en gebaseerd op aannames voor o.a. de verblijftijd van het water. Normaliter vormt het brasembestand de bulk van de visstand, op het kanaal Leuven-Dijle is dat duidelijk niet zo. Het aanwezige brasembestand plant zich niet goed voort en heeft een niet normale lengteopbouw. Andere soorten zoals blankvoorn vullen deze ruimte niet in. Uit het onderzoek is niet duidelijk naar voren gekomen waarom de visstand zich beneden de theoretische draagkracht bevindt. Mogelijke verklaringen zijn onvoldoende paai- en opgroeigebieden waardoor de recrutering van veel soorten achterblijft. Ook kan meespelen dat er weinig schuilmogelijkheden op het kanaal aanwezig zijn waardoor vooral jonge vis in de winter gemakkelijk ten prooi valt aan diverse predatoren. Er moet overigens ook bedacht worden dat de draagkracht slechts theoretisch is en zeker geen streefbeeld. De draagkracht geeft slechts een indicatie voor wat er op het water onder optimale omstandigheden bereikt kan worden. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 41 van 46

50 7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 7.1 Conclusies Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten De visstand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is in 2014 geraamd op 257 kg/ha (3.116 stuks/ha). Er zijn op het kanaal 19 verschillende vissoorten waargenomen (exclusief hybride). Op basis van gewicht hebben brasem (42%) en blankvoorn (35%) het grootste aandeel in de visstand. Blankvoorn is de soort die het talrijkst aanwezig is (64%). De visstand op de verschillende bemonsterde locaties loopt sterk uiteen. In de verbredingen zijn de aangetroffen visbestanden fors hoger dan op het kanaal zelf. Het visbestand is in 2014 circa 50 kg/ha hoger geraamd dan bij de laatste bemonstering in Vooral het brasembestand is in 2014 fors hoger geraamd. Mogelijk is dit verschil deels te verklaren door het gebruik van een ander vangtuig (stortkuil in plaats van zegen). In vergelijking met andere Vlaamse kanalen kan het visbestand in het kanaal Dessel- Turnhout-Schoten als redelijk omvangrijk worden beschouwd. De populaties van de meeste soorten kennen een evenwichtige opbouw. Het broedbestand van enkele soorten is vrij laag. De aanwezige vispopulatie vertoont de meest gelijkenis met het snoek-blankvoorn en blankvoorn-brasem viswatertype. De omvang van de vispopulatie bevindt zich rond het berekende theoretische dragend vermogen. De omvang van de vispopulatie bevindt zich boven de streefwaarde van 150 kg/ha Kanaal Bossuit-Kortrijk De visstand in het kanaal Bossuit-Kortrijk is in 2014 geraamd op 213 kg/ha (8.659 stuks/ha). Er zijn op het kanaal tien verschillende vissoorten aangetroffen (exclusief hybride). Op basis van gewicht hebben paling, blankvoorn, brasem en baars het grootste aandeel in de visstand. Blankvoorn is de meest talrijk aanwezige soort (58%). De geraamde visbestanden in de drie stuwpanden lopen sterk uiteen. Het hoogste visbestand is aangetroffen in het stuwpand Zwevegem-Moen. In dit pand zijn voornamelijk blankvoorn en brasem talrijk aanwezig. In het stuwpand Kortrijk-Zwevegem hebben paling en baars het hoogste gewichtsaandeel. Hier zijn brasem en vooral blankvoorn veel minder aanwezig. In het derde stuwpand, Moen-Bossuit, is de bestandsomvang veruit het laagst. Het visbestand is in 2011 met 69 kg/ha fors lager geraamd dan in In 2014 zijn voornamelijk de bestanden van de soorten paling, baars, blankvoorn en brasem duidelijk hoger dan in Mogelijk worden deze verschillen veroorzaakt door de toepassing van de stortkuil in plaats van de zegen. In vergelijking met andere gelijkaardige Vlaamse kanalen kan het visbestand in het kanaal Bossuit-Kortrijk als redelijk omvangrijk worden beschouwd. De populaties van de meeste soorten, zeker de voor de hengelsport belangrijke soorten, kennen een evenwichtige opbouw. De aanwezige vispopulatie vertoont de meest gelijkenis met het snoek-blankvoorn en blankvoorn-brasem viswatertype. Het is lastig om harde uitspraken te doen over het theoretisch dragend vermogen, de vispopulatie lijkt zich iets beneden het dragend vermogen te bevinden. De omvang van de vispopulatie bevindt zich boven de streefwaarde van 150 kg/ha. Blz. 42 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

51 7.1.3 Kanaal Leuven-Dijle De visstand in het kanaal Leuven-Dijle is geraamd op 94 kg/ha en stuks/ha. Er zijn op het kanaal 12 verschillende soorten aangetroffen (exclusief hybride). Op basis van gewicht hebben baars, blankvoorn, brasem en paling het grootste aandeel in de visstand. Baars (67%), en in veel mindere mate blankvoorn (23%), zijn de meest talrijk aanwezige soorten. De geraamde visbestanden in de vijf stuwpanden lopen sterk uiteen. Dit komt doordat in twee stuwpanden (SAS1 en SAS3) ook verbredingen en zwaaikommen aanwezig zijn. In deze verbredingen is het visbestand een factor 10 tot 20 hoger dan op het kanaal zelf. Vooral blankvoorn en brasem blijken deze verbredingen als leefgebied te prefereren boven het kanaal zelf. Het visbestand is in 2011 met 73 kg/ha iets lager geraamd dan in In 2014 zijn vooral de bestanden van baars, blankvoorn en brasem iets hoger geraamd, waarbij vooral het verschil bij blankvoorn opvallend hoger is. In vergelijking met andere gelijkaardige Vlaamse kanalen kan het visbestand op het kanaal Leuven-Dijle als iets minder omvangrijk dan gemiddeld worden beschouwd. Er lijkt een onbalans te zijn in de predator-prooiverhouding. Het aandeel predatoren is gering. Vooral het snoekbaarsbestand is van beperkte omvang en onevenwichtig van opbouw. Mogelijk speelt de onttrekking van snoekbaars door hengelaars hierin een rol. De populaties van baars en blankvoorn zijn evenwichtig opgebouwd. Bij andere soorten is dit in veel mindere mate het geval. Van brasem zijn bijna uitsluitend grote exemplaren aanwezig. Bij snoekbaars zijn geen exemplaren kleiner dan 40cm aangetroffen en het bestand aan maatse vissen is zeer gering. De aanwezige vispopulatie toont de meeste gelijkenis met het snoek-blankvoorn viswatertype. Voortzetting van de nieuwe herbepotingsstrategie, en maatregelen ter bevordering van vegetatieontwikkeling zullen de visstand nog meer naar dit type doen evolueren. De omvang van de vispopulatie bevindt zich duidelijk onder het berekende theoretische dragend vermogen. De omvang van de vispopulatie bevindt zich onder de streefwaarde van 150 kg/ha. 7.2 Aanbevelingen De volgende afvissingen op de kanalen is voorzien in Deze driejarige cyclus wordt als voldoende beschouwd om ontwikkelingen in de visstand te volgen en het resultaat van herbepotingen te evalueren. Voor de representativiteit is het aan te bevelen om het vervolgonderzoek op dezelfde wijze (vangtuigen en locaties) uit te voeren als het huidige onderzoek. Op deze wijze kunnen eventuele verschuivingen in de visstand gemakkelijker verklaard worden Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten is een gevarieerd en redelijk omvangrijk visbestand aanwezig. Het gemiddelde visbestand is ruim hoger dan de streefwaarde. Wel zijn er grote verschillen in de densiteit per locatie/stuwpand. Vis lijkt een sterke voorkeur te hebben voor de kanaalverbredingen. Het visbestand is tevens evenwichtig opgebouwd. Omdat de huidige visbiomassa hoger is dan de streefwaarde lijken herbepotingen conform de nieuwe herbepotingsstrategie niet noodzakelijk. Hoogstens voor de stimulatie van bepaalde populaties, bijvoorbeeld karper, snoek en zeelt, kan overwogen worden om bepotingen te verrichten. De huidige vispopulatie komt voor een groot deel overeen met het streefbeeld: een snoek-blankvoorntype in de verbredingen en een blankvoorn-brasemtype op het kanaal met een aanwezige visbiomassa van minstens 150 kg/ha. Er zijn plannen voor de aanleg van extra vispaaiplaatsen. Ook wordt de bescherming van de zich ontwikkelende vegetatie in de kanaalverbredingen genoemd (med. PVC). Het creëren van extra paaiplaatsen kan altijd nuttig zijn. De resultaten van het onderzoek wijzen overigens niet op een tekort aan paai- en opgroeimogelijkheden voor vis. Het beschermen van de vegetatie is wel zeer belangrijk. Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 43 van 46

52 De vegetatie dient enerzijds als paai- en opgroeigebied, anderzijds biedt zij beschutting voor volwassen vis. Ook de voedselomstandigheden kunnen verbeteren bij een toename van waterplanten. Ten slotte is de aanwezigheid van voldoende vegetatie van wezenlijk belang voor het in standhouden, en uitbreiden, van de populaties snoek, rietvoorn, zeelt en andere plantminnende soorten. De bescherming en verdere stimulatie van vegetatie achten wij dan ook zeer belangrijk om een evenwichtige en gevarieerde visstand te behouden. Herbepotingen lijken op dit kanaal niet nodig aangezien er een fors visbestand aanwezig is. Alleen voor de ondersteuning van de bestanden van snoek en zeelt kan overwogen worden om vis uit te zetten Kanaal Bossuit-Kortrijk Op het kanaal Bossuit-Kortrijk is een gevarieerd en redelijk omvangrijk visbestand aanwezig. Het gemiddelde visbestand is hoger dan de streefwaarde. Wel zijn er grote verschillen in de densiteit per stuwpand. Vooral het palingbestand is omvangrijk. Bestanden van andere voor de hengelsport belangrijke soorten als blankvoorn en brasem zijn gemiddeld niet erg omvangrijk. Uitzonderring hierop vormt het stuwpand Zwevegem-Moen waar het bestand van beide soorten duidelijk hoger is. De visstand in het kanaal vertoont de meeste overeenkomsten met het snoek-blankvoorntype en het blankvoorn-brasemtype. De huidige doelstelling voor het kanaal is het blankvoorn-brasemtype met een densiteit van minstens 150 kg/ha. Behoudens het stuwpand Zwevegem-Moen kan op basis van de nieuwe herbepotingsstrategie worden voorzien in een herbepoting van blankvoorn en brasem. Ook een onderhoudsbepoting van de plantminnende soorten snoek, rietvoorn en zeelt kan worden overwogen. Dit heeft overigens alleen zin als eerst een behoorlijk areaal aan onderwatervegetatie aanwezig is. Zolang dat nog niet het geval is, is de ontwikkeling van populaties van deze soorten weinig verwachtingsvol. In het verleden is een paaiplaats aangelegd door W&Z ter hoogte van Moen (Poeldries). Ook wordt de doodlopende arm natuurlijk beheerd. De aanwezigheid van een groter areaal natuurlijk ingerichte oever en/of paaiplaatsen kan bijdragen aan een omvangrijker en gevarieerder visbestand op het kanaal. Thans zijn schuil- en paaimogelijkheden beperkt aanwezig. Desondanks blijkt dit voor soorten als baars en blankvoorn geen knelpunt voor een goede reproductie. Echter, indien een hoger bestand wordt nagestreefd voor plantminnende soorten (snoek, rietvoorn, zeelt) wordt een natuurlijker inrichting van het kanaal zeker aanbevolen. De eurytope soorten zullen hiervan zeker ook profiteren. In het stuwpand Moen-Bossuit is het laagste visbestand aangetroffen. Mogelijk dat dit lage visbestand iets te maken heeft met het terugpompen van water vanuit de Boven-Schelde. Het verdient de aanbeveling om de mogelijke effecten van dit gebiedsvreemde water te onderzoeken. Door het innemen van het water worden de aangelegde natuurvriendelijk in gerichte gebieden naar verwachting niet optimaal benut. Onderzoek in deze gebieden kan hier meer inzicht in geven. Voor karper geldt dat de bestanden in de loop van de tijd afnemen door sterfte (natuurlijke sterfte en/of voorjaarssterfte). De afnemende bestanden kunnen er toe leiden dat de hengelactiviteiten van karpersvissers afnemen, al kan een laag bestand er ook toe leiden dat er enkele forse exemplaren overblijven (zoals bijvoorbeeld op de Kempische kanalen het geval is). De aanwezigheid van grote karpers kan de aantrekkingskracht van een water weer vergroten. Indien het karperbestand op een bepaald niveau dient te blijven (qua aantallen), dan dient periodiek karper uitgezet te worden, zoals nu reeds met spiegelkarperprojecten geschiedt. Herbepotingen in het kader van soortondersteuning van snoek en ruisvoorn lijken weinig opgeleverd te hebben. Willen deze uitzettingen succesvoller zijn dan zal eerst het habitat voor deze soorten verbeterd moeten worden. Het voortzetten van de bepotingen van blankvoorn wordt wel aanbevolen (uitgezonderd in het stuwpand Zwevegem-Moen) en het uitzetten van brasem kan worden overwogen Kanaal Leuven-Dijle Op het kanaal Leuven-Dijle is een visbestand aanwezig dat zich iets onder de gemiddelde omvang van Vlaamse kanalen bevindt. Op het kanaal zelf is het visbestand tamelijk gering. In de aanwezige verbredingen is het visbestand duidelijk van grotere omvang. In de stuwpanden waar de verbredingen zich bevinden zijn de hoogste visbestanden aangetroffen. In de overige stuwpanden zijn de bestanden fors lager. De gemiddelde bestandomvang voldoet niet aan het streefbeeld van 150 kg/ha. Deze streefwaarde wordt uitsluitend gehaald in stuwpand 1. Blz. 44 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

53 Gezien de nieuwe herbepotingsstrategie kan er herbepoting plaatsvinden van soorten als blankvoorn en brasem. Het uitzetten van plantminnende vis lijkt vooralsnog weinig effect te hebben. Het is aan te bevelen om eerst het habitat voor deze soorten te verbeteren voordat er verdere uitzettingen van deze soorten plaatsvinden. Vooral het creëren van voldoende rustige plaatsen draagt bij een hoger visbestand. Het aanleggen van deze gebieden is waarschijnlijk niet reëel, maar het optimaliseren van de huidige mogelijkheden is een aspect met perspectief. Gedacht zou kunnen worden aan het gedeeltelijk afsluiten van zwaaikommen, verbreding met bijvoorbeeld een palenrij, zodat de vissen minder hinder ondervinden van de aanwezige stroming en golfslag. Een bijkomend voordeel is dat op deze locaties ook de vegetatieontwikkeling wordt bevorderd. Er was de intentie tot het creëren van extra schuil- en paaiplaatsen in de vorm van onderwaterkooien, artificiële schuilplaatsen in de Vaartkom en ter hoogte van sluizen evenals de aanleg van extra ondiepe plantenrijke oeverzones. Momenteel is er wel een principieel akkoord voor de aanleg van een paaiplaats in Battel en de aanleg van een beperkte hoeveelheid artificiële schuilplaatsen stroomopwaarts van de sluizen. Voor de toekomst kan er daarnaast gedacht worden aan de aanleg van meer artificiële schuilplaatsen op locaties waar vissen zich in de winter concentreren zodat de kans op predatie hier kan worden verminderd. Voor een evenwichtige, gevarieerde en stabiele vispopulatie achten wij het daarnaast belangrijk om de vegetatieontwikkeling te stimuleren. De onderhoudsbepotingen van karper kunnen beter geëvalueerd worden op basis van hengelvangsten dan op basis van afvissingen. Het verkrijgen van een representatief beeld van de karperpopulatie middels een afvissing is zeer lastig. De omvang van het bestand (op basis van aantallen) is vaak beperkt, waardoor de kans op het vangen van deze soort vaak op toeval berust. Daarbij komt dat deze soort vaak sterk geclusterd aanwezig is en dat deze soort vaak de vangtuigen weet te ontwijken waardoor een onderschatting van de populatie optreedt. Het opstarten van een geregistreerde vangstmonitoring van (spiegel)karper is hiervoor al een goede eerste opzet. De predator-prooiverhouding op het kanaal is niet in balans. Het aandeel predatoren is gering. Vooral het snoekbaarsbestand is van beperkte omvang en onevenwichtig van opbouw. Een mogelijke oorzaak hiervoor kan de onttrekking van snoekbaars door hengelaars zijn. Een andere mogelijke verklaring voor het ontbreken van juveniele snoekbaars is het toegenomen doorzicht. In het vernieuwd visserijbesluit is al een meeneemlimiet ingesteld voor maatse snoekbaars van 3 stuks/hengelaar/dag. Een totaal meeneemverbod voor snoekbaars kan overwogen worden om de populatie te verbeteren. Het handhaven van ofwel een vangstlimiet of een totaal meeneemverbod is uiteraard ook van belang. Voor de komende jaren is reeds voorzien in een jaarlijkse herbepoting van 495kg blankvoorn en 30kg karper. Vanuit de PVC is ook de wens geuit om jaarlijks 200 kg zeelt te bepoten, maar gezien het beperkte succes van voorgaande uitzettingen is het aan te raden om eerst het habitat voor deze soorten te verbeteren voordat deze soort wordt herbepoot. Gezien het geringe brasembestand is het aan te raden om herbepotingen uit te voeren om het bestand van deze soort te ondersteunen. Gezien de omvang van het huidige brasembestand is een jaarlijkse uitzetting van 500kg brasem wenselijk. Op basis van de resultaten van het komende onderzoek kan worden besloten om de omvang van de bepoting aan te passen. Tabel 7.1. Overzicht aanbevelingen herbepotingen Kanaal Aanbevelingen jaarlijkse herbepotingen Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten eventueel soortondersteuning snoek en zeelt Kanaal Bossuit-Kortrijk behoudens stuwpand Zwevegem-Moen herbepoting van blankvoorn en brasem Kanaal Leuven-Dijle blankvoorn: 495kg, karper: 30kg 500kg brasem Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief, Blz. 45 van 46

54 8 LITERATUUR 1) Beekman, J. & Beers, M., Herbepotingsstrategie Openbare Hengelwateren Antwerpen. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij. I.o.v. Provinciale Visserijcommissie Antwerpen. 2) Bosveld. J. en M. Kroes, Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Najaar Tauw B.V., Utrecht. 3) Handboek hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de beoordeling van Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. STOWA, Utrecht. 4) Hop, J., Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren Kanaal naar Beverlo, Schelde-Rijnkanaal en Leopoldkanaal, In prep. ATKB, Geldermalsen. Rapportnr _P1_rap01. In opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos. 5) Hop, J., Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren kanaal Bocholt- Herentals, kanaal Brussel-Charleroi, kanaal Roeselare-Leie en de Moervaart-Durme, ATKB, Geldermalsen. Rapportnr /rap01. In opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos. 6) Hop, J., Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, Zuid-Willemsvaart. ATKB, Geldermalsen. Rapportnr /001. I.o.v. Agentschap voor Natuur en Bos. 7) Hop, J., Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, Dender. ATKB, Geldermalsen. Rapportnr /002. In opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos. 8) Kemper, J.H., Onderzoek naar het visbestand in het Albertkanaal in het Vlaamse Gewest. VisAdvies BV & Visserijservice Nederland, Nieuwegein. Projectnummer VA2009_47, 29 pag. 9) Kemper, J.H. & Vis, H., Sonaronderzoek naar het visbestand in het Netekanaal in het Vlaamse Gewest, zomer VisAdvies BV, Nieuwegein. Projectnummer VA2010_22, 7 pag. 10) Klinge, M., Hensens, G., Brenninkmeijer, A., Nagelkerke, L., Handboek Visstandbemonstering. Voorbereiding, bemonstering, beoordeling. STOWA, Utrecht. 11) Noble, R & I. Cowx, FAME Work Package 1 - Development of a River-type classification system (D1) & Compilation and harmonisation of fish species classification (D2). Final report. University of Hull, United Kingdom. 12) Spierts, I.L.Y. & Vis, H., Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit-Kortrijk, najaar VisAdvies BV, Nieuwegein. Projectnummer VA2011_17, 33 pag. 13) Spierts, I.L.Y. & Vis, H., Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar VisAdvies BV, Nieuwegein. Projectnummer VA2011_17, 34 pag. 14) Zoetemeyer, R.B. & Lucas, B.J. (red.), Basisboek Visstandbeheer. ISBN: Uitgave Sprotvisserij Nederland. 15) (geraadpleegd op ). Blz. 46 van 46 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, Kenmerk: _rap01, definitief,

55 BIJLAGE 1

56

57 Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY Barbeel Barbus barbus RH Beekforel Salmo trutta fario RH Beekprik Lampetra planeri RH Bermpje Barbatula barbatula RH Bittervoorn Rhodeus sericeus LI Blankvoorn Rutilus rutilus EURY Bot Platichthys flesus LI Brasem Abramis brama EURY Driedoornige stekelbaars Gasterosteus aculeatus EURY Elft Alosa alosa RH Elrits Phoxinus phoxinus RH Fint Alosa fallax RH Gestippelde alver Alburnoides bipunctatus RH Giebel Carassius gibelio EURY Grote marene Coregonus lavaretus EURY Grote modderkruiper Misgurnus fossilis LI Houting Coregonus oxyrinchus LI Karper Cyprinus carpio EURY Kleine modderkruiper Cobitis taenia EURY Kolblei Blicca bjoerkna EURY Kopvoorn Leuciscus cephalus RH Kroeskarper Carassius carassius LI Kwabaal Lota lota EURY Meerval Silurus glanis EURY Pos Gymnocephalus cernuus EURY Rivierdonderpad Cottus gobio RH Riviergrondel Gobio gobio RH Rivierprik Lampetra fluviatilis RH Roofblei (exoot) Aspius aspius EURY Rietvoorn Scardinius erythrophthalmus LI Serpeling Leuciscus leuciscus RH Sneep Chondrostoma nasus RH Snoek Esox lucius EURY Snoekbaars Sander lucioperca EURY Spiering Osmerus eperlanus LI Steur Acipenser sturio RH Tiendoornige stekelbaars Pungitius pungitius LI Vetje Leucaspius delineatus LI Vlagzalm Thymallus thymallus RH Winde Leuciscus idus RH Zalm Salmo salar RH Zeeforel Salmo trutta trutta RH Zeelt Tinca tinca LI Zeeprik Petromyzon marinus RH

58 Toelichting bij de tabel De bovenstaande indeling is afgeleid voor het FAME-project. De afkorting FAME staat voor Fishbased Assessment Method for the Ecological status of European rivers. De soorten in de tabel zijn voor stagnante en stromende Nederlandse zoete wateren geselecteerde soorten uit de totale FAMElijst. Alleen de indeling naar stromingsgilde is voor het onderhavige project relevant en is daarom in de tabel opgenomen. Onderstaand worden de gilden kort toegelicht. Voor de volledige indeling en een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar ref. 2. Stromingsgilde LI Limnofiel; voorkeur voor stilstaand water RH Rheofiel; voorkeur voor stromend water EURY Eurytoop; zonder voorkeur voor stilstaand of stromend water

59 BIJLAGE 2

60

61 Coördinaten bemonsterde trajecten, beviste oppervlakten en gepleegde inspanning Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Water Deelgebied Traject X begin Y begin X eind Y eind Bevist oppervlak (ha) Inspanning (%) Kanaal Dessel- sluis 10-8 (loc.1 kanaal) open water ZE ,2407 4,6% Turnhout-Schoten sluis 10-8 (loc.1 kanaal) oever EL ,0750 7,1% sluis 8-4 (loc.2a verbreding) open water ZE2a ,2589 8,4% sluis 8-4 (loc.2a verbreding) oever EL2a , ,4% sluis 8-4 (loc.2b kanaal) open water ZE2b ,1746 3,2% sluis 8-4 (loc.2b kanaal) oever EL2b ,0375 2,8% sluis 4-2 (loc.3 kanaal) open water ZE , ,3% sluis 4-2 (loc.3 kanaal) oever EL , ,3% sluis 2-1 (loc.4a verbreding) open water ZE4a , ,8% sluis 2-1 (loc.4a verbreding) oever EL4a , ,9% sluis 2-1 (loc.4b kanaal) open water ZE4b ,2017 1,2% sluis 2-1 (loc.4b kanaal) oever EL4b ,0375 0,9% sluis 1-Beerse (loc.5a verbreding) open water ZE5a , ,1% sluis 1-Beerse (loc.5a verbreding) oever EL5a , ,7% sluis 1-Beerse (loc.5b kanaal) open water ZE5b ,1550 2,3% sluis 1-Beerse (loc.5b kanaal) oever EL5b ,0375 2,3% Beerse-Turnhout (loc.6a verbreding) open water ZE6a ,3461 9,3% Beerse-Turnhout (loc.6a verbreding) oever EL6a , ,9% Beerse-Turnhout (loc.6b kanaal) open water ZE6b ,1728 2,1% Beerse-Turnhout (loc.6b kanaal) oever EL6b ,0375 2,0% Turnhout-Arendonk (loc.7 verbreding) open water ZE , ,0% Turnhout-Arendonk (loc.7 verbreding) oever EL , ,8% Turnhout-Arendonk (loc.8 kanaal) open water ZE ,3085 2,0% Turnhout-Arendonk (loc.8 kanaal) oever EL ,0750 2,0% Arendonk-Dessel (loc.9 kanaal) open water ZE ,3348 1,4% Arendonk-Dessel (loc.9 kanaal) oever EL ,0750 2,0% Kanaal Bossuit-Kortrijk Water Deelgebied Traject X begin Y begin X eind Y eind Bevist oppervlak (ha) Inspanning (%) Kanaal Bossuit- Kortrijk-Zwevegem open water SK ,7700 3,8% Kortrijk Kortrijk-Zwevegem oever EL ,0375 2,5% Zwevegem-Moen open water SK ,0000 5,4% Zwevegem-Moen oever EL ,0375 EL ,0375 0,0750 4,2% Moen-Bossuit open water SK ,0000 5,8% Moen-Bossuit oever EL ,0375 EL ,0375 0,0750 6,0% Kanaal Leuven-Dijle Water Deelgebied Traject X begin Y begin X eind Y eind Bevist oppervlak (ha) Inspanning (%) Kanaal Leuven- SAS1 open water SK ,7500 3,9% Dijle SAS1 zwaaikom ZE , ,1% SAS1 oever EL ,0375 EL ,0375 EL ,0375 0,1125 5,0% SAS2 open water SK ,0000 7,2% SAS2 oever EL ,0375 EL ,0375 0,0750 4,7% SAS3 open water SK , ,4% SAS3 zwaaikom ZE , ,6% SAS3 oever EL ,0375 3,9% SAS4 open water SK ,5500 2,1% SAS4 oever EL ,0375 EL ,0375 EL ,0375 0,1125 3,5% SAS5 open water SK , ,3% SAS5 oever EL ,0375 4,1%

62

63 BIJLAGE 3

64

65 EL 2a!. ZE2a ZE2b EL 1 EL 2b!.!. ZE1 Beviste trajecten Kanaal DesselTurnhout-Schoten Legenda Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten!. Zegen_rondgooi Elektro m ±

66 4b EL 4a!. ZE4b EL!. ZE4a 3 EL!. ZE3 Beviste trajecten Kanaal DesselTurnhout-Schoten Legenda Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten!. Zegen_rondgooi Elektro m ±

67 EL5a!. ZE5a EL5b!. ZE5b Legenda Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten!. Zegen_rondgooi Elektro Beviste trajecten Kanaal Dessel- Turnhout-Schoten m ±

68 7 EL!. ZE6a EL 6 a 6b EL!. ZE6b!. Beviste trajecten Kanaal DesselTurnhout-Schoten Legenda Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten!. ZE7 Zegen_rondgooi Elektro m ±

69 EL 8!. ZE8 ZE9 EL 9!. Beviste trajecten Kanaal DesselTurnhout-Schoten Legenda Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten!. Zegen_rondgooi Elektro m ±

70 SK 1 EL 3 2 SK 2 EL EL 1 3 SK 5 EL 4 EL Beviste trajecten Kanaal Bossuit-Kortrijk 2014 Legenda Kanaal Bossuit-Kortrijk Stortkuil Elektro m ±

71 SK5 EL 4 5 EL EL 3 SK 4 EL 2 Beviste trajecten Kanaal Leuven-Dijle Legenda Kanaal Leuven-Dijle!. Zegen_rondgooi Stortkuil Elektro m ±

72 EL 6 SK 3 ZE2 EL 7!. SK2 EL 8 1 EL!. ZE1 SK1 EL10 EL 9 Beviste trajecten Kanaal Leuven-Dijle Legenda Kanaal Leuven-Dijle!. Zegen_rondgooi Stortkuil Elektro m ±

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2017

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2017 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, Kanaal Bossuit-Kortrijk en Kanaal Leuven-Dijle, 2017 Provincies Antwerpen, West-Vlaanderen en Vlaams- Brabant

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 2018.

Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 2018. Onderzoek naar het visbestand in oude kanaaldelen, Oud Kanaal Bocholt, Oud Kanaal Bree-beek, Oud Kanaal Lanklaar en Oud Kanaal Dilsen 208. Provincie Limburg Rapportnummer: 2080379/rap02 Status rapport:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 2018.

Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 2018. Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 218. Provincie Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 218379/rap1_OVL

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Brussel-Charleroi, Kanaal Roeselare-Leie en Kanaal Moervaart Durme, 2017

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Brussel-Charleroi, Kanaal Roeselare-Leie en Kanaal Moervaart Durme, 2017 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Kanaal Brussel-Charleroi, Kanaal Roeselare-Leie en Kanaal Moervaart Durme, 217 Provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant Rapportnummer:

Nadere informatie

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande en kleine wateren Scheldemeander Meerseput, Scheldemeander Het Anker, Leiemeander te Oeselgem, Oude Durme te Hamme en de Rupelmondse Kreek, 22 Provincie

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Leiemeanders Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 265/4 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:

Nadere informatie

Provincie Antwerpen. Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Provincie Antwerpen. Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Rivierenhof (Grote hengelvijver & Bootjesvijver), Fort van Oelegem en Gemeentevijver Zandhoven 2018. Provincie Antwerpen Rapportnummer: 20180379/rap02

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 22 Provincie Antwerpen Rapportnummer: 22369/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: 2-2-23 Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 22 Provincie West Vlaanderen Rapportnummer: 22369/rap4 Status rapport:

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant. Rapportnummer: /VBR_rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Diestsepoort 6 bus Leuven

Provincie Vlaams Brabant. Rapportnummer: /VBR_rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport: Diestsepoort 6 bus Leuven Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren en waterloopsystemen, Kleine vijver Horst, Webbekomsbroek, Meer van Weerde en Vallei van de Drie Beken 2018. Provincie Vlaams Brabant Rapportnummer:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de viswateren Kanaal Brussel-Schelde, Gent-Oostende en Nieuwpoort-Plassendale, 2016

Onderzoek naar het visbestand in de viswateren Kanaal Brussel-Schelde, Gent-Oostende en Nieuwpoort-Plassendale, 2016 Onderzoek naar het visbestand in de viswateren Kanaal Brussel-Schelde, Gent-Oostende en Nieuwpoort-Plassendale, 216 Provincies Vlaams-Brabant, Antwerpen, West- en Oost-Vlaanderen Rapportnummer: 214779_3_rap1

Nadere informatie

Auteur: J. Hop Datum: Projectleider: J. van Giels Status: Concept

Auteur: J. Hop Datum: Projectleider: J. van Giels Status: Concept Notitie Visonderzoek diverse kanalen West- en Oost Vlaanderen Aan: Stuurgroep provincie West- en Oost Vlaanderen Kenmerk: 20160619/not02//V1 Auteur: J. Hop Datum: 24-8-2016 Projectleider: J. van Giels

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Dender, Kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, 2015

Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Dender, Kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, 2015 Onderzoek naar het visbestand in de prioritaire viswateren Dender, Kanaal Bocholt-Herentals en de Zuid-Willemsvaart, 215 Provincies Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg Rapportnummer: 214779_2_rap1 Status

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Meer van Rotselaar, Demermeander Schoonhoven en de Vallei van de drie beken, 214 Provincie Vlaams Brabant Rapportnummer: 21439_VLB/rap1

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Rivierenhof en Blaasveld Broek

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Rivierenhof en Blaasveld Broek Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Rivierenhof en Blaasveld Broek Rapportnummer: 200605/002 Status rapport: Definitief Datum rapport: 3 april 202 Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Paalse Plas, Meynekomplas en Heerenlaak, Provincie Limburg Rapportnummer: 9_LI/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: 9 maart Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen Rapportnummer: 26/ Status rapport: Definitief Datum rapport: maart 22 Auteur:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Vijvers Vlaams-Brabant Rapportnummer: 265/3 Status rapport: Definitief Datum rapport: 5 maart 22 Auteur: Gecontroleerd:

Nadere informatie

Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde

Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde Najaarsonderzoek 2015 Rapportnummer: 20130096_3/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 2 december 2015 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014

Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014 Onderzoek naar het visbestand in de stilstaande wateren De Volharding en Mellevijver 2014 Provincie Antwerpen Rapportnummer: 20140778_Antw/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 22 april 2015

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren Kanaal naar Beverlo, Schelde- Rijnkanaal en Leopoldkanaal, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren Kanaal naar Beverlo, Schelde- Rijnkanaal en Leopoldkanaal, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de grote prioritaire viswateren Kanaal naar Beverlo, Schelde- Rijnkanaal en Leopoldkanaal, 214 Provincies Limburg, Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen Rapportnummer:

Nadere informatie

De visstand in vaarten en kanalen

De visstand in vaarten en kanalen De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren E3-Put Oostakker en Oude Leie Astene, 214 Provincie Oost Vlaanderen Rapportnummer: 214539_O-VL/rap1 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Nadere informatie

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013 Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013 Rapportnummer: 20130405/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 6-3-2014 Auteur: Projectleider: Kwaliteitscontrole:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest Rapportnummer: 200605/00 Status rapport: Definitief Datum rapport: 3 april 202 Auteur: Gecontroleerd: J. Hop J. Kampen

Nadere informatie

Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest, 2015.

Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest, 2015. Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest,. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Visstandonderzoek in enkele prioritaire viswateren in het Vlaams Gewest,.

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April 2014 door: Vis,

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer: RWS Waterdienst Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in 28 Projectnummer: 28219 Status Definitief Kenmerk 28219/rap1 Datum 19 november 28 Opgesteld

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar 2011

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar 2011 Onderzoek naar het visbestand in kanaal Leuven-Dijle, najaar 211 Project: VA211_17 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos 24 februari 212 door: Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry Statuspagina

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Vlaams- Brabant, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos Februari 2014 door:

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2015.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2015. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 15. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos april 2014 door: Q.A.A. de

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in het Donkmeer en enkele viswateren in het Berlarebroek, najaar 2013.

Onderzoek naar het visbestand in het Donkmeer en enkele viswateren in het Berlarebroek, najaar 2013. Onderzoek naar het visbestand in het Donkmeer en enkele viswateren in het Berlarebroek, najaar 2013. Project: VA2013_04 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos April 2014 door: Q.A.A.

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer. Projectnummer:

RWS Waterdienst. Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer. Projectnummer: RWS Waterdienst Visstandbemonstering Volkerak-Zoommeer Projectnummer: 851 Status Definitief Kenmerk 851/rap1 Datum oktober Opgesteld door Jouke Kampen Gecontroleerd Johan van Giels AquaTerra - KuiperBurger

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit-Kortrijk, najaar 2011

Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit-Kortrijk, najaar 2011 Onderzoek naar het visbestand in kanaal Bossuit-Kortrijk, najaar 211 Project: VA211_17 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos 14 februari 212 door: Spierts Igor L.Y. & Vis, Hendry Statuspagina

Nadere informatie

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2016

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2016 Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer: Website: E-mail

Nadere informatie

RWS Waterdienst. Visstandonderzoek Volkerak-Zoomeer november-december Projectnummer:

RWS Waterdienst. Visstandonderzoek Volkerak-Zoomeer november-december Projectnummer: RWS Waterdienst Visstandonderzoek Volkerak-Zoomeer november-december 28 Projectnummer: 281446 Status Definitief Datum januari 29 Opgesteld door J. Kampen, M. Koole Gecontroleerd P. Rutjes AquaTerra KuiperBurger

Nadere informatie

Visstandbemonstering Randmeren- Oost In opdracht van Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied

Visstandbemonstering Randmeren- Oost In opdracht van Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied Visstandbemonstering Randmeren- Oost 21 In opdracht van Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied 23 december 21 Verantwoording Titel Visstand bemonstering Randmeren- Oost 21 Opdrachtgever Dienst IJsselmeergebied

Nadere informatie

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2017.

Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2017. Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 7. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in meervormige

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2017.

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2017. Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 7. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2015

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 2015 Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Oost-Vlaanderen, najaar 5 Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de Grote en Kleine Keignaert, 2014

Onderzoek naar het visbestand in de Grote en Kleine Keignaert, 2014 Onderzoek naar het visbestand in de Grote en Kleine Keignaert, 2014 Provincie West-Vlaanderen Rapportnummer: 20140539_W-VL/rap01 Status rapport: Definitief Datum rapport: 23 maart 2015 Auteur: Projectleider:

Nadere informatie

Visstandonderzoek in enkele meervormige viswateren in de Provincie Antwerpen, najaar 2016.

Visstandonderzoek in enkele meervormige viswateren in de Provincie Antwerpen, najaar 2016. Visstandonderzoek in enkele meervormige viswateren in de Provincie Antwerpen, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer: Website: E-mail adres: Visstandonderzoek

Nadere informatie

Visstandbemonstering Vollenhover- en Kadoelermeer Rapportnummer: /rapp001 Status rapport: Definitief Datum rapport: juli 2010

Visstandbemonstering Vollenhover- en Kadoelermeer Rapportnummer: /rapp001 Status rapport: Definitief Datum rapport: juli 2010 Visstandbemonstering Vollenhover- en Kadoelermeer 21 Waterschap Zuiderzeeland Rapportnummer: 291265/rapp1 Status rapport: Definitief Datum rapport: juli 21 Auteur: J. Hop paraaf: Gecontroleerd: J. Kampen

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2015

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2015 Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 215 Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014 KRW-visbemonstering Tochten lage afdeling NOP en Vaarten NOP Rapport VSN 2014.05 In opdracht van Waterschap Zuiderzeeland 4 december 2014

Nadere informatie

Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Najaar 2010

Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Najaar 2010 Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Najaar 2 9 mei 2 Onderzoek visbestand in het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Najaar 2 Kenmerk R-4738369QJB-ibs-V3-NL Verantwoording Titel Onderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2016.

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar 2016. Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in de Provincie Limburg, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige

Nadere informatie

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:

Nadere informatie

Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen

Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen Aanwezigheid van een bijzondere veenreus Bart Schaub; Hoogheemraadschap van Rijnland Martin Hoorweg; Sportvisserij Nederland Samen met Gerrit van

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2016.

Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar 2016. Onderzoek naar het visbestand in meervormige viswateren en Vallei van de Drie Beken in de Provincie Vlaams-Brabant, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer:

Nadere informatie

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen J.H. Bergsma P.B. Broeckx D.M. Soes Ecologie & landschap KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014 21 waterlichamen ir

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 2011

Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 2011 Onderzoek naar het visbestand in de watersportbaan en Gentse binnenwateren, najaar 211 Project: VA211_17 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos maart 212 door: Spierts Igor L.Y. & Vis,

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, najaar 2013

Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, najaar 2013 Onderzoek naar het visbestand in enkele grote prioritaire viswateren in het Vlaamse Gewest, najaar 213 Project: VA213_4 Opgesteld in opdracht van: Agentschap voor Natuur en Bos april 214 door: H. Vis &

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2016.

Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar 2016. Onderzoek naar het visbestand in enkele viswateren in de Provincie West-Vlaanderen, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Adres: Telefoonnummer: Website: E-mail adres: Eindverantwoording:

Nadere informatie

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest

Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest Wetenschappelijk onderzoek naar het visbestand en de vismigratie in de Grensmaasregio in het Vlaamse Gewest Rapportnummer: 3/rap Status rapport: Definitief Datum rapport: februari Auteur: J. Hop paraaf:

Nadere informatie

Gemeente Lelystad. Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad. Projectnummer: AT Datum: Mei 2003

Gemeente Lelystad. Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad. Projectnummer: AT Datum: Mei 2003 Gemeente Lelystad Bemonstering van de visstand in het Bovenwater te Lelystad Projectnummer: AT 30.2003.095 Datum: Mei 2003 Status: Concept Opgesteld: J. Kampen Gecontroleerd: P. Rutjes Watertoren 20, Postbus

Nadere informatie

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Visstand Haringvliet en Voordelta - heden - Johan van Giels Bijeenkomst Vissennetwerk 19 mei 2016, Haringvliet Inhoudsopgave Inleiding/achtergrond Materiaal en Methode Soortensamenstelling Omvang visbestand

Nadere informatie

Alain Dillen Klaar Meulebrouck Agentschap voor Natuur en Bos

Alain Dillen Klaar Meulebrouck Agentschap voor Natuur en Bos Voorstel tot herstelplan voor de visstand in de Boven-Schelde naar aanleiding van de vissterfte in september 2012 AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS Alain Dillen Klaar Meulebrouck Agentschap voor Natuur en

Nadere informatie

Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Technische vergadering 15 februari 2019 Ambtswoning van de gouverneur

Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Technische vergadering 15 februari 2019 Ambtswoning van de gouverneur Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Technische vergadering 15 februari 2019 Ambtswoning van de gouverneur Aanwezig: Alain Dillen, visserijbioloog ANB Chris Marey, verslaggever Frank Debeil, VLM

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016

KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016 Rapport 2016-112 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres

Nadere informatie

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de

Nadere informatie

Visstandonderzoek Oostvaardersplassen Rapportnummer: /01 Status rapport: Concept Datum rapport: Januari 2011

Visstandonderzoek Oostvaardersplassen Rapportnummer: /01 Status rapport: Concept Datum rapport: Januari 2011 Visstandonderzoek Oostvaardersplassen 1 Rapportnummer: 1888/1 Status rapport: Concept Datum rapport: Januari 11 Auteur: J. Hop paraaf: Gecontroleerd: J. Kampen paraaf: Opdrachtgever: Waterschap Zuiderzeeland

Nadere informatie

Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken Burchts Weel, 2015.

Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken Burchts Weel, 2015. Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken Burchts Weel, 215. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Visstandonderzoek in viswateren het Galgenweel en Bufferbekken

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013

KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 Rapport 2013-091 W. Patberg G. Wolters KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013 Rapport 2013-091 W. Patberg G. Wolters bezoekadres oosterweg 127

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in de Provincie Antwerpen, najaar 2017

Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in de Provincie Antwerpen, najaar 2017 Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in de Provincie Antwerpen, najaar 7 Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in Kanaalplas De Maat in

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa's

Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Hunze en Aa's Projectnummer: 20071132 Status Definitief Datum 13 februari 2008 Opgesteld door Tom Bruinsma & Marco Beers Gecontroleerd door Matthijs Koole AquaTerra-KuiperBurger ATKB Geldermalsen

Nadere informatie

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek

Nadere informatie

1.2. Doel 2. MATERIAAL EN METHODE Onderzoeksgebied

1.2. Doel 2. MATERIAAL EN METHODE Onderzoeksgebied 1.2. Doel Het doel van de visstandbemonstering is om een representatief beeld van het totale benutbare schubvisbestand in het VBC-gebied Benedenrivieren en Haringvliet te krijgen. Hierbij zijn de volgende

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009

KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 Rapport 2010-20 G.H. Bonhof G. Wolters KRW-visstandmonitoring Schildmeer 2009 Rapport 2010-020 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus

Nadere informatie

SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd.

SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd. SAMENVATTING In het Friese Waterbeheerplan 2010-2015 is een pilot beheervisserij aangekondigd. Daarvoor is de Leijen is geselecteerd. Vóór de daadwerkelijke start van de beheervisserij in de Leijen dient

Nadere informatie

Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 2009

Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 2009 Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 29 Rapport 21-21 G.H. Bonhof G. Wolters Visstandmonitoring Zuidlaardermeer (KRW) en Foxholstermeer 29 Rapport 21-21 G.H. Bonhof G. Wolters bezoekadres

Nadere informatie

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische

Nadere informatie

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten?

EU-Intercalibratie maatlatten M-typen. Meten = Weten? EU-Intercalibratie maatlatten M-typen Meten = Weten? Inhoud presentatie Aanleiding Kort maatlatten M-typen Aanpak onderzoek Resultaten buitenland deel Resultaten binnenland deel Vergelijking maatlatten

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016

KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 Rapport 2016-111 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016 Rapport 2016-111 J.H. van der Heide W. Patberg G. Wolters bezoekadres

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Scherpenzeel

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Scherpenzeel Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Scherpenzeel Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Scherpenzeel Op 10 en 11 december 2013 uitgevoerd in opdracht van Hengelsportvereniging

Nadere informatie

Heusden Gracht 1 te Heusden

Heusden Gracht 1 te Heusden Heusden Gracht 1 te Heusden Algemene beschrijving Coördinaten: Grootte: Max. diepte: Gem. breedte: Watertype: Opgenomen in: Naam HSV/HSF: Plaats HSV/HSF: 51.732361897629254, 5.132336711883583 14 ha 5,5

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Woudenberg

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Gemeentewateren te Woudenberg Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Woudenberg Rapport Visserijkundig Onderzoek Gemeentewateren te Woudenberg Op en 2 december 203 uitgevoerd in opdracht van Hengelsportvereniging Ons

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa's

Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Hunze en Aa's KRW visstandbemonstering kerngebieden kanalen Westerwolde 28 Projectnummer: 28631 Status Definitief Datum januari 29 Opgesteld door Matthijs Koole Gecontroleerd Jouke Kampen AquaTerra

Nadere informatie

Visonderzoek uiterwaardwateren Rijntakken

Visonderzoek uiterwaardwateren Rijntakken Visonderzoek uiterwaardwateren Rijntakken 217-22 Margriet Schoor RWS Johan van Giels ATKB OBN Veldwerkdag 16 maart 218 Inhoud presentatie Aanleiding en doelstelling Veldwerk 217 - methodiek Resultaten

Nadere informatie

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne Blankenbergse vaart,

Nadere informatie

KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016

KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 KRW visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg KRW Visstandmonitoring Drentsche Aa 2016 Rapport 2016-109 W. Patberg bezoekadres oosterweg 127 Haren postadres postbus 111 9750 AC

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vijvers park Oudegein te Nieuwegein

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vijvers park Oudegein te Nieuwegein Rapport Visserijkundig Onderzoek Vijvers park Oudegein te Nieuwegein Rapport Visserijkundig Onderzoek Vijvers park Oudegein te Nieuwegein Op 1 november 2012 uitgevoerd in opdracht van Hengelsportvereniging

Nadere informatie

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Vismonitoring Hollandse IJssel 3 8 juni 4 3 Vismonitoring Hollandse IJssel . Inleiding

Nadere informatie

Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001).

Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001). Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 00). Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B-50 Hoeilaart-Groenendaal Werkdocument juni 00 IBW.Wb.V.IR.00.4 . Inleiding

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen KRW

Werkprotocol visbemonsteringen KRW Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen KRW Bemonstering, verwerking gegevens, rapportage Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij Service Nederland, Groot-Ammers

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015.

Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015. Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in de Gavers en de Bergelenput, 2015. VisAdvies

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010

KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010 KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010 Rapport 2010-103 G.H. Bonhof G. Wolters koeman en bijkerk bv ecologisch onderzoek en advies KRW-visstandmonitoring Oldambtmeer 2010 Rapport 2010-103 G.H. Bonhof

Nadere informatie

Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie Limburg, najaar 2017.

Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie Limburg, najaar 2017. Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie Limburg, najaar. Statuspagina Statuspagina Titel: Samenstelling: Auteur(s): Onderzoek naar het visbestand in het Schulensmeer in de Provincie

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014

KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 Rapport 2014-097 G. Wolters W. Patberg KRW-visstandmonitoring Eemskanaal / Winschoterdiep 2014 Rapport 2014-097 G. Wolters W. Patberg bezoekadres

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Wateren Rondweg te Houten

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Wateren Rondweg te Houten Rapport Visserijkundig Onderzoek Wateren Rondweg te Houten Rapport Visserijkundig Onderzoek Wateren Rondweg te Houten Op 9 maart en april 200 uitgevoerd in opdracht van de Door: P.A.D.M. Wijmans Statuspagina

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa's

Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Hunze en Aa's KRW visstandbemonstering kerngebieden kanalen Hunze-Veenkoloniën 28 Projectnummer: 28631 Status Definitief Datum januari 29 Opgesteld door Matthijs Koole Gecontroleerd Jouke Kampen

Nadere informatie

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen

NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke

Nadere informatie

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vestinggracht 2 en 3. te Heusden

Rapport Visserijkundig Onderzoek. Vestinggracht 2 en 3. te Heusden Rapport Visserijkundig Onderzoek Vestinggracht 2 en 3 te Heusden Statuspagina Titel Samenstelling E-mail Homepage Opdrachtgever Homepage Visserijkundig Onderzoek Vestinggracht 2 en 3 te Heusden Sportvisserij

Nadere informatie