"Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord" zoals verwoord in bijgaande brief met

Transcriptie

1 agendapunt H Aan Verenigde Vergadering GR BEHEER GRONDWATERONTTREKKING DELFT NOORD Gevraagd besluit Verenigde Vergadering I. Kennis te nemen van de ontwerp-begroting 2016 van de gemeenschappelijke regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord"; II. De zienswijze op de ontwerp-begroting 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord" zoals verwoord in bijgaande brief met kenmerk vast te stellen; III. Kennis te nemen van de jaarrekening en jaarverslag 2014 van de gemeenschappelijke regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord". Besluit Verenigde Vergadering Voorstel Commissie Stedelijk water en watersysteem Kennis te nemen van de ontwerp-begroting 2016 van de gemeenschappelijke regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord"; 2. De zienswijze op de ontwerp-begroting 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord" zoals verwoord in bijgaande brief met kenmerk vast te stellen; 3. Kennis te nemen van de jaarrekening en jaarverslag 2014 van de gemeenschappelijke regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord". Advies Commissie Stedelijk water en watersysteem

2

3 GR Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord 1. Probleemstelling - context Op 23 april 2009 (kenmerk ) heeft de Verenigde Vergadering ingestemd met de oprichting van de gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord, (hierna te noemen GR). De GR stelt jaarlijks een begroting vast. Volgens artikel 28 van de GR stelt het bestuur van de GR een ontwerp-begroting vast welke 6 weken voor vaststelling wordt voorgelegd aan de algemeen besturen van de deelnemende partijen: gemeente Delft en Delfland. Dit jaar is de ontwerp-begroting pas op 23 juni 2015 bij Delfland geregistreerd. In verband met zomerreces is het niet gelukt om deze ontwerp-begroting tijdig aan de VV voor te leggen om een zienswijze binnen de periode van 6 weken te kunnen indienen. Naast de ontwerp-begroting voor 2016 heeft de GR ook een gewaarmerkte versie van de jaarrekening/het jaarverslag 2014 toegestuurd. 2. Beoogd effect De ontwerp begroting 2016 alsmede de jaarrekening/het jaarverslag 2014 van de gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord voor te leggen aan de Verenigde Vergadering. In de toelichting van dit voorstel wordt een concept-zienswijze in overweging gegeven. Deze zienswijze is eveneens verwoord in de concept-brief aan de GR welke als bijlage bij dit voorstel is toegevoegd. 3. Kernboodschap De gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord heeft een begroting vastgesteld voor 2016 alsmede de jaarrekening/het jaarverslag De gemeenschappelijke regeling schrijft voor dat een ontwerp-begroting wordt voorgelegd aan onder andere de Verenigde Vergadering waarbij zij in de gelegenheid worden gesteld tot het indienen van een zienswijze. Vanwege de late toezending van de ontwerp-begroting is het niet mogelijk om binnen de gestelde termijn van 6 weken de ontwerp-begroting ter behandeling voor te leggen aan de leden van de Verenigde Vergadering. Het college ziet geen reden tot het indienen van een zienswijze. 4. Historie - eerdere besluitvorming In de Verenigde Vergadering van 9 oktober 2008 (voorstel ) is besloten dat Delfland, samen met de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Delft de grondwateronttrekking op de DSM locatie voortzet. Hierbij in overweging nemend dat ook de gemeenten Den Haag en Rijswijk actief betrokken zijn en financieel bijdragen in de oplossing. In de Verenigde Vergadering van 23 april 2009 (voorstel ) is besloten over de oprichting van een gemeenschappelijke regeling voor het beheer van de grondwateronttrekking. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de verrekening over de afgelopen jaren evenals over de eerstkomende 5 jaren. Deze afspraken zijn vastgelegd in een vaststellingovereenkomst, een Gemeenschappelijke Regeling, een dienstverleningsovereenkomst en een financiële regeling. Bij de behandeling van dit voorstel is dor de CDA-fractie een motie ingediend om de deelname van Delfland na 5 jaar te heroverwegen. Deze motie is aangenomen.

4 In de Verenigde Vergadering van 27 september 2012 (voorstel 27601) heeft de begroting 2013 en het jaarverslag 2011 voorgelegen. Daarbij is de toezegging gedaan dat voor de begroting 2014 de procedure zal worden gevolgd zoals vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling. Hierbij wordt de Verenigde Vergadering in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een zienswijze op de ontwerp-begroting. In de Verenigde Vergadering van 20 juni 2013 (voorstel 32352) heeft de begroting 2014 voorgelegen. De behandeling heeft aanleiding gegeven tot het formuleren van een zienswijze welke zich richt op de dekking van de begroting op basis van belang. In de Verenigde Vergadering van 5 juni 2014 (voorstel 36320) heeft de begroting 2015 voorgelegen. De behandeling heeft geen aanleiding gegeven tot het formuleren van een zienswijze. 5. Regelgeving en Beleid Conform artikel 28 van de Gemeenschappelijke regeling beheer grondwateronttrekking Delft noord stelt het GR-bestuur een ontwerp-begroting vast welke 6 weken voor vaststelling wordt voorgelegd aan de algemeen besturen van de deelnemende partijen: gemeente Delft en Delfland. 6. Financiën De begroting van de GR omvat voor 2016 een bedrag van ,- aan kosten en opbrengsten. De bijdrage van Delfland, dan wel de door Delfland te betalen uittreedvergoeding is onderwerp van onderhandeling met de gemeente Delft. In de begroting van Delfland is op basis van een inschatting van het onderhandelingsresultaat het te verwachten aandeel van Delfland opgenomen (50850/100050/431020). 7. Duurzaamheid Het onttrekken en afvoeren van grondwater is noodzakelijk voor het voorkomen van negatieve effecten van vermindering dan wel stopzetting van de grondwateronttrekking. Daarbij gaat het met name om negatieve effecten die onder de taakstelling van de gemeente vallen, dan wel onder de eigen verantwoordelijkheid (of voor risico voor) particulieren en bedrijven komen. Delfland heeft geen belang meer bij instandhouding van de grondwateronttrekking. De GR heeft de nuttige aanwending van dit water middels een businesscase en een marktconsultatie onderzocht. Helaas zijn hier geen concrete oplossingen voor naar voren gekomen. 8. Organisatorische en personele consequenties geen 9. OR/GO n.v.t. 10. Risico- en beheersmaatregelen n.v.t. 11. Communicatie (in- en extern) Conform de verplichting uit de Gemeenschappelijke regeling beheer grondwateronttrekking Delft noord heeft de begroting gedurende een periode van twee weken ter inzage gelegen. De gemeente Delft heeft dit verzorgt. 2

5 12. Bekendmaking en vervolgprocedure Na behandeling in het college van D&H wordt dit voorstel besproken in de commissie Stedelijk Water en Watersysteem van 8 september 2015 en daarna doorgeleid naar de Verenigde Vergadering van 24 september Bevoegd orgaan De Verenigde Vergadering is op grond van artikel 28, lid 3 van de gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord bevoegd tot het indienen van een zienswijze bij het dagelijks bestuur van de GR. Het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden is op grond van artikel 84 Waterschapswet belast met de voorbereiding van al hetgeen in de vergadering van de Verenigde Vergadering ter overweging en beslissing moet worden gebracht. Het college van Dijkgraaf en hoogheemraden is bevoegd om een strategie te bepalen over deelname aan de GR. Met deze strategie komt het college van D&H tevens tegemoet aan de motie welke is ingediend door de CDA-fractie om de deelname van Delfland aan de GR na vijf jaar te heroverwegen. 14. Toelichting Delfland heeft in 2009 besloten om samen met B&W van de gemeente Delft en GS van de provincie Zuid-Holland een gemeenschappelijke Regeling te treffen voor de grondwateronttrekking Delft-Noord, vanwege haar destijds groot ingeschatte belang bij de instandhouding van de onttrekking. Voor Delfland was de gedachte dat met name de stabiliteit van de regionale keringen in het geding was. Er is destijds afgesproken dat iedere partij 1/3 van de kosten van de GR draagt. Per 1 mei 2014 is de provincie uitgetreden en moeten Delft en Delfland tot nieuwe afspraken komen over de verdeling van de te betalen bijdrage in de kosten van de GR. De afgelopen jaren heeft Delfland veel inzicht gekregen in de toestand van de regionale keringen. Delfland stelt zich op het standpunt dat voor het bepalen van zijn aandeel in de kosten van de GR na 1 mei 2014 het (financieel) belang van de deelnemers bepalend is. De kosten voor schadebeperkende maatregelen voor de gemeenten werden in een Deltaresrapportage van 2008 hoog ingeschat. Zowel Delfland als Delft hebben nader onderzoek gedaan naar deze kosten. Op basis van de nieuwe inzichten na nader onderzoek is gebleken dat het voor Delfland slechts gaat om een investering van 0,5 miljoen euro. Op basis van nader onderzoek heeft Delft becijferd dat de meerkosten voor aanleg van drainage om de vermindering van de grondwateronttrekking op te vangen 5,8 miljoen euro bedraagt. Thans werkt Delfland aan maatregelen voor de waterkeringen die eind 2016 zullen zijn voltooid. Delfland heeft daarna geen belang meer bij het voortzetten van de grondwateronttrekking en dus de GR. Reden dat D&H op 10 juni 2014 besloten heeft om per 1 januari 2016 uit de GR te treden. In die zin heeft Delfland dan ook geen belang meer bij de vaststelling van deze ontwerpbegroting. De gemeente Delft heeft wel belang bij instandhouding van de grondwateronttrekking aangezien de gemeente diverse drainagemaatregelen moet treffen. Dat wenst zij te doen in combinatie met het vervangen van de riolering en daarom heeft de gemeente daarvoor de tijd nodig tot Delft en Delfland hebben geprobeerd tot een oplossing te komen, eerst via mediation en toen dat niet lukte, heeft Delfland een aanbod voor een afkoopsom ter hoogte van 8,8 miljoen euro aan Delft gedaan, welk aanbod door Delft is afgewezen. Daarmee is -feitelijk- binnen het bestuur van de GR een patstelling ontstaan. Om de patstelling binnen het bestuur van de GR te doorbreken, heeft Delfland op 22 januari 2015 een verzoekschrift ingediend bij de geschillencommissie van de Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland waarin hij zijn standpunt verwoordt. De provincie heeft op 22 april 2015 aangegeven het verzoekschrift niet in behandeling te nemen en adviseert een vervolg van het eerder gestarte mediationtraject. Op 10 juni 2015 heeft Delfland GS verzocht om alsnog uitspraak te doen inzake het verzoekschrift. Hierop heeft de provincie nog niet gereageerd. 3

6 Een belangrijke voorwaarde voor uittreding is dat een uittredingsvergoeding is vastgesteld (conform artikel 36 van de regeling). Voor de hoogte van de uittredingsvergoeding heeft Delfland advies gevraagd aan een gerenommeerde onafhankelijke adviseur. Deze adviseur stelt dat voor de vaststelling van de in artikel 36 van de bepalingen van de GR genoemde uittreedvergoeding moet worden gekeken naar de schade die de GR (of Delft als enige deelnemer na het uittreden van Delfland) leidt door het uittreden. De schademethode vergelijkt de situatie van Delft voor en na uittreden van Delfland. Na uittreden draagt Delft in de IST-situatie als enige de kosten van eigendom van de installatie en de exploitatie daarvan, het oppompen en afvoeren van grondwater. Dit strookt met de eigen verantwoordelijk, de SOLL-positie van Delft. Nu er geen verschil is tussen beide ijkpunten, is er geen sprake en daarmee moet de uittredingsvergoeding gelijk gesteld worden aan nul. De begroting van de GR omvat voor 2016 een bedrag van ,- aan kosten en opbrengsten. De begroting van de GR voor 2015 omvat een bedrag van ,- aan kosten en opbrengsten. Reden voor de lagere begroting is de realisatie van een eigen (booster)gemaal en puttenveld van de GR voor de onttrekking van het grondwater. Na ingebruikname kan de GR hiermee water naar de Noordzee transporteren zonder betrokkenheid van DSM Sinochem Pharmaceuticals Netherlands B.V. (DSP). Naar verwachting leidt dit tot een aanzienlijke kostenbesparing bij het oppompen. Delfland heeft gelijkelijk met de provincie Zuid-Holland en gemeente Delft bijgedragen aan deze investering. Mogelijk wordt een deel van de opbrengsten betaald door DSP. Met DSP is de intentie afgesproken om een nieuwe dienstverleningsovereenkomst af te sluiten voor onttrekking en gebruik van grondwater. Indien deze overeenkomst gesloten wordt leidt dit tot een zekere opbrengst en daarmee voor een verlaging van de verder noodzakelijke bijdrage van de overblijvende deelnemer(s). De begroting voor 2016 van de GR zou naar beneden bijgesteld kunnen worden indien gestart kan worden met reductie van de grondwateronttrekking. Het is echter nog niet zeker of in 2016 gestart kan worden met deze reductie. De verplichting richting ProRail B.V. laat dit mogelijk nog niet toe. Ter voorbereiding van de reductie is in samenspraak met betrokkenen en deskundigen een monitoringsprogramma ontwikkeld. Hiermee moeten de eventuele effecten tijdig kunnen worden waargenomen, zowel van de reductie van de onttrekking als van de uitplaatsing van de onttrekking vanaf het DSM-terrein. De ontwerp-begroting voor 2016 doet geen uitspraken over de kostenverdeling tussen partijen. Delfland kan derhalve in beginsel in stemmen met deze begroting ware het niet dat Delfland met het oog op de uittreding geen belang bij deze begroting heeft. Ook moet met het uittreden van Delfland andere afspraken gemaakt worden over het opleggen van de heffing. Binnen de GR geldt nu de afspraak dat partijen elkaar niet nodeloos heffing opleggen. Delfland heeft derhalve tot nu toe het deel van de heffing waar geen kosten tegenover staan, de zogenaamde gederfde heffingsinkomsten, vooreigen rekening genomen. Het gaat hier om een verschilbedrag tussen de heffing die op grond van de Delflandse heffingssystematiek wordt opgelegd voor de onttrekking, minus de heffing die in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren door Rijkswaterstaat wordt opgelegd en de kosten die Delfland maakt voor beheer en onderhoud van de transportleiding. Na opheffen van de GR, geldt deze afspraak niet meer. Bij dit punt heeft Delfland grote belangen (naast financieel, ook die van rechtsgelijkheid c.q. het voorkomen van precedentwerking). Voorgesteld wordt om een zienswijze met bovenstaande strekking naar de GR te sturen. 15. Bijlagen 1. Ontwerp-Begroting 2016 en meerjarenraming van de gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord, versie 21 mei Jaarrekening en jaarverslag 2014 van de gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord, gewaarmerkt op 21 mei Concept-brief met zienswijze op de ontwerp-begroting 2016 gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord met kenmerk

7 Alleen in te vullen indien het een VV-voorstel betreft ** = in te vullen door team Bestuur Kenmerk VV : ** Vergaderdatum : Beleidsveld : Stevige Dijken Agendapunt : ** De Verenigde Vergadering van Delfland, op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van 18 augustus 2015, kenmerk 43383; gelezen het positieve/negatieve advies van de commissie Stedelijk Water en Watersysteem; overwegende dat: - De gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord de begroting 2016 heeft vastgesteld en voor een zienswijze heeft voorgelegd aan de besturen van de deelnemende partijen. - Delfland een minder groot belang heeft bij instandhouding van de grondwateronttrekking en om die reden het gesprek voert met de gemeente Delft over de financiële afwikkeling en uittreding van Delfland uit de GR. - Delfland op 22 januari 2015 een verzoekschrift heeft ingediend bij de geschillencommissie van GS van de provincie Zuid-Holland. - Het college van Dijkgraaf en Hoogheemraden reden ziet voor het indienen van een zienswijze. Gelet op: - artikel 77 van de Waterschapswet; Besluit: 1. Kennis te nemen van de ontwerp-begroting 2016 van de gemeenschappelijke regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord"; 2. De zienswijze op de ontwerp-begroting 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling "Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord" zoals verwoord in bijgaande brief met kenmerk vast te stellen; 3. Kennis te nemen van de jaarrekening en jaarverslag 2014 van de gemeenschappelijke regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord. Aldus besloten in de openbare vergadering van 24 september 2015 De Verenigde Vergadering voornoemd, de Secretaris, de Voorzitter, mr. drs. P.I.M. van den Wijngaart mr. M.A.P. van Haersma Buma