Examenplan 1.Overzicht

Transcriptie

1 Examenplan 1.Overzicht 1.1.Specifieke examens Examenoverzicht opleiding: Hotelschool (Manager ondernemer Horeca) Crebocode: Dossiercode: Specifieke examens code examenvorm kerntaak exameninhoud Periode afname PVBKT1_HS MEXKT1_HS Proeve van Bekwaamheid Het schrijven van het Ondernemingsplan Mondeling examen Het individueel verdedigen van het Ondernemingsplan KT1 KT1 1.1 Ontwikkelt een ondernemingsplan 1.2 Treft voorbereidingen voor het starten van een onderneming 1.3 Implementeert het ondernemingsplan 1.4 Maakt marktanalyses 1.5 Innoveert de onderneming 1.6 Stelt financieel beleid vast en bepaalt de verkoopprijs 1.7 Bepaalt personeelsbeleid 1.8 Bepaalt inkoop- en voorraadbeleid 1.9 Onderhoudt externe contacten 1.1 Ontwikkelt een ondernemingsplan 1.2 Treft voorbereidingen voor het starten van een onderneming 1.3 Implementeert het ondernemingsplan 1.4 Maakt marktanalyses Dossierjaar: 2012_2013 Leerweg: BOL 3 e of 4 e leerjaar Proeve 9-20 weken 3 e of 4 e leerjaar Mondeling examen 1 uur Cohort: 2012_2016 Sector: E&D Team: HS Duur examen Plaats afname Resultaat School School O-V-G Voorwaarde is een V-G voor PVBKT1_HS O-V-G

2 1.5 Innoveert de onderneming 1.6 Stelt financieel beleid vast en bepaalt de verkoopprijs 1.7 Bepaalt personeelsbeleid 1.8 Bepaalt inkoop- en voorraadbeleid 1.9 Onderhoudt externe contacten PRSKT1_HS Presentatie Met partner, ten overstaan van een deskundig panel waarbij vragen worden gesteld KT1 1.1 Ontwikkelt een ondernemingsplan 1.2 Treft voorbereidingen voor het starten van een onderneming 1.3 Implementeert het ondernemingsplan 1.4 Maakt marktanalyses 1.5 Innoveert de onderneming 1.6 Stelt financieel beleid vast en bepaalt de verkoopprijs 1.7 Bepaalt personeelsbeleid 1.8 Bepaalt inkoop- en voorraadbeleid 1.9 Onderhoudt externe contacten 3 e of 4 e leerjaar Presentatie 10 minuten School Voorwaarde is een V-G voor PVBKT1_HS en MEXKT1_HS O-V-G PVBKT2_HS Proeve van Bekwaamheid Praktijkopdracht met bewijsstukken KT2 2.1 Draagt zorg voor financiële administratie en registratie 2.2 Bewaakt en verantwoordt de financiële situatie 2.3 Bewaakt de voorraad 2.4 Koopt artikelen in en ontvangt deze 2.5 Werft, selecteert en ontslaat medewerkers 2.6 Introduceert nieuwe medewerkers 2.7 Voert gesprekken met medewerkers 2.8 Zorgt voor informatie naar medewerkers 2.9 Plant en verdeelt de werkzaamheden 3 e of 4 e leerjaar 3 weken School (Praktijkbedrijf) O-V-G

3 PRSKT2_HS Presentatie ten overstaan van een deskundig panel waarbij vragen worden gesteld KT Begeleidt medewerkers en stuurt hen aan 2.11 Implementeert (wettelijke) regels en voorschriften 2.12 Bewaakt, evalueert en verbetert processen en procedures op de werkvloer 2.13 Promoot de onderneming 2.14 Onderzoekt gast-/klant- /medewerkerstevredenheid 2.15 Signaleert en handelt klachten af 2.16 Richt de bedrijfsruimte in en onderhoudt de inventaris 2.1 Draagt zorg voor financiële administratie en registratie 2.2 Bewaakt en verantwoordt de financiële situatie 2.3 Bewaakt de voorraad 2.4 Koopt artikelen in en ontvangt deze 2.5 Werft, selecteert en ontslaat medewerkers 2.6 Introduceert nieuwe medewerkers 2.7 Voert gesprekken met medewerkers 2.8 Zorgt voor informatie naar medewerkers 2.9 Plant en verdeelt de werkzaamheden 2.10 Begeleidt medewerkers en stuurt hen aan 2.11 Implementeert (wettelijke) regels en voorschriften 2.12 Bewaakt, evalueert en verbetert processen en procedures op de werkvloer 2.13 Promoot de onderneming 2.14 Onderzoekt gast-/klant- /medewerkerstevredenheid 2.15 Signaleert en handelt klachten af 3 e of 4 e leerjaar 45 min. School (Praktijkbedrijf) O-V-G

4 PVBKT4_HS Proeve van Bekwaamheid Handboek Beroepspraktijkvorming Kwalificerend: ISBN: (SVHuitgeverij) KT Richt de bedrijfsruimte in en onderhoudt de inventaris 4.1 Neemt tafelreserveringen aan 4.2 Verricht voorbereidende werkzaamheden in het horecabedrijf 4.3 Ontvangt en informeert / adviseert de gast 4.4 Neemt de bestelling op en serveert deze 4.7 Maakt de rekening op en neemt afscheid van de gast 4.8 Creëert en bewaakt sfeer 4.9 Neemt speciale arrangementen, partijen of bestellingen aan 4.10 Voert afrondende werkzaamheden uit in het horecabedrijf 4.11 Sluit het bedrijf af 2 e of 4 e leerjaar 2 weken voorbereiding, 1 dag uitvoering BPV O-V-G PVBKT5_HS Proeve van Bekwaamheid Handboek Beroepspraktijkvorming Kwalificerend: ISBN: (SVHuitgeverij) KT5 5.1 Neemt reserveringen aan voor kamers en of zalen en arrangementen 5.2 Checkt de gast in 5.3 Verleent service aan gasten tijdens hun verblijf 5.4 Bewaakt de veiligheid 5.5 Checkt de gast uit 5.6 Maakt night audit rapportages van de omzet 5.7 Ontwikkelt arrangementen en speciale activiteiten 2 e leerjaar 1 dag BPV O-V-G Een opleiding kan er voor kiezen om alle specifieke examens bij elkaar te zetten maar kan ook kiezen voor een passende groeperingsvorm bv. door de beroeps specifieke examens voor Engels in een aparte tabel te weer te geven.

5 1.2 Generieke examenonderdelen Examenoverzicht opleiding: Hotelschool (Manager ondernemer Horeca) Crebocode: Dossiercode: Dossierjaar: 2012_2013 Leerweg: BOL Cohort: 2012_2016 Sector: E&D Team: HS Nederlands Code examenvorm Vaardigheid taaltaak Niveau Periode afname NED_12_LL 1 NED_3_GES NED_4_SPR NED_5_SCH Centraal Examen 60 min. <School / bedrijf/ Cijfer exameninstelling> 1x 60 min. School cijfer 1x Instellingsexamen Instellingsexamen Instellingsexamen Lezen, luisteren 3F 2 e leerjaar periode 2 of 4 Mondelinge taalvaardigheid: gesprekken voeren spreken schrijven Functionerings- en beoordelingsgesprekken 2.7 Voert gesprekken met medewerkers 2.8 Zorgt voor informatie naar medewerkers Presentatie Marktonderzoek Lissabon 3 weken 2.5 Werft, selecteert en ontslaat medewerkers 2.6 Introduceert nieuwe 3F 3F 3F 3 e of 4 e leerjaar Periode 2 of 4 2 e of 3 e leerjaar periode 2 of 4 2 e of 3 e leerjaar periode 2 Duur examen Plaats afname 30 min. School cijfer 1x 60 min. School cijfer 1x Resultaat + weging (1 decimaal) cijfer 1x Eindresultaat (geheel cijfer) cijfer 1 Central examen levert op dit moment 1 resultaat voor lezen en luisteren.

6 medewerkers 2.7 Voert gesprekken met medewerkers 2.9 Plant en verdeelt de werkzaamheden of 4 Rekenen Code examenvorm Vaardigheid Niveau Periode afname Getallen: Getallen/hoeveel-heden, 3F REK_3F_HS Digitaal afgenomen instellingstoets maten Verhoudingen: Ruimte en vorm Meten en meetkunde: Gegevensverwerking, onzekerheid Verbanden: Verbanden, veranderingen 3F 3F 3F Leerjaar 2, periode 3 of 4 Duur examen In totaal 90 minuten voor alle 4 de vaardighede n samen Plaats afname School Eindresultaat (geheel cijfer) Cijfer 5,5 Engels (alleen niveau 4) Code examenvorm Vaardigheid Niveau Periode afname ENG_1_LUI digitaal TOA B1 ENG_2_LEZ digitaal TOA B1 ENG_3_GES Mondeling 1. Informeel gesprek/ informatie uitwisselen 2. Werkoverleg Duur examen Plaats afname Resultaat + weging (1 decimaal) luisteren B1 variabel 45min School Cijfer 1x lezen B1 variabel 45min School cijfer 1x gesprekken voeren A2 variabel 15min School cijfer 1x Eindresultaat (geheel cijfer) Minimaal 5

7 ENG_4_SPR ENG_5_SCH 3. Telefoongesprek mondeling presentatie Schriftelijk formulier 3. notitie vrij schrijven spreken A2 variabel 10min School cijfer 1x schrijven A2 variabel 60min School Cijfer 1x Engels Start cohort examenjaar en Code examenvorm Vaardigheid Niveau Periode afname ENG_1_LUI ENG_2_LEZ ENG_3_GES ENG_4_SPR ENG_5_SCH digitaal TOA B1 of pilot examen digitaal TOA B1 of pilot examen Mondeling 1. Informeel gesprek/ informatie uitwisselen 2. Werkoverleg 3. telefoongesprek mondeling presentatie Schriftelijk formulier 3. notitie Duur examen Plaats afname Resultaat + weging (1 decimaal) luisteren B1 variabel 45min School Cijfer 1x lezen B1 variabel 45min School cijfer 1x gesprekken voeren A2 variabel 15min School cijfer 1x spreken A2 variabel 10min School cijfer 1x schrijven A2 variabel 60min School Cijfer 1x Eindresultaat (geheel cijfer) examenonder delen rekenen, Nederlands en Engels : 2 x 5 of hoger

8 vrij schrijven Engels Start Cohort examenjaar en Code examenvorm Vaardigheid Niveau Periode afname ENG_1_LUI ENG_2_LEZ ENG_3_GES ENG_4_SPR ENG_5_SCH digitaal TOA B1 of pilot examen digitaal TOA B1 of pilot examen Mondeling 1. Informeel gesprek/ informatie uitwisselen 2. Werkoverleg 3. telefoongesprek mondeling presentatie Schriftelijk formulier 3. notitie vrij schrijven Duur examen Plaats afname Resultaat + weging (1 decimaal) luisteren B1 variabel 45min School Cijfer 1x lezen B1 variabel 45min School cijfer 1x gesprekken voeren A2 variabel 15min School cijfer 1x spreken A2 variabel 10min School cijfer 1x schrijven A2 variabel 60min School Cijfer 1x Eindresultaat (geheel cijfer) examenonder delen rekenen, Nederlands, Engels : maximaal 1x 5, voor de andere twee examenonder delen minimaal een 6

9 MVT2 Start Cohort examenjaar en Code examenvorm Vaardigheid Nivea u DU_LU_90303 SP_LU_90303 FR_LU_90303 DU_LE_90303 SP_LE_90303 FR_LE_90303 DU_GE_90303 SP_GE_90303 FR_GE_90303 DU_SP_90303 SP_SP_90303 FR_SP_90303 DU_SC_90303 SP_SC_90303 FR_SC_90303 Mondeling Kerntaak 5.2 neemt telefonisch reserveringen aan voor kamers, (zalen en arrangementen) Kerntaak 1.4 luistert naar klachten Schriftelijk Kerntaak 5.3 verwerkt inkomende mail, klachtenbrief Kerntaak 4.3 menu lezen Mondeling Kerntaak 4.1 neemt tafelreserveringen aan Kerntaak 4. 3 ontvangt gasten, placeert de gasten; biedt de menukaart, wijnkaart aan; inventariseert wensen/ behoeften. Kerntaak 4.4 neemt bestelling op Kerntaak 4.7 neemt afscheid van de gast Kerntaak 4.8 houdt tijdens verblijf de gasten in de gaten en reageert alert op signalen van gasten Mondeling Kerntaak 4.3, 4.4 geeft een toelichting over menu en wijnkaart Kerntaak 5.2 wijst de gast op extra diensten en waar hij informatie over producten en faciliteiten van het hotel kan vinden; Kerntaak 5.3 geeft gasten informatie (presentatie bedrijf +extra voorzieningen en info regio) Schriftelijk Kerntaak 4.3 bestelformulier invullen, verwerkt inkomende mail, notitie voor collega Kerntaak 5.1 bevestigen reservering hotel Kerntaak 5.2 inschrijfformulier invullen hotel Periode afname Duur examen Plaats afname Resultaat + weging (1 decimaal) luisteren B min School Cijfer 1x lezen B min School cijfer 1x gesprekken voeren A min School cijfer 1x spreken A min School cijfer 1x schrijven A min School Cijfer 1x Eindresultaat (geheel cijfer) 5,5 of hoger

10 2. Beslisregels voor het diploma 2.1 Specifieke examenonderdelen Voor specifieke examenonderdelen geldt als eis: elk examenonderdeel moet met een voldoende zijn afgesloten. Het eindresultaat voor een examenonderdeel (kerntaak) kan gebaseerd zijn op één onderliggend examen maar er kunnen ook meerdere examens aan het eindresultaat bijdragen. Kerntaak 1 Code Resultaat Weging/beslisregel Eindresultaat PVBKT1_HS Onvoldoende/voldoende/goed Cijfer minimaal 5,5 of cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed MEXKT1_HS Onvoldoende/voldoende/goed Cijfer minimaal 5,5 of cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed PRSKT1_HS Onvoldoende/voldoende/goed Cijfer minimaal 5,5 of cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed Kerntaak 2 Code Resultaat Weging/beslisregel Eindresultaat PRSKT2_HS Onvoldoende/voldoende/goed Cijfer minimaal 5,5 of cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed PRSKT2_HS Onvoldoende/voldoende/goed Cijfer minimaal 5,5 of cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed Kerntaak 4 Code Resultaat Weging/beslisregel Eindresultaat PVBKT4_HS Onvoldoende/voldoende/goed Cijfer minimaal 5,5 of cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed

11 Kerntaak 5 Code Resultaat Weging/beslisregel Eindresultaat PVBKT5_HS Onvoldoende/voldoende/goed Cijfer minimaal 5,5 of cijfer Onvoldoende/Voldoende/Goed 2.2 Generieke examenonderdelen Voor Nederlands, rekenen en Engels (alleen niveau 4) geldt: het eindcijfer moet voldoende zijn. Voor deze vakken geldt een compensatieregeling (zie par. 2.3) 2.3 Examenonderdeel overstijgende regels 1. Alle specifieke examenonderdelen (kerntaken) moeten minimaal met voldoende resultaat zijn afgesloten. 2. Voor de generieke examenonderdelen Engels, Nederlands en rekenen geldt de volgende compensatieregeling: <Voor één van de drie examenonderdelen Engels, Nederlands en rekenen mag een vijf behaald worden als de andere twee examenonderdelen met een zes of hoger zijn afgesloten.> 3. Loopbaan, Burgerschap moet zijn afgesloten met Voldaan Voor Loopbaan, Burgerschap geldt van een inspanningsverplichting. De examencommissie dient na te gaan of aan de inspanningsverplichting is voldaan. Deze regels zijn sterk afhankelijk van het cohort en het geplande examenjaar 3. Beschrijving per examen of examenonderdeel 3.1 Specifieke examenonderdelen <Geef hier per examen aanvullende informatie waarmee het examen duidelijk wordt voor de student. Aanvullende informatie kan bv. zijn: de inhoud van het examen, de uitvoering van het examen, evt. relaties met andere examens. Deze beschrijving moet compact, helder en duidelijk zijn.>

12 Kerntaak 1 Een korte beschrijving van het examen Uit te voeren activiteiten 1. Deelname aan een aantal workshops waarbij relevante informatie wordt verstrekt. De serie start met een introducerende workshop waarin de proeve uitgebreid wordt uitgelegd. Vervolgens zullen in de volgende workshops relevante theorie worden aangedragen en zal er training worden gegeven in het houden van een pitch. In de laatste workshop zal alle informatie nog eens de revue passeren. Van de zeven aangeboden workshops moeten er minimaal 5 worden gevolgd. 2. Deelname aan een consultatieronde. Tijdens deze ronde zullen een aantal experts op ondernemersgebied beschikbaar zijn voor het stellen van vragen en het geven van advies. Deelname aan deze ronde is verplicht. Tijdens deze ronde wordt je beoordeeld op werkproces Schrijf een ondernemingsplan naar aanleiding van een speciale uitgereikte opdracht. Deze opdracht beschrijft een specifiek pand, een specifieke vraag vanuit investeerders en vereist daarom specifiek marktonderzoek. Dit plan wordt beoordeeld door twee begeleidende docenten, waarbij één docent het financiële gedeelte begeleid en de andere het overige deel. Beide beoordelen gezamenlijk het totale plan. Het plan moet voldoende zijn en is zodoende voorwaardelijk voor de verdediging en de pitch. 4. Verdedig je gemaakte ondernemersplan individueel tegenover twee onafhankelijke docenten minuten vooraf aan het mondeling krijg je een case voorgelegd, waarbij je een innovatieve oplossing moet zoeken voor een opgetreden probleem. Tijdens het mondeling worden er 14 vragen gesteld over verschillende aspecten van je plan. Iedere vraag levert 0,3,6 of 10 punten op. De verdediging is voldoende als minimaal 77 punten zijn behaald. De verdediging zal ongeveer 30 minuten per persoon in beslag nemen. Het mondeling beoordeelt de werkprocessen 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, Presenteer met je partner(s) van het ondernemersplan het plan aan een groep externe, onafhankelijke experts. Dit doe je via een pitch van 10 minuten, waarna er een 8 verduidelijkingvragen zullen worden gesteld. Iedere vraag levert 0,3,6, of 10 punten op. De verdediging is voldoende als minimaal 44 punten zijn behaald De gehele pitch en verduidelijking zal

13 ongeveer 25 minuten in beslag nemen. De pitch beoordeelt werkproces 1.3 Bewijsmaterialen van de activiteiten: Activiteit 1: workshops Activiteit 2: consultatieronde Activiteit 3: het plan schrijven Activiteit 4: mondeling Activiteit 5: pitch Je moet jezelf bij start van de workshops intekenen op de workshoplijst. Dit kan alleen op dat moment gebeuren Je moet jezelf bij start van de workshops intekenen op de workshoplijst. Dit kan alleen op dat moment gebeuren Het gehele plan moet eigen groepswerk zijn. Het moet digitaal ingeleverd worden op waarna het gecontroleerd wordt op plagiaat. Het plan kent vier tussentijdse deadlines en beoordelingen (De omschrijving van het plan, het opstellen van een marketingplan, het opstellen van een investerings- en financieringsvoorstel, het opstellen van een exploitatie-en liquiditeitsbegroting met break-even analyse en kengetallen). Het plan kent een duidelijk beoordelingsmodel wat je aantreft in de reader. Het mondeling wordt afgenomen volgens een duidelijk beoordelingsmodel, wat je aantreft in de reader. Het wordt opgenomen op band. De pitch wordt afgenomen volgens een duidelijk beoordelingsmodel, wat je aantreft in de reader. Het wordt opgenomen op video. Gemaakte PPP en andere materialen dienen opgeleverd te worden. Kerntaak 2 Een korte beschrijving van het examen Wat ga je doen? De Praktijkopdracht duurt maximaal 3 weken. De plek waar je de Praktijkopdracht uitvoert is jouw leerbedrijf of in het leerbedrijf op school (simulatieplek Amadeus). Je doet alles precies zoals het op papier staat, in de goede volgorde en volgens de regels zoals je het op school en in de praktijk hebt geleerd. Elke opdracht heeft een uitwerking (schriftelijk) en een praktijkuitvoering.

14 Bekijk de situatie van de bedrijfsruimte en zorg dat je de werkplek goed kent voordat de Praktijkopdracht wordt afgenomen. Ga op tijd aan de slag om voor de einddatum (beoordelingsperiode) klaar te zijn met de opdrachten. Overleg met je begeleider praktijk welke opdrachten je eventueel met elkaar kunt combineren. Werk de opdrachten op de computer uit volgens instructie van de school en lever ze in op de juiste wijze via Overleg met je begeleider school of hij de uitwerkingen op papier of via wil ontvangen. (Vraag bij het inleveren van de uitwerkingen via om een bevestiging. Dan weet je of je begeleider school alles ontvangen heeft) Kun je de Praktijkopdracht goed en in zijn geheel doen? Maak met je begeleider van school een afspraak over waar en wanneer je de Praktijkopdracht gaat uitvoeren. De beoordelaar praktijk gaat je tijdens de Praktijkopdracht beoordelen. Je bent zelf verantwoordelijk voor de organisatie en voorbereiding van de Praktijkopdracht. Je begeleider praktijk is medeverantwoordelijk. Tijdens de opdrachten die je laat beoordelen, werk je zelfstandig. Je overlegt alleen met collega s (mensen waarmee je in het echt ook overlegt tijdens het werk) of met je begeleider praktijk als dat nodig is. Je kunt gebruik maken van alle materialen, hulpmiddelen en naslagwerken die in het bedrijf of school aanwezig zijn. Je beoordelaar praktijk kan tijdens de beoordeling vragen stellen aan jou over wat je aan het doen bent. Hij stelt deze vragen om een goed oordeel te krijgen over je handelen. Ga niet uit jezelf uitleg geven aan je begeleider over wat je aan het doen bent als hij bij je werk staat. Geef alleen antwoord op vragen. Heb je vragen? Kun je iets niet vinden? Weet je even niet hoe je verder moet? Stel je vragen aan je begeleider praktijk. Tijdens de presentatie stellen de beoordelaars vragen aan je om onduidelijkheden helder te krijgen. In het gesprek toon je aan dat je voldoende kennis en inzicht hebt in de kerntaak die beoordeeld wordt en de werkprocessen die bij die kerntaak horen. De presentatie duurt maximaal 45 minuten. Kerntaak 4 Een korte beschrijving van het examen Na het behalen van het niveau gevorderd, mag je dit examen aanvragen. Als er goedkeuring komt (voortgang), kun je de Proeve/Examen uitvoeren. Daarvoor dien je tijdens een dienst of service zelfstandig de taken uit te voeren zoals ze beschreven zijn in het examen en zoals ze voorkomen in het bedrijf. Je wordt daarbij begeleid door je praktijkopleider en een 2 e beoordelaar. Zorg dat alle werkprocessen worden uitgevoerd. Dat je bewijsmateriaal verzameld en reflectie van je eigen handelen beschrijft,

15 dat ook voldoet aan de eisen in het examen. Het geheel dient goedgekeurd en getekend te worden en voorzien van het urenboekje (ter verantwoording) bij de eigenaar van kerntaak 4 ingeleverd te worden Kerntaak 5 Een korte beschrijving van het examen Na het behalen van het niveau gevorderd, mag je dit examen aanvragen. Als er goedkeuring komt (voortgang), kun je de Proeve/Examen uitvoeren. Daarvoor dien je tijdens een dienst of service zelfstandig de taken uit te voeren zoals ze beschreven zijn in het examen en zoals ze voorkomen in het bedrijf. Je wordt daarbij begeleid door je praktijkopleider en een 2 e beoordelaar. Zorg dat alle werkprocessen worden uitgevoerd. Dat je bewijsmateriaal verzameld en reflectie van je eigen handelen beschrijft, dat ook voldoet aan de eisen in het examen. Het geheel dient goedgekeurd en getekend te worden en voorzien van het urenboekje (ter verantwoording) bij de eigenaar van kerntaak 5 ingeleverd te worden VSH_HS Eindterm 1 Exameneisen Verklaring Sociale Hygiëne voor het horeca- en slijtersbedrijf (Eindtermen en exameneisen) De kandidaat kan een omschrijving van de horecamarkt en de hierin voorkomende bedrijfsformules geven. De kandidaat kan een omschrijving geven van de horecamarkt en de op deze horecamarkt voorkomende aanbieders van gastvrijheid. Hierbij wordt een omschrijving van de formule bedoeld, verdeeld naar doelgroep, plaats, product, prijs, presentatie, personeel en promotie. Formules, die hierbij ten minste dienen te worden onderscheiden, zijn: - hotels - restaurants - (eet)cafés/bars - discotheken - nachtclubs - cafetaria's - coffeecorners - sportkantines - buurt- en clubhuizen - wijkcentra - campings - fastservicerestaurants Eindterm 2 De kandidaat kan een omschrijving geven van de detailhandelsmarkt in alcoholvrije en alcoholhoudende dranken (slijters/- wijnhandelsmarkt) en de hierin voorkomende bedrijfsformules.

16 Exameneisen De kandidaat kan een omschrijving geven van de slijters-/wijnhandelsmarkt en de op deze slijters-/wijnhandelsmarkt voorkomende aanbieders. Formules die de kandidaat dient te onderscheiden zijn: - slijterijketens; - zelfstandige slijters/franchisegever; - levensmiddelenhandel; - speciaalzaken in gedistilleerd/bier/wijn. Eindterm 3 Exameneisen De kandidaat kan een omschrijving geven van de in de horeca- en slijters/ -wijnhandelsmarkt voorkomende doelgroepen, alsmede het voor deze doelgroepen kenmerkende gedrag De kandidaat kan een beschrijving geven van de doelgroepen, waarop de in eindterm 1 en 2 genoemde aanbieders zich richten, alsmede van het gedrag dat deze gasten/klanten in voorkomende situaties kenmerkt, zowel individueel als in groepsverband, te weten: - scholieren - werkende jongeren - tweeverdieners - studenten - alleenstaanden - zakenmensen - senioren - ouders met kinderen - toeristen, verdeeld naar volksaard en cultuur Eindterm 4 Exameneisen De kandidaat kan aantonen inzicht te hebben in het opzetten van een gastvrijheids- of slijters-/wijnwinkelformule en de benodigde maatregelen om deze formule te realiseren en blijvend te garanderen. a. De kandidaat kan omschrijven welke aspecten van de gekozen bedrijfsformule invloed uitoefenen op de gastvrijheidsbeleving en het gevoel van veiligheid bij de gast/klant (en medewerkers), te weten: - de behoefte, waarmee de gast/klant het bedrijf bezoekt; - de verwachtingen, die het bedrijf middels communicatie heeft gewekt, verdeeld naar reclame-uitingen, public relations, mond tot mond reclame, interieur en exterieur van het bedrijf, alsmede het terrein rondom het bedrijf, prijsstelling, assortimentsaanduidingen, te verwachten serviceniveau;

17 - de gekozen vorm van dienstverlening/service en de uiteindelijke invulling hiervan; - de gekozen invulling van aftersales-service en de afhandeling in dezen; - de invloed die het gedrag van mede-gasten/klanten uitoefent op de sfeer in het bedrijf, alsmede de wijze waarop hiermee door het bedrijf en diens medewerkers wordt omgegaan; - de bedrijfscultuur, die past bij het gekozen gastvrijheids- of slijters-/wijn-winkelformule. b. De kandidaat kan een bedrijfsformule in een gastvrijheids- of slijters-/wijn-winkelformule uitwerken en kan hierbij de middelen aangeven, waarmee deze formule aan de gast/klant wordt gegarandeerd. c. De kandidaat kan aangeven welke eisen gesteld dienen te worden aan een bedrijfsformule met betrekking tot het gastvrij kunnen ontvangen van rokers en niet-rokers, gelet op de gezondheid(omstandigheden) van alle aanwezigen en in het bijzonder de arbeidsomstandigheden van de medewerker. Eindterm 5 Exameneisen De kandidaat kan de activiteiten benoemen, die ondernomen kunnen worden om doelgroepen te werven dan wel te weren, ten einde het gekozen gastvrijheids- of slijters-/wijnwinkelformule optimaal te benutten en niet in gevaar te laten brengen door externe invloeden. De kandidaat kan een omschrijving geven van de volgende activiteiten ter werving van de beoogde doelgroep, dan wel ter wering van conflicterende doelgroepen, alsmede de hieraan verbonden voor- en nadelen: - vestigingsplaats/aankleding/design van het bedrijf; - muziek als selectiemiddel; - audio(visuele) middelen als selectiemiddel; - assortiment als selectiemiddel; - prijs als selectiemiddel; - aanwezigheid kansspelautomaten; - vorm en inhoud van reclame-uitingen; - keuze van evenementen/sponsoring; - selectie van personeel; - onderhoud bedrijf/omgeving; - bouwkundige, ruimtelijke en technische voorzieningen en personele maatregelen (zie eindterm 10);

18 - aanwezigheid van sociaal-hygiënisch en ethisch beleid; - wijze van uitdragen van dit beleid naar gasten/klanten. Eindterm 6 Exameneisen De kandidaat kan een omschrijving geven van de werking van alcohol, (illegale) drugs en gokken op de mens, de effecten op het lichaam die alcoholgebruik in combinatie met drugsgebruik en sommige geneesmiddelen kan hebben, de gevolgen hiervan voor de betreffende persoon en diens omgeving, de maatschappelijke visie op alcohol-, drugs- en kansspelafhankelijkheid, alsmede de sancties die de overheid op dit gebied aan de persoon en het bedrijf stelt. De kandidaat kan een omschrijving geven van: - de ontwikkeling van alcoholgebruik, (illegaal) drugsgebruik en gokken in Nederland; - de werking en effecten van alcohol, (illegale) drugs en gokken op de mens (lichaam, hersenen, zenuwstelsel en gedrag), met name waar sprake is van gecombineerd gebruik en in combinatie met sommige geneesmiddelen; - misbruik/afhankelijkheid van alcohol, (illegale) drugs en gokken; - criminaliteit, welke kan voortkomen uit deze afhankelijkheid en hoe dit voorkomen kan worden; - geldende bepalingen uit de Drank- en Horecawet, de Tabakswet, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wegenverkeerswet, de Opiumwet, de Wet op de kansspelen, welke relevant zijn voor de horeca- en de slijtersbranche en voor verenigingen, buurt- en clubhuizen; - de Gedrags- en reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken en het Gedragsadvies Horeca, alsmede de organisaties, die hierbij betrokken zijn. Eindterm 7 Exameneisen De kandidaat kan aantonen inzicht te hebben in de factoren, die de gekozen gastvrijheids- of slijters-/wijnwinkelformule bedreigen bij het opzetten en handhaven van een sociaal-hygiënisch beleid in zijn/haar (toekomstig) bedrijf, alsmede het communiceren van dit beleid naar medewerkers en gasten/klanten. De kandidaat kan een omschrijving geven van: - vormen van normafwijkend gedrag, voortkomend uit afhankelijkheid van alcohol, (illegale) drugs en geneesmiddelen, in relatie tot alcohol en gokken;

19 - psychische, culturele, maatschappelijke en sociale oorzaken, die ten grondslag kunnen liggen aan dit normafwijkend gedrag; - de strategieën die hem/haar ten dienst staan om te voorkomen dat normafwijkend gedrag als gevolg van afhankelijkheid van alcohol, (illegale) drugs en gokken kan ontstaan. De kandidaat kan de volgende signalen herkennen: - signalen van problematisch alcohol- en drugsgebruik en gokgedrag; - gedragssignalen, die duiden op afhankelijkheid van (illegale) drugs en/of pogingen tot gebruik/verkoop hiervan in het bedrijf; - signalen in het gedrag van personen, die duiden op een verhoogde kans op agressief optreden. De kandidaat kan een sociaal-hygiënisch en ethisch beleid opstellen, waarin uitgegaan wordt van keuzes die binnen het gastvrijheids- of slijters-/wijnwinkelformule zijn gedaan en waarin aandacht geschonken wordt aan: - gedrag dat van gasten/klanten wordt geaccepteerd; - gedragsregels die aan gasten/klanten worden gesteld ter voorkoming van sfeerverstoringen; - mogelijk negatieve aspecten in het gedrag van gasten/klanten, die door de medewerkers dienen te worden opgemerkt en gerapporteerd; - het gedrag dat zowel leidinggevenden als medewerkers dienen te vertonen, als reactie op deze negatieve gedragsaspecten om escalatie van het gedrag te voorkomen. De kandidaat kan concreet in geschrift aangeven hoe het sociaal-hygiënisch beleid uitgelegd kan worden naar gasten/klanten, leidinggevenden en medewerkers. Eindterm 8 Exameneisen De kandidaat kan aantonen inzicht te hebben in het opstellen van regels en normen met betrekking tot het geaccepteerde gedrag van gasten/klanten uitgaande van het geformuleerde sociaal-hygiënisch en ethisch beleid in het bedrijf en de aanpak, die nodig is om dit beleid vervolgens te handhaven. De kandidaat kan in concrete bewoordingen aangeven hoe het sociaal-hygiënisch beleid uitgelegd kan worden naar gasten/klanten, leidinggevenden en medewerkers, hierbij rekening houdend met: - de eenduidigheid in wijze van opstellen; - de argumenten die ten grondslag liggen van de regels, alsmede de motivering richting gast/klant en medewerkers;

20 - de wijze waarop de regels door medewerkers ten uitvoer dienen te worden gebracht, uitgewerkt in concrete gedragsprocedures; - de sancties die aan het niet naleven van de regels verbonden zijn, zowel richting gast/klant als richting medewerker; - de procedures welke gevolgd moeten worden bij het uitvoeren van de sancties; - de afspraken die in dezen gemaakt moeten worden met gemeente, politie, buurtbewoners (omgeving van het bedrijf) en hulpverlenende instanties; - de wijze waarop klachten van gasten/klanten worden afgehandeld door medewerkers uitgaande van het geformuleerde sociaalhygiënisch en ethisch beleid in het bedrijf. De kandidaat kan aantonen inzicht te hebben in de manier waarop: - opgestelde regels gehandhaafd moeten worden; - opgestelde regels beargumenteerd kunnen worden; - gesprekstechnieken bij handhaving van opgestelde regels toegepast kunnen worden; - sancties bij overtredingen daadwerkelijk toegepast moeten worden. Eindterm 9 Exameneisen De kandidaat kan aantonen inzicht te hebben in de wijze, waarop (toekomstige) medewerkers geïnstrueerd moeten worden over de handhaving van wettelijke regels, huisregels en ongeschreven regels (fatsoensnormen). De kandidaat kan omschrijven hoe opgesteld sociaal-hygiënisch beleid geïmplementeerd kan worden bij huidige en toekomstige medewerkers. Hierbij dient aan de orde te komen: - de wijze van communiceren naar medewerkers; - de wijze van instructie aan medewerkers; - de controle op het effect van de instructie; - de begeleiding van de medewerkers; - de aanpassing van de bedrijfscultuur aan het sociaal-hygiënisch beleid.

21 Eindterm 10 Exameneisen De kandidaat kan een omschrijving geven van zowel de technische en bouwkundige inrichtingseisen als de ruimtelijke en personele voorzieningen, die van overheidswege aan horeca- en slijterij/wijnwinkelbedrijven worden gesteld. Aansluitend hierop kan de kandidaat een omschrijving geven van de mogelijkheden die een ondernemer op technisch, bouwkundig, personeelsgebied of in het kader van ruimtelijke voorzieningen ten dienste staan om het gevoel van veiligheid bij gasten/klanten, medewerkers en de naaste omgeving van het bedrijf te kunnen optimaliseren, alsmede van de hieraan verbonden voor- en nadelen. De kandidaat kan een omschrijving geven van de volgende bouwkundige en ruimtelijke voorzieningen, alsmede maatregelen in de personele sfeer, zowel die van overheidswege verplicht zijn gesteld aan horeca- en slijterij/wijnwinkelbedrijven ter verhoging van de veiligheid van gasten/klanten, medewerkers en de naaste omgeving van het bedrijf. Wettelijke eisen ter verhoging van de veiligheid van gasten/klanten ten aanzien van: - minimale oppervlakte van bedrijfsruimten; - brandveiligheid en brandbestrijding; - inrichting en apparatuur ten aanzien van brandpreventie en milieu. Voorzieningen ter verhoging van de veiligheid van gasten/klanten ten aanzien van: - voorportaal bij de entree; - overzicht creëren van de buitenkant van het bedrijf door ongehinderde doorkijk in de verkoopruimte; - ingangen van het bedrijf; - afscheidingen in het bedrijf; - uitvoering toiletten en plaats hiervan in het bedrijf, alsmede de wettelijke eisen die hieraan gesteld zijn; - zicht vanuit dienstruimten op de verkoopruimten, alsmede efficiënte routing met het oog op het houden van toezicht; - gemeentelijke voorschriften met betrekking tot vluchtuitgangen/aantal bezoekers; - plaats en hoeveelheid verlichting in en buiten het bedrijf; - parkeerterrein en naaste omgeving; - plaats van de kassa/kluis; - plaats van telecommunicatiemiddelen in het bedrijf (klantentelefoon); - toegang tot het magazijn/sleutelprocedures; - inzet en taakinvulling nachtportier;

22 - inzet en taakinvulling portiers; - inzet en taakvulling BHV ers en EHBO ers, slachtofferopvang; - inrichting van rookruimten. Daarnaast kan de kandidaat een omschrijving geven van de volgende technische voorzieningen ter verhoging van de veiligheid van de gasten: - gesloten camerasysteem; - afroomkluis; - bewaarkluis met tijdslot; - winkelbelsystemen; - alarmsystemen; - bewakingssystemen; - wapendetectors; - technische (afsluit)voorzieningen voor duurzame winkelgoederen; - voorzieningen voor parkeerterrein en gevel. De kandidaat kan de voor- en nadelen opnoemen van bovengenoemde bouwkundige, personele en technische voorzieningen. Bovendien kan de kandidaat een omschrijving geven van de belangrijkste maatregelen ter voorkoming en beheersing van criminaliteit, zoals overval-, diefstal-, inbraakpreventie en het voorkomen van agressie. 3.2 Generieke examenonderdelen Nederlands: <Geef hier per examenonderdeel aanvullende informatie waarmee het examenonderdeel duidelijk wordt voor de student. Aanvullende informatie kan bv. zijn: de inhoud van de examens, de uitvoering van het examens, evt. relaties met andere examens. Deze beschrijving moet compact, helder en duidelijk zijn.> rekenen:

23 <Bij rekenen worden de vier domeinen (Getallen; Verhoudingen; Meten en Meetkunde; Verbanden) in één keer digitaal geëxamineerd waarbij het gebruik van eigen rekenapparatuur niet is toegestaan.> Engels, niveau 4: <Geef hier per examenonderdeel aanvullende informatie waarmee het examenonderdeel duidelijk wordt voor de student. Aanvullende informatie kan bv. zijn: de inhoud van de examens, de uitvoering van het examens, evt. relaties met andere examens. Deze beschrijving moet compact, helder en duidelijk zijn.>