TRAININGSPLANNING JO7 (MINI-PUPILLEN) DOOR GUIDO DE BOER

Transcriptie

1 TRAININGSPLANNING JO7 (MINI-PUPILLEN) DOOR GUIDO DE BOER MAART

2 Inhoud MP JO7 Algemeen 3 - Welkom - Vanuit KNVB - Inhoud van het project allemaal uitblinkers - Motoriek Allemaal Uitblinkers voor mini-pupillen 5 - MP O7 weetjes MP O7 Trainingen en maandindeling 6 - Trainingsschema Maand 1 - Trainingsschema Maand 2 Bijlagen 17 2

3 MP JO7 Algemeen Welkom Welkom bij voetbalclub SV Hulsberg en we wensen je heel veel plezier. Voor de mini pupillen binnen SV Hulsberg hanteren we de KNVB richtlijn allemaal uitblinkers. Dit concept is ontwikkeld voor de jongste jeugd en bedoelt om kennis te maken met het voetbal. Hierbij is plezier hebben en spelenderwijs te voetballen. Tot en met het seizoen voorjaar 2017 spelen de kinderen 4-4 als wedstrijd vorm om daarna om te gaan naar 2-2 (O6) en 4-4 (O7). Dit vraagt een verandering binnen de club en mn extra begeleiding als aanschaf nieuwe materialen als voornaamste investering. Vanuit KNVB De KNVB vinden het belangrijk om jonge kinderen zo vroeg mogelijk kennis te laten maken met voetbal en ze te laten ervaren hoe leuk voetbal is. Daarom geven de KNVB amateurverenigingen extra aandacht door een programma voor startende jongens en meisjes te faciliteren. Met een speciaal pakket aan ondersteuning door de KNVB gaan de verenigingen aan de slag met Welpenvoetbal. Hierbij ontdekken kinderen al op jonge leeftijd het voetballen binnen de vereniging. Door middel van de specifieke activiteiten voor deze doelgroep krijgen de (mini-)pupillen, hun ouders en de vrijwilligers binnen de vereniging(en) een hartelijk welkom op voetbal. Het voetbalveld wordt een speeltuin waarin voetballen centraal staat. Inhoud van het project allemaal uitblinkers De KNVB ondersteunen verenigingen op het gebied van de startende (mini-)pupillen, hun ouders en de vrijwilligers binnen de verenigingen. Deze ondersteuning bestaat uit ondersteuning door een KNVB-projectmedewerker en een verenigingspakket. Binnen deze ondersteuning is er niet alleen aandacht voor de voetbaltechnische inhoud van deze jongste categorie, maar ook voor de organisatie van de activiteiten, de omgang van alle betrokkenen (kinderen, ouders, vrijwilligers, vereniging) en de rol van de ouders / begeleiders. Het doel van de ondersteuning is dat de verenigingen na afloop zelf in staat zijn deze kinderen leuke en verzorgde activiteiten aan te bieden en ze zo een mooi welkom op voetbal te geven. Naast deze ondersteuning is er een speciale uitgave over mini-pupillen in de serie Allemaal Uitblinkers ontwikkeld. Wie is de mini-pupil? Kiest een vijfjarige uit vrije wil voor voetbal? Dat weten we niet. Zijn ouders melden hem aan bij de voetbalvereniging, niet hij. Van de bedoeling van het spel, de voetbalhandelingen en benodigde vaardigheden heeft hij geen idee. Toch heeft hij zelf eens 3

4 tegen mama gezegd dat hij op voetbal wil. Niemand dwong hem. Zijn ouders zagen alleen hoe onafscheidelijk hij en zijn Cars-bal de laatste tijd waren. Met papa kijkt hij graag naar voetbal op tv en in de tuin trappen ze soms een balletje. Vanaf vijf jaar kun je ze aanmelden, hoorde mama op het schoolplein. Er zijn wachtlijsten en er is een ledenstop. Andere moeders adviseerden er snel bij te zijn. Vooral het wit en rood van die ene club staat zo mooi bij die kinderen. Ook zijn er leuke rode schoentjes in de aanbieding. Maar of hij er echt klaar voor is? Motoriek Motorisch gezien is de vijfjarige toe aan voetbal. Hij is energiek en actief, hij rent liever dan dat hij loopt. Hij staat stabiel, het spierstelsel weerstaat de zwaartekracht. De omgang met objecten in de omgeving is onder controle. Ook de waarneming neemt in deze leeftijdsfase sterk toe. Met de oog-voetcoördinatie zit het dus wel goed. Dribbelen, mikken: het zit er in. Complexe, door sommige volwassenen gevraagde bewegingen kan de vijfjarige nog niet goed uitvoeren. Een gerichte pass of passeerbeweging is eigenlijk te veel gevraagd. Ook de combinatie van een stukje dribbelen, de bal stilleggen onder de voet én mikken op doel is voor de meesten lastig.,,heb je hem zien staan? Over de bal kijken!" De mini-pupil kan nog geen twee dingen tegelijk doen. Gefixeerd zijn op de bal én kijken wie er vrij loopt; verwacht het niet van hem. Het is al prachtig dat hij de bal trapt, in plaats van duwt. Bedenk: het zenuwstelsel ontwikkelt zich in deze fase langzaam. Het kost hem drie keer langer dan een volwassene om 1 informatie te verwerken. Het lichaam lijkt soms in de war. De snelheid die hij ontwikkelt en de gekozen richting van een beweging komen op die momenten niet overeen met de beschikbare ruimte, tijd en situatie. Wel zijn er onderling wonderbaarlijk grote verschillen in ontwikkeling. Er zijn vijfjarigen die behendiger zijn dan zevenjarigen. Ze zien sneller waar de ruimte op het veld ligt ze blijven anderen vaak ook voor omdat ze nieuwe handelingen sneller onder de knie krijgen. Maar uitzonderingen daargelaten, heeft het pas zin ze vanaf een jaar of acht complexere voetbalhandelingen aan te leren. 4

5 Allemaal Uitblinkers voor mini-pupillen Dit artikel maakt deel uit van de serie Allemaal Uitblinkers, een uniek leermiddel voor coördinatoren, begeleiders en ouders van mini-pupillen. Het boek en de dvd behandelen thema s waarmee verenigingen te maken krijgen als zij activiteiten voor deze vijf- en zesjarige jongens en meisjes organiseren. Het doel is om deze unieke leeftijdsgroep en hun ouders en begeleiders een warm welkom op voetbal te bieden. MP O7 Belangrijke weetjes: - Tijdens trainingen elk kind een bal. - Spelenderwijs met oefeningen, kom in hun belevingswereld. Alleen ze gebruiken er een bal bij. Ridders, Bob de Bouwer, Sponge Bob, Brandweerman, politie e.d. doen het goed om bij het spelelement te gebruiken. Lastig voor een vrijwilliger maar probeer het eens, kids vinden het prachtig. - Ballen maat 4 en gewicht 290 gr. - Veld uitzetten gedurende wedstrijden 30 bij 40 m. - Kind is op zichzelf gericht en samenspel is moeilijk tot bijna onmogelijk. Stimuleer alleen te gaan en samenspel is mooi meegenomen als ze dit uit hunzelf doen. - Speel max 4-4, en heeft een tegenstander bv 6 spelers, speel dan 3-3. Speel nooit op een klein veld met meer spelers. Kinderen moeten zo vaak als kan de bal krijgen zowel bij een training als bij een wedstrijdje. - Coach gedurende wedstrijdje zo min mogelijk. De kinderen moeten zelf hun voetbalinzicht ontwikkelen. - Train volgens de richtlijn `allemaal uitblinkers`. - Ouders en supporters staan altijd achter de afrastering. Veld is voor kinderen en de trainers. Dit geldt ook voor de tegenstander. - Belangrijkste voetbalvorm: de Dribbel. Hoe men schiet en dergelijk, laat het kind zelf uitproberen wat het beste voor hem/haar is. Na de MP gaan we aan de technische kant werken. - Tijdens een wedstrijdje kun je al een opstelling maken, alleen we doen allemaal mee, zowel als we de bal hebben en als we de bal verliezen. Ze moeten naar de bal toe gaan. Dit komt ook altijd terug in de spelvormen tijdens de training. 5

6 MP O7 Training en maandindeling Opbouw en tips > Altijd vooraf 2 veldjes uitzetten van 30 bij 40 met de 4 oranje mp doeltjes. Maak met pionnen 2 afgebakende velden, maak bv 1 wit en 1 oranje veld. Dit schept duidelijkheid voor de kinderen. > Altijd welkom heten en kort uitleg wat er tijdens de training gedaan wordt. > Bij uitleg elk kind heeft zijn/haar voet op de bal, zo moet hij/zij zich al concentreren op de bal. Als de trainer aan het woord is, zijn de kinderen stil. > Leg elke oefening uit (praatje-plaatje-daadje) en doe deze voor. > Maak je klein tijdens de uitleg, sta op hoogte van de kids. > Zorg dat er 1 leider een fluitje heeft, leg uit als er gefloten is, de kids stoppen dan wel zich verzamelen. Trainingsschema Week 1: 1. warming up met bal (uitrazen): 1 of 2 tikkers, andere dribbelen met de bal, tikkers raakt de bal aan en gaat een punt (vorm van een hoedje) halen. Bij 3 hoedjes is de tikker klaar. Nodig: hoedjes om veldje uit te zetten, ca 6 hoedjes voor de tikkers en 2 hesjes voor de tikkers. Tip: de tikkers zijn de boefjes en de tikkers zijn de politieagenten (beleving) 2. Krokodillen spel Algemene uitgangspunten: Aanvallen: Doelpunten maken. Dribbelen naar het vak en terug ( proberen de bal dichtbij je te houden ). Actief mee blijven doen. Begeleiding van beide teams: Algemeen: Wordt het spel door iedereen gespeeld? Wordt het spel door iedereen geleerd? Wordt er door iedereen plezier aan beleefd? Spelers/-sters: Komt ieder kind aan de bal? 6

7 Heeft ieder kind succes? Wordt ieder kind uitgedaagd in het spel? Regels: De spelers proberen, dribbelend met een bal, vanuit hun pion naar het middelste vak (de vijver) te dribbelen en terug. De speler(s) in het vak (krokodil) probeert de bal uit het vak (vijver) te houden door deze af te pakken of weg te tikken. Als de bal aangeraakt is, ga je eerst terug naar de pion waar je begonnen bent. Als de speler het lukt om terug te keren in het vak, zonder dat de bal door de krokodil aangeraakt is, mag hij een hoedje op zijn pion leggen. De speler die als eerste vijf hoedjes op de pion heeft, is de winnaar. Organisatie: Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid. Lengte: 30 meter. Breedte: 20 meter. Aantal spelers: 5-10 spelers. Materiaal: Iedere speler één bal. 1-2 hesjes (alleen verdediger(s)). 9 pionnen. 20 hoedjes. 3. Dribbel schiet spel Dribbel van punt 1 naar punt 2 (pion) en schiet op de doel. Na het schot, bal ophalen en via de zijkant (slootje)terug dribbelen ze terug sluiten ze aan. Laat de kinderen het aantal doelpunten tellen. Organisatie: afmeting afhankelijk van de leeftijd en vaardigheid. Aantal spelers: max 6 Materiaal: hoedjes, doelen en elk kind een bal > gaat het makkelijk, zet er dan een verdediger bij en maak er een spel van, kunt ook een 2e doel ernaast zetten, kunnen de kinderen kiezen. 7

8 4. Partij 4-4 of 3-3 of 2-2 Duur: ca. 15 min. Deel 1 op leeftijd of op speelsterkte zodat iedereen lekker veel aan de bal komt. Speel volgens de spelregels, indribbelen of inschieten bij een corner. Doe niet zelf mee als trainer maar moedig aan. Week 2 1. Warming-up (uitrazen) tikkertje, varieer hier in zoals wij dat vroeger deden, bv getikt benen wijd staan en als een teamgenootje er onder door gaat mag hij/zij weer mee spelen, slingertikkertje kind wie getikt is sluit aan door een handje te geven aan de andere tikkers te geven en samen gaan ze verder als slinger. 2. Oversteek spel in het midden van het MP veldje staan 2 spelers (bv ridders). Op de lijn van doel A staan de andere kinderen met de bal, ze moeten dribbelend te overkant halen zonder dat de ridders de bal afbakken. 3. schieten op doel met de Leeuwtjes We hebben 3 leeuwtjes met punten. Deze kunnen op verschillende afstanden geplaatst worden van het doel of op meerdere doelen, per doel 1 leeuw op een bepaalde afstand van het doel. Speler gaat van pion dribbelend naar de leeuw en schiet op doel. Na het schot bal ophalen en via het slootje dribbelend terug. 4. Partij 4-4 of 3-3 of 2-2 Duur: ca. 15 min. Deel 1 op leeftijd of op speelsterkte zodat iedereen lekker veel aan de bal komt. Speel volgens de spelregels, indribbelen of inschieten bij een corner. Doe niet zelf mee als trainer maar moedig aan. Week 3 1. warming op Stadion spel maak 4 vakken op het speelveld. De kinderen bedenken de namen voor de 4 vakken (bv Roda-Fortuna-MVV en VVV stadion), de trainer roept dan we gaan van Roda naar Fortuna dribbelen en de groep dribbelt dan samen. 2. Dribbelschietspel met 2 kleine doeltjes (2 aanvallers + 1 verdediger) 8

9 Algemene uitgangspunten: Aanvallen: Doelpunten maken. Dribbelen naar de overkant van het vak. Passen-mikken van de bal in een klein doel. Dribbelen via het slootje terug. Verdedigen: Doelpunten voorkomen en de bal veroveren. Bal afpakken. Begeleiding van beide teams: Algemeen: Wordt het spel door iedereen gespeeld? Wordt het spel door iedereen geleerd? Wordt er door iedereen plezier aan beleefd? Spelers/-sters: Komt ieder kind aan de bal? Heeft ieder kind succes? Wordt ieder kind uitgedaagd in het spel? Regels: Twee spelers starten gelijktijdig met dribbelen naar de overzijde. De verdediger probeert de bal af te pakken, lukt dat, krijgt hij één punt. Als de spelers bij het middelste vak aangekomen zijn, mogen ze scoren (passen-mikken) op één van de twee kleine doelen. Nadat ze gemikt hebben op het kleine doel, halen ze de bal op en dribbelen ze via het slootje weer terug. Na een bepaalde tijd wordt er doorgewisseld van vedediger. Organisatie: Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid. Lengte: meter. Breedte: meter. Aantal spelers: 4-10 spelers (evt. in 2 groepjes verdelen en apart laten starten). Materiaal: Iedere speler één bal. 1-2 hesjes (alleen verdediger(s)). 12 pionnen. 2 kleine doelen. 9

10 4. Partij 4-4 of 3-3 of 2-2 Duur: ca. 15 min. Deel 1 op leeftijd of op speelsterkte zodat iedereen lekker veel aan de bal komt. Speel volgens de spelregels, indribbelen of inschieten bij een corner. Doe niet zelf mee als trainer maar moedig aan. Week 4 1. Toernooi Limburgs kampioenschap, EK, WK, Championsleague etc. Kan van alles, 2-2 / 3-3 etc. Maak vooraf een indeling en benoem de teams. Maak een speelschema, bepaal wedstrijdduur en voetballen maar. Altijd groot suc6. 10

11 Maand 2 Week 1 warming up met bal (uitrazen): 1 of 2 tikkers, andere dribbelen met de bal, tikkers raakt de bal aan en gaat een punt (vorm van een hoedje) halen. Bij 3 hoedjes is de tikker klaar. Nodig: hoedjes om veldje uit te zetten, ca 6 hoedjes voor de tikkers en 2 hesjes voor de tikkers. Tip: de tikkers zijn de boefjes en de tikkers zijn de politieagenten (beleving) 2. Poortschietspel met variabele afstand Algemene uitgangspunten: Aanvallen: Doelpunten maken. Passen-mikken van de bal door de pionnen. Begeleiding van beide teams: Algemeen: Wordt het spel door iedereen gespeeld? Wordt het spel door iedereen geleerd? Wordt er door iedereen plezier aan beleefd? Spelers/sters: Komt ieder kind aan de bal? Heeft ieder kind succes? Wordt ieder kind uitgedaagd in het spel? Regels: Beide spelers kunnen scoren door tussen de pionnen te passen. Wanneer je drie punten gescoord hebt vanaf de drie meter lijn, ga je naar de volgende lijn (vijf meter). Wanneer je hier ook weer drie punten hebt gescoord ga je naar de kampioenslijn. Wie het eerst drie punten heeft vanaf de kampioenslijn (zeven meter) heeft gewonnen. Wanneer je twee keer achter elkaar de pion mist ga je een lijn dichterbij. Organisatie: Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid. Lengte: 15 meter. Breedte: meter. Aantal spelers: 4-8 spelers. Materiaal: 8 ballen. 38 pionnen. 5 hoedjes. 11

12 3. Dribbelschietspel met leeuwen (1 verdediger) Algemene uitgangspunten: Aanvallen: Doelpunten maken. Dribbelen naar de overkant van het vak. Passen-mikken van de bal op een leeuw. Dribbelen via het slootje terug. Verdedigen: Doelpunten voorkomen en de bal veroveren. Bal afpakken. Begeleiding van beide teams: Algemeen: Wordt het spel door iedereen gespeeld? Wordt het spel door iedereen geleerd? Wordt er door iedereen plezier aan beleefd? Spelers/-sters: Komt ieder kind aan de bal? Heeft ieder kind succes? Wordt ieder kind uitgedaagd in het spel? Regels: Drie spelers starten gelijktijdig met dribbelen naar de overzijde. De verdediger probeert de bal af te pakken, lukt dat, krijgt hij één punt. Als de spelers bij het middelste vak aangekomen zijn, mogen ze schieten op één van de leeuwen voor het pupillendoel. Nadat ze geschoten hebben op de leeuwen, halen ze bal op en dribbelen ze via het slootje weer terug. Na een bepaalde tijd wordt er doorgewisseld van verdediger. Organisatie: Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid. Lengte: meter. Breedte: meter. Aantal spelers: 4-10 spelers (evt. in 2 groepjes verdelen en apart laten starten). Materiaal: Iedere speler één bal. 1-2 hesjes (alleen verdediger(s)). 12 pionnen. 1 pupillendoel. 4 leeuwen. 12

13 4. Partij 4-4 of 3-3 of 2-2 Duur: ca. 15 min. Deel 1 op leeftijd of op speelsterkte zodat iedereen lekker veel aan de bal komt. Speel volgens de spelregels, indribbelen of inschieten bij een corner. Doe niet zelf mee als trainer maar moedig aan. Week 2 1. Warming up, Cars Dribbelen door het vak en daar dribbelen waar de medespelers niet zijn, de bal zo dicht mogelijk bij je te houden. 2. dribbel- tik spel, zie planning maand 1 week 1 3. Dribbelspel Lion King Algemene uitgangspunten: Aanvallen: Dribbelen door het vak ( proberen de bal dichtbij je te houden tijdens hetverplaatsen ). Probeer te dribbelen waar geen andere spelers / tikkers lopen. Begeleiding van beide teams: Algemeen: Wordt het spel door iedereen gespeeld? Wordt het spel door iedereen geleerd? Wordt er door iedereen plezier aan beleefd? Spelers/sters: Komt ieder kind aan de bal? Heeft ieder kind succes? Wordt ieder kind uitgedaagd in het spel? Regels: Alle spelers hebben een bal, behalve twee spelers (de leeuwen). Eén speler fungeert als tikker en probeert al dribbelend zoveel mogelijk spelers te tikken binnen 45 seconden, de andere speler bewaakt de leeuwenkuil met de veroverde ballen. Wanneer de speler getikt is, wordt de bal door de tikker, verzameld in de leeuwenkuil. De spelers die getikt zijn, verzamelen eerst in het vak. De spelers die getikt zijn, kunnen de bal terug veroveren door ongetikt met de bal uit de leeuwenkuil te dribbelen. (Wanneer je wil getikt wordt, moet je eerst weer uit de leeuwenkuil en mag je het nog eens proberen). Wie de meeste ballen heeft veroverd, is de Lion King. Organisatie: Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid. 13

14 Lengte: meter. Breedte: meter. Aantal spelers: 8-10 spelers. Materiaal: Iedere speler één bal. 2-3 hesjes (alleen verdediger(s)). 14 pionnen. Oefenvorm Bedoeling van deze vorm: De leeuw probeert zoveel 0allen veroveren en die te verzamelen in de leeuwenkuil terwijl de dribbelaars hun bal beschermen; wanneer ze hun bal kwijt zijn mogen ze die proberen te heroveren door ongetikt in en uit de leeuwenkuil te komen. 4. Partij 4-4 of 3-3 of 2-2 Duur: ca. 15 min. Deel 1 op leeftijd of op speelsterkte zodat iedereen lekker veel aan de bal komt. Speel volgens de spelregels, indribbelen of inschieten bij een corner. Doe niet zelf mee als trainer maar moedig aan. Week 3 1. Dribbelen in vak met kleine doeltjes (1 verdediger) Algemene uitgangspunten: Aanvallen: Doelpunten maken. Dribbelen door het vak ( proberen de bal dichtbij je te houden ). Probeer te dribbelen waar er geen andere spelers lopen. Begeleiding van beide teams: Algemeen: Wordt het spel door iedereen gespeeld? Wordt het spel door iedereen geleerd? Wordt er door iedereen plezier aan beleefd? Spelers/-sters: Komt ieder kind aan de bal? Heeft ieder kind succes? Wordt ieder kind uitgedaagd in het spel? Regels: Alle spelers starten met een bal en dribbelen door het vak heen. De verdediger probeert de ballen van de andere spelers af te pakken of weg te tikken. De verdediger telt hoeveel ballen hij afgepakt of weggetikt heeft. Na een bepaalde tijd wordt er doorgewisseld van verdediger. 14

15 De spelers met de bal kunnen punten scoren door, door de kleine doelen te dribbelen, waarbij ze niet twee keer achter elkaar door hetzelfde kleine doel mogen dribbelen. Organisatie: Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid. Lengte: meter. Breedte: meter. Aantal spelers: 4-10 spelers. Materiaal: Iedere speler één bal. 1-2 hesjes (alleen verdediger(s)). 16 pionnen. Startvorm 20-25m m 2. Dribbelen in vak met kleine doeltjes (1 verdediger) Algemene uitgangspunten: Aanvallen: Doelpunten maken. Dribbelen naar de kleine doelen van de tegenstander. Passen-mikken van de bal in een klein doel. Verdedigen: Doelpunten voorkomen en de bal veroveren. Bal afpakken. Begeleiding van beide teams: Algemeen: Wordt het spel door iedereen gespeeld? Wordt het spel door iedereen geleerd? Wordt er door iedereen plezier aan beleefd? Spelers/sters: Komt ieder kind aan de bal? Heeft ieder kind succes? Wordt ieder kind uitgedaagd in het spel? of 2 tegen 2 met 4 kleine doeltjes Regels: Beide teams kunnen scoren door de bal in een klein doel te passen-mikken. Als de bal uit is, indribbelen. Bij een achterbal of hoekschop, indribbelen. Organisatie: Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid. Lengte: 20 meter. 15

16 Breedte: meter. Aantal spelers: 4-8 spelers (evt. doorwisselen bij doelpunt, achterbal of hoekschop). Materiaal: 8 ballen. 4-8 hesjes (2 kleuren). 8 pionnen. 4 kleine doelen. 3. Partij 4-4 of 3-3 of 2-2 Duur: ca. 15 min. Deel 1 op leeftijd of op speelsterkte zodat iedereen lekker veel aan de bal komt. Speel volgens de spelregels, indribbelen of inschieten bij een corner. Doe niet zelf mee als trainer maar moedig aan. Week 4 Toernooi Limburgs kampioenschap, EK, WK, Championsleague etc. Kan van alles, 2-2 / 3-3 etc. Maak vooraf een indeling en benoem de teams. Maak een speelschema, bepaal wedstrijdduur en voetballen maar. Altijd groot succes. 16

17 Bijlage MP pupillen 1. Afmetingen Het speelveld is minimaal 30, maximaal 40 meter lang. De breedte is minimaal 20, maximaal 30 meter. Advies: zet twee velden uit in de hoeken van een half normaal voetbalveld. 2. Afmetingen doel en doelpalen Het doel is drie meter breed, één meter hoog. De breedte (dikte) van doelpalen en doellat moet tussen de 6 en 8 centimeter zijn, voor beide gelijk. De doelpaal en doellat mogen vierkant, rechthoekig, rond of ovaal van vorm zijn, als de hoeken maar zijn afgerond. Aan de doelpalen en doellat moeten netten kunnen worden aangebracht. Scherpe of uitstekende delen zijn verboden. 3. Belijning en balmaat Baken het speelveldje af door duidelijke lijnen of markeringshoedjes/pylonen. Deze mogen maximaal 10 meter uit elkaar staan. De breedte van de lijnen: tussen de 10 en 12 centimeter. Bij minipupillen wordt met balmaat nummer 5 gespeeld, met een maximaal gewicht van 320 gram, minimaal 290 gram. 4. Het aantal spelers en wissels Een complete ploeg in het veld bestaat uit vier spelers. Er wordt gespeeld zonder doelman. Wissels zijn onbeperkt toegestaan. 5. Speeltijd per speelronde Tijdens de gekozen organisatievorm bedraagt de speeltijd per speelronde 12 minuten. Een speeldag kent drie speelronden. 6. Spelbegin Het spel begint of wordt hervat, na een doelpunt, in het midden van het veld. De tegenpartij moet hierbij een afstand van 5 meter in acht nemen. 7. Buitenspel De buitenspelregel is niet van toepassing. 8. Strafschop Een strafschop wordt slechts bij hoge uitzondering gegeven: de afstand doellijn - penaltystip is 8 meter. Bij het nemen van een strafschop mag geen van de spelers het doel verdedigen. 17