Beleidsplan Stichting Nederlands Debat Instituut Schooljaar

Transcriptie

1 Beleidsplan Stichting Nederlands Debat Instituut Schooljaar Stichting Nederlands Debat Instituut Frans Halslaan BK HILVERSUM RSIN: Inleiding Wij willen zorgen dat we met het beschikbare budget zoveel mogelijk kinderen en jongeren ontwikkelen in taal- en denkvaardigheden door te debatteren. Met andere woorden, we willen een zo hoog mogelijke impact. In dit beleidsplan wordt toegelicht hoe wij deze impact komend schooljaar gaan bereiken. Het publiceren van dit beleidplan hoort bij de publicatieplicht voor instellingen met een ANBI-keurmerk. 2. Missie 2.1 Statutaire doelstelling Ons doel is het bevorderen van retorica- en debatonderwijs binnen alle lagen van het Nederlandse onderwijs. Dit in de overtuiging dat het oefenen in debatteren een unieke en essentiële bijdrage levert aan de ontwikkeling van jonge mensen. Ons online platform is Onze doelstelling is opgenomen in artikel 2.1 van de statuten en luidt als volgt: De stichting heeft ten doel het bevorderen vna de retorica en debat binnen alle lagen van het Nederlandse onderwijs, alsmede al hetgeen daartoe in ruimste zin bevorderlijk kan zijn. De bijdrage van het debat aan de ontwikkeling van jonge mensen is tweeledig. Ten eerste leren zij spreken, luisteren en argumenteren. Dit geeft hen zelfvertrouwen en de benodigde vaardigheden om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Ten tweede leren jongeren standpunten van verschillende kanten te bekijken, te bevragen en te begrijpen. Deze toets der ideeën is de zuurstof van iedere democratie. Kortom, debatteren op school is een bewezen middel om jongeren voor te bereiden op actief burgerschap. 2.2 Afwezigheid winstoogmerk Met onze doelstelling beogen we het algemeen belang te dienen. We hebben geen winstoogmerk, zoals blijkt uit artikel 2.3 van de statuten en uit de feitelijke werkzaamheden. We streven niet naar winst omwille van de winst zelf. Dit blijkt uit het feit dat we de met de activiteiten behaalde opbrengsten ten goede laten komen aan de doelstelling.

2 2.3 Bestemming liquidatiesaldo Zoals blijkt uit artikel 19.5 van de statuten zal een batig liquidatiesaldo moeten worden besteed ten behoeve van een ANBI met een soortgelijke doelstelling of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft. 3. Beleid 3.1 Te verrichten werkzaamheden van de stichting We streven onze doelstellingen na door een viertal activiteiten/werkzaamheden die zijn vastgelegd in artikel 2.2 van de statuten. Deze werkzaamheden zijn: het organiseren van landelijke debatcompetities tussen scholen het ontwikkelen van lesmateriaal het verzorgen van debatlessen voor leerlingen het begeleiden van docenten (in opleiding) in debatonderwijs Deze zullen nu worden toegelicht. (1) het organiseren van landelijke debatcompetities tussen scholen Waarom: een instrument dat dient (1) als vliegwiel voor een school om de debatactiviteiten naar een hoger plan te brengen en (2) als promotiemiddel voor de stichting om activiteiten zichtbaarheid te geven. Voor nieuwe scholen zijn de debatcompetities een concreet doeleinde om met een klas naartoe te werken. Voor actieve scholen vormen ze een vast en terugkerend onderdeel binnen het curriculum om de debatcultuur levendig te houden. Voor onze organisatie zijn de competities een middel om de acitiviteiten in de publiciteit te brengen en op de kaart te houden bij stakeholders. (2) het verzorgen van debatlessen voor leerlingen Waarom: een laagdrempelig instrument om jongeren en docenten te enthousiasmeren voor de debatmethode De debatlessen in de klas door een van onze trainers helpen enorm bij de introductie van het debat binnen scholen die voor het eerst aan de slag gaan met het debat in de klas. Onze ervaren trainers hebben ruime expertise in het geven van een vakkundige, bevlogen en leerzame training die niet alleen jongeren, maar ook docenten inspireert. Voor de scholen die al meer ervaring hebben, worden verdiepende trainingen verzorgd. 2

3 (3) het begeleiden van docenten in debatonderwijs Waarom : dit instrument zorgt voor bevordering van retorica- en debatonderwijs bij de bron, door docenten zelf te equiperen debatles in de klas te geven. Een Chinees spreekwoord luidt: Geef een man een vis en hij heeft eten voor één dag. Leer een man vissen en hij heeft eten voor heel zijn leven. Daarom zet onze stichting zich in om docenten te equiperen zelfstandig met de debatmethode aan de slag te gaan via nascholingen. Zo kunnen zij met verschillende klassen, voor meerdere jaren, de debatmethode in hun onderwijs introduceren. (4) het ontwikkelen van lesmateriaal Waarom: een instrument dat zorgt voor brede verankering in het onderwijs Goed en actueel lesmateriaal is onontbeerlijk voor docenten om goed debatonderwijs te kunnen verzorgen. We zorgen via lesmateriaal voor aandacht voor de debatmethode op twee manieren: (a) samenwerking met bestaande uitgeverijen en initiatieven in het educatieveld en (b) het ontwikkelen van eigen lesmateriaal. 3.2 Werving en beheer van gelden De stichting werft gelden ten behoeve van de doelstelling door middel van de volgende wervingsactiviteiten: - Fondsen en andere donateurs Dit zijn organisaties die de doelstellingen en activiteiten van de stichting onderschrijven en bereid zijn deze financieel te ondersteunen. Een financiële bijdrage kan geoormerkt geleverd worden aan een specifieke onderwijslaag (bijvoorbeeld het vmbo) of aan de algemene begroting van de activiteiten van de stichting. - Themapartners Dit zijn organisaties die er belang bij hebben dat een specifiek maatschappelijk vraagstuk onder de aandacht wordt gebracht van jongeren. In het verleden hebben wij samengewerkt met ministeries en NGO s. Dit gaat vaak via de vorm van een subsidie. Belangrijk hierbij is dat hoewel een themapartner onderwerpen aandraagt en meedenkt over stellingen, de eindverantwoordelijkheid en definitieve keuze altijd bij de stichting ligt. - Bijdragen scholen Scholen betalen bij deelname aan onze landelijke debattoernooien een kleine eigen bijdrage om de kosten (deels) te dekken en commitment van de scholen te hebben. Daarnaast 3

4 betalen scholen voor de debattrainingen in de klas, de docententrainingen en de kleinere debatevenementen een kostendekkende bijdrage. 3.3 Vermogen van de instelling We houden niet meer vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van de instelling. 3.4 Bestedingsbeleid We besteden de verkregen inkomsten conform de doelstelling aan de uitvoering van de vier type activiteiten. We streven ernaar om de beheerkosten niet meer te laten bedragen dan 25%. 3.5 Beschikken over het vermogen van de instelling Op grond van artikel 9.2 van de statuten en haar feitelijke werkzaamheid heeft geen enkele (rechts)persoon doorslaggevende zeggenschap binnen de instelling. Aldus kan geen enkele (rechts)persoon beschikken over het vermogen van de instelling als ware het eigen vermogen. 4. Tienjarenplan Onze stichting heeft in 2013 een visie ontwikkeld waarin nader uiteen wordt gezet hoe wij onze doelstellingen voor de komende tien schooljaren (t/m schooljaar ) willen vormgeven. Er zijn twee belangrijke wijzigingen ten opzichte van de voorgaande jaren ( ). Geschiedenis: Eind jaren tachtig waaide uit de Angelsaksische universiteiten een intellectueel spel over naar Nederland: er ontstonden debatclubs op meerdere universiteiten. Drie van deze debatterende studenten besloten vervolgens als starters om het Nederlands Debat Instituut op te richten. In 1998 begonnen zij met het trainen van professionals in overtuigingkracht en het leiden van interactieve bijeenkomsten waar maatschappelijke dilemma s centraal stonden. Nu - 19 jaar later - wordt de organisatie nog altijd geleid door een van deze drie studenten, Roderik van Grieken. Wanneer je als organisatie de missie hebt om de debatcultuur in een land te verbeteren, moet je beginnen in het onderwijs. Daarom is er vanaf het begin bij het debatinstituut de focus geweest om ook kinderen en jongeren te trainen in debatvaardigheden, ook al was dat financieel lang niet altijd handig. Het animo van deelnemende scholen groeide met het jaar en er kwam een cultuurverandering in het onderwijs: meer en meer scholen gingen deelnemen aan een van de debatactiviteiten. Het NK Debatteren voor Scholieren voor havo- 4

5 vwo-scholieren groeide uit tot een van de oudste en grootste scholierencompteties van Nederland met deelname van 115 scholen per jaar. De onderwijsactiviteiten namen zo n grote vlucht, dat besloten werd ze vanaf januari 2013 onder te brengen in een ANBI-stichting die ook de naam Nederlands Debat Instituut draagt. Er is toen een tienjarenplan gemaakt. Focus op basisschool en vmbo De eerste belangrijkste beslissing is de focus te leggen op de basisschool en het vmbo, in plaats van de havo en het vwo. Op de basisschool, omdat hier de basis voor het onderwijs van alle leerlingen binnen het Nederlandse onderwijs wordt gelegd. Op het vmbo om twee redenen: ten eerste omdat omdat die groep leerlingen het meest gebaat is bij extra taal- en burgerschapsvaardigheden. Ten tweede omdat deze groei ook reëel is: in de afgelopen zeventien jaar hebben wij aandacht besteed aan havo/vwo en is daar een aanzienlijke verandering opgetreden in de debatcultuur, maar pas de laatste acht jaren zijn we ook actief op het vmbo. Daar valt nog een hoop te winnen. Deze focus betekent dat wij alleen op deze doelgroepen zullen inzetten op groei aan bereik van het aantal leerlingen. Op de andere doelgroepen mbo, havo en vwo wensen wij een stabiel bereik te houden. Focus op docententrainingen en lesmateriaal De tweede belangrijke beslising is dat er gekozen is om de groei op de basisschool en vmbo vooral te bereiken via docententrainingen en lesmateriaal. Dat betekent dat er minder wordt ingezet op debattrainingen in de klas en het debattoernooi. We denken via de eerste twee activiteiten de meeste impact te creëren wanneer je kijkt naar de verhouding van de organisatiekosten van de activiteit ten opzichte van het aantal kinderen en jongeren dat je ermee bereikt. Dit zal hieronder worden toegelicht. Per activiteit betekent dit dat wij de komende jaren de volgende ambities hebben: 4.1 Het organiseren van landelijke debatcompetities tussen scholen De vliegwielfunctie van deze activiteit is ten eerste belangrijk om de continuïteit van enthousiaste scholen te waarborgen. Het organiseren van de toernooien zorgt ervoor dat we structureel contact houden met de doelgroep en als aanjager de debatcultuur op scholen levendig houdt. Daarnaast genereren de kampioenschappen aandacht in de media. Tot slot is het een laagdrempelige manier voor stakeholders om onze activiteiten met eigen ogen en oren te ervaren. Echter, vanwege het zeer arbeidsintensieve en kostbare karakter van deze activiteit is het nadrukkelijk niet onze ambitie om deze toernooien te laten groeien. Op andere manieren kunnen we meer impact hebben. Dit betekent dat het voor de komende tien jaren onze ambitie zal zijn om voor elke onderwijslaag één landelijke toernooidag te blijven organiseren. De meerwaarde van ons toernooi is daarmee niet zozeer meer dát er een toernooi plaatsvindt, maar dat er een Nederlands Kampioenschap (NK) plaatsvindt, dat wordt ervaren als het meest prestigieuze 5

6 toernooi om aan deel te nemen en wie weet te winnen. Wanneer het animo van scholen groter is, willen wij onderzoeken of het haalbaar is om op termijn voorrondes te introduceren die worden gecoördineerd door de scholen zelf. 4.2 Het verzorgen van debatlessen voor leerlingen Het laagdrempelige karakter van de trainingen is belangrijk om nieuwe scholen aan ons te binden. Tegelijkertijd is het niet de meest effectieve manier om een duurzame veranderingen in de taal- en denkvaardigheden te bewerkstelligen. Daarvoor is een les van een dagdeel te kort. Daarom is er gekozen om niet te groeien in bereik via deze activiteit, maar wel om het aantal trainingen stabiel te houden. 4.3 Het begeleiden van docenten in debatonderwijs De ambitie voor de komende jaren is om onze nascholing voor docenten op het vmbo en de basisschool uit te breiden en tegelijkertijd te starten met het geven van debatonderwijs in docentenopleidingen. Omdat een docent elk jaar met nieuwe klassen werkt, bereiken wij met één docententraining in één keer vele jongeren. Daarom is het geven van een docententraining een effectieve en efficiënte manier om jongeren te leren debatteren. 4.4 Het ontwikkelen van lesmateriaal De ambitie voor de komende jaren is alleen binnen de doelgroepen basisschool en vmbo zowel uitbreiding van de samenwerkingen met spelers uit het educatieveld, als intensivering van het verspreiden van het eigen lesmateriaal. Via deze activiteit is het immers mogelijk om op een efficiënte wijze zeer veel scholen te betrekken. Het aantal docenten dat wij via deze activiteiten extra kunnen bereiken zal meetbaar en inzichtelijk worden gemaakt. 5. Doelstellingen voor schooljaar De doelstellingen van komend schooljaar zijn in lijn met het tienjarenplan. De haalbaarheid ervan is echter afhankelijk van de financiële ruimte die beschikbaar is via fondsen en subsidies. Daarom moet er een slag om de arm gehouden worden in het aantal kinderen en jongeren dat we kunnen bereiken. Wij maken in onze doelstellingen voor bereik een onderscheid tussen intensief en breder bereik. Onder intensief bereik verstaan wij de activiteiten waarbij elke deelnemende leerling twintig uur of meer aan het project besteedt. Onder breder bereik verstaan wij de activiteiten waarbij de tijdsinvestering lager is of lastiger te meten (bijvoorbeeld het bereik 6

7 van ons online lesmateriaal) en waarbij leerlingen in losser verband aan onze activiteiten deelnemen. Onze doelstelling voor het intensief bereik is net als voorgaande jaren kinderen op het primair onderwijs, scholieren op het voortgezet onderwijs en studenten op het middelbaar beroepsonderwijs. Onze doelstelling voor het breder bereik is net als voorgaande jaren circa kinderen en jongeren. Onze doelstelling daarbinnen bij extra budget is om een strategie te bedenken voor groei op de basisschool en het vmbo in het geven van docententrainingen en het ontwikkelen van lesmateriaal. Onze kwalitatieve doelstelling is dat onze activiteiten met gemiddeld een 8 of hoger door docenten en vrijwilligers worden beoordeeld. 6. Organogram Het bestuur van de stichting bestaat uit : Roderik van Grieken (voorzitter) Marieke Kopinsky (penningmeester) Catherine Dumont de Chassart (algemeen bestuurslid) Stijn Vos (secretaris) Het bureau van de stichting bestaat uit: Else van Nieuwkerk (directeur) Sanne Scholing (projectleider toernooien) Nickey Smits (wedstrijdleider toernooien) Lise van den Anker (vrijwilligersleider toernooien) Joyce Helsloot (projectleider docententrainingen) Lisa van der Wardt (stagiaire toernooien) Kenan Avsjaloemov (trainer) David Muntslag (trainer) Severin Heuvelman (trainer) Walter Freeman (trainer) Floor Meijer (trainer) Jeroen Bruijns (trainer) Conny Ettema (trainer) Amber van Lochem (trainer) 7

8 Roos Horrevorts (trainer) Maria van Tol (planner) Martine de Vroome (controller) 7. Overig 7.1 Beloningsbeleid De leden van het bestuur ontvangen conform de bepalingen in artikel 5.4 van de statuten voor de door hen in die hoedanigheid verrichte werkzaamheden geen andere beloning dan een vergoeding voor gemaakte onkosten en een niet-bovenmatig vacatiegeld. De vergoeding betreft op dit moment de gemaakte reiskosten voor bij te wonen bestuursvergaderingen en andere bijeenkomsten waarbij aanwezigheid gewenst is, evenals een eventuele vergoeding voor cateringkosten indien vergaderingen in de avond plaatsvinden. Het salaris van de directeur is marktconform. Het beloningsbeleid is erop gericht haar personeel te belonen volgens maatstaven die maatschappelijk aanvaardbaar en verantwoord zijn, passend bij haar status als algemeen nut beogende instellingen. 7.2 Beschrijving administratieve organisatie De administratie van de instelling wordt gevoerd door Martine de Vroome. De jaarrekening van de instelling wordt opgesteld door WITh accountants B.V. 7.3 Publicatieplicht De instelling voldoet aan haar publicatieplicht door middel van website 8