BELEIDSREGELS OP GROND VAN TITEL 4.3 (BELEIDSREGELS) VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT TEN AANZIEN VAN BELWINKELS EN INTERNETGELEGENHEDEN

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSO/ RIS VASTSTELLING BELEIDSREGELS OP GROND VAN TITEL 4.3 (BELEIDSREGELS) VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT T.A.V. BELWINKELS EN INTERNETAANGELEGENHEDEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelezen hebbende de beleidsnotitie inzake belwinkels en internetgelegenheden, onderdeel uitmakende van de Leefmilieuverordening "Recreatie-inrichtingen c.a." (herziening en gedeeltelijke intrekking); gelet op artikel 160 Gemeentewet; Besluit: vast te stellen de navolgende beleidsregels: BELEIDSREGELS OP GROND VAN TITEL 4.3 (BELEIDSREGELS) VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT TEN AANZIEN VAN BELWINKELS EN INTERNETGELEGENHEDEN Ontheffingregels. Omtrent het te voeren ontheffingenbeleid ten behoeve van belwinkels worden de volgende regels gehanteerd: 1. Bij de exploitatievorm van een belwinkel wordt geen onderscheid gemaakt tussen belwinkel en internetgelegenheid, al dan niet gemengd of mede gebruikt ten behoeve van detailhandel of dienstverlening. 2. In woon- en restrictiegebied wordt geen ontheffing verleend. 3. Rondom een restrictiegebied, wordt binnen een straal van 250 meter geen ontheffing verleend. 4. In winkelgebied kan ontheffing worden verleend. In ieder geval wordt geen ontheffing verleend indien binnen een afstand van 150 meter een andere belwinkel gevestigd is. Postadres: Postbus , 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 DSO/ In overig gemengd gebied kan ontheffing worden verleend. In ieder geval wordt geen ontheffing verleend indien binnen een afstand van 500 meter een andere belwinkel gevestigd is. 6. Gestelde voorwaarden bij de ontheffingverlening: 1. De inrichting is in overeenstemming met de Winkeltijdenwet en Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006 geopend tot uiterlijk uur s avonds. 2. Ter plaatse mogen geen spijzen en dranken verkocht of verstrekt worden voor gebruik ter plaatse. 3. Rond de inrichting mogen geen samenscholingen plaatsvinden. 7. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in de Posthoorn van week 49 van 2007 en m.i.v. 6 december 2007 tevens terug te vinden zal zijn op de site onder risnummer Den Haag, 27 november 2007 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram W.J. Deetman

3 DSO/ TOELICHTING OP HET BESLUIT Beleidsnotitie inzake belwinkels en internetgelegenheden en onderdeel uitmakende van de Leefmilieuverordening "Recreatie-inrichtingen c.a.". 1. Inleiding In de Evaluatie LMV, welke door de commissie SWB op 26 mei 2005 is geaccordeerd, wordt naar aanleiding van commentaar van de Adviescommissie bezwaarschriften aanbevolen nader beleid op te stellen over de ontheffingverlening van belwinkels. Het, in deze notitie opgenomen beleid, is ook van toepassing wanneer in overeenstemming met de evaluatie, belwinkels in bestemmingsplannen gereguleerd worden. Op grond van de Verordening tot wijziging van de Leefmilieuverordeningen Het Oude Centrum en de Stationsbuurt en Recreatie-inrichtingen c.a. zijn belwinkels in de LMV gereguleerd. Per raadsbesluit van 17 december 1998 is deze wijzigingsverordening vastgesteld en op 20 mei 1999 in werking getreden. Op basis hiervan is het verboden een gebouw, geheel of gedeeltelijk te gebruiken om daarin door derden tegen vergoeding elektronisch berichtenverkeer, zoals (internationaal)berichtenverkeer, dan wel aanverwante dienstverlening te doen plaatsvinden [LMV-Los, art 2, lid 7 en LMV-Reca, lid 3, sub j]. In de betreffende toelichting op de gewijzigde LMV, waarin tevens het te voeren beleid hieromtrent vermeld staat, wordt uitsluitend de klassieke exploitatie van een belwinkel, een winkelpand met daarin een verzameling van telefooncabines genoemd. De Adviescommissie bezwaarschriften is van mening dat de definitie onvoldoende aanknopingspunten biedt voor een eenduidige opstelling ten aanzien van de verschillende exploitatievormen die zich daarbij tegenwoordig voordoen. Vooral gaat het daarbij om internetgelegenheden, al dan niet gemengd met telefooncabines, detailhandel en/of dienstverlening. Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan ten aanzien van de mate waarin de verschillende exploitatievormen de woon- en werkomstandigheden kunnen bedreigen. 2. Exploitatievormen In de toelichting op de gewijzigde LMV staat over klassieke belwinkels dat daar vooral s avonds en s nachts toeloop op straat kan ontstaan door groepen bestaande uit klanten en derden die heen en weer lopen en samenscholen en van auto s die af- en aan rijden e.d. Verder is vermeld dat indien een dergelijke inrichting midden in een woonwijk is gevestigd, dan overlast ontstaat. Een concentratie van belwinkels heeft een grotere verkeersaantrekkende werking tot gevolg vanwege het wijkoverstijgende effect. Door deze verkeersaantrekkende werking komen met name de woonomstandigheden voor omwonenden, onder druk te staan. Een internetgelegenheid valt onder de definitie van een belwinkel omdat daar ook tegen vergoeding door derden elektronisch berichtenverkeer plaatsvindt. Internetgelegenheden, al dan niet gecombineerd met belgelegenheid, worden in toenemende mate geconfronteerd met dezelfde gevolgen als van belwinkels welke vermeld staan in de toelichting op de LMV. In een dergelijke gelegenheid wordt aan derden de mogelijkheid gegeven, (mede) in de avonduren, tegen vergoeding te en, om online zaken te doen en tot recreatief gebruik van computers. De huidige stand van de techniek maakt het tevens mogelijk om relatief goedkoop via het internet te telefoneren.

4 DSO/ Bij toenemende publieke belangstelling van internetgelegenheden, is de dreiging reëel dat dezelfde gevolgen ontstaan als bij klassieke belwinkels. Deze aantrekkingskracht op het publiek vormt een potentieel extra belasting op het woon- en werkklimaat. Gemengde belwinkelgelegenheden waarbij in één gebouw detailhandel of (aanverwante) dienstverlening met belwinkelexploitatie en/of internetexploitatie plaatsvindt zijn ook ontheffingspichtig op grond van de LMV. In de betreffende definitie wordt immers ook het gedeeltelijk gebruiken als belwinkel in een gebouw genoemd. Bij toenemende publieke belangstelling voor dergelijke inrichtingen is ook daar de dreiging reëel dat dezelfde gevolgen zich voordoen als bij klassieke belwinkels, dus zonder detailhandel of (aanverwante) dienstverlening. Tussen de verschillende exploitatievormen wordt geen onderscheid gemaakt. In de uitspraken van de Raad van State van 1 maart 2006, [V.d. Veenstra /1 en Reitzstraat 211 [ /1] is bevestigd dat een inrichting welke geheel en /of gedeeltelijk als internetgelegenheid gebruikt wordt, onder de definitie van een belwinkel valt. Er is al spreke van een belwinkel als er één aansluiting voor telefonie en / of internet aanwezig is en waar klanten gebruikt van kunnen maken. De combinatie van een belwinkelexploitatie met een horeca-inrichting is niet toegestaan. Ontheffing voor belwinkelexploitatie wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat ter plaatse geen spijzen en dranken verkocht of verstrekt mogen worden. Tevens is het bepaalde in de Drank- en Horecawet van toepassing dat een horecagelegenheid niet samen mag met detailhandel en/of dienstverlening, zodat een dergelijke inrichting niet kan in combinatie met belwinkelexploitatie. 3. Gebiedsonderscheid. Voor het gebiedsonderscheid wordt vastgehouden aan het bestaande beleid waar onderscheid wordt gemaakt tussen woongebied en gemengd gebied. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen woongebieden en gemengde gebieden. De gemengde gebieden worden verder onderscheiden in: winkelcentra/winkelgebieden en overige gemengde gebieden. In woonstraten wordt geen ontheffing verleend. Het betreft gebieden waar uitsluitend of in belangrijke mate gewoond wordt. In gemengde gebieden wordt in principe uitsluitend ontheffing verleend, in winkelcentra of gedeelten van straten die als winkelgebied zijn aan te merken. Het gaat hierbij om gebieden met allemaal aansluitende winkels op de begane grond, al dan niet met woningen erboven en niet om gebieden waar sprake is van verspreide winkelvestingen. Bij het al of niet verlenen van een ontheffing wordt er tevens gekeken naar de aanwezigheid van andere LMV-plichtige inrichtingen in de omgeving. Voor het onderhavige belwinkelbeleid is nieuw dat er afstanden worden opgenomen die tussen belwinkels van toepassing zijn. Om een concentratie van belwinkels te voorkomen wordt in winkelgebied in ieder geval geen ontheffing verleend indien binnen een afstand van 150 meter al een belwinkel gevestigd is. Voor overig gemengd gebied geldt dat geen ontheffing wordt verleend indien binnen een afstand van 500 meter geen belwinkel gevestigd is. Bij het meten van de afstand wordt hemelsbreed een cirkel getrokken vanaf de perceelsgrenzen waar de exploitatie al dan niet gedeeltelijk plaatsvindt. De diverse stadsdeelkantoren dienen op grond hiervan inzicht te hebben waar belwinkels gevestigd zijn en waar uitbreiding mogelijk is.

5 DSO/ Verder wordt onderscheid gemaakt in; 1. Restrictiegebied, een gebied waar op grond van de openbare orde een bijzondere maatregel is genomen, te onderscheiden in: 1.A. hotspot, op basis van het door de Raad vastgestelde Veiligheidsplan zijn er plekken in de stad tijdelijk aangewezen als hot spot, waar de meeste overlast en criminaliteit geconstateerd is: 1.B. verzamelverbod, op grond van de APV zijn er in delen van de stad, in verband met geconstateerde criminaliteit, gebruik van drugs en heling tijdelijk verzamelverboden ingesteld. Niet denkbeeldig is dat andere maatregelen in de openbare ruimte genomen zullen worden ter beëindiging of beperking van overlast, op grond waarvan een bepaald gebied als restrictiegebied kan worden aangemerkt. Indien een getroffen maatregel in de openbare ruimte niet meer van kracht is, wordt het betreffende gebied niet meer als restrictiegebied aangemerkt. 4. Ontheffingregels. Omtrent het te voeren ontheffingenbeleid ten behoeve van belwinkels worden de volgende regels gehanteerd: 1. Bij de exploitatievorm van een belwinkel wordt geen onderscheid gemaakt tussen belwinkel en internetgelegenheid, al dan niet gemengd of mede gebruikt ten behoeve van detailhandel of dienstverlening. 2. In woon- en restrictiegebied wordt geen ontheffing verleend. 3. Rondom een restrictiegebied, wordt binnen een straal van 250 meter geen ontheffing verleend. 4. In winkelgebied kan ontheffing worden verleend. In ieder geval wordt geen ontheffing verleend indien binnen een afstand van 150 meter al een andere belwinkel gevestigd is. 5. In overig gemengd gebied kan ontheffing worden verleend. In ieder geval wordt geen ontheffing verleend indien binnen een afstand van 500 meter al een andere belwinkel gevestigd is. 6. Gestelde voorwaarden bij de ontheffingverlening: 1. De inrichting is in overeenstemming met de Winkeltijdenwet en Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006 geopend tot uiterlijk uur s avonds. 2. Ter plaatse mogen geen spijzen en dranken verkocht of verstrekt worden voor gebruik ter plaatse. 3. Rond de inrichting mogen geen samenscholingen plaatsvinden.