Sharon Reniers De begroting van het SRE 2015 ligt voor waarbij verzocht wordt om al dan niet een reactie te geven.

Transcriptie

1 Toelichting Agendapunt commissie: steller telefoonnummer Sharon Reniers agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp Aanbieden begroting SRE raad00210 aan de gemeenteraad A. Samenvatting De begroting van het SRE 2015 ligt voor waarbij verzocht wordt om al dan niet een reactie te geven. De begroting zoals die nu voorligt is beleidsneutraal. Dit is met name omdat er tal van ontwikkelingen zijn die invloed hebben op het toekomstige bestaan van het SRE. In de begroting worden deze ontwikkelingen in de meerjarenraming meegenomen. Wat echter ontbreekt is nauwkeurige inschatting van de effecten van deze ontwikkelingen. Deze effecten worden bij het aanbieden van het transformatieplan SRE in een separaat voorstel ter besluitvorming voorgelegd. B. Voorgesteld besluit Het DB van het SRE middels bijgaande conceptbrief mededelen dat de ingekomen concept Programmabegroting 2015 van het SRE heeft geleid tot opmerkingen. C. Inleiding De programmabegroting 2015 moet in procedure gebracht worden om de wettelijke termijnen rond de vaststelling van de begroting te halen. Het Transformatieplan (vastgesteld door de Regioraad op 26 juni 2013) en de herziene begroting 2014 (vastgesteld door de Regioraad op 19 februari 2014) zijn het vertrekpunt geweest bij het opstellen van de programmabegroting. Voor het jaar 2015 is een nullijn gehanteerd ten opzichte van 2014 en zijn de besluiten tot afbouw van raken verwerkt. De concept-programmabegroting 2014 ligt aan de gemeenteraden voor waarbij zij een reactie kunnen geven op de programmabegroting. De reacties van de 21 gemeenten wordt vervolgens meegenomen bij de behandeling van de programmabegroting in de Regioraad. D. Wat willen we bereiken? Het DB van het SRE al dan niet voorzien van een zienswijze op de begroting SRE E. Wat gaan we er voor doen? De inhoudelijk afwegingen om al dan niet een reactie kenbaar te maken aan het DB van het SRE worden hieronder besproken.

2 1. Regionale Agenda In de vergadering van de Regioraad van 19 februari 2014 is de transformatie van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven naar Metropoolregio Eindhoven definitief in gang gezet. In de loop van 2014 wordt dat geformaliseerd in een gemeenschappelijke regeling. Het aangaan van een nieuwe gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven vereist eensluidende besluitvorming door de 21 gemeenten. De samenwerkingsafspraken tussen de 21 gemeenten in de regio Eindhoven worden neergelegd in een Regionale Agenda. Na de zomer van 2014 start het proces voor Regionale Agenda Hierbij wordt breed geconsulteerd en zijn colleges, gemeenteraden en maatschappelijke organisaties gepolst. 2. Koers SRE Met de transformatie verandert de wijze waarop in de regio intergemeentelijk wordt samengewerkt ingrijpend. Rode draad is multi-level governance. Zaken worden op het meest passende schaalniveau opgepakt. Op het schaalniveau van de regio werken de 21 gemeenten uitsluitend samen op regionale taken op het terrein van economie, ruimte en mobiliteit, gericht op een sterke metropolitane regio. Voor andere vraagstukken wordt het subregionale of het lokale schaalniveau gekozen. Zij kiezen voor flexibele samenwerkingsvormen, die gedreven zijn vanuit de inhoud. Per thema wordt nagegaan welke onderlinge coalitie het meest passend is. In de regionale samenwerking wordt uitgegaan van: A. Een flexibele netwerkstructuur; B. Betrokkenheid van alle maatschappelijke partners (Triple Helix); C. Het op regionale schaal (gezamenlijk) vaststellen van de strategie voor regionale opgaven en uitvoering van deze strategie door partners en gemeenten (onder hun eigen verantwoordelijkheid); D. De Metropoolregio Eindhoven als versneller en verbinder in de samenwerking, gericht op strategieontwikkeling, beleidssynchronisatie, proces- en projectondersteuning en (zo nodig) specifieke dienstverlening op contractbasis. 3. Inwonersbijdrage In de vastgestelde begroting 2014 is een meerjarenraming opgenomen waarin alle consequenties van de nieuwe werkwijze zijn verwerkt. In deze raming is de inwonerbijdrage met ingang van 2016 verlaagd naar 9,21. Ten opzichte van de primaire begroting 2014 waarin een inwonerbijdrage is opgenomen van 13,24, is dit een verlaging van 4,03 per inwoner. In totaal gaat het om een verlaging met een bedrag van ruim 3 miljoen euro. 4. Frictiekosten De transformatie van het SRE naar Metropoolregio Eindhoven heeft frictiekosten tot gevolg. De personele formatie wordt teruggebracht van 63,6 fte in 2013 naar 30,9 fte in 2016 (inclusief 8,6 fte voor de Wgr+ taak mobiliteit). De kosten hiervan worden ten laste gebracht van de bestemmingsreserve Transformatie SRE. Vooralsnog wordt uitgegaan van een schatting van 6,5 miljoen euro. Hierbij gaan zij er van uit dat (1) de gemeenten al het (productieve) personeel (11,6 fte) overnemen dat nu de taken uitvoert die aan de gemeenten worden overgedragen; (2) dat het overige personeelsbestand (afbouw overhead en afbouw SRE Milieudienst) geleidelijk in 5 jaar plaatsvindt en dat (3) geen wachtgeldverplichtingen resteren. 2

3 De financiële afwikkelingen als gevolg van de reorganisatie zijn niet zodanig geregeld, dat de reorganisatiekosten gedekt worden uit de lopende exploitatie. Dit terwijl wij deze wens wel kenbaar hebben gemaakt aan het DB van het SRE in onze brief van 31 januari. 5. Apparaatslasten Als gevolg van het wegvallen van werkzaamheden met betrekking tot het zorgdomein, worden de kosten van overhead verdeeld over minder uren dan in de Herziene begroting 2014 waren opgenomen. Dit leidt tot een stijging van de uurtarieven. Als gevolg hiervan is er op een drietal programma s sprake van een stijging van de apparaatslasten. 6. RHCe De lasten en baten op het programma RHCe in de begroting 2015 zijn opgenomen conform datgene wat is opgenomen in het door de Regioraad op 19 februari geaccordeerde bedrijfsplan Het programma vertoont een nadeel van bijna Waar in de Herziene begroting 2014 de inwonerbijdrage nog op het programma werd verantwoord, is dit in 2015 verschoven naar algemene financierings- en dekkingsmiddelen. De gemeentelijke algemene bijdrage stijgt als gevolg daarvan met ruim Het betreft hier voornamelijk een verschuiving van de bijdrage RHCe welke in de Herziene begroting 2014 op productniveau werd verantwoord. Voor wat betreft de algemene bijdrage MRE bedraagt deze in ,44 per inwoner (2014 4,802). Voor het RHCe is tevens een nieuwe kostenverdeling bepaald. In de oude situatie was er sprake van een kostenomslagsysteem op basis van volume, in de nieuwe situatie is er bij bepaalde producten sprake van een verdeelsleutel op basis van inwoneraantal. Hoewel er gemeenten zijn die hierdoor minder gaan betalen, betekent dit voor Valkenswaard dat wij in de nieuwe situatie op korte termijn zo n 20% meer gaan betalen ( ,- in 2013, ,- in 2014). Wij hebben op 19 februari niet ingestemd met deze nieuwe verdeelsleutel, maar deze is wel aangenomen. 7. Samenvatting begroting SRE Taken verschuiven naar de subregio, gedreven vanuit inhoud; - De inwonersbijdrage wordt verlaagd; - Door de op handen zijnde transformatie wordt de organisatie van het SRE teruggebracht naar ongeveer 31 fte (63 fte in 2013); - De frictiekosten als gevolg hiervan worden geschat op ca 6,5 miljoen euro; - De financiële afwikkelingen als gevolg van de reorganisatie zijn niet zodanig geregeld, dat de reorganisatiekosten gedekt worden uit de lopende exploitatie. Dit terwijl wij deze wens wel kenbaar hebben gemaakt aan het DB van het SRE in onze brief van 31 januari; - Door de nieuwe verdeelsleutel voor het RHCe gaan wij op korte termijn 20% meer betalen, hierbij gaat het om een bedrag van ,- extra. - Als gevolg van het wegvallen van de werkzaamheden met betrekking tot het zorgdomein, worden de kosten van de overhead verdeeld over minder uren dan in de herziene begroting 2014 werd opgenomen; - Er is voldoende dekking aanwezig in de begroting. 8. Risico s Binnen het SRE hebben en gaan er veel veranderingen plaatsvinden, die gevolgen hebben voor de uit te voeren taken. Reden om het inventariseren van de regiobrede risico s op te pakken zo gauw er duidelijkheid is over het (resterende) takenpakket. De Metropoolregio Eindhoven betreft een afgeslankte organisatie waar geen plaats meer is voor uitvoerende, projectmatige activiteiten. De toekomstige risico s zijn daardoor beperkt. 3

4 Analyse leert dat personele en apparaatskosten de enige substantiële kostenposten zijn. In de exploitatiesfeer is de organisatie bijna volledig afhankelijk van de bijdragen van de deelnemende gemeenten. De vermogensbestanddelen die tot het weerstandsvermogen behoren, zoals de algemene reserve, kunnen beperkt in omvang zijn. Vorenstaand is geen rekening gehouden met de werkzaamheden voor Mobiliteit. Deze vormen wel een substantiële kostenpost met bijbehorende bijdragen vanuit het rijk. Voor de bijbehorende risico s dient in de Algemene reserve conform de uitgangspunten van de nota Reserves en voorzieningen een minimale buffer te worden aangehouden van circa ,-. Voorts komen de taken in het kader van het zorgdomein vanaf 1 januari 2015 te vervallen. De SRE kent als gevolg van de transformatie aanzienlijke frictiekosten. Het betreft zowel voormalig personeel van de Milieudienst als de reductie van het personeelsbestand van de Dienst SRE. Het vraagt grote inspanningen om ruim 30 fte te laten afvloeien. De intentie is om deze in het tijdvak tot 2018 volledig af te bouwen. Door vertraging in de transformatie van de organisatie en de over-dracht van subregionale taken lopen de gemeenten het risico dat frictiekosten worden doorgeschoven naar latere jaren. Als de subregionale taken niet tijdig door de gemeenten worden ingevuld en de gemeenten geen personeel hiervoor overnemen, dan is het ingeschatte jaarlijkse risico aan frictiekosten een bedrag van circa ,-. Hiermede is geen rekening gehouden en kan leiden tot een extra aanslag voor de deelnemende gemeenten van circa 1,20 per inwoner. 9. Conclusie De voorliggende concept begroting geeft aanleiding onze zienswijze betreffende de begroting SRE 2015 kenbaar te maken aan het DB van de SRE. In de betreffende brief wijzen wij hen op ons standpunt aangaande de verdeelsleutel van de RHCe en de frictiekosten als gevolg van de transformatie. F. Financiën De bijdrage van de gemeente Valkenswaard aan de SRE voor 2015 is geraamd op afgerond In onze begroting is een bijdrage aan het SRE voorzien van Er is voldoende dekking aanwezig. Met ingang van 2014 is al een bezuiniging opgenomen van op de bijdrage van het SRE. Toekomstige ontwikkelingen van het SRE en andere (sub) regionale samenwerkingsverbanden als gevolg van de afbouw van het SRE zullen in financieel opzicht worden afgezet tegen het nu begrote bedrag van De risico s in de begroting van het SRE zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Aangezien de risico s indicatief zijn en nader geduid worden bij het voorstel ten aanzien van het transformatieproces, worden de risico s meegenomen bij het transformatieproces. G. Vervolgstappen Indien u instemt met het voorstel van het college zal een zienswijze kenbaar gemaakt worden aan het DB van het SRE. H. Communicatie Communicatie vindt plaats via de reguliere kanalen. I. Bijlage(n) Niet van toepassing. J. Ter inzage liggende stukken 1. Begroting SRE 2014; 2. Conceptbrief aan het Dagelijks Bestuur van het SRE. 4

5 Burgemeester en wethouders van Valkenswaard, secretaris, burgemeester Secretaris. Burgemeester. 5

6 Voorgesteld besluit BESLUIT De raad van de gemeente Valkenswaard; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d , nummer 14b&w00210; Gelet op de Gemeentewet; Gelet op de behandeling in de vergadering van de raadscommissie d.d. 22 mei 2014; BESLUIT Het DB van het SRE middels bijgaande conceptbrief mededelen dat de ingekomen concept Programmabegroting 2015 van het SRE heeft geleid tot opmerkingen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 5 juni Kenmerk: 14raad00210 de griffier, de voorzitter, drs. C. Miedema drs. A.B.A.M. Ederveen. 6