1. Is het college op de hoogte van de wijze waarop banenpoolmedewerkers in Rotterdam een aanvullende oudedagsvoorziening wordt aangeboden?

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid Niek Roozenburg sv 64 corr.nr /SZW Den Haag, 16 december 1997 Banenpool De gemeenteraad Het raadslid Niek Roozenburg, heeft de volgende - op 28 november ingekomen brief uitmondende in een zes de voorzitter van de raad gericht. "De banenpoolwerkers doen in het hele land nuttig en onmisbaar werk voor de gemeenschap. Dat de betaling voor werkzaamheden gering is (minimumloon), is bekend en acceptabel vanwege het uitgangspunt dat werklozen op de deelnemen aan de samenleving. Den Haag heeft ongeveer 1750 mensen in dienst in de banenpool. In Rotterdam worden de banenpoolwerkzaamheden georganiseerd door de stichting "Nieuwe Baan Rotterdam Wer Den Haag is de stichting "Werkbij" belast met de uitvoering van de banenpoolregeling. Wat onaangenaam steekt is dat banenpoolers die bij de NBRW in de gemeente Rotterdam werken in de gelegenhe oudedagsvoorziening op te bouwen, zonder dat dit het besteedbare inkomen van deze mensen aantast. In Den Haa gelegenheid de banenpoolers niet geboden. Dat bevreemdt des te meer aangezien het om een substantieel bedrag uitkering van de oudedagsvoorziening na het 65e jaar bedraagt enige honderden guldens per maand naast de AOW kan en blijft van toepassing naast de komst van een mogelijk pensioen voor de banenpoolers. De gemeente Den Haag levert bestuursleden aan de Stichting Werkbij. De wethouder OSWIE is voorzitter van het b aantal ambtenaren neemt eveneens deel aan de bestuursvergaderingen. Bovenstaande leidt tot een aantal vragen die wij onder verwijzing naar artikel 15, lid 1, van het Reglement van Orde beantwoording voorleggen. 1. Is het college op de hoogte van de wijze waarop banenpoolmedewerkers in Rotterdam een aanvullende oudedagsvoorziening wordt aangeboden? 2a. Kan het college meedelen waarom de Stichting Werkbij ervan heeft afgezien om een dergelijke regeling aa banenpoolers aan te bieden? 2b. Acht het college het acceptabel dat de gemeente (via participatie in de Stichting Werkbij) deze onnodige o laat voortduren? En zo ja, welke motivatie is daarvoor?

2 2 In geval het antwoord negatief luidt, wil het college dan bevorderen dat de Stichting Werkbij zo spoedig mogelijk de Haagse banenpoolmedewerkers die daarvoor in aanmerking komen op eenzelfde peil brengt als die uit Rotterdam? 3. In Rotterdam hebben de banenpoolers een ondernemingsraad. Is het college het met ons eens dat een de voorziening ook hier gewenst is, zeker nu blijkt dat er voor het personeel aanzienlijke belangen aan de orde zijn en het personeel tekort doet? 4. Is het college bereid de Rotterdamse regeling op te vragen, te bestuderen en zo spoedig mogelijk met een de daarvoor in aanmerking komende raadscommissie te bespreken? 5. Werkbij heeft in de afgelopen jaren een aanzienlijke reserve opgebouwd die inmiddels al zo'n 8 miljoen guld bedragen. Is deze reserve niet te beschouwen als normaal gemeentelijk geld en dienen deze fondsen dan niet ond staan van de gemeenteraad? Dient de gemeenteraad niet een beslissing over de besteding van deze gelden te nemen? 6. Zijn de onder 5. genoemde reserves van de Stichting Werkbij na de invoering van de WIW per 1 januari 199 ook de rechtspersoonlijkheden en andere juridische posities wijzigen, nog vrij aanwendbaar of moeten zij aan het R Vernieuwingsfonds) worden terugbetaald?" Ingevolge het bepaalde in artikel 15, lid 4, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der geme Gravenhage (Verz. 1987, nr.2), beantwoorden wij deze vragen als volgt. 1. Is het college op de hoogte van de wijze waarop banenpoolmedewerkers in Rotterdam een aanvullende oudedagsvoorziening wordt aangeboden? Deze vraag beantwoorden wij bevestigend. 2a en b.kan het college meedelen waarom de Stichting Werkbij ervan heeft afgezien om een dergelijke regeling aan haar banenpoolers aan te bieden? Acht het college het acceptabel dat de gemeente (via participatie in de Stichting Werkbij) deze onnodige ongelijkheid laat voortduren? En zo ja, welke motivatie is daarvoor? In geval het antwoord negatief luidt, wil het college dan bevorderen dat de Stichting Werkbij zo spoedig mogelijk de positie van Haagse banenpoolmedewerkers die daarvoor in aanmerking komen op eenzelfde peil brengt als die uit Rotterdam? Het bestuur van de Stichting Werkbij heeft er niet vanaf gezien de banenpoolers een aanvullende oudedagsvoorziening aan te bieden. Het bestuur heeft niet alleen de Rotterdamse regeling maar ook diverse andere opgevraagde offertes uitvoerig bestu Voor wat betreft de Rotterdamse regeling heeft een delegatie van bestuur, Werkbijleiding en banenpoolers zich in R georiënteerd. Naar het oordeel van het bestuur van Werkbij draagt de Rotterdamse regeling enig risico voor de toekomst van de p met zich mee indien het belastingstelsel zou worden aangepast. Het bestuur van Werkbij heeft dan ook een voorkeur voor de andere offertes/regelingen. Belangrijke overweging van tevens dat er "overdracht" van de regeling mogelijk is indien een "banenpooler" doorstroomt naar een andere werkge Zoals u bekend, zijn de onderhandelingen tussen de VNG (College van Arbeidszaken) en de bonden inzake een CA WIW (Wet Inschakeling Werkzoekenden) zonder succes beëindigd.

3 3 Omdat de regeling banenpool zal opgaan in de WIW zijn deze onderhan-delingen voor de banenpoolers relevant. Een onderwerp van de onderhandelingen was de totstandkoming van een pensioenvoorziening en een beperkte loo Het bestuur van Werkbij heeft het besluit om te komen tot een "eigen" oudedagsvoorziening voor de Haagse banen aangehouden tot het moment dat duidelijk is of een gezamenlijke regeling onder "VNG-vlag", bij voorkeur een CAO komen. Op deze wijze wordt ook geen besluit door het bestuur van Werkbij genomen dat de invoering van een landelijke pensioenvoorziening doorkruist. Nu er voorlopig geen WIW/CAO komt heeft de VNG een modelarbeidsvoorwaarden-regeling ontworpen met het drin verzoek aan de gemeenten deze regeling over te nemen. De bedoeling is dat op korte termijn in deze regeling ook pensioenvoorziening wordt opgenomen. Wij zijn in principe voornemens deze regeling over te nemen, in afwachting hernieuwde CAO onderhandelingen. Zoals U weet wordt de WIW per 1 januari 1998 ingevoerd. 3. In Rotterdam hebben de banenpoolers een ondernemingsraad. Is het college het met ons eens dat een dergelijke voorziening ook hier gewenst is, zeker nu blijkt dat er voor het personeel aanzienlijke belangen aan de orde zijn en het bestuur het personeel tekort doet? Het bestuur van de Stichting Werkbij heeft tot op heden geen ondernemingsraad ingesteld vanwege de volgende tw a. De banenpoolers (en JWG'ers) zijn weliswaar in dienst bij de Stichting Werkbij maar werken volgens de banen -gedetacheerd - bij een andere instelling. De intentie van de banenpoolregeling is dat banenpoolers zoveel mogelijk als normale werknemers functioneren bin instelling waarnaar de detachering plaatsvindt. Dat betekent dat de banenpoolers zich zoveel mogelijk op die organisatie dienen te oriënteren en niet op Werkbij. van een ondernemingsraad van de Stichting Werkbij past niet goed bij die visie. b. In het kader van de door het rijk vastgestelde subsidievoorwaarden zijn de arbeidsvoorwaarden van de banenp gezet omschreven. Afwijken hiervan, ook in de secundaire arbeidsvoorwaarden, is maar zeer beperkt mogelijk. Het instellen van een ondernemingsraad bij Werkbij wekt dan de suggestie dat het wel mogelijk is met het bestuur van Werkbij te overleggen over dit soort zaken. Wel heeft de Stichting Werkbij reeds een aantal jaren een overlegorgaan van banenpoolers dat met de directeur va overleg pleegt over wel beïnvloedbare onderwerpen. Het resultaat daarvan is ondermeer dat er een "senioren" regeli gekomen voor oudere banenpoolers (korter werken met behoud van salaris). Ten aanzien van het instellen van een ondernemingsraad na 1 januari 1998 als de WIW is ingevoerd, is van belang wijzigingen op de Wet op de Ondernemingsraden zullen uitpakken. Daarbij zal naar verwachting ondermeer de pos werknemers worden geregeld die weliswaar in dienst zijn van een onderneming, maar hun arbeid elders verrichten. bepalingen zullen wij vanzelfsprekend volgen. 4. Is het college bereid de Rotterdamse regeling op te vragen, te bestuderen en zo spoedig mogelijk met een oordeel aan de daarvoor in aanmerking komende raadscommissie te bespreken? Hierbij wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2a en 2b.

4 4 5. Werkbij heeft in de afgelopen jaren een aanzienlijke reserve opgebouwd die inmiddels al zo'n 8 miljoen gulden zou bedragen. Is deze reserve niet te beschouwen als normaal gemeentelijk geld en dienen deze fondsen dan niet onder controle te staan van de gemeenteraad? Dient de gemeenteraad niet een beslissing over de besteding van deze gelden te nemen? Bij raadsbesluit nr. 342 uit 1990 is door de gemeenteraad de Stichting Werkbij opgericht. In het raadsbesluit maar ook de stichtingstatuten van de stichting Werkbij zijn bepalingen en artikelen c.q. opgenom waarborgen dat de middelen die de Stichting Werkbij ter beschikking heeft ook ingezet worden voor het door de ge bepaalde doel. In artikel 2 lid 2 van de stichtingsstatuten is dat doel als volgt omschreven: " Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door: a. het aanbieden van een dienstverband voor (on)bepaalde tijd, waarbij personen voor werkervaring elders worden gedetacheerd; b. het bevorderen van werkervaringsplaatsen; c. het geven van begeleiding aan de personen bedoeld onder a en b in de meest brede zin; d. het ontwikkelen van een op de persoon toegesneden werk/scholingsplan; e. het scheppen van voorwaarden voor het ontwikkelen van scholingsmogelijkheden binnen en buiten de arbeidso waar de personen worden gedetacheerd; f. het samenwerken met al die organisaties die in het licht van het voorgaande van belang zijn." In artikel 13 staat ondermeer beschreven dat in geval van opheffing van de stichting: "De vereffenaars geven aan een eventueel batig saldo een bestemming zo veel mogelijk in overeenstemming met h doelstelling van de statuten is bepaald. Deze bestemming dient vooraf ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Burgemeester en Wethouders. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden gedurende de door de wet bepaalde termijn berusten gemeente Den Haag". Ook dient de Stichting zich regelmatig te verantwoorden aan de gemeente (jaarrekening, begroting en jaarverslag). Wij zijn dan ook van mening dat deze bepalingen de door u gewenste controle door het gemeentebestuur voldoend 6. Zijn de onder 5. genoemde reserves van de Stichting Werkbij na de invoering van de WIW per 1 januari 1998, waarbij ook de rechtspersoonlijkheden en andere juridische posities wijzigen, nog vrij aanwendbaar of moeten zij aan het Rijk (Sociaal Vernieuwingsfonds) worden terugbetaald? Zoals het een goede arbeidsorganisatie, die werkgever van bijna 2800 werknemers is, betaamt, beschikt de Stichti over financiële reserves. Deze reserves hebben ondermeer als doel te anticiperen op een eventuele oudedagsvoorziening en overige arbeidsv van de banenpoolers (WIW'ers) die ook ingeval van de totstandkoming van een WIW/CAO niet door het rijk zal word gefinancierd. Ook wordt rekening gehouden met het vervallen van ondermeer vrijstel-lingspremie loonafdracht na vier jaar. Daarnaast is een beperkt deel van de reserves uit het verleden gebruikt om het aantal plaatsingsmogelijkheden van banenpoolers voor enkele jaren uit te breiden, conform raadsbesluit 342 van 1990 en de stichtingsstatuten van Wer De financiële middelen van de stichting Werkbij blijven ook na de invoering van de WIW ter beschikking van de stic en vloeien niet terug naar het rijk. Burgemeester en wethouders van Den Haag,

5 5 de secretaris, J.A.M. KROESE-DUIJSTERS de burgemeester, W.J. DEETMAN