Aldehyden en ketonen Vb. nucleofiele additie, reductie, oxidatie van een aldehyde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aldehyden en ketonen Vb. nucleofiele additie, reductie, oxidatie van een aldehyde"

Transcriptie

1 Aldehyden en ketonen Kenmerkende groep naamgeving toepassingen Fysische eigenschappen Kook- en smeltpunt Oplosbaarheid Chemische eigenschappen Tautomerie Zuurkarakter Chemische reacties Additie van water Additie van NaHSO Additie van HCN Additie van alcoholen Additie van ammoniakderivaten Additie van Grignard-reagentia(reductie) Onderscheid tussen aldehyden en ketonen Polymerisatie Milde oxidatie Reductie met H Aldolcondensatie Zelfstandig werk: onderscheid aldehyden en ketonen LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen C1 54 de stofklassen op basis van de functionele groep herkennen. W4 55 op basis van de structuurformule de naam toekennen en de structuurformule geven op basis van de naam. C1 56 het begrip isomerie uitleggen aan de hand van voorbeelden. LEERINHOUDEN Alkanen, alkenen, alkynen, alcoholen, halogeenalkanen, aminen, aldehyden, ketonen, carbonzuren, esters, amiden, ethers, aromatische koolwaterstoffen, cyclische koolwaterstoffen Naamgeving Structuurformule: o.a. zaagtandformule Alkanen, alkenen, alkynen, alcoholen, halogeenalkanen, aminen, aldehyden, ketonen, ethers, carbonzuren, esters, aromatische koolwaterstoffen, cycloalkanen Structuurisomerie: ketenisomerie, plaatsisomerie Stereo-isomerie: cis-trans isomerie, spiegelbeeldisomerie C1 W7 SET 27 C1 SET 1,3 57 van een aantal stoffen of mengsels een typische toepassing of eigenschap aangeven. 58 per stofklasse de gegeven eigenschappen in verband brengen met de karakteristieke groep en het koolstof-skelet. Toepassingen (per stofklasse) vb. methaan, white spirit, paraffine, methanol, ethanol, glycerol, glycol, azijnzuur, citroenzuur, springstoffen, kleurstoffen, wasmiddelen, geneesmiddelen, aceton (nagellakremover), cafeïne, aspirine (acetylsalicylzuur), benzaldehyde (amandelgeur), benzine, campinggas, diethylether (ether te koop bij apotheker), chloroform, Per stofklasse: Fysische eigenschappen Chemische eigenschappen C2 64 van minstens één reactietype van aldehyden en ketonen de reactievergelijking schrijven en de verschillende stappen in het reactiemechanisme toelichten. Aldehyden en ketonen Vb. nucleofiele additie, reductie, oxidatie van een aldehyde 1

2 Aldehyden en ketonen 1. Kenmerkende groep naamgeving toepassingen Zowel aldehyden en ketonen bezitten een carbonylgroep, i.e. een zuurstofatoom dat met een dubbele binding verbonden is met een koolstofatoom. Bemerk dat de beide atomen van de carbonylgroep sp 2 - gehybridiseerd zijn. Bij aldehyden zit deze carbonylfunctie eindstandig. Bij ketonen is het zuurstofdragende koolstofatoom verbonden met twee andere koolstofatomen. O O O O C R C R C H R C R Van links naar rechts: de carbonylgroep, de acylgroep, een aldehyde en een keton. Aldehyden en ketonen kunnen bereid worden door oxidatie van alcoholen (zie vorig hoofdstuk). Vraag: hoe bereid men 2,2-dimethyl-3-butanon? De naam van de aldehyden en ketonen wordt gevormd door de stam van het alkaan met evenveel C- atomen als de langste hoofdketen, gevolgd door de uitgang anal (aldehyden) of anon (ketonen). Bij een keton wordt het plaatsnummer van de carbonylfunctie aangegeven met een cijfer (bij aldehyden is dit steeds 1, en wordt daarom weggelaten). Let erop dat de carbonylfunctie voorrang heeft op hydroxylgroepen, alkylketens en halogenen. Aldehyden hebben dan weer voorrang op ketonen. Links: methanal of formaldehyde, rechts: ethanal of aceetaldehyde. Methanal is het meest eenvoudige aldehyde en heeft als triviale naam formaldehyde. Het is een bijzonder kankerverwekkende stof en een uitstekend bewaarmiddel. Sterk water, gebruikt als bewaarmiddel voor preparaten en dode organismen, is meestal een 40% formol-oplossing (formol is een oplossing van formaldehyde in water). Het wordt veel gebruik in biologisch onderzoek (bewaren van stalen) maar mag thans wegens zijn carcinogene eigenschappen enkel nog gebruikt worden in laboratoria met individuele afzuigkappen. Ethanal of aceetaldehyde is het belangrijkste metaboliet van ethanol in het lichaam. De negatieve werkingen van alcohol (misselijkheid en braken) zijn vooral aan ethanal te wijten. Ongeveer 50% van de productie van ethanal is bestemd voor de productie van azijnzuur. Het wordt verder ook gebruikt in parfums, verfstoffen en als bewaarmiddel in fruit en vis. 2

3 Propanon of aceton is vooral gekend als dissolvant of nagellakverwijderaar. Het is een apolair oplosmiddel en wordt vaak als oplosmiddel voor organische stoffen gebruikt. Aceton is een vluchtige en brandbare stof. Het is echter een giftige stof wanneer ze geïnhaleerd of opgenomen wordt (contact met huid is minder erg). Aceton wordt ook in het lichaam gebruikt en is na glucose de belangrijkste brandstof voor de hersenen. Bij diabetici kunnen ingeval van keto-acidosis grotere hoeveelheden aceton en andere ketonen produceren wanneer vetzuren en aminozuren worden afgebroken. Het aceton wordt uitgeademd en veroorzaakt een sterke geur van de ademlucht. 2 pentanon of methylpropylketon 3methyl4penteen2on 3methyl4hexeen2on 2,2 dimethyl 4 oxo pentanal 2 ethyl-pentaan-di-al 3-hydroxybutanal 4hydroxybutanon 4oxohexanal 3

4 2. Fysische eigenschappen De dubbele binding van de carbonylgroep is opgebouwd uit een σ- binding en een π-binding. Door de grotere elektronegativiteit van zuurstof in vergelijking tot koolstof, is de binding sterk gepolariseerd Kook- en smeltpunt Aldehyden en ketonen hebben een hoger kook-/smeltpunt dan alkanen met eenzelfde molecuulmassa omwille van het dipoolkarakter van de carbonylgroep. Het kook- en smeltpunt is echter lager dan dat van alcoholen, omdat geen waterstofbruggen kunnen worden gevormd Oplosbaarheid Aldehyden en ketonen met korte ketens kunnen oplossen in polaire oplosmiddelen (het zuurstofatoom van de carbonylgroep kan waterstofbruggen van watermoleculen ontvangen), maar de oplosbaarheid in polaire oplosmiddelen daalt snel met toenemende ketenlengte. Door het apolaire karakter van de koolstofketen zijn ze oplosbaar in apolaire oplosmiddelen. 3. Chemische eigenschappen 3.1. Tautomerie Indien ketonen/aldehyden op een buur-c-atoom een waterstof draagt, ontstaat een evenwicht met een alcohol. Dit is een geval van isomerisatie met uitzondering dat de isomeren niet afgezonderd kunnen worden. In dit geval spreekt men van tautomerie in plaats van isomerie. De keto-vorm is het tautomeer van de enolvorm. In de meeste gevallen ligt het evenwicht verschoven naar de keto-vorm (99%). (links keto-vorm, rechts enol-vorm) 3.2. Zuurkarakter In aanwezigheid van een sterke base (zoals OH - ) wordt een proton afgesplitst van het α-c-atoom (dit is een C-atoom naast het carbonyl-c-atoom). In dit geval ontstaat een anion waarbij een C-atoom de negatieve lading draagt: een carbanion. Het carbanion wordt door mesomerie gestabiliseerd. 4

5 4. Chemische reacties De dubbele binding van de carbonylgroep leent zich vooral tot additiereacties. In eerste instantie kan verwacht worden dat elektrofiele deeltjes de elektronenrijke regio zullen aanvallen. Het C-atoom van de carbonylgroep is echter sterk positief gepolariseerd, waardoor de carbonylgroep zich vooral leent tot nucleofiele addities. Invloed van de keten Aldehyden reageren doorgaans sneller dan ketonen omdat de positieve partiële lading van het carbonyl-c-atoom door het positief inductief effect bij ketonen meer wordt afgezwakt dan bij aldehyden Additie van water Door additie van water ontstaat een onstabiel product, dat water afsplitst (regel van Erlenmeyer, zie eerder). Netto gezien vindt er geen reactie plaats. 5

6 4.2. Additie van NaHSO3 Proef: voeg een aantal ml benzaldehyde bij een verzadigde NaHSO3-oplossing. Waarneming: door schudden ontstaat een neerslag. De reactie bestaat uit twee stappen, namelijk de additie van het nucleofiel gevolgd door een intramoleculaire protonoverdracht. Deze reactie kan gebruikt worden om ketonen en aldehyden uit een mengsel neer te slaan en af te zonderen Additie van HCN* Door additie van waterstofcyanide op een aldehyde of keton ontstaan cyaanhydrines. De reactie wordt gebruikt in de organische chemie om koolstofketens te verlengen (met één koolstofatoom). Algemeen 6

7 Reactiemechanisme 1. Additie van het nucleofiel 2. Protonering 4.4. Additie van alcoholen In aanwezigheid van zuren reageren alcoholen tot hemi-acetalen. Indien voldoende van het alcohol aanwezig, reageert het hemi-acetaal verder tot een acetaal. Algemeen Reactiemechanisme 1. protonering in zuur midden 2. additie van het nucleofiel (het alcohol) 7

8 3. deprotonering De gevormde hemi-acetalen zullen in aanwezigheid van voldoende van het alcohol onmiddellijk verder reageren tot acetalen. 4. protonering 5. eliminatie H2O 6. additie van het nucleofiel (het alcohol) 7. deprotonering Monosacchariden ondergaan door deze intramoleculaire reactie ringsluiting (pyranose/furanose) (zie biologie). Zo ontstaat een cyclisch hemi-acetaal. 8

9 4.5. Additie van ammoniakderivaten* Ammoniakderivaten zijn afgeleiden producten van ammoniak (NH3). Het gaat om primaire, secundaire en tertiaire amminen. Deze hebben alle een N-atoom met een niet-bindend elektronenpaar, waardoor N als nucleofiel kan optreden. Wanneer ammoniakderivaten adderen op een aldehyde of keton, ontstaat een imine of Schiffbase. Reactievergelijking: Reactiemechanisme 1. Protonering 2. Additie van het nucleofiel 3. Deprotonering De bekomen stof is echter onstabiel en splitst spontaan een watermolecule af. 4. Eliminatie van water 9

10 De bekomen stof is weinig stabiel tenzij ze gestabiliseerd wordt door mesomerie. Als een van de R-ketens een benzeenring is, dan is de bekomen stof stabieler. In plaats van amminen, kunnen ook andere ammoniakderivaten als nucleofiel optreden. Het reactiemechanisme verloopt gelijkaardig, de bekomen producten zijn vaak stabieler. Vb. additie van NH2OH, NH2NH2, aniline, fenylhydrazine. Aniline: Amfetaminen (speed) worden volgens hoger beschreven mechanisme bereid uit ammoniak en fenylpropanon Additie van Grignard-reagentia(reductie) Grignard-reagentia zijn organometaalhalogeniden (meestal organomagnesiumhalogeniden). De koolstof-magnesiumbinding is zeer sterk polair waardoor het C-atoom sterk nucleofiel wordt. Hierdoor kan het adderen op het carbonyl-c-atoom van aldehyden en ketonen. Het bekomen reactieproduct is een alcohol. 10

11 Reactievergelijking Reactiemechanisme 1) Additie van het nucleofiel 2) Protonering Naargelang men vertrekt van een aldehyde, een keton of methanal, zal het bekomen alcohol een secundair, een tertiair of een primair alcohol zijn. Gezien aldehyden en ketonen de oxidatieproducten van alcoholen zijn, betreft de omzetting van een aldehyde/keton in een alcohol een reductie Onderscheid tussen aldehyden en ketonen Polymerisatie Ketonen zijn minder reactief dan aldehyden en polymeriseren niet. Aldehyden polymeriseren wel. Een aantal kunststoffen worden gemaakt vertrekkende van aldehyden, meestal formaldehyde (methanal). Bakeliet (polymeer van fenol en methanal). 11

12 Metaldehyd is een tetrameer van ethanal. Ze worden gebruikt als metablokjes op de BBQ Milde oxidatie Aldehyden kunnen verder oxideren tot organische zuren (carbonzuren). Gezien ketonen geen H hebben op het carbonyl-c-atoom oxideren ze niet verder. Door sterke oxidatie kan de keten wel naast de carbonylfunctie breken. Dit kan aangetoond worden met de reactie met het Fehlingsreagens (blauwe Cu 2+ -ionen worden omgezet in rood Cu + ) of met het Tollens reagens. Het tollens-reagens is een ammoniakale zilvernitraatoplossing en niet stabiel. Het moet daarom bereid worden op het moment van gebruik. In aanwezigheid van aldehyde ontstaat een zilverspiegel (metallisch zilver). Gezien het zilver reduceert, oxideert het aldehyde. 12

13 Reductie met H2 Aldehyden kunnen ontstaan door oxidatie van primaire alcoholen, ketonen door oxidatie van secundaire alcoholen. Met een reductor als LiAlH4 (lithiumtetrahydro-aluminaat) kunnen aldehyden en ketonen terug worden omgezet in respectievelijk primaire en secundaire alcoholen Aldolcondensatie 1 De aldolcondensatie is een condensatiereactie: twee moleculen reageren met elkaar tot een nieuwe molecule. De aldolcondensatie verloopt enkel tussen aldehyden met een waterstofatoom gebonden op het α-c-atoom (het C-atoom naast de carbonylfunctie). De aldolcondensatie is gesteund op het zuur karakter van aldehyden in aanwezigheid van een base, en verloopt daarom enkel in basisch milieu. Reactievergelijking Reactiemechanisme Het hydroxide-ion onttrekt een proton aan het aldehyde. Hierdoor ontstaat een enolaation dat tautomerie vertoont. Het enolaation kan als nucleofiel deeltje aanvallen op het partieel positief geladen koolstofatoom van de carbonylgroep van een andere molecule. Na protonering volgt de eliminatie van een watermolecule 1 Noot voor de leerkracht (leerlingenproef laten uitvoeren indien mogelijk) 13

14 Additie van het nucleofiel Protonering Eliminatie van water 2-buteen-al De aldolcondensatie is een belangrijke reactie met het oog op de verlenging van koolstofketens van organische moleculen. De reactie verloopt moeilijk tot niet met ketonen. De koolstofketens oefenen een positief inductief effect uit op het carbonyl-c-atoom waardoor de partiële positieve lading klein wordt. Een nucleofiel zal bijgevolg weinig neiging hebben om dit C-atoom aan te vallen. Door het positief inductief effect zal de deprotonering van het α-c-atoom moeilijker verlopen. 14

15 4.8. Zelfstandig werk: onderscheid aldehyden en ketonen De aldolcondensatie Deze proef wordt door één groep uitgevoerd in de trekkast. a) vul een reageerbuis met enkele ml ethanal, en koel het geheel af in ijswater. Voeg voorzichtig enkele druppels van een geconcentreerde NaOH oplossing bij het gekoelde ethanal (let op de geur en kleur); b) vul een reageerbuis met enkele ml aceton (propanon, een keton), en koel het geheel af in ijswater. Voeg voorzichtig enkele druppels van een geconcentreerde NaOH oplossing bij het gekoelde propanon (let op de geur en kleur). Milde oxidatie Aldehyden en ketonen zijn oxidatieproducten van respectievelijk primaire en secundaire alcoholen. De vraag is of deze producten ook verder (mild) kunnen oxideren. Dit wordt nagegaan door een aldehyde en keton te voegen bij Tollens reagens. Het tollens-reagens is een ammoniakale zilvernitraatoplossing en is niet stabiel. Het moet daarom bereid worden op het moment van gebruik. Bereiding van het Tollens reagens: - 10g zilvernitraat oplossen in 100mL ; - 10g NaOH oplossen in 100mL ; - daarna gelijke hoeveelheden samenvoegen: er ontstaat een zilverneerslag; - voeg vervolgens druppelsgewijs ammoniak toe tot de neerslag verdwijnt (door complexvorming); - neem een aantal ml van dit reagens en voeg vervolgens enkele druppels van het aldehyde toe; - neem een aantal ml van dit reagens en voeg vervolgens enkele druppels van het keton toe. Noot: de proef is niet altijd eenvoudig en moet soms verschillende malen herhaald worden; kijk heel goed naar de wanden van de proefbuis: wanneer de stof oxideert, slaat het zilver neer (reductie) en ontstaat een zilverspiegel op de wand. 15

16 Niet-limitatieve lijst van vragen die bij het hoofdstuk aldehyden en ketonen gesteld kunnen worden. 1. Oefeningen op naamgeving. 2. Wat is tautomerie (+tekening)? 3. Verklaar begrippen acylgroep, carbonylgroep, aldehyde, keton, aceton, formaldehyde, aceetaldehyde. 4. Bespreek de bouw van de functionele groep van aldehyden/ketonen. 5. Vergelijk kookpunt/smeltpunt/oplosbaarheid van aldehyden/ketonen met halogeenalkanen, alkanen, alcoholen (+ groepen die we later nog gaan zien, zoals esters, ethers, carbonzuren, etc ). 6. Welke reacties ondergaan aldehyden/ketonen. Waarom ondergaan ze dit type reactie? 7. Hoe worden aldehyden/ketonen bereid? 8. Kunnen aldehyden reageren als zuur of als base? 9. Toon het zure karakter van aldehyden aan. 10. Geef het reactiemechanisme van de reactie van een aldehyde/keton met - water - een alcohol - HCN - natriumwaterstofsulfiet - ammoniak/een ammoniakderivaat zoals RNH 2, RR NH - Grignard reagens. 11. Geeft het reactiemechanisme dat leidt tot een cyanhydrine / acetaal / hemiacetaal / imine of Schiff base / alcohol. Benoem alle tussenstappen. 12. Aan de hand van welke reacties kan het onderscheid gemaakt worden tussen aldehyden en ketonen (+ waarin verschilt deze reactie tussen aldehyden en ketonen). 13. Geef het reactiemechanisme van de aldolcondensatie. Als je de leerstof zodanig hebt ingestudeerd dat je de antwoorden op deze vragen kan geven zonder gebruik te maken van je cursus, kun je stellen dat je de leerstof van dit hoofdstuk beheerst. 16

Inhoudsopgave. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen C1 54 de stofklassen op basis van de functionele groep herkennen.

Inhoudsopgave. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen C1 54 de stofklassen op basis van de functionele groep herkennen. Inhoudsopgave Carbonzuren en carbonzuurderivaten... 2 1. Karakteristieke groep en naamgeving... 2 2. Toepassingen en voorkomen... 2 3. Fysische eigenschappen... 3 3.1. Kook- en smeltpunt... 3 3.2. Oplosbaarheid...

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Organische chemie - Koolwaterstoffen... 3

Hoofdstuk 3: Organische chemie - Koolwaterstoffen... 3 Hoofdstuk 3: Organische chemie - Koolwaterstoffen... 3 1. Alkanen... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Bouw... 3 1.3. Naamgeving... 3 1.4. Isomerie... 4 1.5. Fysische eigenschappen... 4 1.6. Chemische eigenschappen...

Nadere informatie

Alcoholen. 1. Naamgeving

Alcoholen. 1. Naamgeving Alcoholen Alcoholen zijn koolwaterstoffen waarvan één of meerdere -atomen vervangen zijn door O functies (hydroxygroepen). De formule voor eenwaardige alcoholen is n 2n+1O. 1. Naamgeving De naam van een

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE OVERZICHT 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen

Nadere informatie

koolstofverbindingen aan de hand van een gegeven structuurformule of naam toewijzen aan een stofklasse met behulp van een determineertabel;

koolstofverbindingen aan de hand van een gegeven structuurformule of naam toewijzen aan een stofklasse met behulp van een determineertabel; Leergebied: organische stof Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 6.2.1 - de historische en de hedendaagse betekenis van de term "organische stof" aangeven en het onderscheid maken tussen organische en anorganische

Nadere informatie

5.2.5 - atomen uit de hoofdgroepen, het aantal elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het periodiek systeem;

5.2.5 - atomen uit de hoofdgroepen, het aantal elektronen op de buitenste schil afleiden uit hun plaats in het periodiek systeem; Leergebied: groep Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 3.5.3 - op het periodiek systeem aanwijzen dat elementen waarvan de enkelvoudige stoffen overeenkomstige chemische eigenschappen hebben, onder elkaar

Nadere informatie

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren Domein C: Koolstofchemie Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren 28 verband leggen tussen de structuur van synthetische polymeren en de eigenschappen en toepassingen: (supersterke) vezel; kabel;

Nadere informatie

Bij het opstellen van de Lewisstructuur houd je rekening met de octetregel en het aantal valentie-elektronen.

Bij het opstellen van de Lewisstructuur houd je rekening met de octetregel en het aantal valentie-elektronen. Scheikunde SE4 Hoofdstuk 12 Paragraaf 2 Begrippenlijst: Valentie-elektronen: De elektronen in de buitenste schil van de atomen. Lewisstructuur: Elektronenformule. Octetregel: In elke schil van de atoom

Nadere informatie

Chemie van de Polymeren

Chemie van de Polymeren hemie van de Polymeren hemie van de arbonylgroep Stapsgewijze Polymerisatie verzicht Structuur van de carbonylgroep verzicht van de polymeren Vorming van polyesters Vorming van polyamides Vorming van polyanhydrides

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

Koolstofverbindingen 2

Koolstofverbindingen 2 Koolstofverbindingen 2 Een samenvatting van hoofdstuk 15 1 Inleiding Koolstofverbindingen uit hoofdstuk 5 algemene voorbeeld naam formule Alkanen C n H 2n+2 2,3-dimethylbutaan Alkenen C n H 2n 2-methyl-2-

Nadere informatie

Inleiding tot de organische chemie. Voorbereidingsdagen diergeneeskunde

Inleiding tot de organische chemie. Voorbereidingsdagen diergeneeskunde Inleiding tot de 2011-2012 Inhoudstabel Hoofdstuk 1: De verbindingsklassen 1. Inleiding 3 1.1 Wat zijn koolstofverbindingen? 1.2 Waarom zijn er zoveel koolstofverbindingen? 1.3 Voorstellen van koolstofverbindingen

Nadere informatie

de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt;

de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt; Leergebied: oxide Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 3.7.1 - van de samengestelde stoffen waterstofchloride, (di)waterstofsulfaat, natriumhydroxide, ammoniak, calcium (di)hydroxide, natriumchloride, natriumwaterstofcarbonaat

Nadere informatie

1. Beschrijf met behulp van structuurformules het mechanisme voor de vorming van ethaanthiol.

1. Beschrijf met behulp van structuurformules het mechanisme voor de vorming van ethaanthiol. OEFENOPGAVEN Reactiemechanisme, mesomerie Thioverbindingen Wanneer men broomethaan met een oplossing van kaliumwaterstofsulfide (K + HS - ) laat reageren, ontstaat onder andere ethaanthiol, CH 3 CH 2 SH.

Nadere informatie

4e jaar Wetenschappen

4e jaar Wetenschappen CVO KISP - OEFENLES Chemie van water Mevrouw Baeten 4e jaar Wetenschappen 7-12-2013 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Inleidende proef... 2 3. Bouwstenen water... 3 4. Polariteit... 4 a. Elektronegativiteit...

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting door een scholier 2082 woorden 9 oktober 2005 6,4 56 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde, hoofstuk 2 en 3 Par. 2.1 Fossiele brandstoffen Fossiele

Nadere informatie

Organische Chemie. 29 januari, tijd: 3 uur. Vermeld op elk antwoordblad naam, studie, studentennummer

Organische Chemie. 29 januari, tijd: 3 uur. Vermeld op elk antwoordblad naam, studie, studentennummer rganische Chemie 29 januari, 2010 tijd: 3 uur Vermeld op elk antwoordblad naam, studie, studentennummer (Bij elke vraag is het maximaal aantal te verkrijgen punten vermeld) Gebruik geen roodschrijvende

Nadere informatie

Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18

Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.

Nadere informatie

OEFENVRAAGSTUKKEN STEREOCHEMIE Hoofdstuk 16 PULSAR CHEMIE

OEFENVRAAGSTUKKEN STEREOCHEMIE Hoofdstuk 16 PULSAR CHEMIE OEFEVRAAGSTUKKE STEREOEMIE oofdstuk 16 PULSAR EMIE 1,2-dimethylcyclopropaan Als men diazomethaan, 2 2, laat reageren met trans-2-buteen ontstaan verscheidene reactieproducten. Van één van de reactieproducten

Nadere informatie

de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van metalen en de naam van de gevormde oxiden geven als de formules gekend zijn;

de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van metalen en de naam van de gevormde oxiden geven als de formules gekend zijn; Leergebied: oxidatie Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 4.2.4 - een reactie met zuurstofgas als een oxidatie beschrijven; 4.6.1 - het roesten van metalen beschrijven als trage oxidatie; 4.6.2 - de reactievergelijking

Nadere informatie

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven Eliminatie 1983-I(I) Als uit een molecuul twee atomen of atoomgroepen worden verwijderd waarbij in het molecuul een meervoudige binding ontstaat, dan spreekt

Nadere informatie

Opgave 1. Reacties 16 punten

Opgave 1. Reacties 16 punten Eindtoets Organische Chemie, 6M1X1 10 april 2015 9:00 12:00 uur. Bij het begin van elke opgave staat het aantal punten dat te verdienen is. Er zijn in totaal 4 opgaven en 60 punten. Opgave 1. Reacties

Nadere informatie

Merk op dat een zeer analoge reeks besproken werd in de cursus op pagina 24. Examen Organische Scheikunde januari 2006 NH 2 H 3 C CH 3 NH 2 CH 3 CN A

Merk op dat een zeer analoge reeks besproken werd in de cursus op pagina 24. Examen Organische Scheikunde januari 2006 NH 2 H 3 C CH 3 NH 2 CH 3 CN A Examen rganische Scheikunde januari 2006 1) Rangschik onderstaande verbindingen volgens afnemende basiciteit. Motiveer en geef duidelijk aan welke effecten een rol spelen. Illustreer met resonantievormen

Nadere informatie

gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen;

gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen; Leergebied: reactievergelijking Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 4.4.3 - gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde

Nadere informatie

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie Chemie van het leven Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie 2014-2015 Chemische achtergrond van leven 1. Atoomnummer

Nadere informatie

Reactiemechanismen bij halogeenalkanen versie (2)

Reactiemechanismen bij halogeenalkanen versie (2) Reactiemechanismen bij halogeenalkanen samenvatting versie 17-1-2016 (2) Inhoud 1. Vorming van reactieproducten... 2 2. Elektrofiel en nucleofiel... 2 3. Polariteit van een covalente binding... 2 4. Verbreken

Nadere informatie

Scheikunde II. Prof. Dr. I. De Vynck Prof. Dr. M.-F. Reyniers. 2 ste semester hoorcollege5

Scheikunde II. Prof. Dr. I. De Vynck Prof. Dr. M.-F. Reyniers. 2 ste semester hoorcollege5 1 Scheikunde II Prof. Dr. I. De Vynck Prof. Dr. M.-F. Reyniers 2 ste semester 2002-2003 Scheikunde II 2 Belangrijke types chemische reacties 1. Substitutiereacties 3 nucleofiel elektrofiel radicalair 2.

Nadere informatie

Samenvatting koolstofchemie 1A

Samenvatting koolstofchemie 1A Samenvatting koolstofchemie 1A Homologe reeksen: Alkanen Alkenen Alkynen CnHn2+2 CnHn2 CnHn2-2 Substitutiereacties Substitutiereactie van halogenen (Cl2, F2, Br2, I2) aan alkanen verlopen alleen als er

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

ANORGANISCHE STOFKLASSEN

ANORGANISCHE STOFKLASSEN ANORGANISCHE STOFKLASSEN 1. ATOMEN... 3 1.1. STRUCTUUR VAN HET ATOOM...3 1.2. DE ELEKTRONCONFIGURATIE...4 2. STOFFEN EN MENGSELS...5 2.1. ZUIVERE STOFFEN... 5 2.1.1. Soorten zuiveren stoffen...5 2.1.2.

Nadere informatie

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven TF2 6VW 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven Benzine (1993-II opgave I) Bij het maken van benzine wordt vaak een stof toegevoegd die de volgende structuurformule heeft: 3 3 3 3 4p 1 Geef

Nadere informatie

Het kunnen onderscheiden van verschillende isomeren is nodig voor het begrijpen van de unieke eigenschappen die isomeren bezitten.

Het kunnen onderscheiden van verschillende isomeren is nodig voor het begrijpen van de unieke eigenschappen die isomeren bezitten. Eindtoets Bio-organische Chemie (8RB19) Mandag, 7 april, 2014, 9:00 12:00 (3 uur) Bij het begin van elke opgave staat het aantal punten dat te verdienen is en de geadviseerde tijdsbesteding. Er zijn in

Nadere informatie

H10 Analyse. H10.2 Spectroscopie. H10.3 Spectrofotometrie. H10.4 Kwantitatieve analyse. H10.5 Chromatografie

H10 Analyse. H10.2 Spectroscopie. H10.3 Spectrofotometrie. H10.4 Kwantitatieve analyse. H10.5 Chromatografie H10 Analyse H10.2 Spectroscopie Een spectroscopie (licht) gaat via golflengtes. De eenheid op de x as is 1 /nm. Sommige stoffen of deeltjes adsorberen fotonen met specifieke golflengten. Dit gebeurt omdat

Nadere informatie

4.2 Koolstofchemie. Alkanen Een alkaan is een koolwaterstof die uit moleculen bestaat waarin C-atomen en H-atomen voorkomen in de verhouding:

4.2 Koolstofchemie. Alkanen Een alkaan is een koolwaterstof die uit moleculen bestaat waarin C-atomen en H-atomen voorkomen in de verhouding: 4.2 Koolstofchemie Koolwaterstoffen Alle koolstofverbindingen die alleen koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H) bevatten, heten koolwaterstoffen. De groep van de koolwaterstoffen kun je weer verder

Nadere informatie

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aan de hand van chemische reacties een oplossing de kleuren van een stoplicht krijgen?

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aan de hand van chemische reacties een oplossing de kleuren van een stoplicht krijgen? Chemisch stoplicht 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aan de hand van chemische reacties een oplossing de kleuren van een stoplicht krijgen? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment

Nadere informatie

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 11 Biomoleculen bladzijde 1 Opgave 1 Geef de reactie van de verbranding van glucose (C 6H 12O 6) tot CO 2 en water. C 6H 12O 6 + 6 O 2 6 CO 2 + 6 H 2O Opgave 2 Hoe luidt de reactie (bruto formules)

Nadere informatie

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4 Koolstofchemie I Scheikunde Havo 4 2.5 Karakteris@eke groepen series in de koolstofchemie: homologe reeksen alcoholen aminen carbonzuren homologe reeksen alkanen alkenen alkanolen CH 4 methaan C 2 H 6

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes

WATER. Krachten tussen deeltjes WATER Krachten tussen deeltjes Krachten tussen deeltjes (1) Atoombinding en molecuulbinding De atomen in een molecuul blijven samen door het gemeenschappelijk gebruik van één of meer elektronenparen (=

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Esters. Versie 1 November 2014

Esters. Versie 1 November 2014 Esters Versie 1 November 2014 Gepubliceerd en gedistribueerd door Universiteit Utrecht Departement Scheikunde Onderwijsinstituut Scheikunde Padualaan 8 3584 CH Utrecht Nederland Ontwikkelaar: Anneke Drost,

Nadere informatie

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4 Koolstofchemie I Scheikunde Havo 4 2.4 Alkanen en alkenen alkanen ruimtelijke bouw van de moleculen isomerie naamgeving toepassingen alkanen (zelf doornemen) onvolledige verbranding (zelf doornemen) alkenen

Nadere informatie

Opgave 1. Lewis-elektronenstructuren 12 punten, 15 minuten

Opgave 1. Lewis-elektronenstructuren 12 punten, 15 minuten Tentamen rganische hemie A, 8S110 Donderdag 25 januari 2007 9.00-12.00 uur Bij het begin van de 8 opgaven staat het aantal punten dat te verdienen is en de geadviseerde tijdsbesteding. Succes! pgave 1.

Nadere informatie

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Oefenopgaven

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Oefenopgaven TF2 6VW, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 efenopgaven Benzine (1993-II opgave I) Bij het maken van benzine wordt vaak een stof toegevoegd die de volgende structuurformule heeft: 3 3 3 3 4p 1 Geef de systematische

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE ATIALE SEIKUDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRDE 1 (de week van) woensdag 2 februari 2011 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 15 deelvragen.

Nadere informatie

Oefenopgaven KOOLSTOFCHEMIE II

Oefenopgaven KOOLSTOFCHEMIE II efenopgaven KLSTFEMIE II vwo Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven. PGAVE 1 Als men 2 methylbutanal in water oplost,

Nadere informatie

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Chemie Vraag 1 Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Waarover kun je op basis van deze gegevens GEEN éénduidige

Nadere informatie

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Chemie Vraag 1 Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil. Waarover kun je op basis van deze gegevens GEEN éénduidige

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal

Nadere informatie

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 20 september 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65592 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen

Nadere informatie

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen? Wat zijn anorganische of minerale stoffen? A. Deze stoffen komen hoofdzakelijk voor in de niet-levende natuur. In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen? B. 4 Welk van deze stofklassen

Nadere informatie

1.4 De langste koolstofketen wordt zodanig genummerd, dat de zijketens op de plaatsen met de laagste nummers komen, bijvoorbeeld.

1.4 De langste koolstofketen wordt zodanig genummerd, dat de zijketens op de plaatsen met de laagste nummers komen, bijvoorbeeld. 1. Alkanen 1.1 Naamgeving alkanen 4 methaan () 8 decaan ethaan () 9 undecaan propaan () 10 dodecaan () 2 butaan () 11 tridecaan () 3 pentaan () 12 tetradecaan () 4 hexaan () 13 pentadecaan () 5 heptaan

Nadere informatie

vraag A B C D Eventuele illustratie 1s 2, (2sp 2 ) 5, 2p x 1. Het aantal neutronen en electronen. De som van het aantal protonen en neutronen.

vraag A B C D Eventuele illustratie 1s 2, (2sp 2 ) 5, 2p x 1. Het aantal neutronen en electronen. De som van het aantal protonen en neutronen. kla ar vraag A B C D Eventuele illustratie 1 Vraag 1. Wat is de electronenconfiguratie van een zuurstof atoom in 2? 1 Vraag 10 Wat zegt het massagetal van een element (atoom)? 1 Vraag 11. atriumsulfaat

Nadere informatie

Aromatische chemie benzeen en benzeenderivaten

Aromatische chemie benzeen en benzeenderivaten 1. Inleiding Aromatische chemie benzeen en benzeenderivaten Benzeen heeft als formule C 6H 6. De zes koolstofatomen vormen een gesloten ring en elk koolstofatoom is gebonden aan één waterstofatoom. Het

Nadere informatie

Oefenopgaven Polymeerchemie

Oefenopgaven Polymeerchemie Oefenopgaven Polymeerchemie VWO ANTWOORDMODEL Haarkleuring (2004-I) Het juiste antwoord kan als volgt zijn genoteerd: structuurformule van serine juist structuurformule van asparaginezuur juist Wanneer

Nadere informatie

Voorronde Opgaven OPGAVE 1 OPGAVE 2. p CO2

Voorronde Opgaven OPGAVE 1 OPGAVE 2. p CO2 Voorronde 994 pgaven 9 februari 994 Deze voorronde bestaat uit 7 vragen De tijdsduur van de voorronde is maximaal 3 klokuren Benodigde hulpmiddelen: BINAS tabellenboek elektronisch rekenapparaat liniaal

Nadere informatie

Samenvattingen koolstofchemie

Samenvattingen koolstofchemie Samenvattingen koolstofchemie Algemeen Notaties Structuurformule: Een structuurformule is een getekende weergave van een molecuul waar alle verbindingen te zien zijn. Voorbeelden: 4.3C op bladzijde 134

Nadere informatie

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben

Nadere informatie

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? KAlSO4 KAl(SO4)2 K3Al(SO4)2

Nadere informatie

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? K3AlSO4 K3Al(SO4)2 KAl(SO4)2

Nadere informatie

Druivensuiker in zetmeel

Druivensuiker in zetmeel Druivensuiker in zetmeel 1. Onderzoeksvraag Hoe kan je aantonen dat druivensuiker te bekomen is uit zetmeel? 2. Voorbereiding a. Begrippen als achtergrond voor experiment Druivensuiker en zetmeel b. Materiaal

Nadere informatie

Hoe komt het dat de platen, waartussen een dunne laag water zit, bij elkaar blijven? Wat is de EN-waarde van een atoom?

Hoe komt het dat de platen, waartussen een dunne laag water zit, bij elkaar blijven? Wat is de EN-waarde van een atoom? Hoe komt het dat de schaatser enkel het wateroppervlak indrukt en niet kopje onder gaat? Hoe komt het dat de platen, waartussen een dunne laag water zit, bij elkaar blijven? Waarvoor staat de afkorting

Nadere informatie

6,5. Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april keer beoordeeld. Scheikunde

6,5. Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april keer beoordeeld. Scheikunde Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april 2011 6,5 34 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie H2 Koolstofchemie I 2.1. Koolstof In koolstofverbindingen komen vaak waterstof, zuurstof en

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Deel L: Vingerafdrukken

Deel L: Vingerafdrukken Deel L: Vingerafdrukken De volgende proeven behoren allemaal tot 1 soort onderzoek: het identificeren van vingerafdrukken. In principe werkt elke proef hetzelfde: we maken de vingerafdrukken van de daders

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Chemie: koolstofchemie 6/23/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Chemie: koolstofchemie 6/23/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Chemie: koolstofchemie 6/23/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Frank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden.

Frank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden. UITWERKING CCVS-TENTAMEN 29 november 2016 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

scheikunde oude stijl havo 2015-I

scheikunde oude stijl havo 2015-I Snelle auto's 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De molecuulformule C 7 H 12 voldoet niet aan de algemene formule voor alkanen: C n H 2n+2. Het mengsel bestaat dus niet uitsluitend

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt? Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.

Nadere informatie

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde

Nadere informatie

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel SE voorbeeldtoets 5AV antwoordmodel Stikstof Zwaar stikstofgas bestaat uit stikstofmoleculen waarin uitsluitend stikstofatomen voorkomen met massagetal 15. 2p 1 oeveel protonen en hoeveel neutronen bevat

Nadere informatie

Spel Organische stoffen. Spelbord:

Spel Organische stoffen. Spelbord: Spel Organische stoffen Spelbord: 1 Alkanen lossen niet op in 4 Van C5 ketens tot C18 ketens is de toestand bij kamertemperatuur vast. Fout Vloeibaar. 7 Bij een slechte verbranding van alkanen ontstaan

Nadere informatie

39 e Nationale Scheikundeolympiade

39 e Nationale Scheikundeolympiade 39 e Nationale Scheikundeolympiade Cosun Innovation Center Dinteloord THEORIETOETS opgaven dinsdag 12 juni 2018 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 34 deelvragen. Gebruik voor elke opgave

Nadere informatie

Uitwerkingen Bio-organische Chemie Werkcollege 1. 1. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen:

Uitwerkingen Bio-organische Chemie Werkcollege 1. 1. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen: Uitwerkingen Bio-organische hemie Werkcollege 1 1. oeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen: a. 39 K 19 c. 13 6 b. 32 S 16 d. 200 g 80 a. 19 protonen, 19 elektronen, 20 neutronen.

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de week van woensdag 10 april 013 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open opgaven met in

Nadere informatie

10.1 Gaschromatografie van geurstoffen dragergas detector hromatogram retentietijd oppervlakte

10.1 Gaschromatografie van geurstoffen dragergas detector hromatogram retentietijd oppervlakte 10.1 Gaschromatografie van geurstoffen Bij gaschromatografie verdeelt een stof zich over een mobiele fase, de gasstroom en een stationaire fase, de stof die stilstaat en waar het gas langs stroomt. Door

Nadere informatie

Koolstofdioxide1985-II(I)

Koolstofdioxide1985-II(I) EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1985, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Koolstofdioxide1985-II(I) Lucht bevat koolstofdioxide. Als lucht in water wordt geleid stelt zich onder andere het volgende evenwicht in: CO 2(g) CO

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Alcoholtest 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de werking van het enzym aldehydedehydrogenase wordt geblokkeerd. (misselijkheid betekent) aceetaldehyde wordt niet omgezet

Nadere informatie

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,

Nadere informatie

a) Teken molecuul I op het antwoordblad en omcirkel alle stereocentra.(5)

a) Teken molecuul I op het antwoordblad en omcirkel alle stereocentra.(5) Hertentamen Bio-organische Chemie (8RB19) Maandag, 30 juni, 2014, 14:00 17:00 (3 uur) Bij het begin van elke opgave staat het aantal punten dat te verdienen is en de geadviseerde tijdsbesteding. Er zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Organische stoffen

Hoofdstuk 3 Organische stoffen oofdstuk 3 Organische stoffen 3.1 Organische stoffen Organische stoffen bestaan uit moleculen die opgebouwd zijn uit één of meer koolstofatomen die onderling en/of aan andere atomen gebonden zijn door

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel N 1 N + N N en voor de pijl en N na de pijl 1 bij juiste formules voor en na de pijl: juiste coëfficiënten 1 Een voorbeeld van een juist energiediagram is: E 1 mol N -0,815. 10 5 J 1 mol

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

scheikunde vwo 2018-II

scheikunde vwo 2018-II aarverf aarverf moet hechten aan het haar, daarom is kennis van de moleculaire structuur van een haar belangrijk. De buitenkant van een haar bestaat uit schubben die de haar compleet bedekken. Aan het

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie