Handleiding voor knoopdoeken

Transcriptie

1 Veiligheid en practische tips Afhankelijk van welke methode van dragen u gebruikt hoeft een slapende baby niet wakker gemaakt te worden om het te kunnen neerleggen. Buig voorover, boven de plaats waar de baby zal komen te liggen, zover dat u de baby kan neerleggen. Beweeg de doek met de baby er in over uw hoofd. De baby ligt dan al op z n plaats. U kunt de rest van de doek als deken gebruiken. Terwijl u voorover buigt ondersteunt u de baby met beide handen en het is ook beter voor uw rug (niet alleen als u een baby draagt) om te buigen bij de knie, niet in uw middel. Oefen dat u bij onverwachte bewegingen automatisch een ondersteunde hand bij uw baby houdt en de doek nakijkt, of alles nog goed zit. Kijk en voel, regelmatig of uw baby nog goed in de doek zit of ligt. Wees voorzichtig bij uitstekende objecten of deurposten. Gebruik uw doek niet als u een tweewielvoertuig gebruikt en wees uiterst voorzichtig in openbare voertuigen. Loop dan nimmer als het voertuig in beweging is. In de auto is een doek onvoldoende, qua veiligheid, gebruik een autostoeltje of een ander daarvoor aangewezen veiligheidsmaatregel. Gebruik de doek niet bij plaatsen die hitte uitstralen, dus, wees voorzichtig in de keuken. Het advies is niet te koken of te strijken met de baby in de doek. Til ook geen hete dranken (zoals koffie of thee) over de doek. Maar het is heel fijn om samen met uw kindje in de doek een warme of koude (maar geen hete!) snack te eten! Draag uw kindje nooit onder een volkomen gesloten jas. Het hoofdje moet altijd vrij zijn, zodat uw baby vrijelijk frisse lucht kan ademen. Als u uw eigen jas gebruikt om op deze wijze u baby enigszins te beschermen tegen de koude, dient uw kindje op verantwoorde wijze gekleed te zijn. Behalve bescherming tegen koude of hitte (zon) van het hoofdje, dient u kindje niet te koud, noch te warm worden gekleed. Een baby onder een winterjas, met een winterjas aan, krijgt het zeer snel veel te heet. Als u de doek over u jas heen gebruikt dient de baby zijn gekleed voor het weer wat buiten is. Buig uw kindjes beentjes niet en/of breng ze onder druk zoals buigen in de knietjes in de jas, zonder dat de baby ze kan bewegen. Teveel buigen kan de bloedcirculatie stoppen en dit kan tot problemen leiden. Draag er zorg voor dat het kinnetje van uw kindje niet tegen de borst is, met het hoofdje voorover gebogen, omdat dit ademhalingsmoeilijkheden kan veroorzaken. De luchtwegen van de baby moeten altijd vrij zijn en nimmer tegen iets zachts aan, of dat nou beddegoed is, of een warme ouder, of wat dan ook dat invloed kan hebben op de ademhaling van de baby. Neem uw tijd bij het wennen aan de doek. Maak er een gezellige tijd van, zodat u beiden kunt genieten van het op deze manier samen delen van uw leven. Uw doek kan voor uw baby een huis, weg van huis zijn - en vaak ook in uw huis! Copyright BEGINNINGS reproductie in welke vorm dan ook is verboden pagina 20 Handleiding voor knoopdoeken Deze handleiding bevat belangrijke informatie welke nodig is voor het gebruik van een knoopdoek. Leest u het alstublieft geheel door. De tekeningen laten zien hoe de drager dient te worden gebruikt en zijn een belangrijk onderdeel van deze handleiding. Het gebruik van een babydrager is uitsluitend de verantwoording van degene die de drager gebruikt ongeacht of de drager al dan niet als drager voor een baby of anderszins wordt gebruikt. Leest u alstublieft tevens de aantekeningen inzake veiligheid op de achterzijde van deze handleiding. Het is aan te bevelen dat iemand u helpt, zeker als u de knopen en de manier van omdoen van dragers nog niet onder de knie heeft. U kunt in een spiegel kijken hoe de diverse posities er uit zien en of e.e.a. goed zit. Posities - een overzicht De wieg of hangmat positie kan in principe vanaf de eerste dag worden gebruikt (naar eigen inzicht). De baby rechtop dragen, naar u toe kijkend, kan wanneer de baby het niet onprettig meer vindt de beentjes om u heen te doen. Voor de draagmethodes op de rug is het minimal nodig dat de baby een goede controle over het hoofdje en voldoende spierspanning heeft. Dit kan vanaf 3 tot 4 maanden zijn, maar ook wel wat later. De knoop De knoop in deze tekening is de knoop welke voor elke positie wordt gebruikt. Gebruikt u alstublieft geen enkele andere knoop omdat deze knoop het veiligst is. Wanneer beide lussen van de knoop op een andere manier in elkaar gaan dan is de knoop niet veilig en kan de stof gaan glijden. Het is desondanks toch nodig om af en toe te checken of de knoop nog op dezelfde plaats is. Als u de knoop heft gemaakt, trekt u er dan aan om te zien of het goed en stevig vast zit. Het is belangrijk dat de knoop zodanig wordt gemaakt dat er ruim voldoende stof over is (in de tekening, de losse einden zijn boven de knoop weergegeven), ander is er waarschijnlijk onvoldoende ruimte voor een goede grip voor de knoop. In deze handleiding de knoop is altijd op de rug weergeven, het is echter ook mogelijk de knoop aan de voorzijde te maken, net onder de schouder. Verzekert u zich ter alle tijde van dat uw baby veilig is in de draagdoek. pagina 1

2 1. Vouw de draagdoek in de lengte dubbel met beide lengtes even lang. Leg de doek over een van uw schouders met de vouw in uw nek. In de tekening is dit de rechter schouder, u kunt echter ook de doek over uw linker schouder leggen. Als u dit doet moeten de aanwijzingen in spiegelbeeld worden uitgevoerd. 2. Maak een knoop in de doek ter hoogte van uw linker heupbot (als uw doek op de rechter schouder ligt). Welke hoogte dit precies dient te zijn hangt van uw bouw af maar meestal is dit aan de bovenzijde van het heupbot. 3. Beweeg de knoop naar uw rug, in een positie waar deze het meest comfortabele zit. In de tekening is dit net onder uw ribben, het kan ook wat hoger zijn. 4. Reik tussen de doek en uw lichaam en trek de zijkant van de doek aan die zijde naar boven. 5. Als u dan de doek spreidt en het midden, de vouw, naar beneden duwt, maakt u de vorm van een hangmat die als zodanig bijna klaar is om een baby in te leggen. Terwijl u dit doek mag de doek ter hoogte van uw schouder niet van positie veranderen: de vouw in uw nek en beide zijkanten op elkaar op uw bovenarm, de doek dubbelgevouwen gespreid. 6. Til uw baby vrij hoog op uw vrije (in de tekeningen de linker) schouder. Houdt uw baby daar goed vast met uw vrije (linker) arm en hand. Breng met uw andere hand de buitenste zijde van de doek voor u naar boven en dan, in een beweging zoals in de volgende tekening, 7. brengt u de doek naar boven, boven uw baby s hoofd. 8. Geef dit stukje doek dan door aan uw andere hand, welke uw baby ondersteunt, zodanig dat de stof tussen uw hand en uw baby s hoofd is. Houdt uw baby ten allen tijde voldoende ondersteund. Nu het materiaal op z n plek zit, ondersteunt u uw baby bij het hoofdje en met de andere hand (de rechter, in dit geval) ondersteunt u de billetjes van de baby. 9. Terwijl u beide handen op deze posities houdt, maakt u de beweging welke u zou maken als u uw baby zou neerleggen. Maak een geleidelijke beweging met uw bovenlichaam (terwijl u uw baby tegen uw bovenlichaam houdt) naar beneden, zodat de kans op een schrikbeweging van uw baby minimaliseert. 10. Uw baby voelt dus uw lichaam aan zijn of haar voorkant, en uw handen over het hoofdje/lijfje en billetjes. Ga ongeveer tot halverwege naar voren en laat dan langzaam uw baby wat meer naar beneden zakken, in de doek. Als de baby in de doek ligt, zijn de beentjes iets gebogen bij de knietjes en gekruisd onder de knietjes. 11. Als deze beweging is gemaakt ligt uw baby in de doek, nog steeds ondersteund door uw vrije (linker) arm. Dit is nog steeds noodzakelijk omdat de draagpositie nog niet geheel is voltooid: kijk of beide zijkanten van de doek boven de baby zijn, hoger dan de baby (baby voldoende omhuld door de doek). Als dit niet zo is, trek een of twee zijkanten iets naar boven terwijl u de baby nog steeds goed vast houdt. 12. Reik op uw schouder als in de tekeningen en neem het bovenste stuk stof vast en beweeg dit naar uw nek. (het onderste deel blijft op uw schouder/bovenarm). Speel hier een beetje mee, kijk wat het prettigst zit. (12) Terwijl u de doek gebruikt kunt u hier aanpassingen in maken. Als u gewent bent uw baby op deze manier te dragen kunt u ook kijken hoe u de baby iets meer kan laten zitten, of juist liggen, en de stof/de doek enigszins kunt aanpassen om deze posities voldoende te ondersteunen. pagina 2 Fig. 1a Fig. 1b Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 Fig. 5 Fig. 6 Fig. 7 pagina 19

3 GEEN KNOOP Dit is een draagmethode welke u kan helpen met het dragen van uw kindje in door de verdeling van het gewicht van uw kindje over uw lichaam in plaats van in uw armen. Deze manier van dragen is alleen bruikbaar als u de arm, bij de heup waarop uw kindje zit, gebruikt om de baby veilig tegen u aan te houden. Deze manier van gebruiken van een draagdoek werkt zonder knoop en uiteraard raakt de stof dan af en toe losser: de draagdoek geeft alleen ontlasting van het gewicht maar in zichzelf houdt het de baby niet vast. U heeft stof nodig, dat sterk genoeg is om uw kindje te tillen. De breedte van de stof is minimaal 70 cm, en de lengte is minimaal 2 meter. 1. 1a en b: Om te beginnen neemt u de doek over een of beide schouders. Methode a is prettiger voor uw nek belasting, methode b kan handiger zijn voor een korte en snelle draagperiode. Beide uiteinden dienen even lang te zijn, gerekend vanaf de heup welke u gaat gebruiken om te dragen. Dit is ofwel de heup tegenover de schouder die draagt, ofwel een van beide heupen. Vanaf nu neem ik voor het gemak aan dat u 1a zult gebruiken als aanvangspositie. 2. Til uw kindje hoog op de heup tegenover de schouder met de doek. Vanaf hier gebruik ik links en rechts, uiteraard kan alles worden uitgevoerd in spiegelbeeld, als u met de andere schouder begint. 3. Terwijl u uw kindje met de rechter arm tilt en tegen u aan houdt, neemt u het materiaal dat ofwel over uw rug hangt, ofwel over de andere schouder ligt vast. Trek dit materiaal over het beentje van het kindje dat achter u is, onder de billetjes door, tussen uzelf en het voorste beentje van uw baby. De stof moet dus tussen de rechter arm van de baby en het lichaampje door gaan, gespreid worden over de billetjes en strak getrokken onder het voorste beentje door, en tussen u en het kindje in. Als de stof over beide schouders is, komt de stof hoger over uw kindje s rug. Deze eerste beweging maakt alvast een soort zitje voor uw kindje - de stof moet zoveel mogelijk worden gespreid, en echt strak zitten. Het zitje helpt u kindje rechtop te blijven zitten. 4. Vervolgens neemt u het gewicht van uw kindje weer over met uw linker arm en gebruikt u uw rechter hand om het materiaal zo strak mogelijk te trekken, terwijl u uw kindje enigszins optilt en iets opzij en achterover leunt om iets van het gewicht over te nemen. Deze beweging zal er voor zorgen dan de stof hoger komt tussen het voorste beentje van uw kindje en u zelf. Maar trekt u de doek niet zo strak als een touw: het zitje als genoemd moet op z n plaats blijven zitten. 5. Gebruik nu deze hand om het vrij hangende voorste stuk van de doek, op identieke wijze als bij de vorige beweging over het kindje heen: onder het armpje van uw kindje (aan uw voorzijde), over het voorste beentje heen, en tussen de beentjes door en onder het achterste beentje naar achteren. Spreid wederom het materiaal om een tweede zitje te maken, gedeeltelijk over het eerste zitje. Trek strak. 6. Gebruik wederom uw rechter arm om uw kindje tegen u aan vast te houden terwijl u enigszins opzij/achterover leunt en aan het materiaal trekt met uw linker hand. Beide zitjes moeten op hun plaats blijven zitten. 7. Deze tekening laat zien hoe het zitje er uit ziet. Als het goed is gedaan (stevig, strak maar wel gespreid) kan het het gewicht van uw kindje dragen, dat is ook de bedoeling, maar houd altijd uw kindje ook vast, zodat als het glijdt, u uw kindje nog stevig vast hebt en het niet weg kan glijden. Als het strak genoeg zit, houdt het materiaal zich zelf vast omdat het niet tegelijkertijd twee kanten op kan glijden. Het gewicht van het kindje houdt dit op z n plaats, alleen is het wel zo dat uw beweging en/of dat van het kindje, uit maakt of het voldoende is om het gewicht van het kindje te dragen. Het kan dus vrij makkelijk wat losser gaan zitten, uiteindelijk is er geen knoop om de doek op z n plaats te houden! pagina 18 Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig 4 Fig. 5 Fig. 6 Fig. 7 Fig. 8 Fig. 9 Fig. 10 Fig. 11 Fig. 12 pagina 3

4 1. Vouw de draagdoek in de lengte dubbel met beide lengtes even lang en leg hem over een schouder. In de tekening is dit de rechter schouder, u kunt echter ook de doek over uw linker schouder leggen. Als u dit doet moeten de aanwijzingen in spiegelbeeld worden uitgevoerd. 2. Maak een knoop in de doek ter hoogte van uw linker heupbot (als uw doek op de rechter schouder ligt). Welke hoogte dit precies dient te zijn hangt van uw bouw af maar meestal is dit aan de bovenzijde van het heupbot. 3. Doe de doek af en leg hem op een tafel die ongeveer de hoogte van een eettafel dient te hebben. Leg de doek zodanig neer dat, stel dat er geen knoop in zou zitten, het ene eind aan de linkerkant ligt en het andere eind aan de rechterkant. De stof ligt dan plat, de knoop moet aan de linkerkant zijn. In tekening 3 wordt weergegeven hoe het er zou uitzien zonder knoop en 4. in tekening 4, met de knoop. Dan legt u de baby in de doek, verticaal, net als in de tekeningen. 5. Til een deel van de doek op, met de knoop, naar til NIET de gehele doek van de tafel. De baby is er in en dat zou niet veilig zijn, de baby moet nog op de tafel liggen, nu in de doek. 6. Duik in de doek, door voorover te buigen. Het deel van de doek welke u net heeft opgetild (met de knoop) komt dan over uw hoofd heen op uw rechter schouder. 7. Ga weer langzaam recht staan terwijl u de doek mee tilt van de tafel, zodat uw baby in de doek, nu in uw armen rust. 8. Beweeg de knoop op uw rug zodat deze het lekkerst zit, terwijl u nog steeds de doek met uw baby er in vast houdt. Overtuigt u zich er van dat dat alles goed zit, de baby goed en comfortabel in de doek rust. 9. Optioneel: draai het materiaal eenmaal, op uw schouder. Dit kan helpen met het gewicht. 10. Nu is de doek klaar. 11. Mocht u de doek knopen met langer materiaal dan heft u lange uiteinden over, die dienen te worden weggestopt omdat ze anders in de weg zouden kunnen zitten (o.a. met lopen). 12. Breng de uiteinden naar voren vanaf de knoop op uw rug, zoals is weergegeven in de tekening. 13. U kunt op schouderhoogte een knoop maken, en als de uiteinden dan voldoende zijn ingekort kunt u ze laten hangen. Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig 4 Fig. 5 Fig. 6 Fig. 7 Fig. 8 Fig. 9 Fig. 10 Fig. 11 pagina 4 pagina 17

5 1. Doe de doek over een van uw schouders, aan de voorkant moet deze 50cm langer dan het uiteinde over uw rug. In de tekeningen is dit over de linker schouder, u kunt ook uw rechterschouder gebruiken. Dan moeten alle aanwijzingen in spiegelbeeld worden uitgevoerd. 2. Pak achter uw rug, met uw rechter hand de doek die over uw schouder naar beneden hangt. Houd dit stuk vast en leg met uw andere hand het stuk doek dat voor u hangt hier over heen. U vormt hier mee een kruis welke iets hoger dan ter hoogte van uw midden is, de beide uiteinden moeten noch slap, noch strak aangetrokken zijn. 3. Leg het uiteinde dat u met uw rechter hand vast houdt over uw schouder. Met dit uiteinde wordt aldus een lus gevormd op u rug terwijl het andere uiteinde daar overheen hangt. 4. Neem met uw linker hand het losse stuk dat op uw rug hangt en haal deze naar voren, langs uw middel aan uw linkerzijde. 5. Dit is zoals het uitziet aan de voorzijde, wanneer u deze beweging maakt. 6. Dit is hoe het er uitziet op uw rug, als het tot zover klaar is. 7. Maak een knoop aan uw zijkant ter hoogte van uw linker heup. Laat het materiaal iets van uw schouder glijden over de bovenkant van uw arm, om ruimte te maken in de doek voor de baby of peuter. 8. Met de knoop op z n plaats. 9. Til uw baby hoog op uw rechter schouder (op een veilige manier) en laat zijn of haar rechter been tussen de doek en uzelf glijden, onder het stuk stof dat over uw linkerschouder ligt. 10. Beweeg uw baby naar uw andere schouder, terwijl u het linker beentje onder het stuk stof laat glijden wat over uw rechter schouder is. U baby is nu in de doek, maar zit nog niet goed er in en is nog niet ondersteunt omdat op dit moment de kruising van de stof aan uw voorzijde onder zijn of haar billetjes is. 11. Gebruik beide handen om de baby op z n plaats te brengen terwijl u het kindje ten allen tijde goed ondersteunend vast houdt. Spreid de stof wijd over uw baby s billetjes (beide banden), bovenbeentjes tot in de knieholtes zodat de beentjes niet bungelen. Beide banden van de doek gaan, in principe vanzelf doordat u het spreidt, hoog over de rug. De beide armpjes van uw kindje dienen achter (onder) de banden van de doek te blijven van de stof die over de corresponderende schouders gaat. Ze kunnen daar wel uit, als uw baby dan nog steeds goed in de doek zit en er niet uit kan vallen. Houdt u een hand vrij om het kindje te ondersteunen. Voel en kijk af en toe of het materiaal nog voldoende gespreid is onder de billetjes en over de rug van de baby en dat de baby niet kan glijden. In eerste instantie kan de stof wat rekken, bijvoorbeeld nadat de doek is gewassen. Maar als dit is gebeurd is het niet nodig om de knoop altijd uit de doek te halen als u de doek af doet. Deze draagwijze is voor de meeste mensen het meest comfortabel naarmate het kruis lager over de rug zit. pagina 16 Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 Fig. 5 Fig. 6 Fig. 7 Fig. 8 Fig. 9 Fig. 10 Fig. 11 Fig. 12 Fig. 13 pagina 5

6 Een alternatieve beschrijving:: 1. Vouw de draagdoek in de lengte dubbel met beide lengtes even lang en leg hem over een schouder. In de tekening is dit de rechter schouder, u kunt echter ook de doek over uw linker schouder leggen. Als u dit doet moeten de aanwijzingen in spiegelbeeld worden uitgevoerd. Maak een knoop ter hoogte van uw heup. 2. Schuif de knoop naar uw rug en over uw rug naar een comfortabele positie, ongeveer ter hoogte van uw nieren. Neem beide kanten van de stof welke voor u hangt en duw het midden naar beneden zo dat de stof een soort hangmatje vormt. 3. Neem uw baby op en leg hem of haar tegen uw vrije schouder. Laat de baby heel voorzichtig en langzaam in de open draagdoek zakken, in het gevormde hangmatje, met de billetjes eerst. U houdt met een hand de baby op een veilig manier tegen u aan, met de andere hand opent u de draagdoek, voldoende zodat de baby er in kan. 4. Laat de baby langzaam zakken, zodat de baby niet van de beweging schrikt. Net voordat u de volgende beweging maakt (het doel is uiteindelijk dat de baby in de draagdoek ligt) overtuigt u zich er van dat de baby aan beide zijkanten, aan het hoofd en voeteneinde, is omhuld door de draagdoek. Beide zijkanten van de doek (hangmat) moeten zich ruim boven de baby bevinden maar mogen niet (slap) op de baby rusten. 5. Als het nodig is dat de doek een beetje kleiner valt, of wanneer u de volgende positie prettiger vind dragen, kunt u de draagdoek over uw schouder omdraaien, min of meer binnenstebuiten, zodat de draagdoek nog steeds over uw schouder is gespreid maar het materiaal een overslag heeft gemaakt. (Zie de laatste tekening van de heup draag methode.) Alternatieven: In deze tekeningen is het hoofdje van de baby aan de zijde van de vrije heup. Het is ook mogelijk, (en dit is vrij gebruikelijk) het hoofdje aan de andere kant te dragen, aan de zijde van de schouder die de doek draagt. De baby kan dan soms ook een beetje naar buiten kijken. Fig. 1 Fig. 5a Fig. 2 Fig. 5b Fig. 3 Fig 4 Fig. 6 Fig. 7 Fig. 8a Fig. 8b pagina 6 pagina 15

7 Baby op de rug - deze methode van het knopen van een draagdoek dient met hulp te gebeuren, zeker als het nieuw voor uw is, en de eerste tijd. U kunt niet zien wat er met uw baby op uw rug gebeurt, alleen maar voelen, in tegenstelling tot de andere manieren van dragen (voor u, of op uw heup). Over het algemeen wordt geconstateerd dat het dragen op de rug lichter is dan voor u of op de heup, en het is makkelijker werkjes uit te voeren. De doek die moet worden gebruikt moet minstens 3.20 m lang zijn voor een medium lengte vrouw, gemeten zonder eventuele franje. Langer kan nodig zijn en is altijd mogelijk, korter over het algemeen niet maar dat is uiteraard ook afhankelijk van de lengte van de persoon die de doek gebruikt. Als u uw eigen stof koopt, bedenk dan wel dat lang niet alle stof geschikt is voor een draagdoek. Wij hebben de lange Perrajas en een aantal andere lange doeken die geschikt zijn voor het dragen op deze manier 1. Plaats een voet op een laag stoeltje en plaats uw kindje (goed vast gehouden!)op die knie. In de tekeningen is dit uw linker knie, u kunt ook uw rechterknie gebruiken, dan moeten alle aanwijzingen in spiegelbeeld worden uitgevoerd. 2. Leg de doek over de schouders en rug van uw kindje, als in het plaatje. De stof aan uw linker kant kan tot op de grond hangen, de stof aan de rechterkant moet veel langer zijn. Houdt uw kindje goed bij de bovenarmen vast, terwijl u de stof daar ook vast houdt. 3. Kruis uw armen: de tekening volgend, kruist u uw rechter arm over de linker terwijl u uw kindje goed vast houdt in de doek. Om de volgende beweging te kunnen uitvoeren moet u uw kindje aan de bovenarmen vasthouden, in de oksels, stevig en zodat het kindje niet wiebelt. 4. De volgende beweging plaatst het kindje op uw rug. De bewegingen die maakt moeten vrij langzaam zijn, en het is een heel goed idee om hulp te hebben hier mee. Lees eerst het volgende stukje door, want alle aanwijzingen dienen tegelijk te gebeuren. Terwijl u uw kindje op uw rug tilt moet u zich naar voren buigen, zodat wanneer het kindje op uw rug is, het daar kan liggen (goed vastgehouden) en uw rug het gewicht tilt. Eerst, tilt u uw baby van uw knie af (vasthoudend zoals bij 3. reeds beschreven). Houdt wat afstand tussen uzelf en uw kindje. Til uw baby hoger, boven/over uw linker arm. Terwijl u dit doet zult u als vanzelf uw armen niet meer kruisen (zie tekening). Uw beweging tilt uw kindje naar de rug, dus over de linker arm. Als uw kindje achter u is, houdt het veilig vast terwijl u uw kindje naar het midden op uw rug brengt, op schouderhoogte. 5. U bent naar voren gebogen, als op de tekeningen: 5a is als voorbeeld stel dat er geen doek omheen zou zitten en 5b is met de doek er omheen. Terwijl u deze til beweging maakt, kan er een stukje stof onder de baby raken. Als dit gebeurt moet u dat weer weghalen, wat niet zo makkelijk is, dus het is beter dat u er voor zorgt dat de stof niet tussen u en de baby komt. De stof moet zowel hoog over uw baby s rug zitten als goed onder de billetjes en de bovenbeentjes door. De stof dient ook over uw schouders te hangen. U kunt overwegen deze en de komende bewegingen, en het goed doen van de doek, uit te voeren terwijl u op uw knieen op uw bed zit, en het liefst ook met hulp van een derde persoon. 6. Laat zien hoe het er aan de voorkant uit ziet. Het kortere einde van de stof dient over uw rechter schouder tezitten, het langere einde over uw linker. Om het kindje vast te houden dient u nog steeds voorover gebogen te staan en beide uiteinden van de doek vast te houden, waardoor uw baby met de doek op uw rug stevig wordt vast gehouden, en dichter naar u toe wordt getrokken. Het verdient echt aanbeveling hier hulp bij te hebben omdat deze persoon er voor kan zorgen dat op uw rug alles veilig gebeurt. Hier wordt weergegeven hoe het korte uiteinde in een hand wordt gehouden en het lange einde klaar is om weer over uw rug te gaan. Dit is wederom een vrij moeilijke beweging (hulp!). Sommige mensen houden het korte einde in hun mond vast zodat beide handen vrij zijn zodat de baby kan worden vastgehouden terwijl het lange uiteinde over de rug wordt gedaan. Veel, maar niet alle, baby s liggen stil op de rug, wat uiteraard helpt. 7. Vervolgens brengt u het lange einde van het materiaal om u heen, onderlangs uw rechter arm, over uw rug en uw kindje s knietjes, en weer naar voren. De doek moet zodanig zitten dan het gewicht van uw kindje langs de rug, en ruim over de billetjes is vastgehouden met het eerste stuk van de stof dat gespreid over de baby heen ging, terwijl de tweede maal over de rug meer ondersteuning biedt. Draag er zorg voor dat de doek niet in de knietjes knelt. Tenslotte maakt u de doek vast met de knoop. 8. Dit is hoe het er uit dient te zien met uw kindje op uw rug. pagina 14 pagina 7

8 Voor deze methode moet uw kind rechtop kunnen zitten zonder of met een heel klein beetje hulp. Als u deze methode uitprobeert en uw baby is nog wat wiebelig in de doek, kunt u proberen zijn of haar voetje achter u in de doek te stoppen (kan de baby zichzelf wat makkelijker rechtop houden) 1. Vouw de draagdoek in de lengte dubbel met beide lengtes even lang en leg hem over een schouder. In de tekening is dit de rechter schouder, u kunt echter ook de doek over uw linker schouder leggen. Als u dit doet moeten de aanwijzingen in spiegelbeeld worden uitgevoerd. 2. Maak een knoop in de doek ter hoogte van uw linker heupbot (als uw doek op de rechter schouder ligt). Welke hoogte dit precies dient te zijn hangt van uw bouw af maar meestal is dit aan de bovenzijde van het heupbot. 3. Beweeg de knoop naar uw rug, in een positie waar deze het meest comfortabele zit. In de tekening is dit net onder uw ribben, het kan ook wat hoger zijn. 4. Til de baby op uw linker schouder. Gebruik uw hoofd voor extra ondersteuning, als u voelt dat dit nodig is. 5. Terwijl u de baby met uw linker arm vast houdt, reikt u onder de doek door met uw rechter arm (zie de plaatjes) en neem de beide voetjes van de baby in deze hand. Een ouder kindje moet misschien op dit punt een beetje helpen door de knietjes omhoog te trekken. Hoe groter het kind, hoe hoger het op uw schouder moet rusten om in de doek te kunnen. Dat betekent echter ook dat u in de gaten moet houden dat uw evenwicht niet verliest of de baby te hoog komt. In de praktijk is dit minder moeilijk dan het klinkt, gelukkig. Als een alternatief kan het kindje, als het dan al wat ouder is, ook voor u staan. Terwijl u op uw hurken gaat zitten doet u de doek over het hoofdje van uw kind naar beneden, en vervolgens tilt u uw kind in de doek op uw heup. 6. Plaats uw kind op uw heup, in de doek, als in de tekening. U moet invoelen hoe u uw kindje precies moet ondersteunen met uw linker arm Ik heb mijn arm om het kind, ondersteunend en tegen me aan duwend terwijl ik het gewicht op mijn arm heb, net zoals ik doe als ik geen draagdoek om heb en het kindje op mijn heup meedraag. U kunt een beetje naar achteren/opzij leunen om het gewicht te ondersteunen. De meeste mensen ontwikkelen na een poosje hun eigen manier om dit te doen. 7. Als het nodig is de knoop naar een andere plaats op uw rug te bewegen. Til de baby een beetje op en houd hem of haar tegen u aan, dat is dus in de doek maar de baby zit nog steeds niet met het gewicht op de doek op dat moment. Met uw andere hand kunt u dan de doek naar boven en beneden bewegen. pagina 8 pagina 13

9 1. Hang de stof voor u. Het midden van de stof is midden voor u, de beide kanten gaan dan over uw schouder naar uw rug. 2. Houd de baby voor u, tussen uw lichaam en de stof. De baby moet schrijlings zitten, met de beentjes links en rechts van u. 3. Terwijl u de baby veilig vast houdt met een van armen en handen, kunt u de andere hand gebruiken om de stof achter uw baby goed te doen. De bovenkant van de stof gaat hoog over uw baby s rug tot het hoofdje (iets lager voor de oudere baby) en de onderkant moet onder de baby gaan, over de billetjes tot en met de knieholtes. Zo is dus de hele rug van uw baby tot aan de knieholtes bedekt met de stof. De stof mag niet los zitten, of enigerwijze gevouwen. Om veiligheidsredenen moet de stof zelfs nogal strak zitten. 4. Terwijl u dit doet hangt de rest van de stof achter uw rug, recht over uw schouders. Dit kan recht blijven, het is vaak prettiger om een overslag te maken over uw schouders: dit geeft meer ondersteuning. De overslag maakt u door de zijkant van de stof die onder uw baby s billetjes doorgaat, in uw nek te plaatsen en de zijkant die bovenaan de rug zit, aan de kant van uw armen, over uw schouders (zie het plaatje). 5. Leun een beetje achterover, terwijl u uw baby goed ondersteunt en een arm en hand, en kruis met de andere hand op uw rug, beide einden van de stof over elkaar. Geef een uiteinde door aan de hand welke uw baby ondersteunt. Neem het ondersteunen van de baby en de stof, over met uw andere hand en doe nogmaals hetzelfde (in spiegelbeeld). Nu zijn beide uiteinden van de stof, in uw hand onder de billetjes van de baby. 6. Terwijl u uw baby veilig blijft vasthouden in de doek, en de uiteinden van de doek in die hand houdt, trek de stof beetje bij beetje strak over uw rug (als u het een paar keer hebt gedaan, zal dit sneller gaan!) zodat de drager strakker gaat zitten over uw schouders en over uw rug, en over de baby uiteraard. Hou goed in de gaten dat de baby te allen tijde veilig is. 7. Tenslotte kunt u de knoop maken in beide uiteinden, onder uw baby s billetjes. Als er genoeg stof is kunt u de stof daar ook kruisen en de knoop op uw rug maken. Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 Fig. 5 Fig. 6 Fig. 7 pagina 12 pagina 9

10 8. Gebruik uw linker hand om de stof die het laagst zit (het meest dichtbij uw heup) naar en in de knieholtes van de baby te trekken. Terwijl uw hand daar nog is, en extra ondersteuning geeft terwijl deze hand de stof daar ook vast houdt, beweegt u met een enkele beweging uw andere hand naar boven en uit de doek, de baby zakt dan in de doek. Met deze hand neemt u ook meteen de stof mee naar boven, over uw baby s rug. 9. Hetzelfde, nu met alles in positie. 10. Til nogmaals uw kindje een beetje omhoog, maar nu met uw arm buiten de doek. Er rust dan dus geen gewicht op uw andere schouder. Dit is nodig om de stof op uw schouder te kunnen aanpassen. 11. Maak een overslag op uw schouder. Dit is een optie, het hoeft niet echt. Het voordeel is dat het doek wat strakker maakt rond u en de baby (vooral de bovenzijde van de doek) en dan zit uw baby wat steviger. Het is ook zo, hoe dichterbij de baby zit, hoe lichter het gewicht aanvoelt. Om de overslag te maken neemt u alle materiaal op uw schouder en beweeg dit naar uw nek. Neem dan de stof en de rand van de stof vast welke het dichtst in uw nek ligt. 12. Trek deze kant van de stof over de rest van de stof (wat bovenop uw schouder blijft liggen). De stof zit dan strak over uw schouder, met het punt waar de stof kruist voor en achter u onder de schouder. U kunt de vouwen in de stof aanpassen terwijl u de doek gebruikt. Laat de doek langzaam het gewicht van uw kindje weer overnemen (zit het nog goed in de knietjes van de baby?) terwijl u uw linker arm weg haalt. Fig. 8 Fig. 9 Fig. 10 Fig. 11 Fig. 12 Fig. 13 pagina 10 pagina 11