Stageboekje 3 e klas Bladzijde 1

Transcriptie

1 Stageboekje 3 e klas Bladzijde 1

2 Inhoud bladzijde Doelstelling 3 Tijdsduur van de stage 3 Verzekering 3 Absentie 3 Begeleiding 3 Beoordeling 3 Gedrag 4 Mijn stageplek 5 Mijn stagebezoeker 6 Afspraken tijdens het kennismakingsgesprek 7 Opdrachten en dagverslagen 8 Dagverslagen 9 Maandag 10 april 15 Dinsdag 11 april 18 Woensdag 12 april 20 Donderdag 13 april 23 Vrijdag 14 april 27 Dinsdag 18 april 28 Woensdag 19 april 29 Donderdag 20 april 37 Vrijdag 21 april 38 Check! 39 Zelfbeoordeling 40 Beoordeling stage 42 Suggesties 43 Beoordeling stageverslag door docenten van school 44 Opdrachten na de stage Data: twee aaneengesloten weken: maandag t/m vrijdag en dinsdag t/m vrijdag Maandag 10 t/m vrijdag 14 april 2017 Dinsdag 18 t/m vrijdag 21 april 2017 Van der Meij College Gravin Jacobastraat DS Alkmaar tel.: Stagecoördinator: Mailadres: Stageboekje 3 e klas Bladzijde 2

3 Doelstelling Het doel van de oriëntatieperiode is: Het oriënteren op de latere beroepsuitoefening. Het kennismaken en zo mogelijk enige ervaring opdoen met beroep specifieke vaardigheden. Het oriënteren op de gewenste beroepshouding. Het oriënteren op een vervolgopleiding. Tijdsduur van de stage De stageperiode is twee aaneengesloten weken. Je overlegt met het stage bedrijf hoe je werktijden zijn. Maar je moet totaal over 2 weken gerekend 54 uur werken, de pauzes niet meegerekend. Bij je kennismakingsbezoek bespreek je met je begeleider in het bedrijf op welke dagen en tijden je werkt. Samen vul je het aanwezigheidsformulier in, dat getekend wordt door de begeleider van het bedrijf, jij zelf, je ouders en de school. Verzekering De werkoriëntatie is een leerperiode, je blijft leerling van de school. Je ontvangt geen vergoeding voor je activiteiten en je bent via school verzekerd, mits de contracten getekend zijn. Absentie Kun je niet komen? Bel op, zodra het bedrijf waar je werkt open is en bel om 8.00 uur naar de school. Een simpel telefoontje bij onverwachte afwezigheid laat zien dat je je verantwoordelijk voelt voor je werk. Zo kan het bedrijf maatregelen nemen om je afwezigheid op te vangen. Bij ziekte of (gedeeltelijk) verzuim op de stagedagen worden deze uren/dagen ingehaald op een later tijdstip. (inhalen doe je in je eigen tijd!!) Afspraken bij de dokter of de tandarts moeten buiten de stagetijd vallen. Begeleiding Voor en tijdens de werkoriëntatie word je begeleid door je stagedocent. Mochten zich problemen voordoen, neem dan contact op met deze docent zodat er tijdig naar een oplossing gezocht kan worden. Ook in het bedrijf zal er iemand zijn die je begeleidt en bij wie je terecht kunt met je vragen. Vraag bij het kennismakingsgesprek wie dat zal zijn. Beoordeling Aan het eind van iedere dag vul je de bijbehorende vragen in. Tevens wordt aan het eind van elke stagedag het aanwezigheidsschema afgetekend door de stagebegeleider van het bedrijf. Deze zal aan het eind van de stageperiode de beoordelingslijst samen met jou invullen. Je wordt tijdens de stage door één van de stagedocenten bezocht. Gebruik in je verslag geen namen i.v.m. de privacy. Verspreid ook geen informatie over je stage via de sociale media. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 3

4 Gedrag Tijdens je stage is het belangrijk om jezelf goed te presenteren. Let er vooral op dat je een plezierige houding hebt, interesse toont voor wat je doet en iedereen in je omgeving vriendelijk en respectvol behandelt. Er wordt verwacht dat je de regels van het bedrijf in acht neemt en instructies opvolgt die bij je werk horen. Als je iets niet weet: stel vragen. Je toont zo belangstelling en vragen stellen voorkomt fouten. Je zult merken dat de meeste mensen je graag willen helpen. De eerste indruk Zorg dat je er verzorgd uitziet! Geen kauwgom in je mond. Kleding en schoeisel Maak afspraken met het stage bedrijf welke kleding je kunt dragen. Lichaamshouding Sta, loop en zit rechtop. Zo maak je een actieve indruk. Zorg voor voldoende nachtrust zodat je je fit voelt. Instelling en houding ten opzichte van je werk Wees beleefd. Groet bij aankomst en vertrek. Spreek met twee woorden. Noem collega s alleen bij de voornaam als zij er zelf om vragen. Bedank iemand die je een dienst bewijst. Wees stipt Kom op tijd en vertrek niet te vroeg. Laat je werk niet zo maar in de steek, maak af waar je mee bezig bent. Houd je aan de gemaakte afspraken. Toon initiatief Doe karweitjes zoals rechtzetten, opruimen enz. uit jezelf. Vraag of je bepaalde werkzaamheden mag zien, doen of leren. Wees eerlijk Als je iets bent vergeten, of een fout hebt gemaakt, draai er dan niet omheen maar zeg het en bied je verontschuldigingen aan. Een fout kan iedereen overkomen. Als je iets breekt, zeg het dan ook direct. Afscheid Vergeet niet de laatste stagedag je stagebegeleider heel hartelijk te bedanken voor alles wat hij voor jou heeft gedaan. MAAK VAN DEZE STAGE EEN LEERZAME PERIODE. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 4

5 Mijn stageplek Bedrijf/instelling/school: Adres: Telefoon: Stagebegeleider: Stageboekje 3 e klas Bladzijde 5

6 Mijn stagebezoeker Wie heeft mij bezocht? Op.. (datum invullen) kwam mevrouw/meneer...op bezoek. Hij/zij heeft toen gesproken met.. Handtekening bezoekende docent: Stageboekje 3 e klas Bladzijde 6

7 Afspraken tijdens het kennismakingsgesprek Welke kleding moet je dragen? Welke dagen en tijden werk je? (vul onderstaand schema samen in) Week 1 Datum starttijd vertrektijd afwezig opmerkingen Paraaf 10 april bedrijf 11 april 12 april 13 april 14 april Week 2 Datum starttijd vertrektijd afwezig opmerkingen Paraaf 2 e paasdag 18 april bedrijf 19 april 20 april 21 april Handtekening stagebedrijf: Handtekening ouders:.. Handtekening stagiair:. Handtekening school:.. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 7

8 Opdrachten en dagverslagen In jouw stageboek staan verschillende opdrachten. Gebruik de eerste dag van je stage o.a. voor het plannen van je opdrachten. Je MOET alle opdrachten maken. Je bepaalt zelf wanneer je welke opdracht maakt. Maar doe dit wel in overleg met je begeleider. Er staat bijvoorbeeld in je stageboek bij donderdag 13 april: Vandaag houd je een interview met een van je collega s. Deze opdracht kun je dus ook op een andere dag doen. Misschien werkt de persoon die jij wil interviewen wel niet op donderdag. Dus: probeer de eerste dag al een afspraak voor het interview te maken. In je stageboek schrijf je van elke dag een dagverslag. Houd je ogen en oren goed open, stel vragen en toon initiatief. DENK EROM:! HET STAGEBOEK MOET uiterlijk 12 MEI INGELEVERD WORDEN! Stageboekje 3 e klas Bladzijde 8

9 Dagverslagen Je schrijft over elke stagedag een kort verslag. Hierin staat wat je gedaan, gezien, gehoord en beleefd hebt. Maak dit verslag op het einde van elke dag. Want dan zit het nog vers in je geheugen. Leerlijnen De leerlijnen die je kunt gebruiken bij het invullen van je dagverslagen zijn: Zelfstandig werken, controleren/reflecteren Plannen en organiseren Initiatief nemen Samenwerken en overleggen Dienstverlenend handelen Inlevingsvermogen Presenteren Doorzettingsvermogen Flexibiliteit Omgaan met druk en tegenslag Voorbeeld. Je hebt bedacht om koffie te gaan zetten en dit te serveren. Dit hoort bij de leerlijn initiatief nemen. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 9

10 Maandag 10 april Dinsdag 11 april Stageboekje 3 e klas Bladzijde 10

11 Woensdag 12 april Donderdag 13 april Stageboekje 3 e klas Bladzijde 11

12 vrijdag 14 april Maandag 17 april Tweede paasdag geen stage Stageboekje 3 e klas Bladzijde 12

13 Dinsdag 18 april Woensdag 19 april Stageboekje 3 e klas Bladzijde 13

14 Donderdag 20 april Vrijdag 21 april Stageboekje 3 e klas Bladzijde 14

15 Maandag 10 april 2016 Opdracht 1 1. Hoe verliep het eerste contact op vandaag/maandagmorgen? 2. Wie vertelde je wat je vandaag/de eerste dag moest doen? 3. Wat waren je eerste indrukken? 4. Wie geeft jou leiding en instructies gedurende deze stage periode? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 15

16 5. a. Wat zijn de werktijden in dit bedrijf/deze instelling? b. Wordt er in wisseldiensten gewerkt? c. Zo ja, leg uit van hoe laat tot hoe laat. a. b. c. 6. Hoe wordt ervoor gezorgd dat iedereen zich aan de werktijden houdt? 7. a. Hoeveel pauzes zijn er en hoe lang? b. Waar brengen de werknemers de pauze door? c. Zijn er speciale faciliteiten voor rokers? a. b. c. 8. Wat waren je eerste werkzaamheden? 9. Leg uit wat je doet als je een opdracht niet begrijpt. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 16

17 10. Vond je het leuk, eentonig of moeilijk? 11. Heb je een rondleiding door het bedrijf/instelling gehad en heb je tijdens die rondleiding ook veel kunnen zien en zo ja, wat heb je gezien? 12. Worden er speciale activiteiten gedaan? Ruimte voor opmerkingen: Stageboekje 3 e klas Bladzijde 17

18 Dinsdag 11 april 2016 Opdracht 2 1. Hoeveel afdelingen/ werkplekken zijn er bij jouw bedrijf of instelling? Noem deze afdelingen/ werkplekken eens op. 2. Vertel iets over de afdeling/ werkplekken waar jij werkt. Wat is het doel van deze afdeling/werkplek? 3. Welke werkzaamheden heb je vandaag verricht? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 18

19 4. Wat heb je vandaag geleerd? 5. Was er verschil met gisteren? 6. Ben je aan andere werknemers/collega s voorgesteld, of heb je dat zelf gedaan? Door wie ben je aan de anderen voorgesteld en wat is zijn/haar functie in het bedrijf? Ruimte voor opmerkingen: Stageboekje 3 e klas Bladzijde 19

20 Woensdag 12 april 2016 Opdracht 3 1. Beschrijf het werk van een collega, die iets anders doet dan jij. 2. Heeft die collega een opleiding gehad voor het werk dat hij/zij doet? En zo ja, welke opleiding? 3. Vindt die collega zijn/haar werk leuk? (vertel ook waarom wel of niet) 4. Zou jij ook een opleiding in deze richting willen volgen en zo ja, welke? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 20

21 5. Welke opleidingen kun je nog meer volgen om in dit bedrijf te kunnen werken? 6. Moet je deze studie overdag of s avonds volgen? Zijn het voltijd of deeltijd studies? 7. Wat moest je deze dag voor werk doen? Was dat hetzelfde werk of was dat ander werk dan de voorgaande dagen? 8. Wat vond je leuk deze dag? 9. Waren er ook minder leuke dingen? Zo ja, wat was er minder leuk? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 21

22 Ruimte voor opmerkingen: Stageboekje 3 e klas Bladzijde 22

23 Donderdag 13 april 2016 Opdracht 4 Je houdt een interview met een van je collega s. Interview/vraaggesprek: Wat is de functie van degene die je interviewt: 1.Wat houdt uw werk precies in? 2.Hoe bent u op het idee gekomen om dit werk te gaan doen? 3.Welke opleidingen heeft u gehad en waar heeft u deze gevolgd? 4.Hoe lang duurde deze opleidingen? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 23

24 5.Hebben alle medewerkers (op deze afdeling) dezelfde taken? 6.Heeft u plezier in uw werk? 7.Als u dit werk niet had wat voor werk zou u dan willen doen? 8.Heeft u veel contact met uw collega s en uw leidinggevende? 9.Hoe wordt in dit bedrijf/instelling omgegaan met cliënten? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 24

25 10.Moet u nog regelmatig bijleren? En welke cursussen moet u dan volgen? 11.Hoelang werkt u al in dit bedrijf of deze instelling? 12.Heeft u het altijd druk of zijn er ook momenten van de dag die veel drukker of rustiger zijn dan andere momenten? 13.Wordt u wel eens zenuwachtig van cliënten of medewerkers? En zo ja, waarom? 14.Wie bepaalt de lonen van de mensen die hier werken? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 25

26 15.Hier komt een door jezelf bedachte vraag: Vraag: Stageboekje 3 e klas Bladzijde 26

27 Vrijdag 14 april 2016 Opdracht 5 Nederlands: Laat vandaag je sollicitatiebrief lezen door je stagebegeleider. Vraag of hij/zij verbeterpunten ziet en vraag ook of je uitgenodigd zou worden voor een gesprek, wanneer er een vacature zou zijn en je deze brief had verzonden. Schrijf hier de antwoorden/opmerkingen op van je stagebegeleider i.v.m. je sollicitatiebrief. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 27

28 Dinsdag 18 april 2016 Opdracht 6 Rekenen: Koffie opdracht Inleiding: Zoals je waarschijnlijk al hebt gemerkt wordt er op jouw stageadres in de pauzes koffie gedronken. Gelukkig is er altijd genoeg koffie in voorraad. De facilitaire dienst of de bedrijfsleider zorgt hier altijd voor. Hij/zij wil graag van jou weten hoeveel koffie er wekelijks wordt gedronken. Om dit te kunnen berekenen moet je antwoord hebben op de volgende vragen: 1) Hoeveel personeelsleden telt jouw stageadres?. Personen 2) Vraag aan 5 personeelsleden (maakt niet uit aan wie) hoeveel kopjes koffie zij gemiddeld per dag drinken. Persoon 1. koppen koffie Persoon 2. koppen koffie Persoon 3. koppen koffie Persoon 4. koppen koffie Persoon 5. koppen koffie Totaal 5 personen koppen koffie (Als er minder dan 5 personen werken reken deze som dan uit met minder personen en verander overal de 5 voor een lager getal) 3) Deel het totaal aantal koppen koffie van deze 5 personen door 5. Je hebt nu het gemiddeld aantal koppen koffie dat er per dag door één personeelslid gedronken wordt. Gemiddeld aantal koppen koffie per personeelslid =. 4) Er wordt 5 dagen per week gewerkt. Hoeveel koppen koffie drinkt één personeelslid per week? Eén personeelslid drinkt X 5 dagen =...koppen koffie per week. 5) Hoeveel koppen koffie drinken alle personeelsleden bij elkaar per week?... totaal Stageboekje 3 e klas Bladzijde 28

29 Woensdag 19 april 2016 Opdracht 7 Als je het vak biologie volgt maak je de opdracht op bladzijde 28. Heb je NASK, dan maak je de opdracht van bladzijde 29 en 30 en als je economie hebt maak je de opdracht op bladzijde 31 t/m 35 Biologie: Tijdens deze stage heb je veel contact met mensen. Opdracht 1: Welke drie zintuigen gebruik je bij het contact maken met mensen? Opdracht 2: Kies een zintuig uit en maak voor dit zintuig de volgende opdrachten: *Teken het zintuig (zie bioboek deel 2) *Kleur de verschillende onderdelen en denk hierbij aan de tekenregels: Half A4 Lijnen met een lineaal Tekenen en kleuren met potloden Opdracht 3: Stel je voor dat iemand op jouw stageplek een beperking heeft aan het door jou gekozen zintuig, bijvoorbeeld slechthorend of slechtziend. *Wat betekent dat voor die persoon? *Wat betekent dat voor de organisatie? *Welke hulpmiddelen kunnen er dan gebruikt worden? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 29

30 NASK: Besparen van Energie Deze opdracht kun je maken ongeacht waar je op dat moment stage loopt, geldt dus voor alle bedrijven. Energie Besparen Energie besparen is helemaal niet moeilijk en het kost u bijna geen moeite. Het is gewoon een kwestie van gewoontes. Het grootste probleem van deze aardbol is armoede en de opwarming van de aarde. Deze opwarming heet het broeikaseffect. Moest iedereen energie besparen of minder energie verbruiken, dan zou de opwarming van de aarde niet zo snel gaan omdat de gevaarlijke CO 2 gassen niet in de lucht zouden komen. Het grote probleem is dat het onmogelijk is om iedereen te laten verplichten om energie te besparen. Dagelijkse gewoontes De basis van het besparen licht natuurlijk in je dagelijkse gewoontes. Één van de meest voorkomende fouten is dat mensen het licht aan laten als ze niet in de kamer zijn. Dit word dagelijks door miljoenen mensen gedaan. Het verbruik van deze verspilling is natuurlijk erg groot. Zou iedereen in de wereld gewoon het licht uit doen als ze uit de kamer gaan, dan zou het energie verbruik serieus dalen. Ook is het best om computers uit te zetten, vergeet ook niet je computer scherm. Deze verbruikt namelijk ook erg veel stroom, zeker als het gaat om een ouder toestel. Tv uitschakelen, koud water, dvd recorder uitschakelen, koffiezet uit schakelen enz. Energierekening Vanaf dat u gewoontes veranderd zijn, zal het uitschakelen van de bovenstaande elektrische apparaten een automatisme worden. De volgende stap zou zijn om over te schakelen naar spaarlampen. Deze verbruiken héél wat minder energie dan de gewone lampen. Overschakelen naar groene energie kan ook goedkoper uitkomen voor je energierekening. Hieronder staan wat voorbeeldvragen, gebruik ze en misschien kun je er zelf ook een paar verzinnen. - Heeft het bedrijf al een slimme meter om het geld van de opgewekte energie terug te vragen, of nog steeds de oude meter? - Heeft het bedrijf er zelf al aan gedacht om zonnepanelen aan te schaffen? Of hebben zij die al en hoe bevallen deze dan? - Als je een laag verbruik hebt is het dan verstandig om zonnepanelen aan te schaffen? - Hoe gaat het in zijn werk met de energie die de zonnepanelen opbrengen, waar gaat dit heen? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 30

31 - Heeft het bedrijf al het een en ander gedaan aan de kleine verbruiken binnen het bedrijf, zoals spaarlampen, computers uit bij geen gebruik enz.? Maak de volgende opdrachten en werk ze uit in een leuk verslagje, doe de opdracht in je stage boekje. - Wat is duurzame energie? - Wat is het verschil tussen groene en grijze stroom? - Wat is het energieverbruik van het bedrijf gemiddeld per jaar, zoek op in je Binasboekje of op Google welke eenheid er bij Energie hoort en vul dit in. - Als het bedrijf zonnepanelen heeft wat is dan de opbrengst van deze zonnepanelen per jaar? Wat was dit zonder zonnepanelen? - Wat heeft het bedrijf zoal gedaan aan energiebesparing? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 31

32 ECONOMIE: Je geldzaken op orde Sanne (15): "Soms weet ik echt niet meer waar ik mijn geld aan uitgeef. Dan is het alweer op terwijl ik nog een nieuwe prepaid-kaart wilde kopen. En de maand is dan nog lang niet voorbij!" Op een rijtje Je zakgeld net gekregen? Maar je portemonnee weer leeg? En hoeveel salaris krijg je ook alweer? Lukt het om naar de film te gaan én een cadeau voor je jarige vriendin te kopen? Geld uitgeven is makkelijk. Door af en toe alles voor jezelf op een rijtje te zetten, weet je wat je hebt en... waar het blijft. Daardoor kun je ook beter kiezen waar je jouw euro's aan uitgeeft. Zakgeld Zakgeld is een vast bedrag dat je van je ouders krijgt. Het is het handigst om af te spreken dat je het zakgeld op een vaste dag krijgt, dan kunnen jullie daar allebei rekening mee houden. Hoeveel kan ik vragen? Niet iedereen krijgt evenveel. Het is maar net wat je met je ouders afspreekt: moet je bijvoorbeeld zelf je schoolspullen of de bus betalen of mag je helemaal zelf bepalen waar je je geld aan uitgeeft? Het bedrag hangt onder andere af van: Wat jij ervan moet betalen: is je zakgeld alleen voor leuke dingen of moet je er ook je telefoon en cadeautjes van kopen? Wat je ouders vinden dat jij van je zakgeld moet kunnen kopen. Hoeveel geld je ouders hebben en wat ze kunnen missen. Wat krijgen anderen? Leeftijd Bedrag per week in 12 tussen 3,00 en 4,60 13 tussen 3,50 en 4,60 14 tussen 4,60 en 4,95 15 tussen 4,95 en 5,75 16 tussen 4,85 en 5,95 17 tussen 5,00 en 6,90 Stageboekje 3 e klas Bladzijde 32

33 18 tussen 5,95 en 9,25 bron: Nibud 2013 Deze bedragen zijn metingen, geen normen of voorschriften Afspraken met je ouders Het is slim om met je ouders afspraken over zakgeld te maken: jij kunt ze aan de gemaakte afspraken houden en zij jou ook. Zo voorkom je ruzie. Maak bijvoorbeeld afspraken over: Hoeveel zakgeld krijg je? Wat moét je zelf betalen? Bijvoorbeeld: de bioscoop, treinkaartjes, sparen. Waar mág je je zakgeld aan uitgeven? Is dat helemaal vrij, of mag je bijvoorbeeld geen snoep kopen? Wanneer krijg je je geld? Een keer per maand of een keer per week? En op welke dag? Hoe krijg je je zakgeld? Cash of op je bankrekening? Hoe vaak krijg je een zakgeldverhoging? 1x per half jaar of 1x per jaar? Genoeg?! Als je het tabel op blz. 4 invult, zie je snel wat je allemaal zelf betaalt. Je kunt dan met je ouders afspreken wat je nog meer zelf gaat betalen als zij je zakgeld verhogen! Hoeveel verdien je? Wat je verdient hangt onder andere af van je leeftijd, het soort werk, op welk moment van de dag je werkt en hoeveel verantwoordelijkheid en ervaring je hebt. Maar je hebt altijd recht op het minimumloon. Wat doen anderen? Hieronder zie je de top 3 populairste baantjes voor jouw leeftijd. En wat je met die baantjes ongeveer per uur verdient. Deze bedragen hebben jongeren zelf opgegeven. Jongen 14 Top 3 Onderwerp Bedrag Stageboekje 3 e klas Bladzijde 33

34 Onderwerp Bedrag Krant bezorgen 5,- Krant bezorgen 5,- Karweitjes/klusjes 4,- Meisje 14 Top 3 Onderwerp Bedrag Krant bezorgen 5,- Karweitjes/klusjes 4,- Babysitten 3,50 Waar blijft je geld? Elke maand tekort? Benieuwd hoeveel je kunt sparen? Maak dan een overzicht van je inkomsten en uitgaven: een begroting. Zo wordt duidelijk hoeveel geld je hebt en wat je ermee doet. Wisselende inkomsten en uitgaven Je inkomsten en uitgaven zijn niet elke maand gelijk. Een vakantiebaantje heb je in de zomer. En met carnaval of kerst geef je juist meer uit. Hoe verwerk je dit in een begroting? Er zijn twee manieren: 1. Maak voor iedere maand apart een overzicht van de inkomsten en uitgaven. Voordeel is dat je precies weet wat je in die maand hebt binnengekregen en uitgegeven. Je kunt de maanden goed met elkaar vergelijken. 2. Maak een gemiddelde begroting. Reken hiervoor al je uitgaven en inkomsten om naar een gemiddeld bedrag per maand. Deel bijvoorbeeld het geld van je vakantiebaantje door 12. Een gemiddelde begroting geeft een beter beeld van wat je gemiddeld Stageboekje 3 e klas Bladzijde 34

35 aan iets uitgeeft. Je kunt met anderen vergelijken of het veel of weinig is. Ook kun je dit bedrag gebruiken als houvast om te plannen met je geld. Verwacht je bijvoorbeeld dat je minder gaat verdienen? Of wil je iets duurs kopen? Dan kun je met een gemiddelde begroting zien of dat gaat lukken. Als je de begroting op blz 5 invult, zie je snel wat je inkomsten en uitgaven zijn. Overzicht over je uitgaven Heb je geen idee waar je geld blijft? Houd dan eens een tijdje je uitgaven bij. In een schrift of op je computer noteer je iedere keer als je geld uitgeeft, wat je hebt gekocht voor welk bedrag. Zo'n schrift of document heet een kasboek. Na twee maanden heb je al een duidelijk beeld van waar je geld aan opgaat. Spelregels Bewaar alle bonnetjes totdat je het bedrag hebt opgeschreven Noteer elke uitgave zo snel mogelijk in je schrift of op de computer Wees eerlijk! Schrijf echt alles op, ook het snoep uit de automaat. Je gaat vanaf vandaag in het kasboek bijhouden wat je allemaal uitgeeft of ontvangt. Het kasboek vind je op blz. 6 snoep, snacks en drinken cadeaus schoolspullen make-up kapper toiletartikelen uitgaan, bioscoop, Betaal ik zelf (in ) Betalen ouders (in ) Stageboekje 3 e klas Bladzijde 35

36 festivals dagje weg mobiele telefoon sieraden en accessoires kleine gadgets (spel)computer, games etc. muziek en films boeken en tijdschriften hobby's huisdier(en) openbaar vervoer scooter roken sparen.... Betaal ik zelf (in ) Betalen ouders (in ) Stageboekje 3 e klas Bladzijde 36

37 Donderdag 20 april 2016 Opdracht 8 Maatschappijleer: Voor maatschappijeer I maak je de stage opdracht online. Via Magister heb je een ontvangen met een link. Als je op deze link klikt kom je bij de opdracht. Je doet dus het volgende: Zorg dat je bij een computer of laptop zit. Open Magister. Open het bericht met de titel: Stage opdracht Maatschappijleer I. Klik op de link om bij de opdracht te komen. Gebruik de link en het filmpje bij de vragen om tot een goed antwoord te komen. Je moet antwoord geven op alle vragen, anders kan je de opdracht niet inleveren. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 37

38 Vrijdag 21 april 2016 Opdracht 9 1. Schrijf concrete voorbeelden op uit je stagepraktijk waaruit blijkt aan welke leerlijnen je hebt gewerkt. (zie voorbeeld koffie zetten bladzijde 8.) Je schrijft voor elke leerlijn minstens één voorbeeld op. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 38

39 Check! Check! Check! Check! Check! Check! 1. Heb je alle dagverslagen gemaakt? 2. Heb je alle opdrachten gemaakt? 3. Heeft je stagebegeleider je stageboek gelezen en goedgekeurd? 4. Zijn de beoordelingslijsten ingevuld door je stagebegeleider en door jou? 5. Welke docent is bij jou op stagebezoek geweest? Stageboekje 3 e klas Bladzijde 39

40 Zelfbeoordeling van de leerling 1.1 Hoe voerde ik het opgedragen werk uit? q goed q redelijk goed q matig q anders, namelijk. 1.2 Wat betreft de uitvoering van het opgedragen werk: q Werkte ik redelijk zelfstandig q heb ik veel begeleiding nodig gehad q kon ik het opgedragen werk niet aan q anders, namelijk. 1.3 De werkzaamheden verrichtte ik q met veel plezier q met plezier q met weinig plezier q anders, namelijk. 1.4 Ik toonde q veel initiatief q soms initiatief q weinig initiatief q anders, namelijk. 1.5 Mijn werktempo was q vlug q normaal q langzaam q anders, namelijk. 1.6 Ik was q keurig op tijd q soms te laat q vaak te laat q anders, namelijk. 1.7 Mijn uiterlijke verzorging was q voldoende q redelijk q niet voldoende q anders, namelijk. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 40

41 1.8 Ik verzuimde q q q niet weinig vaak 2 Persoonlijk functioneren en omgang met anderen: 2.1 Wat mijn persoonlijk functioneren betreft: q ik functioneerde van het begin af aan goed q ik ben gaandeweg beter gaan functioneren q ik ben nauwelijks beter gaan functioneren q anders, namelijk. 2.2 Instructies werden door mij in het algemeen q goed begrepen q door het stellen van vragen goed begrepen q niet goed begrepen q anders, namelijk. 2.3 Ik vond q het werk interessant q het werk soms interessant q het werk helemaal niet interessant q anders, namelijk. 2.4 Met betrekking tot het leidinggevend personeel q wist ik mijn houding te bepalen q wist ik niet of nauwelijks mijn houding te bepalen q anders, namelijk. 2.5 Met betrekking tot collega s/medewerkers q wist ik mijn houding te bepalen q wist ik niet of nauwelijks mijn houding te bepalen q anders, namelijk. 2.6 Met betrekking tot bewoners/ klanten/ leerlingen q wist ik mijn houding te bepalen q wist ik niet of nauwelijks mijn houding te bepalen q anders, namelijk. Alkmaar, Handtekening leerling. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 41

42 Beoordeling stage door contactpersoon en/of stagebegeleider Naam stagiair : Naam bedrijf/instelling : Naam contactpersoon : Handtekening contactpersoon : Score a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) Wilt u in het scoreveld aankruisen welk cijfer u geeft voor de bij het scoreveld behorende onderstaande vragen? a. De stagiair voert opgedragen werk goed en netjes uit. b. De stagiair voert de taken zelfstandig uit. c. De stagiair verricht de werkzaamheden met plezier. d. De stagiair toont initiatief. e. Het werktempo is voldoende f. De stagiair komt steeds op tijd. g. De stagiair toonde interesse voor het werk. h. De stagiair weet zijn/haar houding te bepalen met betrekking tot het leidinggevend personeel/collega s/klanten i De uiterlijke verzorging van de stagiair is in overeenstemming met de werkzaamheden. j. Het taalgebruik van de stagiair is correct. 50% van het eindcijfer is de beoordeling voor de stage van de stagebegeleider. 50% van het eindcijfer is het stageverslag Suggesties, op- of aanmerkingen over de gang van zaken met betrekking tot deze stage kunt u op de volgende pagina kwijt. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 42

43 Suggesties, op- of aanmerkingen van de begeleider in het bedrijf ten aanzien van de stage: Hartelijk dank voor uw medewerking. Wij hopen dat u volgend jaar weer een stageplaats beschikbaar wilt stellen. Namens de stagegever: Naam Handtekening Stageboekje 3 e klas Bladzijde 43

44 Beoordeling stageverslag Dit wordt beoordeeld doormeerdere docenten. Het verslag wordt ingeleverd vóór 12 mei 2016 Naam stagiair: Klas: Datum ingeleverd: Opdracht 1 Algemeen Opdracht 2 Algemeen Opdracht 3 Algemeen Opdracht 4 Algemeen Opdracht 5 Nederlands Opdracht 6 Rekenen Opdracht 7 Biologie/NASK/economie Opdracht 8 Maatschappijleer Opdracht 9 Leerlijnen Totale verzorging, denk aan handschrift, taalfouten en eventuele extra s opdracht verzorging Behaalde punten opdrachten en verzorging: Het cijfer voor de dagverslagen: Het gemiddelde van beide cijfers: = cijfer:. = cijfer:. = cijfer:. Elke dag dat je verslag te laat wordt ingeleverd gaat er een punt af cijfer stage cijfer verslag Eindcijfer stage. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 44

45 Opdrachten na de stage Maak tijdens de LOB les een Power Point presentatie over je stage en presenteer de powerpoint de week daarna in de volgende LOB les. Dit heeft meerdere doelen: - Andere leerlingen informeren over je stage - Andere leerlingen informeren over de werkzaamheden van jouw stage - Beeld van het beroep om richting te geven aan je eigen loopbaan - Van hetzelfde beroep de verschillen in instellingen/bedrijven herkennen Waaraan moet de PowerPoint presentatie voldoen: - Minimaal 6 slides - Ondersteund door foto s - Beoordeling van de stage wordt benoemd - Werkzaamheden worden benoemd - Koppeling gemaakt met het beroep en vervolgopleidingen - Zijn je verwachtingen uitgekomen? Zorg dat je een hand-out van je presentatie in je portfolio stopt. Stageboekje 3 e klas Bladzijde 45