Ontwerp praktische test voor verstaanbaarheid van afwijkende spraak
|
|
- Anita Timmermans
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Ontwerp praktische test voor verstaanbaarheid van afwijkende spraak Ine Van den Berghe Dorien Van der Kerken Promotor: Prof. Dr. Corthals Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen
2 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 2 Ontwerp praktische test voor verstaanbaarheid van afwijkende spraak Ine Van den Berghe Dorien Van der Kerken Promotor: Prof. Dr. Corthals Abstract Spraakverstaanbaarheid wordt internationaal erkend als een zeer belangrijke maat voor de ernst van de pathologische conditie van een persoon met een spraakstoornis. Ze geeft informatie over de beperking en handicap die de persoon in kwestie ondervindt in de maatschappij. Om de spraakverstaanbaarheid van personen met een spraakstoornis te onderzoeken zijn in het Nederlandse taalgebied een aantal methoden ter beschikking. Enerzijds zijn er beoordelingsschalen voor dysartrie en anderzijds is er het instrumenteel Nederlandstalig SpraakVerstaanbaarheidsOnderzoek of kortweg NSVO. Deze studie reikt een nieuwe methode aan waarbij ruisbestendigheid wordt gebruikt als indicator voor spraakverstaanbaarheid van afwijkende spraak en dit voor verscheidene spraakproblematieken. In dit onderzoek kregen twintig proefpersonen de opdracht een aantal spraakstalen perceptueel te ordenen van best tot slechtst verstaanbaar, waarbij zowel woorden als zinnen aan bod kwamen. Aan twintig andere proefpersonen werden dezelfde fragmenten aangeboden gemengd met verschillende graden van ruis, beginnend bij de meest verstoorde versie. Hierbij werd onderzocht vanaf welke signaal-ruisverhouding de spraak werd verstaan. Uit de resultaten blijkt een sterke correlatie tussen beide luiken, waarbij het sterkste verband gevonden wordt op zinsniveau. Dit betekent dat het meten van verstaanbaarheid op basis van de ruisbestendigheid van spraak vergelijkbare resultaten oplevert met een globale perceptuele beoordeling van verstaanbaarheid. De methode gebaseerd op ruisbestendigheid kan aldus gehanteerd worden in de klinische praktijk om verstaanbaarheid van afwijkende spraak te meten. Keywords: Spraakverstaanbaarheid beoordeling, pathologische spraak, ruismenging
3 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 3 Abstract Speech intelligibility is internationally recognized as a very important measure for the severity of the pathological condition of a person with a speech disorder. It gives information about the disabilities and handicap the person is experiencing in the society. In the Dutch language, speech intelligibility of people with a speech disorder can be investigated with a number of methods. On one hand, there are assessment scales for dysarthria and, on the other hand, there is the instrumental Dutch Intelligibility Assessment or simply DIA. This study introduces a new method where noise resistance is used as an indicator for intelligibility of deviant speech and namely for several speech problems. In this study twenty subjects were asked to rank perceptually a number of speech samples from most to least intelligible. Both words and phrases were present in the speech samples. Twenty other subjects were offered the same speech fragments mixed with various degrees of noise, starting with the most disturbed version. This data was examined from which signal-to-noise ratio speech is understood. The results show a strong correlation between the two parts, where the strongest correlation is found at sentence level. This means that measuring speech intelligibility based on the noise resistance of speech gives similar results to a perceptual assessment of intelligibility. The method based on noise resistance can thus be used in clinical practice to measure intelligibility of deviant speech. Keywords: Speech intelligibility assessment, pathological speech, noise resistance
4 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 4 Introductie Spraakverstaanbaarheid kan in verschillende mate aangetast zijn bij aandoeningen zoals gehoorstoornissen, afwijkingen van de spraakorganen, dysartrie en laryngectomie. Het verbeteren van de spraakverstaanbaarheid is het hoofddoel van logopedische therapie bij personen met een congenitale of verworven spraakstoornis (Versonnen, De Bodt, Van Borsel,& Wuyts, 2004). Spraakverstaanbaarheid wordt internationaal erkend als een zeer belangrijke maat voor de ernst van de pathologische conditie. Het begrip spraakverstaanbaarheid Verstaanbaarheid wordt door Yorkston, Strand en Kennedy (1996) en Kent, Weismer, Kent en Rosenbek (1989) gedefinieerd als wat door de luisteraars begrepen wordt van de fonetische realisatie van spraak. Spraakverstaanbaarheid zegt dus enkel en alleen iets over de spraak van de persoon. Begrijpelijkheid is een ruimer begrip en houdt ook rekening met de pragmatische en semantische aspecten van taal (Yorkston et al., 1996). Daarnaast moet het verschil tussen de begrippen spraakverstaanbaarheid en spraakverstaan duidelijk zijn. Dit onderscheid wordt door Versonnen et al. (2004) verduidelijkt. Met spraakverstaanbaarheid wordt bedoeld de mate waarin een persoon zich door middel van spraak verstaanbaar kan maken. Verstaanbaarheid heeft dus betrekking op de spreker zelf. Dit mag niet verward worden met het begrip spraakverstaan, wat iets zegt over de mate waarin een persoon spraak kan begrijpen. Spraakverstaan heeft betrekking op de luisteraar in kwestie. Klinische relevantie van spraakverstaanbaarheidsonderzoek Het model van de International Classification of Function, Disability and Health (World Health Organisation Collaborating Centre for the Family of International Classifications [WHO-FIC], 2002) geeft informatie over het menselijk functioneren van een persoon met een aandoening of ziekte. Dit model, toegepast op personen met een spraakstoornis,wordt voorgesteld in figuur 1. Zoals uit het schema blijkt, heeft een spraakstoornis een impact op de activiteiten en participatie van het individu, met andere woorden: ze geeft informatie over de beperking en handicap die de persoon in kwestie ondervindt in de maatschappij. Met beperking wordt in dit opzicht de spraakverstaanbaarheid van het individu bedoeld. Verder
5 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 5 volgt uit het model dat verstaanbaarheid van afwijkende spraakbepaald wordt door functies van een individu en zijn anatomische eigenschappen. Functies verwijzen naar de mate van functioneren van vier subsystemen van spraak: fonatie, articulatie, resonantie en prosodie. De impact van een bepaald subsysteem varieert naargelang de spraakstoornis (De Bodt, Hernández-Díaz Huici, & Van De Heyning, 2002). Anatomische eigenschappen refereren naar de aan- of afwezigheid van afwijkingen van het lichaam, bijvoorbeeld van de spraakorganen. In het schema zijn ook externe en persoonlijke factoren opgenomen om te tonen dat ook zij van invloed kunnen zijn op iemands gezondheidstoestand. De mate van verstaanbaarheid van een persoon wordt dus gebruikt om de impact van een stoornis op het communicatief functioneren van de spreker te bepalen. Figuur 1: International Classification of Function, Disability and Health (WHO-FIC Collaborating Centre, 2002),toegepast op personen met een spraakstoornis. Daarnaast kan een kwalitatieve analyse van het probleem met behulp van een verstaanbaarheidsonderzoek van nut zijn voor diagnose en therapie. Scores voorspraakverstaanbaarheid kunnen een middel zijn om de evolutie in de spraakproductie op te volgen. Dit kan enerzijds toegepast worden om progressieve of recupererende ziektebeelden in kaart te brengen, anderzijds geeft het informatie over het effect van therapie (Ansel & Kent, 1992). Verder bewijst spraakverstaanbaarheidsonderzoek zijn nut als een test voor de effectiviteit van hulpmiddelen voor gehoorgestoorden: gehoorgestoorde kinderen met een cochleair
6 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 6 implant zijn verondersteld verstaanbaarder te spreken. Zo is op basis van spraakverstaanbaarheidsonderzoek de effectiviteit van een cochleair implant aangetoond in vergelijking met hoorapparaten (Baudonck, Dhooge, D haeseleer, & Van Lierde, 2010; Baudonck, Dhooge,& Van Lierde, 2010). Bestaande methoden voor het meten van spraakverstaanbaarheid In de klinische praktijk is perceptueel onderzoek de gouden standaard voor wat betreft het meten van spraakverstaanbaarheid van afwijkende spraak. Enerzijds zijn er beoordelingsschalen, waarbij een ruwe algemene index voor verstaanbaarheid wordt bekomen. Voor het Nederlands is er de vertaalde versie van het Frenchay Dysarthria Assessment (Enderby, 1980) en het logopedisch dysartrieprotocol van Druyts, Kalmeijer en De Bodt (1998). Anderzijds is er het onderzoek gebaseerd op het gebruik van meetinstrumenten. Men spreekt van een meetinstrument als een score bekomen wordt op basis van een zuivere meting en niet op basis van een schatting.bij meetinstrumentenwordt gebruik gemaakt van lijsten van woorden en zinnen. Het enige meetinstrument dat geconstrueerd is specifiek voor het Nederlands is het Nederlandstalig SpraakVerstaanbaarheidsOnderzoek of kortweg NSVO (Middag, Martens, Van Nuffelen, & De Bodt, 2009b; Van Nuffelen, De Bodt, Guns, Wuyts, & Van de Heyning, 2008; Van Nuffelen, De Bodt, Middag, & Martens, 2009).. Met dit perceptueel onderzoek wordt het percentage correct geïdentificeerde fonemen bekomen. Er bestaat ook een versie op zinsniveau. Later is er een geautomatiseerde versie van NSVO ontwikkeld, waarbij een computer in de plaats wordt gesteld van de menselijke luisteraar (Middag, Martens, Van Nuffelen, & De Bodt, 2009a; Middag, Van Nuffelen, Martens, & De Bodt, 2008).Deze methode is objectiever dan de originele versie. Deze studie: een nieuwe methode In deze studie wordt getracht een methode te ontwikkelen om spraakverstaanbaarheid op een nieuwe manier te beoordelen. Hiervoor wordt ruisbestendigheid gebruikt als een indicator voor spraakverstaanbaarheid. We definiëren ruisbestendigheid als de signaalruisverhouding waarvoor spraak nog verstaanbaar is.
7 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 7 Een groep proefpersonen krijgt de opdracht een aantal spraakstalen perceptueel te ordenen van best verstaanbaar tot slechtst verstaanbaar. Het betreft spraakstalen van zowel kinderen als volwassenen met een spraakstoornis gaande van licht tot ernstig afwijkend. Zowel woorden als korte frasen komen aan bod. Aan een andere groep proefpersonen worden dezelfde spraakfragmenten aangeboden gemengd met verschillende graden van ruis, beginnend bij het meest verstoorde spraakstaal. Hierbij wordt onderzocht vanaf welke signaal-ruisverhouding de spraak wordt verstaan. De hypothese die vooropgesteld wordt is dat er een verband bestaat tussen enerzijds de globale perceptuele beoordeling van verstaanbaarheid en anderzijds de ruisbestendigheid van spraak. Werkwijze Deze studie beschrijft een nieuwe methode om de verstaanbaarheid van afwijkende spraak te bepalen. Daartoe werd ruisbestendigheid gebruikt als een indicator voor spraakverstaanbaarheid. Het onderzoek bestaat uit twee verschillende luiken. Methode In een eerste luik wordt aan twintig normaalhorende, niet-ervaren beoordelaars gevraagd om de woorden en frasen te beoordelen op spraakverstaanbaarheid. Dit gebeurt via een toernooisysteem, wat uiteindelijk leidt tot een volledige rangschikking van de spraakstalen van best tot slechtst verstaanbaar. Het toernooisysteem voor de woorden a tot p, 24 spraakstalen, bestaat uit 60 verschillende paren die moeten worden beoordeeld. Een te beoordelen paar van spraakstalen noemen we een match. Het spraakstaal dat als best wordt beoordeeld gaat door naar een volgende ronde en komt dan uit tegen het best beoordeelde spraakstaal uit een andere match. Het toernooisysteem voor de zinnen a tot x wordt grafisch voorgesteld in figuur 2. Voor de korte zinnen, of frasen, wordt eenzelfde toernooisysteem gehanteerd. Hier worden 16spraakstalen gebruikt, die in 32 verschillende paren worden beoordeeld. Figuur 3 geeft een grafische voorstelling van het toernooisysteem voor zinnen.
8 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 8 Voor het tweede luik van het onderzoek werden de spraakstalen met ruis gemengd. Op die manier werden dertien verschillende versies van elk spraakstaal gecreëerd met elk een verschillend niveau van signaal-ruisverhouding. Twintig normaalhorende, niet-ervaren proefpersonen, verschillend van de beoordelaars uit het eerste luik, beoordelen in dit tweede luik de met ruis gemengde spraakstalen. De opdracht die ze hierbij krijgen is aangeven wat er in het spraakstaal wordt gezegd. Ze krijgen de spraakstalen aangeboden startend met de meest verstoorde versie van het spraakstaal. Daarna wordt steeds een andere versie van het spraakstaal aangeboden met een opklimmende, dus gunstiger wordende, graad van signaalruisverhouding. Van zodra de beoordelaars mondelingkunnen aangeven wat in het spraakstaal wordt gezegd of wanneer het hoogste niveau van signaal-ruisverhouding wordt bereikt, wordt overgegaan op een volgend spraakstaal. Het mondeling gegeven antwoord wordt per verschillend niveau van signaal-ruisverhouding door de testleider genoteerd. De woorden worden als correct beschouwd wanneer alle fonemen worden herkend. De zinnen worden als correct beschouwd wanneer alle woorden worden verstaan. De proefpersonen hoeven hierbij niet zeker te zijn van hun antwoord, een correcte gok wordt meegerekend. In laatste instantie werden de scores van beide luiken met elkaar gecorreleerd. Figuur 2: Overzicht beoordelingstoernooi voor woorden. Dit beoordelingstoernooi bestaat uit vier rondes, de winnaars worden telkens in het vet aangeduid. Aan de rechterkant wordt een rangschikking bekomen van de twaalf best beoordeelde spraakstalen, links bevinden zich de twaalf slechtst beoordeelde spraakstalen.
9 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 9 Figuur 3: Overzicht beoordelingstoernooi voor zinnen. Dit beoordelingssysteem bestaat uit vier rondes, de winnaars worden telkens in het vet aangeduid. Aan de rechterkant wordt een rangschikking van de acht best beoordeelde spraakstalen bekomen, links bevinden zich de acht slechtst beoordeelde spraakstalen. Materiaal Om de spraakverstaanbaarheid door middel van ruismenging na te gaan werd gebruik gemaakt van diverse spraakstalen. Alle spraakstalen zijn afwijkend: zowel articulatie-, stem-, en gehoorstoornissen als laryngectomie- en dysartriepatiënten komen aan bod. Die verscheidenheid werd gebruikt met het doel van deze studie voor ogen. We willen immers een nieuw systeem ontwerpen om spraakverstaanbaarheid bij verscheidene stoornissen te beoordelen. Spraakstalen werden bekomen via onze promotor Prof. Dr. Corthals. Andere spraakstalen werden geselecteerd uit het Dutch Corpus of Pathological and Normal Speech (Van Nuffelen & De Bodt, 2011). Daaruit werden 24 woorden en 16 frasen geselecteerd, waarin diverse graden van spraakverstaanbaarheid vertegenwoordigd zijn. Dit is gebaseerd op de eigen perceptuele beoordeling van de auteurs. De meerderheid, zeventien, van de woorden bestaan uit twee syllaben. Verder zijn er vier woorden bestaande uit drie syllaben, twee woorden van vier syllaben en één monosyllabisch woord. De frasen bestaan gemiddeld uit 6,4 woorden, met een
10 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 10 minimum van 4 en een maximum van 9 woorden. Een overzicht van de doelwoorden en - zinnen is terug te vinden in bijlage. Het intensiteitsniveau van de verschillende spraakstalen werd in Praat (Boersma & Weenink, 1996) gelijkgesteld tot een niveau van 80dB. Voor het tweede luik van het onderzoek, werden de spraakstalen met ruis gemengd. Dit gebeurde via een script in Praat (Corthals, P.). Zo werden per woord en frase dertien versies bekomen met elk een verschillende signaal-ruisverhouding, dit gaande van een signaalruisverhouding van -15dB tot +18dB, in stapjes van 3dB. De dertiende versie die werd gebruikt, is de versie zonder ruis. Beoordelaars Voor het eerste luik van het onderzoek, het bekomen van een volledige rangschikking via het toernooisysteem, gebeurde de beoordeling door twintig niet-ervaren normaalhorende proefpersonen. Allen hebben een niet-sprekersberoep of zijn studenten uit een niet-talige richting. De gemiddelde leeftijd van deze groep beoordelaars is 26,5jaar. De minimumleeftijd bedraagt 18 en de maximumleeftijd 53jaar. Aan de beoordelaars werd in vrij veld telkens een paar van twee verschillende spraakstalen aangeboden. De beoordelaars kregen de mogelijkheid om elk spraakstaal per match maximaal twee maal te beluisteren. Daarna moesten ze aangeven welke van de twee volgens hen het best verstaanbaar is, zonder hier dieper op in te gaan. Voor het tweede luik van het onderzoek, de beoordeling van wat er gezegd wordt in de spraakstalen met ruismenging, werd eveneens beroep gedaan op twintig niet-ervaren beoordelaars. Van de werkende proefpersonen heeft geen enkele persoon een sprekersberoep, hiernaast zijn ook studenten uit een niet-talige richting vertegenwoordigd. De gemiddelde leeftijd van deze groep beoordelaars is 30jaar. De minimum- en maximumleeftijd bedraagt respectievelijk 19 en 53 jaar. De spraakstalen werden in vrij veld aangeboden en elk niveau van ruismenging mocht slechts éénmaal worden beluisterd. Startend met de meest verstoorde versie van het spraakstaal werd hen individueel gevraagd aan te geven wat er in het spraakstaal gezegd werd. De spraakstalen worden aangeboden met een steeds groter wordende signaal-ruisverhouding totdat de beoordelaar correct aangeeft wat er gezegd wordt. Hiertoe geeft de proefpersoon mondeling aan wat hij meent te hebben verstaan. Dit antwoord wordt, per graad van signaal-ruisverhouding, genoteerd door de testleider.
11 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 11 Resultaten Voor het eerste luik, de perceptuele beoordeling via het toernooisysteem, werd per proefpersoon een volledige rangschikking van woorden en frasen apart bekomen. Vervolgens werd van elk item de gemiddelde plaats in de rangschikking, over de twintig beoordelaars, berekend. De beoordeling via ruismenging in het tweede luik resulteerde in een niveau van ruisbestendigheid per spraakstaal en per proefpersoon. Zoals eerder vermeld, werden er maximaal dertien verschillende versies aangeboden. Zodoende kon hier een score gaande van 1, coderend voor een signaal-ruisverhouding van -15 db waarop het spraakstaal werd verstaan, tot een score van 14 worden bekomen. Een score van 12 codeert voor een signaalruisverhouding van +18 db. Wanneer het spraakstaal enkel zonder toegevoegde ruis werd verstaan, werd een score van 13 gegeven. Bijkomend werd een score van 14 toegekend wanneer het spraakstaal zelfs bij het hoogste niveau van signaal-ruisverhouding nog niet werd verstaan. De gemiddelde plaats in de rangschikking en de gemiddelde score overeenkomstig de ruisbestendigheid wordt per spraakstaal weergegeven in tabel 1. Tabel 1: Gemiddelde plaats in rangschikking en gemiddelde score voor ruisbestendigheid per item Item a Gemiddelde plaats in rangschikking Gemiddelde score voor ruisbestendigheid Item a Gemiddelde plaats in rangschikking Gemiddelde score voor ruisbestendigheid Za 11,65 13,2 We 9,7 6 Zb 3,45 11,35 Wf 4,65 5,4 Zc 15,2 14 Wg 9 8,55 Zd 6,1 11,8 Wh 19,3 4,75 Ze 3,35 10,5 Wi 12,05 8,1 Zf 11,45 11,15 Wj 10,75 7,1 Zg 7,15 12,65 Wk 4,6 7,4 Zh 11,1 12,75 Wl 20,7 13,95 Zi 14,65 14 Wm 4,2 6,75 Zj 7,05 7,25 Wn 16,4 5,8 Zk 9,75 9,05 Wo 23,4 13,8 Zl 1,95 3,2 Wp 7,6 7,75 Zm 5,45 4,85 Wq 3,85 5,6 Zn 12,65 14 Wr 17,4 14 Zo 8,65 12,75 Ws 15,7 13,55 Zp 6,4 6,4 Wt 15,1 9,45 Wa 14,45 4,5 Wu 16,7 13,3 Wb 7,55 3,35 Wv 9,1 9,15 Wc 22,4 14 Ww 19 13,4 Wd 9,5 12,55 Wx 6,9 12,75 a Z: zin, W: woord
12 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 12 Met deze nieuwe waarden, de gemiddelden, kan voor de woorden en frasen afzonderlijk een nieuwe rangschikking worden bekomen. Zo wordt een rangschikking bekomen voor de woorden, waarbij elk woord een plaats krijgt binnen een top 24voor enerzijds de globale rangschikking en anderzijds de beoordeling via ruismenging. Voor de frasen wordt, ook voor zowel de globale beoordeling als voor de beoordeling via ruismenging een top 16bekomen. Het is met deze rangschikking dat de statistische berekeningen worden gedaan. Per item werd het verschil in rang berekend tussen de perceptuele beoordeling via het tornooi en deze via ruismenging. Een positief verschil wijst op een betere beoordeling via ruismenging dan via de globale rangschikking. Daarentegen duidt een negatief verschil op een minder goede beoordeling via ruismenging. De grootte van het verschil geeft aan hoeveel plaatsen een item opschuift in de rangschikking. Figuur 4 stelt die veranderingen voor de frasen voor. De veranderingen vanaf 25% of 4 plaatsen worden als opvallend beschouwd. De 5 plaatsen achteruitgang van zin b in de beoordeling via ruismenging en 4 plaatsen voor zinnen d en e zijn frappant. Zinnen f en k daarentegen worden merkelijk beter beoordeeld via de ruismenging, ze stijgen 5 plaatsen in de rangschikking. Figuur 4: Verschil in rang, tussen perceptuele beoordeling en beoordeling via ruismenging, per zin.
13 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 13 De veranderingen voor woorden worden gevisualiseerd in figuur 5. Opnieuw worden veranderingen vanaf 25% als opvallend beschouwd. Die verandering van 25% komt bij de woorden overeen met een opschuiving in rang van 6 plaatsen. Met deze drempelwaarde blijkt de achteruitgang van woord x met 12 plaatsen, woord k met 7 plaatsen en woorden d en m met 6 plaatsen in beoordeling via ruismenging opvallend. Grote vooruitgang in beoordeling via ruismenging ten opzichte van de globale rangschikking uit luik 1 zien we bij woorden h, a en n. Respectievelijk schuiven ze 18, 12 en 11 plaatsen op. Figuur 5: Verschil in rang, tussen perceptuele beoordeling en beoordeling via ruismenging, per woord. Zoals hierboven vermeld, werden de berekende gemiddelden gebruikt om een nieuwe rangschikking voor beide luiken, dit voor woorden en frasen afzonderlijk, te bekomen. Deze gegevens dienen nu als basis voor de correlatieberekening. De correlaties die hier worden bekomen geven dus de overeenkomst aan tussen resultaten van de globale perceptuele beoordeling en beoordeling via ruismenging.
14 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 14 De Spearman rangcorrelatiecoëfficiënt die aldus werd bekomen bedraagt voor de zinnen De significantie van dit resultaat is zeer sterk (p < 0.001). Op woordniveau kon een sterk significante relatie (p < 0.01) worden aangetoond, en dit met een Spearman rangcorrelatiecoëfficiënt van In Figuur 6 wordt deze correlatie uitgezet in een spreidingsdiagram. Deze resultaten suggereren dat er een samenhang is, voor zowel woorden als frasen, tussen de globale beoordeling uit luik 1 enerzijds en de methode via ruismenging anderzijds. De correlatie voor de zinnen is hoger dan voor woorden. Dit blijkt eveneens uit het spreidingsdiagram. r S zin = 0.79 r S woord = 0.55 Figuur 6: Spreidingsdiagram voor zinnen en woorden.
15 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 15 Discussie Interpretatie van de gevonden correlaties Met dit onderzoek kon statistisch worden aangetoond dat er een correlatie bestaat tussen de globale rangschikking van afwijkende spraak en de nieuw geïntroduceerde methode voor beoordeling via ruismenging. Hiermee kan de hypothese die werd gesteld aanvaard worden. De gevonden correlatie voor zinnen (0.79) is sterker dan die voor woorden (0.55). In dit onderzoek werden 24 spraakstalen van woorden gebruikt en slechts 16 van zinnen. De invloed van dit verschil in aantal kan niet worden uitgesloten. Toch dient er rekening gehouden te worden met de mogelijkheid dat zinnen meer geschikt zijn voor de beoordeling van spraakverstaanbaarheid dan woorden. Spraak op zinsniveau leunt immers dichter aan bij spontane spraak dan geïsoleerde woorden. De mogelijkheid bestaat dat beoordelaars voor zinnen een gelijkaardige perceptiestrategie gebruikt hebben in beide luiken. Dit is minder mogelijk voor losse woorden. De betere correlatie voor zinnen kan zo worden verklaard. In beide luiken is er een element aan te halen dat mogelijk een invloed heeft gehad op de bekomen correlaties. Ze verhinderen mogelijk het optreden van hogere correlaties. In het eerste luik kent de opzet van het beoordelingssysteem met matchen beperkingen. Voordat de spraakstalen aan de beoordelaars werden voorgelegd, werden ze onderworpen aan een eerste selectie en ordening, gebaseerd op de perceptuele beoordeling van beide auteurs. Deze consensusbeoordeling was bepalend voor het verder verloop van het onderzoek. Immers, het ontwerp van het toernooisysteem is zo, dat onze rangschikking kan worden bekomen. Een aantal andere ordeningen worden hiermee automatisch uitgesloten. Een meer uitgebreide voorronde, bij meer dan twee personen, om uiteindelijk het toernooisysteem op te baseren had misschien hogere correlaties met zich meegebracht. Ook de manier van beoordelen van woorden en zinnen in het tweede luik, via ruismenging, kan als beperking worden gezien. De groep beoordelaars werd gevraagd aan te geven welk woord of welke zin ze te horen kregen. Hun antwoorden werden gescoord in alles of niets fenomenen. Een woord werd immers pas als correct beschouwd wanneer alle fonemen correct waren. Zinnen kregen een correcte score indien alle woorden correct werden aangegeven. De introductie van scores volgens een percentage correcte fonemen bij woorden of een procentuele score van correcte woorden bij zinnen geeft mogelijks een gedifferentieerder beeld en betere correlaties.
16 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 16 Interpretatie van de resultaten op zinsniveau Een aantal zinnen dient speciale aandacht te krijgen, hun plaats in rangschikking tussen beide luiken kent immers een verschil van minstens 25%. Er wordt dan ook dieper ingegaan op die individuele zinnen. Voor zinnen b, d en e worden opmerkelijke verschillen in rang vastgesteld tussen beide luiken van het onderzoek. Hierbij wordt de beste score gevonden in het eerste luik, dit is de beoordeling op verstaanbaarheid. Dit kan wellicht verklaard worden op basis van onderzoek naar de prosodie, meer bepaald de intonatie. Elk van deze zinnen heeft immers een incorrecte intonatie. Als beoordelaar in het eerste luik is men geneigd de verstaanbaarheid te toetsen door louter de aan- of afwezigheid van prosodie te observeren. In elk van deze zinnen is prosodie wel degelijk aanwezig, waardoor de luisteraar geneigd is deze spraak als relatief goed verstaanbaar aan te duiden. Toch blijkt de analyse van wat de spreker precies verwoordt, zoals onderzocht in het tweede luik, complex aangezien de aanwezige intonatie niet de juiste is. De proefpersoon wordt in het eerste luik met andere woorden misleid door de aanwezigheid van incorrecte prosodie. Een andere mogelijke verklaring voor dit fenomeen is de volgende. De beoordelaars in het eerste luik zijn zich mogelijks niet bewust van de impact die een foutieve intonatie kan hebben op de verstaanbaarheid. Ze brengen dit aspect niet of niet voldoende in rekening bij hun beoordeling. Het is denkbaar dat een ander resultaat wordt bekomen indien gewerkt wordt met professionelen in dit vak, en niet met leken zoals hier het geval was. Er is alsnog een zin, item n, waarbij intonatie duidelijk aanwezig is, maar foutief. Hoe komt het dat bij deze zin er geen opmerkelijk verschil te vinden is tussen de resultaten van de verschillende onderzoeksluiken? Dit kan verklaard worden door het feit dat bij deze zin niet enkel het prosodische aspect meespeelt, maar dat ook de articulatie in deze frase ondermaats is. Hierdoor krijgt deze zin bij de beoordeling in het eerste luik reeds een slechte score voor verstaanbaarheid toegekend. Tot slot is er nog een aspect dat aandacht verdient bij het analyseren van deze zinnen. Opvallend is dat twee van deze zinnen afkomstig zijn van gehoorgestoorden. Prosodie is immers bij gehoorgestoorden vaak problematisch. Bij zin b, ingesproken door een persoon met een stemstoornis, gaat het wellicht om een toevallige prosodische abnormaliteit.
17 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 17 Zinnen f en k scoren opmerkelijk slechter bij het eerste luik, de perceptuele beoordeling van de spraakverstaanbaarheid. De verklaring moet mogelijks gezocht worden bij de startsituatie van het opgestelde beoordelingstoernooi. Zinnen f en k moesten het immers reeds in de eerste ronde opnemen tegen respectievelijk zinnen e en l, dewelke uiteindelijk de twee best verstaanbare zinnen bleken te zijn. Hierdoor kwamen zinnen f en k na de eerste ronde alvast terecht bij de acht slechtst verstaanbare zinnen. Interpretatie van de resultaten op woordniveau Er wordt gekeken naar de individuele woorden waarbij verschillen groter dan 25% in rang gezien worden tussen beide onderzoeksluiken. De woorden d, k, m en x krijgen opmerkelijk betere scores bij het eerste onderzoeksluik, de perceptuele beoordeling van verstaanbaarheid. Een potentiële verklaring hiervoor wordt opnieuw gezocht bij de prosodie. Het is namelijk zo dat de klemtoon bij elk van deze woorden verkeerd ligt. Niet toevallig gaat het hier ook om spraakstalen van gehoorgestoorden. Prosodische abnormaliteiten komen immers frequent voor bij gehoorgestoorden. Opnieuw verwijzen we hier, parallel met de verklaring bij de prosodisch gestoorde zinnen, naar de reële kans dat beoordelaars in het eerste luik geen of onvoldoende aandacht besteden aan de afwijkende klemtoon van deze woorden. De fonemen op zich worden goed verstaan en bijgevolg worden deze woorden goed beoordeeld. De mogelijke impact van een foutieve klemtoon op de verstaanbaarheid wordt onderschat. In het tweede luik blijkt dan dat foutieve klemtoon de identificatie van het doelwoord wel degelijk bemoeilijkt en aldus als beïnvloedende factor kan worden beschouwd. Waarom zet deze trend zich niet verder bij de andere woorden geproduceerd door gehoorgestoorden? Hier ligt de verklaring wellicht bij het aantal lettergrepen dat de woorden bevatten. De kans om een klemtoon verkeerd te leggen bij een drie- of vierlettergrepig woord is groter dan bij een tweelettergrepig woord. Dit zien we dan ook gebeuren bij de woorden k, m en x. Hoewel de kans om een foutieve klemtoon te leggen bij een tweelettergrepig woord kleiner is, is ze zeker niet onbestaande. Dit zien we gebeuren bij het tweelettergrepig woord d. De woorden a, h en n scoren beduidend beter op het tweede onderzoeksluik, waarbij de woorden herkend moeten worden. Elk van deze woorden is afkomstig van een persoon met een articulatiestoornis. Mogelijks ligt de oorzaak bij het verschillend uitgangspunt van
18 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 18 waaruit de proefpersonen vertrekken voor wat betreft de twee aparte onderzoeksluiken. Bij luik twee schenkt de proefpersoon aandacht aan de fonemen die hij in grote lijnen door de ruis heen meent te horen. Vervolgens zoekt deze persoon in zijn vocabularium naar een woord dat er min of meer op gelijkt. De proefpersoon is met andere woorden niet erg streng bij het oproepen van potentiële termen aangezien er ruis mee gemengd is, en aangezien gokken toegestaan is. Vanaf het moment dat de fonemenreeks die door de proefpersoon verstaan is grosso modo overeenkomt met een woord opgeroepen in het vocabularium, is dit genoeg om een gok te wagen. Bij luik één daarentegen, de beoordeling van de verstaanbaarheid, focust de proefpersoon zich op het gehele woord waarbij elk foneem in acht wordt genomen. Woorden met zelfs maar één foneemsubstitutie kunnen hierop afgestraft worden door zo een lagere score voor verstaanbaarheid toegekend te krijgen. Vergelijking bestaande methodes voor het bepalen van spraakverstaanbaarheid In wat volgt vergelijken wede nieuwe methode voor spraakverstaanbaarheidsbeoordeling via ruismenging met de bestaande beoordelingsschalen (Frenchay Dysarthria Assessment (Enderby, 1983) en het logopedisch dysartrieprotocol (Druyts et al, 1998)) enerzijds en met het Nederlandstalig SpraakVerstaanbaarheidsOnderzoek (Middag et al., 2009b; Van Nuffelen, et al., 2008; Van Nuffelen, et al., 2009) anderzijds. Een belangrijk voordeel van deze methode ten opzichte van de ernstschalen is de bruikbaarheid ervan bij verschillende spraakproblematieken. Dit systeem werd immers, naast dysartrie, ook toegepast bij articulatie-, stem-, gehoor- en laryngectomieproblematiek. Een ander voordeel ten opzichte van de ernstschalen werd ons aangegeven door de beoordelaars zelf. Bij het eerste luik was er veel twijfel bij het vergelijken van de spraakstalen. Beoordelaars vroegen frequent om herhaling en ze waren niet steeds zeker van hun antwoord. Bij de methode met ruismenging was dit niet het geval, de beoordelaars hadden het woord wel of niet verstaan of konden via het overlopen van hun inwendig vocabularium een woord selecteren. Dit wijst erop dat de methode via ruismenging eenvoudiger is in gebruik, terwijl een globale perceptuele beoordeling steeds twijfel en dus een vorm van onzekerheid en onbetrouwbaarheid met zich meebrengt. Een voordeel ten opzichte van het NSVO is de incorporatie van prosodie als spraakkenmerk. Dit blijkt een invloed te hebben op de spraakverstaanbaarheid en is vaak problematisch bij gehoorgestoorden. Zowel klemtoon als intonatie kan de spraakverstaanbaarheid op een negatieve manier beïnvloeden.
19 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 19 Een nadeel van deze methode ten opzichte van de beoordelingsschalen is de afwezigheid van een beoordeling van spontane spraak of eenheden groter dan zinnen. De ernstschalen geven een snelle indruk van de spraakverstaanbaarheid, terwijl deze methode complexer is en meer tijd in beslag neemt. Ten opzichte van het NSVO is een nadeel van de methode via ruismenging dat semantische en pragmatische informatie niet kan worden uitgesloten. Deze elementen maken immers, volgens de definitie, geen deel uit van spraakverstaanbaarheid. Ze maken wel deel uit van de begrijpelijkheid van spraak. Los van de bestaande Nederlandstalige beoordelingssystemen is er een andere beperking van deze methode. De therapeut of de persoon die deze methode toepast moet beschikken over een luisteraarspanel aangezien de onderzoeker niet als beoordelaar aangesteld mag worden indien hij zelf de opname maakt. De spraak mag immers in geen geval op voorhand worden gehoord zonder toegevoegde ruis. Dit vormt een belangrijke praktische implicatie van deze methode. Suggesties verder onderzoek Suggesties voor verder onderzoek zijn het opnieuw berekenen van correlaties op eenzelfde manier maar hierbij een meer uitgebreide voorronde voorzien. De spraakstalen dienen op voorhand door meerdere personen worden beoordeeld. In dit onderzoek werden twee zinnen immers belemmerd in een hogere positie door dit gegeven. Ook kan deze methode worden toegepast bij eenheden groter dan zinnen of spontane spraak.
20 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 20 Conclusie De resultaten van dit onderzoek geven een significante correlatie aan voor woorden en zinnen tussen de globale perceptuele beoordeling enerzijds en beoordeling via ruismenging anderzijds. Vermits een globale perceptuele manier om pathologische spraak te beoordelen algemeen aanvaard wordt, is de ruisbestendigheid van spraak een te hanteren hulpmiddel voor therapeutische doeleinden. De therapeut of persoon die deze methode wenst toe te passen, mag in geen geval zelf als beoordelaar aangesteld worden. Voor deze methode heeft de onderzoeker dus een luisteraarspanel nodig. Dit vormt een praktische implicatie van cruciaal belang. Verder moet binnen deze methode ook rekening gehouden worden met een mogelijk verschil in spraakverstaanbaarheid ten opzichte van globale perceptuele beoordeling bij articulatie -en gehoorproblematieken. Op woordniveau zorgt de mogelijkheid tot gokken ervoor dat articulatiestoornissen beter kunnen worden bevonden via ruismenging. Zowel op woord- als op zinsniveau kan prosodie, respectievelijk onder de vorm van klemtoon en intonatie, bij gehoorgestoorden een negatieve invloed hebben op de verstaanbaarheid. Vooral bij meerlettergrepige woorden is er kans op een slechter resultaat door meer mogelijkheden tot het leggen van een foutieve klemtoon. Met dank aan Het tot stand komen van dit werk was slechts mogelijk dankzij de medewerking van verscheidene personen. Bijzondere dank gaat uit naar onze promotor, Prof. Dr. Corthals, voor het aanreiken van het onderwerp, het opvolgen van het onderzoeken en het becommentariëren van de tekst. Ook willen we hem bedanken voor het aanreiken van spraakstalen en het script voor ruismenging in Praat. Daarnaast verdient Prof. Dr. De Bodt een gemeend woord van dank voor het beschikbaar stellen van spraakstalen uit het Dutch Corpus of Pathological and Normal Speech. Tot slot is een dankwoord verschuldigd aan alle proefpersonen die meewerkten aan dit onderzoek. Dankzij hun bijdrage kon dit onderzoek volbracht worden.
21 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 21 Referenties Ansel, B.M.,& Kent R.D. (1992). Acoustic-phonetic contrasts and intelligibility in the dysarthria associated with mixed cerebral palsy. Journal of Speech and Hearing Research,35, Baudonck, N., Dhooge, I., D haeseleer, E.,& Van Lierde, K. (2010). A comparison of the consonant production between Dutch children using cochlear implants and children using hearing aids. International Journal of Pediatric Otorhinolaryngology, 74, Baudonck, N., Dhooge, I., & Van Lierde, K. (2010). Intelligibility as hearing impaired children as judged by their parents: A comparison between children using cochlear implants and children using hearing aids. International Journal of Pediatric Otorhinolaryngology, 74, Boersma, P., & Weenink, D. (2010). PRAAT: Doing phonetics by computer. (Version 5.2) [Computer program]. Retrieved September 28, 2010, from: De Bodt, M.S., Hernández-Díaz Huici, M.E., & Van De Heyning, P.H. (2002). Intelligibility as a linear combination of dimensions in dysarthric speech. Journal of Communication Disorders, 35, Druyts, N., Kalmeijer, J., & De Bodt, M. (1998). Een logopedisch protocol voor het beoordelen van dysartrie. Logopedie, 11, Enderby, P. (1980). Frenchay dysarthria assessment. International Journal of Language and Communication Disorders, 15, Kent, R.D., Weismer, G., Kent, J.F., & Rosenbek, J.C. (1989).Toward phonetic intelligibility testing in dysarthria. Journal of Speech and Hearing Disorders, 54, Middag, C., Martens, J.P., Van Nuffelen, G., & De Bodt, M. (2009). Automated intelligibility of pathological speech using phonological features. EURASIP Journal on Advances in Signal Processing, vol Middag, C., Martens, J.P., Van Nuffelen, G., & De Bodt, M. (2009). DIA: a tool for objective intelligibility assessment of pathological speech. 6th International workshop on Models and Analysis of Vocal Emissions for Biomedical Application, , Firenze, Italy.
22 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 22 Middag, C., Van Nuffelen, G., Martens J.P., & De Bodt, M. (2008). Objective intelligibility assessment of pathological speakers. Interspeech 2008: 9th Annual conference of the International Speech Communication Association, , Brisbane, Australia. Van Nuffelen, G., De Bodt, M.,Guns, C., Wuyts, F., & Van de Heyning, P. (2008). Reliability and clinical relevance of segmental analysis based on intelligibility assessment. Folia Phoniatrica et Logopaedica, 60, Van Nuffelen, G., De Bodt, M., Middag, C., & Martens, J.P. (2009). Why an objective intelligibility assessment? Closing symposium of the SPACE project, February 5-6, Leuven. Retrieved from:. Van Nuffelen, G., & De Bodt, M. (2011). COPAS: Dutch corpus of normal and pathological speech. (Version 1.0). Versonnen, A., De Bodt, M., Van Borsel, J., & Wuyts, F.L. (2004). Een onderzoeksinstrument voor het bepalen van spraakverstaanbaarheid. Toepassing bij volwassen dysartriepatiënten. Logopedie, 17, World Health Organisation Collaborating Centre for the Family of International Classifications (2002). Nederlandse vertaling van de International classification of functioning, disability and health - compilatie. Retrieved from: Yorkston, K.M., Strand, E.A., & Kennedy, M.R.T. (1996). Comprehensibility of dysarthric speech: Implications for assessment and treatment planning. American Journal of Speech- Language Pathology, 5,
23 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 23 Bijlage Zinnen a) Ze laat haar geldbeugel liggen. b) Nu wil ik eerst afwachten. c) Eerst hebben ze een kaart gekocht. d) Wat doe ik aan mijn voeten. e) Eten voor het slapengaan maakt dik. f) Kijk toch eens uit waar je loopt. g) Onze wegen liggen er slecht bij door de kou. h) Plots toont ze de sleutel. i) Wil je liever de thee of de borrel? j) Dan stapt ze nog een beetje verder. k) Ze betaalt de ober en gaat weer terug weg. l) Zondag ben ik naar oma geweest. m) Ze letten dan minder goed op. n) We slapen te weinig. o) Dat het enorm boeiend is met kinderen te werken. p) Mijn been doet zo n pijn. Woorden a) Appel b) Roepen c) Slang d) Winkel e) Eekhoorn f) Knoopje g) Zaterdag h) Ballon i) Juffrouw j) Bloempot k) Handtekening
24 ONTWERP PRAKTISCHE TEST VOOR VERSTAANBAARHEID VAN AFWIJKENDE SPRAAK 24 l) Mensen m) Evenwicht n) Sleutel o) Logopedist p) Huilen q) April r) Puzzel s) Drinken t) Tafel u) Horloge v) Banaan w) Banken x) Vulkanen
De ernst van een spraakproductiestoornis. Spraakkenmerken en de impact op het dagelijks leven. Dag van de Logopediewetenschap 2016
De ernst van een spraakproductiestoornis. Spraakkenmerken en de impact op het dagelijks leven. Dag van de Logopediewetenschap 2016 Anniek van Doornik- van der Zee Anniek.vandoornik@hu.nl 04-06-2016 Spraakontwikkelingsstoornis
Nadere informatieHet meten van verstaanbaarheid
Het meten van verstaanbaarheid Naam student : Maaike de Kleijn Studentnummer : 3209849 Inleiding In dit essay wordt eerst in het kort mogelijke pathologie van stoornissen in de verstaanbaarheid beschreven.
Nadere informatieKaren J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
Nadere informatieVandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst
Vandaag Programma (webshop afasienet.com) 14.15-14.30 Ontvangst Even voorstellen 14.30-15.15 Lezing over de klinische implicaties van het proefschrift 15.15-15.45 Discussie over toepassen van gebaren in
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatiePATIËNTENINFO Dysartrie
PATIËNTENINFO Dysartrie LOGOPEDIE / AFASIOLOGIE Wat is dysartrie? Dysartrie is een verworven motorische spraakstoornis ten gevolge van een neurologische aandoening. We lichten de belangrijkste termen van
Nadere informatiePsychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatiePositieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieRunning Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1
Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieMentaal Weerbaar Blauw
Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.
Nadere informatieValidatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
Nadere informatieHet verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
Nadere informatieModererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal
Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between
Nadere informatieDe Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Nadere informatieOuderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieSLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het
SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications
Nadere informatieVakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen
Het effect van kortdurende, intensieve logopedische therapie op articulatie en resonantie bij patiënten met een lip-, kaak- en verhemeltespleet: een pilootstudie Kim Bettens Anke Luyten Andrew Hodges George
Nadere informatieDe Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Nadere informatieDe relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.
De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment
Nadere informatieDe Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.
De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieOverige (Overig, ongespecificeerd)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieBeïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
Nadere informatieKwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam
Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Zuidoost om zich bij de Soa-polikliniek van de GGD Amsterdam te laten Testen op Soa s en Hiv A Qualitative Research
Nadere informatieLinkedIn Profiles and personality
LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieVerschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieHet meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA
Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Measuring quality of life in children with JIA Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Marlot Schuurman 1642138 mei 2011 Afdeling Psychologie
Nadere informatieSekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Nadere informatieEmotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid
Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.
Nadere informatieSpreken Wat is een dysartrie?
Dysartrie 2 Dysartrie is de algemene term voor een motorische spraakstoornis als gevolg van neurologische problematiek. Deze folder is bedoeld voor patiënten met een dysartrie en hun omgeving. Er staat
Nadere informatieSTIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer
STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of
Nadere informatiePesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Nadere informatiegedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?
Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender
Nadere informatieDe Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
Nadere informatieFunctioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit
Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691
Nadere informatieType Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Nadere informatieEmotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.
Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities
Nadere informatieDubbelzijdige cochleaire implantatie bij kinderen: de primaire voordelen
Dubbelzijdige cochleaire implantatie bij kinderen: de primaire voordelen M. Sparreboom (onderzoeker), A.F.M. Snik (audioloog) & E.A.M. Mylanus (KNO - arts) Het eenzijdig implanteren van een cochleair implantaat
Nadere informatieHet executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally
Nadere informatieDe Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieExpressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen
Logopedische en Audiologische Expressieve en receptieve taalvaardigheden van tweelingen: een vergelijkende studie met eenlingen, Eline Geenens, Sarah Parmentier, Kristiane Van Lierde Inleiding - Stelling:
Nadere informatieFalende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias
Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Failing interpretation? The Relationship between Test Anxiety and Interpretation Bias Kornelis P.J. Schaaphok Eerste begeleider:
Nadere informatieTechnische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving
Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie
Nadere informatieOverige (Overig, ongespecificeerd) Stem en spraakfuncties
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dysphonia Severity Index (DSI) 14 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. van Nes, N. van Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatiebij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Nadere informatieGeloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed
Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection
Nadere informatieGOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out
GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out
Nadere informatieHet Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen
REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172
Nadere informatieDe Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata
De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children
Nadere informatieDe relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten
De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,
Nadere informatiePsychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere
Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve
Nadere informatieHet Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive
Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive
Nadere informatie(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Nadere informatiede Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Nadere informatieRelatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen. Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability
Running head: EIGENWAARDE, MOTIVATIE EN EMPLOYABILITY 1 Relatie van Eigenwaarde en Motivatie met Employability bij Werklozen Association of Unemployed Self Esteem and Motivation with Employability Inge
Nadere informatieDe Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht
De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:
Nadere informatieSpitzer quality of life index
Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use
Nadere informatieDANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit
Nadere informatieFOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010
FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel
Nadere informatieDe Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats
De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants
Nadere informatieSociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen
Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatieVerschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.
Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder
Nadere informatieInleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2
Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006
Nadere informatieThe relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
Nadere informatieDe Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Nadere informatieIntrinsieke prosodie van klinkers. Constantijn Kaland Marie Postma
Intrinsieke prosodie van klinkers Constantijn Kaland Marie Postma Inhoud Introductie Leestaak Klinkerkeuze Data-collectie Conclusie en vervolgonderzoek Introductie Arbitraire relatie vorm ~ betekenis (De
Nadere informatieWerk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.
Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the
Nadere informatieDenken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.
0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve
Nadere informatieDe Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Nadere informatieThe Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."
Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."
Nadere informatieFysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Nadere informatieVerklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
Nadere informatieRelatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Nadere informatieRunning head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural
Nadere informatieDysartrie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Dysartrie Dysartrie is een spraakstoornis ten gevolge van een neurologische aandoening. Iemand met een dysartrie heeft moeite om verstaanbaar te spreken. In deze folder leest u wat dysartrie inhoudt en
Nadere informatieDingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek.
Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen Even voorstellen.. Marouska van Ommen Promotie-onderzoek tijdens studie Geneeskunde Onderzoek bij afdelingen Neurologie en Psychiatrie, UMC Groningen
Nadere informatieThe Effectiveness of Bilateral Cochlear Implants for Severe to Profound Deafness in Children and Adults
The Effectiveness of Bilateral Cochlear Implants for Severe to Profound Deafness in Children and Adults A SYSTEMATIC REVIEW On behalf of J van Schoonhoven M Sparreboom GA van Zanten RJPM Scholten EAM Mylanus
Nadere informatieSpraakverstaan met CI resultaten en verruimde indicatiecriteria
Spraakverstaan met CI resultaten en verruimde indicatiecriteria Peter-Paul Boermans Jeroen Briare Janette van Dijhuizen Johan Frijns Centrum voor Audiologie en Hoorimplantaten Leids Universitair Medisch
Nadere informatieKnelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress
Nadere informatieVerbale en bucco-faciale apraxie
Verbale en bucco-faciale apraxie Inleiding De logopedist heeft bij u een verbale- of bucco-faciale apraxie geconstateerd (spraakstoornis). Spreken is bij gezonde mensen een activiteit die automatisch verloopt:
Nadere informatieVerschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles
Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen tussen Leeftijdsgroepen Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles between Age Groups Rik Hazeu Eerste begeleider:
Nadere informatieRouw bij mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS)
Rouw bij mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) Mourning in people with chronic fatigue syndrome (CFS) Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Lisanne Fischer S1816071 Mei 2012
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieOntremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia
Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.
Nadere informatieDe Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking
Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory
Nadere informatieClassification of triangles
Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides
Nadere informatieKeuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie
1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011
Nadere informatie