Netwerk Palliatieve Zorg Utrecht stad & Zuidoost-Utrecht JAARPLAN 2016

Transcriptie

1 Netwerk Palliatieve Zorg Utrecht stad & Zuidoost-Utrecht JAARPLAN 2016 Januari 2016

2 Inhoudsopgave 1. Missie en doelen 3 2. Organisatie 3 3. Subsidieopdracht VWS 3 4. Speerpunten in Activiteiten in A. Organisatie en ontwikkeling 4 B. Informatie en communicatie 7 C. Deskundigheidsbevordering 10 Netwerkpartners 12 Stuurgroep 12 Themawerkgroepen 12 Kernwaarden De kracht van het Netwerk Palliatieve Zorg Utrecht stad & Zuidoost-Utrecht komt tot uiting in het verbinden van mensen en organisaties om onderling behulpzaam te zijn en van elkaar te leren om de kwaliteit van zorg te verbeteren en samenhang te bevorderen, in doorzettingsvermogen ondanks maatschappelijke ontwikkelingen en in het praktisch benaderen en oplossen van onze vraagstukken. Hiernaast willen wij krachtig en inspirerend zijn in het werken aan de speerpunten en het slagvaardig realiseren van de gestelde doelen. Netwerk Palliatieve Zorg Utrecht stad & Zuidoost-Utrecht Adres p/a Careyn Nieuw Tamarinde Neckardreef CN Utrecht Website Netwerkcoördinator Margriet Wanders Telefoon m.wanders@careyn.nl 2

3 1. Missie en doelen Het Netwerk Palliatieve Zorg Utrecht stad & Zuidoost is een regionaal samenwerkingsverband van instellingen, beroepskrachten en vrijwilligers op het gebied van palliatieve zorg. Tot de regio behoren de gemeenten Utrecht, De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. Het gebied telt ruim inwoners. Elke netwerkpartner werkt vanuit eigen kracht mee aan samenhang, kwaliteit en innovatie van de palliatieve zorg in de regio. We erkennen de individuele belangen van en onderlinge verschillen tussen deelnemers. Tegelijkertijd is onze gezamenlijke missie het realiseren van een samenhangend en kwalitatief sterk regionaal zorgaanbod rondom cliënt en naasten met hun wensen en behoeften als uitgangspunt. Doelen van het netwerk zijn: Voldoende en gevarieerd zorgaanbod Doorstroom tussen zorgplekken Kennisuitwisseling Stimuleren van innovatie 2. Organisatie Bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het netwerk ligt bij de stuurgroep, met voor de meest relevante sectoren binnen de palliatieve zorg één vertegenwoordiger. In de netwerkgroep worden ervaringen uitgewisseld en wordt inspiratie en een klankbord gevonden. Deze groep bestaat uit contactpersonen van alle netwerkpartners. Concrete activiteiten worden ontwikkeld en uitgevoerd in themawerkgroepen. Coördinatie van het netwerk is in handen van de netwerkcoördinator. Die is aanspreekpunt en ondersteunt de stuurgroep, netwerkgroep en themawerkgroepen. De netwerkcoördinator initieert, stimuleert, coördineert en faciliteert de activiteiten van het netwerk. Eén van de netwerkpartners vervult de rol van werkgever. Sinds 2015 is dat Careyn. Contactgegevens netwerkcoördinator Margriet Wanders: of Subsidieopdracht VWS Het netwerk ontvangt voor coördinatie een instellingssubsidie van het Ministerie van VWS in het kader van de Regeling Palliatieve Terminale Zorg. De looptijd van deze regeling eindigt op 31 december In het komend jaar wordt opnieuw bezien of en hoe de netwerken palliatieve zorg worden gefinancierd. Coördinatie van het netwerk is gericht op een compleet, dekkend en samenhangend aanbod van palliatieve zorg in de regio van verantwoorde kwaliteit. Tekortkomingen worden gesignaleerd en oplossingen gefaciliteerd. Het voorkómen van over- en ondercapaciteit van hospicevoorzieningen is een speciaal aandachtspunt. Verder dient informatie over het aanwezige zorgaanbod gegeven te worden aan zorgverleners en aan het publiek. Deze opdracht is uitgewerkt in drie categorieën op basis waarvan subsidie wordt aangevraagd. Ieder jaar worden deze nader verdeeld in activiteiten (zie 5). A. Organisatie en ontwikkeling B. Informatie en communicatie C. Deskundigheidsbevordering 4. Speerpunten in 2016 In deel A van de activiteiten van het netwerk staat op welk speerpunt het onderdeel betrekking heeft als dat van toepassing is. In de andere delen komt dit minder expliciet naar voren (dit zijn grotendeels vaste activiteiten), maar ook hierin wordt waar mogelijk aandacht geschonken aan de speerpunten. a. Een stevige rol innemen in Septet, het consortium palliatieve zorg Midden-Nederland. b. Implementatie van Goede Voorbeelden palliatieve zorg. c. Samenwerking in lokale ketens en netwerken. d. Krachtenbundeling en afstemming hospices. 3

4 5. Activiteiten in 2014 A. Organisatie en ontwikkeling A.1 Coördinatie netwerk algemeen Aanleiding Om het netwerk te laten functioneren is coördinatie nodig. Doel Het netwerk is een geheel van (zorg)organisaties waar palliatieve zorg een rol speelt. Tussen de organisaties worden activiteiten op elkaar afgestemd tot een samenhangend geheel. Wijze van De coördinator beschikt over een kantoor met computer en telefoon en ontvangt salaris. De aanpak coördinator zorgt dat aan de voorwaarden van VWS is voldaan, stelt jaarplan, begroting en jaarverslag op, vraagt subsidie aan, houdt administratie bij, bereidt stuurgroep-, netwerk- en werkgroepbijeenkomsten voor en zorgt voor het uitvoeren van het jaarplan. Haar rol is om te verbinden, faciliteren, stimuleren en coördineren. Zonodig schakelt zij hierbij ondersteuning in als het budget dat toelaat. Soms is zij inhoudelijk betrokken bij projecten. Zij neemt deel aan regionaal en landelijk overleg met Septet, Fibula, netwerkcoördinatoren, IKNL, Agora, VPTZ, Werkgroep PAL en andere relevante gremia. Resultaat Het netwerk is gecoördineerd en gefaciliteerd. Doelgroep Partners netwerk Betrokken Stuurgroep, Careyn Tijd Hele jaar A.2 Organisatie en jaarplan Aanleiding Aan het netwerk nemen 35 partnerorganisaties deel. De netwerkorganisatie bestaat uit een stuurgroep, netwerkgroep en themawerkgroepen. Doel Groepen in het netwerk laten functioneren en jaarplan uitvoeren. Wijze van De stuurgroep stelt beleid, jaarplan en begroting vast, bereidt netwerkbijeenkomsten voor en aanpak houdt zich bezig met lopende zaken in het netwerk. Stuurgroep en coördinator bewaken samen doelstelling en voortgang van het jaarplan. De netwerkbijeenkomsten zijn een plek voor ontmoeting, uitwisseling, signaleren van knelpunten en van elkaar leren. De netwerkcoördinator ondersteunt beide groepen, zonodig geholpen door een secretarieel medewerker. In themawerkgroepen wordt het jaarplan concreet gemaakt en uitgevoerd. Resultaat Stuurgroep, netwerkgroep en themawerkgroepen zijn voorbereid, de voortgang van de uitvoering wordt bewaakt en geëvalueerd a.d.h.v. het jaarplan. Doelgroep Partners netwerk Betrokken Stuurgroep, netwerkgroep, themawerkgroepen Tijd Tweemaal per jaar: netwerkbijeenkomst (één van beide in twee regiogroepen) Twee- of driemaal per jaar: stuurgroepvergadering Twee- tot vijfmaal per jaar (per stuk): vergaderingen themawerkgroepen A.3 Relatiebeheer Aanleiding Netwerkrelaties in- en extern moeten worden opgebouwd en onderhouden. Ook worden zonodig met elkaar in contact gebracht. Doel Onder de netwerkpartners en bij andere (zorg)aanbieders is bekend wat het netwerk is en doet. De netwerkpartners dragen bij aan het ontwikkelen van beleid. Wijze van De coördinator onderhoudt contacten met netwerkpartners en met verschillende instanties: aanpak zorgaanbieders, beroepsorganisaties, vrijwilligersorganisaties, cliënten- en ouderenorganisaties, Steunpunten Mantelzorg, het regionale consortium pz, zorgverzekeraar, gemeenten, andere netwerken e.d. Gesignaleerde knelpunten worden besproken in relevante overleggen en zonodig verwerkt in het jaarplan. Relevante nieuwe contacten worden gelegd. Adressenbestanden worden aangelegd en bijgehouden. Resultaat Contacten met in- en externe en relaties zijn onderhouden en zonodig opgebouwd en uitgebreid. Doelgroep Bestaande en nieuwe relaties netwerk Betrokken Partners netwerk en overige organisaties Tijd Hele jaar 4

5 A.4 Professionalisering en update netwerk Aanleiding In 2015 is een eerste toetsing van het netwerk geweest a.d.h.v. de handreiking minimale eisen van Fibula, het platform van de netwerken palliatieve zorg. I.o.m. Fibula kan daar een vervolg op komen. Het samenwerkingsconvenant van het netwerk uit 2011 is niet meer up to date. Doel Verdere professionalisering van het netwerk. Update van het convenant. Wijze van Verdere stappen nemen m.b.t. minimale eisen in ons netwerk. Nieuwe versie convenant aanpak verkennen en opstellen. Resultaat 1. Het netwerk ontwikkelt zich professioneel volgens de minimale eisen van Fibula. 2. Er is een actueel convenant. Doelgroep Netwerk Betrokken Fibula, netwerkpartners Tijd Hele jaar A.5 Samenwerking in Septet, consortium Palliatieve Zorg Midden-Nederland Aanleiding In het Nationaal Programma Palliatieve Zorg wordt voorzien in zeven regionale consortia palliatieve zorg. Ons netwerk maakt samen met vijf andere netwerken, onderwijs- en onderzoeksinstellingen onderdeel uit van het consortium Midden-Nederland Septet. Doel Doelen van Septet zijn: meer samenhang/samenwerken, aansluiting van de eerste lijn, stimuleren warme overdracht, breed invoeren van goede werkwijzen, leren van elkaar en meer palliatieve zorg in het onderwijs. Het netwerk levert inbreng in het consortium, signaleert en maakt gebruik van kansen. Wijze van Informeren en enthousiasmeren van de netwerkpartners. Deelname aan consortiumraad, aanpak Dagelijks Bestuur en taakgroepen van Septet. Afstemmen met andere netwerken in de Septetregio, met Fibula, andere consortia e.a. relevante landelijke gremia. Inbrengen van regionale signalen en andere feedback in Septet. Inhoudelijke doelen en speerpunten delen, kansen signaleren, aan projecten bijdragen en projectideeën initiëren. Resultaat 1. Een stevige rol in Septet, die helder is en gedragen wordt in het netwerk. 2. Vier nieuwe goede voorbeelden palliatieve zorg in onze regio geimplementeerd. 3. Minimaal één nieuw lokaal keten/netwerkzorgtraject gerealiseerd. 4. Toename bewustwording van het belang van kennisdeling (bv in leerwerkplaatsen). 5. Huisartsen sterker betrokken bij netwerk en Septet. Doelgroep Netwerkpartners Betrokken Netwerkpartners en Septetpartners, netwerkcoordinatoren Septet-regio, Fibula e.a. landelijke, Expertisecentrum Palliatieve Zorg, IKNL, Raedelijn, Zorgbelang Utrecht Speerpunt a, b, c Tijd Hele jaar A.6 Samenwerking en aanbod hospices Aanleiding Behoefte aan uitwisseling en afstemming tussen hospices over ontwikkelingen in de regio. Wens om een samenhangend zorgaanbod in de regio aan te bieden, vervolg op de verkenning van en toegezegde medewerking aan onderzoek in Doel Men kent elkaar en er worden afspraken gemaakt over regionale ontwikkelingen. Onder- en overcapaciteit van hospicevoorzieningen wordt gemonitord. Verkenning mogelijkheden om de krachten te bundelen voor een transparant complementair regionaal zorgaanbod. Wijze van Jaarlijks komen de eindverantwoordelijken van de hospices in de regio bijeen voor overleg. aanpak Hospices maken via de website van het netwerk voor verwijzers en cliënten continu inzichtelijk waar actuele vrije plaatsen zijn. Geleverde respijtzorg/crisiszorg en de capaciteit aan palliatieve bedden in de regio worden gemonitord, op basis hiervan worden zonodig initiatieven ontwikkeld. De leerstoel hospicezorg van het UMCU neemt het initiatief voor de gezamenlijke verkenning van een regionaal aanbod en onderzoeksprogramma. Resultaat 1. De coördinatoren van de hospices kennen elkaar en wisselen uit in twee bijeenkomsten. 2. De webpagina vrije plaatsen in hospices is bekend onder publiek en verwijzers. 3. Er is een overzicht van geleverde respijtzorg/crisiszorg in Capaciteit aan palliatieve bedden in de regio is gemonitord. 5. Het regionale hospicezorgaanbod is verder verkend, onderzoeksprogramma is gestart. Doelgroep Publiek, verwijzers, zorginstellingen 5

6 Betrokken Speerpunt Tijd Werkgroep hospices, leerstoel hospicezorg UMCU d Driemaal per jaar: vergadering werkgroep hospices Extra bijeenkomsten voor onderzoek Elke drie maanden: monitoring respijtzorg A.7 Ketensamenwerking: transmurale palliatieve zorg Aanleiding Samenwerking en overdracht van de ene naar de andere zorgplek verloopt nog steeds niet soepel. In 2013 is klein gestart met een gestructureerde werkwijze voor ketensamenwerking, afstemming en overdracht tussen eerste en tweede lijn: Diakonessenhuis, thuiszorg en huisartsen. In 2015 is vertraging opgetreden in het Diakonessenhuis. Doel Betere overdracht, samenwerking en afstemming in de eerste en tweede lijn. Wijze van 1. Indien de gestructureerde werkwijze opnieuw/ verder wordt opgepakt in het Diak wordt dit aanpak verder uitgewerkt, hierin wordt ook het transmuraal palliatief team meegenomen. De zorgmodule palliatieve zorg is het uitgangspunt. 2. Er bestaan sinds 2015 transmurale samenwerkingsafspraken in de regio o.b.v. Raedelijn. Verkennen of en hoe palliatieve zorg daarin kan worden opgenomen. Resultaat Afspraken over transmurale samenwerking in de stad/regio Utrecht zijn gemaakt en volgens een groeimodel in de praktijk gebracht. Doelgroep 1. Palliatieve patiënten die na ziekenhuisopname naar huis gaan en/of op de oncologische dagbehandeling komen. 2. Een beperkt aantal patiëntgroepen. Betrokken Diakonessenhuis, Careyn, Vitras, HUS, St. Antonius ziekenhuis, Raedelijn Speerpunt c Tijd Verspreid over het jaar: twee vergaderingen werkgroep ketensamenwerking A.8 Best practices: kruisbestuiven, borgen en delen Aanleiding In 2012, 2013 en 2014 zijn verbeterprojecten gestart in het kader van het Verbeterprogramma Palliatieve Zorg: PaTz, Cirkelteam, Goed voor Elkaar, Zorgconsulent PZ, Signaleringsbox. Daarnaast lopen ook andere verbetertrajecten in en tussen netwerkpartners. Doel Stimuleren van kwaliteit, samenhang, kruisbestuiving en borging. Verdere verspreiding van (kennis over) best practices in de regio. Wijze van Geven van informatie en advies, deelname aan project/stuurgroepen, overzicht en aanpak verbindingen tot stand brengen. Projecten presenteren op bijeenkomsten en in nieuwsbrief. Resultaat Minimaal twee succesvolle verbeteracties zijn geborgd en gedeeld. Doelgroep Netwerkpartners Betrokken Netwerkpartners, zorgaanbieders in andere regio s Speerpunt b, c Tijd Hele jaar door B. Informatie en communicatie B.1 Informatie en communicatie algemeen Aanleiding Er komen regelmatig verzoeken om informatie en advies van publiek en zorgverleners/ organisaties. Toch is het netwerk niet bij alle professionals bekend. Doel Informeren, adviseren en verwijzen van publiek en zorgverleners over/naar palliatieve zorg in de regio. Bekendheid geven aan netwerk, nieuwsbrief, website, bijeenkomsten, projecten enz. Wijze van Beantwoorden van telefonische vragen, verwijzen van publiek en zorgverleners naar de juiste aanpak instanties, adviseren over visie en beleid palliatieve zorg, stimuleren van het werken volgens richtlijn en zorgmodule PZ. Netwerkfolder laten drukken en verspreiden. Resultaat Publiek en zorgverleners weten waar ze terecht kunnen met vragen en zijn geïnformeerd en geadviseerd over palliatieve zorg en netwerk. Doelgroep Publiek en zorgverleners Betrokken Netwerkcoördinator, werkgroep communicatie 6

7 Tijd B.2 Website Aanleiding Doel Wijze van aanpak Resultaat Doelgroep Betrokken Tijdspad Hele jaar: helpdesk, folder verspreiden op bijeenkomsten en scholingen Verspreid over het jaar: vijf vergaderingen werkgroep communicatie Het netwerk heeft een informatieve website voor zowel zorgverleners als patiënten/naasten. Zorgverleners en patiënten kunnen informatie vinden over zorgmogelijkheden, vrije plaatsen bij hospices, informatiebijeenkomsten, scholingen, regionale en landelijke ontwikkelingen en de sociale kaart op palliatief gebied in Utrecht stad en de regio Zuidoost-Utrecht. De website wordt beheerd en geactualiseerd door de netwerkcoördinator. Voor technische zaken is een communicatieadviseur beschikbaar. De website van het netwerk is actueel en zo volledig mogelijk. Een actueel overzicht van vrije hospiceplaatsen is doorlopend beschikbaar. Netwerkpartners, patiënten en naasten in Utrecht stad en de regio Zuidoost Netwerkpartners, werkgroep communicatie, Fibula, hospices, communicatieadviseur Hele jaar: bijhouden website Hele jaar: hospices en palliatieve units houden zelf de module Vrije plaatsen actueel B.3 Nieuwsbrief Aanleiding Er is behoefte aan centrale informatievoorziening in het netwerk. Doel Informeren van netwerkpartners over regionale en landelijke ontwikkelingen in de palliatieve zorg in brede zin en over activiteiten en scholingen van het netwerk en de partners. Wijze van De digitale nieuwsbrief komt in 2015 vijf keer uit en wordt verspreid in het netwerk en onder aanpak ca. 300 abonnees. Voor landelijke items wordt samengewerkt met andere netwerken palliatieve zorg in de regio. Technische ondersteuning door communicatieadviseur. Resultaat Netwerkpartners e.a. zijn in vijf nieuwsbrieven geïnformeerd over actuele ontwikkelingen. Doelgroep Netwerkpartners, ondersteuningsorganisaties, vrijwilligers, overige belangstellenden Betrokken Werkgroep communicatie, communicatieadviseur, netwerken in de regio Tijdspad Februari, april, juni, september en november: nieuwsbrief B.4 Symposium HOOP Aanleiding Het idee voor een symposium over hoop kwam in 2015 vanuit de werkgroep spirituele zorg n.a.v. een proefschrift over dit onderwerp. Doel Delen van kennis en ervaring m.b.t. de betekenis van hoop in de palliatieve fase. Wijze van Een subgroep van de werkgroep is in 2015 aan de slag gegaan om het onderwerp te aanpak verkennen en mogelijkheden te bezien. In 2016 wordt dat concreet en wordt de bijeenkomst verder voorbereid en georganiseerd. Er wordt contact gelegd met specialisten op dit gebied. Resultaat Een succesvol symposium over hoop met ongeveer 100 bezoekers. Doelgroep Zorgverleners en vrijwilligers Betrokken Werkgroep spirituele zorg, specialisten, sprekers, vrijwilligers, patiënten en naasten Tijd Voorjaar: voorbereiding Mei/juni of najaar: symposium B.5 Publieksinformatie: Pal voor U Aanleiding Sinds 2011 wordt jaarlijks het landelijke publieksmagazine Pal voor U uitgebracht met een katern met regionale adressen. Doel Patiënten en naasten informeren over de mogelijkheden van palliatieve zorg en de beschikbare voorzieningen in de eigen regio. Wijze van In 2016 worden 1500 exemplaren van het magazine besteld, plus 500 exemplaren extra van aanpak het regiokatern. Die worden verspreid in 2016 en 2017 op basis van een verspreidingsplan. Het regiokatern is opgesteld en afgestemd met netwerkpartners. Resultaat Pal voor U is verspreid in de netwerkregio onder partners en publiek. Voor de 2016-editie is de regionale gids samengesteld. Doelgroep Patiënten en naasten 7

8 Betrokken Tijdspad Stichting Pal voor U, netwerkpartners, werkgroep communicatie Januari september: verspreiding 2016-editie Mei: samenstelling inhoud regionaal katern 2017 September: aflevering magazines en verspreidingsplan 2017-editie maken Oktober december: verspreiding 2017-editie B.6 Publieksinformatie: folders Aanleiding In 2013 is een folder voor mantelzorgers gemaakt met het aanbod aan voorzieningen om even op adem te komen. IKNL brengt zo nu en dan folders uit die mogen worden gebruikt. Doel Publiek informeren over palliatieve zorg in brede zin. Wijze van Update en verspreiding folder Even op adem komen. Folders van IKNL onder de aandacht aanpak brengen van netwerkpartners. Resultaat 1. De folder Even op adem komen is up-to-date en onder netwerkpartners en bij bijeenkomsten verspreid. 2. Folders van IKNL zijn bekend bij netwerkpartners. Doelgroep Algemeen publiek, mantelzorgers Betrokken IKNL, netwerkpartners, werkgroep Tijd Voorjaar: update en herdruk folder mantelzorg + verspreiding/publicatie op website Hele jaar: folders verspreiden op bijeenkomsten, scholingen e.d. B.7 Publieksinformatie: IDPZ Aanleiding Ieder jaar in oktober is de Internationale Dag van de Palliatieve Zorg (IDPZ). Het netwerk organiseert een publieksactiviteit rond het jaarlijkse thema. Doel Palliatieve zorg rond een landelijk thema onder de aandacht brengen van het publiek. Wijze van Dit is halverwege het jaar bekend. aanpak Resultaat Palliatieve zorg is onder de aandacht gebracht van het publiek. Doelgroep Algemeen publiek Betrokken Werkgroep communicatie Tijd Juni: plannen IDPZ Juni september: voorbereiding activiteit IDPZ Oktober: activiteit IDPZ B.8 Publieksinformatie: allochtone mantelzorgers Aanleiding In 2012 is in de stad Utrecht geconstateerd dat voorlichting over palliatieve zorg aan mantelzorgers van Turkse en Marokkaanse afkomst nodig is. In de afgelopen jaren zijn we hiermee aan de slag gegaan. Dit loopt minder voorspoedig dan gehoopt. Doel Bij positieve evaluatie informeren van Turkse en Marokkaanse mantelzorgers, gelegenheid bieden om met elkaar en met zorgverleners in gesprek te gaan. Wijze van Drie informatiebijeenkomsten in Utrecht voor Turkse en Marokkaanse mantelzorgers en/of aanpak zorgverleners/vrijwilligers o.v.v. evaluatie. Resultaat Besloten is of het netwerk deze activiteit voortzet. Zo ja: Turkse en Marokkaanse mantelzorgers en zorgverleners/vrijwilligers in de stad Utrecht zijn in drie bijeenkomsten geïnformeerd over palliatieve zorg en voorzieningen die er zijn en hebben contact kunnen leggen met elkaar. Doelgroep Turkse en Marokkaanse mantelzorgers en zorgverleners/vrijwilligers in Utrecht Betrokken Werkgroep diversiteit, Vrijwilligerscentrale, U-Centraal, STSU e.a. Tijd Twee informatiebijeenkomsten verspreid over het jaar Vier vergaderingen van de werkgroep diversiteit 8

9 C. Deskundigheidsbevordering C.1 Scholingen algemeen Aanleiding Sommige scholingen worden in gezamenlijkheid met andere netwerken ontwikkeld en/of gegeven. Hiervoor is afstemming nodig, net als met het ROC MN die de basisscholingen niveau 3 sinds 2014 onder haar hoede heeft. Er komen vragen om (nieuwe) incompany scholingen vanuit het netwerk. De aansluiting met nascholing voor huisartsen is onvoldoende. Doel Regionale afstemming scholingen, afstemming met ROC-MN, bijdragen aan nascholing PZ huisartsen, ad hoc-scholingsvragen beantwoorden, signaleren van nieuwe mogelijkheden. Wijze van Regionale afstemming scholingen met andere netwerken in de regio in Septet-verband aanpak Samenwerking met HUS en/of WDH-MN (nascholing huisartsen) Afstemmingsoverleg ROC-MN Ad hoc-scholingsvragen organiseren/doorverwijzen De zorgmodule en richtlijn palliatieve zorg zijn waar relevant altijd het uitgangspunt Resultaat 1. De scholingen zijn waar nodig afgestemd met andere netwerken, het PTMN en het ROC en zijn bekend bij de partners. 2. Er is een samenwerking met de HUS en/of WDH-MN. 3. Incidentele scholingsvragen zijn bevredigend afgehandeld. Doelgroep Netwerkpartners Betrokken Werkgroep deskundigheidsbevordering, opleidingsfunctionarissen, andere netwerken, PTMN, WDH-MN, HUS, ROC-MN Tijdspad Voorjaar: overleg WDH-MN en HUS November: planning scholingskalender 2017 Hele jaar: afstemming netwerken en ROC-MN, incidentele scholingen regelen C.2 Basiscursus palliatieve zorg voor verzorgenden niveau 3 Aanleiding Vanaf najaar 2014 organiseert het ROC-MN meerdere malen per jaar de basiscursus voor verzorgenden niveau 3 in zes dagdelen. De cursus moet worden vernieuwd. Doel Deskundigheid van verzorgenden niveau 3 in de regio bevorderen. Wijze van Er is een cursus beschikbaar, waarin ook e-learning elementen zijn opgenomen. Bijdragen aan aanpak implementatie en de cursus via het ROC als open inschrijving aanbieden in het netwerk. Netwerkcoördinator is aanwezig bij de laatste les voor bekendmaking van het netwerk en opvangen van signalen. Incompany scholingen faciliteren. Resultaat 28 verzorgenden zijn geschoold in de open cursus. Incompany scholingen zijn gefaciliteerd. Doelgroep Verzorgenden niveau 3 Betrokken Netwerkpartners, ROC Midden Nederland, docenten, andere netwerken in de regio, deskundigen Tijdspad Het hele jaar door C.3 Basiscursus palliatieve zorg voor verpleegkundigen niveau 4 Aanleiding Er is behoefte aan een basiscursus palliatieve zorg voor verpleegkundigen niveau 4. De bestaande opleidingen hebben dikwijls een te hoog niveau voor MBO-ers en zijn duur. Doel Ontwikkelen van de basiscursus en indien al mogelijk eenmaal in het netwerk organiseren. Wijze van Bijdrage leveren om de niveau 3-scholing geschikt te maken voor niveau 4. Werven van aanpak deelnemers aan de cursus. Resultaat Basiscursus palliatieve zorg voor verpleegkundigen niveau 4 is ontwikkeld en zo mogelijk eenmaal georganiseerd voor 14 verpleegkundigen. Doelgroep Verpleegkundigen niveau 4 Betrokken Werkgroep deskundigheidsbevordering, ROC, andere netwerken, inhoudelijk deskundigen Tijd Nog niet bekend C.4 Verdiepende themascholingen Aanleiding In het netwerk bestaat behoefte aan kennis over palliatieve zorg in alle facetten. Daarom organiseert het netwerk verdiepende scholingsavonden voor zorgverleners en vrijwilligers. Doel Deskundigheid zorgverleners bevorderen op een laagdrempelige manier. Daarnaast de mogelijkheid van consultatie bekend maken. Wijze van Vijf gratis themabijeenkomsten voor zorgverleners uit de regio. Deelnemers ontvangen een 9

10 aanpak Resultaat Doelgroep Betrokken Tijd bewijs van deelname. Voor drie scholingen werkt het netwerk samen met het PalliatieTeam Midden Nederland (PTMN) op basis van de richtlijn palliatieve zorg. Bij de scholingen wordt de netwerkcoördinator ondersteund door een lid van de werkgroep deskundigheidsbevordering. Elke scholing wordt geëvalueerd zorgverleners zijn geschoold in een verdiepend thema van de palliatieve zorg. Verpleegkundigen, verzorgenden, artsen, geestelijk verzorgers, vrijwilligers en overige belangstellenden uit het netwerk. Werkgroep deskundigheidsbevordering, netwerkpartners, PTMN, docenten Verspreid over het jaar: vijf themabijeenkomsten Na elke scholing: evaluatie Voor- en najaar: twee vergaderingen werkgroep deskundigheidsbevordering C.5 Training communicatie en/of spiritualiteit Aanleiding Vanuit de werkgroep spirituele zorg, een gezamenlijke werkgroep met de netwerken Utrecht- Zuid en Noordwest- Utrecht, is een training voor zorgverleners op het gebied van spirituele zorg ontwikkeld en in 2014 eenmaal georganiseerd. In 2015 zijn tweedaagse trainingen STEM en Levenskunst/stervenskunst georganiseerd. Doel Bevorderen dat werkers in de palliatieve zorg zich bekwaam weten in communicatie en de omgang met existentiële en spirituele vragen van patienten en naasten. Wijze van Een actuele training op het gebied van communicatie en/of spirituele zorg organiseren en aanpak evalueren. Dit kan eventueel worden ondergebracht bij de verdiepende themascholingen. Resultaat 20 zorgverleners/vrijwilligers zijn geschoold in communicatie en/of spirituele zorg. Doelgroep Netwerkpartners, partners andere netwerken in de provincie Betrokken Werkgroep spirituele zorg, werkgroep deskundigheidsbevordering, docenten Tijd Oktober: training November: evaluatie Verspreid over het jaar: vijf vergaderingen werkgroep spirituele zorg C.6 Training omgaan met dementie voor vrijwilligers Aanleiding Vanuit de VPTZ en NPV (vrijwillige palliatieve thuiszorg) is vraag naar scholing op het gebied van omgaan met dementie. Het aantal mensen met dementie neemt toe en ze blijven langer thuiswonen. Het is goed als er vrijwilligers beschikbaar zijn voor deze groep en mantelzorgers. Doel Vrijwilligers van VPTZ en NPV scholen in het omgaan met dementie. Wijze van Er bestaat een goede scholing die we al in het project Goed voor Elkaar hebben gebruikt. We aanpak gaan onderzoeken welke VPTZ/NPV-groepen hier behoefte aan hebben. Deze groepen bezien of er vrijwilligers voor zijn/ of die geworven worden. We organiseren één of meerdere scholingen al naar gelang de behoefte. Lesmateriaal wordt aangeschaft en een docent (casemanager dementie) wordt aangetrokken. VPTZ/NPV-groepen breiden hun werkterrein uit, zodat de vrijwilligers aan de slag kunnen. Resultaat Vrijwilligers in twee VPTZ/NPV-groepen zijn geschoold in het omgaan met mensen met dementie en brengen dat in de praktijk. Doelgroep Mensen met dementie die thuis wonen Betrokken Vrijwilligers Palliatieve Terminale Thuiszorg (VPTZ), Nederlandse Patienten Vereniging (NPV), casemanagers dementie, VPTZ landelijk, projectleider Goed voor Elkaar Tijd Inventarisatie: voorjaar Scholing: mei-juni PR en aan de slag in de praktijk: najaar 10

11 Netwerkpartners Hospices Hospice Demeter, De Bilt Hospice De Wingerd, Charim, Amerongen Hospice Duurstede, Wijk bij Duurstede Hospice Heuvelrug, Warande, Zeist Hospice Utrecht Johannes Hospitium Vleuten Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg VPTZ de Biltse Kernen VPTZ Maarn/Maarsbergen VPTZ/NPV Zeist/Driebergen VPTZ Stichting Thuis Sterven Utrecht VPTZ Zuid-Utrecht Huisartsenorganisaties Huisartsen Utrecht Stad (HUS) Huisartsenvereniging Zuidoost-Utrecht Ziekenhuizen Diakonessenhuis Utrecht-Zeist-Doorn Sint Antonius Ziekenhuis, locatie Leidsche Rijn UMCU afdeling medische oncologie, Utrecht Psychosociale zorg Amarant, Utrecht/Amersfoort Cabane, centrum voor mensen met kanker, Utrecht Helen Dowling Instituut, Bilthoven Verpleging & verzorging intramuraal en thuis Accolade, Bosch en Duin AxionContinu, Utrecht Careyn, Utrecht Charim, Zeist/Veenendaal ISZ De Brug, Driebergen QuaRijn, Doorn De Rijnhoven, Harmelen Warande, Zeist Thuiszorg Allerzorg, Woerden Buurtzorg Utrecht Buurtzorg Zuidoost-Utrecht Hart voor Nederland Thuiszorg, Utrecht Joost Zorgt, Utrecht Kijk op Zorg, Utrecht Thuishulp Zorgzaam, Utrecht Vitras, Nieuwegein Stuurgroep Henriet Groenendijk, AxionContinu Hetty Stok, Hospice Utrecht en Stichting Thuis Sterven Utrecht Carin de Kok, Huisartsen Utrecht Stad Joke Hartman, Diakonessenhuis Utrecht Angelique Hoogduin, Careyn Utrecht Twee vacatures Zuidoost-regio 11

12 Themawerkgroepen Werkgroep diversiteit Werkgroep spirituele zorg Zicht op Zin Werkgroep deskundigheidsbevordering Werkgroep ketensamenwerking Werkgroep hospices Werkgroep communicatie Werkgroep visie palliatieve thuiszorg 12