Betreft : Technische vragen bij Bestemmingsplan t.b.v. Windmolenpark Industrieterrein Moerdijk

Transcriptie

1 Willemstad, 18 oktober 2016 Betreft : Technische vragen bij Bestemmingsplan t.b.v. Windmolenpark Industrieterrein Moerdijk Geacht College, Uit zowel jurisprudentie, als ook recent onderzoek ( link ), blijkt dat het plaatsen van windmolens in de nabijheid van woningen als direct gevolg heeft, dat deze woningen in waarde verminderen. Er zijn een aantal factoren welke invloed hebben op de hoe hoog deze daling is. - De afstand van de woning tot de windmolen (of windmolens) - De hoogte van de windmolen - De diameter van de windmolen De onderzoeksdata is niet gebaseerd op objecten binnen een straal van 1km, want die komen nauwelijks voor. Er wordt veelal gesproken over een waardedaling tot wel 6% (op 1 km), afnemend naarmate de afstand tot de molens groter wordt. De waardedaling van het omliggende onroerend goed, valt dus de omwonenden ten deel. Dat is daarmee een vaststaand feit. Het kan dus zomaar zijn, dat een huis in een fragiele woningmarkt nog eens een paar procent verder onder water komt te staan. Of dat ettelijke duizenden euro s, welke opgebouwd zijn als oudedag-reserve (het pensioen zit in de stenen ), verdampen als bijproduct van de een bestemmingswijziging. 1. Deelt het College onze mening, dat de raad de vrijheid heeft om de effectieve ontwaarding mee te nemen in haar afweging om het bestemmingsplan al- dan niet goed te keuren? En dat een bestemmingsplanwijziging dus niet enkel getoetst moet worden op planologische inpasbaarheid?

2 Windmolenpark Sabinapolder Recentelijk werd een verzoek om planschade van een van onze inwoners aan de Kraaijendijk afgewezen, omdat hij op basis van enkel de vastgestelde Visie Windenergie Gemeente Moerdijk 2004 zou hebben kunnen voorzien dat de situatie ter plaatse in ongunstige zin zou kunnen veranderen. (Voorzienbaarheid) Een citaat van het Saoz (de partij waaraan onze gemeente opdracht geeft de vordering tot planschade te beoordelen): Bij het beoordelen van de voorzienbaarheid is maatgevend of de aanvrager, als redelijk handelend en denkend koper, rekening diende te houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse in ongunstige zin zou veranderen. Daarbij wordt rekening gehouden met concrete beleidsvoornemens die openbaar zijn gemaakt, bijvoorbeeld een voorontwerpbestemmingsplan, een structuurschets of -visie en/of een al vigerend bestemmingsplan. 2. Deelt het College het uitgangspunt van het Saoz, dat op basis van de vastgestelde visie (anno 2004), waarin ook al een windmolenpark op het Industrieterrein Moerdijk staat opgenomen, de omwonenden van het voorgenomen windmolenpark Industrieterrein Moerdijk per definitie zijn uitgesloten van planschade, voor zover zij na deze datum eigenaar geworden zijn? Zo nee, op welke datum stelt het college dan dat er sprake is van voorzienbaarheid en om welke reden?

3 Willekeur bij behandeling van planschade Voornoemde inwoner op de Kraaijendijk, was ervan op de hoogte dat een andere omwonende, welke op een eerder moment een verzoek tot planschade van hetzelfde park heeft ingediend en maar ook pas ná 2004 daar is komen wonen, wél gehonoreerd is in zijn verzoek tot planschade. Navraag bij het Saoz leert dat de behandelaar niet eerder bekend was met het visie-document van de gemeente Moerdijk. Zijn voorganger heeft geluk gehad. 3. Deelt het College onze mening, dat van een ter zake kundige behandelaar eerder verwacht mag worden dat hij zijn dossier op orde heeft, dan dat er sprake is van voorzienbaarheid van een omwonende? 4. Zo ja, deelt u onze mening dat het opportuun is om de leges in dit geval aan de aanvragers te retourneren, onafhankelijk van de uitkomst van de uiteindelijke beoordeling? 5. Is het College van mening dat er - door de eerdere toekenning - een precedent geschapen is, voor latere indieners van planschade van deze bestemmingsplanwijziging binnen onze gemeente? 6. Zo nee, kunt u dit gemotiveerd afzetten tegen het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel en het verbod op willekeur?

4 Eigen risico bij planschade In artikel 6.2, tweede lid, Wro is het minimum forfait van het normaal maatschappelijk risico bij waardevermindering gesteld op 2% van de oorspronkelijke waarde op de peildatum. Uit de rechtspraak blijkt, dat bij de beoordeling van het normaal maatschappelijk risico dit percentage onder omstandigheden ook hoger kan zijn. Van enkele bewoners krijgen wij teruggekoppeld, dat in dit geval bij enkele woningen een waardevermindering tot wel 4,7% gesteld wordt, maar tevens het eigen risico door het Saoz op meer dan 4% wordt gesteld. Effectief stelt het Saoz, namens onze gemeente, dat er dus geen planschade uitgekeerd zal worden. Gezien het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel en het bestuurlijke verbod op willekeur, achten wij het meer dan aannemelijk dat we de uitkomsten van de planschadeverzoeken rond Windpark Sabinapolder kunnen transponeren naar het Windmolenpark Industrieterrein Moerdijk. Wanneer we stellen dat: er grofweg 400 woningen in een ring tussen de 1km en 2km van het beoogde windmolenpark liggen; voor deze woningen gemiddeld een waardevermindering van 3% van toepassing is; de gemiddelde woningprijs op de peildatum euro bedraagt; het eigen risico, binnen deze straal, gelijk gesteld wordt aan de gemiddelde waardevermindering en omwonenden dus niet vergoed worden; de woningen welke aangekocht zijn vanaf 2004 sowieso wegens voorzienbaarheid uitgesloten zullen worden van planschade Voorzien wij een mogelijke ontwaarding van een kleine 3 miljoen euro van de Klundertse omwonenden. 7. Deelt het College onze mening, dat door de onverhaalbaarheid van de schade en de drempel van 300 euro leges, deze waardevermindering in de praktijk voor het overgrote deel op het conto van de omwonenden zal vallen? 8. In het voorliggende raadsvoorstel, wordt nergens gesproken over de waardevermindering van woningen in Klundert, waarom niet. En welk bedrag heeft het College hiervoor becijferd en meegewogen in haar route naar het aankomende raadsvoorstel?

5 Normen voor overlast In de MER wordt gesteld dat de geluidsoverlast van het voorgenomen windmolenpark binnen de normen blijft. Specifiek wordt hiervoor de L den genoemd. En hoewel geluid in de praktijk stapelt, kan de bestaande geluidscontour van het industrieterrein hier niet bij opgeteld worden. 9. Deelt het College onze mening, dat de raad de vrijheid heeft om in haar afweging van het bestemmingsplan de verschillende geluidsoverlasten wél op te tellen, tot een ongedefinieerde hoeveelheid meer overlast? Het is een natuurkundig feit, dat 2 bronnen van laag frequent geluid zich kunnen manifesteren als een laag pulserende brom. Zowel windmolens, als aggregaten, motoren of compressoren zijn voorbeelden van dergelijke bronnen. De 2 bronnen die volgens verschillende normen niet bij elkaar opgeteld kunnen worden. Een volgend natuurkundig feit, is dat de akoestiek van een ruimte een versterkend effect kan hebben op deze gestapelde laag pulserende brom. 10. Heeft het college met bovenstaande feiten rekening gehouden? 11. Deelt het college onze mening dat hierdoor de gehouden geluidssafari s niet representatief geacht moeten worden voor de afweging van overlast in van het Windpark Industrie Moerdijk welke ondervonden kan gaan worden?

6 Maatschappelijke kosten en maatschappelijke baten De zoeklokaties voor het Windmolenpark Industrieterrein Moerdijk, zijn beperkt tot gronden van de gemeente of het havenschap. Om een valide afweging te kunnen maken, dient de raad ook de Profit, de geldelijke component af te wegen, tegen de becijferde schade van de omwonenden. Ervaring leert dat de eigenaar van de gronden waarop windmolens geplaatst zijn hier jaarlijks inkomsten voor ontvangt. In geval van het Windpark Industrieterrein Moerdijk, becijferen we een potentiële inkomstenbron voor het Havenschap van tot per jaar. Wij zien graag een uiteenzetting van de - door het College voorziene - kosten en baten. 12. Wat zijn de incidentele kosten/baten voor de gemeente Moerdijk, over welke perioden en waaruit bestaan deze? 13. Wat zijn de structurele kosten/baten voor de gemeente Moerdijk, over welke perioden en waaruit bestaan deze? 14. Wat zijn de incidentele kosten/baten voor het Havenschap en waaruit bestaan deze? 15. Wat zijn de structurele kosten/baten voor het Havenschap en waaruit bestaan deze?

7 Maatschappelijk draagvlak en haalbaarheid oplossingsrichtingen: maakt zich zorgen over het toch al te fragiele maatschappelijk draagvlak voor verduurzaming. Te meer nu na de ratificering van het Klimaat van Parijs (EU), op korte tot middellange termijn meer en verstrekkende duurzaamheidsmaatregelen op komst zijn. heeft de stellige mening, dat we enkel in volledige transparantie tot een gedragen realisatie komen van onze ambities en doelstellingen. Als raad moeten we daarbij duidelijk voorgelicht worden en de maatschappelijke impact onderkennen, meer dan tot op heden het geval is geweest. Principieel vinden wij, dat ook de lokale overheid haar verantwoording moet nemen, wanneer omwonenden zonder actieve risicoaanvaarding geconfronteerd worden met ontwaarding van hun woningen. Wij zien bijvoorbeeld de publicatie van de bestemmingsplanprocedure eerder als moment waarop voorzienbaarheid gesteld mag worden. Haalbaarheid van oplossingsrichtingen: 16. Wat zijn de mogelijkheden en kosten om, wellicht afwijkend van de WRO, onze inwoners te compenseren voor planologische schade, wanneer we lokaal niet het moment van publicatie van visie, maar vooraankondiging van wijziging bestemmingsplan als ijkmoment voor voorzienbaarheid willen hanteren? Als hier mogelijkheden voor zijn, zien wij graag een uitwerking van de financiële consequenties voor de situatie in Klundert en tevens voor de omwonenden van park Sabinapolder en Oud-Dintel. 17. Wat zijn de mogelijkheden en kosten om een lokale norm te stellen aan het eigen risico wat de raad wenselijk acht. Graag zowel een toelichting op de mogelijkheden van de recente historie (Oud Dintel, Sabinapolder, etc), het actuele dossier (Industrieterrein Moerdijk) en toekomstige plannen. 18. Kunt u limitatief opsommen welke sturingsmogelijkheden we als gemeente, dan wel als raad überhaupt hebben op bovenstaande variabelen? 19. Deelt u de mening van, dat wanneer zou blijken dat bijvoorbeeld het Havenschap substantiële inkomsten heeft uit het Windmolenpark Industrieterrein Moerdijk maar de omwonenden binnen redelijkheid niet mogen verwachten om gecompenseerd te worden voor hun schade, het maatschappelijk draagvlak voor verduurzaming een ongewenste deuk kan oplopen?

8

9 Bijlage I: Afstand Windmolenpark - Klundert (bij benadering)