Toelatingsbeleid mbo. toelating voor schooljaar Gepubliceerd op: 23 januari 2017 Versie: 1.0

Transcriptie

1 Toelatingsbeleid mbo toelating voor schooljaar Opgesteld door: Geaccordeerd door: Vastgesteld door: Afdeling Kwaliteit & Onderwijs Werkgroep toelating mbo College van Bestuur Gepubliceerd op: 23 januari 2017 Versie: 1.0

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Inhoud en doel van het toelatingsbeleid Leeswijzer Algemene toelatingseisen Toelating in relatie tot de vooropleiding Aanvullende plaatsingscriteria Toelating tot de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Toelating van Havisten Toelating tot de Entreeopleiding Stapelen Toelatingsonderzoek Schoolondersteuningsprofiel Opleidingsspecifieke toelatingseisen Toelatingsprocedure Aanmelding Intake Studiekeuzeadvies Inschrijving / Afwijzing / Klacht Plaatsing...13 Pagina 2 van 13

3 1. Inleiding Het Clusius College mbo heeft een gemeenschappelijk toelatingsbeleid. Dit beleid wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld door de werkgroep toelating. Het toelatingsbeleid gaat ter instemming naar de Directieraad mbo en de Centrale Studentenraad en ter kennisneming naar de Algemene Directieraad. Jaarlijks wordt dit beleid voor 1 februari vastgesteld door het College van Bestuur. 1.1 Inhoud en doel van het toelatingsbeleid Het toelatingsbeleid van het Clusius College is er op gericht een potentiële student in de voor hem/haar meest geschikte en haalbare opleiding te plaatsen. Het Clusius College streeft naar een zorgvuldig toelatingsbeleid. Dit betekent dat de toelatingsprocedure is vastgelegd en zowel de potentiële student als de intakers goed op de hoogte zijn van de procedure en daarbij horende criteria. De intakers voeren de procedure vervolgens consistent uit. Waar in dit document het woord student staat, wordt de potentiële student van het Clusius College mbo bedoeld. Het doel van ons toelatingsbeleid is het verwoorden van de wettelijke- en Clusiusregels die gelden rondom de toelating tot een opleiding. Daarbij geeft het handvatten voor medewerkers van het Clusius College die betrokken zijn bij de intake en plaatsing van studenten. Het Clusius College kent algemene toelatingseisen, die gelden voor alle opleidingen en opleidingsspecifieke toelatingseisen. De specifieke opleidingseisen worden door het opleidingsteam opgesteld en vastgesteld door het bevoegd gezag. In de intakeprocedure wordt het toelatingsbeleid in de praktijk gebracht. De kaders van de intakeprocedure zijn daarom in dit document opgenomen. Aan de hand van deze kaders worden de intakeprocessen op de locaties verder uitgewerkt. 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 staan de algemene toelatingseisen beschreven. Deze toelatingseisen hebben betrekking op de eisen die gesteld worden aan de vooropleiding. In hoofdstuk 3 staat meer informatie over de opzet van de opleidingsspecifieke toelatingseisen. Deze eisen zijn per opleiding beschreven en te vinden op In hoofdstuk 4 staat de toelatingsprocedure. Hier staat beschreven hoe het Clusius College handelt van aanmelding tot plaatsing van de student in de opleiding. Pagina 3 van 13

4 2. Algemene toelatingseisen Het wettelijk kader van het toelatingsbeleid wordt gevormd door de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en de Doorstroomregeling vmbo beroepsonderwijs. Ook wordt rekening gehouden met de Algemene wet gelijke behandeling. Het wettelijk kader laat ruimte voor de scholen om aanvullende plaatsingscriteria te hanteren voor opleidingen op niveau 2, 3 en 4. Deze aanvullende criteria worden in dit document beschreven. 2.1 Toelating in relatie tot de vooropleiding Een student wordt toegelaten tot een mbo-opleiding waar de kans van slagen zo groot mogelijk is. Het Clusius College laat studenten toe tot een opleidingsniveau dat bij hem/haar past en waar de kans op het halen ven een diploma zo groot mogelijk is. De vooropleidingseisen zijn als volgt: Mbo-opleiding Niveau 4 Niveau 3 Niveau 2 Entreeopleiding Vooropleiding - vmbo - diploma Theoretische leerweg - vmbo - diploma Gemengde leerweg - vmbo - diploma Kaderberoepsgerichte leerweg met een positieve intake 1 - havo/vwo - recent overgangsbewijs van jaar 3 naar jaar 4 - mbo - diploma niveau 3 - vmbo - diploma Kaderberoepsgerichte leerweg - vmbo - diploma Gemengde leerweg - vmbo - diploma Theoretische leerweg - mbo - diploma niveau 2 of vergelijkbaar - vmbo - diploma Basisberoepsgerichte leerweg - vmbo - diploma Kaderberoepsgerichte leerweg - vmbo - diploma Gemengde leerweg - vmbo - diploma Theoretische leerweg - mbo - diploma Entree-opleiding of niveau 1/AKA - geen diploma niet voldaan aan de vooropleidingseisen voor toelating tot een opleiding mbo-2, mbo-3 of mbo-4; op 1 augustus minimaal 16 jaar (zie paragraaf 2.5) 2.2 Aanvullende plaatsingscriteria Het Clusius College hanteert een aantal aanvullende plaatsingscriteria. Deze zijn als volgt: Van studenten van de kaderberoepsgerichte leerweg die zich aanmelden voor niveau 4 verwachten we een voldoende voor de rekentoets, Engels en Nederlands en een zeven gemiddeld op de cijferlijst. Een handicap of beperking van de instromende student mag niet van dien aard zijn dat het toekomstige beroep niet uitgeoefend kan worden of dat de benodigde ondersteuning niet gerealiseerd kan worden door het Clusius College. Indien er sprake is van een beperkt aantal opleidingsplaatsen, vindt loting plaats (zie paragraaf 4.1). Het aantal opleidingsplaatsen is beschreven in de opleidingsspecifieke toelatingseisen 1 Informatie over de positieve intake staat in hoofdstuk 4 Pagina 4 van 13

5 Bij enkele opleidingen gelden branche-aanvullende eisen, zoals bijvoorbeeld leeftijd en het beschikken over een trekkerrijbewijs. Deze zijn beschreven in de opleidingsspecifieke toelatingseisen. Bij enkele opleidingen gelden opleidingsspecifieke aanvullende eisen. Dit is bijvoorbeeld de ervaring met het toekomstige beroep of de rijvaardigheid bij paardenhouderij niveau 3 en 4. Deze aanvullende eisen staan beschreven in de opleidingsspecifieke toelatingseisen. Het Clusius College kent intake-activiteiten. Hieraan moet de student deelnemen voor plaatsing in de opleiding. De intake-activiteiten zijn beschreven in hoofdstuk Toelating tot de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Toelating tot een opleiding in de BBL vindt uitsluitend plaats wanneer verwacht wordt dat de student, in samenspraak met het opleidingsteam, een arbeidsovereenkomst en een praktijkovereenkomst aan kan gaan met een erkend leerbedrijf. De student neemt, in overleg met het opleidingsteam, het initiatief tot het sluiten van een arbeidsovereenkomst. In bijzondere omstandigheden kan het opleidingsteam bemiddelen in het vinden van een geschikte opleidingsplaats op basis van een praktijkovereenkomst. Mocht de student op 1 december nog geen geschikte opleidingsplaats (beroepspraktijkvormingsplek) gevonden hebben, dan moet de student stoppen met de opleiding of overstappen naar de beroeps opleidende leerweg (BOL). De praktijkovereenkomst, overeenkomst tussen student, Clusius en de werkgever, wordt gebaseerd op een 24-urige begeleiding in de week. Daarbij gaat de student één dag in de week naar school en vindt er zelfstudie plaats. In de BBL worden minder uren onderwijs op school aangeboden in vergelijking met dezelfde opleiding in de BOL. Hierdoor wordt extra gekeken naar het niveau van taal en rekenen van de student en het gewenst eindniveau bij diplomeren. Bij een te laag niveau wordt van de student ten aanzien van dit/deze onderdelen extra inspanning verwacht of wordt de student geadviseerd de opleiding in de BOL te volgen. 2.4 Toelating van Havisten Een havoleerling is toelaatbaar voor niveau 4 als de leerling minimaal een recent overgangsbewijs heeft van jaar 3 naar jaar 4. Uit onderzoek blijkt dat havoleerlingen eerder uitvallen op het mbo dan een vmbo-leerling. Om deze reden wordt in de intake extra aandacht besteed aan de beweegredenen van de student om voor een mbo-opleiding te kiezen. Het studierendement na vijf jaar van havisten is 67%. 33 % Zit dus nog zonder diploma na 5 jaar mbo Toelating tot de Entreeopleiding De entreeopleiding is toegankelijk voor de student die niet aan de vooropleidingseisen voor mbo niveau 2 voldoet en niet meer tot de doelgroep van het vo behoort (dus niet meer volledig leerplichtig is). De student dient 16 jaar te zijn op 1 augustus in het leerjaar dat hij start met de opleiding. Is de student al twee jaar ingeschreven in een entreeopleiding, dan wordt de student niet toegelaten. Wanneer de student van de praktijkschool komt, kan inschrijving voor de Entree alleen via de Praktijkschool plaatsvinden. Voorafgaand aan de start van de opleiding worden er afspraken gemaakt met de student over de te behalen resultaten. Na vier maanden 2 Bron: De route van havo naar mbo: uitweg of omweg? ECBO 2010 Pagina 5 van 13

6 volgt een bindend studieadvies. Dit betekent dat bij een negatief studieadvies de student zijn opleiding moet beëindigen. 2.6 Stapelen Wanneer studenten binnen het mbo doorstromen, van bijvoorbeeld niveau 2 naar niveau 3, noemen we dit stapelen. Een student stapelt opleidingen. Dit is mogelijk wanneer een student zich gedurende zijn opleiding ontwikkelt en laat zien dat hij een hoger niveau aan kan. Wanneer het mogelijk is, wordt de student nog voor diplomeren ingeschreven op het hoger niveau. Zo haalt de student één diploma. Dit zorgt ervoor dat een student op een efficiënte wijze het mbo doorloopt. Tijdens de intake (dit omvat het DDD, uitslag AMN-test, gesprek, evt. aanvullende opdracht) wordt bekeken op welk niveau een student toelaatbaar is. Op dat niveau start de student aan de opleiding. Op een lager niveau beginnen dan uit de intake is gebleken, is niet toegestaan. Een uitzondering hierop is als het Clusius College de opleiding niet op het betreffende niveau aanbiedt. De student kan er dan voor kiezen te starten aan de opleiding op een lager niveau. 2.7 Toelatingsonderzoek Het uitgangspunt voor toelating tot een mbo niveau 2, 3 of 4 opleiding is dat elke student in het bezit is van een vo- of mbo-diploma of recent havo overgangsbewijs (van jaar 3 naar jaar 4). Het komt in de praktijk echter voor dat een student dit niet heeft. In dit geval kan het Clusius College bij aanmelding voor een opleiding overgaan tot een toelatingsonderzoek. In het toelatingsonderzoek wordt onderzocht of de student toegelaten kan worden tot een niveau 2, 3 of 4 opleiding. Het is niet de bedoeling dat toelating via een toelatingsonderzoek een sluipweg wordt om geen vo-diploma te hoeven halen. Het Clusius kijkt dan ook eerst naar de mogelijkheid voor de student of deze als nog, via vavo, een vo-diploma kan behalen. Een toelatingsonderzoek omvat een: - AMN-test; - Digitaal Doorstroom Dossier; - taal- en rekenniveautest; - persoonlijk gesprek; - advies van werkgever (indien potentiële student werkende is); - aanvullende opdracht (niet voor elke opleiding van toepassing). De uitkomst van de AMN-test geeft een beeld van de capaciteiten, persoonlijkheid, beroepsbeeld en motivatie van de student. De taal- en rekenniveautest is nodig om de inschatting te maken of de potentiële student tijdens de opleiding op niveau 2F (mbo 2 en 3) of niveau 3F (mbo 4) kan komen. In het persoonlijk gesprek wordt ingegaan op de resultaten uit de AMN-test, taal- en rekenniveautest, advies van de werkgever en eventuele aanvullende opdracht. Het toelatingsonderzoek wordt door twee medewerkers van het Clusius College uitgevoerd. Ook voor deze student is het nodig een DDD aan te maken. Afhankelijk van de toeleverende school, werkgever of andere relatie, wordt besloten of deel B ook ingevuld dient te worden. De medewerkers van het Clusius College kunnen in het belang van het toelatingsonderzoek, aanvullende ondersteuningsdocumenten opvragen. 2.8 Schoolondersteuningsprofiel Voor elke vestiging is een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit profiel is als het ware een foto van de stand van zaken van de ondersteuningsmogelijkheden binnen de vestiging. Dit ondersteuningsprofiel helpt de student, en zijn wettelijke vertegenwoordiger, bij het bepalen of het ondersteuningsniveau van de school past bij de behoefte. Het profiel geeft de intakers Pagina 6 van 13

7 van het Clusius College de mogelijkheid om te bepalen of voldoende ondersteuning kan worden geboden aan de gevraagde behoefte. Het schoolondersteuningsprofiel is in te zien op 3 Opleidingsspecifieke toelatingseisen Naast de algemene toelatingseisen, kent elke opleiding ook aanvullende plaatsingscriteria. Deze criteria zijn verwoord in de opleidingsspecifieke toelatingseisen welke gepubliceerd zijn op De volgende informatie staat hierin vermeld: Aanvullende opdracht; Wanneer het maken van een aanvullende opdracht als voorwaarde gesteld wordt bij toelating tot de opleiding, staat deze opdracht beschreven en waar deze op beoordeeld wordt. Een voorbeeld van een aanvullende opdracht is een motivatiebrief en een presentatie tijdens het intakegesprek. Onder een aanvullende opdracht wordt ook proef studeren of een dag meelopen in de opleiding bedoeld. Competenties en vaardigheden; De competenties en vaardigheden zijn omschreven waarover de student al moet beschikken bij de aanvang van de opleiding. Ook wordt aangegeven wat uit de intaketest moet blijken. Aanvullende eisen; Indien de opleiding nog andere aanvullende eisen heeft, zijn deze omschreven. Een voorbeeld is het bezit van een trekkerrijbewijs of gewasbeschermingslicentie of dat de student een voldoende voor wiskunde moet hebben. Opleidingsplaatsen; Er wordt aangegeven of er een minimum en/of maximum aantal opleidingsplaatsen zijn. Indien het maximum aantal opleidingsplaatsen door aanmelding is bereikt, vindt loting plaatst. Indien er minder aanmeldingen zijn dan het minimum aantal opleidingsplaatsen, gaat de opleiding niet van start. Stageplaatsen; Er wordt aangegeven hoeveel stageplaatsen er beschikbaar zijn en welke inspanning van de opleiding en de student wordt verwacht bij het vinden van een stageplaats. Na het behalen van het diploma; De kans op werk en de vervolgopleidingen die goed aansluiten worden hier omschreven. Pagina 7 van 13

8 4 Toelatingsprocedure De toelatingsprocedure beschrijft het proces van aanmelding tot plaatsing. Voor de uitvoering van en toezicht op deze procedure heeft elke vestiging twee commissies ingesteld: Toelatingscommissie Deze commissie bestaat uit de vestigingsdirecteur, teamleider met portefeuille intake en de ondersteuningscoördinator of trajectbegeleider. De taken van de toelatingscommissie zijn: - evalueren van toelatingsbeleid en procedure (inclusief specifieke toelatingseisen); - afhandeling van klachten die gaan over de toelating/afwijzing tot een opleiding; - toetsing achteraf of een afwijzing terecht/juist is geweest (doel: inzicht krijgen op de redenen van afwijzing en de gevolgde procedure). De commissie komt vanaf maart vijfmaal bij elkaar. Zo wordt gedurende de intakeperiode het proces gemonitord en de dossiers van de afgewezen studenten getoetst. Van deze vergaderingen wordt een notulen gemaakt. Indien er een omissie gemaakt is in de beoordeling van plaatsing, wordt dit binnen een week na de vergadering aan de student gecommuniceerd. Intakecommissie Deze commissie bestaat uit ieder geval de betreffende teamleider en de ondersteuningscoördinator. De taken van de intakecommissie zijn; - beoordelen van het intakedossier en of deze compleet is; - toewijzen van het type intakegesprek voor de student op basis van het intakedossier; - geven van het studiekeuzeadvies (meestal) na afloop van het intakegesprek. De toelatingsprocedure kent vijf fases: 1) Aanmelding 2) Intake 3) Studiekeuzeadvies 4) Inschrijving / Afwijzing / Klacht 5) Plaatsing Deze fases worden in onderstaande paragrafen beschreven. 4.1 Aanmelding De student meldt zich aan d.m.v. een ondertekend aanmeldingsformulier of digitaal via Wanneer een kopie van het ID-bewijs of een recent bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister wordt overhandigd, wordt deze na inschrijving in EduArte vernietigd. De student ontvangt een schriftelijke bevestiging van de aanmelding. Mocht de student zich hebben aangemeld voor een opleiding waarvoor hij niet voldoet aan de vooropleidingseisen dan wordt met de student contact opgenomen zodat hij zich alsnog kan aanmelden voor een opleiding waarvoor de student wel voldoet aan de vooropleidingseisen of wordt besloten over te gaan tot een toelatingsonderzoek. Aanmelddatum De aanmelding vindt plaats vóór 1 april. Wanneer de aanmelding op of na 1 april door het Clusius College wordt ontvangen, is het mogelijk dat de student niet meer geplaatst kan worden binnen de aangemelde opleiding. Bij een verlate aanmelding zullen de intakeactiviteiten mogelijk ook verlaat plaatsvinden. Pagina 8 van 13

9 Loting Het Clusius College kent opleidingen met een beperkt aantal opleidingsplaatsen. In de opleidingsspecifieke toelatingseisen van de betreffende opleidingen is beschreven of dit van toepassing is. Ook staat dit vermeld op Na 31 maart wordt er voor deze opleidingen geloot. Uit alle aangemelde studenten die voldoen aan de vooropleidingseisen wordt het aantal studenten geloot dat past bij het beschikbare aantal opleidingsplaatsen. Daarbij worden vijf extra studenten geloot voor de reservelijst. Mocht er na de intake-activiteiten een student niet starten met de opleiding, wordt de eerste student op de reservelijst uitgenodigd voor de intake. Uiterlijk 1 week na 1 april worden studenten geïnformeerd over de uitkomst van de loting. Aanmelding leerling/student Clusius College Wanneer een leerling/student van het Clusius College zich vóór 1 april aanmeldt, heeft deze leerling/student voorrang bij de intake. Dit kan een Clusius vmbo-leerling zijn die na het behalen van het diploma een mbo-opleiding wil gaan volgen of een Clusius mbo-student die na het behalen van het diploma een niveau hoger wil gaan volgen binnen het Clusius College. Bij gelijke geschiktheid voor een opleiding krijgt de Clusius- leerling/student die zich vóór 1 april heeft aangemeld, voorrang op plaatsing. Bij opleidingen met een beperkt aantal opleidingsplaatsen gaat de Clusius leerling/student die voldoet aan de toelatingseisen niet mee in de loting. Deze leerling/student wordt uitgenodigd voor de intakeactiviteiten van de opleiding en heeft dus voorrang. Voor het aantal opleidingsplaatsen die hierna nog beschikbaar zijn wordt geloot. 4.2 Intake Het doel van de intake is het leren kennen van de student en om samen een geschikte en haalbare opleiding te kiezen. Het deelnemen aan de intakeactiviteiten is een voorwaarde voor plaatsing in een opleiding. De intake-activiteiten bestaan uit; - invullen van het Digitaal Doorstroom Dossier (DDD) - maken van een AMN-intaketest - voeren van een intakegesprek - maken van een aanvullende opdracht (indien benoemd in de opleidingsspecifieke toelatingseisen) - proef studeren/een dag meelopen in de opleiding (indien benoemd in de opleidingsspecifieke toelatingseisen) Digitaal doorstroomdossier (DDD) 3 Na de aanmelding maakt de student een Digitaal Doorstroom Dossier (DDD) aan via Dit dossier wordt bij de overdracht overhandigd aan het mbo. Dit dossier bevat alle gegevens die relevant zijn voor een goede doorstroom naar het middelbaar beroepsonderwijs. De student vult een deel van het dossier in (deel A). Dit deel bestaat onder andere uit persoonsgegevens, aangevuld met informatie over de studieloopbaan en eventuele werkervaring. Ook de motivatie voor de aangemelde opleiding wordt hierin ingevuld. 3 Het DDD heeft het papieren inlichtingenformulier student en het inlichtingenformulier decaan/mentor vervangen. Pagina 9 van 13

10 Vervolgens vult de toeleverende school of de werkgever deel B in van het DDD. De toeleverende school of werkgever geeft zijn advies over de keuze voor- en haalbaarheid van de opleiding waarvoor de student zich heeft aangemeld. Daarbij geeft hij/zij antwoord op vragen over de ondersteunings-/begeleidingsbehoefte van de student. Ook is het mogelijk (indien aanwezig) het ontwikkelingsperspectiefplan (opp) van de student toe te voegen. Nadat het dossier door beiden is ingevuld, wordt het digitaal aangeboden aan het Clusius College. Het Clusius gebruikt dit DDD als handvat bij het intakegesprek, plaatsing en begeleiding. AMN-intaketest De intaketest geeft inzicht in de capaciteiten en persoonlijkheid van een student. In de test worden vragen gesteld over de motivatie, sport - vrije tijd - hobby s, (werk)ervaring, thuissituatie, gezondheid, begeleiding, emotie, gedrag en competenties. De test geeft advies over de gewenste begeleidingsstijl en is gekoppeld aan competenties, waardoor eenvoudig is af te lezen voor welke competenties de student meer of minder aanleg heeft. Deze test wordt, voorafgaand aan het intakegesprek, door elke student gemaakt. Intakegesprek Het intakegesprek is gericht op wat de student kan en op welke mogelijkheden het Clusius College samen met de student ziet om de opleiding af te ronden. Wanneer een intaker inschat dat een student niet aan alle eisen uit het kwalificatiedossier kan voldoen, is dat een onderwerp in het intakegesprek, waarbij eventueel alternatieve opleidingen worden besproken. De intakecommissie bepaalt op basis van het DDD, de vooropleiding en de uitkomst van de AMN-test welk type intakegesprek elke student krijgt. Elk gesprek wordt gevoerd met minimaal één intaker. Een intaker is een medewerker van het Clusius College die getraind is in het voeren van intakegesprekken. Na elk gesprek wordt het vervolg van de toelatingsprocedure besproken. Het Clusius College kent vier type intakegesprekken; 1. Groepsintake Dit gesprek vindt plaats met maximaal vier studenten en minimaal één intaker en duurt ongeveer 30 minuten. In dit gesprek worden de volgende onderwerpen besproken: - kennismaking en de motivatie voor de opleiding; - ruimte voor de student om vragen te stellen; - de eventuele aanvullende opdracht wordt gepresenteerd; - algemene zaken over de opleiding worden toegelicht. 2. Individuele korte intake Dit gesprek vindt plaats met één student en twee intakers en duurt ongeveer 20 minuten. In dit gesprek worden de volgende onderwerpen besproken: - de eventuele aanvullende opdracht wordt gepresenteerd; - de motivatie en het beroepsbeeld van de student; - ruimte voor de student om vragen te stellen; - algemene zaken over de opleiding worden toegelicht. Pagina 10 van 13

11 3. Individuele verlengde intake Dit gesprek vindt plaats met één student en twee intakers en duurt ongeveer 30 minuten. In dit gesprek worden de volgende onderwerpen besproken: - de eventuele aanvullende opdracht wordt gepresenteerd; - de motivatie en het beroepsbeeld van de student; - ruimte voor de student om vragen te stellen; - algemene zaken over de opleiding worden toegelicht; - de behoefte aan extra ondersteuning wordt in beeld gebracht. 4. Individueel verlengd SLAG (Studieloopbaanadviesgesprek) Dit gesprek vindt plaats met één student, de begeleider heroriëntatie van het Clusius College en een intaker en duurt ongeveer 30 minuten. Bij deze gespreksvorm staat het beeld van het beroep dat de student heeft centraal en/of de motivatie voor de gekozen opleiding. (Eventueel) aanvullende opdracht In de opleidingsspecifieke toelatingseisen staat beschreven of een aanvullende opdracht onderdeel uitmaakt van de toelatingsprocedure voor de betreffende opleiding. In een aanvullende opdracht heeft de student de mogelijkheid te laten zien wat zijn motivatie is voor de opleiding/beroep en/of hoe hij één of meer vaardigheden al beheerst. Ook heeft het Clusius College hierin de mogelijkheid de student te laten zien wat de opleiding inhoudt door bijvoorbeeld proefstudeer- of meeloopdagen te organiseren. 4.3 Studiekeuzeadvies Na de intake-activiteiten ontvangt de student een studiekeuzeadvies. Hiermee wordt de student geadviseerd of de opleiding echt goed bij zijn wensen, motivatie, talenten en eventueel beperkende kenmerken past. Dit advies kan zijn; 1. Plaatsing in de aangemelde opleiding en niveau. Dit is een positieve intake. De student wordt ingeschreven in de opleiding en ontvangt hiervan een schriftelijke bevestiging. 2. Plaatsing in de aangemelde opleiding op een ander niveau. Na overleg met de student en zijn ouders/verzorgers over dit advies, kan de student worden ingeschreven en ontvangt hiervan een schriftelijke bevestiging. 3. Een uitgebreider studieloopbaanadviesgesprek is nodig in verband met een onjuist beroepsbeeld en/of motivatie. 4. Een andere opleiding binnen/buiten het Clusius College past beter bij de student. 5. Geen plaatsing in de opleiding omdat; - de student zich na 1 april heeft aangemeld en er is geen plek meer in de opleiding; - de inschatting is dat de student niet aan alle eisen uit het kwalificatiedossier kan voldoen (dit kan alleen een reden zijn als de begeleiding van de student een onevenredige belasting voor de opleiding is), het gaat om: o Onvoldoende fysieke gesteldheid om de opleiding en/of beroep succesvol te kunnen doorlopen o de ondersteuning die deze student nodig heeft, kan de opleiding niet bieden. Bij studiekeuzeadvies 3, 4 en 5 is er onzekerheid over plaatsing en/of ondersteuning van een student. Er wordt vervolgens contact opgenomen met de student, zijn ouders/verzorgers en de toeleverende school. De verdere procedure wordt dan besproken. Mogelijk wordt de intake verlengd en een tweede intakegesprek gevoerd. Afhankelijk van de vraag/problematiek worden hierbij gesprekspartners uitgenodigd. De student kan geadviseerd worden zich aan te melden bij een voor hem meer passende Pagina 11 van 13

12 opleiding en/of opleidingsniveau, hetzij binnen het Clusius College, hetzij bij een andere onderwijsinstelling. Ook kunnen afspraken gemaakt worden voor passende ondersteuning. Het studiekeuzeadvies is bindend. 4.4 Inschrijving / Afwijzing / Klacht Afwijzing Wanneer het studiekeuzeadvies is geen plaatsing in de opleiding of een andere opleiding buiten het Clusius College past beter bij de student, volgt een afwijzing voor de aangemelde opleiding. Het afwijzen van een student op basis van het oordeel van 1 intaker is niet mogelijk. Bij twijfel in de groepsintake volgt alsnog een individuele intake. Een student kan ook afgewezen worden indien de student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de voor aangemelde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. Deze grond voor afwijzing geldt alleen in situaties waarin de student een gevaar vormt voor zichzelf of anderen, zoals mede studenten, docenten maar ook voor degenen die op een andere manier deel uitmaken van het toekomstige beroep. De toelatingscommissie zal na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen hierover besluiten. Van de afwijzing voor de opleiding wordt de student telefonisch op de hoogte gesteld en ontvangt hiervan schriftelijk de reden. Ook informeert het Clusius College de laatste school van de student over de afwijzing voor de opleiding. Inschrijving Na een positieve intake volgt de inschrijving. De student en de vestigingsdirecteur van de betreffende vestiging ondertekenen de onderwijsovereenkomst (OOK). Bij minderjarigheid van de student tekent ook de wettelijk vertegenwoordiger mee. In de OOK worden afspraken vastgelegd waar zowel het Clusius College als de student zich aan moeten houden. Er staan afspraken in over o.a. de inspanningsverplichting, ziekte en afwezigheid, financiële verplichtingen en aansprakelijkheid. Het Clusius College informeert de laatste school van de student over de inschrijving in de opleiding. Bijlage bij de OOK Als uit de intake blijkt dat voor het doorlopen van de opleiding maatwerkafspraken tussen student en Clusius College nodig zijn, worden deze vastgelegd in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst (OOK). Deze afspraken hebben betrekking op: studievoortgang, extra ondersteuning in het kader van de Wet Passend Onderwijs, aanwezigheid, op tijd komen, vrijstellingen, nog te behalen studiepunten, het maken van (extra) opdrachten en andere zaken waarbij extra individuele afspraken wenselijk zijn. SLAG Indien de student een afwijzing heeft ontvangen, wordt dit in een brief aan de student gecommuniceerd. In deze brief wordt de student ook uitgenodigd voor een studieloopbaanadviesgesprek (SLAG). De student kan ervoor kiezen op deze uitnodiging in te gaan. In een SLAG wordt samen met de student, en mogelijk zijn wettelijk vertegenwoordiger, gekeken naar een passende opleiding. Een beroepskeuzetest kan onderdeel uitmaken van dit adviesgesprek. Pagina 12 van 13

13 Het adviesgesprek zal in eerste plaats gericht zijn op het vinden van een geschikte opleiding binnen het Clusius College. Mocht uit de beroepskeuzetest en het gesprek blijken dat een opleiding buiten het Clusius College beter past, dan zal het advies gegeven worden zich bij de betreffende onderwijsinstelling aan te melden. Het Clusius College zal waar nodig bemiddelen. Klacht Wanneer een student het niet eens is met de afwijzing kan hij een klacht indienen. Hierbij kan hij gebruik maken van het klachtenformulier. In de regeling klachten van zakelijke aard Clusius College staat beschreven hoe de klacht ingediend kan worden en bij wie. Deze regeling en het klachtenformulier voor een schriftelijke klacht is te vinden op De toelatingscommissie zal de klacht behandelen. 4.5 Plaatsing De informatie die tijdens de intake over de student is verzameld, wordt gebruikt voor de plaatsing en begeleiding van de student. Elke student krijgt een mentor toegewezen die de voortgang bijhoudt en bespreekt met de student. Wanneer de student extra ondersteuning nodig heeft, wordt de student in contact gebracht met het ondersteuningsteam. Het ondersteuningsteam bestaat uit een ondersteuningscoördinator en ondersteuning- of studentbegeleiders. Zij inventariseren de ondersteuningsbehoefte, bieden ondersteuning aan studenten en adviseren hen en hun wettelijk vertegenwoordiger bij vragen. Het ondersteuningsteam werkt samen met externen om zo goed mogelijk de ondersteuning te kunnen bieden. Pagina 13 van 13