Beleidsplan Stay and Play kinderopvang. Beleidsplan

Transcriptie

1 Beleidsplan Stay and Play kinderopvang Sportparklaan HV Heemstede Versie

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Pedagogische visie 4 3. Pedagogische uitgangspunten 4 4. Pedagogische doelen Emotionele veiligheid Persoonlijke competenties Sociale competenties Normen en waarden 6 5. Randvoorwaarden en middelen om de pedagogische doelen te bereiken Randvoorwaarden Stamgroepen Pedagogisch medewerker-kind-ratio Grootte en inrichting van de binnen- en buitenruimtes Wenbeleid Extra opvang Middelen De interactie tussen pedagogisch medewerker en kind De groep Het activiteiten aanbod De materialen Het inlevend observeren Oudercontacten 8 6. Pedagogisch handelen Kunnen tonen van sensitieve responsiviteit Kunnen respecteren van de autonomie van het kind Kunnen structureren, oriëntatie bieden en grenzen stellen Kunnen verwoorden, gesprek voeren, tonen, voordoen en uitleggen Kunnen stimuleren van ontwikkeling Kunnen begeleiden van interacties tussen Kwaliteitszorg Deskundigheidsbevordering Meten van pedagogische kwaliteit Achterwacht Protocollen en omgangsregeling Vermoeden van mishandeling /verwaarlozing Privacy binnen en buiten de organisatie Oudercommissie Televisie gebruik Computer gebruik Voedselveiligheid Invalkrachten Nawoord 13 2

3 1.Inleiding Voor u ligt het pedagogische beleidsplan van Stay and Play Kinderopvang. In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt op het terrein van de kwaliteit van de kinderopvang beleidsregels voorgeschreven waaraan een kinderopvang moet voldoen. In artikel 2 van die beleidsregels wordt gesteld dat een kinderopvang beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die kinderopvang kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Het geeft hiermee richting aan het pedagogisch handelen en het pedagogische aanbod en het biedt ouders, stagiairs en andere belangstellenden inzicht hoe wij de buitenschoolse opvang vormgeven. Het pedagogisch beleidsplan is tevens een belangrijke toetssteen voor pedagogisch medewerkers. Het biedt houvast bij het dagelijkse werk met kinderen, geeft richting aan het pedagogisch handelen en zorgt voor een gelijkgestemde aanpak. 3

4 2. Pedagogische visie Wij streven ernaar dat elk kind zich kan ontwikkelen in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Stay and Play zal gedurende deze periode het kind begeleiden op maat, elk kind is immers een individu. Wat een kind de wereld te bieden heeft is in de aanleg al aanwezig. Onze pedagogisch medewerkers zorgen in onze kinderopvang voor goede omstandigheden zodat wat in de aanleg aanwezig is ook echt te voorschijn kan komen. Voor een goede ontwikkeling zijn verschillende factoren belangrijk: Respect, geborgenheid en zelfredzaamheid. Wij streven er naar om deze drie factoren door te voeren in de praktijk. Zodat elk kind zich veilig en gehoord voelt. 3. Pedagogische uitgangspunten In onze manier van werken staat het kind centraal. Wij hebben een aantal pedagogische uitgangspunten waar wij als kinderopvang mee werken. Ruimte voor eigenheid. Wij geven elk kind de ruimte om zijn eigenheid te kunnen tonen. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en op zijn eigen tempo, dit gebeurd spelenderwijs en door actief bezig te zijn. Door een gevarieerd aanbod van speelmogelijkheden zoals: inrichting, activiteiten en speelmateriaal bieden wij de kinderen de mogelijkheid om zijn of haar eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Welbevinden en betrokkenheid. Als een kind zich betrokken voelt bij de groep kan het zich optimaal ontwikkelen, het voelt zich veilig en durft zich te uiten. Doordat wij per kind bekijken wat de behoeftes zijn, dit met de kinderen bespreken geven wij de ruimte voor ontwikkeling. Vertrouwen, positieve benadering en respect. In onze opvang vinden wij respect en gevoel erg belangrijk. Kinderen leren bij ons dat elk kind of mens anders is en dat iedereen een eigen mening heeft. De kinderen leren voor zichzelf op te komen en nee te zeggen op een respectvolle manier. Onze pedagogisch medewerkers zullen te alle tijden de kinderen op een positieve manier benaderen en op een positieve manier sturen en begeleiden. Doordat er met respect wordt omgegaan met de mening en gevoel van het kind zal het zich vertrouwd voelen en sneller zijn gevoel uiten. 4. Pedagogische doelen In artikel 2 van beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen is vastgelegd dat een pedagogisch beleidsplan ten minste een beschrijving moet bevatten van de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie worden geboden en de wijze waarop overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt; Deze vier basisdoelen zijn ontleend aan het model van professor J.M.A. Riksen-Walraven. Zij omschrijft in De Kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang (2004/pp ) vier basisdoelen voor opvoedingssituaties: 1. Het bieden van emotionele veiligheid voor het kind 4

5 2. Het bieden van mogelijkheden voor de kinderen om persoonlijke competenties te ontwikkelen 3. Het bieden van mogelijkheden voor de kinderen voor het ontwikkelen van sociale competenties 4. Overdracht van normen en waarden 4.1 Emotionele veiligheid Emotionele veiligheid is een belangrijk aspect in de kinderopvang, op het moment dat een kind zich niet veilig voelt in zijn omging zal het zich op een ongezonde manier ontwikkelen. Stay and Play vindt het erg belangrijk dat elk kind zich op zijn gemak en thuis voelt zodat zij zich op een veilige en gezonde manier kunnen ontwikkelen en uiten. Wij bieden deze veiligheid door: Er moet ten minste één vaste pedagogisch medewerker op de groep staan zodat de kinderen niet onnodig hoeven te wennen aan een nieuw gezicht. Het kind moet de ruimte hebben om te wennen, wij geven die ruimte en blijven in gesprek met het kind zodat wij weten wat het kind wil en waar het behoefte aan heeft. Een huiselijke omgeving vinden wij erg belangrijk, dit biedt rust waardoor de kinderen zich op een gezonde manier kunnen ontwikkelen. 4.2 Persoonlijke competenties De ontwikkelingsfasen spelen in onze pedagogische visie een belangrijke rol. Elke 7 jaar ontwikkelt de mens specifieke vaardigheden op lichamelijk, psychisch en geestelijk gebied. In de kindertijd wordt de basis gelegd voor de verdere ontwikkelingsmogelijkheden in het volwassen leven. Het werken aan een gezonde basis heeft dus betekenis voor de rest van iemands leven. In de eerste 7-jaarsfase staat de ontwikkeling van het fysieke lichaam centraal. Het kind krijgt grip op zijn lichaam en de omgeving door veel zelf te doen en na te doen van de ouders en pedagogisch medewerkers. Het kind in de tweede 7-jaarsfase (7-14 jaar) maakt belangrijke ontwikkelingen door in zijn denken en voelen. Het is veel minder open en onbevangen dan het jonge kind. Er is nu een eigen wereld, waarin fantasie en werkelijkheid nog door elkaar lopen. De ouders en pedagogisch medewerkers spelen een belangrijke rol tussen het kind en de wereld. Vanuit deze ontwikkelingen creëren wij bij Stay and Play voorwaarden waarin kinderen zich vrij en gezond kunnen ontwikkelen. Daarbij kijken wij altijd naar de eigenheid van ieder kind. De omgeving en werkwijze zijn gericht op het opdoen ervaringen dat past bij de leeftijd van de kinderen. De basishouding van onze pedagogisch medewerkers is vragend: wat heeft dit kind van mij nodig in zijn ontwikkeling? Wij respecteren het tempo en de manier waarop een kind zich ontwikkelt. Niet de meetlat van gemiddelden, maar het kind zelf is uitgangspunt. Daarbij kan het wel zo zijn dat kinderen soms extra begeleiding nodig hebben bijvoorbeeld: activiteiten die meer uitdaging bieden omdat het kind voor loopt op de andere kinderen, hulp bij het vinden van een plekje in de groep of extra begeleiding nodig hebben bij bepaalde activiteiten. 4.3 Sociale competenties Een buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf biedt een optimale gelegenheid 5

6 om de sociale vaardigheden te ontwikkelen. Onze pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen hier zo goed mogelijk in. Zij leren de kinderen onder andere samen te spelen en te delen, conflicten samen op te lossen. Hier zal een pedagogisch medewerker de kinderen altijd in begeleiden maar ook op afstand blijven zodat hij geen onderdeel van het conflict wordt. Respect hebben voor elkaar, elkaars religie, elkaars normen en waarden en accepteren dat iedereen anders kan zijn. Zij leren grenzen aangeven en nee te zeggen op een respectvolle en nette manier. 4.4 Normen en waarden Onze pedagogisch medewerkers zijn zich volledig bewust van hun voorbeeldfunctie, kinderen kijken naar een volwassene om te leren wat er van hen word verwacht. De normen en waarden worden mede gevormd door de pedagogisch medewerkers. De normen en waarden uiten zich onder andere in gewoontes, rituelen, de grenzen die we stellen en de manier hoe wij met elkaar omgaan. Door op die punten in te spelen leren wij de kinderen normen en waarden. 5. Randvoorwaarden en middelen om de pedagogische doelen te bereiken Voor het bereiken van de vier pedagogische basisdoelen hebben we een aantal randvoorwaarden en gebruiken we pedagogische middelen die voorzien in de basisbehoefte van kinderen. Denk hierbij aan de pedagogisch medewerker, de groep, de inrichting binnen en buiten, het activiteitenaanbod, de materialen en het inlevend observeren van kinderen. Gezien de emotionele veiligheid en welbevinden van het kind is een goede samenwerking met ouders van belang. Hoewel dit geen pedagogisch middel is hebben wij deze toch toegevoegd. 5.1 Randvoorwaarden Om te kunnen werken aan de in de wet gestelde 4 basisdoelen voldoen onze groepen aan een aantal randvoorwaarden. Hierbij kan gedacht worden aan de opbouw en omvang van de groepen en de pedagogisch medewerker-kind ratio Stamgroepen Wij hebben op onze buitenschoolse opvang gekozen voor verticale groepen dit wil zeggen dat de kinderen van 4 t/m 12 bij elkaar op een groep zitten. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen met respect met elkaar omgaan en dat jong kan leren van oud. Wij vinden het belangrijk dat de oudere kinderen zich bewust zijn dat de jongere kinderen tegen hen op kijken daarom verwachten wij zowel van de oudere als van de jongere kinderen een nette houding waar de ander van kan leren. Als wij op excursie gaan delen wij de groepen wel op in de jongere kinderen in de leeftijd van 4 t/m 7 jaar en de oudere kinderen in de leeftijd van 8 t/m 12 jaar. In de vakanties en met studiedagen zullen wij de kinderen ook splitsen in deze leeftijdsgroepen, op die manier kunnen wij gepaste activiteiten aanbieden dat past bij de ontwikkeling en de leeftijd van het kind. Hierbij geldt dat wij per kind bekijken of hij de activiteit aan kan en of het niet te hoog gegrepen is. Het ene kind ontwikkeld zich immers sneller dan het andere kind, dit zal altijd in overleg gaan met het kind zodat hij zelf het gevoel heeft dat er ruimte is voor eigen inbreng. Wij bieden ruimte aan maximaal 30 kinderen per dag op het moment dat het kindaantal 20 of meer is zullen wij de groep wel onderverdelen in de leeftijd 4 t/m 7 jaar en 8 t/m 12 jaar. De verhouding van de buitenschoolse opvang is tien kinderen op één pedagogisch medewerker. Dit zal niet voorkomen, wij hebben op onze opvang een vier ogen beleid wat inhoudt dat er altijd twee pedagogisch medewerkers aanwezig moeten zijn. 6

7 Bij sommige activiteiten zullen wij externe hulp inroepen, bijvoorbeeld bij het geven van sportworkshops of creatieve workshops. Soms zullen we ook de hulp vragen van de ouders, op deze manier worden ouders betrokken bij onze opvang Pedagogisch medewerker-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdige aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: Buitenschoolse opvang: - Eén pedagogisch medewerker per 10 aanwezige kinderen Grootte en inrichting van de binnen- en buitenruimtes Voor de buitenschoolse opvang is ten minste 3,5 vierkante meter bruto oppervlakte per kind voor spelactiviteiten binnen ingericht. Er is ten minste 3 vierkante meter bruto buitenspeelruimte beschikbaar per kind, deze ruimte is toegankelijk voor de kinderen en vast beschikbaar. Als de buitenruimte niet direct aan de buitenschoolse opvang grenst, ligt deze wel in de nabijheid en is veilig te bereiken Wenbeleid Kinderen die instromen op onze buitenschoolse opvang krijgen specifieke aandacht en worden begeleid en ondersteund om hun plek binnen de groep te vinden. Door hier voldoende tijd en aandacht aan te besteden wordt de overgang voor het kind naar de nieuwe situatie versoepeld. Ouders van nieuwe kinderen bieden wij de mogelijkheid om de eerste dagen hun kind zelf van school te halen en naar de bso te brengen, op deze manier geeft dit het kind gevoel van veiligheid. Als het kind er klaar voor is zal in overleg met de ouders het kind door een pedagogisch medewerker van school gehaald worden. Wij houden in de startfase het kind extra goed in de gaten waarnodig zullen wij de ouders telefonisch benaderen Extra opvang Indien er extra opvang nodig is kunt u dit aangeven bij de pedagogisch medewerker of ons op de hoogte stellen per mail of telefoon. Wij zullen kijken of het mogelijk is om uw kind een extra dagje te laten komen. Hiervoor kijken wij naar het aantal kinderen dat er die dag aanwezig zijn en het aantal pedagogisch medewerkers die wij kunnen inzetten. Aan de hand daarvan krijgt u van ons bericht of de aanvraag wel of niet mogelijk is. 5.2 Middelen Dagelijks wordt op alle momenten van de dag en in alle activiteiten gewerkt aan de vier basisdoelen. Binnen onze buitenschoolse opvang beschikken wij over een aantal middelen die ingezet kunnen worden om deze doelen te bereiken. Omdat wij het observeren van kinderen en het contact met ouders zien als belangrijke middelen bij het werken aan de doelen hebben wij deze middelen toegevoegd De interactie tussen pedagogische medewerker en kind De pedagogisch medewerker vormt in onze ogen de basis voor de pedagogische kwaliteit. Een goede interactie met kinderen en met collega s is van essentieel belang voor het welbevinden van kinderen, 7

8 de belangrijkste voorwaarde voor ontwikkeling op alle gebieden. Een pedagogisch medewerker communiceert de hele dag en zal zich dus bewust moeten zijn van de invloed van haar manier van communiceren op de kinderen en haar collega s. De vaardigheden waarover onze pedagogisch medewerkers beschikken om dit werk uit te voeren, staan in hoofdstuk 6 genoemd onder pedagogisch handelen De groep In tegenstelling tot thuis bevinden kinderen zich in de kinderopvang de hele dag in een groep zowel op school als op de buitenschoolse opvang. Deze groep wordt door onze pedagogisch medewerkers ingezet als middel om kinderen een veilige omgeving te bieden. Door middel van een vast dagritme, groepsregels, afspraken en rituelen en een eigen plekje (bijvoorbeeld in de vorm van een tas met eigen spulletjes) wordt binnen de groep gewerkt aan de emotionele veiligheid van kinderen. Om de kinderen uitdaging te bieden op de groep geven wij de mogelijkheid om verschillende rollen te spelen en uit te proberen: waar blink ik in uit? Waar ben ik bijzonder in en waarin lijk ik juist op anderen? Ben ik de oudste of de jongste? Wat durf ik en wat durven anderen? Waar liggen mijn talenten? Wij zullen zoveel mogelijk verschillende activiteiten aanbieden om de kinderen uit te blijven uitdagen zodat ze zich zo breed mogelijk kunnen ontwikkelen. Ook voor het oefenen met sociale vaardigheden is de groep een goede en veilige omgeving. Spelenderwijs wordt geoefend met om de beurt, samen delen en helpen en geholpen worden. Op de buitenschoolse opvang wordt daarom actief gewerkt met verschillende vormen van kinderparticipatie Het activiteitenaanbod Bij het aanbieden van activiteiten wordt rekening gehouden met een evenwichtige verdeling tussen vrij spel en georganiseerde activiteiten, begeleid en onbegeleid spel. Kinderen krijgen de ruimte om hun eigen spel en spelgenootjes te kiezen, waarbij de pedagogisch medewerkers wel hun betrokkenheid tonen bij het spel en mogelijkheden aangrijpen om het spel te bevestigen, verdiepen of uit te breiden. Op verschillende momenten op de dag worden ontwikkelingsgerichte activiteiten aangeboden, waarbij kinderen een vrije keuze hebben of ze daaraan willen deelnemen. Georganiseerde activiteiten zullen naast plezier ook vaak ontwikkelingsstimulering en talentontwikkeling tot doel hebben. Daarnaast worden dagelijkse huishoudelijke activiteiten als tafel dekken en opruimen gebruikt om kinderen vaardigheden aan te leren en waarden en normen over te brengen. Schoonmaken en opruimen is leuk als je het samen doet! De materialen De op de groep aanwezige materialen zijn gevarieerd en veelal duurzaam vervaardigt. Deze dragen bij aan de verschillende ontwikkelingsgebieden zoals de zintuiglijke, motorische, cognitieve, taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling. Er wordt gezorgd voor materialen die passen bij de leeftijd en uitnodigen tot onderzoeken en creëren. Sommige materialen lenen zich om alleen mee te spelen, andere nodigen juist uit tot samenspel. Kinderen worden betrokken bij de zorg voor materialen en leren zo spelenderwijs zorg te dragen voor hun omgeving Het inlevend observeren van kinderen Pedagogisch medewerkers observeren kinderen op inlevende wijze zowel individueel als in groepsverband om hen beter te leren begrijpen. Op een goede manier reageren op hun behoeftes, mogelijkheden en beperkingen in te kunnen zien en daarna activiteiten te kiezen die hierbij 8

9 aansluiten. Daarbij worden het welbevinden en de ontwikkeling van het individuele kind en het functioneren in de groep gevolgd. Hierbij worden observatiemethodes gebruikt om informatie over kinderen beter te structureren Oudercontacten Wij hechten veel waarde aan een goed contact met ouders en streven ernaar om door ouders gezien te worden als partners in de opvoeding. Voor het welbevinden van kinderen is het belangrijk dat ook ouders zich thuis en gehoord voelen, zodat de verschillende leefwerelden van het kind (thuis en op de bso) met elkaar verbonden worden. Daarom organiseren wij vaste momenten waarop wij met ouders in gesprek gaan over opvoeding en de ontwikkeling van hun kind. Denk hierbij aan ouderavonden, de haal- en brengmomenten, observatiegesprekken en nieuwsbrieven. Individuele gesprekken op afspraak zijn ook mogelijk. 6. Pedagogisch handelen In de kwaliteit van de kinderopvang speelt de interactie van de pedagogisch medewerker met de kinderen een centrale rol. De pedagogisch medewerker gaat een lange termijn relatie aan met de kinderen van haar groep. De kinderen bouwen zo een vertrouwensband op met de pedagogisch medewerkers, waardoor de pedagogisch medewerker een goede bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het kind. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen. - Kunnen tonen van sensitieve responsiviteit - Kunnen respecteren van de autonomie van het kind - Kunnen structureren, oriëntatie bieden en grenzen stellen - Kunnen verwoorden, gesprek voeren, tonen, voordoen en uitleggen - Kunnen stimuleren van ontwikkeling - Kunnen begeleiden van interacties tussen kinderen 6.1 Kunnen tonen van sensitieve responsiviteit De pedagogisch medewerker voelt zich betrokken bij de kinderen en geeft hen emotionele steun wanneer zij die nodig hebben. Zij reageert tijdig en adequaat op de signalen van de kinderen en fungeert daardoor als veilige haven. Als zij niet onmiddellijk op een signaal kan reageren, laat zij verbaal of non-verbaal in elk geval merken dat zij het heeft opgemerkt en zorgt ervoor dat er tijdig een meer volledige reactie volgt. 6.2 Kunnen respecteren van de autonomie van het kind De pedagogisch medewerker erkent en waardeert alle kinderen met hun eigen ideeën, vermogens en gedragingen. Zij laat dit expliciet merken door de kinderen te stimuleren om zoveel mogelijk zelf te doen en zelf keuzes te maken door het perspectief van kinderen te verwoorden, waardering uit te spreken voor hun handelen en ideeën. Maar ook door toe te staan dat de kinderen onderhandelen over dingen die zij willen en zo oriëntatie te bieden dat het kind wordt aangesproken een positieve ervaring op te doen. Respectvol omgaan met kinderen uit zich ook in vragen om medewerking van kinderen in plaats van hen te commanderen. 9

10 6.3 Kunnen structureren, oriëntatie bieden en grenzen stellen De Pedagogisch medewerker structureert situaties, activiteiten en taken voor de kinderen zodanig dat zij ze kunnen overzien en met succes kunnen voltooien. Zij biedt op gevarieerde wijze oriëntatie voor kinderen om daarmee gelegenheid te bieden om hun eigen ik te ontwikkelen en goed tot hun recht te laten komen. Zij stelt voldoende grenzen en doet dat ook tijdig zodat kinderen niet het gevoel krijgen dat zij voortdurend in overtreding zijn. Bij het stellen van grenzen is zij consequent en doortastend. Onze pedagogisch medewerkers helpen effectief en positief bij het opgroeien van de kinderen. 6.4 Kunnen verwoorden, gesprek voeren, tonen, voordoen en uitleggen De Pedagogisch medewerker begeleidt op een natuurlijke manier haar interacties met de kinderen met taal en non-verbale reacties. Zij legt uit wat er gaat gebeuren en wat zij doet, maar ook toont zij wat er gaat gebeuren of wat zij doet. Zij luistert naar en reageert op vragen van kinderen en verwoordt hun intenties en gevoelens als zij dat zelf (nog) niet kunnen. Zij praat niet alleen veel met kinderen, ze stemt wat ze zegt ook af op de interesse en het begripsniveau van de kinderen. Zij praat vooral met en niet tegen kinderen, de interacties hebben het karakter van een dialoog. Waarbij de pedagogisch medewerker de juiste balans hanteert tussen luisteren en praten. De Pedagogisch medewerker gebruikt haar interacties met kinderen niet alleen om te communiceren, maar stimuleert ook het taalgebruik en taalbegrip van de kinderen. Zij moedigt hen aan om hun gedachten en gevoelens te verwoorden en biedt door haar goed afgestemde taalaanbod de kinderen de kans hun taalvaardigheid verder te ontwikkelen. Zij vindt de juiste balans tussen uitleggen en voordoen. 6.5 Kunnen stimuleren van ontwikkeling De pedagogisch medewerker biedt extra stimulering van de persoonlijke competenties van de kinderen. Zij doet dit door de aandacht van kinderen op bepaalde dingen te richten, door nieuwe activiteiten of nieuw spelmateriaal aan te bieden of ze te wijzen op nieuwe mogelijkheden van het spelmateriaal. De Pedagogisch medewerker stemt die stimulering goed af op de aandacht, het ontwikkelingsniveau en de toestand van de kinderen, waardoor zij de interesse van de kinderen prikkelt terwijl ze over stimulering voorkomt. 6.6 Kunnen begeleiden van interacties tussen kinderen De Pedagogisch medewerker besteedt aandacht aan positieve interacties tussen kinderen en probeert deze te bevorderen. Het gaat om twee soorten gedrag: - het positief reageren op positieve interacties tussen kinderen die zich spontaan voordoen - het zelf actief bevorderen van positieve interacties tussen kinderen door een situatie te creëren die de kans op positieve interacties vergroot bijvoorbeeld door kinderen actief op elkaar te richten en hen aan te moedigen tot positieve interacties wanneer zich daar een geschikte gelegenheid voordoet. De Pedagogisch medewerker laat beide soorten gedrag zien door positief te reageren op spontane positieve interacties tussen kinderen en bevordert deze interacties actief door situaties te creëren om dit gedrag uit te lokken of door kinderen aan te moedigen om positieve interacties aan te gaan. Daarnaast begeleidt de pedagogisch medewerker kinderen bij het aangaan en oplossen van conflicten. Zij zal daarbij zoveel mogelijk begeleiden maar ook op afstand blijven zodat zij geen onderdeel van het conflict wordt. Zij zal de kinderen de gelegenheid geven hun zienswijze te uiten en met elkaar oplossingen te bedenken. 10

11 7. Kwaliteitszorg Op onze buitenschoolse opvang wordt dagelijks gestreefd naar het leveren van een zo groot mogelijke kwaliteit. Er is op verschillende manieren aandacht voor kwaliteit: 7.1 Deskundigheidsbevordering De locatiemanager/directeur draagt zorg voor de deskundigheidsbevordering van de pedagogisch medewerkers. Dit gebeurt middels diverse overlegvormen: gesprekken met individuele medewerkers en teamoverleg. Pedagogisch medewerkers volgen jaarlijks een (kinder-)ehbo/bhv cursus en trainingen of workshops op het gebied van pedagogische kwaliteit. 7.2 Meten van pedagogische kwaliteit Er wordt gebruik gemaakt van meetinstrumenten om de pedagogische kwaliteit te meten. Denk hierbij aan observaties. Na de uitkomsten worden waarnodig verbeterplannen opgesteld en acties uitgevoerd, welke vervolgens weer geëvalueerd worden en zo nodig bijgesteld. 7.3 Achterwacht Op het moment dat er een noodgeval is er een van de pedagogisch medewerkers met spoed weg moet kunnen wij een aantal personen van de verenigingen VEW en HFC inschakelen. Een van hen zal dan naar de vestiging komen om de andere pedagogisch medewerker te ondersteunen. Onze contactpersonen zijn maximaal 15 minuten verwijderd van de vestiging. Dit geldt overigens ook wanneer een pedagogisch medewerker alleen staat met maximaal 10 kinderen. 8. Protocollen en omgangsregeling. Op onze buitenschoolse opvang hebben wij verschillende protocollen. Deze zijn tevens ook terug te vinden op onze website en in te zien op de locatie. 8.1 Vermoeden van mishandeling/verwaarlozing Signalering van kindermishandeling is uiterst lastig en zorgvuldigheid is hierbij een vereiste. Bij vermoeden van kindermishandeling volgen wij de meldcode kindermishandeling. Daarnaast worden deze vermoedens met de directie van de school waar het kind op zit besproken. 8.2 Privacy van klanten en kinderen Gegevens van klanten worden niet vrijgegeven aan derden. Stay and Play gaat vertrouwelijk om met deze gegevens. Alleen ouders/verzorgers mogen de gegevens opvragen. 8.3 Oudercommissie De oudercommissie wordt actief betrokken bij het beleid van Stay and Play. Een oudercommissie heeft als belangrijkste taak het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de opvang. Dat kan ze doen door gevraagd en ongevraagd adviezen aan de directie uit te brengen op basis van haar wettelijke adviesrechten. Oudercommissies kunnen vanuit efficiëntie overwegingen ervoor kiezen 11

12 om bepaalde (zelfgekozen) adviesrechten over te dragen aan een (op te richten) centrale oudercommissie. Deze centrale oudercommissie is niet in de Wet kinderopvang beschreven, maar ouders kunnen dan op centraal niveau gemakkelijker overleggen en afspraken maken met de kinderopvangorganisatie. Omdat een oudercommissie de vertegenwoordiger van de andere ouders in het kindercentrum is, dient ze hen op de hoogte te houden van haar werkzaamheden en zelf ook op de hoogte te blijven van wat er onder de ouders speelt. Het regelmatig uitbrengen van een nieuwsbrief en het organiseren van één of meerdere ouderavonden zijn goede manieren om in contact te blijven met de ouders op de buitenschoolse opvang. 8.4 Televisie gebruik Wij zijn een actieve en- creatieve opvang en daar hechten wij ook erg veel waarde aan. Televisie gebruiken wij alleen in de vakanties, en niet langer dan 30 min. 8.5 Voedselveiligheid Om de gezondheid van kinderen te kunnen waarborgen zijn er maatregelen getroffen rondom voedingsveiligheid. Zo kijken wij altijd naar de houdbaarheidsdatum en worden de levensmiddelen gekoeld bewaard. Daarnaast word bij het openen van de levensmiddelen de datum genoteerd zodat wij altijd een duidelijk zicht hebben op hoelang de levensmiddelen nog goed zijn. 8.6 Computer gebruik Bij Stay and Play mag er alleen gebruik gemaakt worden van een computer als dit voor leerdoeleinden is, zoals huiswerk voor school. De computer word niet gebruikt als vrije tijdsbesteding. 8.7 Invalkrachten Onze bso werkt met vaste pedagogisch medewerk(st)ers. Vanuit het pedagogisch oogpunt is het voor de ontwikkeling van het kind van belang dat kinderen de pedagogen kennen. Nu kan het zo zijn dat wanneer een vaste pedagogisch medewerk(st)er ziek is, de taken worden overgenomen door een invalkracht. De invalkracht (die altijd beschikt over een geldig diploma en in het bezit is van een VOG) zal altijd naast een vaste pedagogisch medewerker op de groep staan. 9. Nawoord In dit pedagogisch beleidsplan hebben wij omschreven wat onze visie is op kinderopvang en hoe deze is uitgewerkt in pedagogische doelen. Vervolgens hebben we aangegeven hoe wij die doelen willen bereiken, waarbij de pedagogisch medewerkers een essentiële rol vervullen. 12

13 Ook hechten wij veel waarde aan het contact en de samenwerking met ouders. Wij beiden houden ons immers bezig met de opvoeding en verzorging van het kind. Dit leidt tot een gedeelde verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling, het welbevinden en de betrokkenheid van het kind. Het pedagogisch beleid wordt elk jaar geëvalueerd. Ontwikkelingen in de maatschappij, nieuwe inzichten of signalen vanuit de kindercentra kunnen aanleiding zijn dit beleid te wijzigen. Het beleid wordt vastgesteld door de locatiemanager/directeur en de oudercommissies. Wij nodigen u van harte uit om onze unieke en inspirerende bso Stay and Play te bezoeken op ieder van te voren afgesproken moment dat u schikt. 13