Wijziging Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijziging Uitvoeringsregeling Meststoffenwet"

Transcriptie

1 LNV Wijziging Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 juni 2006, nr. TRCJZ/2006/1879, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op de artikelen 9, 10, 11 en 38 van de Meststoffenwet en gelet op de artikelen 26, 41, 52, 54, 56, 70 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet; Besluit: Artikel I De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet 1 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1, onderdeel p, wordt de zinsnede artikel 45, vierde en vijfde lid vervangen door: artikel 45, vierde en zesde lid. B Aan artikel 25 wordt een lid toegevoegd, 6. Ingeval een bedrijfsoverdracht plaatsvindt nadat de verklaring, bedoeld in het tweede lid, is ingediend, dient de landbouwer die het bedrijf overgedragen heeft gekregen, binnen 30 dagen na de overdracht, een verklaring in bij de Dienst Regelingen. C Aan artikel 27 wordt een lid toegevoegd, 7. Indien een perceel door de landbouwer in gebruik wordt genomen na 1 februari en voor 15 mei van het kalenderjaar waarin de gebruiksnorm, bedoeld in artikel 24, eerste lid, wordt toegepast, vindt de waardevaststelling, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk 7 dagen na de ingebruikname plaats. D In artikel 30, eerste lid, wordt de zinsnede kleiner is dan zestien vervangen door: kleiner is dan 16. E Aan artikel 45 wordt een lid toegevoegd 8. De artikelen 38 en 39 van het besluit zijn niet van toepassing op tuincentra en hoveniers voor zover deze meststoffen afvoeren naar een afnemer, die geen bedrijf of intermediaire onderneming voert. F Aan artikel 46 wordt onder vernummering van het eerste tot en met het vijfde lid tot het tweede tot en met het zesde lid een lid ingevoegd 1. Artikel 39, tweede lid, onderdeel b, van het besluit is niet van toepassing op compost. G In de artikelen 53, eerste lid, 78, eerste lid en 79, eerste lid, wordt de zinsnede het Instituut voor Agrotechnology & Food Innovations te Wageningen telkens vervangen door: Praktijkonderzoek Veehouderij BV, onderdeel van de Animal Sciences Group, te Lelystad. H Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel a komt te luiden: a. de hoeveelheid van die meststoffen ingevolge de artikelen 84 tot en met 91a wordt bepaald op basis van de in die artikelen bedoelde stikstofgehalten, onderscheidenlijk fosfaatgehalten; 2. In onderdeel c wordt de zinsnede van een tuincentrum naar een afnemer vervangen door: van een tuincentrum of een hovenier naar een afnemer. 3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, f. verwerkte vaste dierlijke meststoffen die zijn geproduceerd in een overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273) erkende inrichting, worden overgebracht uit Nederland. I Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt de zinsnede van een tuincentrum naar een afnemer vervangen door: van een tuincentrum of een hovenier naar een afnemer. 2. Het woord en aan het einde van onderdeel b komt te vervallen. 3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, d. mestkorrels die zijn verpakt in eenheden van ten hoogste 25 kilogram; en e. vaste meststoffen die ten hoogste 10% vaste dierlijke meststoffen of 10% champost bevatten, naar een afnemer, die geen bedrijf of intermediaire onderneming voert. J Na artikel 69 wordt een artikel ingevoegd, Artikel 69a Artikel 55 van het besluit is niet van toepassing op het vervoer van: a. compost verpakt in eenheden van ten hoogste 25 kilogram; en b. compost in leveringen tot een maximum van 3000 kilogram los product per levering. K In artikel 76, tweede lid, wordt de zinsnede de artikelen 84 tot en met 91 vervangen door: de artikelen 84 tot en met 91a. L Aan artikel 84, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een zinsnede toegevoegd,, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat. M Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst. 2. In het eerste lid, onderdeel e, komt de zinsnede of blijkens registratie bij de Dienst Regelingen ingevolge artikel 2.2a van de Regeling keuring en handel dierlijke producten te vervallen. 3. Er wordt een lid toegevoegd, 2. Indien dierlijke meststoffen worden afgevoerd van een bedrijf dat, al dan niet gedeeltelijk, is gelegen in Duitsland of België, naar een perceel landbouwgrond dat is gelegen in Nederland, kan de desbetreffende hoeveelheid dierlijke meststoffen, in zoverre in afwijking van artikel 68, eerste lid, van het besluit, worden bepaald op basis van de in bijlage I, tabel I, voor de desbetreffende mestsoort vermelde forfaitaire stikstofgehalten, onderscheidenlijk fosfaatgehalten, onder de volgende voorwaarden: a. de totale hoeveelheid dierlijke meststoffen die in een kalenderjaar naar de in de aanhef van dit lid bedoelde percelen wordt afgevoerd bedraagt, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, ten hoogste het product van het aantal hectaren van die percelen en het bij of krachtens artikel 11, eerste tot en met vijfde lid, van de wet, in de vorm van dierlijke meststoffen vastgestelde deel van de fosfaatgebruiksnorm; Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 1

2 b. de afstand tussen het in Nederland gelegen perceel en de grens met België bedraagt ten hoogste 25 kilometer; c. de afstand tussen het in Nederland gelegen perceel en de grens met Duitsland bedraagt ten hoogste 20 kilometer; d. het perceel is in het kader van een normale bedrijfsvoering daadwerkelijk bij het bedrijf waarvan de meststoffen afkomstig zijn, in gebruik; e. het perceel behoort blijkens registratie bij Dienst Regelingen toe aan het bedrijf in België, danwel Duitsland. N Aan artikel 89 wordt een lid toegevoegd, 4. Indien het in het tweede lid bedoelde substraat in de vorm van champost van een bedrijf wordt overgebracht uit Nederland, kan de desbetreffende hoeveelheid dierlijke meststoffen, in zoverre in afwijking van artikel 68, eerste lid, van het besluit, worden bepaald op basis van de in bijlage I, tabel II, voor de desbetreffende mestsoort vermelde forfaitaire stikstofgehalten, onderscheidenlijk fosfaatgehalten. O Na artikel 91 wordt een artikel ingevoegd, Artikel 91a Indien een hoeveelheid vaste meststoffen die ten hoogste 10% vaste dierlijke meststoffen of 10% champost bevat, van een onderneming wordt afgevoerd naar een bedrijf, een intermediaire onderneming of een afnemer die geen bedrijf of intermediaire onderneming voert, kan de desbetreffende hoeveelheid dierlijke meststoffen, in zoverre in afwijking van artikel 68, eerste lid, van het besluit, worden bepaald: a. uitgaande van de stikstofgehalten onderscheidenlijk de fosfaatgehalten van de afzonderlijke grondstoffen waaruit het mengsel is bereid en het aandeel van deze stoffen in het eindproduct; of b. uitgaande van de stikstofgehalten onderscheidenlijk de fosfaatgehalten van de partij vaste meststoffen waaruit de afgevoerde hoeveelheid meststoffen afkomstig is, onder voorwaarde dat deze partij niet groter is dan 5000 m 3 en bemonstering van deze partij tenminste éénmaal per twee maanden plaatsvindt. P In artikel 93, vierde lid, wordt de zinsnede de van een tuincentrum afgevoerde hoeveelheid meststoffen vervangen door: de van een tuincentrum of een hovenier afgevoerde hoeveelheid meststoffen. Q Na artikel 102 wordt een artikel ingevoegd, Artikel 102a Voor de toepassing van artikel 20 van de Meststoffenwet, worden bij de vaststelling van het dagelijkse aanwezige aantal vleeskalkoenen, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van het besluit, de hanen van een bepaalde mestronde aangemerkt als tegelijk voor de slacht afgeleverd met de laatste voor de slacht afgeleverde hennen van die mestronde. R In artikel 122 wordt de zinsnede de artikelen 25, eerste lid, 32, eerste lid, 37, eerste, tweede en vierde lid, 41, 42, 45, eerste, tweede en vijfde lid, 48, 50, eerste, tweede en vierde lid vervangen door: de artikelen 25, eerste, tweede en zesde lid, 32, eerste lid, 37, eerste, tweede en vierde lid, 41, 42, 45, eerste, tweede en vijfde lid, 48, 50, eerste, tweede en vierde lid. S Bijlage A wordt als volgt gewijzigd: 1. Rechts van het kopje Tijdelijke grasland (kg N per ha per periode) wordt in superscript het getal 8 geplaatst. 2. Onder het kopje Akkerbouwgewassen (kg N per ha per teelt) wordt: a. het getal van de stikstofgebruiksnorm voor het gewas wintertarwe op klei voor het jaar vervangen door: 245; b. het getal van de stikstofgebruiksnorm voor het gewas wintertarwe op Zand/ löss en Veen voor het jaar vervangen door: 190; en c. het getal van de stikstofgebruiksnorm voor het gewas zomergerst op Zand/löss en Veen voor het jaar vervangen door: In noot 5 wordt de zin Op klei geldt: inzaaien voor 15 september en na 1 december ploegen, vervangen door: Op klei geldt: inzaaien voor 1 september en na 1 november ploegen. 4. Aan bijlage A wordt een extra voetnoot toegevoegd, 8. De normen gelden niet voor tijdelijk grasland dat aansluit op maïs. T Bijlage D, tabel I, wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling. U In bijlage F, onderdeel B, worden na de omschrijving konijnengier (droge stof < 2,5%) met code 36 de volgende omschrijvingen en codes ingevoegd: a. keten paardenmest substraat champost met code 37; en b. vervoer per schip met code 45. V Bijlage J wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling. Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 22 juni De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman. 1 Stcrt. 2005, 226; zoals gewijzigd bij regeling van 15 december 2005, Stcrt Toelichting 1. Inleiding De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Stcrt. 2005, 226) (hierna: Urm), in verband met een aantal onvoorziene knelpunten die zich een half jaar na inwerkingtreding van het nieuwe mestbeleid in de praktijk blijken voor te doen. Ook worden enkele redactionele verbeteringen en verduidelijkingen doorgevoerd. De wijziging is aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 20 april 2006 (Kamerstukken II 2005/06, , nr. 69). In deze wijziging is voorts gestalte gegeven aan een toezegging aan de Tweede Kamer tijdens het algemeen overleg van 1 juni 2006 met betrekking tot het vergemakkelijken van de export van champost. 2. Artikelsgewijs Artikel I Onderdeel B Bij volledige overdracht van een bedrijf blijft de gebruiksnorm rusten op het bedrijf met de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond. De nieuwe eigenaar van het bedrijf behoudt derhalve de gebruiksnorm. Eén van de voorwaarden voor het gebruik maken van de derogatiemogelijkheid is dat bij de aanmelding van het bedrijf voor de toepassing van de verhoogde gebruiksnorm, de landbouwer ingevolge artikel 25, tweede lid, Urm, voor 1 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de verhoogde gebruiksnorm van toepassing is (of in 2006 voor 1 februari van dat jaar) een verklaring voegt waarin hij zich verplicht tot het naleven van de in dat artikel genoemde regels. Bij overdracht van een bedrijf dat gebruik maakt van de derogatiemogelijkheid kan strikt genomen niet voldaan worden aan deze voorwaarde en zou voor de nieuwe eigenaar, houder of exploitant van rechtswege de gewone gebruiksnorm hebben te gelden. Om Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 2

3 deze onwenselijke situatie te voorkomen wordt met de onderhavige toevoeging deze verplichting ook opgelegd aan de nieuwe eigenaar,houder of exploitant van het bedrijf. Deze nieuwe eigenaar,houder of exploitant dient binnen 30 dagen na de overdracht een soortgelijke verklaring in bij de Dienst Regelingen. Bij een bedrijfscontrole zal de nieuwe eigenaar/houder/exploitant van het bedrijf moeten kunnen aantonen dat de verhoogde gebruiksnorm niet is overschreden. De nieuwe eigenaar/ houder/exploitant moet derhalve niet alleen aan kunnen tonen dat hij voldoet aan de voorwaarden voor het gebruik van de verhoogde gebruiksnorm en dat hij niet meer dan die jaarlijkse gebruiksnorm op of in de landbouwgrond heeft gebracht, doch hij moet ook kunnen aantonen wat er in totaal op het bedrijf aan stikstof en fosfaat op of in de landbouwgrond is gebracht. Met andere woorden, hij zal ook over de administratieve gegevens van zijn voorganger moeten kunnen beschikken om aannemelijk te kunnen maken dat hij zich aan de voorwaarden van artikel 8 van de Meststoffenwet heeft gehouden. Onderdeel C Een andere voorwaarde verbonden aan de derogatie is de verplichting om ten hoogste vier jaar voorafgaand aan 1 februari van het kalenderjaar waarin de verhoogde gebruiksnorm wordt toegepast de waarde van de fosfaattoestand en het stikstofleverende vermogen van de bodem van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond te bepalen. De consequentie van deze voorwaarde is dat op een perceel waarvan de overdracht na 1 februari maar voor 15 mei van het kalenderjaar waarin de landbouwer de verhoogde gebruiksnorm wil toepassen heeft plaatsgevonden, en dat in de afgelopen 4 jaar niet bemonsterd en geanalyseerd is, dat jaar geen verhoogde gebruiksnorm toegepast kan worden. Ook deze situatie is niet wenselijk. Voor deze percelen is derhalve opgenomen dat de bemonstering en analyse dient plaats te vinden binnen 7 dagen na ingebruikname. Ingevolge artikel 26, tweede lid, dient de landbouwer het aan het bedrijf toegevoegde perceel ook binnen 7 dagen na de overdracht op te nemen in het bemestingsplan. Onderdelen E, H, I en P In de onderhavige artikelen wordt een voorziening getroffen voor hoveniers. Door deze uitzondering wordt het regime voor hoveniers gelijk aan dat voor tuincentra. Hoveniers worden net als tuincentra vrijgesteld van de verplichtingen ten aanzien van AGR- en satellietvolgapparatuur, wegen, bemonstering en analyse en het opmaken van een Vervoersbewijs Dierlijke Mest (hierna: VDM). Daarnaast worden zowel tuincentra als hoveniers die afvoeren naar een particulier op grond van artikel 38 van de Meststoffenwet vrijgesteld van de registratie- en administratieverplichtingen. Zowel hoveniers als tuincentra leveren vrijwel uitsluitend mest aan particulieren en niet-agrarische bedrijven. Bedrijfseconomisch gezien is het voor deze intermediairs zeer ongunstig om bij elke leverantie te moeten voldoen aan alle verplichtingen ten aanzien van AGR- en satellietvolgapparatuur, wegen, bemonstering en analyse en het opmaken van een Vervoersbewijs dierlijke mest. Het gaat bij de aflevering vaak om kleine hoeveelheden dierlijke mest, die per afgeleverde vracht aan alle afzonderlijke verplichtingen zijn onderworpen. Nu het hier gaat om kleine stromen mest, waarbij het milieurisico gering is, staan de kosten niet in verhouding tot het nagestreefde doel. In onderdeel H wordt daarnaast een uitzondering op de verplichtingen ten aanzien van AGR- en satellietvolgapparatuur gemaakt voor de export van gehygiëniseerde vaste dierlijke mest. Aan de export van onverwerkte mest kleven veterinaire en milieutechnische risico s. De verwachting is dat de buitenlandse autoriteiten in de komende jaren steeds nadrukkelijker rekening zullen houden met deze risico s. Deze risico s gelden niet, althans in mindere mate voor gehygiëniseerde dierlijke meststoffen. Het is dan ook wenselijk om de exportmogelijkheden van deze meststoffen te stimuleren. Door de grootste kostenpost bij de export van deze mest weg te nemen, te weten kosten als gevolg van de verplichtingen ten aanzien van AGR- en satellietvolgapparatuur, wordt de afzet naar het buitenland vergemakkelijkt. Een bijkomend voordeel is dat hiermee tevens de binnenlandse mestmarkt wordt ontlast. De gehygiëniseerde mest dient te zijn geproduceerd in een overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1774/2002 erkende inrichting. Gelet op verplichte aanwezigheid van een veterinair certificaat zijn de risico s met betrekking tot fraude verwaarloosbaar. Onderdeel F Met deze wijziging wordt de intermediair op grond van artikel 38 van de Meststoffenwet met betrekking tot compost vrijgesteld van de verplichting tot het bijhouden van een administratie waaruit blijkt hoeveel meststoffen zich in iedere afzonderlijke opslagruimte bevinden. In de praktijk hebben intermediairs veelal geen afzonderlijke opslagruimten voor verschillende ladingen compost. Alle verschillende ladingen compost worden na aanvoer bij elkaar bewaard in één opslagruimte. Deze bepaling is in zoverre derhalve overbodig ten aanzien van compost en genereert onnodig administratieve lasten voor de intermediair. Onderdeel G In de artikelen 53, eerste lid, 78, eerste lid en 79, eerste lid van de Urm, is het Instituut voor Agrotechnology & Food Innovations te Wageningen vervangen door Praktijkonderzoek Veehouderij BV, onderdeel van de Animal Sciences Group, gevestigd aan de Edelhertweg 15, 8219 PH te Lelystad. Het Instituut voor Agrotechnology & Food Innovations te Wageningen heeft tot nu toe de typegoedkeuringen van de AGR- en satellietvolgapparatuur en bemonsterings- en verpakkingsapparatuur uitgevoerd. Dit bedrijf heeft onlangs echter een aantal afdelingen afgestoten. De afdeling die zich bezighield met de typegoedkeuringen is in zijn totaliteit overgegaan naar Praktijkonderzoek Veehouderij BV, onderdeel van de Animal Sciences Group, gevestigd aan de Edelhertweg 15, 8219 PH te Lelystad. Nu feitelijk niets gewijzigd is ten aanzien van de uitvoering van de typegoedkeuringen blijft de kwaliteit gegarandeerd. Onderdeel H, I, K en O In de onderhavige artikelen wordt een voorziening getroffen voor vaste meststoffen met minder dan 10% vaste dierlijke meststoffen of 10% champost. Bij deze mengsels moet gedacht worden aan aanvulgrond, potgrond, organische bodemverbeteraars of organische NPKmeststoffen. Nu alle mengsels met dierlijke meststoffen ingevolge de begripsomschrijving van dierlijke mest gezien worden als dierlijke meststoffen, gelden voor deze mengsels dezelfde verplichtingen ten aanzien van AGR- en satellietvolgapparatuur, wegen, bemonstering en analyse als voor dierlijke meststoffen in het algemeen. Bedrijfseconomisch gezien is dit voor de producenten, verwerkers en leveranciers van deze mengsels van meststoffen zeer ongunstig. Met name bij de aflevering gaat het vaak om kleine hoeveelheden, soms op de afnemer toegesneden, met dierlijke mest of champost vermengd product, die per afgeleverde vracht aan alle afzonderlijke verplichtingen zijn onderworpen. Elke aanhangwagen of pick-up truck waarmee het mengsel met dierlijke meststoffen wordt geleverd aan bijv. een hovenier, dient voorzien te zijn van AGR- en satellietvolgapparatuur en elke vracht dient afzonderlijk te worden gewogen, bemonsterd en geanalyseerd. De kosten voor wegen, analyseren en bemonsteren bedragen hierbij veelal een veelvoud van het bedrag dat de afnemer gewend was te betalen onder het oude stelsel van het mineralenafzetsysteem. Nu het hier verhoudingsgewijs handelt om het reguleren van zeer kleine stromen dierlijke mest of champost, waarbij Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 3

4 het milieurisico gering is, wordt met alle huidige verplichtingen het doel voorbijgeschoten. In de onderhavige artikelen wordt daarom voor de afvoer van vaste meststoffen met minder dan 10% vaste dierlijke meststoffen of 10% champost een uitzondering gemaakt op de verplichtingen ten aanzien van bemonsteren en analyseren (onderdeel O), wegen (onderdeel K), het uitrusten van de transportmiddelen met AGR- en satellietvolgapparatuur (onderdeel H). Voor afvoer van deze meststoffen naar een afnemer die geen bedrijf of intermediaire onderneming voert wordt tevens een uitzondering gemaakt op de verplichting om een vervoersbewijs dierlijke mest op te maken (onderdeel I). Om invulling te kunnen geven aan de eigen verantwoordingsplicht en ten behoeve van het vervoersbewijs dierlijke meststoffen bij afvoer aan bedrijven of intermediaire ondernemingen, kunnen de stikstof- en fosfaatgehalten bepaald worden op twee verschillende manieren. Voor de eerste manier van bepalen van het gehalte van het mengsel kan de leverancier uitgaan van de gehalten van de afzonderlijke grondstoffen, hierbij rekening houdend met het percentage dat de grondstof uitmaakt van het geheel. Bij de tweede manier wordt het gehalte van de bulkpartij bepaald voordat deze onderverdeeld wordt in aparte leveranties voor de verschillende afnemers. Onderdeel J In het onderhavige artikel wordt een uitzondering gemaakt op de verplichting tot het opmaken van een afleveringsbewijs zuiveringsslib en compost voor leveringen van compost in verpakkingen van ten hoogste 25 kilogram, ongeacht de omvang van de totale levering en bulkleveringen van compost, voor zover de totale levering niet meer dan 3000 kilogram los product omvat. Gelet op de verpakkingsvorm en de grootte van de bulkleveringen vindt levering vrijwel per definitie plaats buiten de landbouw, al dan niet door tussenkomst van tuincentra, bouwmarkten of daarmee vergelijkbaar. Met betrekking tot de bulkleveringen bovendien is 3000 kilogram een hoeveelheid die normaal gesproken geladen kan worden in een flinke aanhangwagen. Hiermee vallen derhalve alleen de kleine stromen binnen deze uitzondering en worden de grotere bulkladingen, bijv. ladingen per vrachtwagen die wel tot kg kunnen bevatten, buiten de uitzondering gelaten. Ook hier handelt het derhalve, net als bij de hiervoor genoemde mengsels met dierlijke mest of champost, verhoudingsgewijs om het reguleren van kleine stromen, waarbij het milieurisico gering is. Voor de controle op de gebruiksnormen heeft deze verplichting daarom geen toegevoegde waarde. Onderdeel L Om verwarring in de praktijk te voorkomen is in het tweede lid van artikel 84 duidelijk gemaakt dat het hier gaat om kilogrammen fosfaat. Dit is in lijn met het in het eerste lid, onderdeel a, genoemde vereiste dat tenminste 85 procent van de op het bedrijf geproduceerde dierlijke meststoffen, met inachtneming van de fosfaatgebruiksnorm, op het eigen bedrijf geplaatst moet kunnen worden. Deze hoeveelheid wordt ook uitgedrukt in kilogrammen fosfaat. Onderdeel M Tot 2006 werden percelen in Nederland behorend bij een Belgisch of Duits grensbedrijf vanuit het mineralenafzetsysteem (hierna: Minas) gezien als een apart bedrijf. Dat betekende dat de Belgische en Duitse grensboer ieder transport van dierlijke meststoffen vanaf hun bedrijf in België respectievelijk Duitsland naar hun perceel in Nederland moest verantwoorden middels een VDM. Daarnaast was weging, bemonstering en analyse van dit transport verplicht indien het bedrijf verfijnde aangifte in het kader van Minas deed. In de praktijk betekende dit dat alle Belgische en Duitse grensboeren voor de in Nederland gelegen percelen forfaitaire aangifte deden, waardoor weging, bemonstering en analyse niet nodig was. In de huidige situatie worden deze percelen landbouwgrond in Nederland ingevolge artikel 1, tweede lid, van de Meststoffenwet, nog steeds gezien als een apart bedrijf. Het opmaken van een VDM voor het transport van dierlijke meststoffen van het bedrijf in België of Duitsland naar het perceel in Nederland blijft dan ook verplicht. Echter nu gelden daarnaast ook de verplichtingen met betrekking tot AGR- en satellietvolgapparatuur, weging, bemonstering en analyse voor al deze transporten. Artikel 87 van de Urm bevatte reeds een uitzondering voor Nederlandse grensboeren op de verplichtingen met betrekking tot bemonstering en analyse van dierlijke meststoffen die worden afgevoerd naar grenspercelen die tot 20, onderscheidenlijk 25 kilometer in Duitsland en België liggen en die in het kader van normale bedrijfsvoering bij hetzelfde bedrijf in gebruik zijn. In het verlengde hiervan geldt ingevolge de artikelen 59 en 76 van de Urm tevens een uitzondering voor de verplichtingen met betrekking tot weging en AGR- en satellietvolgapparatuur. Met de onderhavige wijziging worden met het oog op rechtsgelijkheid dezelfde uitzonderingen geschapen voor Belgische en Duitse grensboeren. De verplichting tot het opmaken van eenvervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (hierna: VDM) blijft net als voor de Nederlandse grensboeren wel bestaan. Onderdeel N Voor de afzet van champost in het binnenland bevat artikel 89 in samenhang met artikel 59 en 76 uitzonderingen op de verplichtingen met betrekking tot weging, bemonstering en analyse en AGR- en satellietvolgapparatuur van de afgevoerde champost. Binnen de sector wordt echter een groot gedeelte van de champost afgezet in het buitenland. Om belemmeringen voor de export van champost zoveel mogelijk weg te nemen, is een soortgelijke uitzondering op de verplichting tot weging, bemonstering en analyse en AGR- en satellietvolgapparatuur opgenomen voor champost die geëxporteerd wordt. Onderdeel Q Met het oog op het verbod om meer kalkoenen te houden dan het op het bedrijf rustende pluimveerecht, is in dit artikel een aparte wijze opgenomen voor de telling van het dagelijks aanwezige aantal vleeskalkoenen. Bij vleeskalkoenen is de gebruikelijke handelwijze dat, indien de hennen van een mestronde worden afgeleverd voor de slacht, de hanen van die ronde nog enige tijd op het bedrijf blijven. Deze hanen zijn dan tegelijk met de in het kader van een nieuw aangevangen mestperiode op het bedrijf aangevoerde hennen en hanen aanwezig. In het verleden werden bij de telling van het aantal op het bedrijf aanwezige dieren, deze hanen van de vorige mestronde niet meegeteld. Om te voorkomen dat door een nieuwe telsystematiek, waarbij deze hanen voor de berekening van het gemiddelde aantal dieren wel moeten worden meegeteld, kalkoenhouders in de toekomst te weinig pluimveerechten hebben, worden ook voor het nieuwe mestbeleid de hanen van de vorige mestronde die nog op het bedrijf verblijven na de aanvang van een nieuwe mestronde niet meegeteld bij het aantal op het bedrijf aanwezige kalkoenen in het begin en aan het eind van het jaar en met de telling van het dagelijks aanwezige aantal vleeskalkoenen. Deze aparte manier van bepaling van het gemiddelde aantal vleeskalkoenen geldt alleen in verhouding tot het op het bedrijf rustende pluimveerecht. Voor de berekening van de gasvormige verliezen als bedoeld in artikel 66, derde lid, onderdeel b, sub 4, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet geldt de manier van bereken zoals voorgeschreven in artikel 69, eerste lid, van dit besluit. Onderdeel S Om onduidelijkheden omtrent de gebruiksnormen voor tijdelijk grasland na maïs te voorkomen is een extra voetnoot opgenomen onder tabel A, waaruit blijkt dat als gras geteeld wordt als vanggewas of groenbemester na maïs geen extra gebruiksnorm voor dit gras Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 4

5 geldt. De gebruiksnormen voor maïs zijn namelijk reeds inclusief de daarop geteelde groenbemester. De gebruiksnormen van gewassen zijn gebaseerd op bemestingsadviezen. Met betrekking tot deze bemestingsadviezen is een protocol beschikbaar waarin toetsingscriteria staan vermeld omtrent de onderbouwing die nodig is voor eventuele wijziging van een bemestingsadvies en naar aanleiding daarvan een gebruiksnorm. De sector is zelf verantwoordelijk om een degelijke onderbouwing voor aanpassingen te leveren. Op basis van dit onderzoek stelt de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) vervolgens een advies op of een mogelijke verhoging van het bemestingsadvies voldoende onderbouwd is. De sector heeft aangegeven dat zij de gebruiksnormen voor wintertarwe, zomergerst en zaaiuien te laag achtte. Gezien het positieve advies van de CDM zijn de stikstofgebruiksnorm voor wintertarwe op klei en zand verhoogd tot respectievelijk 245 en 190 kg per hectare en is de stikstofgebruiksnorm voor zomergerst op zand verhoogd tot 90 kg stikstof per hectare. Voor een verhoging van de norm voor zaaiuien bestaat onvoldoende onderbouwing. Deze blijft derhalve ongewijzigd. Het omploegen van groenbemesters op kleigrond is na 1 december vanwege de weersomstandigheden vaak niet meer mogelijk. Akkerbouwers willen daarom deze groenbemesters eerder dan 1 december kunnen omploegen. Indien de groenbemester echter onder de huidige wetgeving eerder omgeploegd wordt, mag de akkerbouwer, vanwege de voorwaarde dat de groenbemester in ieder geval tussen 15 september en 1 december moet blijven staan op het land, de gebruiksnorm voor groenbemester niet benutten. In verband met de opname van stikstof en fosfaat uit meststoffen, moeten groenbemesters op kleigrond minimaal 8 weken op het land blijven staan. Om te voorkomen dat akkerbouwers op klei benadeeld worden ten opzichte van akkerbouwers op andere grondsoorten, wordt de voorwaarde met betrekking tot wanneer en hoe lang de groenbemester op kleigrond moet blijven staan onder voetnoot 5 bij bijlage A, gewijzigd in de periode tussen 1 september en 1 november. Onderdeel T Aan bijlage D, tabel I, is een kolom toegevoegd met diernummers voor diersoorten en diercategorieën. Deze nummers kunnen door de landbouwer gebruikt worden om de administratie inzichtelijker te maken. Het gebruik van diernummers was reeds bekend onder Minas, waarbij op een diertelkaart de aantallen dieren bijgehouden werden door middel van diersoort en -categorienummers. Door het vastleggen van deze nummers in bijlage D, tabel I, van de Urm wordt discussie vermeden over welk nummer nu op welke diersoort of -categorie van toepassing is. Bij een controle kan sneller inzicht verkregen worden in de administratie van de landbouwer als deze nummers gebruikt worden. Onderdeel V Met dit artikel wordt bijlage J vervangen. In de gewijzigde bijlage is een wijziging opgenomen in de opbrengst van voederbieten aan ton product per hectare. Als gevolg van een schrijffout was hier een opbrengst van 10,0 ton opgenomen, terwijl de opbrengst in werkelijkheid 100,0 ton per hectare is. De tweede en derde wijziging betreffen de opbrengst in tonnen product per hectare van corncobmix (zowel 100% als 25% spil). De opbrengst van corncobmix 100% spil is naar boven toe bijgesteld van 12,5 ton naar 13,6 ton per hectare. De opbrengst van corncobmix 25% spil is naar beneden toe bijgesteld van 13,2 ton naar 12,0 ton per hectare. Als gevolg hiervan dienden de gehaltes per ton vers product ook opnieuw te worden berekend. Het stikstof- en fosfaatgehalte voor CCM 100% spil is respectievelijk 8,7 en 4,4 kg per ton vers product en voor CCM 25% spil respectievelijk 9,7 en 4,8 kg per ton vers product. Bij de vaststelling van de oude cijfers was per abuis uitgegaan van verschillende basisgegevens en uitgangspunten voor de bepaling van de opbrengst in tonnen droge stof en de opbrengst in tonnen product. In verband met een consequente benadering is er in het onderhavige artikel echter voor gekozen om uit te gaan van dezelfde uitgangspunten en basisgegevens voor de bepaling van deze beide opbrengsten. Daarbij is uitgegaan van de productie van droge stof per hectare, omdat dit de meest correcte en constante factor is. Als laatste is er een forfait opgenomen voor kaaswei. 3. Administratieve lasten De onderhavige wijzigingen van de Urm hebben ten algemene een gunstige invloed op het totaal aan administratieve lasten zoals deze voortvloeien uit de mestregelgeving. Slechts ten aanzien van de verplichting die volgt uit artikel I, onderdeel B, vindt een verhoging van de administratieve lasten plaats, in alle andere gevallen leiden de wijzigingen tot een vermindering of het gelijk blijven van de administratieve lasten. De totale administratieve lasten zoals die volgen uit de mestwetgeving dalen met In de navolgende tabel worden de wijzigingen in de administratieve lasten verder uitgesplitst per onderdeel met een toelichting per onderdeel. Ond. Omschrijving Gevolgen administratieve lasten B Derogatie bij bedrijfsoverdrachten Verklaring derogatie: Opstellen / aanpassen bemestingsplan E Vrijstelling registratie en administratie voor tuincentra en hoveniers voor zover deze afleveren aan particulieren F Geen H-1 staat voor compost Vermindering vermeldingen op de H-1 staat H en I Hoveniers geen VDM bij aflevering aan particulieren, vergelijkbaar met tuincentra Geen AGR/GPS voor export verwerkte vaste dierlijke meststoffen Verschil Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 5

6 Ond. Omschrijving Gevolgen administratieve lasten Verschil I en O J M N P Uitbreiding forfaitaire transporten Geen afleveringsbewijs voor bepaalde transporten compost Buitenlandse grensbedrijven met grond in Nederland > uitzondering AGR/ GPS en geen bemonstering/ analyse Export champost uitzondering AGR/GPS en geen bemonstering/analyse Administratie aan- en afgevoerde meststoffen Voor forfaitaire transporten geldt (ten opzichte van de hoofdregel) een besparing van administratieve lasten van circa 35,, met name doordat de kosten voor weging, bemonstering en analyse vervallen Totaal Toelichting per onderdeel Onderdeel B Ca 5% van de bedrijven worden jaarlijks overgedragen. Dit betekent dat er naar schatting jaarlijks 1250 bedrijven die gebruik maken van de mogelijkheid van derogatie worden overgedragen. De nieuwe bedrijfsvoerder dient (net als de oude bedrijfsvoerder) een derogatieverklaring in te sturen als voorwaarde voor de toepassing van derogatie in het jaar van overdracht. Er ontstaan geen administratieve lasten ten gevolge van de bemonstering van grond, omdat de analyseresultaten van de vorige bedrijfsvoerder kunnen worden gebruikt. Wel zal de nieuwe bedrijfsvoeder het bemestingsplan moeten aanpassen of opstellen. In geval van maatschapsvorming of ontbinding zal gebruik kunnen worden gemaakt van hetzelfde bemestingsplan. groep intermediairs. De inschatting is dat van de transporten en opslagen waarvoor een administratie moet worden bijgehouden, maximaal 1% bestaat uit de administratie voor compost. Onderdelen I en O Voor transporten van hoveniers naar particulieren of niet-agrarische bedrijven en niet-intermediaire ondernemingen en voor transporten van meststoffen met minder dan 10% dierlijke mest of 10% champost geldt dat er geen weging, bemonstering en analyse hoeft plaats te vinden en geen gebruik hoeft te worden gemaakt van AGR/GPS Onderdelen E, H, I, J, M, N en P Hoewel deze verplichtingen theoretisch een lastenverlichting met zich mee brengen, sluiten deze bepalingen aan bij de werkwijze in de praktijk, en de werkwijze zoals deze van toepassing was in Feitelijk vindt hier derhalve geen reductie van administratieve lasten plaats. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman. Bijlage 1 Bijlage D: Diergebonden normen Tabel I: Excretieforfaits en stikstofcorrectie, behorende bij de artikelen 36, 38, 42, 43, 73 en 96. De stikstofexcreties van staldieren moeten berekend worden conform de stalbalans. In deze tabel zijn voor staldieren wel excretieforfaits opgenomen (schuingedrukt) als hulpmiddel om te bepalen of gebruik gemaakt kan worden van artikel 43. Onderdeel F De vrijstelling van de verplichting om voor compost een H1-staat bij te houden heeft betrekking op een relatief kleine Diersoorten Per diersoort onderscheiden diercategorieën a Stalsysteem A B C D Excretie per dier Excretie per dier in de periode van per jaar 1 september tot 1 maart m3 b kg stikstof c kg Fosfaat d Diernummer Stikstofcorrectie, kg/ dier/ jaar e Bos Taurus (Rund) 10 Melk- en kalfkoeien (alle koeien die ten minste éénmaal hebben gekalfd en die voor de melkproductie of de fokkerij worden gehouden; ook koeien die drooggezet zijn alsmede koeien die worden vetgemest en in de mesttijd worden gemolken) 100 Zie tabel II Zie tabel II Jongvee jonger dan 1 jaar (alle runderen jonger dan 1 jaar met uitzondering van startkalveren, witvleeskalveren, rosevleeskalveren en vleesstieren) Zie tabel II 101 drijfmest 3,6 32,8 9,3 vaste mest 1,8 28,0 Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 6

7 Diersoorten Per diersoort onderscheiden diercategorieën a Stalsysteem A B C D Excretie per dier Excretie per dier in de periode van per jaar 1 september tot 1 maart m3 b kg stikstof c kg Fosfaat d Diernummer Stikstofcorrectie, kg/ dier/ jaar e Jongvee van 1 jaar en ouder (alle runderen van 1 jaar en ouder inclusief overig vleesvee, maar met uitzondering van roodvleesstieren en fokstieren) Witvleeskalveren van ca. 14 dagen tot ca 6 maanden (kalveren van ca. 14 dagen en ouder die gehouden worden op een rantsoen van hoofdzakelijk melk en op een leeftijd van ca. 6 maanden worden geslacht) Rosevleeskalveren van ca. 14 dagen tot ca. 8 maanden (kalveren van ca. 14 dagen en ouder die gehouden worden op een rantsoen van melk en andere voeders en op een leeftijd van ca. 8 maanden worden geslacht) Startkalveren voor rosevlees (kalveren van ca. 14 dagen tot ca. 3 maanden die op gespecialiseerde bedrijven worden gehouden en vervolgens op een ander bedrijf als rosevleeskalf worden gehouden) Rosevleeskalveren van ca.3 maanden tot ca. 8 maanden (kalveren van ca. 3 maanden en ouder die hiervoor zijn gehouden als startkalf, gehouden worden op een rantsoen van melk en andere voeders en op een leeftijd van ca. 8 maanden worden geslacht) Startkalveren voor roodvlees (kalveren van ca. 14 dagen tot ca. 3 maanden die op gespecialiseerde bedrijven worden gehouden en vervolgens op een ander bedrijf als roodvleesstier gehouden worden) Roodvleesstieren van ca. 3 maanden tot ca. 18 maanden (stieren en ossen van 3 maanden en ouder die hiervoor zijn gehouden als startkalf en op een leeftijd van ca. 18 maanden worden geslacht) Weide- en zoogkoeien (koeien die ten minste éénmaal hebben gekalfd niet zijnde melk- en kalfkoeien) 102 drijfmest 7,7 70,2 24,1 vaste mest 3,8 60,0 112 alle 1,4 8,3 2,2 117 alle 2,1 19,3 5,6 115alle 1,0 8,8 2,7 116 alle 2,7 24,8 7,2 121 alle 1,0 8,8 2,6 122 drijfmest 3,4 32,3 11,8 vaste mest 1,8 29,3 120 drijfmest 9,1 76,4 30,3 vaste mest 4,3 68,2 Fokstieren (stieren van 2 jaar en ouder) 104 alle 6,2 75,9 27,9 Ovis Aries (Schaap) 55 Fokschapen (alle vrouwelijke schapen die 550 alle 0,41 10,2 3,6 ten minste éénmaal hebben gelammerd, inclusief alle schapen tot een gewicht van ca. 25 kg voor zover gehouden op het bedrijf waar deze schapen geboren zijn) Overige schapen 552 alle f 7,4 2,4 Capra hircus (Geit) 60 Melkgeiten (alle vrouwelijke geiten die ten minste éénmaal hebben gelammerd, inclusief pas geboren lammeren en opfokgeiten tot ca. 60 dagen, en inclusief alle bokken van 7 maanden en ouder) 600 alle 0,62 9,9 3,6 Vleesgeiten (geiten die gehouden worden 601 alle 0,050,9 0,3 om te worden geslacht op een gewicht van ca. 10 kg) Overige geiten 602 alle 0,355,7 2,3 Equus caballus (Paard) 94 Pony s van 6 maanden en ouder en een 941 alle 2,7 17,4 7,5 gewicht tot ca. 250 kg Pony s van 6 maanden en ouder en een gewicht van ca 250 tot ca. 450 kg 942 alle 4,7 29,7 14,2 Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 7

8 Diersoorten Per diersoort onderscheiden diercategorieën a Stalsysteem A B C D Excretie per dier Excretie per dier in de periode van per jaar 1 september tot 1 maart m3 b kg stikstof c kg Fosfaat d Diernummer Stikstofcorrectie, kg/ dier/ jaar e Paarden van 6 maanden en ouder en een gewicht van ca. 250 kg tot ca. 450 kg 943 alle 5,8 36,6 17,5 Paarden van 6 maanden en ouder en een 944 alle 7,547,6 22,0 gewicht zwaarder dan ca. 450 kg Equus asinus (Ezel) 96 Alle ezels van 6 maanden en ouder alle 2,9 19,3 8,0 Cervus elaphus (Middeneuropees edelhert) 97 Hinden gehouden voor de fokkerij inclusief 971 alle 0,42 25,3 8,3 kalveren jonger dan 3 maanden en bijbehorende bokken Alle herten van 3 maanden en ouder die 972 alle 0,27 16,3 5,6 worden gehouden om te worden geslacht Cervus dama dama (Damhert) 98 Hinden gehouden voor de fokkerij inclusief 981 alle 0,21 12,7 4,2 kalveren jonger dan 3 maanden en bijbehorende bokken Alle herten van 3 maanden en ouder die 982 alle 0,13 8,1 2,9 worden gehouden om te worden geslacht Bubalis Bubalis (Waterbuffel) 99 Waterbuffelkoeien (alle waterbuffelkoeien die ten minste éénmaal hebben gekalfd en die voor de melkproductie of de fokkerij worden gehouden; ook waterbuffelkoeien die droog gezet zijn of worden vetgemest en in de mesttijd worden gemolken) 991 alle 9,4 72,7 28,4 Waterbuffeljongvee (alle jongvee van 992 alle 3,527,2 9,6 waterbuffels tot een leeftijd van 2 jaar) Sus scrofa (Varken) 40 Fokzeugen inclusief biggen jonger dan ,88 16,7 4,2 weken (ten minste éénmaal gedekte of geïnsemineerde zeugen, guste zeugen, 0,88 14,2 7,1 gedekte maar nog niet drachtige zeugen, drachtige zeugen, zeugen met biggen, drijfmest, 1,2 18,0 2,9 zeugen waarvan de biggen gespeend zijn en waarvan de biggen ca. 6 weken na hun 1,2 15,8 5,1 geboorte aan een ander bedrijf worden geleverd) Fokzeugen inclusief biggen tot een 401 1,7 23,6 5,7 gewicht van 25 kg (ten minste éénmaal gedekte of geïnsemineerde zeugen, guste 1,7 19,7 10,5 zeugen, gedekte maar nog niet drach- tige zeugen, drachtige zeugen, zeugen drijfmest, 2,1 25,4 3,9 met biggen, waarvan de biggen worden gehouden tot een gewicht van ca. 25 kg. Ook fokzeugen waarvan de biggen op het eigen bedrijf worden gehouden) 2,1 21,6 7,7 Opfokzeugen jonger dan 7 maanden (jonge 402 0,6510,4 2,2 zeugen, nooit gedekt of geïnsemi- neerd, gehouden voor de fokkerij van ca. 0,658,5 5,0 25 kg tot ca. 7 maanden; ook aangeleverde opfokzeugen van ca. 25 kg die worden drijfmest, 0,8511,2 1,4 afgeleverd op ca. 7 maanden of iets ouder.; ook opfokzeugen afkomstig van het eigen bedrijf van exact 25 kg, die worden afgeleverd op ca. 7 maanden) 0,859,8 3,8 Opfokzeugen van 7 maanden en ouder 403 0,87 13,2 3,8 (jonge zeugen, nooit gedekt of geïnsemineerd, gehouden voor de fokkerij van ca. 0,87 11,4 5,7 7 maanden tot de eerste dekking ook opfokzeugen die zijn aangeleverd op ca. drijfmest, 1,1 14,2 2,7 7 maanden of iets jonger, tot de eerste dekking) 1,1 13,0 4,0 Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 8

9 Diersoorten Per diersoort onderscheiden diercategorieën a Stalsysteem A B C D Excretie per dier Excretie per dier in de periode van per jaar 1 september tot 1 maart m3 b kg stikstof c kg Fosfaat d Diernummer Stikstofcorrectie, kg/ dier/ jaar e Opfokzeugen van een gewicht van 25 kg tot eerste dekking (jonge zeugen, nooit gedekt of geïnsemineerd, gehouden voor de fokkerij van ca. 25 kg tot de eerste dekking. Opfokzeugen die zijn aangeleverd op ca. 25 kg, die niet op 7 maanden worden afgeleverd, maar worden aangehouden tot de eerste dekking; ook opfokzeugen afkomstig van het eigen bedrijf die worden aangehouden van exact 25 kg tot de eerste dekking) Opfokberen (jonge nog niet dekrijpe beren, die worden aangehouden voor de fokkerij, van ca. 25 kg tot ca. 7 maanden of iets ouder; ook beren afkomstig van het eigen bedrijf vanaf exact 25 kg) 404 drijfmest, 405 drijfmest, Dekberen (dekrijpe beren ook zoekberen 406 van ca. 7 maanden en ouder; ook aangeleverde beren van iets jonger dan 7 maanden, beren afkomstig van het eigen bedrijf te rekenen vanaf exact 7 maanden) drijfmest, Biggen (gespeende biggen die op ca weken zijn aangeleverd en worden afgeleverd op ca. 25 kg; ook op 6 weken aange- leverde biggen die op het eigen bedrijf worden aangehouden voor de mesterij, drijfmest, tot exact 25 kg) Slachtzeugen (zeugen die niet meer 410 gebruikt worden voor de fokkerij, maar worden afgemest) drijfmest, Vleesvarkens (varkens die worden gehouden 411 voor de slacht vanaf ca. 25 kg of iets lichter tot ca. 110 kg. Ook biggen afkomstig van het eigen, gesloten bedrijf vanaf exact 25 kg) drijfmest, Gallus gallus (Kip) 30 Opfokhennen en -hanen van legrassen (opfokhennen en -hanen voor de vervanging van hennen en hanen van legrassen, inclusief (groot)ouderdieren, die worden Mestband afgeleverd op ca. 18 weken. Dieren die op het eigen bedrijf worden aangehouden, Mestband met worden tot exact 18 weken meege- nadroging teld) 0,69 11,0 2,6 0,69 9,0 5,2 0,78 11,9 1,7 0,78 10,3 4,0 0,63 10,0 2,4 0,63 8,2 4,9 0,81 10,8 1,6 0,81 9,3 3,8 1,1 17,9 5,4 1,1 14,9 8,2 1,519,4 4,0 1,517,4 5,9 0,21 3,0 0,5 0,21 2,7 1,0 0,26 3,2 0,3 0,26 3,0 0,6 1,4 20,8 5,1 1,4 17,9 7,5 1,8 22,8 3,4 1,8 21,1 4,8 0,61 9,4 1,9 0,61 8,0 4,2 0,64 9,9 1,2 0,64 8,9 3,2 300 drijfmest 0,010 0,21 0,080 Deeppitstal 0,003 0,09 0,200 Mestband 0,007 0,22 0,075 0,007 0,23 0,066 0,006 0,26 0,029 volièrestal 0,008 0,22 0,110 Overig 0,006 0,16 0,170 Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag. 16 9

10 Diersoorten Per diersoort onderscheiden diercategorieën a Stalsysteem A B C D Excretie per dier Excretie per dier in de periode van per jaar 1 september tot 1 maart m3 b kg stikstof c kg Fosfaat d Diernummer Stikstofcorrectie, kg/ dier/ jaar e Hennen en hanen van legrassen (hennen en hanen inclusief (groot)ouderdieren die zijn aangeleverd op ca. 18 weken. Ook van het eigen bedrijf afkomstige hennen en hanen inclusief (groot) ouderdieren, vanaf exact 18 weken) Opfokhennen en -hanen van vleesrassen (opfokhennen en -hanen ter vervanging van (groot)ouderdieren van vleesrassen, die worden afgeleverd op ca. 19 weken. Dieren die op het eigen bedrijf worden aangehouden worden tot exact 19 weken meegeteld) Ouderdieren van vleesrassen (ouderdieren inclusief grootouderdieren van vleesrassen, die zijn aangeleverd op ca. 19 weken. Ook van het eigen bedrijf afkomstige (ouder)dieren, vanaf exact 19 weken) Vleeskuikens (kippen die worden gehouden voor de slacht) 301 drijfmest 0,021 0,43 0,170 deeppitstal 0,0050,16 0,440 mestband 0,0150,45 0,150 mestband 0,0150,47 0,130 mestband met nadroging 0,013 0,55 0,054 volièrestal 0,0150,42 0,310 Overig 0,013 0,37 0, Alle 0,003 0,09 0, ,0150,63 0,36 overig 0,0150,42 0, ,009 0,48 0,045 overig 0,009 0,36 0,140 Meleagris gallopavo (Kalkoen) 20 Jonge kalkoenen (hennen en hanen voor 200 Alle 0,009 0,22 0,2 de productie van broedeieren van ca. 0 weken tot ca. 6 weken, gehouden op een quarantainebedrijf) Opfokkalkoenen (hennen en hanen voor 201 Alle 0,061 1,50 0,8 de productie van broedeieren van ca. 6 weken tot ca. 30 weken, gehouden op een opfokbedrijf) Kalkoenen ouderdieren(hennen en hanen 202 Alle 0,062 1,52 0,8 voor de productie van broedeieren van ca. 30 weken en ouder) Vleeskalkoenen (kalkoenen die worden 210 Alle 0,041 1,01 0,8 gehouden voor de slacht) Mustela vison (Nerts) 75 Fokteven, (alle vrouwelijke dieren, die vaste mest 0,033 1,56 1,1 tenminste eenmaal zijn gedekt, met bijbehorende drijfmest 0,064 1,56 reuen en jongen, en nertsen voor pelsproduktie) Vulpes vulpes (Vos) 70 Fokmoeren, (alle vrouwelijke dieren, die tenminste eenmaal zijn gedekt, met bijbehorende rekels en jongen, en vossen voor pelsproduktie) alle 0,039 2,04 2,5 Oryctolagus cuniculus (Konijn) 90 Voedsters (alle vrouwelijke dieren, die tenminste eenmaal zijn gedekt, met bijbehorende rammen en jongen, vlees- en opfokkonijnen) Rattus norvegicus (Bruine rat) 15 Ratten (alle geslachtsrijpe vrouwelijke ratten) Mus musculus (Tamme muis) 16 Muizen (alle geslachtsrijpe vrouwelijke muizen) Cavia porcellus (Cavia) 17 Cavia s (alle geslachtsrijpe vrouwelijke cavia s) Mesocricetus auratus (Goudhamster) 18 Goudhamsters (alle geslachtsrijpe vrouwelijke goudhamsters) vaste mest 0,210 2,98 1,1 drijfmest 0,290 2,98 alle 0,020 0,28 50% g alle 0,023 0,033 50% g alle 0,046 0,65 50% g alle 0,013 0,18 50% g Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag

11 Diersoorten Per diersoort onderscheiden diercategorieën a Stalsysteem A B C D Excretie per dier Excretie per dier in de periode van per jaar 1 september tot 1 maart m3 b kg stikstof c kg Fosfaat d Diernummer Stikstofcorrectie, kg/ dier/ jaar e Meriones unguiculatus (Gerbil) 19 Gerbils (alle geslachtsrijpe vrouwelijke gerbils) alle 0,004 0,057 50% g Anas plathyrhynchos (Peking eend) 80 Ouderdieren van vleeseenden (opfok- en 800 vaste mest 0,041 0,65 0,7 legeenden) drijfmest 0,053 0,65 Vleeseenden (eenden die worden gehouden 801 vaste mest 0,030 0,48 0,4 voor de slacht) drijfmest 0,039 0,48 Struthio camelus (Struisvogel) 25 Struisvogels (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,480 12,3 50% g struisvogels) Dromaius novaehollandiae (Emoe) 26 Emoe s (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,281 7,8 50% g emoe s) Rhea Americana (Nandoe) 27 Nandoe s (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,197 5,5 50% g nandoe s) Anser cygnoides (Knobbelgans) 28 Knobbelganzen (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,022 3,2 50% g knobbelganzen) Anser anser (Grauwe gans) 29 Grauwe ganzen (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,022 3,2 50% g grauwe ganzen) Numida meleagris (Helmparelhoen) 95 Parelhoenders (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,008 0,30 50% g parelhoenders) Phasianus colchicus (Fazant) 35 Fazanten (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,002 0,12 50% g fazanten) Perdix perdix (Patrijs) 36 Patrijzen (alle geslachtsrijpe vrouwelijke alle 0,002 0,11 50% g patrijzen) Columbia livia (Vleesduif) 37 Duiven (alle geslachtsrijpe vrouwelijke duiven) alle 0,008 0,05 50% g a Als de omschrijving van de categorieën niet aansluit bij de voorkomende situatie dienen de forfaits gehanteerd te worden van de categorie die het best aansluit bij de voorkomende situatie. b Behorende bij artikel 36 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. c Behorende bij de artikelen 43 en 73 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Mbt artikel 73 alleen relevant voor de graasdieren en daarmee niet van toepassing op diercategorieën die vallen onder de staldieren. d Behorende bij artikel 73 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Alleen relevant voor de graasdieren en daarmee niet van toepassing op diercategorieën die vallen onder de staldieren. e Behorende bij artikel 96 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. f De mestproductie van deze dieren is reeds verrekend in het forfait van de fokschapen. g Gasvormig verlies van knaagdieren en overig pluimvee bedraagt 50% van de N-excretie, die volgens de stalbalans is berekend. Bijlage 2 Bijlage J: Forfaitaire opbrengst en mineralengehalten ruwvoer en enkelvoudig diervoer Behorende bij de artikelen 97, 100 en 101 gewas Opbrengst (ton ds/ha) Opbrengst (ton product / ha) Stikstofgehalte (kg stikstof/ ton ds) Fosfaatgehalte (kg fosfaat/ ton ds) Stikstofgehalte (kg stikstof/ ton vers product) Fosfaatgehalte (kg fosfaat/ ton vers product) Snijmaïs 13,0 40,0 13,55,0 4,3 1,6 Maïskolven-schroot 7,8 14,0 15,7 7,8 8,6 4,3 Corncobmix (100% spil) 7,513,6 15,9 7,9 8,7 4,4 Uit: Staatscourant 29 juni 2006, nr. 124 / pag

Tabel 4 Diergebonden normen

Tabel 4 Diergebonden normen 01 van 06 Tabel 4 Diergebonden normen 20162017 Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie van

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden normen

Tabel 4 Diergebonden normen 01 van 07 Tabel 4 Diergebonden normen 20162017 Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie van

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden normen 2015

Tabel 4 Diergebonden normen 2015 01 van 08 Tabel 4 Diergebonden normen 2015 Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie van graasdieren

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden normen

Tabel 4 Diergebonden normen Mestbeleid 20102013: tabellen Tabel 4 Diergebonden normen Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten 2017

Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten 2017 01 van 06 Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten 2017 Waarvoor gebruiken? De diergebonden forfaitaire gehalten gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden normen 2016-2017

Tabel 4 Diergebonden normen 2016-2017 01 van 06 Tabel 4 Diergebonden normen 20162017 Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie van

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden normen 2015-2017

Tabel 4 Diergebonden normen 2015-2017 01 van 08 Tabel 4 Diergebonden normen 2015-2017 Waarvoor gebruiken? De diergebonden normen gebruikt u voor zowel de berekening van de minimumopslagcapaciteit die u nodig heeft, als de mestproductie van

Nadere informatie

Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten

Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten Mestbeleid 20192021 Tabellen 01 van 06 Tabel 4 November 2018 Tabel 4 Diergebonden forfaitaire gehalten 20192021 Waarvoor gebruiken? De diergebonden forfaitaire gehalten gebruikt u voor zowel de berekening

Nadere informatie

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikelen 28, 36 en 70 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet; Besluit: Artikel I

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikelen 28, 36 en 70 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet; Besluit: Artikel I Ontwerpregeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, nr. WJZ/ 19175035, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet ter actualisatie van bijlage D (excretieforfaits)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37097 23 oktober 2015 Kennisgeving van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 15 oktober 2015, nr. WJZ/15131976,

Nadere informatie

Concept. De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Concept. De Staatssecretaris van Economische Zaken, Concept e Staatssecretaris van Economische Zaken, Gelet op artikel 12, derde lid, van de Meststoffenwet, de artikelen 28, tweede lid, onderdeel b en 70, eerste lid, onderdelen a en c, tweede lid, van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 818 Wijziging van de Meststoffenwet en van de Wet herstructurering varkenshouderij in verband met het schrappen van de tweede generieke korting

Nadere informatie

Gelet op artikel 43 van de Meststoffenwet in samenhang met artikel 3:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 43 van de Meststoffenwet in samenhang met artikel 3:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Kennisgeving van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 15 oktober 2015, nr. WJZ/15131976, houdende een ontwerp-wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in verband met aanpassingen in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 72017 27 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 december 2016, nr. WJZ/16166413,

Nadere informatie

In tabel I, van bijlage D, komt voor de diersoort Capra hircus (geit), diernummer 600, de tabel te luiden: 600 Alle 0,76 10,2 4,3 b -

In tabel I, van bijlage D, komt voor de diersoort Capra hircus (geit), diernummer 600, de tabel te luiden: 600 Alle 0,76 10,2 4,3 b - Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, nr. WJZ/17163456, houdende een wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in verband met de aanpassing van diverse excretieforfaits

Nadere informatie

MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN. Een praktische samenvatting van de regelgeving. voor terreinbeheerders en pachters

MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN. Een praktische samenvatting van de regelgeving. voor terreinbeheerders en pachters MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN Een praktische samenvatting van de regelgeving voor terreinbeheerders en pachters In opdracht van: MESTWETGEVING EN WEIDEVOGELRESERVATEN Een praktische samenvatting

Nadere informatie

- Concept voor internetconsultatie -

- Concept voor internetconsultatie - - Concept voor internetconsultatie - Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van, nr. WJZ/15162748, tot wijziging van de Regeling dierlijke producten in verband met de aanpassing van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31596 7 november 2014 Kennisgeving van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 6 november 2014, nr. WJZ/14167968,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 542 Wet van 10 december 2003 tot wijziging van de Meststoffenwet en van de Wet herstructurering varkenshouderij in verband met het schrappen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69443 27 december 2017 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 december 2017, nr. WJZ/17163456,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 004 Wijziging van de Meststoffenwet en intrekking van de Wet verplaatsing mestproductie en de Wet herstructurering varkenshouderij (vereenvoudiging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 979 Regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet verantwoorde groei melkveehouderij) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303 Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden

Nadere informatie

Advies excretieforfaits stikstof en fosfaat

Advies excretieforfaits stikstof en fosfaat Advies excretieforfaits stikstof en fosfaat DATE November 7, 2014 Korte versie AUTHOR K. Groenestein Karin Groenestein Wageningen UR (Wageningen University and various research institutes) is specialised

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Ontwerp-Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, TRCJZ/2008/3190, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36375 20 december 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 19 december 2013, nr. WJZ/13215682,

Nadere informatie

Deze notitie is besproken door en geaccordeerd in de CDM-werkgroep Diergebonden Forfaits op 23 mei 2014.

Deze notitie is besproken door en geaccordeerd in de CDM-werkgroep Diergebonden Forfaits op 23 mei 2014. Review mineralengehalten in dierlijke mest Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. C. van Bruggen, CBS 1. Inleiding Een van de taken van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9998 29 juni 2010 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 juni 2010,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20228 28 december 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 december

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46459 18 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 15 december 2015, nr. WJZ/15170451,

Nadere informatie

Meststoffenwet Overzicht maatregelen en sancties

Meststoffenwet Overzicht maatregelen en sancties Meststoffenwet Overzicht maatregelen en sancties In deze tabel leest u de maatregelen en sancties die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland kan toepassen voor de Meststoffenwet. In de laatste kolom ziet

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2977 7 juli 2017 Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 61 61 30 30maart 2009 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 maart 2009, nr. TRCJZ/2009/372,

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boetes Meststoffenwet.

Beleidsregel bestuurlijke boetes Meststoffenwet. LNV Beleidsregel bestuurlijke s Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 13 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3706, omtrent vaststelling van de hoogte van de ingevolge de op

Nadere informatie

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen?

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen? Algemeen 1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen? Zodra u een MVO heeft ingestuurd kunt u deze niet meer corrigeren.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16865 1 juli 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 24 juni 2015, nr. IENM/BSK-2015/115905,

Nadere informatie

Lijst met technische staleisen

Lijst met technische staleisen Lijst met technische staleisen Dit is een bewerkte tekst uit de verordening natuurbescherming. De volledige en juiste gegevens vindt u in de verordening natuurbescherming. Code in RAV-lijst Diercategorie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 539 Wet van 7 december 2000, houdende wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2613 13 juni 2017 Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69967 12 december 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 december 2017, nr. IENM/BSK-2017/281210,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18729 18 oktober 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 3 oktober 2011, nr. DP2011054569,

Nadere informatie

Besluit Postbus 90151

Besluit Postbus 90151 Brabantlaan 1 Besluit Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 Bereikbaarheid openbaar vervoer en fiets: www.brabant.nl/route

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35929 31 december 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 13 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/297853,

Nadere informatie

Herplaatsing Bijlage Wijziging Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij

Herplaatsing Bijlage Wijziging Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij Herplaatsing Bijlage Wijziging Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij VROM, LNV In Staatscourant 69 van donderdag 9 april 1998 zijn in de tabel die behoort bij de Wijziging Uitvoeringsregeling ammoniak

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17093 18 november 2010 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 29 oktober 2010, nr.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 645 Besluit van 9 november 2005, houdende regels ter uitvoering van de Meststoffenwet (Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet) Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van..., no...);

De Raad van State gehoord (advies van..., no...); WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van, houdende regels ter uitvoering van de Meststoffenwet (Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet)

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Eerste wijzigingsverordening Verordening stikstof en Natura 2000 Noord- Brabant 2013 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n) - Gelet

Nadere informatie

Mestbeleid tabellen

Mestbeleid tabellen mestbeleid agrarisch ondernemer Mestbeleid 20082009 tabellen U bent agrarisch ondernemer. In deze brochure vindt u de forfaitaire normen die gelden vanaf 1 januari 2008. U leest waarvoor en hoe u de normen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18073 2 juli 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 30 juni 2015, nr. WJZ/15078991, houdende

Nadere informatie

Vrijstelling van de heffingen Meststoffenwet voor kleine bedrijven, tuinbouwbedrijven en tuincentra

Vrijstelling van de heffingen Meststoffenwet voor kleine bedrijven, tuinbouwbedrijven en tuincentra Vrijstelling van de heffingen Meststoffenwet voor kleine bedrijven, tuinbouwbedrijven en tuincentra LNV «Meststoffenwet» Regeling houdende vrijstelling van de heffingen van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Uitvoeringsregeling Meststoffenwet LNV Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 november 2005, nr. TRCJZ/2005/3295, houdende regels ter uitvoering van de Meststoffenwet (Uitvoeringsregeling

Nadere informatie

Ontwerp-Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Ontwerp-Uitvoeringsregeling Meststoffenwet LNV Ontwerp-Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Kennisgeving van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 september 2005, nr. TRCJZ/ 2005/2572, Directie Juridische Zaken, betreffende het

Nadere informatie

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT:

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT: MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT ONTWERP Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2008 TRCJZ/2008/2149 houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Nadere informatie

Bijlage 2 bij de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Bijlage 2 bij de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 Bijlage 2 bij de stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 Lijst met technische staleisen als bedoeld in artikel artikel 3 Emissiefactoren voor de vanuit het dierenverblijf, inclusief de van de mest die

Nadere informatie

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV. Toelichting op de cijfers van de mestproductie in 2018 zoals berekend in de vorm van momentopnames in kwartaalrapportages en zoals gepubliceerd als voorlopige cijfers d.d.15-2-2018 op de CBS-website. Deze

Nadere informatie

2. Onderdeel f komt te luiden: f. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;.

2. Onderdeel f komt te luiden: f. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;. Wijziging van de Meststoffenwet (invoering stelsel verantwoorde mestafzet) Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is

Nadere informatie

Bedrijfsomvang en -type volgens NEG-typering

Bedrijfsomvang en -type volgens NEG-typering In deze bijlage is de tabel opgenomen waarin de Nge-factor per diersoort is weergegeven. Tevens is de rekenmethode hier weergegeven die gebruikt is om het per bedrijf te berekenen conform de 300 Nge-systematiek.

Nadere informatie

Emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens traditioneel systeem

Emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens traditioneel systeem Bijlage 1 bij de stikstof en Natura2000 Noord-Brabant Emissiefactoren voor de vanuit het dierenverblijf, inclusief de van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen (versie 10 januari 2012) 1 2 Code

Nadere informatie

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018 Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00

Nadere informatie

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking Mestbeleid Verplichte mestverwerking Eind december 2013 zijn de details van de verplichte mestverwerking bekend geworden. Dit betekent onder andere dat de verwerkingspercentages en de definitie van verwerken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37693 24 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 22 december 2014, nr. WJZ/14205585,

Nadere informatie

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties

Nadere informatie

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f Datum: maart 2017 Van: mr. drs. D. Harmsen Aan: dhr. G.J. Klont (gemeente Achtkarspelen) CC: dhr. B. van Dellen

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2015

Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2015 Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2015 01 van 07 Tabel 1 Januari 2015 Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Waarvoor gebruiken? De stikstofgebruiksnormen gebruikt u om de totale stikstofgebruiksruimte

Nadere informatie

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen 01 van 07 Tabel 1 September 2015 Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Waarvoor gebruiken? De stikstofgebruiksnormen gebruikt u om de totale stikstofgebruiksruimte voor meststoffen voor uw bedrijf te berekenen.

Nadere informatie

Fosfaatklasse. Grondmonster

Fosfaatklasse. Grondmonster Bijlage 1: Bedrijf & percelen 1.1. BEDRIJFSGEGEVENS Bedrijfsgegevens Opteren voor derogatie Derogatie toegestaan Biologisch Ja Ja Nee 1.2. PERCELEN Perceelsnummer & naam Opp. (ha) Topoperceel Grondsoort

Nadere informatie

Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen

Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen Registratie bedrijf doorgeven bedrijfsgegevens relatienummer locatie(s) Eenmalig, bij start van uw bedrijf. Ja. Wijzigingen binnen 30 dagen doorgeven

Nadere informatie

Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Commissie Deskundigen Meststoffenwet Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet

Nadere informatie

Vervoeren van dierlijke mest

Vervoeren van dierlijke mest Vervoeren van dierlijke mest U bent vervoerder van dierlijke mest. In deze brochure leest u meer over het vervoeren van dierlijke meststoffen en welke regels er zijn. Ook leest u welke gegevens u over

Nadere informatie

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 1. CONCLUSIES 1.1. BEDRIJFSSITUATIE Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00 Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 Melkproductie (totaal per jaar) 765.000

Nadere informatie

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Mestbeleid Stelsel van verplichte mestverwerking 13 januari 2014 Joke Noordsij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 Inhoud Wat hebben we nu aan mestbeleid Wat gaat er veranderen Stelsel verplichte

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 945 Wijziging van de Meststoffenwet (differentiatie fosfaatgebruiksnorm) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 2 juli 2009 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018 Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00

Nadere informatie

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 januari 2019

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 januari 2019 Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 januari 2019 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00

Nadere informatie

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Mestbeleid Tabellen 01 van 07 Tabel 1 Januari Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Waarvoor gebruiken? De stikstofgebruiksnormen gebruikt u om de totale stikstofgebruiksruimte voor meststoffen voor uw bedrijf

Nadere informatie

Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2017

Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2017 Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar Mestbeleid Tabellen 01 van 07 Tabel 1 Januari Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Waarvoor gebruiken? De stikstofgebruiksnormen gebruikt u om de totale stikstofgebruiksruimte

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 577 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (tijdelijke overheveling Beleidsregel s Meststoffenwet)

Nadere informatie

Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2018

Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2018 Deze tabellenbrochure is geldig voor het jaar 2018 Mestbeleid Tabellen 01 van 07 Tabel 1 Januari Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen Waarvoor gebruiken? De stikstofgebruiksnormen gebruikt u om de totale stikstofgebruiksruimte

Nadere informatie

CDM-Advies Kortingspercentage fosfaatrechten. Samenvatting

CDM-Advies Kortingspercentage fosfaatrechten. Samenvatting CDM-Advies Kortingspercentage fosfaatrechten Samenvatting Per 1 januari 2018 zal het stelsel van fosfaatrechten voor melkvee in Nederland in werking treden. Bedrijven krijgen per 1 januari 2018 fosfaatrechten

Nadere informatie

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2019

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2019 Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2019 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00

Nadere informatie

14-1-2014. Welkom. Voorlichting Verplichte mestverwerking. Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie

14-1-2014. Welkom. Voorlichting Verplichte mestverwerking. Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie Welkom Voorlichting Verplichte mestverwerking Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie 1 Inhoud Bibob toetsing op registratie intermediair Verwerkingsplicht: basis uitzonderingen overeenkomsten praktijksituaties

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5289 6 april 2010 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 maart 2010, nr. 115877, houdende

Nadere informatie

Advies Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Advies Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Advies Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Commissie Deskundigen Meststoffenwet Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet

Nadere informatie

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, Gelet op de artikelen 17 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; BESLUIT:

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, Gelet op de artikelen 17 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; BESLUIT: MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 januari 2009, nr. TRCJZ/2009/244, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. ONTWERP WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van..., houdende wijziging van het Besluit gebruik meststoffen en het Besluit glastuinbouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 532 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Codelijsten AgroAdviseur rapportbeheer

Codelijsten AgroAdviseur rapportbeheer Codelijsten AgroAdviseur rapportbeheer (bijgewerkt tot en met versie 2.0 AgroAdviseur versie 9.4) december 2005 ComponentAgro B.V. december 2005 (HL200410001/4081/RH) Pagina 1 van 13 2004 ComponentAgro

Nadere informatie

Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. Harmonisatie diercategorieën. WOt-technical report 16. K. Groenestein, C. van Bruggen & H.

Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. Harmonisatie diercategorieën. WOt-technical report 16. K. Groenestein, C. van Bruggen & H. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu Harmonisatie diercategorieën WOt-technical report 16 K. Groenestein, C. van Bruggen & H. Luesink Harmonisatie diercategorieën Dit Technical report is gemaakt

Nadere informatie

CONCEPT. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikel 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet; Besluit:

CONCEPT. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gelet op artikel 38, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet; Besluit: Ontwerpregeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit houdende vrijstelling van het fosfaatrechtenstelsel voor jongvee in de zoogkoeienhouderij (Vrijstellingsregeling zoogkoeienhouderij)

Nadere informatie

Review opbrengst en mineralengehalten ruwvoer en enkelvoudig diervoer - Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet.

Review opbrengst en mineralengehalten ruwvoer en enkelvoudig diervoer - Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Review opbrengst en mineralengehalten ruwvoer en enkelvoudig diervoer - Actualisatie bijlage J Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. C. van Bruggen, CBS 1. Inleiding Een van de taken van de Commissie Deskundigen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling fosfaatreductieplan 2017 wordt gewijzigd als volgt:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling fosfaatreductieplan 2017 wordt gewijzigd als volgt: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18602 30 maart 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 28 maart 2017, nr. WJZ/17041550, houdende

Nadere informatie

Wijziging Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij

Wijziging Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij LNV Wijziging Regeling inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen in de veehouderij 19 juli 2001/Nr. TRCJZ/2001/10188 Directie Juridische Zaken De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Nadere informatie

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 juli 2018

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 juli 2018 Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 juli 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 174 17 september 18 Ontwerpregeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van..., nr. WJZ/186786, tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46607 7 september 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 6 september 2016, nr. WJZ/16125101,

Nadere informatie

SYMPOSIUM 28 maart Welkom!

SYMPOSIUM 28 maart Welkom! Welkom! Programma Ontvangst Opening 1e lezing: Mevr. R. Verbakel - ABAB 2e lezing: Dhr. W. van der Heijden - ABAB 3e lezing: Dhr. H. Griemelink - Subli Behandeling vragen Afsluiting Mestbeleid vanaf 2006

Nadere informatie

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij

Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij Rekenmodel grondgebondenheid behorende bij de AMvB Verantwoorde groei melkveehouderij 1. Inleiding Met de Wet verantwoorde groei melkveehouderij (in werking getreden op 1 januari 2015) is het begrip melkveefosfaatoverschot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 517 Besluit van 12 oktober 2000, houdende wijziging van het Besluit stikstofcorrectie Meststoffenwet Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie