Beslissing op bezwaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beslissing op bezwaar"

Transcriptie

1 Beslissing op bezwaar Betreft: Bezwaar RadioCorp B.V. en Ad Venture Radio B.V. Het Commissariaat voor de Media, gezien het bestuurlijk rechtsoordeel van 6 mei 2014, verzonden op 8 mei 2014, waarbij het Commissariaat voor de Media heeft geoordeeld dat de voorgenomen samenwerking tussen Q-Music Nederland B.V. en Bartelet Holding Maastricht B.V. niet leidt tot een verbondenheid in de zin van artikel 6.24, eerste lid, van de Mediawet 2008, gezien het door RadioCorp B.V. en Ad Venture Radio B.V. per brief van 12 juni 2014, door het Commissariaat voor de Media ontvangen op 16 juni 2014, gemaakte bezwaar, gelet op het bepaalde in de artikelen 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en 6.24 van de Mediawet 2008 en 22 van het Mediabesluit overweegt als volgt: a. Verloop van de procedure 1. Bij van 19 maart 2014 heeft Bartelet Holding Maastricht B.V. (hierna: Bartelet) het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) verzocht een oordeel uit te spreken over een voorgenomen samenwerking tussen Q-Music Nederland B.V. (hierna: Q-Music Nederland) en Bartelet. 2. Bij brief van 8 mei 2014 heeft het Commissariaat aan Bartelet (kenmerk: /626781) en Q-Music Nederland (kenmerk: /626789) het bestuurlijk rechtsoordeel van 6 mei 2014 (kenmerk: /626401) verzonden. Op het bestuurlijk rechtsoordeel zal hieronder onder c. worden ingegaan. 3. Bij brief van 12 juni 2014, door het Commissariaat ontvangen op 16 juni 2014, hebben RadioCorp B.V. (hierna: RadioCorp) en Ad Venture Radio B.V. (hierna: Ad Venture Radio) bezwaar gemaakt tegen het bestuurlijk rechtsoordeel van 6 mei Bij brief van 1 juli 2014 heeft het Commissariaat RadioCorp en Ad Venture Radio (kenmerk: /629916), Bartelet (kenmerk: /630235) en Q-Music Nederland (kenmerk: /630236) uitgenodigd voor een hoorzitting in verband met het door RadioCorp en Ad Venture Radio gemaakte bezwaar. Tevens heeft het Commissariaat in voornoemde brieven van 1 juli 2014 de termijn voor het nemen van de beslissing op bezwaar verdaagd met zes weken. 1

2 5. Op 21 augustus 2014 heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarbij RadioCorp en Ad Venture Radio, Bartelet en Q-Music Nederland hun zienswijze mondeling naar voren hebben gebracht. Het verslag van de hoorzitting is als bijlage bij deze beslissing op bezwaar gevoegd. b. Juridisch kader 6. Voor de relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar de bijlage. c. Bestuurlijk rechtsoordeel Verzoek Bartelet 7. Het bestuurlijk rechtsoordeel is gegeven op verzoek van Bartelet. Bartelet en Q-Music Nederland zijn blijkens het verzoek voornemens een samenwerking aan te gaan. Bartelet heeft het Commissariaat verzocht te beoordelen of de voorgenomen samenwerking in overeenstemming is met artikel 6.24 van de Mediawet 2008, in samenhang gelezen met artikel 22 van het Mediabesluit Bestuurlijk rechtsoordeel 8. Op 6 mei 2014 heeft het Commissariaat bij wijze van bestuurlijk rechtsoordeel naar aanleiding van het verzoek van Bartelet kort samengevat geoordeeld dat de voorgenomen samenwerking tussen Bartelet en Q-Music Nederland niet leidt tot een verbondenheid tussen Q-Music Nederland en Radio Limburg, waardoor beide instellingen voor de toepassing van artikel 6.24 van de Mediawet 2008 als één instelling moeten worden aangemerkt. Voornoemde op voorwaarde dat partijen zich feitelijk gedragen in overeenstemming met hetgeen in verband met het rechtsoordeel door hen is verklaard en uit de door hen beschikbaar gestelde informatie is gebleken. 9. Voor de motivering van het bestuurlijk rechtsoordeel wordt verwezen naar het bestuurlijk rechtsoordeel van 6 mei 2014 met kenmerk /626781, te vinden op de website van het Commissariaat ( d. Bezwaar RadioCorp en Ad Venture Radio 10. Hieronder worden de gronden van bezwaar van RadioCorp en Ad Venture Radio kort samengevat weergegeven. Besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb 11. Allereerst stellen RadioCorp en Ad Venture Radio dat het bestuurlijk rechtsoordeel een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is. Hiervoor verwijzen zij naar de tekst van het bestuurlijk rechtsoordeel waarin staat: Het Commissariaat stelt vast ( ), de rechtsmiddelenclausule onderaan het bestuurlijk rechtsoordeel en de ondertekening van het bestuurlijk rechtsoordeel. 12. Voorts stellen RadioCorp en Ad Venture Radio dat Q-Music Nederland en Bartelet met het voorleggen van samenwerking zekerheid wilden verkrijgen dat niet handhavend zal worden opgetreden en dat er door het voorleggen van de samenwerking is verzocht om toestemming. 2

3 13. RadioCorp en Ad Venture Radio stellen onder verwijzing naar de literatuur 1 dat een bestuurlijk rechtsoordeel aangemerkt wordt als een besluit indien sprake is van een als definitief bedoeld oordeel van een bestuursorgaan over de toepasselijkheid van een door hem uitgevoerd wettelijk voorschrift. 14. Ook wijzen RadioCorp en Ad Venture Radio op de jurisprudentie over de status van bestuurlijke rechtsoordelen. Maatgevend bij de beantwoording van de vraag of een bestuurlijk rechtsoordeel een besluit is of een belanghebbende door het aanwenden van een rechtsmiddel tegen het besluit kan opkomen. Dit kan indien in het aan het besluit ten grondslag liggende oordeel (het Commissariaat leest hier: motivering) een oordeel ligt besloten. Daarvan is hier sprake. Het Commissariaat heeft definitief geoordeeld dat de uitvoering van de voorziene samenwerking niet in strijd is met artikel 6.24 van de Mediawet Daarom is het bestuurlijk rechtsoordeel een op zichzelf staande publiekrechtelijke rechtshandeling. 15. Subsidiair stellen RadioCorp en Ad Venture Radio zich op het standpunt, dat indien er geen sprake is van een besluit, het bestuurlijk rechtsoordeel in dit geval gelijk moet worden gesteld met een besluit. Dit omdat het voor Q-Music en Bartelet onevenredig bezwarend was om door middel van het uitlokken van een handhavingsbesluit een oordeel over de samenwerking te verkrijgen. Ook voor RadioCorp en Ad Venture Radio is het uitlokken van een handhavingsbesluit onevenredig bezwarend. Een handhavingsverzoek van RadioCorp en Ad Venture Radio ziet op precies dezelfde rechtsvraag waarop het bestuurlijk rechtsoordeel betrekking heeft. 16. Voorts leidt het bestuurlijk rechtsoordeel volgens RadioCorp en Ad Venture Radio tot onomkeerbare rechtsgevolgen. Indien zij niet binnen zes weken bezwaar hadden gemaakt, zouden deze rechtsgevolgen intreden. Het bestuurlijk rechtsoordeel stelt een rechtstoestand vast. Belanghebbendheid 17. RadioCorp en Ad Venture Radio merken op dat zij allebei als concurrent van Q-Music Nederland een voldoende actueel belang hebben bij de beoordeling van de samenwerking tussen Q-Music Nederland en Bartelet. RadioCorp, Ad Venture Radio en Q-Music Nederland opereren alle drie op de markt voor landelijke commerciële radio. Door de samenwerking met Bartelet c.q. Radio Limburg participeert Q-Music Nederland op de markt voor niet-landelijke commerciële radio en hierdoor wordt het bereik van Q- Music Nederland uitgebreid. Inhoudelijke gronden van bezwaar 18. RadioCorp en Ad Venture Radio hebben de volgende inhoudelijke gronden van bezwaar aangevoerd. (a) Het wettelijke vereiste van scheiding tussen landelijke en niet-landelijke commerciële radio-omroep 1. R.C. Stam, m.m.v. B.J. Walraven, Instellen van bezwaar en beroep, deel 3 Praktijkcahiers bestuursrecht,

4 19. RadioCorp en Ad Venture Radio stellen met de samenwerking de strikte scheiding tussen landelijke en niet-landelijke radio-omroep in het geding komt. Op grond van artikel 7 en 8 van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 (hierna: Regeling AGF 2003) mag een houder een van landelijke FM-kavel zich niet op de markt voor niet-landelijke kavels begeven. Q-Music Nederland mag zich niet op de markt voor niet landelijke commerciële radio-omroep begeven en Radio Limburg mag geen programma uitzenden dat wordt verzorgd door een landelijke commerciële omroepinstelling. Zowel de landelijke kavel van Q-Music Nederland als de regionale kavel van Radio Limburg wordt niet gebruikt conform de vergunningvoorschriften. 20. Voorts is de integrale (her)uitzending van het landelijke programma van Q-Music Nederland op Radio Limburg gedurende 20 uur per dag in strijd is met de Regeling AGF RadioCorp en Ad Venture Radio stellen dat Bartelet de aandelen van Radio Limburg niet had willen verkrijgen zonder een landelijke partner als Q-Music Nederland. Artikel 7 van de Regeling AGF 2003 beoogt juist te voorkomen dat regionale kavels in handen vallen van landelijke partijen. 22. Kavels van partijen die zich niet aan de regels houden moeten worden ingetrokken en opnieuw worden verdeeld. Indien het een regionale vergunninghouder niet lukt de vergunning conform de regelgeving te exploiteren, mag hij niet een landelijk commercieel radioprogramma uit zenden. (b) Het wettelijk verbod op verbondenheid 23. Volgens RadioCorp en Ad Venture Radio leidt de samenwerking tussen Q-Music Nederland en Bartelet tot verboden verbondenheid tussen Q-Music Nederland en Radio Limburg. Q-Music Nederland bepaalt het (zakelijke) beleid van Radio Limburg en heeft hier een aanzienlijk invloed op. 24. Het enkele feit dat Bartelet het Commissariaat om toestemming vraagt om met betrokkenheid van Q-Music Nederland een regionale FM-kabel te exploiteren, impliceert dat Bartelet niet zou zijn overgegaan tot overname van de aandelen in Radio Limburg zonder de betrokkenheid van Q-Music Nederland. 25. RadioCorp en Ad Venture Radio vinden het bestuurlijk rechtsoordeel onzorgvuldig en een mist een daadkrachtige motivering missen, omdat bij de beoordeling niet is betrokken dat Bartelet afhankelijk opereert van Q-Music Nederland. Er is sprake van onderling afgestemde feitelijke gedragingen die leiden tot verboden verbondenheid. Q-Music Nederland en Radio Limburg zijn feitelijk één en dezelfde omroepinstelling. (c) Het gelijk speelveld 26. RadioCorp en Ad Venture Radio vinden dat als gevolg van de samenwerking, waarbij een landelijke commerciële zender een programma verzorgt op een regionale frequentie, het gelijke speelveld op de markt wordt verstoord. Zij stellen dat deze verstoring is in strijd is met de Kaderrichtlijn. 4

5 27. Ten slotte merken RadioCorp en Ad Venture Radio op dat de in de beroepszaak betreffende NDC aangevoerde argumenten over de invulling van het begrip regiogerichtheid als herhaald en ingelast moeten worden beschouwd. Verzoek tot handhaving 28. RadioCorp en Ad Venture Radio verzoeken het bestuurlijk rechtsoordeel te heroverwegen, de samenwerking tussen Q-Music Nederland en Radio-Limburg te verbieden en handhavend op te treden. e. Reactie Q-Music Nederland 29. Tijdens de hoorzitting van 21 augustus 2014 heeft Q-Music Nederland gereageerd op het bezwaar van RadioCorp en Ad Venture Radio. (a) Toetsingskader onderhavige situatie 30. Primair stelt Q-Music Nederland dat RadioCorp en Ad Venture Radio ten onrechte wijzen op artikel 7 en 8 van de Regeling AGF De Regeling AGF 2003 bevat geen regels over het combineren van een landelijke en een niet landelijke kavel, maar ziet op combinaties van niet-landelijke commerciële radio-omroep. (b) Verzorgen is niet gelijk aan produceren 31. Subsidiair stelt Q-Music Nederland dat als de Regeling AGF 2003 al relevant zou zijn voor de beoordeling van de samenwerking, Q-Music Nederland geen radio verzorgt op een niet-landelijke kavel. Verzorgen is namelijk niet gelijk aan produceren. Het begrip verzorgen ziet op degene die beslissingsbevoegd is om te bepalen wat wordt uitgezonden. In onderhavig geval is dat Bartelet en niet Q-Music Nederland. 32. Artikel 8 van de Regeling AGF 2003 waarin is opgenomen dat landelijke en niet-landelijke omroepinstellingen zich niet op elkaars markt mogen bewegen, kan niet los worden gelezen van het toetsingskader van artikel 6.24 van de Mediawet 2008 en artikel 22 van het Mediabesluit. Er is onderhavig geval geen sprake van een landelijk en niet-landelijke omroepinstelling die zich op verboden wijze op elkaars markt begeven. Q-Music Nederland mag een programma produceren voor een niet-landelijke omroepinstelling. (c) De samenwerking is niet in strijd met onderhavig toetsingskader 33. Voorts voert Q-Music Nederland aan dat de samenwerking niet leidt tot verboden verbondenheid, omdat er geen sprake is van eenzelfde instelling in de zin van artikel 6.24 van de Mediawet Hiervan is pas sprake als een instelling in belangrijke mate het beleid kan bepalen van de andere instelling of daar aanmerkelijke invloed op heeft. Q- Music Nederland krijgt niet de beschikking over de kavel van Radio Limburg en kan niet het beleid van Radio Limburg bepalen. 34. Er doen zich geen omstandigheden voor die moeten leiden tot de conclusie dat er sprake is van verboden verbondenheid. Het enkel produceren van een programma leidt niet tot verboden invloed of verbondenheid. Bartelet bepaalt wie het programma produceert en kan hij de opdracht aan Q-Music Nederland om het programma te produceren intrekken of wijzigen. 5

6 35. Tevens merkt Q-Music Nederland op dat het niet duidelijk is wat RadioCorp en Ad Venture Radio in het bezwaarschrift bedoelen met de verwijzing naar regiogerichtheid. Het bestreden rechtsoordeel gaat over de samenwerking tussen Q-Music Nederland en Bartelet en niet over regiogerichtheid. (d) De samenwerking doet geen afbreuk aan het level playing field 36. Ten slotte voert Q-Music aan dat de stelling van RadioCorp en Ad Venture Radio over de verstoring van het level playing field als gevolg van de samenwerking niet overtuigend zijn. Q-Music Nederland heeft haar kavel niet uitgebreid en het staat RadioCorp en Ad Venture Radio vrij een soortgelijke samenwerking op te zetten. f. Reactie Bartelet 37. Bartelet geeft aan dat Radio Limburg in 2011 met verschillende landelijke partijen in gesprek is gegaan over een mogelijke samenwerking. Uiteindelijk heeft Radio Limburg voor Q-Music als samenwerkingspartner gekozen. Radio Limburg streeft ernaar in de toekomst via de kabel te beluisteren te zijn. g. Overwegingen Commissariaat Geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb 38. In onderhavig geval hebben RadioCorp en Ad Venture Radio bezwaar gemaakt tegen een bestuurlijk rechtsoordeel. Het Commissariaat vat de gronden van bezwaar als volgt op. Primair stellen RadioCorp en Ad Venture Radio zich op het standpunt dat er sprake is van een besluit en dus niet van een bestuurlijk rechtsoordeel en subsidiair dat er sprake is van een uitzonderingssituatie, waardoor bezwaar kan worden gemaakt tegen het bestuurlijk rechtsoordeel. 39. Het Commissariaat ziet zich, mede het betoog van RadioCorp en Ad Venture Radio, allereerst voor de vraag gesteld of het bestuurlijk rechtsoordeel een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb is. 40. Onder een besluit wordt verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een handeling is een rechtshandeling indien deze is gericht op enig rechtsgevolg. Hiervan is sprake als het beoogde rechtsgevolg door het objectieve recht wordt toegekend aan het nemen van het besluit zelf. Tegen een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb staat ingevolge artikel 8:1, eerste lid, in samenhang gelezen met artikel 7:1, eerste lid, van de Awb bezwaar open. 41. Het door een bestuursorgaan opschrijven van zijn visie op de gevolgen van rechtsregels voor een bepaalde situatie (een bestuurlijk rechtsoordeel) is niet op rechtsgevolg gericht en houdt dus geen rechtshandeling in. Het bestuurlijk rechtsoordeel geeft een oordeel over de uit de wet voortvloeiende rechten of plichten in een specifiek geval. Een bestuurlijk rechtsoordeel is in de regel geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb, waardoor er geen bezwaar of beroep tegen open staat. 6

7 42. In het bestreden bestuurlijk rechtsoordeel heeft het Commissariaat zijn visie gegeven op de voorgenomen samenwerking tussen Bartelet en Q-Music Nederland. In onderhavig rechtsoordeel is sprake van een mededeling van het Commissariaat dat er geen sprake is van verboden verbondenheid. Dit is geen besluit, omdat de melding van het Commissariaat niet verder reikt dan een standpuntbepaling, die de rechtspositie van Q- Music Nederland en Bartelet niet wijzigt of bepaalt. Q-Music Nederland en Bartelet hebben met het bestuurlijk rechtsoordeel geen toestemming gekregen om iets te doen wat eerst verboden was. Zowel Q-Music Nederland als Bartelet voor Radio Limburg hadden als afzonderlijke partijen toestemming gekregen om als commerciële mediainstelling radio-omroep te verzorgen. De beoordeling van het Commissariaat betreffende de voorgenomen samenwerking heeft in het kader van de twee afzonderlijke toestemmingen plaatsgevonden. Met het bestuurlijk rechtsoordeel is geen nieuwe of extra toestemming verleend om commerciële radio-omroep te verzorgen, waardoor er niets verandert in het recht. Ook is met het bestuurlijk rechtsoordeel geen toestemming gegeven voor de samenwerking, zoals RadioCorp en Ad Venture Radio stellen. De in het bestuurlijk rechtsoordeel opgenomen visie van het Commissariaat is niet gericht op rechtsgevolg. 43. De stelling van RadioCorp en Ad Venture Radio dat met het bestuurlijk rechtsoordeel onomkeerbare gevolgen intreden kan gezien het voorgaande niet slagen. RadioCorp en Ad Venture Radio hebben in dit verband verwezen naar de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 januari 2008 (JB 2008/57). Deze verwijzing slaagt niet. Deze uitspraak gaat niet over de hier aan de orde zijnde vraag of een bestuurlijk rechtsoordeel moet worden aangemerkt als een besluit. 44. Bestuurlijke rechtsoordelen zijn in beginsel geen rechtshandelingen. Dit volgt ook uit de literatuur 2 en de jurisprudentie. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 mei 2012 (met kenmerk /1/A3 ECLI:NL:RVS:2012:BW4558): Wanneer een bestuursorgaan, los van een handhavingsprocedure, een oordeel geeft over de vraag of een bepaalde gedraging in strijd is met de wet, kan dit oordeel in het algemeen niet als een publiekrechtelijke rechtshandeling in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb worden aangemerkt. 45. En zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 december 2010 (met kenmerk /1/h3 ECLI:NL:RVs:2010:BO7350): ( ) dat een bestuurlijk rechtsoordeel in de regel geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid van de Awb ( ) 46. De door RadioCorp en Ad Venture Radio weergegeven hoofdregel dat een als definitief bedoeld oordeel van een bestuursorgaan over de toepasselijkheid van een door hem uitgevoerd wettelijk voorschrift als een besluit wordt gezien, volgt het Commissariaat niet. In de literatuur, ook de literatuur waarnaar RadioCorp en Ad Venture verwijzen, staat dit niet. 2 Zie bijvoorbeeld G.A.C.M. van Ballegooi e.a., Bestuursrecht in het algemeen, zesde, geheel herziene druk, Kluwer, Deventer, 2008, p. 60 en L.J.A. Damen e.a., Bestuursrecht Deel 1, derde druk, Boom Juridische uitgevers, Den Haag 2009, , p

8 De hoofdregel is tegengesteld aan wat RadioCorp en Ad Venture Radio stellen, te weten dat een bestuurlijk rechtsoordeel niet is gericht op rechtsgevolg en dat dit slechts in zeer bijzondere gevallen wel zo is. 47. In de literatuur waarnaar RadioCorp en Ad Venture Radio verwijzen staat: In een toenemend aantal gevallen wordt een als definitief bedoeld oordeel van een bestuursorgaan over de toepasselijkheid van een (door hem uitgevoerd) wettelijk voorschrift als een besluit gezien. 3 Hierover merkt het Commissariaat op dat uit het voorgaande niet volgt dat alle bestuurlijke rechtsoordelen als een besluit moeten worden gezien. Voorts staat er in de literatuur waarnaar RadioCorp en Ad Venture Radio verwijzen dat in bepaalde gevallen grote behoefte bestaat het bestuurlijk rechtsoordeel aan de bestuursrechter ter beoordeling voor te leggen (onderstreping door het Commissariaat). Ook hieruit volgt niet dat alle bestuurlijke rechtsoordelen aan de bestuursrechter kunnen worden voorgelegd. 48. Zoals aangegeven is niet elk door een bestuursorgaan als definitief bedoelde interpretatie van een wettelijk voorschrift voor een concreet geval gericht op rechtsgevolg. Het Commissariaat verwijst hier naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 maart 2004 (met kenmerk /1 ECLI:NL:RVS:2004:AO6114): De Afdeling stelt voorop dat niet elke door een bestuursorgaan als definitief bedoelde interpretatie van een wettelijk voorschrift voor een concreet geval op rechtsgevolg is gericht. 49. Daargelaten de stelling van RadioCorp en Ad Venture Radio dat een definitief bedoeld oordeel gericht is op rechtgevolg, is er in onderhavig geval geen sprake van een definitief bedoeld oordeel. Het Commissariaat heeft in het bestuurlijk rechtsoordeel zijn (voorlopige) beoordeling gegeven over de voorgenomen samenwerking in het kader van twee reeds verleende toestemmingen voor commerciële radio-omroep. Het bestuurlijk rechtsoordeel zegt niets over de feitelijke samenwerking of feitelijke gedragingen die zich voordoen na het aangaan van de samenwerking. Sterker nog, het Commissariaat geeft in het bestuurlijk rechtsoordeel expliciet aan dat indien de feitelijke gedragingen daartoe aanleiding geven het Commissariaat alsnog tot het oordeel kan komen dat sprake is van ongeoorloofde verbondenheid tussen Q-Music Nederland en Radio-Limburg en kan overgaan tot het opleggen van sanctiemaatregelen tegen beide media-instellingen (randnummer 31 van het onderhavige bestuurlijk rechtsoordeel). De stelling van RadioCorp en Ad Venture dat het Commissariaat met het bestuurlijk rechtsoordeel definitief heeft geoordeeld dat de uitvoering van de voorziene samenwerking niet in strijd is met artikel 6:24 van de Mediawet 2008, slaagt gezien het voorgaande niet. Het Commissariaat heeft zich in het bestuurlijk rechtsoordeel uitgelaten over de voorgelegde en voorgenomen samenwerking en niet de daadwerkelijke uitvoering daarvan. 50. Kortom, het bestuurlijk rechtsoordeel is niet gericht op rechtsgevolg. 3 M.m.v. mr. B.J. Walraven e.a., Instellen beroep en bezwaar, deel 3 Praktijkcahiers Bestuursrecht. 8

9 Uitzonderingssituaties 51. In uitzonderingssituaties moet echter een bestuurlijk rechtsoordeel, ondanks het ontbreken van rechtsgevolg, als een besluit worden aangemerkt. In dat geval staat de mogelijkheid van bezwaar open. Daarvoor is vereist dat het onevenredig bezwarend of belastend is om een besluit uit te lokken waarin het bestuurlijk rechtsoordeel van het bestuursorgaan tot uitdrukking komt. De procedure tegen het nog te nemen besluit wordt bijvoorbeeld onevenredig bezwarend of belastend geacht als dit leidt tot onevenredig hoge kosten gezien de specifieke omstandigheden van het geval. 52. RadioCorp en Ad Venture Radio menen dat er aan de uitzonderingssituatie is voldaan, omdat volgens hen het uitlokken van handhaving onevenredig bezwarend is en er sprake is van onomkeerbare rechtsgevolgen. Zij geven aan dat een verzoek om handhaving op precies dezelfde rechtsvraag zou zien als in het bestuurlijk rechtsoordeel aan de orde en onder het bestuurlijk rechtsoordeel een termijn van zes weken staat om bezwaar te maken. 53. Zoals het Commissariaat hierboven uiteen heeft gezet, treden er als gevolg van het bestuurlijk rechtsoordeel geen onomkeerbare rechtsgevolgen in. Voorts maakt het feit dat een verzoek om handhaving of een ambtshalve onderzoek van het Commissariaat op precies dezelfde rechtsvraag zou zien als in het bestuurlijk rechtsoordeel aan de orde, het uitlokken van een verzoek om handhaving niet onevenredig bezwarend. 54. Naar het oordeel van het Commissariaat valt niet in te zien dat het afwachten van een handhavingsbesluit voor Bartelet en Q-Music Nederland onredelijk bezwarend is. Bartelet en Q-Music Nederland hebben noch gesteld en noch is gebleken dat zij om een dergelijk besluit te verkrijgen aanzienlijke kosten zal (zullen) moeten maken of dat zij in andere zwaarwegende belangen zou(den) worden geschaad. De enkele onzekerheid of de voorgenomen samenwerking in overeenstemming is met de Mediawet 2008, is gezien het genoemde criterium onvoldoende om aan te nemen dat het afwachten van een handhavingsbesluit voor belanghebbenden een onredelijke bezwarende weg is. 55. Het is het Commissariaat niet gebleken dat Q-Music Nederland of Bartelet door het aangaan van de samenwerking onevenredige kosten in verhouding tot de specifieke omstandigheden hebben moeten maken. Dat het Commissariaat tegen het in strijd handelen met artikel 6.24 van de Mediawet 2008 handhavend op kan treden maakt dit niet anders. 56. Indien en voor zover de feitelijke gedragingen daartoe aanleiding gegeven kan het Commissariaat alsnog tot het oordeel komen dat sprake is van ongeoorloofde verbondenheid en overgaan tot het opleggen van een boete of de toestemming voor het verzorgen van commerciële radio-omroep intrekken. Deze bevoegdheid heeft het Commissariaat te allen tijde en het bestuurlijk rechtsoordeel doet hier niets aan af. 57. Gezien bovenstaand criterium is het bestuurlijk rechtsoordeel naar het oordeel van het Commissariaat geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. 9

10 Rechtsmiddelenverwijzing 58. Het Commissariaat volgt RadioCorp en Ad Venture Radio niet in hun stelling dat het opnemen van de rechtsmiddelenclausule maakt dat er sprake is van een besluit. De vraag of een brief, bestuurlijk rechtsoordeel of een anderszins door het bestuursorgaan opgestelde schriftelijk stuk als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb moet worden aangemerkt, dient aan de hand van dit in dit artikelonderdeel weergegeven criteria te worden beantwoord. Aan deze criteria is niet voldaan. Het enkel opnemen van een rechtsmiddelenclausule onder een bestuurlijk rechtsoordeel maakt het geen besluit. Het Commissariaat verwijst hier naar de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 juni 2012 (met kenmerk /1/A3 ECLI:NL:RVS:2012:BW8150). Uit rechtsoverweging van deze uitspraak volgt dat het al dan niet opnemen van de verplichte rechtsmiddelenverwijzing en de wijze van ondertekening niet doorslaggevend is voor het antwoord op de vraag of er sprake is van een besluit in de zin van de Awb. RadioCorp en Ad Venture Radio wijzen ook op de ondertekening van het bestuurlijk rechtsoordeel door de voorzitter en een commissaris van het Commissariaat. Uit voorgaande uitspraak volgt dat de ondertekening niet bepalend is voor het antwoord op de vraag of er sprake is van een besluit. 59. Overigens wijst het Commissariaat erop dat de rechtsmiddelenclausule onder het bestuurlijk rechtsoordeel is opgenomen, omdat in uitzonderingssituaties bestuurlijke rechtsoordelen een besluit zijn. Om in dergelijke gevallen belanghebbenden rechtsbescherming te bieden is de clausule opgenomen. 60. Dat er in de rechtsmiddelenclausule staat dat binnen zes weken bezwaar kan worden gemaakt, betekent voorts niet dat er na zes weken onomkeerbare gevolgen intreden als gevolg van het bestuurlijk rechtsoordeel. Zoals eerder uiteengezet leidt het bestuurlijk rechtsoordeel niet tot onomkeerbare gevolgen. 61. Het Commissariaat kan RadioCorp en Ad Venture niet volgen in haar stelling dat uit de zinsnede Het Commissariaat stelt vast ( ) moet worden afgeleid dat er sprake is van een besluit. Het Commissariaat heeft op verzoek van Bartelet haar visie gegeven op de voorgenomen samenwerking en heeft hiervoor de formulering stelt vast gebruikt. Deze formulering leidt er niet toe dat sprake is van een besluit. Gronden van bezwaar 62. Nu het bestuurlijk rechtsoordeel geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb en er zich ook geen uitzonderingssituatie voordoet, is het bezwaar niet-ontvankelijk. Het Commissariaat komt hierdoor niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de gronden van bezwaar. Verzoek om handhaving 63. RadioCorp en Ad Venture Radio hebben aangegeven dat in bezwaar een verzoek om handhaving besloten ligt. Op het verzoek tot handhaving is een separaat besluit beslist. Dit betreft het besluit van het Commissariaat van 16 september 2014 met kenmerk /

11 h. Publicatie 64. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wob. i. Besluit 65. Op grond van het voorgaande verklaart het Commissariaat: I. Het bezwaar van RadioCorp B.V. en Ad Venture Radio B.V. niet-ontvankelijk; II. De volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Hilversum, 9 september 2014 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, beroep instellen bij de Rechtbank van het arrondissement waarbinnen zijn woonplaats zich bevindt. 11

12 Bijlage 1: Juridisch kader Artikel 6:24 van de Mediawet Voor de verspreiding van het radioprogramma-aanbod van eenzelfde instelling wordt niet meer frequentieruimte gebruikt dan één FM-frequentie of samenstel van frequenties. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen een aantal met elkaar verbonden instellingen voor de toepassing van het eerste lid als één instelling wordt aangemerkt. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden afgeweken van het eerste lid als dat wenselijk is vanuit een oogpunt van doelmatig gebruik van frequentieruimte, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen verschillende categorieën frequentieruimte, bestaande uit FM-frequenties en samenstellen van FM-frequenties. Artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur 1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: ( ) c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; ( ) 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: ( ) g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken personen of rechtspersonen dan wel van derden. Artikel 22 Mediabesluit Voor de toepassing van artikel 6.24 van de wet worden twee of meer instelling als één instelling aangemerkt als: a. een instelling direct of indirect zodanige zeggenschap of feitelijke invloed heeft in één of meer instellingen dat deze in belangrijke mate het beleid van die instelling of instellingen kan bepalen of aanmerkelijke invloed heeft op de inhoud van dat beleid; of b. een natuurlijk persoon of groep van natuurlijke personen direct of indirect een zodanige zeggenschap of feitelijke invloed heeft in twee of meer instellingen dat deze in belangrijke mate het beleid van die instellingen kan bepalen of aanmerkelijke invloed heeft op de inhoud van dat beleid. 2. Bij ministeriële regeling kan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken worden bepaald dat in afwijking van artikel 6.24, eerste lid, van de wet voor de verspreiding van radioprogramma-aanbod van eenzelfde instelling meer frequentieruimte mag worden gebruikt dan één FM-frequentie of samenstel van frequenties. 12

13 Artikel 7 Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep De frequentieruimte in de FM-band, aangewezen in het tweede lid, wordt slechts gebruikt voor het uitzenden van regionale radioprogramma s van commerciële omroepinstellingen die in het bijzonder gericht zijn op het gebied waarvoor de programma s zijn bestemd. Een radioprogramma wordt aangemerkt als een radioprogramma, bedoeld in de vorige zin, indien: a. het radioprogramma in elk geval wordt uitgezonden gedurende de uren van uur tot uur; b. als het radioprogramma tussen 07:00 uur en 19:00 uur voor ten minste 10 procent in het bijzonder gericht is op het gebied waarvoor het programma is bestemd; en c. verzorgd wordt door een commerciële omroepinstelling, waarvan alle door haar verzorgde en via omroepnetwerken uitgezonden programma s tezamen door niet meer dan 30% van het aantal inwoners van Nederland kunnen worden ontvangen. 2. Als frequentieruimte, bedoeld in het eerste lid, wordt aangewezen: a. de frequentieruimte in de kavels B1 tot en met B26, bedoeld in tabel 3 van bijlage 1 van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radioomroep 2003; b. de frequentieruimte in de kavels B27 tot en met B38, bedoeld in tabel A van bijlage 1 van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep Bij de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, wordt de zendtijd besteed aan reclameboodschappen buiten beschouwing gelaten. Artikel 8 Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep In afwijking van artikel 6:24, eerste lid, van de Mediawet 2008, mag voor de uitzending via de FM-band van radioprogramma s, anders dan bedoeld in artikel 7, eerste lid, van eenzelfde commerciële omroepinstelling meer dan één FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties worden gebruikt, met dien verstande dat: a. niet meer of andere frequentieruimte in de FM-band wordt gebruikt dan de frequentieruimte van ten hoogste twee kavels, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003 en de bijlage bij deze regeling, voor zover het de kavels A7 en A8 betreft, en b. één van de kavels, bedoeld in onderdeel a, frequentieruimte betreft waarop artikel 2, eerste lid en tweede lid, artikel 3, eerste en tweede lid, artikel 4 eerste en tweede lid, artikel 5, eerste en tweede lid, of artikel 6, eerste en tweede lid, van toepassing is. 2. In afwijking van artikel 82f, eerste lid, van de Mediawet, mag voor de uitzending via de FMband van radioprogramma s als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van eenzelfde commerciële omroepinstelling meer dan één FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties, behorende tot de in artikel 7, aangewezen frequentieruimte, worden gebruikt, mits a. het demografisch bereik van de desbetreffende FM-frequenties of samenstellen van FM-frequenties tezamen niet meer bedraagt dan 30 procent, en b. er geen sprake is van een combinatie als bedoeld in bijlage 2a van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003 en bijlage 2 van de Regeling aanvraag en vergelijkende toetst vergunningen commerciële radioomroep 2007 en, voor zover het betreft de kavels B2, B11 en B26, bijlage 2a van de 13

14 Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003, waarbij het demografisch bereik van de kleinste FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties voor 35 procent of meer valt binnen het demografisch bereikt van de andere FM-frequentie of samenstel van FM-frequenties, dan wel, indien dit percentage lager is dan 35%, meer dan inwoners binnen het demografisch bereik van beide FM-frequenties of samenstellen van FM-frequenties vallen. 14

Besluit afwijzing verzoek om handhaving

Besluit afwijzing verzoek om handhaving Besluit afwijzing verzoek om handhaving Kenmerk: 629199/633049 Betreft: handhavingsverzoek RadioCorp B.V. en Ad Venture Radio B.V. Het Commissariaat voor de Media, Gezien het verzoek van RadioCorp B.V.

Nadere informatie

Beschikking op handhavingsverzoek

Beschikking op handhavingsverzoek Beschikking op handhavingsverzoek Kenmerk: 624329/636398 Betreft: handhavingsverzoek RadioNL B.V. Het Commissariaat voor de Media, Gezien het verzoek van RadioNL B.V. om bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Afwijzing verzoek om handhaving

Afwijzing verzoek om handhaving Afwijzing verzoek om handhaving Kenmerk: 704312/706895 Betreft: Beslissing van het Commissariaat voor de Media op het verzoek van de vereniging ter bevordering en ondersteuning van Kleine Regionale Commerciële

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685484/710387 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 24 februari 2017 (kenmerk: 683764) en tegen het besluit van 1 juni 2018 (kenmerk: 707849) tot vaststelling

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 645130/654703 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 23 maart 2015 (kenmerk: 644017) waarin de toezichtskosten over 2014 die TiDa B.V. als commerciële media-instelling

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

Bestuurlijk rechtsoordeel

Bestuurlijk rechtsoordeel Bestuurlijk rechtsoordeel Kenmerk: 624199/626401 Betreft: Bestuurlijk rechtsoordeel van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende de toepassing van artikel 6.24 van de Mediawet

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26146/2011014629 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot publicatie van het besluit betreffende het leveren van programmagegevens van de landelijke publieke

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 26 januari 2018 (kenmerk: 700557) tot vaststelling van de toezichtskosten over 2017 die Trend Media Groep B.V. als commerciële

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 671582/675206 Betreft: beslissing op bezwaar vaststelling toezichtskosten 2015 Quality RTV B.V. Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van 12 mei 2016, kenmerk

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 704569/706345 Betreft: beslissing op het bezwaar inzake het besluit van het Commissariaat voor de Media van 20 februari 2018 met kenmerk 694927/701229, Het Commissariaat

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 676322/676783 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013,

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013, Besluit op bezwaar Kenmerk: 612321/630377 Betreft: Radio Decibel Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn beslissing van 17 maart 2009, kenmerk 15300/2009002841, waarbij de namen van drie radioprogrammakanalen

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 664766/664970 Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek door Sapphire

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 621072/623284 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna:

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 5 februari 2018 (kenmerk: 701764) tot vaststelling van de toezichtskosten over 2017 die [naam] als commerciële media-instelling

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 678208/679078 Betreft: bezwaar tegen besluit op Wob-verzoek en besluit tot openbaarmaking daarvan Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het bezwaar

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 651703/654149 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 22 mei 2015 (kenmerk: 648328) waarin de toezichtskosten over 2013 en 2014 die Weert Televisie v.o.f. als

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 702965/702998 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 685232/685756 Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685086/708805 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 17 februari 2017 (kenmerk: 683355), tot vaststelling van de toezichtkosten over 2016 die [verzoeker] als

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685195/688505 Betreft: bezwaar tegen besluit op Wob-verzoek Beslissing van het Commissariaat voor de Media op het bezwaar van xxx en xxx tegen het besluit op het verzoek

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 639800/660943 Betreft: bezwaar RadioCorp B.V., Ad Venture Radio B.V. en Radio 10 B.V. tegen afwijzing handhavingsverzoek jegens Q-Music Nederland B.V. en Bartelet Holding

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685432/710575 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 24 februari 2017 (kenmerk: 683765) en tegen het besluit van 1 juni 2018 (kenmerk: 707861) tot vaststelling

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24370/2011012473 Betreft: Toezichtskosten 2009 Gezien het besluit van het Commissariaat voor de Media van 7 oktober 2010, kenmerk 20376/2010014787, waarbij de toezichtkosten

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 621648/628545 Betreft: vaststelling toezichtskosten 2013 Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van 13 december 2013, kenmerk 617495/619195, waarbij het Commissariaat

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 700087/701936 Betreft: Beslissing op het bezwaar inzake het besluit op het ontheffingsverzoek van T-Mobile Netherlands BV met kenmerk 666340/688335. Het Commissariaat voor

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 620690/631192 Betreft: bezwaar vaststelling toezichtskosten 2013 Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van 19 december 2013, kenmerk 617495/619515, waarbij

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 634521/636894 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het verlenen van een licentie van het (beeld)merk NPO Radio 5 Nostalgia ten behoeve van het verzamelalbum Het beste van de Evergreen

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 631501/645034 Betreft: Beslissing op bezwaar Sapphire Media International B.V. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 10 juni 2014, verzonden op 19 juni

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 690474/694094 Betreft: aanwijzing lokale publieke media-instelling voor de gemeente Aalten Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van 16 mei 2017 (kenmerk 667070/687083),

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 29982/612264/612512 Betreft: beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2012 van NostalgieNet B.V. Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Nadere informatie

gezien het daartegen bij brief van 28 april 2014 ingediende bezwaarschrift,

gezien het daartegen bij brief van 28 april 2014 ingediende bezwaarschrift, Besluit op bezwaar Kenmerk: 626460/629141 Betreft: bezwaar vaststelling toezichtskosten 2013 Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van 4 maart 2014, kenmerk 617495/623250, waarbij het Commissariaat

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 25026/2012000387 Betreft: toezichtskosten 2009 en 2010 Gezien het besluit van het Commissariaat voor de Media van 25 februari 2011, kenmerk 24041/2010017254, waarbij de toezichtkosten

Nadere informatie

3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.

3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1. Besluit Kenmerk: 614897/631256 Betreft: Toestemming voor de publiek-private samenwerking tussen stichting TV-Meierij en Mooi Rooi B.V. en in dat kader uitwisselen van informatie en content A. Verloop van

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 706183/710682 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 23 april 2018 (kenmerk: 705224), tot vaststelling van de toezichtskosten over 2017 die Stichting Radio

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3

Kenmerk: / Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3 Besluit Kenmerk: 633244/633669 Betreft: Toestemming voor nevenactiviteit Het aanbieden van rondleidingen aan groepen door het gebouw van L1 in cluster 3 A. Verloop van de procedure 1. Bij e-mail van 12

Nadere informatie

Boetebeschikking. a. Procedure. b. Feiten. Kenmerk: / Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd

Boetebeschikking. a. Procedure. b. Feiten. Kenmerk: / Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd Boetebeschikking Kenmerk: 646452/668864 Betreft: overschrijding maximum reclamezendtijd Boetebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende een overtreding van artikel 3.8, eerste lid, van

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 15 april 2014 (kenmerk 619878/623042) op het verzoek van KPN B.V. om ontheffing van de doorgifteverplichting van één van de televisieprogrammakanalen

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 636370/638001 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit het in licentie geven van het tweedelige programma Archief van tranen ten behoeve van de DVD-box Oorlog in Indië in cluster 4 A.

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 714881/720886 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24055/2010018942 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Wob besluit naar aanleiding van verzoek om openbaarmaking door de VARA Het Commissariaat voor de Media, gezien het

Nadere informatie

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende de toepassing van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Besluit Kenmerk: 25954/2011013177 Betreft: besluit over publicatie sanctiebesluit en beslissing op bezwaar daartegen, betreffende het verzilveren van via Esso en American Express verkregen bol.com-cadeaubonnen

Nadere informatie

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit toestemming nevenactiviteit Besluit toestemming nevenactiviteit Kenmerk: 630918/632779 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Licentieverlening voor het gebruik van het woorden beeldmerk van NCRV en SpangaS ten behoeve van een

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 636810/639136 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 29 september 2014 (kenmerk 632202/634181) op het verzoek xxxxx (hierna: bezwaarde) om openbaarmaking op

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 29771/2013008925 Betreft: beslissing op bezwaar van Young City Media B.V. tegen de vaststelling toezichtkosten 2012 Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 704373/708333 Betreft: Beslissing op het bezwaar van KRCO betreffende de reactie van het Commissariaat voor de Media met betrekking tot het handhavingsverzoek themakanalen

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 642747/642931 Betreft: beslissing op bezwaar tegen het besluit van 23 februari 2015 (kenmerk 642601) waarin de toezichtskosten over 2014 die Stichting wijzijn.tv zijn als

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 637217/638482 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten aan mediabedrijven buiten de publieke mediadienst overeenkomstig de fragmentenregeling zoals

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017.

Kenmerk: / Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017. Besluit Kenmerk: 676380/679559 Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017. Besluit van het Commissariaat voor de Media inzake de aanvraag van Stichting Omroep Flevoland

Nadere informatie

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Besluit toestemming nevenactiviteiten Besluit toestemming nevenactiviteiten Kenmerk: 618467/632751 Betreft: toestemming voor de nevenactiviteiten (1) "Het in licentie geven van de serie Ramses ten behoeve van vertoning in vliegtuigen en op

Nadere informatie

Besluit. A. Aard en strekking besluit

Besluit. A. Aard en strekking besluit Besluit Kenmerk: 605187/652520 Betreft: Generiek toestemmingsbesluit nevenactiviteiten cluster 1, de verkoop van programma s en fragmenten door landelijke publieke media-instellingen aan derden aan de

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26407/2011016537 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot openbaarmaking van het besluit van 13 september 2011 betreffende aanvraag toestemming ex artikel 3.1,

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 714881/720601 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 658054/658750 Betreft: toestemming voor nevenactiviteiten Licentieverlening aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid ten behoeve van het organiseren van Top 2000 arrangementen

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 631288/633618 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het verlenen van een licentie van het woord- en beeldmerk Kinderen voor Kinderen voor zeven merchandise producten die tijdens de

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 641581/644645 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Radio Unique en Jazz Radio Het Commissariaat voor de Media, gezien de volgende besluiten: het besluit van 20 januari 2015,

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 685444/685747 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het cultureel en commercieel verhuren van ruimtes in het pand aan het Vondelpark 3 te Amsterdam door AVROTROS voor de periode van

Nadere informatie

Kenmerk: 654974/658752 Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Kenmerk: 654974/658752 Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg. Besluit Kenmerk: 654974/658752 Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg. A. Verloop van de procedure 1. Bij e-mail van 2 september

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 714881/720540 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het

Nadere informatie

Hoge Naarderweg AH Hilversum 11111

Hoge Naarderweg AH Hilversum 11111 111111111111111111111 Hoge Naarderweg 78 1111 1217 AH Hilversum 11111 Postbus 1426 111111200 BK Hilversum 11111 cvdm@cvdm.nl 11111 www.cvdm.nlilill T 035 773 77 00 11111 F 035 773 77 99 11111 AANTEKENEN

Nadere informatie

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek Besluit Kenmerk: 657900/658803 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek van xxx (hierna: verzoeker) om openbaarmaking

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26574/2012006262 Betreft: Beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2011 NostalgieNet b.v. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 9 december

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 652062/654418 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat)

Nadere informatie

3. Bij brieven van 24 juli 2013 en 12 augustus 2013 en van 23 december 2013 heeft V&D het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt.

3. Bij brieven van 24 juli 2013 en 12 augustus 2013 en  van 23 december 2013 heeft V&D het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: 623743/630610 Betreft: Verkoop boeken beneden vaste prijs Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste lid, eerste volzin,

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26212/2011016210 Betreft: verzoek om bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 6.13, tweede lid, aanhef en onder a, van de Mediawet 2008 Beslissing op bezwaar inzake

Nadere informatie

Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs

Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs Sanctiebeschikking Kenmerk: 617550/621489 Betreft: Verkoop van boeken in afwijking van de vaste prijs Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 673515/676615 Betreft: handhavingsverzoek Sterren.nl Het Commissariaat voor de Media, gezien de brief van het Commissariaat voor de Media van 23 juni 2016, waarin het in

Nadere informatie

gezien het daartegen op 3 september 2014, bij het Commissariaat binnengekomen op 5 september 2014, door de NOS ingediende bezwaarschrift,

gezien het daartegen op 3 september 2014, bij het Commissariaat binnengekomen op 5 september 2014, door de NOS ingediende bezwaarschrift, Besluit op bezwaar Kenmerk: 633118/636427 Betreft: besluit op het bezwaar van de NOS tegen het besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) van 29 juli 2014 waarin het de NOS

Nadere informatie

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit. Besluit Kenmerk: 678047/691431 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] om openbaarmaking van informatie op grond van de

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 660205/683814 Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het oprichten en exploiteren van de Businessclub L1Business en het organiseren van evenementen voor de leden van L1Business in

Nadere informatie

gezien het daartegen op 25 januari 2016, bij het Commissariaat binnengekomen op 28 januari 2016, door Omroep Zeeland ingediende bezwaarschrift,

gezien het daartegen op 25 januari 2016, bij het Commissariaat binnengekomen op 28 januari 2016, door Omroep Zeeland ingediende bezwaarschrift, Besluit op bezwaar Kenmerk: 661500/664746 Betreft: besluit op het bezwaar van Stichting Omroep Zeeland tegen het besluit van het Commissariaat voor de Media van 3 december 2015 waarin het Stichting Omroep

Nadere informatie

2. Bij brief van 20 augustus 2013 heeft Christine le Duc aan het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt.

2. Bij brief van 20 augustus 2013 heeft Christine le Duc aan het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: 617552/618592 Betreft: ongeoorloofde korting bij verkoop boeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste lid, eerste

Nadere informatie

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008. Besluit Kenmerk: 628219/628964 Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het in licentie geven van beeldfragmenten uit het NOS Jeugdjournaal aan Uitgeverij Zwijsen ten behoeve van het online lesprogramma

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 25931/2012002262 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake NOS UEFA Champions League Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 12 juli 2011, kenmerk 24673/2011009844,

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 635867/639959 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van AVROTROS die ouder zijn dan 10 jaar aan YouTubekanaal Expoza voor de duur van één jaar

Nadere informatie

2. Een overzicht van de relevante bepalingen is bijgevoegd in de bijlage.

2. Een overzicht van de relevante bepalingen is bijgevoegd in de bijlage. Besluit Kenmerk: 694947/699586 Betreft: Aanvraag van Stichting RPO tot bekostiging voor 2018. Besluit van het Commissariaat voor de Media inzake de aanvraag van Stichting RPO tot bekostiging van de regionale

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 672595/675022 Betreft: toestemming voor de nevenactiviteit Het in licentie geven van de series Wij Alexander, De Brug en Ha Die Pa voor openbaarmaking via het themakanaal ONS in cluster

Nadere informatie

Omroepen **** ** **** Onderwerp Besluit op bezwaar inzake Filmotech. Geachte directie,

Omroepen **** ** **** Onderwerp Besluit op bezwaar inzake Filmotech. Geachte directie, Omroepen **** ** **** Onderwerp Besluit op bezwaar inzake Filmotech Geachte directie, Behandeld door Ronald Vecht Verloop van de procedure Bij schrijven van respectievelijk 28 oktober 2010 en 4 november

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 683548/684062 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het verhuren van kantoorruimte met studio (801m²) door de NOS aan Stichting Regionaal Opleidingscentrum Amsterdam voor de duur van

Nadere informatie

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat), Besluit Kenmerk: 645137/684621 Betreft: Aanwijzing van Stichting Voorburgse en Leidschendamse Lokale Omroep Midvliet als lokale publieke media-instelling voor de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Wassenaar

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64 4 januari 2016 Generiek toestemmingsbesluit nevenactiviteiten cluster 4, het verkopen van producten of diensten van

Nadere informatie

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 668532/686086 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van xxx om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid

Nadere informatie

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit toestemming nevenactiviteit Besluit toestemming nevenactiviteit Kenmerk: 652056/652069 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van de samenvatting van de registratie van de Canal Parade 2015 aan OUTTV Media

Nadere informatie

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Besluit toestemming nevenactiviteiten Besluit toestemming nevenactiviteiten Kenmerk: 606648/632810 Betreft: toestemming nevenactiviteit De verkoop van de formatrechten door BNNVARA van de serie Overspel aan ABC, en van de serie Vuurzee aan

Nadere informatie

5. Met e-mail van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne.

5. Met e-mail van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne. Besluit Kenmerk: 619878/623042 Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van KPN B.V. om ontheffing van de doorgifteverplichting

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 655667/655849 Betreft: Geen toestemming voor nevenactiviteit van KRO-NCRV Het in licentie geven van de titel Over de Streep aan RTL Nederland in cluster 2 A. Verloop van de procedure 1.

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 646729/647855 Betreft: toestemming voor de nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van het tv programma De Nalatenschap aan de co-financiers van het programma ten behoeve

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 657971/657983 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van een opname van het lied Blame van Selah Sue in het programma Giel! ten behoeve van de CD van Selah Sue

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 665377/667404 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit "Het in licentie geven van SVOD rechten van de speelfilm Riphagen aan Netflix voor wereldwijde exploitatie in cluster 1 A. Verloop

Nadere informatie

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt.

2. Bij brieven van 9 mei en 11 september 2008 en per  van 12 september 2008 heeft StudieBoeken.com de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: BVB-006686-mvk Betreft: prijsstelling bij verkoop studieboeken Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, tweede lid, van

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 633868/634388 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van een beeldfragment van het programma Nederland van Boven aan reclamebureau Wenneker ten behoeve van een

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 660285/662930 Betreft: toestemming voor de nevenactiviteiten "Het in licentie geven van kinderliedjes uit het programma Alle Gekheid op een Stokje aan digitale muziekplatforms in de vorm

Nadere informatie

3. Bij brief van 14 maart 2012 heeft Albert Heijn het Commissariaat informatie verstrekt.

3. Bij brief van 14 maart 2012 heeft Albert Heijn het Commissariaat informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: 27870/2013000229 Betreft: Korting op boeken Zwarte piste van Suzanne Vermeer en De provocatie van David Baldacci Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 660766/662033 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van het programma Zusjes ten behoeve van beschikbaarstelling via video on demand in cluster 4 A. Verloop van

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 651307/656344 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het digitaal op de markt (laten) brengen van de muziek uit de televisieserie De IJzeren Eeuw in de vorm van download en streaming

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: 622422/624024 Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. Kenmerk: 622422/624024 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 622422/624024 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek van Broadcast Newco Two B.V. (hierna: verzoeker)

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 672592/674153 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal en het produceren van aanvullend audiovisueel materiaal ten behoeve

Nadere informatie

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Besluit Kenmerk: 693631/697085 Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media op het verzoek van VodafoneZiggo Group Holding B.V., om ontheffing

Nadere informatie