Kritisch denken van mbo-niveau 2- studenten over sociaalmaatschappelijke
|
|
- Martina Lemmens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Kritisch denken van mbo-niveau 2- studenten over sociaalmaatschappelijke thema s De rol van metacognitie en empathie om het kritisch denkproces te stimuleren 1
2 Colofon Titel Kritisch denken van mbo-niveau 2-studenten over sociaal-maatschappelijke thema s. De rol van metacognitie en empathie om het kritisch denkproces te stimuleren Auteurs Esther Beekman (Expertisecentrum Beroepsonderwijs, Universiteit Utrecht) & Pieter Baay (Expertisecentrum Beroepsonderwijs) Datum September 2016 Projectnummer ecbo Contact Expertisecentrum Beroepsonderwijs Postbus BP s-hertogenbosch T ecbo 2016 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.
3 Inhoudsopgave Inleiding Verkenning: Hoe denken studenten van mbo-niveau 2 kritisch? Wat is kritisch denken? Fase 1: Informatie verwerken Fase 2: Informatie beoordelen Fase 3: Analyseren Fase 4: Concluderen Literatuurlijst...17 Bijlage 1: Casussen uit interviews...19 Bijlage 2A: Gemiddelde frequenties kritische denkvaardigheden per conditie...21 Bijlage 2B: Gemiddelde frequenties kritische denkvaardigheden per thema...23 ecbo 3
4 ecbo 4
5 Inleiding Over het algemeen, wat ik gehoord heb, zijn er meer vluchtelingen hier voor het geld dan echte. Dus dan zou ik ze gewoon allemaal terugsturen. Waar heeft deze student dit gehoord? Is de informatie waar? Is het een logische afweging? Wordt hier vanuit meerdere perspectieven gekeken? Hoe komt het denken van de student tot stand? Is dit kritisch denken? 1 Volgens wetenschappers en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is het heel belangrijk om vragen als deze in je achterhoofd te houden als je ergens over nadenkt. Als je dit doet, gebruik je kritische denkvaardigheden. En dit wordt belangrijk gevonden in de snel veranderende samenleving. Kritische reflectie lijkt onmisbaar in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en heb je nodig om een onafhankelijk individu in de samenleving te zijn. 2 OCW benoemt dat kritisch denken meer (expliciete) aandacht moet krijgen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Studenten moeten worden opgeleid tot maatschappelijk betrokken, kritische en onafhankelijke leden van de samenleving. 3 Het gaat dan om hoe de student, niet zozeer wat de student denkt. 1 De auteurs danken prof. dr. Paul Leseman (hoogleraar Orthopedagogiek, Universiteit Utrecht) voor feedback en begeleiding bij deze verkenning. 2 Bussemaker & Dekker, 2015; Christoffels & Baay, 2016; Halpern, 2003; Roterham & Willingham, 2010; Lai, Bussemaker & Dekker, ecbo 5
6 ecbo 6
7 1 Verkenning: Hoe denken studenten van mbo-niveau 2 kritisch? Studenten op alle mbo-niveaus moeten dus kritisch denken. Onderzoekers van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) en de Universiteit Utrecht interviewden 35 studenten van verschillende niveau 2-opleidingen op vijf verschillende scholen en keken op welke manier zij kritisch denken over sociaal-maatschappelijke thema s. De individuele interviews zijn gehouden aan de hand van vier casussen: de vluchtelingencrisis, homoseksualiteit, orgaandonatie en de wettelijke alcoholleeftijd. Zie bijlage 1 voor een beschrijving van de casussen. Omdat kritisch denken in toenemende mate onderwijsaandacht zal krijgen, zochten we naar omstandigheden die het kritische denkproces stimuleren: helpt het als studenten worden gestimuleerd zich in de situatie in te leven (empathie) of wanneer zij worden gestimuleerd na te denken over de manier waarop ze denken (metacognitie)? Bijlage 2 geeft de gemiddelde frequenties van gebruikte kritische denkvaardigheden weer per casus en per conditie. 4 Resultaten en conclusies uit deze verkenning moeten met voorzichtigheid worden bekeken; het gaat immers om een relatief klein onderzoek. Vervolgonderzoek kan dieper ingaan op verschillen tussen jongeren en de effectiviteit van onderwijsaanpakken. 4 De individueel afgenomen interviews zijn opgenomen en getranscribeerd. De gegevens van de studenten zijn geanonimiseerd en de interviews zijn door één onderzoeker afgenomen om verschil in resultaten door een andere aanpak te beperken. Vervolgens zijn op basis van het literatuuronderzoek en de inhoud van de interviews codes geïdentificeerd. Deze codes representeren de gebruikte kritische denkvaardigheden van de studenten (zie tabel met de gemiddelde scores). De teksten zijn gecodeerd in ATLAS ti om de inhoud kwalitatief te interpreteren. Met behulp van SPSS zijn de codes ook kwantitatief geanalyseerd. De gemiddelde scores van de gebruikte kritische denkvaardigheden per conditie zijn berekend, wat inzicht gaf in significante verschillen tussen gebruik in kritische denkvaardigheden veroorzaakt door gemanipuleerde condities. ecbo 7
8 ecbo 8
9 2 Wat is kritisch denken? Het is niet gemakkelijk om een definitie te geven van kritisch denken. Over de inhoud van dit concept wordt verschillend gedacht. Vaak wordt kritisch denken gezien als een concept met twee componenten: houding en vaardigheden. 5 De eerste component kritische houding wordt beschreven in de filosofische literatuur. Dit zou je kunnen zien als het hebben van een kritische geest. 6 Met een kritische geest ben je in staat vragen te stellen over anderen en naar andere perspectieven kijken en deze met je eigen perspectief vergelijken. Om dit goed te kunnen moet je intellectueel bescheiden, open-minded en integer zijn en moed, doorzettingsvermogen en een empathisch vermogen hebben. 7 De tweede component kritische vaardigheden wordt benaderd vanuit de (cognitief) psychologische traditie. Met alleen een kritische houding ben je er nog niet. Kritisch denken is niet makkelijk en volgt niet vanzelf uit een kritische houding. Om daadwerkelijk kritisch te kunnen denken zijn vaardigheden nodig zoals: effectief redeneren en formuleren, interpreteren, informatie analyseren en synthetiseren, gaten in kennis signaleren, goede vragen kunnen stellen en kritisch reflecteren op de eigen mening. 8 Op basis van deze theorie zijn vier fasen onderscheiden die het kritische denkproces weergeven: informatie verwerken, beoordelen, analyseren en concluderen. De antwoorden die de studenten tijdens het interview gaven, zijn geanalyseerd op vaardigheden die thuishoren in deze fasen. 2.1 Fase 1: Informatie verwerken Om een standpunt te onderbouwen is kennis over het betreffende thema nodig. Je moet informatie dus kunnen interpreteren om het te kunnen gebruiken. Hiervoor moet je nieuwsgierig zijn 9 en meer willen weten. 10 De geïnterviewde studenten maakten onder andere gebruik van feitenkennis over het voorgelegde thema. Zoals deze student: Hoe heet het, ook qua groei en ontwikkeling van je lichaam, hersenen. Dat wordt afgeremd door alcohol. En als je dus geen alcohol drinkt, dan heb je dus een betere kans dat je lichaam en je hersenen beter is. Studenten bleken het meest naar feiten te verwijzen wanneer zij argumenteerden over de vluchtelingencrisis. Wanneer zij hun mening gaven over homoseksualiteit, verwezen zij het minst naar feiten. Studenten haalden informatie niet alleen uit feitelijke gegevens, ook ervaringen uit hun dagelijks leven spelen een rol en zijn terug te zien in de argumentatie: Hier in Barneveld zijn ze ook weer huizen aan het bouwen enzo. Terwijl eh, de gewone Nederlanders gewoon ervoor moeten betalen. En hun krijgen het gewoon. Aan de andere kant gaven studenten soms aan dat het thema juist helemaal niet in hun dagelijks leven voorkomt: Is vervelend [orgaandonatie]. Maar ik heb er zelf helemaal niks mee. Niemand die ik ken. ( ) Je hoort 5 Bailin & Siegel, Siegel, Paul, Sternberg, 1986; Halpern, 1998, Willingham, 2007; SLO, Bailin, Case, Coombs & Daniles, 1999; Facione, Ennis, 1985; Facione, ecbo 9
10 het, en je doet er verder niks mee. Wanneer de wettelijke alcoholleeftijdsgrens besproken werd, noemden studenten het vaakst ervaringen uit hun dagelijks leven. Dit gebeurde het minst wanneer zij hun mening over homoseksualiteit gaven. Het lijkt erop dat wanneer een thema dicht bij de leefwereld van de student ligt, zoals de vluchtelingencrisis en de wettelijke alcoholleeftijd, studenten het makkelijker vinden feiten en ervaringen in hun argumentatie te gebruiken. Wanneer een thema abstracter is, zoals orgaandonatie of homoseksualiteit, komt de student er minder mee in aanraking en vinden zij het lastiger om feiten en ervaringen te noemen. Studenten lijken makkelijker kritisch te kunnen denken als een student eerst kennis maakt met een thema, er dingen over hoort of relevante mensen leert kennen. Het is moeilijk om kritisch na te denken over een thema als je er misschien nog nooit gewoon over na hebt gedacht. 2.2 Fase 2: Informatie beoordelen Waar komt informatie vandaan? Is deze bron betrouwbaar? Dit zijn vragen die een kritisch denker zich zou moeten stellen, voordat hij informatie als waarheid aanneemt. 11 Het is immers wenselijk dat een standpunt onderbouwd wordt met informatie die klopt. Een grote meerderheid van de studenten noemde niet uit welke bron de informatie die zij in hun argumentatie gebruikten afkomstig is. Wanneer zij dit wel deden, noemden zij met name het tv-journaal: Dat zie je wel eens op het nieuws, dan zijn ze [vluchtelingen] allemaal aan het zeuren, te weinig internet en te weinig eten. Het daadwerkelijk beoordelen van betrouwbaarheid gebeurde tijdens de interviews maar bij twee studenten. Eén student vroeg de interviewer waar de in de casus geschetste situatie plaatsvond. Een andere student noemde expliciet dat ze niet zeker wist of dat wat ze op tv gezien had ook echt waar was: maar ik denk ook wel dat er echt mannen tussen zitten, waar het op het nieuws allemaal over gaat. [Kan je dit uitleggen?] Ja, daar is van alles mee gebeurd, dat ze mensen gingen verkrachten enzo. En of dat nou echt is of niet, ik weet het niet. Informatie beoordelen lijkt lastig. Wellicht kwam het niet automatisch in de studenten op om bij het geven van hun mening ook de bronnen kritisch te bekijken. Het onderwijs kan hier een rol in nemen door expliciet aandacht te besteden aan het beoordelen van bronnen. Dan kan deze vaardigheid in een andere setting ook ingezet worden, zodat je je bijvoorbeeld altijd automatisch afvraagt of dat wat je op tv ziet wel echt waar is. 2.3 Fase 3: Analyseren Het doel van kritisch denken is dat een standpunt met argumenten onderbouwd wordt. Dit vraagt om het gebruiken van alle beschikbare informatie in de argumenten. Hiervoor is het nodig dat de student aandacht heeft voor verschillende perspectieven, waarvoor een openminded houding noodzakelijk is Halpern, Bailin, Case, Coombs & Daniles, 1999; Facione, 1990, ecbo 10
11 Het gaat in deze fase onder andere over de argumenten. Studenten gebruikten verschillende manieren van argumenteren: Argumentatie op basis van feiten Deze manier van argumentatie kwam al naar voren in de eerste fase. De student doet een beroep op feitelijke gegevens om zijn standpunt te onderbouwen. Argumentatie op basis van situaties geobserveerd in het dagelijks leven Ook deze manier van argumentatie is al beschreven in de eerste fase. In dit geval heeft de student te maken gehad met het voorgelegde thema; het speelt in zijn of haar leefwereld, bijvoorbeeld in zijn woonplaats, bij vrienden of familie of op school en dit heeft invloed op de keuze voor een standpunt. Argumentatie op basis van primaire gevoelens In dit geval wordt een mening onderbouwd doordat een thema een bepaalde emotionele waarde heeft: Het [de vluchtelingencrisis] moet wel stoppen. [Want?] Het is erg en Ik zou er [orgaandonor worden] zelf niet voor kiezen. Ik vind het geen fijn idee. Vaak werd na argumenten als deze geen verdere uitleg gegeven. De studenten beleefden het noemen van de primaire gevoelens als voldoende zwaar wegend om de keuze voor een standpunt te verantwoorden. Opvallend was dat wanneer primaire gevoelens naar voren kwamen, het woord gewoon vaak genoemd werd: Pesten is gewoon onzin en het [alcoholleeftijdsgrens] is gewoon onzin. Argumentatie op basis van geldende regels en overtuigingen in de ogen van de participant Hierbij noemden studenten regels of verplichtingen met daarbij normen en waarden die geldend zijn in de samenleving of regels of overtuigingen die belangrijk gevonden worden. Voorbeelden van normen die genoemd werden zijn: Mensen moeten kunnen zijn hoe ze zijn of keuzevrijheid. Deze zijn terug te zien in de volgende citaten: Homoseksuelen, of lesbische vrouwen. Dat zijn ook gewoon mensen. Ik vind dat ze zich gewoon moeten kunnen uiten zoals ze zijn en zoals ze zich voelen. ( ) Dus ik vind gewoon dat mensen die op het andere geslacht vallen moeten zich gewoon kunnen uiten. Ze moeten zich niet hoeven inhouden omdat ze niet kunnen zijn wie ze zijn. Iemand voelt zich zoals ie is. en Nee, ik vind dat je daar [orgaandonatie] een keuze zelf in mag maken. Want ja, het is toch van jou. En als je het niet wil, dan hoeft dat niet vind ik. Een voorbeeld van een argument gebaseerd op een persoonlijke overtuiging, in dit geval een geloofsovertuiging, is: Ik vind niet dat.., de man en de vrouw, die zijn zo gemaakt bij elkaar. Het kan niet anders. Vind ik. Dus ik ben daar gewoon tegen. Het kan niet. ( ) De man hoort bij de vrouw, zo is dat geschapen aan het begin. En het is gewoon zonde als je, als jij er tegenin gaat. Argumentatie op basis van universele principes Wanneer de studenten universele principes noemden, hielden ze hierbij individuele belangen in het achterhoofd. Deze vorm van argumentatie bouwt als het ware voort op het vorige type, waarbij geldende regels en overtuigingen genoemd worden. In deze vorm van argumentatie worden onderliggende principes van de regels en overtuigingen genoemd: Ja. Ze kunnen een mening geven, maar niet pesten. Iedereen is gewoon gelijk aan elkaar. ecbo 11
12 Andere perspectieven Als je kritisch denkt, bekijk je een thema van verschillende kanten. Je beperkt je niet alleen tot je eigen perspectief, maar je bedenkt ook hoe iemand anders erover zou kunnen denken. Veel studenten deden dit ook tijdens het interview. Vaak werd gebruikgemaakt van een enerzijds-anderzijds -redenering. Bijvoorbeeld: Aan de ene kant, het is wel erg voor die mensen want ze hebben geen huis, geen dak boven hun hoofd en dat soort dingen. Ze moeten gewoon vluchten omdat het niet veilig is. Ja... aan de andere kant, Nederland wordt steeds voller en voller. Om meerdere perspectieven te betrekken in de argumentatie, verplaatsten de studenten zich soms in de beschreven situatie. Deze studente verplaatste zich in de situatie waarin twee homoseksuele jongens gediscrimineerd worden: Staat hier ook van, dat ze niet meer hand in hand. Als ik dat zou doen, en iemand zou roepen van lesbie lesbie! dan zou ik ook denken van, ja laat die hand dan maar los. Maar dat is wel erg. Dat vind ik wel zielig. Het bleek dat studenten zich gemiddeld het meest inleefden in de situatie wanneer het ging over de vluchtelingencrisis en het minst wanneer de wettelijke alcoholleeftijd werd besproken. Uit de interviews blijkt dat argumenteren niet over alle thema s op dezelfde manier gebeurt. Zo is het bijvoorbeeld makkelijker om feiten te gebruiken over alcohol ( alcohol is niet goed voor je hersenen ) of over de vluchtelingencrisis, waarbij de studenten vaak meldden dat ze daarover dingen op tv zagen, dan over homoseksualiteit of orgaandonatie. Bij deze laatste twee thema s gaven sommige studenten aan dat ze er nog niet veel over gehoord hadden of er nooit mee te maken hadden gehad. Wel werd, wanneer gesproken werd over homoseksualiteit of orgaandonatie, vaker verwezen naar normen, waarden of universele principes zoals iedereen moet zichzelf kunnen zijn. Dit kan bij sommige thema s lastiger zijn, en daar zullen de studenten dus goed bij begeleid moeten worden. Ook het inleven of denken vanuit een ander perspectief gebeurt niet altijd automatisch; dit moet dus ook gestimuleerd worden door bijvoorbeeld werkvormen waarin studenten worden uitgedaagd te denken alsof ze iemand anders zijn. Hierdoor worden zij zich bewust dat een thema meerdere kanten heeft. 2.4 Fase 4: Concluderen In deze fase geeft iemand zijn standpunt; dit kan de conclusie zijn van alle gegeven argumenten. 13 In het interview stelden we de vraag Wat vind jij hiervan?. Hierop volgde vaak meteen het standpunt. Sommige studenten begonnen meteen met het onderbouwen van dit standpunt, door argumenten te geven. Andere studenten onderbouwden hun mening pas wanneer hen gevraagd werd waarom zij dit standpunt hebben. Zoals eerder genoemd komen bij veel thema s verschillende perspectieven naar voren. Voor sommige studenten was het daarom lastig één standpunt in te nemen. Dit leidde ertoe dat een student soms een aanvulling gaf op een standpunt: En als ze dan in een ziekenhuis belanden, eigen schuld toch? ( ) Ja, hun willen alcohol drinken. ( ) Ja, met de ouders beslissen. Eerst was de student van mening dat minderjarigen zelf verantwoordelijk zijn als ze alcohol willen drinken. Later kwam hij hier toch op terug en vond hij dat de verantwoordelijkheid gedeeld moest worden met de ouders. Een meerderheid van de studenten gaf minstens één keer een oplossing voor een het thema spelend probleem waarover zij hun standpunt hadden gegeven. Zoals deze student: Hmm, Ik denk dat ik daar [orgaandonatie verplichten] tegen 13 Ennis, 1985; Facione, 1990; Lipman, 1988 ecbo 12
13 zou zijn. Maar ik denk dat meer mensen gewoon moeten horen hoe belangrijk het is. Door middel van reclame, dat zie je al. Dan worden ze zich meer bewust. Zoals in fase 3 is beschreven, argumenteerden de studenten en dat is onderdeel van kritisch denken. Maar het is misschien nog belangrijker dat argumenten zorgvuldig worden afgewogen om vervolgens een eerlijke conclusie te trekken. Een kritische denker houdt niet altijd vast aan zijn eerste standpunt. Als je er tijdens het denken en argumenteren achter komt dat je iets ook op een andere manier kan bekijken, is het onderdeel van kritisch denken dat de tegenargumenten niet negeert, maar bereid bent om je standpunt aan te passen. Om dit te oefenen zou het kunnen helpen om de argumenten te sorteren (voor- en tegenargumenten) of op waarde te schatten (welk argument weegt voor jou het zwaarst en waarom?). Stimuleren van het empathisch vermogen en metacognitie Zoals eerder gezegd, zijn we op zoek gegaan naar condities waarin het kritisch denkproces gestimuleerd kan worden. Uit het literatuuronderzoek bleek dat empathie en metacognitie belangrijke factoren zijn voor kritisch denken. Op basis hiervan verwachtten we dat wanneer deze factoren gestimuleerd worden, het kritisch denkproces gestimuleerd kan worden. Dit hebben we tijdens de interviews onderzocht. Elk interview bestond uit vier verschillende thema s. Om te kijken of het stimuleren van empathie en metacognitie leidde tot meer inzet van kritische denkvaardigheden, werden drie thema s gemanipuleerd met empathie en metacognitie. Dit wil zeggen dat soms een element waardoor empathie en/of metacognitie wordt gestimuleerd werd toegevoegd, en soms niet (zie bijlage). Stimuleren van het empathisch vermogen Empathie is belangrijk bij kritisch denken (zie ook de component de kritische houding). Empathisch vermogen helpt om je te kunnen inleven in een ander en iemands gedachten en standpunten te begrijpen. Als je je niet in de ander kan inleven, snap je niet goed hoe de ander een situatie beleeft. Hierdoor projecteer je je eigen gevoelens op de beleving van de ander, zonder de belangen en overtuigingen van de ander over te nemen. 14 Het empathisch vermogen is in de interviews op drie manieren gestimuleerd: 1 Na het lezen van de casus over het thema (met feitelijke informatie) werd een fictief persoon geïntroduceerd. De student maakte op deze manier kennis met de persoonlijke belevingen van deze persoon en zijn emotionele perceptie. 2 Studenten kregen een foto van deze persoon te zien. Deze foto s waren afkomstig uit een database met foto s die een sterke emotionele reactie uit blijken te lokken Na het lezen van de casus vroegen we expliciet aan de student zich voor te stellen dat hij deze persoon is en hoe hij zich dan zal voelen. Omdat empathie een belangrijk onderdeel is van kritisch denken, verwachten we dat het stimuleren van empathie zal leiden tot meer inzet van kritische denkvaardigheden. Er is dus gekeken of er een significant verschil is tussen de mate van inzet van kritische denkvaardigheden wanneer in de conditie empathie werd gestimuleerd, en wanneer dit niet het geval was. Als er een significant verschil is, wil dit zeggen dat er een effect is waarvan het zeer waarschijnlijk is dat het verschil is ontstaan door de verschillende condities en niet door toevalligheden. Er bleek echter geen significant verschil tussen de inzet van kritische 14 Paul, Machajdik & Hanbury, ecbo 13
14 denkvaardigheden veroorzaakt door het stimuleren van empathie. De gemiddelde inzet van kritische denkvaardigheden is in beide condities min of meer hetzelfde. Ook vroegen we hoe erg studenten de situatie die beschreven is in de casus vonden. Hier bleek wel een significant verschil: studenten vonden de situatie erger wanneer de casus met empathische elementen versterkt werd, dan wanneer de casus niet met empathische elementen versterkt werd. Het blijkt dat studenten wel geraakt worden en dat het empathisch vermogen wordt aangesproken wanneer we ze in contact brengen met de persoonlijke ervaringen en emotionele perceptie van een persoon (belangrijk voor de kritische houding!). Dit leidt echter nog niet automatisch tot meer gebruik van kritische denkvaardigheden. Bij de toepassing van kritische denkvaardigheden zal het misschien helpen als de studenten meer begeleid worden. Een docent kan hen bijvoorbeeld coachen om meer argumenten te geven, of vanuit het andere perspectief te redeneren bij het argumenteren. Stimuleren van metacognitieve vaardigheden Reflectie op de gedachten van anderen en die van iemand zelf is belangrijk bij kritisch denken. Hierbij speelt metacognitie een rol. Metacognitie is denken over denken. Om dit te doen, moet je je eigen gedachten als het ware monitoren. 16 Als je goed in de gaten houdt hoe je denkt, kan je het bijvoorbeeld bijsturen als je merkt dat je niet meer kritisch denkt. We stimuleerden het denken over het denken door een hulpstructuur te bieden. We stelden daarbij de volgende hulpvragen: Wat weet je al over (de vluchtelingencrisis; homoseksualiteit; orgaandonatie; de wettelijke alcoholleeftijdsgrens)? Waarom is dit belangrijk? Waarom is het een probleem? Kan je een oplossing bedenken voor dit probleem? Waarom zou dit een goede oplossing zijn en waarom zou het geen goede oplossing zijn? Deze hulpvragen werden gesteld na het lezen van de casus en vóór het beantwoorden van de vraag waarbij de student zijn mening moest geven. Er werd dus stap voor stap toegewerkt naar het einddoel (het geven van een mening) en de student kreeg ondersteuning bij het denkproces wat hieraan vooraf hoort te gaan. We hebben gekeken of er een significant verschil is tussen de mate van inzet van kritische denkvaardigheden wanneer de hulpstructuur wel werd aangeboden, en wanneer de hulpstructuur niet werd aangeboden. Gezien het feit dat de hulpvragen de metacognitieve vaardigheden stimuleren, en metacognitie een belangrijk onderdeel is bij kritisch denken, verwachtten we dat de hulpstructuur leidt tot meer inzet van kritische denkvaardigheden. Er bleek geen significant verschil tussen de inzet van kritische denkvaardigheden veroorzaakt door de hulpvragen. Dit wil zeggen dat de studenten niet méér gebruikmaakten van kritische denkvaardigheden wanneer zij hun standpunt verwoordden nadat ze geholpen waren met de hulpstructuur. Dit kan komen doordat ze tijdens het beantwoorden van de hulpvragen al veel kritische denkvaardigheden hebben ingezet en geen noodzaak zagen deze tijdens het verwoorden van hun standpunt te herhalen. Tevens blijken studenten nog geen link te leggen tussen de 16 Martinez, ecbo 14
15 antwoorden op de hulpvragen en het feit dat deze antwoorden vrijwel direct gebruikt kunnen worden bij het onderbouwen van een standpunt. In de literatuur wordt dit ook wel synthese genoemd. Bij het beantwoorden van de hulpvragen toonden studenten wel méér argumenten en nuances. Het stimuleren tot langer nadenken verbreedt de blik dus wel, maar leidt niet automatisch tot andere conclusies. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van dergelijke hulpvragen, gebruiken studenten hun antwoorden daarop niet bij de onderbouwing van hun uiteindelijke mening. Ondersteuning kan helpen om studenten feitelijke informatie en eigen argumenten te laten toepassen in hun argumentatie. Sommige studenten vonden de hulpvragen makkelijk te beantwoorden waren. Voor andere studenten was dit juist een lastige opgave. Daarbij vond de ene student dat hij of zij zijn mening helder had onderbouwd na het geven van één argument, terwijl de ander zonder extra vragen meerdere argumenten gaf. Om effectief hulp te bieden bij het redeneren, zullen de hulpvragen meer op maat moeten zijn: de één heeft meer tussenstappen nodig dan de ander, voordat hij op een kritische manier een onderbouwd oordeel kan geven. Daarbij speelt taal en het onder woorden kunnen brengen van je mening ook een grote rol, zo zagen we uit de grote verschillen in de lengte en complexiteit van antwoorden. De verkenning geeft aanwijzingen dat het stimuleren van het empathisch vermogen emoties opwekt en dat het stimuleren van metacognitief vermogen studenten helpt om langer na te denken. Toch leidden deze stimulansen nog niet tot de inzet van meer kritische denkvaardigheden. Maar. deze interviews vonden een-op-een plaats en in de klas gaat het natuurlijk anders. De interactie met de leeftijdsgenoten en heftige discussies die door bepaalde thema s kunnen ontstaan, kunnen van invloed zijn op het verwoorden van een standpunt; de mbo-niveau 2-student is niet te definiëren! De doelgroep is divers wat betreft verschillende opleidingen, achtergronden en eerdere educatie. Deze verkenning is slechts gebaseerd op een analyse van 140 argumentaties door 35 studenten. We kunnen dus geen uitspraken doen over het kritische denkproces van de mbo-niveau 2- student. Vervolgonderzoek kan dieper ingaan op verschillen tussen jongeren en de effectiviteit van onderwijsaanpakken. ecbo 15
16 ecbo 16
17 Literatuurlijst Bussemaker, J. & Dekker, S. (2015). Versterking burgerschapsvorming in het onderwijs. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bailin, S., Case, R., Coombs, J.R. & Daniels, L.B. (1999). Conceptualizing critical thinking. Journal of Curriculum Studies, 31, doi: / Bailin, S. & Siegel, H. (2003). Critical thinking. In N. Blake, P. Smeyers, R. Smith, & P. Standish (Eds.), The Blackwell guide to the philosophy of education (pp ). Blackwell Publishing. Christoffels, I., & Baay, P. (2016). De toekomst begint vandaag: 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs. s Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs. Ennis, R.H. (1985). A logical basis for measuring critical thinking skills. Educational Leadership, 43, Facione, P.A. (1990). Critical thinking: A statement of expert consensus for purposes of educational assessment and instruction. Millbrae, CA: The California Academic Press. Halpern, D.F. (1998). Teaching critical thinking for transfer across domains: Dispositions, skills, structure training, and metacognitive monitoring. American Psychologist, 53, doi: Halpern, D.F. (2003). Thought and knowledge: An introduction to critical thinking (4th ed.). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum Associates. Lai, E.R. (2011). Critical thinking: A literature review. Research report. Pearson. Lipman, M. (1988). Critical thinking-what can it be? Educational Leadership, 46, Machajdik, J., & Hanbury, A. (2010). Affective Image Classification Using Features inspired by Psychology and Art Theory, Proceedings of ACM Mutimedia. Martinez, M. E. (2006). What is metacognition? Phi Delta Kappan, 9, doi: / Paul, R. W. (1992). Critical thinking: What, why, and how? New Directions for Community Colleges, 77, doi: /cc Paul, R. W. (1993). Critical thinking: What every person needs to survive in a rapidly changing world. California: Foundation for Critical Thinking. Rotherham, A.J., & Willingham, D.T. (2010). 21 st -century skills, American educator, Siegel, H. (1988). Educating reason. Rationality, critical thinking, and education. New York and London: Routledge. SLO (2014). Digitale geletterdheid en 21 ste -eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs: een conceptueel kader. Enschede: Stichting Leerplanontwikkeling. Sternberg, R.J. (1986). Critical thinking: Its nature, measurement, and improvement. National Institute of Education. Willingham, D.T. (2007). Critical thinking: Why is it so hard to teach? American Educator, doi: /AEPR ecbo 17
18 ecbo 18
19 Bijlage 1: Casussen uit interviews Conditie met stimulatie van empathie Conditie zonder stimulatie van empathie De vluchtelingencrisis Veel vluchtelingen komen naar Europa. Bijvoorbeeld uit Syrië, Afghanistan en Irak. Zij moeten vluchten doordat hun land niet veilig is. Er komen nog steeds meer vluchtelingen. In 2016 zeker 3 miljoen extra. Het lukt veel Europese landen niet om slaapplekken te regelen voor de vluchtelingen. Daarom worden ze soms bij de grens tegengehouden. Farid is zo n vluchteling. Hij is 12 en komt uit Syrië. Er waren bomaanslagen vlak bij zijn huis. Hierdoor zijn zijn vader en moeder doodgegaan. Zijn zusje en hij waren bang en verdrietig. Ze besloten naar Europa te gaan. Ze gingen met een klein bootje. Dat was heel eng, want er verdrinken veel mensen daardoor. Nu wonen Farid en zijn zusje in Nederland. Hij vindt het vreemd om nu hier te zijn. Hij mist zijn familie en vrienden. De vluchtelingencrisis Veel vluchtelingen komen naar Europa. Bijvoorbeeld uit Syrië, Afghanistan en Irak. Zij moeten vluchten doordat hun land niet veilig is. Soms komen ze op illegale manieren naar Europa. Bijvoorbeeld met onveilige bootjes of stiekem in vrachtwagens. Er komen nog steeds meer vluchtelingen. In 2016 zeker 3 miljoen extra. Het lukt veel Europese landen niet om slaapplekken te regelen voor de vluchtelingen. Daarom worden ze soms bij de grens tegengehouden. Conditie met stimulatie van empathie Homoseksualiteit Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen krijgen vaak te maken met discriminatie. Dit betekent dat ze bijvoorbeeld worden uitgescholden of worden gepest. Soms kiezen ze er dan voor om niet te laten zien dat ze homoseksueel zijn. Tim en Bob zitten bij elkaar in de klas en hebben een relatie. Ze liepen vaak hand in hand door de gang. Andere leerlingen lachten hen dan uit en riepen dingen. Ook zijn hun fietsbanden lek gestoken. Tim en Bob voelen zich onveilig. Ze zijn bang dat het erger wordt. Ze durven niet meer te dicht bij elkaar te zijn op school. Dit maakt hen verdrietig. Conditie zonder stimulatie van empathie Homoseksualiteit Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen krijgen vaak te maken met discriminatie. Dit betekent dat ze bijvoorbeeld worden uitgescholden of worden gepest. Soms kiezen ze er dan voor om niet te laten zien dat ze homoseksueel zijn. Ze lopen dan bijvoorbeeld niet meer hand in hand over straat. Want hier kunnen mensen vervelend op reageren. ecbo 19
20 Conditie met stimulatie van empathie Conditie zonder stimulatie van empathie Orgaandonatie In Nederland kan je zelf kiezen of je donor wil zijn. Dit betekent dat je organen na je dood kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld voor iemand met een ziek orgaan. Als je een ziek orgaan hebt kom je op een wachtlijst voor een donororgaan. Nog niet iedereen in Nederland heeft aangegeven of hij donor wil zijn. Lotte heeft een ziekte aan haar nieren. Hierdoor moet ze heel veel naar het ziekenhuis. Ze kan ook niet elke dag naar school en is vaak moe. Dit vindt ze heel erg, het maakt haar verdrietig. Ze wil naar school en leuke dingen met vrienden doen. Ze wacht al 5 jaar op een donornier. Met een nieuwe nier kan ze weer vaker naar school en leuke dingen doen. Orgaandonatie In Nederland kan je zelf kiezen of je donor wil zijn. Dit betekent dat je organen na je dood kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld voor iemand met een ziek orgaan. Als je een ziek orgaan hebt kom je op een wachtlijst voor een donororgaan. Nog niet iedereen in Nederland heeft aangegeven of hij donor wil zijn. De wachtlijsten voor donororganen zijn heel lang. Mensen met een ziek orgaan moeten dus lang wachten. Conditie met stimulatie van empathie Conditie zonder stimulatie van empathie Alcoholleeftijd In Nederland moet je 18 zijn om alcohol te kopen. 2 jaar geleden mocht dit al als je 16 of 17 was. Dit is veranderd om alcoholmisbruik te voorkomen. Het leidt vaak tot problemen. Bijvoorbeeld agressie in het uitgaansleven of verkeersongelukken. Ook is alcohol schadelijk voor de gezondheid. Het is vooral schadelijk voor jongeren. Kim is 17. Al haar vrienden zijn 18 of ouder. In het weekend gaan zij naar een café. Om daar in te komen moet je 18 zijn en je id laten zien. Er wordt daar alcohol gedronken. Kim kan dus niet mee. Kim vindt dit heel jammer en het maakt haar boos. Ze wil ook mee! Ze vindt dat ze hetzelfde is als haar vrienden van 18. Alcoholleeftijd In Nederland moet je 18 zijn om alcohol te kopen. 2 jaar geleden mocht dit al als je 16 of 17 was. Dit is veranderd om alcoholmisbruik te voorkomen. Het leidt vaak tot problemen. Bijvoorbeeld agressie in het uitgaansleven of verkeersongelukken. Ook is alcohol schadelijk voor de gezondheid. Het is vooral schadelijk voor jongeren. ecbo 20
21 Bijlage 2A: Gemiddelde frequenties kritische denkvaardigheden per conditie Aantal keren verwezen naar feit Aantal keren verwezen naar dagelijks leven Aantal genoemde bronnen voor feit Aantal genoemde bronnen situatie dagelijks leven Aantal keren dat bron beoordeeld wordt Aantal genoemde perspectieven Aantal keren perspectief genomen Aantal argumenten op basis van primaire gevoelens Aantal argumenten op basis van geldende regels en overtuigingen Aantal argumenten op basis van universele principes Met metacognitie Zonder metacognitie Met empathie Totaal aantal argumenten Aantal aanvullingen op standpunt Aantal genoemde oplossingen Zonder empathie ecbo 21
22 ecbo 22
23 Bijlage 2B: Gemiddelde frequenties kritische denkvaardigheden per thema Vluchtelingencrisis Wettelijke alcoholleeftijd Homoseksualiteit Orgaandonatie Aantal keren verwezen naar feit Aantal keren verwezen naar dagelijks leven Aantal genoemde bronnen voor feit Aantal genoemde bronnen situatie dagelijks leven Aantal keren dat bron beoordeeld wordt Aantal genoemde perspectieven Aantal keren perspectief genomen Aantal argumenten op basis van primaire gevoelens Aantal argumenten op basis van geldende regels en overtuigingen Aantal argumenten op basis van universele principes Totaal aantal argumenten Aantal aanvullingen op standpunt Aantal genoemde oplossingen ecbo 23
Kritisch denken van mbo-niveau 2- studenten over sociaalmaatschappelijke
Kritisch denken van mbo-niveau 2- studenten over sociaalmaatschappelijke thema s De rol van metacognitie en empathie om het kritisch denkproces te stimuleren 1 Colofon Titel Kritisch denken van mbo-niveau
Nadere informatieHandreiking kritische denkvaardigheden. Dr. Pieter Baay
Handreiking kritische denkvaardigheden Dr. Pieter Baay Even voorstellen... Vanaf 1 augustus 2016: de eisen voor loopbaan en burgerschap worden aangescherpt m.b.t. kritische denkvaardigheden voor de cohorten
Nadere informatieDe achtergrond van kritisch denken
De achtergrond van kritisch denken Verdiepend document bij handreiking kritische denkvaardigheden. Ontwikkeld door ecbo & CINOP Advies, in opdracht van MBO Raad. Contact: pieter.baay@ecbo.nl en a.vanleeuwen@mbodiensten.nl
Nadere informatie21ste-eeuwse vaardigheden:
INLEIDING 21ste-eeuwse vaardigheden Het helpen ontwikkelen van 21ste-eeuwse vaardigheden bij studenten vraagt het nodige van docenten. Zowel qua werkvormen als begeleiding. In hoeverre neem je een voorbeeldrol
Nadere informatieTweedaagse ZWS Netwerk burgerschap en kritische denkvaardigheden bij mbo 2 studenten
Tweedaagse ZWS 23 11 2016 Netwerk burgerschap en kritische denkvaardigheden bij mbo 2 studenten Alet van Leeuwen Renske Postuma - Netwerk burgerschap MBO Raad - Astrum College Velp / ROC A12 Netwerk burgerschap
Nadere informatieUitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal
Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal Tussendoelen en leerlijnen Nederlandse taal Primair onderwijs In samenwerking met het expertisecentrum Nederlands Enschede, 1 juni 2006 Nederlands kerndoel 3 Stichting
Nadere informatie1. Wat is een controverse? Praktijk en theorie. 2. Vaardigheden: empathie, denken vanuit meerdere perspectieven en een kritische houding
Lesgeven over controversiële thema s Docentendag maatschappijleer 2019 Geerte Savenije Inhoud van deze workshop: 1. Wat is een controverse? Praktijk en theorie 2. Vaardigheden: empathie, denken vanuit
Nadere informatieTheorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,
3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol
Nadere informatieProbleemoplossen, ook in het speciaal basisonderwijs
Probleemoplossen, ook in het speciaal basisonderwijs Marjolijn Peltenburg, Marnix Academie Nog te weinig aandacht voor 21e eeuwse vaardigheden 21e eeuwse vaardigheden: wie heeft er niet van gehoord? Vaak
Nadere informatieKritisch Denken met Rationale
Docentendag Maatschappijleer 2018 Kritisch Denken met Rationale Timo ter Berg & Daan van Riet Kritisch Denken Inhoud 1. Introductie 2. Belang Kritisch Denken (= KD) 3. Wat is KD? 4. Hoe ontwikkel je KD-vaardigheden?
Nadere informatieOpleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam
Naam student: Roos Wiggelendam Klas: 2A2 Studentnummer: 500634829 Docent: D. Kronenburg Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam Datum: 14/06/2013 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Casus Blz. 4 Leerdoelen
Nadere informatiepest eruit? De baas spelen
Hoe ziet iemand die een ander pest eruit? Waarschijnlijk heb je wel gemerkt dat het ontzettend moeilijk is om zo n beschrijving te geven. Dat is logisch want er bestaat niet iemand die eruit ziet als een
Nadere informatieFORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN
FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN ONDERWIJS RESEARCH DAGEN, ROTTERDAM, 26 MEI 2016 CHRISTEL H.D. WOLTERINCK WILMA B. KIPPERS KIM SCHILDKAMP CINDY L. POORTMAN FORMATIEF
Nadere informatieJ L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -
Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert
Nadere informatieModule 4: Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping)
Module 4: Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping) Basisovertuiging 1 & 2 (Verdieping) Geluk is een gevoel! Jij bent de enige persoon op de wereld die jou gelukkig kan maken! Het is erg belangrijk dat je alle
Nadere informatieOpbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete
10 werkvormen om het denken te activeren Goede metacognitieve vaardigheden worden gezien als een voorspeller van succesvol leren. Door expliciet aandacht te besteden aan denkvaardigheden, stimuleer je
Nadere informatieHet creatief vermogen vergroten
Projectmatig werken binnen wereldoriëntatie Het creatief vermogen vergroten In mijn klas zie ik leerlingen die mee willen gaan met hun tijd. Ze vinden het belangrijk om mee te denken over maatschappelijke
Nadere informatieÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT
1 ÉÉN MET HET VELD DE ERVARINGEN VAN KWETSBARE MENSEN MET KAPITAAL EN IN- EN UITSLUITING IN DE SPORT Één met het veld De ervaringen van kwetsbare mensen met kapitaal en in- en uitsluiting binnen de sport.
Nadere informatieIk stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.
Leerdoelen a.d.h.v. rubrics Rubrics voor het onderwijs Deze rubrics zijn door ons verzameld, geschreven of herschreven. Met vriendelijke groet, Team Vierkantgoed Rubric Optie 1 Optie 2 Optie 3 Optie 4
Nadere informatieDe kracht van reflecteren
28 test en techniek in beeld Motivational Interviewing deel 5 De kracht van reflecteren Speciaal voor Fysiopraxis schrijven Stijn van Merendonk, Mirjam Hulsenboom en Albertina Poelgeest een vijfdelige
Nadere informatieHet Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:
BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse
Nadere informatieDEEL TWEE: OPDRACHTEN
DEEL TWEE: OPDRACHTEN WAARDEN- VERKENNING DUUR: 20 MINUTEN 2.1 WAARDENVERKENNING Om een beeld te krijgen van de ideeën van WAT? de deelnemers over belangrijke thema s rond arbeidsparticipatie begin je
Nadere informatieKarin Nijman & Inge Verstraete. CNV onderwijsthemadag Masterclass leerstrategieën
Karin Nijman & Inge Verstraete CNV onderwijsthemadag Masterclass leerstrategieën masterclass Deel I/ theorie De basis van leren (leren is-zintuigenkennishaakjes-wg-zelfregulatie & metacognitie) Regie
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. De Reizende DNA Rechter
Afsluitende les Leerlingenhandleiding De Reizende DNA Rechter Dossier HER2 cellijn Achtergrond informatie Mevrouw X is een borstkankerpatiënt. Voor onderzoek zijn bij haar tumorcellen afgenomen en op kweek
Nadere informatieIntroductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.
Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van
Nadere informatieHoofdstuk 23 Discriminatie
Hoofdstuk 23 Discriminatie Samenvatting Van de zes voorgelegde vormen van discriminatie komt volgens Leidenaren discriminatie op basis van afkomst het meest voor en discriminatie op basis van sekse het
Nadere informatie21ST CENTURY SKILLS wat houdt dat eigenlijk in?
21ST CENTURY SKILLS wat houdt dat eigenlijk in? Inleiding De 21ste eeuw staat in het teken van digitalisering. In de 18 jaar die tot nu toe gepasseerd zijn, hebben vele nieuwe technologieën hun intrede
Nadere informatieVragen stellen in de reken-wiskundeles
Vragen stellen in de reken-wiskundeles Marc van Zanten, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO & Universiteit Utrecht: Panama, O&T, Faculteit Sociale Wetenschappen Inleiding Dit hoofdstuk
Nadere informatieBoekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg
Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag door een scholier 1665 woorden 24 april 2006 6,4 82 keer beoordeeld Auteur Genre Yvonne Kroonenberg Jeugdboek Eerste uitgave 2004 Vak
Nadere informatieTACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST
TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST Het werkmateriaal is een onderdeel van de website Krachtenspel.nl. Werkmateriaal Sociaal Emotionele Educatie (SEE) Alle informatie is te vinden op de website Jan Ausum en Mieke
Nadere informatieOplossingsgerichte gesprekken. Met kinderen
Oplossingsgerichte gesprekken Met kinderen VANDAAG Geeft meer richting in je gesprekken met kinderen. Leer je loslaten dat jij de oplossing moet hebben. Vanaf NU: Ga je anders handelen. Ben je gericht
Nadere informatieBoekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen
Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen door Thea Beckman Boekverslag door een scholier 1406 woorden 6 oktober 2008 7,6 23 keer beoordeeld Auteur Genre Thea Beckman Jeugdboek Eerste uitgave 1980
Nadere informatieLoopbaanoriëntatie & -begeleiding LOB. Sanne Elfering (KBA Nijmegen) & Pieter Baay (ecbo)
Loopbaanoriëntatie & -begeleiding LOB Sanne Elfering (KBA Nijmegen) & Pieter Baay (ecbo) Vier perspectieven Politiek Politiek 1. Uitval en switchen 1. LOB-activiteiten = 30% minder uitval in vervolgonderwijs,
Nadere informatieOpdracht Levensbeschouwing Doodstraf
Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht door een scholier 1930 woorden 14 maart 2003 6,2 18 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 0. Geef een korte argumentatie waarom jij tegen of voor de doodstraf
Nadere informatieVOORBEELD CASUS. Wanneer ben je verantwoordelijk voor een ander? een socratisch gesprek uitgeschreven
VOORBEELD CASUS Wanneer ben je verantwoordelijk voor een ander? een socratisch gesprek uitgeschreven Hieronder tref je een beschrijving van een socratisch gesprek van ca. 1 1/2 uur, in 5 stappen. Voor
Nadere informatieWelkom bij de workshop Adolescenten in de klas
Welkom bij de workshop Adolescenten in de klas Martha Beeker m.m.beeker@saxion.nl Kom verder. Saxion. Vandaag Intro Het breinperspectief toegepast op een thema Interventies Vragen aan jullie Invullen van
Nadere informatieTIPS & TRICKS VOOR DOCENTEN
TIPS & TRICKS VOOR DOCENTEN INLEIDING Onderwijs over tolerantie kan soms uitdagend zijn. Naast het ontwikkelen van kennis over tolerantie en gerelateerde begrippen zoals vrijheid en identiteit, is het
Nadere informatieInfo. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde
Info Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Inhoud INHOUD 1. Waar gaat het over 3 2. Aanraken 4 3. Hoe noem jij dat? 5 4. Baas over
Nadere informatieTed van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting
Boekverslag door F. 1662 woorden 8 juni 2016 7 7 keer beoordeeld Auteur Ted van Lieshout Genre Psychologische roman, Jeugdboek Eerste uitgave 1996 Vak Nederlands Gebr. Ted van Lieshout Floor van de Ven,
Nadere informatieTheoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden
Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen
Nadere informatieLOB & 21 ste -eeuwse vaardigheden. Dr. Pieter
LOB & 21 ste -eeuwse vaardigheden Dr. Pieter Baay @BaayPieter ECBO doet... Praktijkgericht onderzoek voor en met (m)bo-sector Onderwijsloopbanen Organiseren van leren Aansluiting beroepsonderwijs-arbeidsmarkt
Nadere informatieMotivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren
Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Stijn van Merendonk Trainer @stijnvmerendonk Visie Visie Definitie Motivational interviewing is: Een gespreksmethodiek die gericht is op het versterken
Nadere informatieCriteria selectie educatiemateriaal (zwerf)afval
Criteria selectie educatiemateriaal (zwerf)afval Standaard Quickscan (versie november 2018) Inleiding Voor het project Afval op School heeft SME een lijst met Topproducten van educatieve materialen samengesteld
Nadere informatieKoningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande
Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie
Nadere informatieMentorlessen. Klas:...
Mentorlessen Naam: Klas:... 1 En hier begint het! Voor jou ligt jouw persoonlijke mentormap. Deze map is voor de individuele oefeningen vanuit de mentor-module die jij en je klasgenoten volgt. In deze
Nadere informatieVertel eens - aanpak van Aidan Chambers
Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.
Nadere informatieZelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?
Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt
Nadere informatieCOVA 2. Naam: Sanne Terpstra. Studentennummer: Klas: 2B2. Lerares: L. te Hennepe
COVA 2 Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Lerares: L. te Hennepe Inhoudsopgave Inleiding 2 Casus 3 Leerdoelen 3 Sterkte zwakte analyse 4 Gespreksanalyse 6 Reflectie 9 Bijlagen 12
Nadere informatieInhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?
>> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?
Nadere informatiePlak jij een etiket op mensen?
Plak jij een etiket op mensen? Een vooroordeel is erger dan je denkt 1 Iedereen ziet er verschillend uit. Er zijn geen twee mensen precies hetzelfde. Iedereen is anders Iedereen is anders. Bekijk de kinderen
Nadere informatiePESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016
PESTEN OP SCHOOL ONDERZOEK STICHTING DE KINDERTELEFOON 19 SEPTEMBER 2016 Wil je iets meer vertellen over het pesten? Ik werd vanaf de brugklas gepest op de middelbare school. De leraren wisten het, ze
Nadere informatieISED Denk- & leervaardighedensymposium, februari 2011 Rijksuniversiteit Groningen 2
Samenvattende posters van leerkrachten over Britse L2L' projecten 10 februari 2011 Titel Poster 1 Exploring cooperative learning strategies and social interaction. De lollipop methode (elke week een andere
Nadere informatieIk-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo Sander, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk vindt.
Nadere informatieHoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?
Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: 1 2 Welke strategie heb je gebruikt? 3 Ben je het er mee eens? Ben je het er mee oneens? 4 Zou je die vraag aan de klas kunnen stellen? 5 Kun je je 6 Wil 7 oplosmethode
Nadere informatieHet belang van burgerschapsvorming
ONTWIKKELINGEN CULTUUREDUCATIE IN HET MBO BURGERSCHAPSVORMING Het belang van burgerschapsvorming De WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) legt sinds 1996 vast dat het mbo zijn studenten niet alleen voorbereidt
Nadere informatieMeten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid
Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel
Nadere informatieHet Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken
Ontwerponderzoek Paper 2 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie I.F. Hazewindus, drs. Filosofie Het Socratisch Gesprek als methode voor
Nadere informatieIk-Wijzer Ik ben wie ik ben
Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,
Nadere informatieOPGELUCHT STAAT NETJES
OPGELUCHT STAAT NETJES Krop de boel niet op, praat het van je af! Een dobbelspel voor wie durft... OPGELUCHT STAAT NETJES Je hart luchten is fijn: je voelt je minder alleen en samen kun je op een rijtje
Nadere informatieDoor invloed te hebben op de onderwijskwaliteit, leer ik beter, aldus een student uit Noorwegen
Studentbetrokkenheid bij onderwijskwaliteit, een mes dat aan twee kanten snijdt December 2017 Auteur: Marloes van Bussel (NCP EQAVET) Door betrokken te zijn bij onderwijskwaliteit behalen studenten betere
Nadere informatie21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO
21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als
Nadere informatieVOORBEELD CASUS. Mag je publiekelijk ingaan tegen je baas? een socratisch gesprek uitgeschreven
VOORBEELD CASUS een socratisch gesprek uitgeschreven Hieronder tref je een beschrijving van een socratisch gesprek van ca. 1 1/2 uur, in 5 stappen. Voor de volledigheid eerst nog even de gespreksstappen:
Nadere informatie21 ste -eeuwse vaardigheden. Dr. Pieter
21 ste -eeuwse vaardigheden Dr. Pieter Baay @BaayPieter School2Work proefschrift Link naar proefschrift @BaayPieter Link naar literatuurstudie @BaayPieter Mentimeter www.menti.com Code: 123015 @BaayPieter
Nadere informatieDENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum
DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum In 'The Parallel Curriculum' van Tomlinson et al. (2009) worden de 'Habits of Mind' van mensen die intelligent handelen beschreven, op basis van onderzoek
Nadere informatieDE L CKER. Het project is een samenwerking tussen Human, NPO 3Lab en NPO3Extra.
VLUCHTELING IN NEDERLAND DOCENTENHANDLEIDING DE L CKER Leeftijd: 13-15 jaar, 16-18 jaar Geschikt voor: vmbo, havo en vwo vanaf de eerste klas. Vakgebied en kerndoelen: Deze les vindt aansluiting bij vakken
Nadere informatieNieuwe inzichten in de behandeling. Annelies Spek Hoofd Autisme Expertisecentrum
Nieuwe inzichten in de behandeling Annelies Spek Hoofd Autisme Expertisecentrum Wat wil je behandelen? Niet het autisme zelf! Omgaan met autisme Bijkomende problemen Somberheid Trauma s Angsten Hoe doe
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatiePatiënt weigert medicijnen in te nemen. Probleemoplossend gesprek
Patiënt weigert medicijnen in te nemen. Probleemoplossend gesprek Korte beschrijving van het gesprek Een verpleegster controleert of de patiënte haar medicijnen in heeft genomen. De patiënte weigert de
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieBetekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving
Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Kempelonderzoekscentrum Jeannette Geldens, lector Monique van der Heijden, promovenda-docentonderzoeker Herman L. Popeijus, erelector Doelen en
Nadere informatiePraktische opdracht Wiskunde A Randomized Response
Praktische opdracht Wiskunde A Randomized Re Praktische-opdracht door een scholier 2550 woorden 10 juni 2003 5,8 26 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding We hebben de opdracht gekregen een Praktische
Nadere informatieRubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.
ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak
Nadere informatieAcademische vaardigheden in WO en VWO
Academische vaardigheden in WO en VWO Netwerkmiddag VO-WO 17 november 2016 Dr. Claudy Oomen Onderwijsadvies & Training Universiteit Utrecht C.C.E.Oomen@uu.nl Opwarmer Schrijf op je whiteboard (GROOT en
Nadere informatieFeedbacktool. Feestelijke lancering op het SOK-congres. De theorie. Nijverheidsstraat 10 > 1000 Brussel T >
Feedbacktool Feestelijke lancering op het SOK-congres Nijverheidsstraat 10 > 1000 Brussel T 02 894 74 70 > www.scholierenkoepel.be De theorie > 1 Onderzoek 1: leerkrachten zijn de sleutel Invloed op schoolprestaties
Nadere informatieHa lo! Ik ben dokter Jesse 1 Toen ik op de basisschool zat, kreeg ik zomaar opeens epilepsie. Ik wist toen helemaal niet dat dat bestond. Bij mij is het overgegaan. Ik ben dokter geworden en leg nu aan
Nadere informatieKlinisch wetenschappelijk onderzoek: een studentengids
Klinisch wetenschappelijk onderzoek: een studentengids Eerste druk, 2016 2016 Paul Emons isbn: 9789048439867 nur: 890 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming
Nadere informatieVeilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod
Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat
Nadere informatieHet haalt je volledig weg bij je intuïtie: de enige plek waaruit je gaat weten wat de juiste relatie is voor JOU.
Vandaag ga je beginnen met een negativiteitsdetox, voor de rest van de tijd dat je met deze modules bezig bent. Door social media en tijdschriften en de gewone media krijg je mega veel beelden van hoe
Nadere informatieIdeeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf
Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend
Nadere informatie11/8/2016. Academisch Schrijven in het curriculum. Opzet van deze bijeenkomst. Academisch schrijven. Toepassing in curriculum.
Academisch Schrijven in het curriculum Dr N. Saab, ICLON, Dr Ph. Dol, Academisch Talencentrum, Dr. J.A. Mol, Faculteit der Archeologie Opzet van deze bijeenkomst Interactief: 1. Wij geven enkele voorbeelden
Nadere informatieWerkvormen: Lesdoelen: Filmpjes: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 8: Verliefd. Lesoverzicht
Les 8: Verliefd Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten dat gevoelens van verliefdheid leuk maar ook lastig kunnen zijn; Kinderen zijn zich ervan bewust dat je op verschillende types mensen verliefd kunt
Nadere informatieVeilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod
Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod 2 Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat
Nadere informatiePrettige en niet prettige aanrakingen
Kriebels in je buik Prettige en niet prettige aanrakingen 1 Prettige en niet prettige aanrakingen Groep 3 50 min Begrippen Prettig, onprettig, dwingen, overhalen, grenzen aangeven, hulp bij problemen,
Nadere informatieIs er afstemming tussen economie en wiskunde?
Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Ab van der Roest In Euclides 92-4 was te zien dat er een groot verschil is tussen de manier waarop in het vmbo procenten werden behandeld in de economie- en
Nadere informatieCognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback
Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback Samenvatting van het artikel van Henry L. Roediger III, Mary A. Pyc (2012), Inexpensive techniques to improve education: Applying cognitive pgychology
Nadere informatieMotiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari
Nadere informatieDoel In de klas wordt middels de socratische methode het gesprek gevoerd over controversiële onderwerpen.
De socratische methode De socratische methode kan worden ingezet om met een groep studenten in het mbo het gesprek aan te gaan over controversiële onderwerpen. Kernbegrippen hierbij zijn: Zoeken naar een
Nadere informatieSamenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Nadere informatieOpleiding Filosofisch gespreksleider voor kinderen en jongeren
Opleiding Filosofisch gespreksleider voor kinderen en jongeren Begeleiding Kristof Van Rossem Antwerpen, woensdag donderdag vrijdag 11-13 april 2018 + vrijdag 18 mei 2018, 9u-16u Waarom deze opleiding?
Nadere informatieKritisch denken over complexe politieke problemen. Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede
Kritisch denken over complexe politieke problemen Margarita Jeliazkova Instituut ELAN, Universiteit Twente, Enschede Agenda Wat is kritisch denken en wat is het niet? Wat zijn complexe maatschappelijke
Nadere informatie3 Pesten is geen lolletje
Na deze les kun je: het verschil tussen plagen en pesten noemen; jouw ervaringen met pesten vertellen; uitleggen hoe je pesten kunt stoppen; afspraken maken over pesten. 3 Pesten is geen lolletje Pesten
Nadere informatieSamenvatting. Summary in Dutch
6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen
Nadere informatiePOSITIEVE PSYCHOTHERAPIE. Een geprotocolleerde behandeling van veertien sessies voor cliënten met een depressieve stoornis
POSITIEVE PSYCHOTHERAPIE Een geprotocolleerde behandeling van veertien sessies voor cliënten met een depressieve stoornis GRONDLEGGERS Positieve Psychotherapie werd in 2006 ontwikkeld door: Prof. Martin
Nadere informatieTAXONOMIE HISTORISCH DENKEN
Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken
Nadere informatieBijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar
DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich bewust van de grenzen die zij stellen als het gaat om vakantie, relaties, alcohol/drugs en geloof. Ouders bespreken welke grenzen hun kinderen opzoeken rondom deze thema
Nadere informatieKIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING
LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING 1. DE HERSENEN 1.1 HOE ZIEN HERSENEN ERUIT? VRAAG WIE KAN VERTELLEN WAT HERSENEN ZIJN? VRAAG HEBBEN KINDEREN KLEINERE HERSENEN DAN GROTE MENSEN? 1.2 WANNEER GEBRUIK JE ZE?
Nadere informatieCREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé
CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is
Nadere informatieArrangement 1 De Luisterthermometer
Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 1 De manager Naam: Organisatie: Datum: Luisterprincipe 1 Luisteren begint met luisteren naar jezelf 1.1 Inventariseren van stemmen Vertel eens van een situatie
Nadere informatie