Wetenschappelijk artikel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wetenschappelijk artikel"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Doorspoelgedrag bij de Vlaamse jongvolwassen televisiekijker: Een onderzoek naar het primacy en recency effect in reclameblokken Wetenschappelijk artikel aantal woorden: ELINE DAENENS MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT PROMOTOR: DR. TOM EVENS COMMISSARIS: PROF. DR. KARIN RAEYMAECKERS ACADEMIEJAAR

2 Inzagerecht in de masterproef (*) Ondergetekende,. geeft hierbij toelating / geen toelating (**) aan derden, niet- behorend tot de examencommissie, om zijn/haar (**) proefschrift in te zien. Datum en handtekening... Deze toelating geeft aan derden tevens het recht om delen uit de scriptie/ masterproef te reproduceren of te citeren, uiteraard mits correcte bronvermelding (*) Deze ondertekende toelating wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren van de scriptie/masterproef die moet worden ingediend. Het blad moet ingebonden worden samen met de scriptie onmiddellijk na de kaft. (**) schrappen wat niet past

3

4 Abstract With the launch of interactive digital television, the viewer is able to create his own television evening. Technological applications that accompanied idtv, such as Digital Video Recorder and Video on Demand, make it possible to fast-forward or avoid commercial breaks. This poses a threat to the revenues of private broadcasters. Advertisers are currently looking for new ways to reach their target audience, since fast-forwarding advertising is so common today. On the other hand, research showed that viewers still absorb information to a cognitive level when they watch commercials at an accelerated pace. This is partly because brand recall and recognition occurs at the beginning and/or end of a commercial break. We are talking about the primacy and recency effect. However, there is still too little recent research about what the best place for an advertisement should be in a commercial break. Identifying the appropriate position within an advertising block can stimulate advertisers to invest in commercials. In this master thesis an experimental study was designed in which the effect of the first or last advertisement on brand recall and recognition was examined in a fastforwarded commercial break. We constructed a between-subject design in which we interviewed 150 participants between 18 and 25 years old. The participants were asked to watch a fragment of De Slimste Mens Ter Wereld in a laboratory. The fragment was processed with a commercial break which had been fast-forwarded with an acceleration of 24x. After watching the fragment they were asked to fill in a brand recall and recognition test. The result of the study showed that the position of the first and last advertising within a commercial break had little to no effect on brand memorization on the Flemish young adult viewer. Further research is needed to detect a clear difference between these positions. 2

5 Inhoudsopgave 1. Inleiding Literatuurstudie De komst van interactieve digitale televisie Doorspoelgedrag... 3 Enkele cijfers.. 4 Hoe kunnen we doorspoelgedrag vermijden? De effectiviteit van doorgespoelde reclame... 6 Het seriële positie-effect Methode Design Materiaal Participanten Pretest Procedure Coderen en datacleaning Resultaten Onderzoeksteekproef Onderzoek Primacy vs. Recency effect bij brand recall. 16 Primacy vs. Recency effect bij brand recognition Onderzoek Primacy vs. Recency effect bij brand recall. 20 Primacy vs. Recency effect bij brand recognition Conclusie en discussie Literatuurlijst Bijlagen Voorbeeld vragenlijst brand recall en recognition Inhoud cd-rom

6 1. Inleiding De wijdverspreide transitie van analoge naar digitale televisie bracht heel wat sterke wijzigingen in het kijkgedrag van televisiekijkers teweeg. Doordat televisiekijkers hun programma s nu digitaal kunnen opnemen en uitgesteld kunnen bekijken, worden reclameblokken vaak doorgespoeld (Ghosh & Stock, 2010). Dit fenomeen staat beter bekend als het vermijden van reclame of ad avoidance, wat geen onbekend fenomeen in de reclamewereld is (Zufryden, Pedrick & Sankaralingam, 1993). Het doorspoelgedrag van mediagebruikers zorgt voor nieuwe uitdagingen voor zowel de televisiezender als de adverteerder. Commerciële zenders halen hun inkomsten namelijk hoofdzakelijk uit reclameinkomsten. Die komen nu echter meer dan ooit in gevaar, doordat de kijker reclameblokken aan een versneld tempo kan bekijken (Bellman, Schweda & Varan, 2010). Veel adverteerders vragen zich dan ook af of het investeren in reclameblokken nog steeds een verhoogde zichtbaarheid voor hun merk kan opleveren. Daarnaast wordt er nagedacht over de plaats van een spot binnen een reclameblok. Zo wordt de vraag gesteld of de positie van een reclamespot voor- of achteraan in een reclameblok invloed uitoefent op de verwerking van de inhoud op cognitief niveau door de kijker. Ondanks het bewijs dat er nog steeds brand recall/recognition optreedt bij het bekijken van een reclamespot aan een versneld tempo, is er nog te weinig onderzoek dat vervolgens nagaat of er een verschil waarneembaar is in merkmemorisatie tussen de eerste en laatste advertentie in een reclameblok (Wilbur, 2008; Stout & Burda, 1989; Goode, 2006; Mandese, 2004; Kent, 2002; Steinberg 2007a; Pieters & Bijmolt, 1997; Zhao, 1997; Terry, 2005). Vanuit die bevindingen trachten we in dit wetenschappelijk artikel aan de hand van een literatuurstudie en een experimenteel onderzoek een antwoord te bieden op de volgende onderzoeksvraag: Leidt de blootstelling aan een reclameblok dat aan een versneld tempo van 24x wordt doorgespoeld, tot een hogere brand recall/recognition van de eerste of de laatste advertentie? In het theoretische gedeelte wordt een korte uitleg gegeven over de komst van interactieve digitale televisie. Daarna wordt duidelijk gemaakt welke nadelen dit voor de adverteerder met zich kan meebrengen. Vervolgens wordt het doorspoelgedrag van de kijker met enkele cijfers gestaafd en uitgelegd. Daarna worden methodes meegedeeld die doorspoelgedrag kunnen tegengaan. Verder wordt er nagegaan of het doorspoelen van reclame effectiviteit oplevert op cognitief niveau. Het seriële positie-effect werd in beeld gebracht met behulp van enkele relevante onderzoeken die het primacy en recency effect blootleggen. Om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag werd er een experiment afgenomen bij 150 participanten. De methode en resultaten worden na de toelichting van het experiment besproken. Ten slotte sluiten we dit wetenschappelijke artikel af door een conclusie en discussie te formuleren. 1

7 2. Literatuurstudie 2.1 De komst van interactieve digitale televisie Sinds de jaren negentig onderging de telecommunicatie enkele forse veranderingen. De overgang van analoge naar digitale televisie vormt daarvan een voorbeeld en is tegelijkertijd een van de belangrijkste technologische vooruitgangen in het medialandschap (Valcke, 2004). Digitalisering opende met zijn revolutionaire ontwikkelingen de wegen voor nieuwe mediatechnologieën. Daaruit vloeiden convergenties tussen verschillende sectoren zoals telecommunicatie, media- en informatietechnologie voort. Een opvallend resultaat is de interactieve digitale televisie (idtv), die uit een samenvloeiing van de traditionele televisie en het internet resulteert (Cauberghe & De Pelsmacker, 2006). Sinds september 2005 wordt in Vlaanderen idtv aangeboden. De grootste providers van dit medium zijn Belgacom TV en Telenet (Van den Broek & Pierson, 2008). We spreken dan ook over een interactieve televisie, aangezien de kijker meer dan ooit een participerende rol in zijn kijkgedrag heeft gekregen. Er werd namelijk een retourkanaal voorzien waardoor de kijker in interactie kan treden met het televisieprogramma. Op die manier verloopt de communicatie op twee manieren, waardoor we spreken van een two way communication. (Leurdijk, Leendertse, De Munck, Staal, Vetjens & De Vos, 2006; Mastorakis, 2011). Door de kijkers meer betrokken te maken met de inhoud ondergaan ze een paradigmashift van een lean backward experience naar een lean forward experience. De traditionele televisiekijkers, als getuigen van de lean backward experience, werden vooral geassocieerd met zogenoemde couch potatoes. Daarmee werd aangeduid dat de kijkers vooral passief naar het televisiescherm keken en dit om louter geëntertaind te worden. De nieuwe manier om naar televisie te kijken, de lean forward viewing, laat de kijkers bijvoorbeeld toe om op hun favoriete televisiester te stemmen tijdens een liveshow of extra informatie over het programma op te vragen terwijl dat nog loopt (Caviedes, 2012; Pagani, 2003). Vormt idtv een bedreigingen voor adverteerders? Uit het bovenstaande kunnen we afleiden dat de komst van idtv heel wat innovaties met zich mee bracht. De technologische applicaties beïnvloeden echter de manier waarop naar interactieve televisie wordt gekeken. Bovendien lijkt het dat de kijker geen afstand zal nemen van de idtv (Smith & Krugman, 2009). Daarom is het interessant om na te gaan hoe mensen met reclameadvertenties in deze interactieve programma s omgaan. Reclameblokken vormen immers nog steeds een van de grootste inkomsten voor commerciële zenders en het is duidelijk dat ook zij met de nieuwe trends zullen moeten mee-evolueren. 2

8 Een van de grootste problemen voor adverteerders situeert zich bij de technologische applicaties die gepaard gaan met idtv, zoals de Digital Video Recorder (DVR) en Video on Demand (VOD). Doordat DVR de mogelijkheid biedt om programma s naar keuze op te slaan en te herbekijken, kan de kijker eenvoudigweg reclameblokken doorspoelen. Hetzelfde principe geldt als de kijker live televisie pauzeert (Alps, 2007). Na een aantal minuten wachten kan hij eenvoudig het programma hervatten, waardoor het reclameblok door te spoelen is (Fortunato & Windels, 2005).VOD geeft de kijker de mogelijkheid om zijn eigen televisieavond samen te stellen aan de hand van zijn filmbibliotheek. Beide technologieën maken het voor de gebruiker gemakkelijk om reclameblokken door te spoelen. Ze werken volgens het principe van timeshifting of de mogelijkheid om een programma te pauzeren, te stoppen, terug te spoelen of verder te kijken wanneer dat het best uitkomt voor de kijker (Koninckx, 2007; Minoli, 2012; Tse & Lee, 2001). Dat vormt dan ook een grote bedreiging voor zowel de commerciële zenders als de adverteerders die de massamedia nodig hebben om hun consumenten te kunnen bereiken. Zenders en adverteerders komen als het ware in een vicieuze cirkel terecht. Consumenten gaan immers steeds vaker reclame doorspoelen, waardoor de adverteerders ervan overtuigd worden dat de reclamespot geen efficiëntie meer bevat. Daardoor zullen de adverteerders steeds minder investeren in reclamespots bij commerciële zenders. Als gevolg daarvan zullen die zenders minder inkomsten verkrijgen, waardoor ze minder budget aan kwaliteitsvolle programma s kunnen besteden. Dat resulteert in minder kijkers, wat op zijn beurt opnieuw voor minder inkomsten zorgt bij de mediabedrijven. Adverteerders gaan dan ook steeds vaker op zoek naar andere manieren om in interactieve programma s opgemerkt te worden (Gal-Or, Gal-Or, May & Spangler, 2006). Zo gaan ze bijvoorbeeld meer investeren in nieuwe technologieën, zoals videostreaming en mobile advertising. Commerciële zenders moeten daardoor op zoek naar nieuwe inkomsten (Gritten, 2006; Rutten, 2006). De komst van DVR en VOD bracht echter ook nog een voordeel met zich mee. De nieuwe technologie laat het toe om het doorspoelgedrag van de kijkers in beeld brengen. Op die manier kan de adverteerder nagaan in hoeverre hun advertentie al dan niet werd doorgespoeld (Wilbur, 2008). 2.2 Doorspoelgedrag Hiervoor werd gesteld hoe het doorspoelgedrag van de kijker een grote bedreiging voor zowel adverteer- als mediabedrijven vormt. In wat volgt, willen we in kaart brengen waarom de kijker nu juist reclame wil vermijden. Volgens Wilbur (2008) zijn er daarvoor enkele belangrijke redenen. Een eerste reden is omdat de kijker een andere activiteit uitvoert, zoals het voeren van een conversatie met derden of het bekijken van andere zenders die aantrekkelijker zijn dan de reclameblokken (Tse & Lee, 3

9 2001). Daarnaast kan de kijker ook de ruimte verlaten, terwijl de reclame verder op de televisie afspeelt. Een tweede reden is omdat het reclameblok niet aantrekkelijk genoeg is om de aandacht vast te houden (Elpers, Wedel & Pieters 2003). Een derde reden is omdat de kijker de reclame al verschillende keren heeft gezien, waardoor bij hem een gevoel van irritatie optreedt (Siddarth & Chattopadhyay, 1998). Een vierde reden betreft het vermijden van reclame die niet op de specifieke kijker van toepassing is. Vrouwen zappen bijvoorbeeld sneller weg als er reclame te zien is over werktuigen voor de man, terwijl ze langer blijven hangen als de reclame hun interessegebied prikkelt (Wilbur, 2008). De motivatie om de reclameboodschap te verwerken, speelt ook een belangrijke rol en vormt een vijfde reden. Indien de kijker niet gemotiveerd is om reclamecontent op cognitief niveau te verwerken, is de kans groter dat hij het reclameblok wegzapt (Wilbur, 2008). Wilbur (2008) maakt vervolgens ook een onderscheid in het soort doorspoelgedrag bij reclameblokken. Een eerste mogelijkheid bestaat uit het verlaten van de televisieruimte. Daarbij doet men aan skipping, aangezien de kijker de complete reclameblok overslaat. Dit is dan ook een voorbeeld van physical avoidance. Dit gedrag bestond al vóór de komst van de digitale televisie. Onderzoek wees uit dat 15% niet in de kamer aanwezig was als het reclameblok werd afgespeeld (Abernethy, 1990). Een tweede mogelijkheid is zapping, waarbij de kijker wegzapt als een reclameblok zich voordoet. Zipping, als derde mogelijkheid, betekent dan weer dat de kijker het reclameblok doorspoelt als de mogelijkheid daartoe zich voordoet (Nam, Kwon & Lee 2010; Abernethy, 1991). Een vierde mogelijkheid is het stiller zetten van het televisietoestel, ook wel muting genoemd. Op die manier krijgt de kijker geen gehoor van de reclamecontent. Het gevaar zit er echter in dat de kijker niet onmiddellijk doorheeft wanneer het programma opnieuw van start is gegaan (El-Adly, 2010). Een vijfde mogelijkheid is het cognitief negeren van het reclameblok (Speck & Elliott, 1997). Hoewel men in dezelfde ruimte aanwezig is als het televisietoestel, is men niet aandachtig naar het reclameblok aan het kijken. Dat wordt ook wel cognitive avoidance genoemd en kan de herinnering aan de reclameboodschappen met 80% doen dalen (Thorson & Zhao, 1997). Zapping, zipping en muting zijn voorbeelden van mechanical avoidance. Voor de komst van digitale televisie was zipping met 9% toen ook de kleinste vorm van reclame-ontwijking (Bellman et al., 2009). Met de komst van de digitale televisie is ad avoidance makkelijker dan ooit uit te voeren. Hierna volgen enkele cijfers. Enkele cijfers Uit een onderzoek van iminds uitgevoerd in 2015 werd duidelijk dat 86% van de Vlaamse bevolking over digitale televisie beschikt (De Marez, Schuurman & De Moor, 2015). Van die digitale kijkers beweert 49,9% dat ze de reclamecontent overslaan. Socio-demografische kenmerken oefenen daarbij een invloed uit. 4

10 Zo spoelen jonge mensen sneller reclame door dan oudere mensen, omdat ze gemakkelijker afgeleid zijn (De Marez et al., 2015; Bellman et al., 2012). De inkomstensituatie bepaalt eveneens mee of al dan niet de fast forward button wordt ingedrukt. Gezinnen met een groter inkomen doen dit alvast veel sneller dan een gezin met lagere inkomsten (Danaher, 1995). Een onderzoek van Forrester toont aan dat 50% van alle mensen die een DVR bezitten, verklaarden dat het doorspoelen van reclame de beste eigenschap is aan het hebben van een DVR (Fann-Im, 2004). Uit Forresters onderzoek blijkt eveneens dat 58% toch de doorgespoelde reclame bekijkt en 53% terugspoelt om reclame te herbekijken (Leurdijk et al., 2006). Steinberg (2007b) verklaart dat slechts 66% de reclameboodschappen doorspoelt als ze opgenomen zijn. Smith en Krugman (2009) tonen in een later onderzoek aan dat 95% van de hun participanten de reclame boodschap doorspoelt als het gaat over een opgenomen programma. We moeten echter kritisch omgaan met deze cijfers vanwege de datum van het uitgevoerde onderzoek van Forrester. De meeste onderzoeken zijn niet meer up-to-date, aangezien ze dateren van 2004 en Hoe kunnen we doorspoelgedrag vermijden? De voorgaande cijfers bevestigen alvast het probleem van reclamevermijding bij commerciële zenders. Hierna bespreken we enkele methodes die het doorspoelgedrag kunnen tegengaan. Siddart en Chattopadhyay (1998) verklaren dat de kans op wegzappen kleiner wordt als de standaard dertig seconden spot in een reclameblok wordt ingekort. Logischerwijze speelt het aantal reclamespots in een blok ook een rol. Hoe meer reclamespots, hoe langer het reclameblok en hoe sneller de kijker afgeleid is. Dahaner (1995) verklaart dat een blok bestaande uit zeven reclamespots ideaal is. Calli, Weverbergh en Franses (2012) raden aan om met afwisselende spots te werken. Een spot over dure consumpties, zoals de aankoop van de nieuwe Audi a7, wordt beter afgewisseld met een spot over de nieuwe wasverzachter van Robijn. Op die manier wordt de kijker gestimuleerd om verder te kijken. Ook timing kan een belangrijke rol spelen in het vermijden van doorspoelgedrag. Reclame die vertoond wordt tijdens prime time zal door het grote aanbod van kwaliteitsvolle programma s op dat moment sneller weggezapt worden (Wilbur, 2008). De commerciële zenders kunnen onderling ook afspreken om hun reclameblokken te laten samenvallen. Zo heeft het weinig nut om weg te zappen naar interessantere programma s (Zhou, 2004). Sommige zenders geven zelf aan wanneer het reclameblok eraan komt. Onderzoek wees uit dat door die aankondiging de kijker al heeft weggezapt nog voor de reclame effectief is gestart. Op die manier wordt het eerste reclameblok amper bekeken. Het is dus voor commerciële zenders verstandig om hun reclameblokken onverwachts in te plannen (Kent, 2002). 5

11 Vervolgens is het belangrijk om te weten dat de eerste seconden van een reclameblok de belangrijkste zijn. Verschillende auteurs verklaren dat een interessante reclamespot aan het begin van het reclameblok het doorspoelgedrag kan vermijden. Verschillende auteurs stellen vast dat als de kijker naar de eerste reclamespot kijkt, de kans groter is dat hij het volledige reclameblok uitkijkt (Gustafson & Siddarth, 2007; Alps, 2007). Het belang van gepersonaliseerde reclame komt hier naar voren. Met de komst van interactieve digitale televisie en een toename aan diverse kanalen kunnen adverteerders doelgerichter de kijker benaderen. Nichezenders bieden specifieke inhoud aan, waardoor adverteerders persoonlijker kunnen werken. Op die manier krijgen zij immers de kans om hun reclamespot aan de individuele kijker aan te passen (Cauberghe & De Pelsmacker, 2006). Het gebruik van humoristische spots is een andere manier om de aandacht te trekken. Onderzoek toonde aan dat humoristische reclamespots een groter succes hebben dan niet-humoristische reclamespots (Weinberger & Gulas, 1992). Adverteerders moeten met andere woorden de eerste seconden van hun spot creatief invullen, zodat ze de aandacht van de kijker kunnen vasthouden. Op die manier kunnen ze doospoelgedrag trachten te vermijden (Jaffe, 2005). Daarnaast kunnen commerciële zenders de interactiviteit die de digitale televisie voorziet in hun voordeel uitwerken. Een interactieve opdracht tijdens een programma kan de kijker motiveren om een reclameblok terug te spoelen en te herbekijken in plaats van door te spoelen. Een voorbeeld hiervan is het programma Gold Rush waarin deelnemers kans maakten om dertien goudstaven te winnen. Aan de hand van aanwijzingen die in de reclameblokken waren verstopt, konden de kijkers op zoek gaan naar de schat (Hayat, 2007). 2.3 De effectiviteit van doorgespoelde reclame Tot hiertoe hebben we het steeds over het doorspoelen van reclame gehad. We moeten ons echter ook over de mogelijkheid buigen dat er misschien geen probleem bestaat bij het doorspoelen van reclame. Misschien blijft de kijker nog steeds reclame op cognitief niveau verwerken aan een versneld tempo. Dan rijst de vraag of het wel nodig is dat er strategieën worden gezocht om te vermijden dat mensen reclame doorspoelen. Met die overwegingen in het achterhoofd willen we aan de hand van verdere literatuurstudies dichter bij de onderzoeksvraag van deze wetenschappelijke paper komen. Eén overweging kunnen we al meteen verder duiden. Het ligt natuurlijk voor de hand dat de kijker minder informatie kan opnemen als hij iets aan een versneld tempo bekijkt. Hetzelfde geldt uiteraard voor reclamespots die door de kijker worden doorgespoeld. 6

12 Bellman, Schwenda en Varan (2009) verklaren dat de effectiviteit van reclameboodschappen daalt als kijkers die doorspoelen. Ze argumenteren dat de herinnering en herkenning, beter gekend als recall en recognition, van reclame afgespeeld aan versneld tempo overeenstemt met het wegkijken van het televisiescherm als het reclameblok zich voordoet. Ander wetenschappelijk onderzoek verklaart dat het bekijken van reclamespots aan een versneld tempo tot 75% verlies aan herinnering van de boodschap leidde (Goode & Dobinson, 2006). Siefert, Gallent, Jacobs, Levine, Stipp en Marci (2008) verklaren een lagere brand recall en recognition naarmate de snelheid van het doorspoelen toeneemt. De beste conditie voor de adverteerder is nog steeds het aandachtig naar reclameblokken kijken op een normaal tempo om zo tot een optimale merkherkenning- en herinnering te komen. Toch kunnen we niet stellen dat het doorspoelen van reclame het einde betekent voor de traditionele spot. Verschillende auteurs beargumenteren echter dat het doorspoelen van reclame zeker niet betekent dat er geen effect meer op de kijker wordt uitgeoefend. Wilbur (2008) is ervan overtuigd dat het doorspoelen van reclamespots toch een effect op de kijker uitoefent. Een eerste argument betreft de concentratie van de kijker. Die kijkt immers met volle aandacht naar het versnelde fragment, omdat hij wil vermijden een deel van het programma te missen (Brasel & Gips, 2008). Een ander argument voor de effectiviteit van versnelde tv-spots is de verbeterde brand recall en recognition. Stout en Burda (1989) verklaren dat woorden minder goed verwerkt worden in vergelijking met beelden op vlak van reclameherinnering. Als de kijker een reclameblok doorspoelt, ziet hij enkel beelden aan een versneld tempo en valt het geluid weg. Dat zorgt dus voor een hogere brand recall. Goode (2006) voerde een onderzoek uit rond Mere Exposure Effect (MEE). Dat concept betekent dat mensen een positievere houding vertonen ten opzichte van iets waaraan ze in toenemende mate worden blootgesteld. Goode (2006) kwam echter tot de vaststelling dat MEE een invloed uitoefende op het bekijken van reclamespots aan een versneld tempo indien de advertentie reeds gekend was door de kijker. Die invloed resulteerde in een positievere attitude ten opzichte van het merk en de reclame. We moeten echter kritisch omgaan met de verschillende onderzoeken. Enkele auteurs spreken elkaar tegen. Zo is Mandese (2004) van mening dat we de hoge concentratie moeten relativeren waarover de kijker bij het doorspoelen van het reclameblok beschikt. Bepaalde studies toonden immers aan dat een lagere betrokkenheid de recall niet noodzakelijk aantast, terwijl Wilbur (2008) dat wel weet te staven. 7

13 Het seriële positie-effect Slechts enkele onderzoekers hebben geconcludeerd dat de kijker op cognitief niveau nog steeds de reclameboodschap verwerkt als die aan een versneld tempo wordt afgespeeld. De volgende vraag die daarbij naar bovenkomt, is of er een plaats in het reclameblok bestaat die het meeste effect op de kijker uitoefent. Het antwoord op die vraag zou tot extra inkomsten voor commerciële zenders kunnen leiden, want dit zou een onderlinge concurrentie tussen adverteerders teweeg kunnen brengen. De beste plaats die de meeste brand recall en recognition oplevert bij de kijker in het reclameblok bij doorspoelgedrag, zal logischerwijze een hoger kostenplaatje hebben. Die vraagt leunt dan ook dicht aan bij de onderzoeksvraag van deze paper. Als we onderzoek doen in het veld van de cognitieve psychologie, merken we de term seriële positie-effect op (Li, 2010). Dat houdt in dat als mensen een lijst met items voor ogen krijgen ze zich het eerste en laatste item op de lijst het best kunnen herinneren in vergelijking met de items in het midden van de lijst. Het item dat de eerste positie inneemt en het vaakst herinnerd wordt, wordt ook wel het primacy effect genoemd. Het laatste item in de lijst die het vaakst herinnerd wordt, staat beter bekend als het recency effect (Stewart et al., 2004). Dat effect treedt onder andere ook op in reclameblokken. Bij het seriële positie-effect spreekt men ook van de termen proactieve en retroactieve inhibitie. Proactieve inhibitie betekent dat eerdere informatie het oproepen van nieuwe informatie moeilijk maakt. De laatste reclame in een reclameblok is dus gevoelig voor proactieve inhibitie. Retroactieve inhibitie betekent dan weer dat nieuwe informatie het oproepen van eerdere informatie moeilijk maakt. De eerste reclame in het reclameblok is in dit geval gevoelig voor retroactieve inhibitie (Murdock 1960; Greene, 1986). Kent (2002) merkte alvast een primary en recency effect op in zijn onderzoek. Zo bleek dat de aandacht bij het bekijken van een reclameblok aan een normaal tempo telkens hoog was aan het begin en einde. In het begin bleek de aandacht nog voor zo n dertig seconden goed te zijn. Op het einde blijkt de aandacht volledig terug te zijn, omdat de kijker niet het volgende deel van het programma wil missen. Steinberg (2007a) verklaart dan weer dat brand recall en recognition bij het doorspoelgedrag het hoogst is bij de laatste reclamespot, omdat de kijker dan het meest geconcentreerd is. In iets minder recentere onderzoeken voerden verschillende auteurs experimenten uit in de natuurlijke levensomstandigheden van de participant. Pieters en Bijmolt (1997) stuurden opgeleide interviewers naar de huizen van de participanten binnen de dertig minuten nadat ze een reclameblok hadden bekeken. Telkens werd er een primacy effect vastgesteld wanneer ze peilden naar de brand recall. In het onderzoek van Zhao (1997) kwamen ze tot hetzelfde resultaat. De kijkers daar werden echter telefonisch ondervraagd en dit pas vier dagen nadat ze het gekozen programma - de Super Bowl - hadden bekeken. 8

14 Op basis van de bovenstaande bevindingen en de onderzoeksvraag werden de volgende hypotheses gevormd: Er is een verschil in brand recall aanwezig tussen de eerste en de laatste reclamespot bij het kijken naar een reclameblok aan een versneld tempo. H1: De eerste reclamespot heeft een groter effect dan de laatste op brand recall bij het bekijken van reclame aan een versneld tempo. Er is een verschil in brand recognition aanwezig tussen de eerste en de laatste reclamespot bij het kijken naar een reclameblok aan een versneld tempo. H2: De eerste reclamespot heeft een groter effect dan de laatste op brand recognition bij het bekijken van reclame aan een versneld tempo. Terry (2005) waarschuwde echter dat er verwarring kan ontstaan door verschillende soorten reclamespots en door de positie die ze innemen in een reclameblok. Een bepaalde spot kan bijvoorbeeld beter onthouden worden als die door een uitzonderlijke content, uitwerking of stijl uitblinkt. Als die spot per toeval aan het begin of einde van een blok wordt afgespeeld, kan er ten onrechte een primacy of recency effect optreden. Om dat tegen te gaan moesten Zhao (1997), Pieters en Bijmolt (1995) een counterbalancing in hun experimenten uitvoeren. Dat was echter niet in natuurlijke settings mogelijk, omdat onderzoekers in het geval van counterbalancing het beeldmateriaal moeten manipuleren. De participanten worden daarbij in groepen verdeeld, waarbij ze elk dezelfde commercials bekijken. Elke groep krijgt die echter in een andere volgorde te zien. Als de onderzoekers kort daarna een meting uitvoeren die naar brand recall peilt, kan er deze keer wel een correct primacy of recency effect zonder storende factoren worden vastgesteld (Terry, 2005). Als we van start gaan met het experimenteel onderzoek om die hypothese te toetsen, houden we het best rekening met de bevindingen van Terry (2005). 9

15 3. Methode 3.1 Design Om een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag en hypotheses werd een exploratief experimenteel onderzoek uitgevoerd. Daarvoor werden vijf condities opgesteld waar participanten op gerandomiseerde wijze aan werden toegewezen. We spreken hier over een between-subject design. In elke conditie mocht de participant naar een fragment van De Slimste Mens Ter Wereld kijken dat door een reclameblok werd onderbroken. Naargelang de conditie werd het reclameblok gemanipuleerd door de volgorde van de advertenties binnen het reclameblok aan te passen. De onafhankelijke variabele is de positie van de advertenties per conditie. De afhankelijke variabele gaat na in welke mate er merkmemorisatie optreedt bij de eerste en laatste advertentie. We maken daarvoor een onderscheid in brand recall en recognition, beide gemeten aan de hand van een vragenlijst, die we later bespreken in de paper. Hieronder wordt een gedetailleerd overzicht gegeven van de soorten condities: - Conditie A bestaat uit een fragment van De Slimste Mens Ter Wereld dat door een reclameblok, versneld aan doorspelsnelheid 24x, wordt onderbroken. Het reclameblok werd niet gemanipuleerd en wordt als controleconditie gebruikt. - Conditie B bestaat uit hetzelfde fragment van De Slimste Mens Ter Wereld als in conditie A en wordt door een reclameblok, versneld aan doorspoelsnelheid 24x, onderbroken. De advertenties van het reclameblok zoals in conditie A zijn echter op gerandomiseerde wijze van plaats verwisseld. - Conditie C bestaat uit hetzelfde fragment van De Slimste Mens Ter Wereld als in conditie A en wordt door een reclameblok versneld aan doorspoelsnelheid 24x doorbroken. Het reclameblok zoals in conditie A werd echter gemanipuleerd door de eerste en de laatste advertentie met elkaar om te wisselen. - Conditie A2 bestaat uit hetzelfde fragment van De Slimste Mens Ter Wereld als conditie A en wordt door een reclameblok, versneld aan doorspoelsnelheid 24x, onderbroken. Deze reclameblok bevat andere advertenties dan in de condities A, B en C. Opnieuw treedt deze conditie op als controle, aangezien ze niet gemanipuleerd werd. - Conditie B2 bestaat uit hetzelfde fragment van De Slimste Mens Ter Wereld als in conditie A en wordt door een reclameblok, versneld aan doorspoelsnelheid 24x, doorbroken. Dit reclameblok bevat dezelfde advertenties als in conditie A2, maar ze werden op gerandomiseerde wijze van plaats verwisseld. 10

16 Met behulp van percentages, kruistabellen, het Chi-kwadraat en de Kruskal-Wallis analyseerden we de vijf condities. Doordat we met meer dan twee onafhankelijk groepen zitten en nominale variabelen vormt de Kruskal-Wallis de ideale test binnen SPSS om een significant verschil tussen de groepen op te sporen (Sheskin, 2004; Field, 2013). Na een grondige datacleaning werden eerst condities A, B en C onder handen genomen. Aan de hand van die condities trachten we een antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag die nagaat of er een verschil optreedt tussen de eerste en de laatste reclameadvertentie in een reclameblok bij merkmemorisatie. Die drie condities beschikken over dezelfde reclameadvertenties binnen het reclameblok. Enkel de volgorde van de advertenties werd aangepast. Verder voerden we een tweede onderzoek uit om het resultaat uit de eerste test extra te ondersteunen. Dat deden we door een gelijkaardige test uit te voeren op conditie A2 en B2. Die beschikken over een totaal andere reclameblok, waarvan A2 als controleconditie optreedt en B2 gemanipuleerd is door de advertenties op gerandomiseerde wijze van plaats te verwisselen. Samengevat behoren condities A, B en C tot het eerste onderzoek en conditie A2 en B2 tot het tweede onderzoek. 3.2 Materiaal We maakten gebruik van het televisietoestel en een dvd waarop we vijf fragmenten van een willigkeurige aflevering van De Slimste Mens Ter Wereld geplaatst hadden. We kozen voor dat programma, aangeboden door de commerciële zender VIER, omdat het een mooi voorbeeld van infotainment vormt en dus perfect binnen de sfeer van interactieve televisie past. Bovendien is die serie zeer populair, want bij de start van het nieuwe seizoen in 2015 scoorde het programma maar liefst kijkers (Het Nieuwsblad, 2015). De fragmenten werden gemonteerd in een gelijkaardige opbouw. In elk fragment werd dezelfde inhoud van de aflevering van De Slimste Mens Ter Wereld gebruikt. Daarnaast werd ieder fragment onderbroken door een reclameblok dat automatisch doorgespoeld werd aan een versnellingstempo van 24x. We baseren ons op de doorspoelsnelheden van Telenet, dat over vier soorten doorspoelsnelheden beschikt, namelijk: 2x, 6x, 24x en 64x. Bij het monteren van de fragmenten werd snel duidelijk dat Telenet de helft van de advertenties verwijdert uit een reclameblok aan de maximale doorspoelsnelheid van 64x. In dit onderzoek was het dan ook belangrijk dat elke advertentie zichtbaar aanwezig was, terwijl die aan een relatief hoge snelheid werd doorgespoeld. Die hoge snelheid was belangrijk, omdat we veronderstellen dat de meerderheid van de mensen dat over een decoder beschikt de hoogste doorspoelsnelheid verkiest. Dat werd later in ons onderzoek bevestigd. Bij een analyse van de onderzoeksgroep gaf 54% aan dat men de doorspoelsnelheid 64x verkiest. De tweede populairste doorspoelsnelheid is 24x. Die behaalt 33.3% onder de participanten. Met die gegevens in het achterhoofd kozen we voor de tweede snelste doorspoelsnelheid: 24x. 11

17 Samengevat duurde elk fragment maximaal elf minuten, waarvan ongeveer vijf minuten van de aflevering De Slimste Mens Ter Wereld te zien was en dit zowel voor als na het reclameblok. Het reclameblok bestond telkens uit dertien advertenties waarbij elke advertentie dezelfde snelheid bevatte.we kozen er bewust voor om de participant geen vrijheid te geven in het al dan niet doorspoelen. We deden dit om dataverlies tegen te gaan. Het onderzoek is voornamelijk gericht op merkmemorisatie aan een versneld tempo. Indien de participant vrij zou kunnen kiezen om niet door te spoelen, was zijn deelname niet waardevol. Door middel van een HD-recorder waren we in staat om een aflevering van De Slimste Mens Ter Wereld van de zender VIER op te nemen. De reclameblokken die we aan 24x doorgespoeld hadden, waren rechtstreeks van de televisie door de recorder opgenomen. Op die manier konden de beeldopnames waarheidsgetrouw en naargelang de condities worden gemonteerd. Na het bekijken van het fragment werd de participant gevraagd om een vragenlijst in te vullen. De eerste pagina s werden gevuld met vragen die een beter beeld over onze onderzoeksteekproef schetste. Zowel inleidende als demografische vragen werd hier gesteld. Vervolgens werden de participanten gevraagd om alle merken op te sommen die ze in het reclameblok dachten te hebben gezien. Aan de hand van die methode konden we brand recall nagaan. Daarna werd er een tweede vragenlijst overhandigd met afbeeldingen van advertenties die de brand recognition trachtten na te gaan. Er waren in totaal zesentwintig schermafdrukken te zien van advertenties die al dan niet in het reclameblok voorkwamen. Dertien schermafdrukken waren daadwerkelijk in het fragment aanwezig. De overige dertien waren niet te zien in het reclameblok en werden op een gerandomiseerde manier in volgorde gebracht tussen de correcte afbeeldingen. Dat deden we om een controle uit te voeren. De participanten moesten hier aangeven welke merken ze in het reclameblok dachten te hebben gezien. 3.3 Participanten We namen een steekproef van 150 personen met een leeftijd tussen achttien en vijfentwintig jaar. Daarin was er een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen. Zo werden op gebalanceerde wijze veertien mannen en zestien vrouwen aan elke conditie toegewezen. In totaal namen er dus zeventig mannen en tachtig vrouwen deel aan het onderzoek. We startten aan een leeftijd van achttien. De jongvolwassene is dan immers zelfstandig genoeg om eigen beslissingen te nemen op het vlak van aankopen en hij is eveneens beïnvloedbaar door de reclame die hij op televisie ziet. We sloten onze doelgroep af aan vijfentwintig jaar, omdat we de doelgroep niet onnodig groot wilden maken en ze op die manier ongeveer over dezelfde interesses bezitten. 12

18 We contacteerden een deel van die participanten met behulp van sociale media. Via een netwerk van vrienden en familie werden de participanten gestimuleerd om aan dit experiment deel te nemen. Ter aanvulling werd een assistent ingeschakeld die willekeurige personen in de Veldstraat en omliggende straten te Gent aansprak om aan het onderzoek deel te nemen. Aan elke participant werd de leeftijd gevraagd, zodat we er zeker van konden zijn dat ze tot de beoogde doelgroep behoorden. 3.4 Pretest Voor we van start gingen met het experiment werd een pretest uitgevoerd bij vijftien participanten die buiten de doelgroep vielen. Op die manier liepen we geen participanten mis die een bijdrage bij het echte onderzoek konden leveren. Er namen zeven vrouwen en zeven mannen deel die ouder waren dan vijfentwintig. Het doel van dit vooronderzoek was om na te gaan of men in staat was om de test probleemloos af te leggen. Uit de resultaten bleek dat de participanten de brand recall- en recognition test konden uitvoeren. Na het afnemen van de vragenlijst werd ook een diepte-interview gehouden. Er werden vragen gesteld naar de duur van het fragment. De twijfel bestond erin dat de participanten de aandacht zouden verliezen indien het fragment te lang zou duren en ze het doel van het onderzoek zouden achterhalen. Uit het diepte-interview bleek dat de duur van het fragment iets te lang was en daarom werd het volledige fragment tot elf minuten beperkt. De participanten konden daarnaast niet achterhalen wat we probeerden te onderzoeken. 3.5 Procedure Het experiment ging door in het audiovisueel centrum van de vakgroep Communicatiewetenschappen van de Universiteit Gent. De participant werd gevraagd het laboratorium binnen te treden, waarin een getrouwe afspiegeling van een living was gecreëerd. Op die manier kreeg de participant een vertrouwd gevoel met de omgeving en vermeden we in ons onderzoek een vertekend resultaat door het wittejassensyndroom. Er werd specifiek voor gekozen om niet met een online experiment te werken. Het was bijvoorbeeld perfect mogelijk geweest om de vragenlijst en de fragmenten online te verspreiden. Op die manier was er echter weinig controle over de participanten mogelijk die in dat geval in een thuissituatie het online experiment zouden ondergaan. In het laboratorium konden we werkelijk nagaan of de participant het reclameblok aandachtig bekeken had. Dat werd mogelijk gemaakt met behulp van de dubbele wand en de verborgen camera s. We konden elke camera apart besturen waardoor één centraal op de ogen werd geplaatst van de participant. De andere camera werd gericht op het televisiescherm, zodanig dat we konden meevolgen met het verloop van het fragment. De derde camera werd op de zetel gericht waarin de participant neerzat. 13

19 De dubbele wand liet ons toe om een totaaloverzicht te krijgen van wat er zich in de living afspeelde. Elke participant die het laboratorium binnenkwam, werd op gerandomiseerde wijze aan een fragment toegewezen. Het experiment werd ook telkens rond hetzelfde tijdstip van de dag uitgevoerd en dit gedurende twee weken. Het onderzoek ging van start rond 13u en eindigde rond 16u. Toen de participant plaatsnam in de zetel werd eerst een ethisch praatje gehouden. Daarin werd duidelijk gemaakt dat er geen opnames van hun deelname werden gemaakt en dat alles strikt vertrouwelijk verwerkt zou worden. Er werd bovendien niks verteld over het doel van het onderzoek, zodat er geen vermoeden bij de participant zou worden opgewekt. Het experiment startte officieel wanneer de onderzoeker het lab verlaten had. Na het bekijken van het fragment werd de participant in een andere ruimte gebracht, waar hij of zij de vragenlijst mocht invullen. Ondertussen werd een andere participant in het laboratorium binnengeleid. Op die manier kon snel en efficiënt worden gewerkt. Om te voorkomen dat de participant kon spieken, werd de vragenlijst die naar brand recognition peilt pas overhandigd wanneer de participant aangaf klaar te zijn met de vragenlijst die de brand recall achterhaalt. De participant zou door de afbeeldingen bij de brand recognition test immers kunnen terugkeren naar de vraag over brand recall, om vervolgens de lijst aan te vullen. Dat zou een vertekend resultaat kunnen geven. Nadat het onderzoek was beëindigd, werd de participant hartelijk bedankt voor de deelname en ook over het doel van het onderzoek geïnformeerd. De participanten konden vrijblijvend kiezen of ze hun contactgegevens nalieten om al dan niet van de resultaten op de hoogte te worden gehouden. 3.6 Coderen en datacleaning De data die verzameld werden uit de vragenlijst werden in het statistische programma SPSS ingegeven. De gesloten vragen werden telkens zorgvuldig in het databestand ingevoerd. Bij de brand recall en recognition vraag werd een waarde toegekend aan de advertenties waarvan de participant zich die al dan niet meende te herinneren of te herkennen. Die waarden werden onder nominale variabelen gecodeerd. De merken die aan het begin of einde van de controleconditie (A en A2) van het reclameblok gepositioneerd stonden, werden nader onderzocht om het primacy en recency effect in dit onderzoek te achterhalen. In totaal namen 198 participanten aan het onderzoek deel. Om een zo zuiver mogelijk databestand te creëren werden achtenveertig participanten uit het onderzoek verwijderd. Door een communicatiefout namen vijf participanten deel aan het experiment die jonger dan achttien jaar waren. Ook een participant die ouder was dan de beoogde doelgroep werd uit het onderzoek verwijderd. Vervolgens hadden we te kampen met missing data. Vier participanten hadden hun leeftijd niet ingevuld en/of hadden enkele vragen overgeslagen. Om geen vertekend resultaat te bekomen werden ook deze personen uit het onderzoek weerhouden. 14

20 De overige achtendertig participanten haalden eveneens het uiteindelijke onderzoek niet, omdat ze tijdens het bekijken van het fragment net wegkeken als het reclameblok zich voordeed. Logischerwijze konden die participanten geen correcte antwoorden geven op de vragenlijst, aangezien ze het belangrijkste deel van het fragment niet hadden gezien. 4. Resultaten 4.1 Onderzoeksteekproef We stelden enkele inleidende en demografische vragen om een beter beeld van de deelnemende participanten te verkrijgen. Zo blijkt de gemiddelde leeftijd van totale deelnemers (SD= 2,049) te zijn. Slechts twaalf participanten (8%) beschikten niet over een decoder om digitale televisie te ontvangen in de woonplaats waar ze gedomicilieerd waren. Toen we peilden naar het doorspoelgedrag, verklaarden 115 participanten (76.7%) altijd de reclame door te spoelen indien ze daartoe de mogelijk hadden. Dankzij een open vraag kon de participant zijn keuze daarvoor verantwoorden. Irritatie door reclame lag voornamelijk aan de basis van dergelijk gedrag. Daarnaast spoelden negenentwintig participanten (19.3%) soms door en slechts zes participanten (4%) beweerden nooit door te spoelen. De participanten verklaarden over het algemeen dat ze van de reclameonderbreking gebruikmaakten om een snack uit de koelkast te halen of een toiletbezoek in te lassen. Een minderheid dat aansloot bij de 4% die nooit doorspoelde, beweerde reclame helemaal niet storend te vinden en graag naar reclamespots te kijken. Qua doorspoelsnelheid verklaarden vierentachtig participanten (56%) altijd door te spoelen aan 64x. De tweede populairste doorspoelsnelheid in het onderzoek bleek 24x te zijn. Die werd door vijftig participanten (33,3%) verkozen. Negen participanten (6%) maakten gebruik van de 6x doorspoelsnelheid en slechts twee participanten (1.3%) van de 2x. De vijf overige participanten (3.3%) gaven aan nooit een doorspoelsnelheid te gebruiken. Bij nader onderzoek met behulp van kruistabellen en een Kruskal-Wallistoets bleek er geen significant verschil op het significantieniveau α = 0.05 te zijn tussen de vijf condities en het geslacht (N=150, χ²=0.000, p=1), leeftijd (N=150, χ²=3.633, p=0.821), het beschikken over een decoder (N = 150, χ²=0.720, p=0.396), het al dan niet doorspoelen (N=150, χ²=1.224, p=0.542) en het type doorspoelsnelheid (N=150, χ² =0.593, p=0.964). 15

21 4.2 Onderzoek 1 Bij het uitvoeren van de eerste test is het belangrijk om te weten dat we onze focus op de eerste en laatst advertentie uit de controleconditie A legden. De advertenties waarover we het hebben, is M Design en Dag Allemaal. M Design werd als eerst weergegeven in het reclameblok, terwijl de advertentie van Dag Allemaal de laatste in de rij vormde. Conditie A brachten we vervolgens in verband met conditie B en C. Zoals hierboven vermeld is, bevat conditie B een reclameblok met advertenties uit conditie A die op gerandomiseerde wijze door elkaar zijn gehaald. Op basis van toeval nemen M design en Dag Allemaal hierdoor een plaats in het midden van het reclameblok. In conditie C zijn de eerste en laatste advertentie uit conditie A omgedraaid. Daardoor start conditie C met de advertentie van Dag Allemaal en eindigt ze met die van M Design. We toetsten onze hypothese aan de hand van de posities die M Design en Dag Allemaal naargelang de conditie innamen. Primacy vs. Recency effect bij brand recall Om hypothese 1 rond merkherinnering te testen brachten we eerst de percentages van M Design en Dag Allemaal in beeld. Tabel 1 Conditie A Conditie B Conditie C f(x) % f(x) % f(x) % M Design Herinnerd Niet herinnerd Totaal In de eerste tabel zien we zeer lage percentages. Slecht één participant (3.3%) slaagde erin om zich M Design in conditie A te herinneren. In dat geval staat M Design vooraan in het reclameblok. In conditie B bevindt de positie van M Design zich ongeveer in het midden. Geen enkele participant slaagde erin om zich hier M Design te herinneren. Ook in conditie C kon geen enkele participant zich het merk herinneren na het uitvoeren van deze herinneringstest. In deze conditie bekleedde M Design de laatste positie in het reclameblok. Bij het uitvoeren van een Kruskal-Wallistoets blijkt er geen significant verschil op te treden tussen de condities en de posities van M Design op het significantieniveau 0.05 (N=90, χ²=1.500, p= 0.221) 16

22 Tabel 2 Conditie A Conditie B Conditie C f(x) % f(x) % f(x) % Dag Allemaal Herinnerd Niet herinnerd Totaal In tabel 2 zien we opnieuw lage percentages voorkomen. Dag Allemaal stond in conditie A als laatste in het reclameblok gepositioneerd. Slechts één participant (3.3%) kon bij de herinneringstest de advertentie uit het geheugen oproepen. In conditie B kwam Dag Allemaal op gerandomiseerde wijze voor in het middenstuk van het reclameblok. Hier kon echter niemand zich de advertentie herinneren. Ook conditie C bracht een nulresultaat met zich mee. In die reclameblok nam Dag Allemaal de eerste positie in. De Kruskal-Wallistoets toont opnieuw aan dat er geen significant verschil bestaat tussen de condities en de positie van Dag Allemaal op een significantieniveau van 0.05 (N=90, χ²=1.500, p= 0.221). Uit tabel 1 en 2 kunnen we concluderen dat er weinig resultaat voorkomt uit de brand recall test. Bovendien merken we op dat slechts één participant erin geslaagd was om het primacy effect aan te wakkeren. De participant had namelijk in Conditie A de eerste reclame M Design herinnerd. We zien vervolgens ook dat één participant het recency effect had gestimuleerd door zich de laatste advertentie in conditie A te herinneren. Bij het nader bekijken van het databestand in SPSS komen we tot de vaststelling dat dit om dezelfde persoon bleek te gaan. We kunnen hier dus uit vaststellen dat de herinnering zeer laag ligt bij de participanten wat betreft M Design en Dag Allemaal. Dankzij het uitvoeren van de Kruskal-Wallistoets bij beide advertenties kunnen we de nulhypothese 1 als waar aannemen. Zowel M Design als Dag Allemaal vertoonden geen significant verschil tussen de condities. We kunnen dus concluderen dat er geen verschil is bij brand recall tussen de eerste en laatste advertentie. 17

23 Primacy vs. Recency effect bij brand recognition Om hypothese 2 rond merkherkenning te testen analyseren we eerst de percentages om een mogelijke trend tussen het primacy en recency effect op te sporen. Tabel 3 Conditie A Conditie B Conditie C f(x) % f(x) % f(x) % M Design Herkend Niet herkend Totaal In eerste instantie merken we op dat in vergelijking met de voorgaande brand recall test er in tabel 3 hogere percentages werden behaald. In conditie A herkenden negen participanten (%) het eerste merk M Design in het reclameblok. Wanneer M Design een middenpositie kreeg in conditie B, herkenden slechts drie participanten (10%) het merk in de test. Zes participanten (20%) gaven aan M Design herkend te hebben indien het merk op het einde van het reclameblok afgebeeld werd, zoals dat in conditie C het geval was. Er blijkt geen significant verschil op te treden tussen de condities en de positie van M Design bij het uitvoeren van een Chi-Kwadraattoets op een significantieniveau van 0.05 (N=90, χ²=3.750, p=0.153). Tabel 4 Conditie A Conditie B Conditie C f(x) % f(x) % f(x) % Dag Allemaal Herkend Niet herkend Totaal In tabel 4 merken we een lichte trend op. In conditie A herkennen twee participanten (6.7%) het merk Dag Allemaal toen het de laatste reclameadvertentie in het reclameblok was. 18

24 Toen Dag Allemaal in het middenstuk van het reclameblok stond, herkenden eveneens twee participanten (6.7%) het merk in de herkenningstest. Het grootste percentage kwam voor in conditie C. Zeven participanten (23.3%) slaagden erin om Dag Allemaal te herkennen toen het merk vooraan in het reclameblok werd geplaatst. Op een significantieniveau van 0.05 blijkt er een zwak significant verschil op te treden tussen de condities en de positie van Dag Allemaal door het uitvoeren van een Kruskal-Wallistoets (N=90, χ²=3.841, p=0.050). We merken op dat de p-waarde op het significantieniveau ligt, waardoor we kunnen stellen dat er mogelijks een groter significant verschil zou kunnen optreden indien we meer participanten zouden hebben gehad. Om verder te kunnen achterhalen in welke conditie er zich mogelijks een verschil voordoet met de rest van de condities, voeren we een Mann-Whitneytoets uit. Daaruit is gebleken dat conditie C significant verschilt van conditie A en B (N=90, p=0.024). Dag Allemaal lijkt dus meer herkend te worden als het merk zich vooraan in de reclamespot bevond. Toen we de Mann- Whitneytoets voor A en B uitvoerden, bleek er geen significant verschil op te treden (N=90, p=0.258). We kunnen hieruit stellen dat wanneer Dag Allemaal zich in het midden of achteraan het reclameblok bevond, het merk minder herkend werd. Uit de resultaten van de significantietoetsen aanvaarden we de nulhypothese 2 die stelt dat er geen verschil optreedt bij brand recognition tussen de eerste en laatste advertentie in een reclameblok. Zoals eerder vermeld, merken we een soort trend op in tabel 4. Het is opmerkelijk dat bij de merkherkenningstest het merk dat aan het begin van de reclamespot staat het grootste percentage behaalt. Het primacy effect lijkt dus groter te zijn dan het recency effect bij merkherkenning. Ook de Mann-Whitneytoets doet vermoeden dat de eerste advertentie meer brand recogntion op de participant lijkt te hebben. Toch kunnen we nog niet met de zekerheid de onderzoeksvraag beantwoorden. Er trad geen significant verschil op bij tabel 3. Ook de percentages tonen niet met zekerheid aan dat het primacy effect wordt gestimuleerd. We kunnen alleen het vermoeden doordat een licht verschil in percentage waarneembaar is. Daarnaast moeten we ook rekening houden met het feit dat de resultaten mogelijks opgewekt zijn door de populariteit van het merk Dag Allemaal en M Design bij de participant. 4.3 Onderzoek 2 Doordat we bij de vorige test een trend hebben waargenomen, startten we een nieuw tentatief onderzoek met conditie A2 en B2. We wilden namelijk kijken of bij een ander reclameblok en bij andere advertenties eenzelfde trend waar te nemen is en of een significantie kan worden getraceerd. 19

25 Primacy vs. Recency effect bij brand recall Bij het analyseren van de percentages van de merkherinneringstest merkten we in conditie A2 op dat twee participanten (6.7%) zich Media Markt hebben herinnerd toen het vooraan in het reclameblok afgebeeld werd. Toen Media Markt een middenpositie aannam, zoals in conditie B2, herinnerden vier participanten (13.3%) zich het merk bij de herinneringstest. In tabel 5 kunnen die gegevens worden geraadpleegd. Toen we een significant verschil probeerden te achterhalen door het uitvoeren van een Kruskal-Wallistoets op een significantieniveau van 0.05, kwamen we tot de vaststelling dat er geen significant verschil tussen de condities en de positie van Media Markt waarneembaar is (N=60, χ²=0.728, p=0.393). Tabel 5 Conditie A2 Conditie B2 f(x) % f(x) % Media Markt Herinnerd Niet herinnerd Totaal In tabel 6 zien we in beide condities een nulresultaat. Toen Hebbes in conditie A2 de laatste plaats in het reclameblok innam, was niemand in staat om zich het merk te herinneren. Ook in conditie B2 kon geen enkele participant bij de brand recall test zich het merk voor de geest halen toen Hebbes in het midden van het reclameblok voorkwam. Door dit resultaat was het niet mogelijk om een significantie toets uit te voeren. We kunnen dus geen effect waarnemen bij de positie van Hebbes naargelang de conditie. Tabel 6 Conditie A2 Conditie B2 f(x) % f(x) % Hebbes Herinnerd Niet herinnerd Totaal

26 Uit tabel 5 en 6 kunnen we concluderen dat net zoals in onderzoek 1 er te weinig resultaten bij de brand recall test zijn opgedoken. Er is geen sprake van een trend zoals diegene die we in onderzoek 1 bij de brand recognition hebben opgespoord. We aanvaarden bijgevolg de nulhypothese 1. We zien geen duidelijk verband waarbij de eerste positie van de merken een groter resultaat in brand recall oplevert in vergelijking met de laatste positie in een reclameblok. Primacy vs. Recency effect bij brand recognition Bij de merkherkenningstest bekeken we de percentages opnieuw. Tabel 7 Conditie A2 Conditie B2 f(x) % f(x) % Media Markt Herkend Niet herkend Totaal In tabel 7 zien we dat conditie A2 en B2 een identiek resultaat bevatten. Toen Media Markt vooraan in het reclameblok stond, zoals in conditie A2, herkenden elf participanten (36.7%) het merk in de brand recognition test. Toen Media Markt een middenpositie innam in het reclameblok, herkenden eveneens elf participanten (36.7%) het merk in de test. We kunnen daaruit vaststellen dat de positie mogelijkerwijze geen rol speelde om Media Markt te kunnen herkennen. Andere factoren, zoals de populariteit van het merk, de opvallende rode kleuren en het humorgehalte, kunnen dit resultaat bij onze doelgroep verklaren. Bij het uitvoeren van een Chi-Kwadraattoets merkten we logischerwijs geen significant verschil op tussen de condities en de plaats van Media Markt (N=60, χ²=0.000, p=1). Tabel 8 Conditie A2 Conditie B2 f(x) % f(x) % Hebbes Herkend Niet herkend Totaal

27 We kunnen in tabel 8 zien dat er weinig herkenning optrad toen Hebbes op het einde van het reclameblok werd afgespeeld. Slechts één participant (3.3%) kon in conditie A2 het merk achterhalen. Bij het innemen van een middenpositie, zoals in conditie B2, slaagden vier participanten (13.3%) erin om het merk te herkennen. Ook hier trad er geen significant verschil op tussen de condities en de positie van Hebbes bij het uitvoeren van de Kruskal-Wallistoets op een significantieniveau van 0.05 (N=60, χ²=1.931, p=0.165). Uit tabel 7 en 8 hadden we verwacht een trend op te sporen zoals dat in onderzoek 1 het geval was. Helaas kunnen we niet met zekerheid zeggen of er een verschil tussen de eerste en laatste positie in de reclamespot optreedt. In tabel 7 kunnen we door het ex aequo niet achterhalen of er een groter effect aanwezig is bij de eerste positie in het reclameblok. Tabel 8 laat een te beperkt resultaat zien om een trend te kunnen waarnemen. Ook het feit dat er geen significant verschil zichtbaar is tussen de condities en de positie wijst op de afwezigheid van een trend. De p-waardes zijn telkens groter dan 0.1 en circuleren niet rond het significantieniveau. Er is dus zeker geen sprake van een mogelijke trend. We nemen als volgt de nulhypothese 2 aan die stelt dat er geen verschil optreedt bij brand recognition tussen de eerste en laatste advertentie in een reclameblok. 5. Conclusie en discussie Aansluitend op de theoretische bevindingen gingen we na of er een verschil waarneembaar was in merkmemorisatie tussen de eerste en laatste advertentie binnen een doorgespoeld reclameblok. Uit de resultaten van beide onderzoeken kunnen we door gebrek aan duidelijke statistische significantie concluderen dat de positie weinig tot geen effect had op merkmemorisatie bij de Vlaamse jongvolwassen televisiekijker. In beide onderzoeken was de brand recall zeer laag. We kunnen duidelijk stellen dat de participanten zich nauwelijks herinnerden welk merk in het reclameblok aan een doorspoelsnelheid van 24x voorkwam. Op vlak van brand recognition lagen de percentages hoger. De participanten herkenden de merken vaker toen ze de schermafdrukken voor zich hadden. In het eerste onderzoek bleek uit de resultaten van het merk Dag Allemaal dat de eerste positie een betere merkherkenning opleverde. Dat was echter niet het geval voor de andere merken in het onderzoek. Ondanks het feit dat we in het eerste onderzoek een mogelijke trend hadden opgemerkt, kunnen we niet met statistische zekerheid zeggen dat de eerste advertentie een hogere merkmemorisatie oplevert dan de laatste advertentie binnen een doorgespoeld reclameblok. 22

28 We moeten bovendien enkele factoren in rekening brengen. Een mogelijke verklaring voor de resultaten van onderzoek 1 en 2 kan zijn dat de doorspoelsnelheid 24x te snel is voor de participant om een goed resultaat op te leveren bij merkmemorisatie. Daarnaast is belangrijk om op te merken dat het significante verschil bij Dag Allemaal mogelijk aan de populariteit van het merk bij de doelgroep te wijten is. Dat vormt een beperking in het onderzoek. We kunnen immers niet uitsluiten dat het type reclame de resultaten kan beïnvloeden. Een merk dat top of mind is bij de doelgroep kan het primacy en recency effect in de war sturen. Vervolgens is een deel van de resultaten te wijten aan het feit dat dertig participanten per conditie te weinig is om een statistisch significant verschil op te merken. Indien we meer participanten tot een conditie hadden toegelaten, hadden we waarschijnlijk een beter resultaat bekomen. Op basis van de bovenstaande bevindingen wordt verder onderzoek sterk aanbevolen om een duidelijker verschil te kunnen waarnemen wat het topic van deze wetenschappelijke paper betreft. Een groter aantal participanten tot de verschillende condities toelaten zou daarbij kunnen helpen. Vervolgens zou het interessant zijn om in onderzoek 2 een derde conditie toe te voegen zoals in onderzoek 1. We hebben het over conditie C, waar de eerste en laatste reclameadvertentie uit de controle conditie van plaats werden verwisseld. Op die manier kan extra nagegaan worden of er een verschil aanwezig is tussen de eerste en de laatste spot. Daarnaast is bijkomend onderzoek nodig om uit te sluiten dat een specifiek merk door zijn populariteit bij de doelgroep herkend of herinnerd wordt. Zoals in het theoretische gedeelte werd aangegeven, had Terry (2005) een manier gevonden om die factoren uit te sluiten op basis van counterbalancing. Het experimenteel design van Terry (2005) liet toe om een conclusie te vormen over het middenstuk van het reclameblok. In dit onderzoek konden we geen hypotheses over de middenpositie testen, omdat er geen counterbalancing werd uitgevoerd. Eveneens zou het interessant zijn om de andere doorspoelsnelheden te onderzoeken. Op dezelfde manier zou nagegaan kunnen worden of de merkmemorisatie bij lagere doorspoelsnelheden hoger is. 23

29 6. Literatuurlijst Abernethy A.M. (1991). Physical and mechanical avoidance of television commercials: An exploratory study of zipping, zapping, and leaving. In Holman R. (Ed.) Proceedings of the American Academy of Advertising (pp ). Reno NV: American Academy of Advertising. Alps, T. (2007). The Future of TV. Admap, Bellman, S., Schweda, A., & Varan, D. (2009). A comparison of three interactive television ad formats. Journal of Interactive Advertising, 10(1), Bellman, S., Schweda, A., & Varan, D. (2010). The residual impact of avoided television advertising. Journal of Advertising, 39(1), Bellman, S., Rossiter, J. R., Schweda, A., & Varan, D. (2012). How coviewing reduces the effectiveness of TV advertising. Journal of Marketing Communications, 18(5), Brasel, A. & Gips, J. (2008). Breaking through fast-forwarding: Brand information and visual attention. Journal of Marketing, 72(6), Calli, M.K., Weverbergh, M. & Franses, P.H. (2012). The effectiveness of high-frequency direct-response commercials. International Journal of Research in Marketing, 29, Cauberghe, V. & De Pelsmacker, P. (2006). Opportunities and Thresholds for Advertising on Interactive Digital TV: A view from Advertising professionals. Journal of Interactive advertising, 7, Caviedes, J.E. (2012). The evolution of video processing technology and its main drivers. Proceeding of the IEEE,, 4. Danaher, P. (1995). What happens to television ratings during commercial breaks?. Journal of Advertising Research, 35 (1), De Marez, L., Pauwels, G, Maes, M.. & Vanhalewyn B.(2015). Digimeter 2015 aug-sept: Measuring digital media trends in Flanders. Gent: iminds/ilab.o. Geraadpleegd op 11 mei 2016 op het World Wide Web: El- Adly, M.I. (2010). The impact of advertising attitudes on the intensity of TV ads avoiding behavior. International Journal of Business and Social Science, 1(1), Elpers, J. L. C. M. W., Wedel M. & Pieters, R. G. M. (2003), Why do consumers stop watching TV commercials? Two experiments on the influence of moment-to-moment entertainment and information value. Journal of Marketing Research, 40, Fann-Im, N. (2004). PVR's and Ads: Peaceful Coexistence?. Shoot, 44 (15),

30 Field, A. (2013). Discovering statistics using IBM SPSS statistics: fourth edition. London: SAGE Publications Ltd. Fortunato, J. & Windels, D. (2005). Adoption of digital video recorders and advertising: Threats or opportunities. Journal of Interactive advertising, 6, Gal-Or, E., Gal-Or, M., May, J. & Spangler, W. (2006). Targeted advertising strategies on television. Management science, 52(2), Ghosh, B. & Stock, A. (2010). Advertising effectiveness, digital video recorders, and product market competition. Marketing Science, 29(4), Goode, A. (2006). What happens at x fast-forward?. Admap, Goode, A. & Dobinson, J. (2006). PVR s: Why ads work on fast forward and the implications for accessing TV campaigns. Market Research & Society, Gustafson, P. & Siddarth, S. (2007). Describing the dynamics of attention TV commercials: A hierarchical bayes analysis of the time to zap an ad. Journal of Applied Statistics, 34(5), Greene, R.L.(1986). Sources of recency effects in free recall. Psychological Bulletin, 99 (3), Gritten, A. (2006). The future of TV advertising: Is it all over? Not half! Admap, 475, Hayat, D. (2007). Hoe adverteerders TiVo omzeilen. Media & Marketing, 114, 53. Het Nieuwsblad (2015, 13 oktober). Droomstart voor De Slimste Mens met spectaculaire kijkcijfers. Geraadpleegd op 13 oktober 2015 op het World Wide Web: Jaffe, J. (2005). Life after the -second spot: energize your brand with a bold mix of alternatives to traditional advertising. Hoboken: John Wiley & Sons. Kent, R.J. (2002). Second-by-second looks at the television commercial audience. Journal of Advertising Research, 42(1), Koninckx, B. (2007). VOD: Meer grip op je tv-avond. Media & Marketing, 123, Leurdijk, A., Leendertse, M., de Munck, S., Staal, M., Vetjens, B. & de Vos, C. (2006). Reclame 2.0: De toekomst van reclame in een digitaal televisielandschap. Delft: TNO. Geraadpleegd op 12 april 2015 op het World Wide Web: eclame%20in%20een%20digitaal%20televisielandschap.pdf 25

31 Li, C. (2010). Primacy effect or recency effect? A long-term memory test of Super Bowl commercials. Journal of Consumer Behaviour, 9(1), Mandese, J. (2004). Study says DVR s, ads can co-exist. Television week, 23(23), 35. Mastorakis, G. (2011). Optimizing interactive marketing in digital television systems. Asian Journal of Marketing, 5(2), Minoli, D. (2012). Linear and nonlinear video ant TV applications:using IPv6 and IPv6 multicast. New Jersey: Wiley & Sons. Murdock, B. B.(1960). The distinctiveness of stimuli. Psychological Review, 67, Nam, Y., Kwon, K.H. & Lee, S. (2010). Does it really matter that people zip through ads? Testing the effectiveness of simultaneous presentation advertising in an IDTV environment. Cyberpsychology, behavior and Social Networking, 13(2), Pagani, M. (2003). Multimedia and interactive digital TV: Managing the opportunities created by digital convergence. London: IRM Press. Pieters, R. G. M. & Bijmolt, T. H. A. (1997). Consumer memory for television advertising: a field study of duration, serial position, and competition effects. Journal of Consumer Research, 23, Rutten, P. (2006). Digitalisering en dynamiek: over de consequenties van de digitale revolutie voor de media-industrie, in het bijzonder de uitgeverij. Leiden University Press: Amsterdam. Sheskin, J. D. (2004). Handbook of parametric and nonparametric statistical procedures: Third edition. Boca Raton: Chapman & Hall/CRC. Siddarth, S. & Chattopadhyay, A. (1998). To zap or not to zap: A study of the determinants of channel switching during commercials. Marketing Science, 17(2), Siefert, C., Gallent, J., Jacobs, D., Levine, B., Stipp, H. & Marci, C. (2008). Biometric and eye-tracking insights into the efficiency of information processing of television advertising during fast-forward viewing. International Journal of Advertising, 27(3), Smith, S. M., & Krugman, D. M. (2009). Viewer as media decision-maker. International Journal of Advertising, 28(2), Speck, P. S. & Elliott, M. T. (1997). Predictors of Advertising Avoidance in Print and Broadcast Media. Journal of Advertising, 26(3), Steinberg, B. (2007a). In commercial pods, last is best. Advertising Age, 78, 8. Steinberg, B. (2007b). Networks compare apples to oranges when talking C3. Advertising Age, 78(42),

32 Stewart, D. D., Stewart, C.B., Tyson, C., Vinci, G. & Fioti, T. (2004). Serial position effects and the picture-superiority effect in the group recall of unshared information. Group Dynamics: Theory, Research, and Practice, 8(3), Stout, P. & Burda, B. (1989). Zipped Commercials: Are they effective?. Journal of Advertising, 18(4), Terry, S. W. (2005). Serial position effects in recall of television commercials. The journal of general psychology, 132(2), Thorson, E. & Zhao, X. (1997). Television Viewing Behavior as an Indicator of Commercial Effectiveness. Measuring Advertising Effectiveness, Tse, A. & Lee, R. (2001). Zapping behavior during commercial breaks. Journal of Advertising Research, 41(3), Valcke, P. (2004). Digitale diversiteit: Convergentie van media-, telecommunicatie- en mededingingsrecht. Brussel: Larcier. Van den Broeck, W. & Pierson, J. (2008). Digital television in Europe. Brussel: VUB press. Weinberger, M. G. & Gulas, C. S. (1992). The Impact of humor in advertising: A Review. Journal of Advertising, 21(4), Wilbur, K.C. (2008). How the digital video recorder (DVR) changes traditional television advertising. Journal of Advertising, 37 (1), Zhao, X. (1997). Clutter and serial order redefined and retested. Journal of Advertising Research, 37, Zhou, W. (2004). The choice of commercial breaks in television programs: The number, length and timing. Journal of Industrial Economics, 52(3), Zufryden, F. S., Pedrick, J. H. & Sankaralingam, A. (1993). Zapping and its impact on brand purchase behavior. Journal of Advertising Research, 33(1),

33 7. Bijlagen Voorbeeld vragenlijst brand recall en recognition Geslacht: Man / Vrouw Leeftijd: Opleiding: Deel 1 Beschikt u over een decoder om naar digitale televisie te kijken in de woonplaats waar u gedomicilieerd bent? o Ja o Nee Hoe vaak kijkt u naar digitale televisie (via tv/pc/tablet/smartphone)? o 0-1 keer per week o 1-2 keer per week o 2-3 keer per week o 3-4 keer per week o 5-6 keer per week o Elke dag Indien de mogelijkheid daartoe is, spoelt u reclame door op televisie? o Altijd o Soms o Nooit Verklaar uw antwoord: Welke doorspoelsnelheid verkiest u: o Geen o 2x o 6x o 24x o 64x 28

34 Deel 2 Som op deze pagina de merken op die u gezien hebt in de doorgespoelde reclameblok tijdens het videofragment: 29

35 Deel 3 Plaats op duidelijke wijze een kruisje bij de merken waarvan u denkt ze gezien te hebben in de doorgespoelde reclameblok:

36 31

37 32

38 33

39 34

40 35

41 Laat hier uw contactgegevens na indien u meer informatie wenst over de afloop van het onderzoek: Bedankt voor uw medewerking! Eline Daenens 36

MASTERPROEF. Bram Roosens

MASTERPROEF. Bram Roosens MASTERPROEF Bram Roosens Inhoudsopgave Abstract... 4 1. Inleiding... 5 2. Theoretisch kader... 8 2.1 Ad avoidance... 8 2.1.1 Soorten ad avoidance... 8 2.1.2 Determinanten voor ad avoidance... 9 2.2 Ad

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Just Stream It De effectiviteit van online video 4 november 2008 MIE, Rotterdam Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Agenda 2 Online video is booming Uitgesteld kijken Grootschalig

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

TV en video consumptie in het jaar 2020

TV en video consumptie in het jaar 2020 TV en video consumptie in het jaar 2020 Liesbeth Nekkers Hilversum, 27 november 2015 1 De toekomst voorspellen Onderzoek Tetlock (University of Pennsylvania) Super forecasters: Open-mindness: how well

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

AD AVOIDANCE IN EEN DIGITAAL TIJDPERK

AD AVOIDANCE IN EEN DIGITAAL TIJDPERK Universiteit Antwerpen Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Academiejaar 2013-2014 MASTERPROEF AD AVOIDANCE IN EEN DIGITAAL TIJDPERK EEN AFWEGING TUSSEN MERKMEMORISATIE EN ATTITUDE Pommeline De

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Best Formats In Media Sponsoring. Marketing June 2015

Best Formats In Media Sponsoring. Marketing June 2015 Best Formats In Media Sponsoring Inleiding Advertising or sponsoring TV & Web formats The audience s point of view Key learnings Best Formats in Media Sponsoring is een studie over de waardering van sponsoring

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

De impact van Timeshifted Viewing

De impact van Timeshifted Viewing De impact van Timeshifted Viewing op tv-reclame in België Timeshifted Viewing is de mogelijkheid om een tv-programma later of uitgesteld te bekijken met gebruik van een video- of dvd-recorder, of via een

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Toespraak Ingrid Lieten Symposium VRM 24 november 2010, Leuven

Toespraak Ingrid Lieten Symposium VRM 24 november 2010, Leuven Toespraak Ingrid Lieten Symposium VRM 24 november 2010, Leuven Dames en heren, Geachte aanwezigen, Vooreerst wens ik graag de Vlaamse Regulator voor de Media, de verschillende sprekers, panelleden, moderator

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen

Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Onderzoek naar mediagebruik van kinderen Experience sampling en dagboekstudies Sanne Opree NPSO-dag Surveys onder kinderen en jongeren Amsterdam 28 mei 2013 Persoonlijke achtergrond Promovenda op het NWO-project

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

OPEN TRAINING. Onderhandelingen met leveranciers voor aankopers. Zeker stellen dat je goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komt.

OPEN TRAINING. Onderhandelingen met leveranciers voor aankopers. Zeker stellen dat je goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komt. OPEN TRAINING Onderhandelingen met leveranciers voor aankopers Zeker stellen dat je goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komt. Philip Meyers Making sure to come well prepared at the negotiation

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen tussen Leeftijdsgroepen Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles between Age Groups Rik Hazeu Eerste begeleider:

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

General info on using shopping carts with Ingenico epayments Inhoudsopgave 1. Disclaimer 2. What is a PSPID? 3. What is an API user? How is it different from other users? 4. What is an operation code? And should I choose "Authorisation" or "Sale"? 5. What is an

Nadere informatie

Power X; De Interactieve Commercial

Power X; De Interactieve Commercial Power X; De Interactieve Commercial Essay van Jeffrey Bruijntjes en Erwin Dam Project Interactieve Multimedia @ VU Amsterdam Inleiding Reclame, iedereen kent het, iedereen heeft er een hekel aan. Reclame

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

TV+: Impact van nieuwe technologie op TV gedrag

TV+: Impact van nieuwe technologie op TV gedrag TV+: Impact van nieuwe technologie op TV gedrag Op verzoek van SPOT heeft het Technology Media Telecoms team (TMT) van Deloitte in samenwerking met Intomart GfK een rapport geschreven over de Nederlandse

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN "AD AVOIDANCE-GEDRAG : opnieuw op de agenda door de komst van idtv en bijhorende digitale opnameapparatuur. Ervaringen van adverteerders en

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Moving Pictures: kijken naar audiovisuele content in Nederland

Moving Pictures: kijken naar audiovisuele content in Nederland Moving Pictures: kijken naar audiovisuele content in Nederland Sinds de opkomst van breedband internet en mobiele devices als de smartphone en tablet hebben Nederlanders meer mogelijkheden om naar audiovisuele

Nadere informatie

Onderzoek naar het televisiegedrag bij jongeren:

Onderzoek naar het televisiegedrag bij jongeren: Onderzoek naar het televisiegedrag bij jongeren: Digital natives nemen controle over hun televisie-ervaring Januari 2012 Samenwerking tussen: DearMedia, Digital Strategies and Innovation www.dearmedia.be

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Kunnen digitale televisie en smartphones de digitale kloof dichten?

Kunnen digitale televisie en smartphones de digitale kloof dichten? Kunnen digitale televisie en smartphones de digitale kloof dichten? SEIZOEN 2011-2012 Jan Pickery & Marie-Anne Moreas (SVR) Kunnen digitale televisie en smartphones de digitale kloof dichten? Inleiding

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training op Existentiële Voldoening Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program on Existential Fulfillment Y. Ducaneaux-Teeuwen Eerste begeleider:

Nadere informatie

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved.

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved. CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN 2016 MeMo². All rights reserved. INHOUDSOPGAVE Introductie & Methodologie Campagne Evaluatie Vrouwen Doelstellingen Campagne effecten / single medium, synergie Herkenning

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Time Shifted Viewing: de balans

Time Shifted Viewing: de balans 10 januari 2012 Time Shifted Viewing: de balans Het is al weer twee jaar geleden dat we de eerste testbestanden ontvingen met resultaten van de CIM Audimetrie studie waarin de Time Shifted Viewing werd

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM

HET VOORKÓMEN VAN HANDECZEEM HET BELANG VAN ONZE HANDEN Het is wellicht iets waar niemand iedere dag bij stilstaat, maar onze handen zijn erg belangrijk. Zonder handen zouden we dagelijkse klusjes onmogelijk kunnen uitvoeren en zou

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

We zijn klaar voor de televie van de toekomst

We zijn klaar voor de televie van de toekomst In de afgelopen jaren is ons medialandschap er duidelijk dynamischer op geworden. En dat geldt vooral voor de televisie. Die was nooit eerder zo veelzijdig, afwisselend, eclectisch en op maat van de individuele

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

COMMERCIËLE POLITIEK ONLINE ADVERTISING 2016

COMMERCIËLE POLITIEK ONLINE ADVERTISING 2016 COMMERCIËLE POLITIEK ONLINE ADVERTISING 2016 COMMERCIËLE MOGELIJKHEDEN ONLINE VIDEO ADVERTISING De consument kan vandaag bij Medialaan TV kijken in al zijn vormen. Live, licht uitgesteld tot VOD. En dit

Nadere informatie

01 Did you enjoy the training sessions? o Yes o No. 02 Are you satisfied about the results?

01 Did you enjoy the training sessions? o Yes o No. 02 Are you satisfied about the results? Bijlage 2, Enquête evaluatie Survey circuit training 01 Did you enjoy the training sessions? o Yes o No 02 Are you satisfied about the results? o o Yes No because,......... 03 Did you have any problems

Nadere informatie