Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

Transcriptie

1 Agendapunt nr.: 10 Raadsvoorstel Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting Datum voorstel: 14 januari 2014 Vergaderdatum: 25 februari 2014 Registratienr.: Opsteller: J. van Bekhoven Portefeuillehouder: Wethouder van de Ven Voorstel Te besluiten om: 1. Het geactualiseerde beleidsplan Openbare Verlichting vast te stellen Daarvoor: 2. Scenario 2 te kiezen, waarin wordt voorgesteld om maximaal in te zetten op energiebesparing en duurzaamheid 3. De financiële consequenties van dit scenario mee te nemen in de meerjarenbegroting De afschrijvingstermijn van masten te verlengen van 25 naar 40 jaar 5. De afschrijvingstermijn van armaturen te verkorten van 25 naar 20 jaar Inleiding Het vigerende Beleidsplan voor de openbare verlichting in de gemeente Reusel-De Mierden is opgesteld in De laatste jaren zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen gaande op het gebied van Openbare Verlichting (OVL). Niet alleen technisch, (denk aan led-verlichting) maar ook maatschappelijk. De opvatting van een tiental jaren geleden dat op nagenoeg alle plaatsen openbare verlichting aanwezig moet zijn is gewijzigd in verlichting op maat. Duurzaamheid speelt in het beleidsplan van 2005 een ondergeschikte rol. Op dit moment is het met bestaande technieken mogelijk om de OVL flink te verduurzamen. De raad heeft op 16 april 2013 ingestemd met de uitvoeringsagenda VOB en de daarbij behorende bezuinigingen. Het bestaand beleidsplan van 2005 is nog niet voorzien in de doelstellingen die hierin verwoord zijn. Daarvoor is een actualisatie van het beleidsplan nodig ten behoeve van innovatieve aanpak met focus op energiebesparing en kostenbesparing ook afgestemd op beleid samenwerking Kempenbreed. Door Nobra Technisch Adviesbureau B.V. is in overleg met de gemeente een geactualiseerd beleidsplan opgesteld. In dit beleidsplan wordt antwoord gegeven op de vragen; Wat moet ik?, wat heb ik?, wat wil ik? en wat kost het? Beoogd doel De openbare verlichting effectief, kostenefficiënt en milieubewust in stand houden binnen de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen. Hierbij draagt de OVL optimaal bij aan verkeersveiligheid en sociale veiligheid met een zo laag mogelijk energieverbruik en gebruik makend van duurzame oplossingen. Door scenario 2 in het geactualiseerde beleidsplan te kiezen wordt binnen 16 jaar een maximale energiebesparing mogelijk van bijna 25%. Dit scenario sluit het meest aan bij de doelstelling zoals verwoord in de uitvoeringsagenda VOB (voorstelnummer 1). Argumenten 2.1 Scenario 2 past het meest bij de doelstelling en ambitie van de uitvoeringsagenda VOB In deze situatie wordt het huidige beleid voortgezet en is led-verlichting de standaard. Aanvullend worden energiebesparingsmaatregelen en schilderwerkzaamheden uitgevoerd. Alle SOX verlichting (geel licht) en oude HPLN verlichting worden omgebouwd naar verlichting met een witte lichtkleur in led-uitvoering. Verder worden ook het verbeterplan en alle nieuwe verlichtings- en vervangingsplannen uitgevoerd in led-verlichting. De totaal te bereiken energiebesparing in dit scenario is circa 25%.

2 2.2 Met scenario 2 werken we toe naar een duurzame OVL-installatie Scenario 2 (= led) betekent voortzetting van het huidige beleid, aanvullend worden maatregelen voor energiebesparing uitgevoerd, zoals SOX verlichting (geel licht) ombouwen naar wit licht en het vervangen van HPLN lampen (Hogedruk kwikdamplampen). Dit alles in led-verlichting. Ook bestaande armaturen en lampen worden bij einde levensduur vervangen door led-verlichting. Verder wordt een aanvang gemaakt met het uitvoeren van het verbeterplan. Scenario 2 scoort op de volgende aspecten als volgt (+ = wenselijk, o = neutraal, - = niet wenselijk): + Er wordt voldaan aan de richtlijnen van de Nederlandse stichting voor verlichtingskunde (NSVV); + Toepassing moderne duurzame materialen. Op termijn is alle bestaande verlichting vervangen door led-verlichting. De energiebesparende maatregelen en het verbeterplan worden ook in led uitgevoerd; + In dit scenario worden de energiebesparende maatregelen binnen 16 jaar uitgevoerd, hierbij is in totaal een energiebesparing mogelijk van bijna 25%; + In dit scenario wordt de vervangingsachterstand weggewerkt; + Dit scenario is duurzaam. 2.3 Met scenario 1 is de OVL-installatie op termijn niet duurzaam Scenario 1 (= conventioneel) betekent voortzetting van het huidige beleid, aanvullend worden maatregelen voor energiebesparing uitgevoerd, zoals SOX verlichting (geel licht) ombouwen naar wit licht en het vervangen van HPLN lampen (Hogedruk kwikdamplampen). Dit alles met conventionele materialen. Ook bestaande armaturen en lampen worden bij einde levensduur vervangen door conventionele materialen. Verder wordt een aanvang gemaakt met het uitvoeren van het verbeterplan. Scenario 1 scoort op de volgende aspecten als volgt (+ = wenselijk, o = neutraal, - = niet wenselijk): + Er wordt voldaan aan de richtlijnen van de NSVV; o Toepassing van conventionele materialen. De energiebesparende maatregelen en het verbeterplan worden ook uitgevoerd met conventionele materialen; + In dit scenario worden de energiebesparende maatregelen binnen 11 jaar uitgevoerd, hierbij is in totaal een energiebesparing mogelijk van circa 10,5%; + In dit scenario wordt de vervangingsachterstand weggewerkt; - Dit scenario is op termijn niet duurzaam. 2.4 Met scenario 0 voldoet de OVL-installatie niet aan de richtlijnen en is het minst duurzaam waarbij de technische staat van de installatie afneemt. Scenario 0 (= basisbeleid) betekent voortzetting van het huidige beleid, er wordt geen verbeteringsplan uitgevoerd. Bestaande armaturen en lampen worden bij einde levensduur vervangen door conventionele materialen. Scenario 0 scoort op de volgende aspecten als volgt (+ = wenselijk, o = neutraal, - = niet wenselijk): - Er wordt niet voldaan aan de richtlijnen van de NSVV; o Toepassing van conventionele materialen; - In dit scenario worden geen energiebesparende maatregelen uitgevoerd, hierbij wordt dan ook geen energiebesparing behaald; - In dit scenario wordt de vervangingsachterstand niet weggewerkt; - Dit scenario is niet duurzaam. 2.5 Scenario 2 past het meest bij de doelstelling van de vastgestelde klimaatvisie Kijken we naar de ambities van de gemeente op het gebied van duurzaamheid dan moet gekozen worden voor scenario 2 (led). Dit scenario is het meest duurzaam en sluit het meest aan bij de doelstelling om in 2025 energieneutraal te zijn. 4.1 Stalen thermisch verzinkte masten hebben in de praktijk een levensduur van 40 jaar De huidige afschrijftermijn van masten is 25 jaar. Deze termijn was in het verleden gebruikelijk voor stalen thermisch verzinkte masten die niet waren voorzien van poedercoating. Voor masten welke worden voorzien van een duplexsysteem (thermisch verzinken en poedercoating) is de levensduur volgens de fabrikanten veelal oneindig. Ook de praktijk wijst uit dat deze masten de levensduur van 40 jaar halen. Voorgesteld wordt om de afschrijvingstermijn van stalen thermisch verzinkte en gecoate masten te verlengen van 25 naar 40 jaar.

3 4.2 Hiermee worden de kapitaallasten beter in lijn gebracht met de werkelijke investeringen. Dit betekent dat de investeringlast over meer jaren verspreid wordt, waardoor de kapitaallast per jaar lager is. Zo wordt er niet meer structurele begrotingsruimte gebruikt dan nodig. 5.1 Armaturen hebben in de praktijk een levensduur van gemiddeld 20 jaar De huidige afschrijftermijn van armaturen is 25 jaar. In de praktijk wordt een conventioneel armatuur vaak na 20 jaar vervangen in verband met de technische levensduur van de voorschakelapparatuur. Tevens gaat de lichtkwaliteit na 20 jaar relatief snel achteruit waarbij vaak niet meer wordt voldaan aan de richtlijnen. Door de levensduur te verlagen naar 20 jaar behouden we deze lichtkwaliteit. Ledarmaturen hebben een technische levensduur van gemiddeld branduren wat omgerekend ca. 20 jaar is. Voorgesteld wordt om de afschrijvingstermijn van armaturen te verlagen van 25 jaar naar 20 jaar. 5.2 Armaturen met een levensduur van 20 jaar worden tweemaal uitgewisseld op een mast Bijkomend beheertechnisch voordeel is dat een armatuur tweemaal uitgewisseld wordt op een mast van 40 jaar. Voorgesteld wordt om de afschrijvingstermijn van armaturen te verlagen van 25 jaar naar 20 jaar. 5.3 Hiermee worden de kapitaallasten beter in lijn gebracht met de werkelijke investeringen. Dit betekent dat de investeringlast over minder jaren verspreid wordt, waardoor de kapitaallast per jaar hoger is. In totaliteit zal de wijziging van de afschrijvingstermijnen van masten en armaturen en licht positief financieel voordeel laten zien. Consequenties 2.1 De bezuiniging zoals verwoord in de uitvoeringsagenda VOB wordt niet gehaald In het coalitieprogramma is als doelstelling voor de OVL energiebesparing, kostenbesparing en een bijdrage aan een duurzaam energiebeleid opgenomen. De focus is daarbij gericht op de doelmatigheid bij beheer en onderhoud en het streven naar een langere levensduur van de gebruikte componenten bij plaatsing of vernieuwing van openbare verlichting. Hierbij is de verwachting uitgesproken dat na aanpassing van de OVL-installatie vanaf 2016 een energiebesparing mogelijk is van circa ,- per jaar. Dit geactualiseerd beleidsplan toont aan dat deze verwachting op korte termijn niet realistisch is. Echter op lange termijn (16 jaar) is de besparing alleen met scenario 2 te realiseren ( ,- per jaar). Financiën In Hoofdstuk 6 Wat kost het? van het beleidsplan openbare verlichting worden de diverse scenario s financieel uiteengezet. Financieel gezien passen alle scenario s binnen de budgetten zoals deze door de raad beschikbaar zijn gesteld in de meerjarenbegroting Scenario 0 leidt niet tot een besparing op elektriciteitskosten, wel heeft dit scenario lagere kapitaallasten omdat daar alleen geïnvesteerd hoeft te worden in vervangingsinvesteringen welke veel lager zijn dan de nu opgenomen investeringen in led-verlichting. Belangrijk is dat de aangegeven VOB maatregel, waarbij ,- bespaard zou worden vanaf 2016, in scenario 0 niet gehaald gaat worden. Scenario 1 leidt geleidelijk tot een besparing op elektriciteitskosten van 10,5% na 11 jaar ( 7.500,-). Belangrijk is wel dat de aangegeven VOB maatregel, waarbij ,- bespaard zou worden vanaf 2016, in scenario 1 niet gehaald gaat worden. Scenario 2 leidt geleidelijk tot een besparing op elektriciteitskosten van 25% na 16 jaar ( ,-) Belangrijk is wel dat de aangegeven VOB maatregel, waarbij ,- bespaard zou worden vanaf 2016, in scenario 2 niet gehaald gaat worden.

4 Communicatie Informeren: Na het vaststellen van het beleidsplan Openbare Verlichting door het College en Raad wordt het beleidsplan ter inzage gelegd. Burgers worden hierover geinformeerd via publicatie op de gemeentelijke website en in het plaatselijke nieuwsblad D n Uitkijk. Ook verbeterplannen ten behoeve van uitvoering worden voor de betrokken burgers ter inzage gelegd. Opmerkingen en klachten kunnen in dit stadium dan nog worden meegenomen. Raadplegen: Voor het inventariseren van donkere en onveilige plekken de dorpsraden Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel actief benaderen. Overige burgers hierin betrekken door publicatie op de gemeentelijke website en het plaatselijke nieuwsblad D n Uitkijk. Burgerparticipatie Burgerparticipatie bij openbare verlichting vindt vooral plaats bij het ontwikkelen van een nieuwe wijk, verbeterplannen en bij vervanging van openbare verlichting. Burgers hebben op die manier invloed op het uitgangspunt waar en hoe te verlichten. Voorgesteld wordt om het eventueel weghalen van lichtpunten binnen en buiten de bebouwde kommen te laten verlopen via het proces van burgerparticipatie middels dorpsraden en buurtverenigingen. In verband met wettelijke aansprakelijkheid en vanuit het oogpunt van veiligheid (elektrische onderdelen) is het niet aan te bevelen om burgers meer eigen verantwoordelijkheid te geven bij het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Vervolg Na vaststelling van het beleidsplan wordt jaarlijks een werkplanning gemaakt. Daarin staat vermeld op welke locaties (afgeschreven) lichtmasten en armaturen worden vervangen, op welke locaties er masten worden verwijderd/verplaatst/bijgeplaatst en op welke locaties geel licht vervangen zal worden door wit licht. Ook het schilderen van de lichtmasten wordt in de jaarlijkse werkplanning opgenomen. Het vervangen van afgeschreven materialen en ombouwen van geel naar wit licht zal zoveel mogelijk per wijk plaatsvinden. Dit geldt ook voor het bijplaatsen van lichtmasten waarbij extra wordt gekeken naar de beleving ter plaatse. Bijlagen - Concept Raadsbesluit Ter inzage - Actualisering Beleidsplan Openbare Verlichting Burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden De secretaris de burgemeester M.J. Doeven H.A.J. Tuerlings

5 Raadsbesluit Vergaderdatum: 25 februari 2014 Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting Registratienummer: De raad van de gemeente Reusel-De Mierden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2014; Besluit 1. Het geactualiseerde beleidsplan Openbare Verlichting vast te stellen Daarvoor: 2. Scenario 2 te kiezen, waarin wordt voorgesteld om maximaal in te zetten op energiebesparing en duurzaamheid 3. De financiële consequenties van dit scenario mee te nemen in de meerjarenbegroting De afschrijvingstermijn van masten te verlengen van 25 naar 40 jaar 5. De afschrijvingstermijn van armaturen te verkorten van 25 naar 20 jaar Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Reusel-De Mierden van 25 februari de griffier de voorzitter J.C.M. van Berkel H.A.J. Tuerlings