Created with Print2PDF. To remove this line, buy a license at:

Transcriptie

1 INSTITUUTSREGLEMENT Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde Universiteit Maastricht Het reglement is opgesteld conform het Model Instituutsreglement vastgesteld door de RGS op 19 april 2013.

2 HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG, het Besluit huisartsgeneeskunde, het Besluit specialisme ouderengeneeskunde en het Besluit geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten Artikel 1 Opleiding bij erkende specialisten en instellingen Bij artikel B.1 en C.18 lid 1 sub a Kaderbesluit CHVG 1. Het opleidingsinstituut dient de aios inzage te kunnen geven voor welke periode een opleider, een stageopleider, een opleidingsinrichting, een stage-inrichting en het opleidingsinstituut is erkend door de RGS. 2. De opleider, de stageopleider, de opleidingsinrichting en de stage-inrichting dient de aios inzage te kunnen geven in de erkenning door de RGS. Artikel 2 Toetsing en beoordeling Bij artikel B.4 en C.16 lid 1 sub a onder ix Kaderbesluit CHVG De procedure toetsing en beoordeling, die voldoet aan het Protocol toetsing en beoordeling, zoals opgenomen in het landelijk opleidingsplan, is vastgelegd in de bijlage: Procedure Toetsing en Beoordeling. Artikel 3 Structuur plannen Bij artikel B.7, C.2 lid 1 sub b onder i, C.5 lid b, C.6 lid d en C.16 lid 1 sub a onder ii Kaderbesluit CHVG 1. Het opleidingsplan van het opleidingsinstituut is vastgelegd in de bijlage: Opleidingsplan. 2. Het model (stage)leerwerkplan voor de opleider, de opleidingsinrichting en de stage-inrichting is vastgelegd in de bijlage: Model (stage)leerwerkplan voor de opleider, de opleidingsinrichting en de stage-inrichting 3. Het model individueel opleidingsplan (van de aios) en het bijbehorende opleidingsschema is vastgelegd in de bijlage: Model individueel opleidingsplan en schema (aios). 4. Het door het (hoofd van het) opleidingsinstituut goedgekeurde individuele opleidingsplan is bindend voor de aios en de andere betrokkenen bij diens opleiding. Artikel 4 Deeltijd Bij artikel B.8 Kaderbesluit CHVG 1. Over de aanwezigheidstijden bij deeltijd moet overeenstemming bestaan tussen de aios, het opleidingsinstituut en voor zover van toepassing - de (stage)opleider, de opleidingsinrichting en de stage-inrichting. 2. Een verzoek tot wijzigen van het deeltijdpercentage tijdens de opleiding dient ten minste twee maanden voor de beoogde ingangsdatum bij het (hoofd van het) opleidingsinstituut te worden aangevraagd. 3. Opleidingsonderdelen die uitsluitend voltijds kunnen worden gevolgd zijn vastgelegd in de bijlage: Voltijdse Opleidingsonderdelen. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

3 Artikel 5 Inschrijving in het opleidingsregister Bij artikel B.12 en B.14 lid a sub i Kaderbesluit CHVG 1. Indien een arts is toegelaten tot de opleiding dient het opleidingsinstituut dit zo spoedig mogelijk aan de RGS te melden, teneinde de procedure tot inschrijving in het betreffende opleidingsregister in werking te stellen. 2. Werkzaamheden bij een opleider huisartsgeneeskunde of in een stage- of opleidingsinrichting, verricht ten tijde dat de aios niet was ingeschreven in het opleidingsregister, kunnen geen onderdeel zijn van de opleiding. Datzelfde geldt voor cursorisch onderwijs dat is gevolgd ten tijde dat de aios niet was ingeschreven in het opleidingsregister. 3. Het opleidingsinstituut laat een arts die niet (meer) is ingeschreven in het betreffende opleidingsregister niet deelnemen aan de opleiding. Artikel 6 Voltooiing opleiding Bij artikel B.13 en D.2 lid 2 en 3 Kaderbesluit CHVG 1. Vanaf drie maanden voor de geplande voltooiing van de opleiding kan het (hoofd van het) opleidingsinstituut aan de aios en (tegelijkertijd) aan de RGS een verklaring afgeven dat aan de opleidingseisen is voldaan afgeven. 2. Nadat de verklaring dat aan de opleidingseisen is voldaan is ontvangen, kan de aios aan de RGS verzoeken de procedure tot inschrijving in het betreffende specialistenregister in werking te stellen. Artikel 7 Verplichtingen aios Bij artikel B.14 Kaderbesluit CHVG 1. Voor of uiterlijk binnen twee maanden na het begin van de opleiding dient de arts/aios bij het opleidingsinstituut een individueel opleidingsplan en schema ter goedkeuring door het (hoofd van het) opleidingsinstituut in. Indien van toepassing is in het opleidingsschema ook het (aangevraagde) verzoek tot vrijstelling voor onderdelen van de opleiding opgenomen. 2. Indien de aios in het kader van de opleiding (specifieke) activiteiten verricht waarvoor de op dat moment verantwoordelijke (stage)opleider geen verantwoordelijkheid kan of wenst te nemen, verricht de aios deze onder de eigen verantwoordelijkheid als arts, of dient de aios zorg te dragen voor het anderszins regelen van de verantwoordelijkheid. 3. De aios is verplicht elke klacht betreffende de door hem geleverde patiëntenzorg onmiddellijk te melden aan de betreffende (stage)opleider, opleidingsinrichting of stage-inrichting en het (hoofd van het) opleidingsinstituut. Artikel 8 Einde overeenkomst Bij artikel B.15 Kaderbesluit CHVG 1. De opleidingsovereenkomst eindigt wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt. 2. De opleidingsovereenkomst kan worden opgezegd, indien de opleiding langer dan één jaar door wat voor reden dan ook is onderbroken. 3. Van tussentijdse opzegging van de opleidingsovereenkomst tussen opleidingsinstituut en aios worden de betreffende (stage)opleider, de opleidingsinrichting of stage-inrichting, de RGS en de SBOH (indien van toepassing) onmiddellijk op de hoogte gesteld. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

4 Artikel 9 Verplichtingen opleider en stageopleider Bij artikel C.2 en C.6 Kaderbesluit CHVG en artikel C.1 lid d Besluit huisartsgeneeskunde 1. De deelname van de (stage)opleider aan onderwijs van het opleidingsinstituut, inclusief didactische scholing is vastgelegd in de bijlage: Onderwijs voor (stage)opleiders. 2. De frequentie, duur en aanwijzingen betreffende vorm/inhoud van de leergesprekken met de aios is vastgelegd in de bijlage: Leergesprekken. 3. De wijze waarop de opleider huisartsgeneeskunde de aios in de gelegenheid stelt om gedurende een beperkte periode zelfstandig de praktijk te voeren, is vastgelegd in de bijlage: Zelfstandige Periode. 4. De opleider huisartsgeneeskunde dient in de praktijk de voorziening te hebben om beeld en geluidregistraties in het kader van de opleiding te maken en weer te geven. 5. De opleider huisartsgeneeskunde dient in de praktijk te beschikken over een voor de aios goed toegankelijk elektronisch informatiesysteem of vergelijkbare moderne middelen tot ontsluiting van literatuur. Artikel 10 Verplichtingen opleidingsinstituut Bij artikel C.16 Kaderbesluit CHVG 1. Het opleidingsinstituut maakt periodiek de door de RGS toegewezen instroom en de sollicitatie- en selectieprocedure bekend. 2. Het reglement voor de sollicitatiecommissie is goedgekeurd door de RGS op Dit instituutsreglement is goedgekeurd door de RGS op Het opleidingsinstituut verschaft de arts die is toegelaten tot de opleiding tijdig de benodigde informatie (opleidingsplan, model/richtlijnen individueel opleidingsplan en schema, etc.) om de aios in de gelegenheid te stellen uiterlijk binnen twee maanden na het begin van de opleiding een individueel opleidingsplan en schema op te stellen en ter goedkeuring bij het (hoofd van het) opleidingsinstituut in te dienen. Artikel 11 Taken en bevoegdheden hoofd Bij artikel C.18 lid 1 sub a Kaderbesluit CHVG De plaatsing van aios bij (stage)opleiders, opleidingsinrichtingen en stage-inrichtingen is vastgelegd in de bijlage: De plaatsing van aios bij (stage)opleiders, opleidingsinrichtingen en stageinrichtingen. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

5 Aanvullende regels opgesteld door het opleidingsinstituut Overeenkomst met het Opleidingsinstituut (B.14 en B15) De aios sluit een overeenkomst met het opleidingsinstituut, waarbij hij zich schriftelijk akkoord verklaart met hetgeen ten aanzien van het opleidingsinstituut in dit instituutsreglement is vastgelegd. Werktijden De werktijden worden in overleg met de (stage)opleider/stage-inrichting vastgesteld. De werktijden dienen in overeenstemming te zijn met de regeling arbeidsvoorwaarden van de SBOH. Nevenfuncties Het is de aios toegestaan om nevenfuncties te vervullen. Indien blijkt dat de functie onverenigbaar is met het in opleiding zijn kan het hoofd van het opleidingsinstituut een bindend advies geven t.a.v. de voortzetting van de functie. Het is de (stage)opleider niet toegestaan de aios in te zetten ten behoeve van nevenfuncties van de (stage)opleider. Het is niet toegestaan de aios te betalen voor werkzaamheden die de aios in werktijd en/of in het kader van de opleiding verricht. Waarneming van de praktijk of het verrichten van diensten buiten het kader van de opleiding door de aios is niet toegestaan. Betaling Het is de aios niet toegestaan betaling te vragen of te ontvangen voor werkzaamheden die binnen het kader van de opleiding worden verricht. Ontkoppeling Voortijdige beëindiging van de opleidingsperiode door de (stage)opleider en/of aios is mogelijk wanneer daar dringende redenen voor zijn. In een dergelijke situatie vindt overleg plaats met de opleiderscoördinator, toetscoördinator (onder mandaat hoofd) en de docenten. Alvorens een beslissing te nemen proberen de opleider, aios en docenten de problemen op te lossen. Evaluatie opleiderschap De (stage)opleider en stage-inrichting werkt mee aan de evaluatie, toetsing en de beoordeling van de gegeven opleiding. De resultaten van evaluatie en beoordeling worden door het hoofd van het opleidingsinstituut op verzoek beschikbaar gesteld aan de RGS ten behoeve van de hernieuwing van de erkenning. Privacy bescherming Informatieverstrekking door de (stage)opleider over de aios aan derden buiten het kader van het opleidingsinstituut behoeft vooraf instemming van de aios. Dit geldt ook voor situaties na afloop van de opleidingsperiode. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

6 Deeltijdopleiding (B.8) De aios heeft op grond van de opleidingseisen recht op het volgen van de opleiding in deeltijd. Het recht bestaat echter met inachtneming van de mogelijkheden die het opleidingsinstituut daartoe kan bieden. De mogelijkheid tot deeltijdwerken wordt vooral beperkt door de ruimte die de opleidings- en stageinrichtingen en de organisatie van het ondersteunend onderwijs bieden. Voor de klinische stage (6 mnd) in jaar 2 geldt dat aios in dit blok niet minder dan 84% (=32 uur) in opleiding kunnen zijn omdat stageverleners dit niet kunnen faciliteren. Het deeltijdpercentage waarmee (een onderscheiden onderdeel van) de opleiding wordt gevolgd kan tussentijds worden gewijzigd, zo lang dit het onderscheiden onderdeel niet schaadt. Een verzoek tot wijzigen van het deeltijdpercentage of een verzoek tot deeltijd gedurende de opleiding dient ten minste twee maanden voor de beoogde ingangsdatum bij het hoofd te worden aangevraagd. Een verzoek dat later binnenkomt dan 2 maanden wordt wel in behandeling genomen, maar de termijn is dan veelal te kort en het ontslaat de opleiding van de inspanningsverplichting om de aios in deeltijd te plaatsen. Combinatie opleiding en wetenschappelijk onderzoek De mogelijkheid bestaat om tijdens de huisartsopleiding een opleiding tot onderzoeker te volgen (via een promotie -onderzoek). Deze variant duurt maximaal 6 jaar. Artsen die hiervoor in aanmerking willen komen, dienen te zijn toegelaten tot de huisartsopleiding. Een voorstel voor deze variant dient in overleg met de aios en het opleidingsinstituut te worden uitgewerkt, en vervolgens ter goedkeuring aan de RGS te worden voorgelegd. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

7 BIJLAGEN Documenten Procedure toetsing en beoordeling Opleidingsplan (opleidingsinstituut) Model / richtlijn (stage)leerwerkplan opleider / opleidingsinrichting / stage-inrichting Model / richtlijn individueel opleidingsplan en -schema (aios) Voltijdse opleidingsonderdelen Onderwijs voor (stage)opleiders Leergesprekken Zelfstandige periode Plaatsing aios bij (stage)opleiders, opleidingsinrichtingen en stage-inrichtingen Modelovereenkomsten inzake de opleiding Modelovereenkomst opleidingsinstituut - aios Modelovereenkomst opleidingsinstituut - opleider Modelovereenkomst opleidingsinstituut - stageopleider Modelovereenkomst opleidingsinstituut - opleidingsinrichting Modelovereenkomst opleidingsinstituut - stage-inrichting Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

8 Procedure Toetsing en Beoordeling Inleiding/procedures algemeen Op basis van het landelijk Protocol Toetsing en Beoordeling in de Huisartsopleiding (PVH 2005, gewijzigd door HVRC in 2008 en recent in 2011 door het College Geneeskundig Specialismen) en het landelijk Toetsplan (Huisartsopleiding Nederland, werkgroep Toetsing, januari 2011) beschrijft de huisartsopleiding Maastricht de wijze van toetsing en beoordeling van aios tijdens de driejarige Maastrichtse opleiding in deze notitie. Er zijn een aantal vaste toets- en beoordelingsmomenten vastgesteld, deels gebaseerd op landelijke richtlijnen (= formele toetsing en beoordeling) en deels specifiek voor de Maastrichtse opleiding. Het hoofd van de opleiding kan besluiten van de vastgestelde toetsmomenten en toetsinstrumenten af te wijken in bijzondere situaties. Hiervan is sprake bij ernstige twijfel over het functioneren van de aios, na onderbreking van de opleiding langer dan zes maanden al dan niet aaneengesloten, bij vrijstelling van een deel van de opleidingsperioden in de huisartspraktijk, en op andere zwaarwegende gronden. Daarnaast heeft het hoofd de bevoegdheid om de opleidingsovereenkomst met de aios op te zeggen vanwege onopleidbaarheid (onvoldoende groeipotentie) van de aios of andere zwaarwichtige redenen. Gedurende de gehele driejarige opleiding bestaat zodoende de mogelijkheid om over de verdere voortgang van de aios te beslissen. Deze notitie beschrijft eerst de terminologie rond toetsen en beoordelen en vervolgens de diverse toetsinstrumenten. Tenslotte komt aan de orde welke instrumenten met welk doel per opleidingsjaar worden ingezet. Terminologie Het is op de eerste plaats van belang een eenduidige terminologie te hanteren t.a.v. toetsing en beoordeling. Onder toetsing verstaan wij het meten en waarderen van een bepaald aspect van het kennen, kunnen of feitelijk handelen van de aios. Het waarderen geschiedt door de gegevens voortkomend uit de meting te relateren aan een norm. Een eerstejaars aios maakt bijv. een kennistoets en behaalt een score goed min fout van 35% (= meting). Gerelateerd aan de norm voor deze toets krijgt zij de uitslag voldoende of onvoldoende (=waardering). Bij beoordelen gaan we nog een stap verder: na het meten en het waarderen van het gemeten aspect aan een norm, verbinden we consequenties aan de uitslag van de toets. Bij de kennistoets kan dit bijv. betekenen dat een onvoldoende kennistoets leidt tot een extra opdracht (= beslissing). Samengevat: Beoordelen = meten + waarderen + beslissen Een ander, en lastiger hanteerbaar, koppel termen betreft educatieve en selectieve toetsing. Alle toetsing is door de aios (en de opleiding) voor educatieve doeleinden te gebruiken, d.w.z. voor het geven van sturing aan het leerproces (waar moet de aios zich op richten, waar zitten sterke en zwakke punten, in welke mate zijn de eigen leerdoelen bereikt?). Selectieve toetsing, die zich kenmerkt door een uitgeschreven methode en procedure, voegt hier een selectief doel aan toe: het doen van een uitspraak over de voortgang van de aios (is afronding van de opleiding binnen drie jaar opleiding haalbaar, is de aios Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

9 geschikt om opleiding voort te zetten?). Het verschil tussen beide vormen van toetsing is gelegen in de doelen waarvoor de opleiding deze gebruikt. Het onderscheid educatief/selectief is in de praktijk lastig en vervaagt daar bovendien. Een voorbeeld is de kennistoets: de toetsen in jaar 1 behelzen educatieve toetsing (de aios en de opleiding kunnen beide kennistoetsen immers gebruiken voor het richten van de studieactiviteiten), maar één van de twee toetsen dient voldoende gemaakt te worden (de opleiding gebruikt de uitslag selectief). Een ander voorbeeld: docenten en huisartsopleiders toetsen de aios op selectieve wijze aan het eind van jaar 1 en 3, terwijl zij in de loop van het jaar ook beschikken over de gegevens uit educatieve toetsen (die zij voor een deel immers zelf uitvoeren). Met het oog op bovenstaande zaken is het goed om te vermelden dat de selectieve toetsing en beoordeling enerzijds en het nemen van beslissingen anderzijds door verschillende stafleden worden uitgevoerd. Zo doen docenten en huisartsopleiders een deel van de selectieve toetsing en beoordeling aan het eind van het eerste jaar, en is het het hoofd van de opleiding dat de beslissingen t.a.v. de voortgang tot taak heeft. Daarnaast moeten bij het werken met beoordelingen uit de dagelijkse praktijk die slechts informatie opleveren over een bepaalde activiteit of consult, meerdere beoordelingen samengenomen worden (aggregatie), bij voorkeur gecombineerd met informatie uit andere bronnen (triangulatie), om een gegeneraliseerde uitspraak over de bekwaamheid van een aios te kunnen doen. Kortom: Educatieve en selectieve beoordeling worden in het protocol Toetsing en Beoordeling en in het Landelijk Toetsplan niet als gescheiden, elkaar uitsluitende vormen van beoordeling beschouwd. Ze liggen in elkaars verlengde. Regelmatige educatieve beoordelingen (inclusief feedback) vormen mede de bouwstenen voor de (selectieve) beoordeling of de aios de huisartsopleiding al dan niet kan voortzetten of afronden. Met andere woorden: patronen die bij educatieve beoordelingen gesignaleerd worden, moeten terug komen in de selectieve beoordeling. Selectieve beoordelingen ondersteunen aios bij het bijstellen van diens IOP en zijn daardoor ook educatief. Een gegeneraliseerd oordeel over de bekwaamheid van de aios komt altijd tot stand na aggregatie en triangulatie. De toetsinstrumenten De toetsinstrumenten worden geordend in twee groepen: een groep die wel, en een groep die niet voor selectieve toetsing wordt ingezet. De eerste groep omvat de Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets, de ComBel-lijst jaar 1 en jaar 3 en het Adviesformulier Selectieve Beoordeling, de Maastrichtse Videotoets en videotoets (+), de Medisch Inhoudelijke Opdrachten, de Praktijkbeoordeling, de ComBel-lijst Klinische stage/chronische Zorg stage/psychische zorg stage, de reanimatie-toets en de toelatingstoets Klinische stage.. Zij worden in deze paragraaf afzonderlijk besproken (1 t/m 8). De timing en procedure die bij deze instrumenten gehanteerd worden is te vinden in de paragraaf Toetsing en beoordeling per opleidingsjaar. De tweede groep instrumenten - in de opleiding alleen voor educatieve doeleinden gebruikt - komt onder het kopje Overige toetsinstrumenten aan de orde. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

10 1. De Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets (LHK-toets) Tweemaal per jaar, in de eerste week van april en oktober vindt de LHK-toets plaats. De toets is een landelijk product, gemaakt door Huisartsopleiding Nederland, samenwerkingsorgaan van de acht universitaire huisartsopleidingen en de huisartsopleiders. Alle Maastrichtse aios maken dezelfde toets op een gezamenlijk moment. De toets heeft het karakter van een voortgangstoets. De toets bestaat uit 120 meerkeuzevragen, in de vorm van een boekje met casus met bijbehorende keuzeopties. De resultaten worden weergegeven in het percentage van de vragen dat de aios goed, fout of met een vraagteken heeft beantwoord. De score is het percentage goed met 'een correctie voor gokken'. De correctie is afhankelijk van het aantal antwoordopties. Voor een vraag met twee antwoordopties is er bij een fout antwoord een aftrek van 1 punt. Voor een vraag met drie antwoordopties is de aftrek bij een fout antwoord 0,5 punt en voor een vraag met vier opties is de aftrek 0,33 punt. Een goed antwoord levert 1 punt op en een vraagteken 0 De norm is relatief, gerelateerd aan de gemiddelde score van alle aios in Nederland in dezelfde toetsfase. Als cesuur voldoende/onvoldoende geldt deze gemiddelde score min één standaarddeviatie. 2. De ComBel-lijst jaar 1 en jaar 3 en het Adviesformulier Selectieve Beoordeling voor huisartsopleiders en docenten Deze twee door Maastricht gebruikte formulieren zijn, zoals de LHK-toets, landelijk ontwikkelde producten. Ze zijn bedoeld om het expertoordeel dat van huisartsopleiders en docenten verwacht wordt te onderbouwen. Voor dit doel worden ze tijdens de opleidingsperioden in de huisartspraktijk ingezet. De ComBel-lijst bestrijkt de zeven competentiegebieden uit het Competentieprofiel van de huisarts (medisch handelen, communicatie, samenwerken, organiseren, maatschappelijk handelen, kennis en wetenschap, professionaliteit). Ieder competentiegebied omvat meerdere competenties, waarbij gedragsindicatoren t.a.v. de beoordeling genoemd staan. De huisartsopleider c.q de docent geeft een globale score per competentie en een overallwaardering voor ieder competentiegebied als geheel. Bij het invullen zal de opleider zich o.a. baseren op gegevens uit patiëntnabesprekingen, video-opnames van consulten of bijgewoonde consulten. De docenten zullen hierbij met name putten uit de gegevens die zij tijdens de verschillende onderdelen van het cursorisch onderwijs of tijdens stageplaatsbezoeken over de aios hebben verzameld. In het Adviesformulier Selectieve Beoordeling scoren zowel de huisartsopleider als de docent de aios op dezelfde zeven competentiegebieden globaal (voldoende, onvoldoende of niet te beoordelen). De beide formulieren vragen naar het zgn. expertoordeel. Dit oordeel is gebaseerd op de in de loop van de jaren opgebouwde ervaring van de beoordelaar. Hoewel de expert impliciet zijn oordeel over een aios zal relateren aan andere aios, is de gehanteerde norm absoluut van aard: in jaar 1 is het referentiepunt het eindprofiel jaar 1 en in jaar 3 is het referentiepunt het eindprofiel jaar 3. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

11 3. De Maastrichtse Videotoets en Videotoets (+) Tijdens de opleidingsperioden in de huisartspraktijk organiseert de huisartsopleiding in Maastricht de videotoets. In de opleidingspraktijk maakt de aios opnames van het spreekuur en noteert zij een aantal essentiële gegevens van ieder opgenomen consult in het logboek. Getrainde observatoren selecteren zes, en in bijzondere gevallen meer consulten aan de hand van vastgestelde criteria en scoren deze consulten met behulp van de MAAS-globaal lijst. Voor de criteria van de MAAS-globaal lijst is een absolute normering ontwikkeld. Daarnaast worden de individuele scores afgezet tegen de groepscores. Behalve de scores op de MAAS-globaal lijsten ontvangt de aios van de observator een A4 met een globaal oordeel over de consulten met vermelding van specifieke aandachtspunten t.a.v. de arts-patiënt communicatie en het medisch inhoudelijk handelen gekoppeld aan de ComBel-lijst. Verder is in Maastricht de Videotoets (+) ontwikkeld. Hierbij bespreekt de aios met een getrainde observator een aantal videoconsulten na, kort na het voeren van het consult, waarbij relevante patiëntgegevens ter beschikking zijn. De observator vraagt door naar het denkproces (klinisch redeneren) van de aios en geeft een globaal (expert-) oordeel. 4. De Medisch Inhoudelijke Opdrachten Bij onduidelijkheid of twijfel over het kennisniveau van de aios kan de aios de opdracht krijgen om een aantal huisartsgeneeskundige onderwerpen uit te werken. De uitwerking kan op diverse manieren gestalte krijgen. Een vorm betreft het beschrijven van praktijkgebonden casuïstiek op het gebied van vermoede lacunes bij de aios die op kritische wijze aan de hand van literatuur beschouwd wordt. Een andere vorm betreft het maken van een aantal PIN s. Een ervaren huisartsstaflid scoort het resultaat van de opdrachten als voldoende of onvoldoende aan de hand van een absolute norm (expertoordeel, zie boven) en geeft een korte, schriftelijke toelichting bij dit oordeel. 5. De Praktijkbeoordeling Dit instrument komt aan de orde bij onduidelijkheid of twijfel over het niveau van functioneren van de aios in de praktijk. Hoewel in de meeste gevallen het gecombineerde oordeel van de huisartsopleider en docent volstaat, is in een aantal situaties een toets door een derde, onafhankelijke persoon wenselijk. Hiervoor wordt een zeer ervaren huisartsstaflid of externe huisartsdeskundige ingezet, die gedurende een praktijkdag de aios volgt tijdens het spreekuur. De expert maakt een verslag van de bijgewoonde consulten en geeft een uitgeschreven expertoordeel over het geheel. 6. De ComBel-lijsten Klinische stage/chronische Zorg stage/psychische zorg stage voor stagebegeleiders en docenten Met behulp van deze landelijk ontwikkelde lijsten geven de stagebegeleiders en de docenten tijdens de stages een oordeel over het functioneren van de aios op de stageplek resp. tijdens het cursorisch onderwijs. Tijdens de Acute zorg stage wordt de lijst tweemaal ingevuld, tijdens de Psychisch en Chronisch zorg stage eenmaal. De lijsten bestaan uit een aantal indicatoren bij de zeven competentiegebieden specifiek voor de gevolgde stage. De stagebegeleider en de docent geven door middel van een overallwaardering van ieder competentiegebied zijn expertoordeel (absolute norm). Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

12 7 De reanimatie-toets De reanimatietraining wordt afgesloten met een toets die leidt tot het al dan niet ontvangen van het Certificaat Vaardigheidstraining BLS+. Dit certificaat is vereist voor het zelfstandig dienstdoen op de Huisartsenposten. 8. De toelatingstoets klinische stage De startclass is een landelijke cursus van 2 weken die de aios voorbereidt op de klinische stage. De aios wordt pas toegelaten op de stageplaats als zowel de kennistoets als de zgn. scenariotoets (vaardighedentoets) voldoende zijn 9. Overige toetsinstrumenten a. Formulier Voorlopig Advies Beoordeling: dit formulier omvat dezelfde zeven competentiegebieden als het eerder besproken Adviesformulier Selectieve Beoordeling. De huisartsopleider en docenten geven op het formulier een overall-waardering per competentiegebied. Het formulier wordt tijdens de beide opleidingsperioden in de huisartspraktijk gebruikt. b. De Vaardigheden Toets: in het eerste jaar van de opleiding vindt eenmaal een vaardighedentoets plaats. De aios doorloopt een carrousel van toetsstations, demonstreert een specifieke vaardigheid en wordt bij ieder station gescoord aan de hand van landelijk ontwikkelde scorelijsten en krijgt feedback. Vaardigheden die de aios niet beheerst worden ter plekke getraind. c. Praktijk Scoringslijsten (PSL): de PSL levert feedback op over de uitvoering van een specifieke medisch technische vaardigheid en is een hulpmiddel bij het aanleren van een specifieke technische vaardigheid. Het betreffende competentiegebied is Medisch handelen en bij sommige PSL s Communicatie. d. Kennis Over Vaardigheden Toets (KOV-toets): door Huisartsopleiding Nederland wordt met tweemaal per jaar voor de nieuw gestarte eerstejaars aios een KOV-toets geproduceerd. Het format is vergelijkbaar met de landelijke kennistoets. De inhoud beperkt zich tot vragen met betrekking tot het uitvoeren van vaardigheden. e. Korte Klinische Beoordeling (KKB): de KKB is bedoeld voor het genereren van casusspecifieke feedback en het opsporen van individuele leerpunten en bijsturen van het IOP van de aios. Het omvat de competentiegebieden Medisch handelen, Communicatie en Professionaliteit. De KKB levert ondersteuning aan het invullen van de ComBel. f. Feedback Docenten/Aios: gedurende de gehele opleiding ontvangt de aios feedback op zijn inbreng en handelen tijdens de diverse programmaonderdelen van het cursorisch onderwijs. g. Referatendag Huisartsopleiding: iedere aios presenteert eenmaal tijdens de opleiding met een aantal collega-aios een referaat voor een publiek van aios en stafleden van de huisartsopleiding. Het referaat is het sluitstuk van de cursus EBM in de huisartsopleiding. Een deskundigenjury en het publiek beoordelen de referaten. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

13 Toetsing en beoordeling per opleidingsjaar In deze paragraaf komt aan de orde welke instrumenten worden ingezet per opleidingsjaar. Het doel van hun inzet (educatief/selectief) en de beslisregels worden vermeld. De gebruikte instrumenten worden zoveel mogelijk in chronologische volgorde opgesomd, waarbij de instrumenten voor selectief gebruik vet worden weergegeven. Zowel van de aios als de opleiding wordt verwacht dat een dossier met toetsuitslagen en beoordelingen wordt bijgehouden (aios: ontwikkelingsdossier= od, opleiding: beoordelingsdossier= bd). Per instrument wordt in het vervolg steeds tussen haakjes aangegeven in welk dossier de uitslag of beoordeling terecht dient te komen. De onderstaande weergave geldt voor aios die een aaneengesloten opleiding van drie jaar volgen. Bij vrijstelling voor delen van de opleiding of bij verlenging van de opleiding vindt een individuele aanpassing plaats. De hieronder vet weergegeven instrumenten maken deel uit van het selectieve deel van de procedure t.a.v. de beoordeling van de aios en de besluitvorming over de voortgang van de aios. 1. Jaar 1: Maand 1: tijdens de introductieperiode legt de aios de reanimatie-toets af, die bij goed gevolg leidt tot certificering van de aios (uitslag: od/ kopie bd). De toets wordt door de opleiding op educatieve wijze ingezet, met verwijzing naar de eisen van de huisartsposten (een onvoldoende toets leidt tot specifieke leerdoelen van de aios; herkansing is mogelijk in jaar 2 tijdens de Startclass en jaar 3 tijdens de herhalingstraining reanimatie). Maand 2: in deze maand vindt de eerste landelijke kennistoets plaats. Deze toets wordt onder examenomstandigheden afgenomen en heeft niet alleen een educatief karakter, maar wordt in combinatie met de tweede kennistoets in jaar 1 ook voor selectieve doeleinden gebruikt (uitslag: bd, kopie od). Uiterlijk aan het eind van deze maand heeft de aios in overleg met opleider en mentor een individueel opleidingsplan (IOP) opgesteld. Maand 3: Een eerste, educatief voortgangsgesprek staat op voor deze maand: met de huisartsopleider aan de hand van het competentieprofiel van de huisarts t.b.v het bijstellen van het IOP (verslag door aios: od, kopie bd), én met de mentor op basis van het IOP en de observaties van het functioneren van de aios tijdens het cursorisch onderwijs (verslag door aios/mentor: od, kopie bd). De huisarts-opleider en mentor vullen als onderlegger voor het gesprek de ComBel jaar 1 voor de eerste keer in. Verder vindt in deze maand de educatief gebruikte kennis-over-vaardigheden (KOV) toets plaats (uitslag: od, kopie bd) Maand 4: hier organiseert de opleiding in Maastricht de videotoets. De scores op deze toets dienen zowel een educatief als selectief doel (uitslag: bd, kopie od). Maand 6: in deze maand vindt een tweede, educatief voortgangsgesprek plaats (zie verder bij maand 3) en geven de huisartsopleider en de mentor aansluitend een voorlopige beoordeling van het functioneringsniveau van de aios op de verschillende competentiegebieden. Hiertoe vullen zij onafhankelijk van elkaar een formulier Voorlopig Advies Beoordeling over de aios in. De huisartsopleider en mentor gebruiken hierbij de, voor de tweede keer ingevulde ComBel jaar 1 als onderlegger. De aios bespreekt de uitkomsten van de voorlopige beoordeling met de opleider en de mentor (Adviesformulier 2x: bd, kopie od). Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

14 Maand 8: hier maakt de aios onder examenomstandigheden de tweede landelijke kennistoets. Deze toets is zowel educatief als selectief van aard (uitslag: bd, kopie od). Maand 9: de opleider beoordeelt de mate van zelfstandigheid van de aios als consultarts en geeft bij een positieve beoordeling de Bekwaamheidsverklaring Consultarts af (uitslag: od/ kopie bd). De verklaring wordt door de opleiding op educatieve wijze ingezet, met verwijzing naar de eisen van de huisartsenposten. Een derde, educatief voortgangsgesprek staat gepland voor deze maand (zie verder bij maand 3). Maand 10: uiterlijk in deze maand geven de huisartsopleider en mentor een beoordeling van het functioneringsniveau van de aios op de verschillende competentiegebieden. Zowel opleider als mentor vult hiertoe, onafhankelijk van elkaar, een Adviesformulier Selectieve Beoordeling in. In de maand hiervoor hebben de opleider en mentor de ComBel jaar 1 voor de derde keer ingevuld. De aios ondertekent de diverse formulieren en geeft waar gewenst commentaar op de inhoud. De vier formulieren worden voor selectieve doeleinden gebruikt (alle formulieren: bd, kopie od). Maand 12: hier houdt de aios een vierde, educatief voortgangsgesprek met zowel opleider als mentor (de huisartsopleider/mentor vult als onderlegger voor het gesprek de ComBel jaar 1 voor de vierde keer in). Als weerslag van deze gesprekken vullen aios, opleider en mentor het Overdrachtsformulier voor overdracht van eerste naar tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk in (bd, kopie od). Maand X: eenmaal in jaar 1 vindt een vaardighedentoets plaats, die educatief van aard is (uitslag: od, kopie bd.) Bovenstaande procedure heeft tot doel om aan het eind van het eerste jaar van de opleiding een uitspraak te doen over de geschiktheid van de aios ten aanzien van het voortzetten van de opleiding. Het doen van een onvoorwaardelijke uitspraak is slechts mogelijk als de aios aan alle procesmatige voorwaarden heeft voldaan (op jaarbasis: dagen cursorisch onderwijs gevolgd, minimaal 20 diensten gedaan, 2 weken zelfstandige periode gehad). De uitkomst van de procedure wordt aangegeven als go, go-mits of nogo. Bij een go kan de aios de opleiding regulier (zonder voorwaarden) voorzetten. Een go-mits houdt in dat aan de voorzetting van de opleiding bepaalde voorwaarden gekoppeld worden. No-go betekent het stopzetten van de opleiding. De jaar 1-coördinator verzamelt via de mentoren de voor de selectieve beoordeling noodzakelijke toetsuitslagen, beoordelingen en formulieren (te weten: de uitslagen van de beide landelijke kennistoetsen en de videotoets, de ComBel jaar 1 van de opleider en mentor, het Adviesformulier van opleider en mentor, de Bekwaamheidsverklaring Consultarts, het Registratieformulier diensten en de Verklaring Zelfstandige Periode) en bespreekt deze met het hoofd. Het hoofd van de opleiding beslist op basis van deze gegevens. Hierbij geldt de volgende beslisregel: Expertoordeel (opleider/mentor), videotoets én minimaal één kennistoets voldoende = go. Expertoordeel niet op alle competentiegebieden minimaal voldoende, óf beide kennistoetsen onvoldoende, óf videotoets onvoldoende = go-mits. Expertoordeel in totaliteit onvoldoende = no-go. De voorwaarden bij een go-mits worden per aios bepaald. Zij kunnen een aanpassing van het opleidingsschema (specifieke stage, verlenging opleiding) en/of een specifieke selectieve beoordeling Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

15 omvatten. Bij deze specifieke beoordeling kunnen alle genoemde toetsinstrumenten ingezet worden, d.w.z. ook instrumenten die regulier voor educatieve doeleinden worden gebruikt. Bij onvoldoende resultaat van de kennistoetsen is aanvullende toetsing mogelijk. 2. Jaar 2 Maand 1: aan het eind van de Startclass legt de aios de toelatingstoets Klinische stage af (uitslag: od/kopie bd). Deze toets wordt op selectieve wijze ingezet (bij onvoldoende toets wordt aanvullende toetsing gedaan). Maand 2: in deze maand wordt de derde landelijke kennistoets afgenomen, wederom onder examenomstandigheden. Deze toets heeft een educatief en selectief karakter in combinatie met de uitslag van de tweede kennistoets in jaar 2 (uitslag: bd, kopie od). Maand 3: hier vindt een educatief voortgangsgesprek plaats met de stageopleider van de Acute Zorg stage aan de hand van het competentieprofiel van de huisarts t.b.v. het bijstellen van het IOP (verslag door aios: od/kopie bd), én een educatief voortgangsgesprek met de mentor uit het Acute Zorg blok op basis van het IOP en de observaties van het functioneren van de aios tijdens het cursorisch onderwijs (verslag door aios/mentor: od, kopie bd). De stageopleider en de mentor vullen als onderlegger de ComBel Jaar 2 Klinische stage, resp. ComBel docent Jaar 2 voor de eerste maal in. Maand 6: de stagebegeleider van de Acute Zorg stage en de mentor van het Acute Zorg blok geven een beoordeling van het functioneringsniveau van de aios op de verschillende competentiegebieden en vullen hiertoe de ComBel Jaar 2 Klinische stage, resp. ComBel docent Jaar 2 voor de tweede maal in. De aios ondertekent de diverse formulieren en geeft waar gewenst commentaar op de inhoud. De formulieren worden voor selectieve doeleinden gebruikt (formulieren: bd, kopie od). Maand 8: moment waarop de vierde landelijke kennistoets wordt afgenomen. (zie tekst bij maand 2). Halverwege deze maand vindt een educatief voortgangsgesprek met de stagebegeleider van de Psychisch of Chronische Zorg stage en de mentor uit het Psychisch of Chronisch blok plaats zoals beschreven bij maand 3. Maand 9: aan het eind van de Psychisch of Chronisch zorg stage in deze maand beoordelen de stagebegeleider en de mentor van het blok het functioneringsniveau van de aios op de verschillende competentiegebieden en vullen hiertoe de ComBel Jaar 2 Chronische of Psychische Zorg stage, resp. ComBel docent Jaar 2 in. De aios ondertekent de diverse formulieren en geeft waar gewenst commentaar op de inhoud. De formulieren worden voor selectieve doeleinden gebruikt (formulieren: bd, kopie od). Maand 11: zie maand 8 m.b.t. het educatieve voortgangsgesprek in deze maand. Maand 12: zie maand 9. Bovenstaande procedure heeft tot doel om aan het eind van het tweede jaar van de opleiding een uitspraak te doen over de geschiktheid van de aios ten aanzien van het voortzetten van de opleiding. Het doen van een onvoorwaardelijke uitspraak is slechts mogelijk als de aios aan een aantal procesmatige voorwaarden heeft voldaan (op jaarbasis dagen cursorisch onderwijs gevolgd en verplichtingen nagekomen die gelden voor de betreffende stages). Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

16 De uitkomst van deze beslissingsprocedure wordt aangegeven als go, go-mits of no-go. Bij een go kan de aios de opleiding regulier (zonder voorwaarden) voorzetten. Een go-mits houdt in dat aan de voorzetting van de opleiding bepaalde voorwaarden gekoppeld worden. No-go betekent het stopzetten van de opleiding. De jaar 2-coördinator verzamelt via de jaar 2 -assistente de voor de selectieve beoordeling noodzakelijke toetsuitslagen, beoordelingen en formulieren (te weten: de uitslagen van de beide landelijke kennistoetsen en de toelatingstoets klinische stage, de ComBel jaar 2 Klinische stage van de stageopleider en de ComBel docent jaar 2 van de mentor van de Klinische stage, de ComBel jaar 2 Psychische Zorg stage van de stageopleider en de ComBel docent jaar 2 van de mentor van het Psychisch Blok, de ComBel jaar 2 Chronische Zorg stage van de stageopleider en de ComBel docent jaar 2 van de mentor van het Chronisch Blok) en bespreekt deze met het hoofd. Het hoofd van de opleiding beslist op basis van deze gegevens. Hierbij geldt de volgende beslisregel: Expertoordeel (opleider/mentor), toelatingstoets klinische stage én minimaal één kennistoets voldoende = go. Expertoordeel niet op alle competentiegebieden minimaal voldoende, óf beide kennistoetsen onvoldoende, óf toelatingstoets klinische stage onvoldoende = go-mits. Expertoordeel in totaliteit onvoldoende = no-go. De voorwaarden bij een go-mits worden per aios bepaald. Zij kunnen een aanpassing van het opleidingsschema (specifieke stage, verlenging opleiding) en/of een specifieke selectieve beoordeling omvatten. Bij deze specifieke beoordeling kunnen alle genoemde toetsen ingezet worden, d.w.z. ook toetsen die regulier voor educatieve doeleinden worden gebruikt. Bij onvoldoende resultaat van de kennistoetsen wordt gedurende de opleiding eenmalig een herkansingstoets aangeboden. Zo nodig wordt aanvullende toetsing ingezet. 3. Jaar 3: Maand 1: uiterlijk aan het eind van deze maand heeft de aios in overleg met opleider en mentor het individueel opleidingsplan (IOP) bijgesteld. Maand 2: in deze maand vindt de vijfde landelijke kennistoets plaats. Deze toets wordt onder examenomstandigheden afgenomen en heeft niet alleen een educatief karakter, maar wordt in combinatie met de tweede kennistoets in jaar 3 ook voor selectieve doeleinden gebruikt (uitslag: bd, kopie od). Maand 3: hier organiseert de opleiding in Maastricht een vorm van videotoetsing (medisch handelen en communicatie). De scores op deze toets dienen zowel een educatief als selectief doel (uitslag: bd, kopie od). Daarnaast beoordeelt de opleider de mate van zelfstandigheid van de aios als visitearts; een positieve beoordeling leidt tot het afgeven van een Bekwaamheidsverklaring Visitearts (uitslag: od/ kopie bd). De verklaring wordt door de opleiding op educatieve wijze ingezet, met verwijzing naar de eisen van de huisartsenposten. Maand 4: Een educatief voortgangsgesprek staat op voor deze maand: met de huisartsopleider aan de hand van het competentieprofiel van de huisarts t.b.v het bijstellen van het IOP (verslag door aios: od, kopie bd), én met de mentor op basis van het IOP en de observaties van het functioneren van de aios tijdens het cursorisch onderwijs (verslag door aios/mentor: od, kopie bd). De huisarts-opleider en mentor vullen als onderlegger voor het gesprek de ComBel jaar 3 voor de Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

17 eerste keer in. Aansluitend geven de huisartsopleider en de mentor een voorlopige beoordeling van het functioneringsniveau van de aios op de verschillende competentiegebieden. Hiertoe vullen zij onafhankelijk van elkaar een formulier Voorlopig Advies Beoordeling over de aios in met de ingevulde ComBel jaar 3 als onderlegger. De aios bespreekt de uitkomsten van de voorlopige beoordeling met de opleider en de mentor (Adviesformulier 2x: bd, kopie od). Maand 6: Uiterlijk na 6 maanden beoordeelt de opleider de mate van zelfstandigheid van de aios als telefoonarts; bij een positieve beoordeling leidt dit tot het afgeven van een Bekwaamheidsverklaring Telefoonarts (uitslag: od/ kopie bd). De verklaring wordt door de opleiding op educatieve wijze ingezet, met verwijzing naar de eisen van de huisartsenposten. Maand 8: in deze maand vindt een tweede, educatief voortgangsgesprek plaats (waarvoor de huisartsopleider en de mentor de ComBel jaar 3 voor de 2 de keer invullen, zie ook maand 4) en maakt de aios maakt onder examenomstandigheden de zesde landelijke kennistoets. Deze toets is zowel educatief als selectief van aard (uitslag: bd, kopie od). Uiterlijk in deze maand (4 maanden voor het einde van de opleiding) geven de huisartsopleider en mentor een beoordeling van het functioneringsniveau van de aios op de verschillende competentiegebieden. Zowel opleider als mentor vult hiertoe, onafhankelijk van elkaar, een Adviesformulier Selectieve Beoordeling in. Eerder deze maand hebben de opleider en mentor de ComBel jaar 3 voor de tweede keer ingevuld. De aios ondertekent de diverse formulieren en geeft waar gewenst commentaar op de inhoud. De vier formulieren worden voor selectieve doeleinden gebruikt (alle formulieren: bd, kopie od). Maand 12: hier houdt de aios een derde, educatief voortgangsgesprek met zowel opleider als mentor (de huisartsopleider/mentor vult als onderlegger voor het gesprek de ComBel jaar 3 voor de derde keer in). Bovenstaande procedure heeft tot doel om uiterlijk 4 maanden voor het einde van de opleiding een advies aan het hoofd te geven over de geschiktheid van de aios ten aanzien van het voortzetten van de opleiding. Het doen van een onvoorwaardelijke uitspraak door het hoofd is slechts mogelijk als de aios aan alle procesmatige voorwaarden heeft voldaan (op jaarbasis: dagen cursorisch onderwijs gevolgd, minimaal 20 diensten gedaan, 2 weken zelfstandige periode gehad). De jaar 3-coördinator verzamelt via de mentoren de voor de selectieve beoordeling noodzakelijke toetsuitslagen, beoordelingen en formulieren (te weten: de uitslagen van de beide landelijke kennistoetsen en de videotoetsing, de ComBel jaar 3 van de opleider en mentor, het Adviesformulier van opleider en mentor, de Bekwaamheidsverklaring Visite- en Consultarts, het Registratieformulier diensten en de Verklaring Zelfstandige Periode) en bespreekt deze met het hoofd. Uiterlijk 3 maanden voor het beoogde einde van de opleiding beslist het hoofd van de opleiding op basis van deze gegevens. Hierbij geldt de volgende beslisregel: Expertoordeel (opleider/mentor), videotoetsing én minimaal één kennistoets voldoende = voltooien opleiding volgens plan. Expertoordeel niet op alle competentiegebieden minimaal voldoende, óf beide kennistoetsen onvoldoende, óf videotoetsing onvoldoende = verlenging opleiding of aanvullende toetsing. Expertoordeel in totaliteit onvoldoende = voortijdig beëindigen opleiding. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

18 De voorwaarden bij een verlenging van de opleiding worden per aios bepaald. Zij kunnen een aanpassing van het opleidingsschema (specifieke stage, verlenging opleidingsperiode in de huisartspraktijk) en/of een specifieke selectieve beoordeling omvatten. Bij deze specifieke beoordeling kunnen alle genoemde toetsinstrumenten ingezet worden, d.w.z. ook instrumenten die regulier voor educatieve doeleinden worden gebruikt. Bij onvoldoende resultaat van de kennistoetsen of videotoetsing is aanvullende toetsing mogelijk. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

19 Opleidingsplan huisartsopleiding Maastricht Maastricht Maart 2013 (update versie november 2011, RGS) Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

20 Inhoudsopgave In het kort/verwijzing 3 1 Inleiding Begrippenlijst 6 2 Onderwijskundige uitgangspunten 8 3 Het curriculum Regelgeving Structuur van het Maastrichtse curriculum Beschrijvingen per onderdeel Eerste opleidingsperiode in de huisartspraktijk (jaar 1) Stages (jaar 2) Klinische stage (Acute zorg stage) Chronische zorg stage Psychische zorg stage Keuzestages Keuzestage Actieve Verloskunde Tweede opleidingsperiode in de huisartspraktijk (jaar 3) Geïntegreerd individueel keuzetraject (differentiatie) 19 4 Toetsing en beoordeling Inleiding/procedures algemeen Terminologie De toetsinstrumenten Toetsing en beoordeling per opleidingsjaar 25 Bijlagen 31 Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

21 In het kort Het Opleidingsplan huisartsopleiding Maastricht vormt de basis voor de individuele opleidingsplannen en opleidingsschema s van Maastrichtse aios. De opleiding beoogt aios op effectieve en efficiënte wijze de in het Competentieprofiel van de huisarts beschreven competenties eigen te doen maken. Aios zijn medeverantwoordelijk voor een goede en actuele invulling van hun individuele opleidingsplan. De opleiding biedt een scala van toetsen en beoordelingen aan, waardoor zowel staf als aios snel inzicht krijgen in de aanwezige en nog te verwerven competenties voor het huisartsenvak. De aios houdt een ontwikkelingsdossier bij waarin plaats is voor toetsen, beoordelingen, reflecties, verslagen, consulten en ander materiaal waaruit de voortgang en leerdoelen zijn af te leiden. Het streven van opleiding Maastricht is om aios zoveel mogelijk een opleiding op maat te bieden. Op grond van de gegevens die over (en door) aios verzameld zijn wordt het individueel opleidingsschema van de aios uitgestippeld en ter goedkeuring aan het hoofd voorgelegd. Hierbij wordt het lokaal opleidingsschema vertaald naar de kwaliteiten van de individuele aios door het toekennen van vrijstellingen en het inpassen van keuzestages in de opleiding. Daarnaast vraagt de opleiding van aios om eigen werkmateriaal uit de praktijk in te brengen in het onderwijs en biedt zij praktijkopdrachten aan die aios op hun eigen situatie toepassen. Verwijzing De digitale versies van het Opleidingsplan huisartsopleiding Maastricht met bijbehorende notities en de in dit plan genoemde documenten met betrekking tot de regelgeving van de opleiding zijn te vinden op de volgende locaties: EleUM: (selecteer Course AIOS-H jaar 1/Algemeen ): deze pagina biedt direct toegang tot het Opleidingsplan met bijbehorende notities, het Instituutsreglement, en de Regels en Procedures H-schijf vakgroep Huisartsgeneeskunde: H:\Opleidingsplan\Definitieve stukken\lokaal Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht

22 1. Inleiding Dit document beschrijft de opleiding tot huisarts zoals die bij de Universiteit Maastricht uitgevoerd wordt. De vorm en de inhoud van het opleidingsplan zijn bepaald door het wettelijke kader dat vastgelegd is in het Kaderbesluit CHVG en het Besluit huisartsgeneeskunde, beide in werking getreden op 1 januari In deze besluiten komen met betrekking tot het opleidingsplan de volgende elementen aan de orde: het Raamcurriculum 2005 (het feitelijke landelijke opleidingsplan) het Competentieprofiel van de huisarts de Eindtermen huisartsopleiding 2000 het Protocol Toetsing en Beoordeling 2005, gewijzigd door de HVRC op 4 december 2008 en in 2011 in gewijzigde vorm vastgesteld door het College Geneeskundige Specialismen Het Raamcurriculum 2005/landelijk opleidingsplan bevat een operationalisering van de opleidingseisen op structuurniveau. Aan de opleidingseisen zijn het Competentieprofiel van de huisarts en de daarbij behorende Eindtermen van de huisartsopleiding gekoppeld als einddoelen van de opleiding1. Hoofdstuk 2 van het opleidingsplan beschrijft de onderwijskundige uitgangspunten die de huisartsopleiding Maastricht hanteert bij het doen eigen maken door aios van competenties en eindtermen. Voorts beschrijft het Raamcurriculum 2005 de globale inhoud van het onderwijs en geeft het aan welke doelen op welk moment van de opleiding moeten worden bereikt. Deze tussentijdse doelen staan omschreven in het Tussenprofiel jaar 1 en het Tussenprofiel jaar 2. Op basis van deze onderdelen van het Raamcurriculum 2005 beschrijft de huisartsopleiding Maastricht in hoofdstuk 3 de middelen, de opleidingsperioden in de huisartspraktijk, de stages en het cursorisch onderwijs, zoals de opleiding deze inzet. De lokale Procedure Toetsing en Beoordeling is opgesteld conform de laatste versie van het landelijke Protocol Toetsing en beoordeling en beschrijft het kader, waaraan de toetsing dient te voldoen. Hoofdstuk 4 beschrijft deze procedure. Het opleidingsplan Huisartsopleiding Maastricht beschrijft de inrichting en uitvoering van het onderwijs en vormt het kader voor het individuele opleidingsschema (IOS) en individueel opleidingsplan (IOP) van de aios (zie bijlage) alsmede voor de leerwerkplannen van de opleiders en de stage-inrichtingen. Voor de inhoudelijke uitwerking van het onderwijs wordt in de tekst verwezen naar diverse notities die als bijlagen zijn opgenomen. Deze notities worden in de loop van de tijd geactualiseerd op basis van medisch inhoudelijke en onderwijskundige ontwikkelingen waarbij het Opleidingsplan Huisartsopleiding Maastricht als kader blijft gelden. Het Kaderbesluit CHVG en het Besluit huisartsgeneeskunde zijn leidend voor het opstellen van een Instituutsreglement. Dit reglement vormt met de twee besluiten en het opleidingsplan de basis voor de Opleidingsovereenkomst die de aios met de huisartsopleiding Maastricht afsluit. In het schema op de volgende bladzijde wordt de samenhang tussen de verschillende hierboven beschreven elementen schematisch weergegeven. In 2009 is in opdracht van het CHO het document Competentieprofiel en Eindtermen uitgebracht, waarin de Eindtermen gekoppeld zijn aan het Competentieprofiel van de huisarts en het Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2009 van NHG/LHV. Instituutsreglement Huisartsopleiding Maastricht