Non-verbaal presenteren. Non-verbale communicatie toegepast door presentatoren in documentaires

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Non-verbaal presenteren. Non-verbale communicatie toegepast door presentatoren in documentaires"

Transcriptie

1 Non-verbale communicatie toegepast door presentatoren in documentaires, , Nicolaas Beetsstraat 126 hs, 1054 XT, Amsterdam, Communicatie- en Informatiewetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen, Begeleider: Dr. C. Sauer,

2

3 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie ter afronding van de master Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het schrijven heeft iets meer tijd gekost dan ik voorheen bedacht had. Echter ondanks dat denk ik dat het een stuk heeft opgeleverd waar ik trots op kan zijn. Met deze scriptie heb ik voornamelijk geprobeerd om de analyse van gestes en mimiek toe te passen op een nieuw onderzoeksveld. Dat impliceert tevens dat dit onderzoek een nieuwe methode laat zien om na te kunnen gaan welk effect gestes en mimiek op de interpretatie van de gesproken tekst door presentatoren kan hebben. Het lijkt erop nu dat ik met dit onderzoek iets bijgedragen heb aan de communicatiekunde, wat mij grote voldoening heeft gegeven Graag wil ik dhr. Sauer bedanken voor zijn geduld en hulp tijdens het schrijfproces van deze scriptie en tevens voor zijn ondersteuning in het vinden van de juiste rode draad in mijn onderzoek. Daarnaast wil ik graag mijn naaste vrienden en familie bedanken voor hun steun en luisterend oor.

4 Samenvatting Het doel van dit onderzoek is te analyseren of ook non-verbale communicatie die toegepast wordt door een presentator in een documentaire een functie heeft bij de ondersteuning van de informatieverwerking bij de kijkers. Er wordt een vertaalslag gemaakt van opgenomen non-verbale presentaties naar de mogelijke ondersteuning van de informatieverwerking door filmkijkers op grond van de vertoning van presentatoren en hun non-verbaal gedrag. Onderzocht wordt in het bijzonder of deze non-verbale handelingen een functie hebben in de informatieverwerking bij de kijkers. De vier documentaires die in dit onderzoek geanalyseerd worden, zijn: The New York Connection ( De Amerikaanse droom ), Andere Tijden ( Vrouwen in het gewapend verzet ), De Oorlog ( Hoe de Joden uit Nederland verdwenen ) en Van Dis in Indonesië ( Bestemming hoop ). In deze documentaires wordt een overgrote meerderheid van het verhaal niet enkel in film uitgebeeld maar wordt het verteld, vooral door een presentator. De vier documentaires behelzen een verschillend onderwerp over het verleden, ze beschrijven een deel van de historie van respectievelijk New York, vrouwen in het gewapend verzet in Nederland, Joden in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog en een reis door Indonesië die veel herinneringen doet oprakelen bij de presentator. In de geanalyseerde documentaires wordt het grootste deel van het verhaal niet alleen in film uitgebeeld, maar ook verteld door een enkele presentator. De documentaires voeren dus een stem, maar het is bijna nooit het geval dat die stem van de presentatoren alleen is. Het is de plaatsing van de presentatoren en de context van de betreffende passages die bijdragen aan de stem van de documentaire. Daar komt ook nog bij dat er verschillende manieren zijn waarop presentatoren kunnen worden neergezet in een film. De rol die van toepassing is op de presentatoren die geanalyseerd zijn voor dit onderzoek, komt naar voren als een combinatie van direct address en indirect address. Beide vormen worden door de presentatoren belichaamd. De presentator is er om een standpunt in te nemen met betrekking tot een aspect van de historische wereld en om het publiek te overtuigen van dat standpunt. De presentatoren zijn dus actief betrokken bij de ondersteuning van de informatieverwerking door het kijkende publiek. Ze spreken de kijker direct aan, waardoor de kijker actief betrokken raakt bij het verhaal dat wordt verteld in de documentaire. Dit aangesproken filmpubliek dat de filmische dialogen verwerkt, wordt door Bubel onder de term overhearer geschaard. Echter, met deze term beperkt ze zich tot de verbale vormgeving van de dialoog die moet zijn opgezet voor de kijker. Dat lijkt niet realistisch, want het publiek hoeft niet per

5 definitie alles uitgelegd te krijgen, mits het non-verbale gedrag van de filmacteurs genoeg hints bevat die door het kijkende publiek kunnen worden geïnterpreteerd. Filmkijkers hebben er ook iets aan hoe de optredende personen hun non-verbale gedrag realiseren. Immers wat het publiek van de presentator te zien krijgt draagt bij tot wat men van zijn woorden begrijpt. Het overhearer design van Bubel (2008: 55-71) wordt daarom uitgebreid tot een overlooker design (Sauer, 2009). Daarom ook zijn filmkijkers niet alleen maar luisteraars, maar ook bespieders van de documentaire. Het filmpubliek hoort dus niet alleen de teksten, maar ziet ook de beelden. Door middel van information linking (Van Leeuwen, 2005) kan een documentairemaker verschillende elementen uit de documentaire met elkaar verbinden. Immers door elementen aan elkaar te linken, kan een documentairemaker de bedoelde boodschap overbrengen op het kijkende publiek. De kijkers kunnen dan de verschillende informatie die in de documentaire getoond worden, met elkaar laten samenhangen en hierdoor een meer duidelijke beeldvorming krijgen. Tekst-beeldrelaties komen volgens Van Leeuwen (2005) in twee hoofdtypen voor: uitwerking (teksten en beelden hebben een bepaalde uitwerking op elkaar en maken de informatie specifieker) en uitbreiding (teksten breiden de informatie van beelden uit en omgekeerd). De kijker verwerkt dus de informatie die de presentator non-verbaal op hen overbrengt. Dit gebeurt via tekst en beeld (muziek en geluid worden als modi in dit onderzoek achterwege gelaten), die op elkaar afgestemd moeten zijn om zo een meerwaarde te creëren voor het publiek. De non-verbale communicatiemiddelen die presentatoren toe kunnen passen zijn af te leiden van de theorie van signaling (Clark, 1996). Clark gaat van drie manieren van signalering uit, namelijk: gestes die iets demonstreren, gestes die dingen indiceren en gestes die iets beschrijven. Deze drie verschillende signaleringsmethoden zijn alle via de vinger, hand of arm te bewerkstelligen. Wil de kijker de nonverbale signalen toegepast door de presentator op de juiste manier interpreteren, dan zal deze terug moeten grijpen op verschillende cognitieve resources die weer afhangen van verschillende beslissingen die de filmkijker moet nemen. Dit verwerkingsproces bij de kijker is daarnaast ook afhankelijk van hoe duidelijk de presentatoren zijn in het non-verbaal beschrijven, het indiceren en het demonstreren van het object waar het om draait. Uit de resultaten in dit onderzoek blijkt dat non-verbale handelingen en gezichtsuitdrukkingen een zekere ondersteunende functie hebben bij de gesproken tekst. In elk van de geanalyseerde documentaires past de presentator een vorm van non-verbale communicatie toe.

6 Het theoretisch kader met verschillende theorieën over non-verbale communicatiemiddelen, presentatoren, het publiek, tekst- en beeldrelaties en hoe die met elkaar in overeenstemming wordt gebracht voor de juiste informatieverwerking bij de kijker, vormt de basis voor de analyse in deze scriptie. Het analysemodel waarin de fragmenten uit de vier geanalyseerde documentaires zijn gecategoriseerd op functie en geeft een overzicht van de betekenissen die non-verbale communicatiemiddelen kunnen hebben. De functies waarin de gevonden resultaten zijn gecategoriseerd zijn aanvullen, versterken, specificeren en contrasteren. Onder de functie aanvullen zijn ook de functies uitleggen en subjectivering geschaard. De non-verbale communicatievormen zijn daarnaast onderverdeeld in ondersteunende gestes, deiktische gestes en ondersteunende mimiek. Bij de ondersteunende gestes was het opvallend dat vooral de functie versterken naar voren kwam. Dit was het geval in alle vier de documentaires. Om deze reden blijken de karakters van de geanalyseerde documentaire didactisch te zijn. Dit wil zeggen dat ondanks dat de presentatoren verschillend zijn, het genre van een documentaire non-verbale gestes toelaat met een versterkende functie. Bij de non-verbale deiktische gestes was het opmerkelijk dat twee functies de overhand hadden. In de documentaires The New York Connection en Van Dis in Indonesië was dit de functie aanvullen en in De Oorlog is dit voornamelijk de functie specificeren geweest. Deze tweedeling is waarschijnlijk het gevolg van de presentator die in de eerste twee documentaires als een soort gids de kijker langs allerlei elementen uit het verhaal meenemen. Bij Andere Tijden zijn er geen deiktische non-verbale gestes te ontdekken, en een verklaring hiervoor is dat in deze documentaire de presentator als enige niet op locatie is. Hij bevindt zich gedurende de gehele documentaire in het Media Park in Hilversum. Hij heeft geen materiaal om zich heen om aan het publiek te tonen, enkel beelden die heel af en toe achter de presentator verschijnen. In de andere drie documentaires zijn er daarentegen wel materiële zaken om aan de kijker te tonen en dit doen de presentatoren ook. De ondersteunende mimiek die gebruikt wordt door de presentatoren in de documentaires, is vaak niet afhankelijk van het onderwerp maar meer van de persoon zelf en de camera die deze vastlegt. Uit dit onderzoek blijkt ook dat alleen in de documentaires Andere Tijden en De Oorlog, dit non-verbale communicatiemiddel voorkomt. De presentator uit De Oorlog schuwt het niet om tijdens zijn verhaal met ontzetting te kijken. Hij is daarnaast ook, in vergelijking met de andere drie presentatoren, het meest

7 in beeld en hij wordt veel in medium close up gefilmd. Hierdoor is er meer aandacht voor zijn mimiek, en niet alleen als technisch middel, maar ook als emotioneel hulpmiddel, omdat hij veel elementen uit het verhaal op een niet-neutrale manier aan het publiek toont. Een kanttekening hierbij is dat in de andere documentaires genoeg materiaal te tonen is om mimiek als non-verbaal communicatiemiddel niet toe te hoeven passen. Er kan op basis van dit onderzoek geconcludeerd worden dat non-verbale communicatiemiddelen tijdens het presenteren een duidelijke functie vervullen. Ze zorgen ervoor dat gesproken teksten aangevuld of versterkt worden of een subjectieve tint krijgen. Een kijker krijgt dus niet zozeer extra informatie te verwerken, maar het is nu duidelijk dat sommige dingen niet in woorden uitgedrukt hoeven te worden maar ook via non-verbale gestes of mimiek uitgedrukt kunnen worden.

8 Inhoudsopgave 1. Inleiding Vraagstelling Relevantie van het onderzoek Leeswijzer Theorie Documentaires De presentator Het publiek als overhearer Overhearer & overlooker design Information Linking Non-verbale communicatie toegepast door presentatoren Het herkennen van signalen door het publiek Methode Het onderzoek Analysemateriaal The New York Connection: De Amerikaanse Droom Andere Tijden: Vrouwen in het gewapend verzet De Oorlog: Hoe de Joden uit Nederland verdwenen Van Dis in Indonesië: Bestemming hoop Aanpak van de analyse Validiteit van het onderzoek Geloofwaardigheid Betrouwbaarheid Confirmeerbaarheid..40

9 3.4.4 Overdraagbaarheid Analyse Hoe de presentator in beeld wordt gebracht Functies van non-verbale communicatiemiddelen in documentaires Ondersteunende non-verbale gestes Non-verbale deiktische gestes Ondersteunende mimiek Conclusie Discussie Literatuur Bijlagen Analysemodellen...70

10 1. Inleiding Het doel van dit onderzoek is te analyseren of ook non-verbale communicatie die toegepast wordt door een presentator in een documentaire een functie heeft bij de ondersteuning van de informatieverwerking bij de kijkers. Uit voorgaande onderzoeken is namelijk gebleken dat ongeveer zestig procent van onze communicatie non-verbaal is (Geerardyn, 2012: 2). Ook zouden in sommige gevallen, vooral wat betreft het communiceren van emoties, non-verbale boodschappen belangrijker zijn dan verbale boodschappen (Geerardyn, 2012: 2). Echter wat men nu precies verstaat onder non-verbale communicatie is niet onder één noemer te scharen. Deze communicatievorm bestaat namelijk uit meerdere non-verbale gedragingen (Geerardyn, 2012: 1): gelaatsuitdrukkingen, blik van de ogen en grootte van de pupillen, gebaren en andere lichaamsbewegingen, lichaamshouding, aanrakingsgedrag of contact, ruimtelijk gedrag of afstand, voorkomen (bv. kledij, haarstijl, juwelen), paralinguïstische aspecten van spraak (bv. stemvolume, vlotheid, snelheid) en geur. In dit onderzoek nu wordt een vertaalslag gemaakt van opgenomen non-verbale presentaties (wat het onderwerp was van de studies van non-verbale communicatie) naar de mogelijke ondersteuning van de informatieverwerking door filmkijkers op grond van de vertoning van presentatoren en hun non-verbaal gedrag. Onderzocht wordt in het bijzonder of deze non-verbale handelingen een functie hebben in de informatieverwerking bij de kijkers. Welke functies dit kunnen zijn, zal later in hoofdstuk drie worden toegelicht. De volle breedte aan mogelijkheden die de combinatie van non-verbale en verbale communicatie inhoudt, valt niet in een enkel onderzoek te vatten. Natuurlijke gespreksomgevingen waarin deze mogelijkheden ten volle benut worden, beginnen pas langzamerhand deel uit te maken van conversatie-analytisch onderzoek, maar er is nog geen systematiek bereikt die door andere onderzoekers toegepast kan worden. Aan de andere kant zijn personen in hun non-verbaal gedrag regelmatig te zien wanneer ze op tv of in een film verschijnen. Dergelijke omstandigheden zijn gunstig voor nader onderzoek. Omdat er keuzes gemaakt moeten worden, zal de toepassing van non-verbale communicatie in dit onderzoek specifiek betrekking hebben op documentaires, die immers al vaker op verschillende aspecten van hoe ze de 1

11 informatieverwerking van de kijker ondersteunen, onderzocht zijn. Het onderhavige onderzoek kan hierop dus aansluiten. Een documentaire is een non-fictiefilm, die vaak bestaat uit archiefmateriaal en filmopnames van bijvoorbeeld historische fragmenten en interviews die door een voice-over aan elkaar worden gepraat en een beeld geven van een aspect uit de realiteit. Daarnaast zijn er een groot aantal documentaires die een presentator inzetten om de kijkers tijdens het kijken te begeleiden. Onderwerpen kunnen uit de politiek, geschiedenis, wetenschap of persoonlijke ervaringen komen. Het doel van een documentaire is veelal de kijker informeren, hem proberen een objectief beeld te geven of juist een persuasieve visie overbrengen die de filmmaker in gedachte heeft (Pramaggiore & Wallis, 2008: 280). Een documentaire bestaat normaliter uit vier verschillende modi, namelijk taal, beeld, geluid en muziek (Kress en van Leeuwen,1996: 265). Deze vier kernmodi vormen de complete multimodaliteit in een documentaire; de inzet van deze modi en bijbehorende sub-modi dient ter afstemming op de informatieverwerking door het publiek. Dit kan onder meer door de gesproken teksten passend te maken voor de verbale informatieverwerking bij de kijkers. Het is in het algemeen, en in deze scriptie in het bijzonder echter van belang te noemen dat de modus taal (praktisch altijd) door de modus beeld ondersteund wordt; kijkers zien immers de sprekers en profiteren daarom van de zichtbare context waarin de sprekers opereren. Dit geldt in het bijzonder, wanneer handgebaren en mimiek zichtbaar zijn. Zodoende kunnen we de presentator in een documentaire dus als een combinatie van de verschillende modi: taal (=spraak) en beeld beschouwen. Geluid, bestaande uit onder andere de akoestische omgeving van spraak, en muziek valt in dit onderzoek te verwaarlozen. Er zal derhalve in dit onderzoek sprake zijn van slechts een kleine multimodaliteit. De concentratie op de presentator brengt met zich mee, dat de informatieverwerking door de kijkers centraal staat, althans de ondersteuning van deze informatieverwerking door spraak en non-verbaal gedrag van de presentatoren. Het is dus zaak om de (communicatieve) rol van deze personen te bepalen. Vanuit de kijkers naar 2

12 documentaires bezien, zijn sprekers die in films te zien zijn ondersteuners van de informatieverwerking, mits zij hun talige uitingen doen voor de derde onzichtbare partij, de kijkers. Volgens Bubel (2008: 67) krijgt de kijker daardoor de rol van overhearer in filmische dialogen, hij is een luistervink voor wie het gesprek tussen een spreker en een hoorder wordt opgezet of gemonteerd. Aangezien in dagelijkse gesprekken overhearers veelal hun best moeten doen om de tekst van de dialoog te begrijpen, moet er volgens Bubel (2008: 67) in films mee rekening worden gehouden dat de vormgeving van de te horen spraak voor de informatieverwerking door de kijkers geschikt wordt gemaakt. Immers in dagelijkse gesprekken kunnen mensen nog inspringen wanneer deze niet begrijpen wat er gezegd wordt, echter bij filmische dialogen is dit niet mogelijk. Een speciale vormgeving voor dit soort dialogen wordt ook wel het overhearer design genoemd. In hoofdstuk twee zal dieper op de informatieverwerking van de kijker worden ingegaan. Een kijker naar dialogen in films, zal echter niet alleen het verbale aspect van de dialoog moeten begrijpen, ook het visuele element hierin is van groot belang voor hen. En op dit gebied schiet het overhearer design tekort, want de kijkers zijn juist ook bespieders van de dialogen in films en zijn daarom tevens overlookers (Sauer, 2009) te noemen. Er zal dus worden onderzocht wat het effect is van handgebaren en mimiek in documentairepassages waarbij personen (presentatoren) zichtbaar in beeld zijn tijdens het spreken, op de informatieverwerking bij kijkers. Dit onderzoek kan van belang zijn aangezien er een zekere trend is in moderne documentaires die alle gebruik maken van een presentator die de onderdelen van de documentaire aan elkaar praat en de kijkers van de nodige informatie voorziet. Die voorkeur voor presentatoren vertaalt zich dan weer in hun non-verbale communicatie die immers onlosmakelijk met hun verbale gedrag is verbonden. Het kan zelfs zo zijn dat deze non-verbale vormen relevant zijn omdat de informatie voor het publiek zodoende meer levendig, maar ook meer specifiek, meer aanvullend of meer versterkend wordt gemaakt. Er zal met dit onderzoek een eerste aanzet worden gegeven tot het onderzoeken van non-verbale communicatie toegepast door presentatoren in documentaires. Met de resultaten uit het onderzoek kan er een raamwerk worden gevormd waarin de functies van non-verbale communicatie op de informatieverwerking bij de kijkers worden weergegeven. 3

13 De vier documentaires die in dit onderzoek geanalyseerd worden, zijn: The New York Connection ( De Amerikaanse droom ), Andere Tijden ( Vrouwen in het gewapend verzet ), De Oorlog ( Hoe de Joden uit Nederland verdwenen ) en Van Dis in Indonesië ( Bestemming hoop ). In deze documentaires wordt een overgrote meerderheid van het verhaal niet enkel in film uitgebeeld maar wordt het verteld, vooral door een presentator. De vier documentaires behelzen een verschillend onderwerp over het verleden, ze beschrijven een deel van de historie van respectievelijk New York, vrouwen in het gewapend verzet in Nederland, Joden in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog en een reis door Indonesië die veel herinneringen doet oprakelen bij de presentator. 1.1 Vraagstelling Er wordt getracht met deze scriptie een eerste bijdrage te leveren aan onderzoek naar non-verbale communicatie tijdens passages in documentaires waarin presentatoren optreden. Allereerst is het nodig om non-verbale communicatie duidelijk van verbale communicatie af te bakenen. In dit onderzoek wordt onder dit begrip handgebaren, ook wel gestes, en mimiek geschaard. Gekeken zal worden welke werking deze gestes en gezichtsuitdrukkingen bij de gesproken tekst kunnen hebben. Verwacht mag worden dat ze een eventuele aanvullende en versterkende werking zullen hebben, maar dat ook contrasterende of specificerende werkingen zullen optreden. De onderzoeksvraag luidt als volgt: Hoe ondersteunen non-verbale gestes en mimiek in documentairepassages waarbij personen (presentatoren) in beeld zijn tijdens het spreken de informatieverwerking van de kijkers? Aan de hand van onderstaande deelvragen zal de onderzoeksvraag beantwoordt kunnen worden: 4

14 1. Wat wordt er in dit onderzoek verstaan onder non-verbale gestes en mimiek? Hoe kunnen non-verbale gestes in documentaires gecategoriseerd worden? 2. Welke functies kunnen gestes en mimiek hebben voor het publiek? En hoe dragen deze non-verbale communicatiemiddelen bij aan de informatieverwerking van de kijkers? De algemene verwachting uit de resultaten van dit onderzoek is dat gestes en mimiek versterken of benadrukken wat er gezegd wordt door een presentator in een documentaire en dat deze vormen van nonverbale communicatie eventueel ook uitingen (verbale elementen) kunnen vervangen. Het doel van dit onderzoek is het uitbreiden van de kennis over de invloed van gestes en mimiek bij het spreken. Wanneer uit de documentaires blijkt dat deze non-verbale communicatiemiddelen een invloed hebben op de interpretatie van de gesproken tekst, kan de theorie over de tekst-beeldrelaties worden aangevuld met de gevonden resultaten over non-verbale communicatie tijdens het spreken. 1.2 Relevantie van het onderzoek Dit onderzoek is voor de communicatiekunde van belang omdat het de analyse van gestes en mimiek toepast op een nieuw onderzoeksveld. Dat impliceert tevens dat het onderzoek een nieuwe methode laat zien om na te kunnen gaan welk effect gestes en mimiek op de interpretatie van de gesproken tekst door presentatoren kan hebben. Naast deze verrijking van methodologische kennis wordt door middel van de onderzoeksopzet ook meer kennis in kaart vergaard over de relatie tussen non-verbale en verbale communicatie in documentaires. 5

15 1.3 Leeswijzer Allereerst zal er een theoretisch kader worden opgezet, dat tot doel heeft al bestaande theorie ten aanzien van het onderzochte fenomeen aan de orde te stellen. Aansluitend worden er analysemodellen ontwikkeld waarin de non-verbale communicatiemiddelen uit de fragmenten per functie kunnen worden onderverdeeld. In hoofdstuk 4 worden dan de daadwerkelijke analyseresultaten weergegeven en in hoofdstuk 5 zal de conclusie van dit onderzoek worden geformuleerd. Als laatste zal in hoofdstuk 6 een korte discussie worden besproken met betrekking tot de beperkingen van dit onderzoek en welke mogelijkheden er bestaan voor verdergaand onderzoek. 6

16 2. Theorie Zoals al uit de inleiding blijkt, wordt met dit onderzoek getracht een eerste bijdrage te leveren aan onderzoek naar non-verbale communicatie tijdens passages in documentaires waarin presentatoren optreden. Deze scriptie baseert zich daarom op bestaande theorieën die, althans in principe, rekening houden met de onderzochte fenomenen in dit onderzoek. Om tot resultaten te komen fungeert dit theoretisch kader als basis. 2.1 Documentaires Omdat de analyse in deze scriptie gericht is op documentaires, is het van belang dit begrip eerst nader toe te lichten. De term documentaire is in de jaren 20 door John Grierson (in: Pramaggiore & Wallis, 2008: 284), oprichter van de Britse Documentary Movement, bedacht. Hij beschreef de documentaire als een creatieve behandeling van de realiteit. Documentaires van nu laten aspecten van de echte wereld zien en proberen historische of hedendaagse gebeurtenissen te reconstrueren (Pramaggiore & Wallis, 2008: 280). In dit filmgenre kunnen presentatoren een bepaalde rol innemen die door de regisseur bepaald is, om zo zijn beweringen over de wereld te ondersteunen. De verschillende rollen of functies die personen aan kunnen nemen of hebben, zijn: the voice of authority, talking heads, direct cinema, en self reflexivity (Pramaggiore & Wallis, 2008: 287). Bij the voice of authority is de presentator veelal als voice-over te horen en worden er tussendoor beelden getoond om zo het publiek te overtuigen van een bepaalde bewering. In de vier documentaires die geanalyseerd zijn voor dit onderzoek zijn er, naast dat de presentatoren in beeld zichtbaar zijn, ook fragmenten waarin zij als voice-over fungeren, en op deze manier het verhaal overbrengen op de kijker. Tevens worden in de documentaires interviews getoond met kenners van het betreffende onderwerp, of 7

17 personen die bij het onderwerp betrokken zijn of waren. Alleen in Vrouwen in het gewapend verzet uit de documentaireserie Andere Tijden baseert de regisseur zich op interviews en praat de presentator deze verhalen aan elkaar. Deze presentatievorm wordt ook wel talking heads genoemd. In De Amerikaanse Droom uit de documentaireserie The New York Connection, Hoe de Joden uit Nederland verdwenen uit De Oorlog en de aflevering Bestemming Hoop uit Van Dis in Indonesië worden er echter ook nog andere middelen ingezet om de kijker te overtuigen van het verhaal dat verteld wordt in de documentaires. Naast een voice-over en fragmenten met verbale getuigenissen van individu s, kan een documentaire ook enkel een observerende functie hebben waarbij de presentator de gebeurtenissen presenteert zonder het perspectief van de regisseur naar voren te laten komen. Deze vormgeving in een documentaire, waarbij de kijker de rol van observator krijgt, wordt ook wel direct cinema genoemd. In de aflevering De Amerikaanse Droom uit The New York Connection en Bestemming Hoop uit Van Dis in Indonesië fungeren de presentatoren als een soort gids en leiden ze de kijker door het verhaal heen, hierdoor wordt het verhaal voor de kijker observeerbaar. Echter omdat de presentatoren ook af en toe hun mening door laten schemeren, is deze strategie van direct cinema niet echt aan de orde in het analysemateriaal in dit onderzoek. Dergelijke passages vallen dan eerder onder de al genoemde strategie van talking heads. Ten slotte kan een filmmaker volgens Pramaggiore en Wallis (2008: 289) gebruikmaken van de strategie genaamd self reflexive. Hierbij maakt het proces van het maken van de documentaire deel uit van het onderwerp van de documentaire. Alleen in de aflevering Bestemming Hoop uit Van Dis in Indonesië wordt duidelijk gemaakt dat de documentaire ter plekke wordt gefilmd en dat de kijker de gemaakte reis net als de presentator voor de eerste keer meemaakt. Aanvullend op de rollen die presentatoren in een documentaire aan kunnen nemen, beschrijft Nichols (2001: ) strategieën die documentairemakers tevens toe kunnen passen. Deze strategieën zijn echter meer gericht op de gehele vormgeving van de documentaire. Nichols benoemt er vier: de poetic, expository, participatory, en performative mode. Op dit onderzoek zijn echter alleen de zogenaamde expository en performative mode van toepassing. Bij de expository mode worden voornamelijk het verbale commentaar en de argumenten benadrukt door de presentator. Bij de performative mode wordt 8

18 vooral het persoonlijke aspect van een onderwerp behandeld. Documentaires waarbij gebruik is gemaakt van deze strategie, benadrukken en construeren vaak het verborgen aspect van het presenteren van enerzijds de onderwerpen die aan bod komen, en anderzijds van de filmmakers zelf (Bruzzi, 2006: 185). De rol hiervan, volgens Bruzzi, is om de aandacht van het kijkende publiek te richten op de onmogelijkheid van authentieke documentaires. In de moderne performatieve documentaires worden onderwerpen gepresenteerd op een manier dat de camera en de crew de onvermijdelijke delen accentueren die elke situatie kunnen veranderen (Bruzzi, 2006: 187). In de geanalyseerde documentaires Andere Tijden: Vrouwen in het gewapend verzet en Van Dis in Indonesië: Bestemming Hoop wordt er veelal een persoonlijk aspect van een historisch onderwerp besproken. Daarnaast wordt in deze documentaires een tot nog toe verborgen aspect van het geschiedenisverhaal verteld. De afleveringen Hoe de Joden uit Nederland verdwenen uit De Oorlog en De Amerikaanse Droom uit The New York Connection benadrukken echter de interactie tussen het behandelde onderwerp en de presentator zelf. Al is dit laatste kenmerk ook terug te vinden in Bestemming Hoop uit de documentaireserie Van Dis in Indonesië, aangezien de presentator een reis maakt waarmee hij een persoonlijke verbintenis heeft. Naast deze middelen en strategieën is het zo dat in de geanalyseerde documentaires het grootste deel van het verhaal niet enkel in film is uitgebeeld maar voornamelijk wordt verteld, vooral door een enkele presentator. 2.2 De presentator Omdat elke documentaire een stem heeft die iets uit wil drukken, is het van belang om de functie van de presentator die hier centraal gesteld wordt van deze stem te onderscheiden. Wat houdt de rol van de presentatoren precies in in de geanalyseerde documentaires en hoe komt deze tijdens de documentairepassages in beeld? Voor dit onderzoek is er, om dit goed te kunnen analyseren, gericht 9

19 gezocht naar presentatoren die zichtbaar in beeld zijn en direct in de camera praten. Volgens Nichols (2010: 76), zie figuur 1, vallen presentatoren en de stem van een documentaire niet samen, maar wordt wat hij de stem noemt tot stand gebracht op grond van verschillende combinaties van filmische elementen. Het is dus praktisch nooit een presentator alleen die de stem van de documentaire is: het is zijn plaatsing en de context van de betreffende passages die bijdragen tot de stem van de documentaire. Daar komt nog bij dat er verschillende manieren zijn waarop presentatoren kunnen worden neergezet in een film, zie figuur 1. De rol die toepasbaar is op de presentator in dit onderzoek, is een combinatie van direct address en indirect address als belichaamd persoon (andere passages waarbij voice-over commentary en film technique domineren, worden in dit onderzoek niet behandeld). In de geanalyseerde documentaires richt de presentator zich namelijk niet alleen op de kijker via de camera, maar toont de camera ook de omgeving waarin de presentator zich bevindt. Hij is er om een standpunt in te nemen met betrekking tot een aspect van de historische wereld en om het publiek te overtuigen van dat standpunt. Daarmee is dus wederom niet gezegd dat de mening (stem) van de documentairemaker en de uitingen van de presentator samenvallen, maar wel dat de presentator actief betrokken is bij de ondersteuning van de informatieverwerking door het kijkende publiek. 10

20 Figuur 1 Forms of Documentary Voice (Nichols, 2010: 76) Uit figuur 1 leidt Nichols een reeks aanspreekvormen van het publiek af. De meeste toegepaste aanspreekvorm in de geanalyseerde documentaires berust op de assumptie ik vertel het aan hen/ aan jou (Nichols, 2001: 13-17). De kijkers worden hiermee direct aangesproken waardoor ze actief betrokken raken bij het verhaal en dus niet enkel meer toeschouwer zijn van de documentaire. Met deze bewoordingen lijkt het er dan op dat de filmmaker, zelf of via een andere spreker, direct verslag doet, in beeld of als een stem van god (Nichols, 2001: 13). Echter de vraag of dit zo is moet hier open blijven. In dit onderzoek staan echter niet de filmmakers maar de presentatoren centraal. De presentatoren in de documentaires staan voor de camera met een duidelijke reden. Er wordt namelijk veel informatie over een historisch onderwerp verstrekt en de kijker zal in staat gesteld moeten worden deze informatie ook te kunnen verwerken. Het komt dus neer op een samenwerking van beide kanten. De presentatoren spreken daarbij direct de kijker aan om zo het belang van toch enig contact met hem te onderstrepen. Om deze reden zal het in de volgende paragraaf om de rol van het filmpubliek gaan, waarna de relatie tussen de non-verbale communicatie en de gesproken teksten van de presentatoren verduidelijkt 11

21 zal worden. 2.3 Het publiek als overhearer Allereerst zal het participation framework, in de vorm gepresenteerd zoals door Clark (1996: 14) is ontwikkeld, worden besproken. Zijn theorie is vooral van toepassing op de rol van het publiek in dagelijkse gesprekken. Clark benoemt de verschillende principes die betrekking hebben op het publiek. Het is van belang om eerst de functie van het publiek in een dagelijks gesprek te begrijpen, waarna de rol van de kijker naar een documentaire wordt bepaald. Hierna zal uitgelegd worden hoe de relatie tussen de non-verbale communicatie, toegepast door de presentatoren, en het publiek zich manifesteert. Het participation framework is gebaseerd op Goffman s footing (1976, 1979) en gaat over directe communicatie tussen mensen en niet via een technisch medium (anders dan de stem en de non-verbale communicatie). In figuur 2 wordt niet alleen rekening gehouden met de spreker en zijn gesprekspartner(s), maar ook met andere deelnemers aan de taalhandeling. Goffman onderscheidt drie luisterrollen en geeft daarmee ook een rol aan het publiek. Allereerst overhearer, wiens niet geratificeerde deelname wel of niet intentioneel of aangemoedigd kan zijn. Daarnaast zijn er volgens Goffman ook de ratified participants, die als er meer dan twee gesprekspartners zijn - niet direct aangesproken hoeven te worden door de actuele spreker en de addressees, die direct aangesproken worden door de andere gesprekspartner. 12

22 Overhearer Figuur 2 Participation Framework gebaseerd op Clark (1996: 14) Deze theorie is door Clark (1996: 14) uitgewerkt in het model zoals weergegeven in figuur 2. De meest relevante rol die volgens Clark aan luisteraars gegeven kan worden zijn die van bystanders en eavesdroppers. Elementen uit deze twee laatste rollen overlappen volgens Clark en kunnen daarom worden aangeduid met de term overhearer. Clark (1996) baseert zich echter uitsluitend op de communicatie tussen twee of meer personen in het dagelijkse leven en stipt filmische dialogen slechts aan. Volgens Bubel (2008: 56) zijn er wel mogelijkheden om het model van participation framework ook toe te passen op filmdialogen. Zij heeft onderzoek verricht naar het model en toegepast op de vormgeving van filmische dialogen in fictieve films. Uiteindelijk komt Bubel (2008: 69) in haar onderzoek tot de slotsom dat filmdialogen in eerste instantie begrijpelijk moeten worden vormgegeven voor de kijkers. Zij ziet in het filmpubliek een derde partij die de filmdialoog observeert die consequent voor het filmpubliek vormgegeven is. De filmacteurs en andere sprekers houden hier rekening mee, opdat het filmpubliek de dialoog kan volgen. De vormgeving van de filmdialoog zal zodanig zijn dat die ook een beroep doet op de kennis van de wereld waarover het filmpubliek beschikt. Het gaat hier om het fenomeen common ground, de gemeenschappelijk kennis en informatie van alle deelnemers in een interactie (Clark, 1996: 92). Het 13

23 filmpubliek als overhearer mist geregeld elementen van deze common ground en moet daarom aan ontbrekende kennis worden geholpen. Deels kan het filmpubliek deze kennis ontlenen aan algemene kennis van de wereld, deels moeten dingen die voor de gespreksdeelnemers vanzelfsprekend zijn, ook extra worden verwoord, wil een derde partij het kunnen volgen. Deze extra verwoordingen, die een filmdialoog vergeleken met natuurlijke dialogen meer dan volledig maken en ook wat theatraal doen overkomen, zijn juist de elementen waaraan het filmpubliek behoefte heeft. Omdat, zoals Bubel (2008:54) stelt, overhearers niet alleen geen rechten, maar ook geen verantwoordelijkheden in een dialoog hebben, zijn het deze extra elementen die de dialoog voor hen toegankelijk maken. Deze constellatie heeft consequenties voor het verwerkingsproces bij de kijkers. Zij kunnen bijvoorbeeld niet aan de personen in de documentaires vragen om een meer duidelijke uitleg. Door Schegloff (1984: 50) wordt dit het overhearer s problem genoemd. Dit duidt op de ambiguïteit die de kijkers kunnen signaleren tijdens dialogen omdat zij niet exact weten waar het over gaat. Volgens Bubel (2008: 53) kunnen hierdoor in screen-to-face discourse problemen ontstaan, wanneer het filmpubliek eventuele verkeerde inferenties maakt. Op dit gebied is het dus voor documentairemakers van groot belang om de informatie zo duidelijk mogelijk weer te geven en wanneer nodig toe te lichten. Het participation framework van Clark (1996: 14) vormt de basis in dit onderzoek voor het bepalen van de rol van het publiek in documentaires. En hoewel dit model gericht is op personen in dagelijkse gesprekken, ziet Bubel (2008: 56) toch ook overeenkomsten met personen in filmische dialogen. Volgens haar is een overhearer een kijker naar filmische dialogen die als derde partij de voor hem vormgegeven dialoog opvangt. Omdat in screen-to-face discourse de rol van het kijkende en niet alleen als overhearer fungerende publiek nog niet is opgehelderd, zal in 2.4 de vormgeving van het overhearer design en daarop volgend het overlooker design worden uitgewerkt. 14

24 2.4 Overhearer & overlooker design Uit de voorgaande paragraaf blijkt reeds dat Bubel (2008: 55-71) het filmpubliek dat filmische dialogen verwerkt onder de term overhearer schaart. Daarmee beperkt ze zich tot de verbale vormgeving van de dialoog die moet zijn opgezet met het oog op de kijker. Het overhearer design komt, zoals al eerder is aangetoond, voort uit het participation framework van Goffman (1976, 1979) en Clark (1996: 14). Non-verbaal gedrag, zoals dat gebruikelijk is wanneer meerdere gespreksdeelnemers optreden, is een onderdeel van dit participation framework, maar wordt door Bubel verwaarloosd. In figuur drie laat Bubel (2008: 68) na het non-verbale gedrag te integreren. De inferenties die het publiek maakt (hier conjectures genoemd) beperken zich volgens de figuur tot verbale elementen. Dat lijkt niet erg realistisch want het publiek hoeft niet per definitie alles uitgelegd te krijgen, mits het non-verbale gedrag door de filmacteurs genoeg hints bevat die door het kijkende publiek kunnen worden geïnterpreteerd. Het ontbreken van het non-verbale maakt dat Bubels figuur niet volledig is. Figuur 3 Overhearer Design (Bubel, 2008: 68) 15

25 Wat verbaal en non-verbaal gezegd wordt, moet dus voor de kijker begrijpelijk vormgegeven zijn. Sterker nog: wanneer de teksten van acteurs (bijvoorbeeld interviewers of presentatoren) verbaal niet direct afgestemd zijn op het publiek als derde partij (bijvoorbeeld omdat ze toch nog te veel op de onderlinge common ground terugvallen), kan hun non-verbale gedrag toch veel verduidelijken. Filmkijkers zijn dus niet alleen afhankelijk van de vormgeving van dialogen, die op overhearers gericht zijn, ze hebben er ook iets aan hoe de optredende personen hun non-verbale gedrag realiseren, omdat het non-verbale gedrag voor een deel reeds de common ground (zie 2.3) ontsluit. Filmkijkers zijn dus niet alleen luistervinken, maar tevens bespieders van wat ze tijdens het luisteren zien. Daarom moet het perspectief verruimd worden. Wil een kijker een verhaal echt goed begrijpen, dan zal het visuele aspect van films en documentaires er ook bij betrokken moeten worden. Omdat in het bovenstaande model de audiovisuele aard van documentaires niet naar voren komt, zal dit model dus uitgebreid moeten worden. Het is immers van belang om te weten hoe de visualiteit (de visuele informatie) bijdraagt aan de informatieverwerking bij het publiek. Het beeld in een documentaire toont naast foto s en films uit het archief ook andere beelden, vooral in het geval van zichtbare interviews of omgeving, ook de gestes en mimiek van de gesprekspartners. Datzelfde geldt in het bijzonder voor de presentator. Wat het publiek van de presentator te zien krijgt, draagt bij tot wat men van zijn woorden begrijpt. Het overhearer design van Bubel (2008: 55-71) wordt daarom na bovenstaande redenering uitgebreid tot het overlooker design van Sauer (2009). Volgens hem haalt het publiek dus bepaalde informatie uit de beelden terwijl het de (film)tekst beluistert (Sauer & Nijdam, 2012). Echter, datgene dat van de presentatoren zichtbaar in beeld is, is nog niet onder de loep genomen in voorgaande onderzoeken over non-verbale communicatie. Kijkend naar figuur 1, waarin de voice of documentary beschreven wordt, kan hierover wellicht toch meer duidelijkheid tot stand worden gebracht. Immers uit het schema van Nichols (2010: 76) blijkt dat de presentatoren geanalyseerd in dit onderzoek in aanmerking komen als belichaming van zowel direct address als de indirect address. De rollen die de personen in de documentaires dan aannemen, zijn die van of een reporter, een interviewer of iemand die 16

26 tijdens het filmen geobserveerd wordt. En ook al worden hier niet de presentatoren als zodanig bij genoemd, valt het toch met elkaar te vergelijken aangezien presentatoren ook in hun rol een reporter of interviewer kunnen zijn. En bovendien zal wanneer presentatoren fungeren als direct address, de filmkijker voornamelijk gericht zijn op hem en zijn handelingen. De beeldfragmenten die getoond worden aan het publiek kunnen deels beïnvloed zijn door het editingproces van de camera s (Holly 2012: 3). Dit proces wordt door Holly (2012: 3) ook wel Profilierung genoemd. Dit concept houdt het monteren van beelden aan elkaar in, om zo door middel van uitvergroten, enscenering, en andere vormen van montage, een profiel te geven van de sprekende personen. Een dergelijk profiel betreft bijvoorbeeld het slachtoffer, de overwinnaar, of de neutrale persoon. Dit alles wordt bereikt door middel van cameravoering en editing, en niet in eerste instantie door datgene dat deze personen zeggen. Holly (2012) zet zich met dit concept af tegen het feit dat in een talkshow niet alleen het verbale gesprek wordt weergegeven, maar dat door middel van meerdere camera s en montage de sprekers aan tafel een meer visueel profiel krijgen waarmee ze aan de kijker worden getoond. Door middel van de technieken die in het concept van Profilierung genoemd worden, kan een kijker de woede, het enthousiasme of de betrokkenheid van een spreker beter beleven dan wanneer het enkel zou gaan om het beluisteren van de geuite woorden. Hoewel Holly (2012) deze theorie naar aanleiding van talkshows heeft ontwikkeld, komt de theorie ook in dit onderzoek van pas, aangezien door middel van montage ook de non-verbale communicatie van de presentator op specifieke wijze vastgelegd wordt. Zodoende kunnen handgebaren en de mimiek van de presentator verduidelijken wat hij bedoelt en op bepaalde wijze geprofileerd zijn, zodat de kijker de betekenis van de boodschap begrijpt en de informatie op passende wijze verwerkt. Het publiek van een documentaire dat naar gebarende personen kijkt, die tevens de inhoud van de passage presenteren, zijn dus niet alleen overhearers maar ook overlookers. Immers waarnaar zij kijken houdt verband met waarnaar zij luisteren. De modi taal (spraak) en beeld (visualiteit) komen samen. Dit geldt niet alleen voor sequenties met presentatoren, het geldt voor de meeste sequenties in documentaires. 17

27 Meestal ziet en hoort het publiek iets tegelijkertijd en gaat het ervan uit dat die twee modi iets met elkaar te maken hebben. Uit deze algemene hypothese, die ten grondslag ligt aan veel filmtheorieën, kan nu worden afgeleid, dat filmkijkers steeds ook overlookers zijn. De term overlooker wordt ook onderbouwd door de theorie van Kress en Van Leeuwen (1996) en Van Leeuwen (2005). Volgens hen is er een link tussen tekst- en beeldinformatie (informatie linking). Deze link kan uit twee soorten verbanden bestaan, namelijk uitwerking (elaboration) en uitbreiding (extension) (Van Leeuwen, 2005: 219). Specificatie en uitleg vallen onder het verband elaboration; overeenkomst, contrast en aanvulling onder extension. Uit deze laatste link volgt dat de tekst het beeld aan kan vullen of andersom. Een meer uitgebreide uitwerking van de theorie over information linking zal in 2.5 gegeven worden. Het blijkt dat de vormgeving van de gesproken teksten maar ook de beelden waarmee de sprekers getoond worden, afgestemd moeten zijn op de kijker. Hierdoor wordt een documentaire meer toegankelijk gemaakt. De kijkers nemen in de in dit onderzoek geanalyseerde fragmenten de rol aan van overlooker en bespieden dus als het ware de filmbeelden waaruit zij bepaalde informatie halen terwijl zij naar de teksten luisteren. Het non-verbale gedrag van de presentatoren zorgt er tevens voor dat het publiek niet per definitie alles verbaal uitgelegd hoeft te krijgen, mits de non-verbale communicatiemiddelen genoeg hints geven aan het publiek. Echter omdat de kijker de informatie zal moeten verwerken, is het van belang te weten hoe de non-verbale en de verbale communicatiemiddelen samenwerken in afstemming op de informatieverwerking bij het publiek. 2.5 Information Linking De meerwaarde van de informatie voor de filmkijker ligt in de algemene tekst-beeldrelaties. De 18

28 informatie namelijk die wordt gegeven, kan alleen juist geïnterpreteerd worden door deze te zien in context met andere communicatie-eenheden. Van Leeuwen (2005: 219) laat met zijn theorie zien dat de informatie pas meaningful is wanneer de informatie in verband wordt gebracht met cognitieve categorieën zoals aan causale relaties. Door middel van information linking kan een documentairemaker verschillende elementen uit de documentaire dus met elkaar verbinden. Dit kunnen tekst en beeld zijn, maar ook nonverbale en verbale communicatiemiddelen en door deze elementen aan elkaar te linken, kan een documentairemaker de bedoelde boodschap overbrengen op het kijkende publiek. Deze kijkers kunnen dan de verschillende informatie die in de documentaire getoond worden, met elkaar laten samenhangen en hierdoor een meer duidelijke beeldvorming krijgen. Figuur 4 Overzicht tekst-beeldrelaties (Van Leeuwen, 2005: 230) In figuur 4 is te zien op welke manier tekst-beeldrelaties in twee hoofdtypen voorkomen: uitwerking (teksten en beelden hebben een bepaalde uitwerking op elkaar en maken de informatie specifieker) en uitbreiding (teksten breiden de informatie van beelden uit en omgekeerd). Bij tekst-beeldrelaties die onder 19

29 uitwerking vallen, maken tekst en beeld elkaar meer specifiek of realiseren ze uitleg op elkaar. Van uitbreiding is sprake wanneer beeld en tekst in overeenstemming met elkaar zijn (elkaar overlappen), elkaar contrasteren of met meer informatie een aanvulling op elkaar geven. Aan de hand van het overzicht in figuur 4 kan gekeken worden hoe verschillende non-verbale gestes in verhouding staan met de gesproken tekst. Het toekennen van functies aan de non-verbale gestes en mimiek uit het analysemateriaal is van belang om de samenhang te ontdekken tussen deze non-verbale gedragingen en de verbale teksten. Echter wat is nu de betekenis van een non-verbaal communicatiemiddel en hoe wordt deze vormgegeven? Hoe krijgt de kijker de informatie aangeboden en hoe verwerkt hij deze informatie? De functies die voortvloeien uit de tekst-beeldrelaties van Van Leeuwen (2005), zijn: specificatie, uitleg, overeenkomst, contrast en aanvulling. Deze functies, zoals weergegeven in figuur 4, zal ik hieronder toepassen op de non-verbale communicatiemiddelen toegepast door personen in documentaires. Later zal in paragraaf 3.3 meer specifiek worden ingegaan op het analysemodel dat de gevonden resultaten onderverdeeld in de functies zoals beschreven door Van Leeuwen. Allereerst is het aannemelijk dat het ook in documentairepassages mogelijk is om de verbale tekst met behulp van non-verbale handelingen of mimiek te specificeren, aangezien beeld tekst ook kan verduidelijken. Van Leeuwen (2005) noemt vervolgens uitleggen als een tweede tekst-beeldrelatie en in theorie is deze link ook mogelijk tussen non-verbale gestes en spraak in documentaires, bijvoorbeeld wanneer zeer overdreven handgebaren worden toegepast door de presentatoren. Bij de tweede overkoepelende relatie uitbreiding onderscheidt Van Leeuwen (2005) drie andere connecties tussen tekst en beeld. Ten eerste overeenkomst, wat vaak voor de hand liggend is bij handgebaren. Men kan namelijk veel (onbewuste) handgebaren toepassen tijdens het spreken. Echter deze tekst-beeldrelatie zal in het analysemodel van dit onderzoek worden geschaard onder de naam versterken. Deze non-verbale handeling kan in deze vorm ook een meer versterkende of benadrukkende werking hebben op de verbale 20

30 tekst. De tweede relatie die in figuur 4 onder de connectie uitbreiding valt, is contrast. De inhoud van het beeld contrasteert met de gesproken tekst, en wanneer een handgebaar in tegenstrijd is met de gesproken tekst kan er sprake zijn van een eventuele vorm van sarcasme. Echter, in informatieve documentaires over historische onderwerpen, zijn deze communicatievormen veelal niet gepast en dus niet aanwezig. Als laatste tekst-beeldrelatie noemt Van Leeuwen aanvulling. Non-verbale handelingen met deze functie zorgen voor extra informatie die aan de gesproken tekst van de presentatoren worden. Naast bovenstaande relaties tussen tekst en beeld, is er in het analysemodel in dit onderzoek ook een zesde relatie tussen tekst en non-verbale gestes of mimiek toegevoegd. Deze relatie, subjectiviteit, is volgens Nichols (2001: 48) voornamelijk te horen in de toon van een onzichtbare voice-over in een documentaire. Met deze voice-over wordt geprobeerd een bepaald perspectief door het publiek te laten ondersteunen. Een bijvoorbeeld aangename stem kan er dan bijvoorbeeld voor zorgen dat het publiek het standpunt dat wordt uitgesproken, aanneemt. Echter intonatie-aspecten en articulatie-elementen zullen in dit onderzoek niet worden meegenomen, de analyse focust op de andere non-verbale communicatiemiddelen zoals gestes en mimiek. Immers wanneer spraak een subjectieve ondertoon kan hebben, zullen andere non-verbale communicatievormen daar ook over kunnen beschikken. Indien bijvoorbeeld een presentator in een documentaire een afvragende of een onprettige mimiek heeft, zal de kijker veelal deze houding over kunnen nemen. Ook zal dit moeten gelden voor gestes. Een presentator kan bijvoorbeeld overdreven handgebaren toepassen die niet helemaal stroken met wat hij verbaal zegt, waardoor de kijker kan gaan twijfelen aan zijn objectiviteit. Nu in kaart is gebracht welke tekst-beeldrelaties bestaan, eerst in algemene zin en later met betrekking tot dit onderzoek, is het van belang helder te maken wat allemaal onder non-verbale communicatiemiddelen valt. Welke middelen bestaan er en hoe worden deze toegepast? Non-verbale handelingen zijn echter nog niet eerder onderzocht in dit onderzoeksgebied. Daarom zullen in de volgende paragraaf theorieën gebruikt worden die rekening houden met het fenomeen dat in dit onderzoek onderzocht wordt. 21

31 2.6 Non-verbale communicatie toegepast door presentatoren Aangezien in dit onderzoek de non-verbale communicatiemiddelen toegepast door presentatoren in documentaires geanalyseerd worden, is het van belang de functies van deze handelingen aan de gesproken teksten te koppelen en de betekenis ervan te ontdekken. Hieronder wordt daarom de functie van nonverbale communicatiemiddelen in combinatie met de gesproken tekst besproken. De functies die non-verbale gestes en mimiek kunnen hebben, zijn onderzocht in het kader van alledaagse gesprekken. Op dit onderzoek zal hier aangesloten worden, maar net zoals in het geval van overhearer design, zal het in het vervolg gaan om een toepassing ervan op filmische dialogen en het optreden van presentatoren. Gestes, of ook wel handgebaren, vallen volgens Clark (1996: ) onder het concept signals. Clark (1996: 156) grijpt met zijn theorie over signaling terug op de semiotiekleer van Peirce (zoals bijvoorbeeld uitgelegd in Houtkoop & Koole, 2000). Peirce ziet signalen die voor de menselijke communicatie worden gebruikt, als een deel van een relatie tussen een object, een teken en een interpretator. Echter in de semiotiek hebben niet alle signalen of tekens dezelfde betekenis; daarom moeten verschillende signaalsoorten of tekensoorten worden onderscheiden. Ze komen in drie soorten voor: icoon, index of symbool. Een icoon berust op een fysieke overeenkomst tussen het gepresenteerde teken en het object (zoals een persoon op een foto lijkt op de persoon in werkelijkheid). Indexen refereren daarentegen niet naar een object, maar veronderstellen een causale relatie tussen het teken en wat het zou kunnen betekenen (zoals een bepaalde gezichtsuitdrukking niet gezichtsuitdrukking betekent, maar vreugde of angst ). Als laatste teken hanteert de semiotiek het symbool. Een symbool heeft betekenis voor de tekengebruikers in zoverre deze beschikken over kennis die gebaseerd is op regels en conventies en onderdeel van de gedeelde kennis moet uitmaken (zoals we moeten weten dat het schudden van het hoofd nee of afwijzing betekent). Deze uitleg, die zowel algemeen geldt voor de Peirceaanse semiotiek als ook voor Clarks interpretatie, houdt in dat iconen, indexen en symbolen meestal niet op zichzelf staan en praktisch altijd met elkaar gecombineerd worden. In Clarks notie signaleren de sprekers niet slechts één zaak, maar zijn ze altijd signalerende met meerdere zaken tegelijkertijd bezig. 22

32 Clark (1996) maakt de algemene semiotische onderscheidingen vervolgens meer specifiek en past ze toe op de non-verbale die het verbale spreken begeleiden. Dan zijn iconen vormen van signalering die iets demonstreren, indexen zijn signaleringsvormen die iets indiceren, en symbolen zijn signaleringsvormen die iets beschrijven. Clark noemt hierbij wel dat de zojuist genoemde tekens veelal op verschillende manieren met elkaar gecombineerd worden. Omdat het voor dit onderzoek van groot belang is duidelijk te maken wat non-verbale communicatiemiddelen zijn en in welke vorm ze voorkomen, zijn de assumpties van Clrak hier bijzonder handig en zullen worden toegepast. Volgens Clark (1996: ) zijn signalen die iets demonstreren ook een vorm van signalering, omdat iemand demonstreert hoe een ander iets doet en daarbij gebruikmaakt van handbewegingen die iconisch zijn (voor die ander). Het uiteindelijke doel van deze vorm van signalering is om de geadresseerde te laten beleven hoe dat wat hij demonstreert in het echt is. Er zijn volgens Clark (1996: 173) vier verschillende aspecten van demonstrerende signalen. Allereerst depictive aspects. Dit zijn aspecten van een demonstratie die enkel delen van de handeling van de uitgebeelde persoon verbeelden. Daarnaast zijn er ook supportive aspects, die slechts de uitvoering van een demonstratie ondersteunen. Als derde benoemt Clark de annotative aspects, die ingesloten zijn bij wat wordt gedemonstreerd. Ten slotte noemt Clark incidental aspects als een overige vorm signaleringsmethode. Hiermee worden de aspecten van een demonstratie bedoeld die terloops plaatsvinden. Personen kunnen demonstreren met behulp van hun lichaamstaal, door bijvoorbeeld hun vingers, handen, armen, of gehele lichaam toe te passen. Men maakt gebruik van deze gebaren tijdens het vertellen van verhalen, het geven van de juiste richting of bijvoorbeeld een uitleg. Deze iconische gestes verbeelden waarover gesproken wordt en lopen bijna synchroon met de verbale tekst. Onderzoekers die onderzoek hebben gedaan naar deze gestes hebben echter verschillende meningen over de communicatieve aard van de iconische gestes. Zo beargumenteert Clark (1996) dat deze gestes in eerste instantie wel communicatief zijn. Mensen in een dialoog passen volgens hem meer gestes toe, dan mensen die niet in gesprek zijn. Hieruit volgt dat deze gestes toch een meer communicatieve functie hebben en als bijwerking ondersteunend zijn bij de verbale tekst. 23

33 Naast dat gestes iets kunnen demonstreren, zijn er ook methodes om dingen te indiceren. Indiceren is de signaleringsmethode die mensen gebruiken wanneer zij willen refereren naar objecten, met behulp van bijvoorbeeld een wijzende vinger. Wil dit echter op de juiste wijze gedaan worden, dan zal de index moeten voldoen aan enkele eisen. Het object waarnaar verwezen wordt zal namelijk onder de aandacht gebracht moeten worden van de spreker en de hoorder. Daarnaast moet de locatie in het hier en nu zijn, moet er een fysieke connectie zijn met het object en moet het object een duidelijke beschrijving hebben. Ten slotte moet de hoorder op basis van de common ground voorgaande stappen kunnen volbrengen. Het indiceren van objecten kan, zoals al eerder genoemd, met behulp van de vinger maar daarnaast ook met behulp van de hand, de arm, het hoofd, het lichaam en, minder voor de hand liggend, de stem. Echter, omdat dit een kleinschalig onderzoek is, wordt er alleen gekeken naar de hand, de arm en de vinger. Als laatste kunnen gestes in symbolische vorm optreden en worden dan emblems genoemd. Deze gestes die iets beschrijven worden je aangeleerd en kunnen per cultuur verschillend zijn. Het zijn ook wel nonverbale handelingen die equivalenten zijn van bijvoorbeeld de woorden ja, nee en hallo. In de analyse in dit onderzoek zullen gestes die iets aanwijzen of aantonen onder de noemer deiktische gestes worden geschaard. Dit gaat om gestes gaan die de deiktische uitdrukkingen hier, daar, deze of bijvoorbeeld die, vervangen of juist benadrukken door middel van gebaren met de handen of armen. De overige gebaren, die niet deiktisch van aard zijn, zullen in dit onderzoek ondersteunende gestes worden genoemd. Volgens Clark (1996) bestaan er naast demonstrerende gestes, ook gezichtstuitdrukkingen waarmee men kan demonstreren (facial gestures). De kunnen onder andere bestaan uit rimpels trekken met de neus, wenkbrauwen ophalen, grijnzen of bedroefd kijken. Ook al verbeelden ze op het eerste gezicht pijn, walging of blijdschap, zijn ze eerder communicatief dan een uitdrukking van een emotionele staat. Dit wil zeggen dat wanneer een spreker een dergelijke gezichtstuitdrukking toont, hij ook niet in diezelfde staat verkeert: hij demonstreert walging, maar is niet in de staat van walging. Iemand hoeft niet per definitie 24

34 verdrietig te zijn wanneer hij zo kijkt, het verdriet kan ook een vorm van instemming met een verdrietige spreker zijn, zo is gebleken uit meerdere experimenten die Clark verslaat (1996: 181). Ten slotte kan, volgens Clark (1996), ook gebruik worden gemaakt van vocale gestes. In verbale spraak wordt dan met behulp van intonatie of prosodie een uiting geleverd. Volgens Dwight Bolinger (1985) is intonatie een deel van het complex van gestes die emoties signaleren en daarmee hun intensiteit. Gestes van deze vorm zullen in dit onderzoek echter niet verder worden onderzocht worden en worden hier daarom niet verder besproken. 2.7 Het herkennen van signalen door het publiek Het overkoepelende proces van het verwerken van de signalen is volgens Clark (1996) gesitueerd in verschillende cognitieve hulpbronnen (mentale activiteiten). Gestes met het doel om te beschrijven, berusten veelal in het geheugen opgeslagen conventionele symbolen en de bijbehorende grammaticale regels. Gestes om te indiceren hangen af van de representatie van de hen omringen ruimte en tijd. En mensen die demonstrerende gestes verwerken baseren zich op de kennis van perceptuele verschijningen. Echter hoe de juiste cognitieve resource wordt gekozen, is afhankelijk van meerdere beslissingen over hoe men iets doet en waarom. Clark (1996) noemt voor dit proces drie verschillende dimensies die van de persoon afhangen: het doel, de beschikbaarheid en inspanning. De personen beslissen langs deze dimensies hoe ze het doel van een beschrijving, een indicering of demonstratie interpreteren. Non-verbale communicatie bestaat volgens Clark (1996) dus grofweg uit drie verschillende methodes die via handgebaren, via de mimiek of via vocale gestes bewerkstelligd kunnen worden. Omdat de omvang van dit onderzoek beperkt is, zijn de vocale gestes, zoals akoestische elementen van spraak, niet in de 25

35 analyse van dit onderzoek meegenomen. 2.8 In de geanalyseerde documentaires die in dit onderzoek centraal staan, wordt het grootste deel van het verhaal niet alleen in film uitgebeeld, maar ook verteld door een enkele presentator. De documentaires voeren dus een stem, maar het is bijna nooit het geval dat die stem van de presentatoren alleen is. Het is de plaatsing van de presentatoren en de context van de betreffende passages die bijdragen aan de stem van de documentaire. Daar komt ook nog bij dat er verschillende manieren zijn waarop presentatoren kunnen worden neergezet in een film. De rol die van toepassing is op de presentatoren die geanalyseerd zijn voor dit onderzoek, komt naar voren als een combinatie van direct address en indirect address. Beide vormen worden door de presentatoren belichaamd. De camera wordt niet alleen gebruikt om de presentatoren te laten zien die zich richten op de kijker maar de camera toont ook de omgeving waarin de presentatoren zich bevinden. Hij is er om een standpunt in te nemen met betrekking tot een aspect van de historische wereld en om het publiek te overtuigen van dat standpunt. De presentatoren zijn dus actief betrokken bij de ondersteuning van de informatieverwerking door het kijkende publiek. Ze spreken de kijker direct aan, waardoor de kijker actief betrokken raakt bij het verhaal dat wordt verteld in de documentaire. Dit aangesproken filmpubliek dat de filmische dialogen verwerkt, wordt door Bubel onder de term overhearer geschaard. Echter, met deze term beperkt ze zich tot de verbale vormgeving van de dialoog die moet zijn opgezet voor de kijker. Dat lijkt niet realistisch, want het publiek hoeft niet per definitie alles uitgelegd te krijgen, mits het non-verbale gedrag van de filmacteurs genoeg hints bevat die door het kijkende publiek kunnen worden geïnterpreteerd. Filmkijkers hebben er ook iets aan hoe de optredende personen hun non-verbale gedrag realiseren. Immers wat het publiek van de presentator te zien krijgt draagt bij tot wat men van zijn woorden begrijpt. Het overhearer design van Bubel (2008: 55-26

36 71) wordt daarom uitgebreid tot een overlooker design (Sauer, 2009). Daarom ook zijn filmkijkers niet alleen maar luisteraars, maar ook bespieders van de documentaire. Het filmpubliek hoort dus niet alleen de teksten, maar ziet ook de beelden. Door middel van information linking (Van Leeuwen, 2005) kan een documentairemaker verschillende elementen uit de documentaire met elkaar verbinden. Dit kunnen tekst en beeld zijn, maar ook non-verbale en verbale communicatiemiddelen. Immers door deze elementen aan elkaar te linken, kan een documentairemaker de bedoelde boodschap overbrengen op het kijkende publiek. De kijkers kunnen dan de verschillende informatie die in de documentaire getoond worden, met elkaar laten samenhangen en hierdoor een meer duidelijke beeldvorming krijgen. Tekst-beeldrelaties komen volgens Van Leeuwen (2005) in twee hoofdtypen voor: uitwerking (teksten en beelden hebben een bepaalde uitwerking op elkaar en maken de informatie specifieker) en uitbreiding (teksten breiden de informatie van beelden uit en omgekeerd). Bij tekst-beeldrelaties die onder uitwerking vallen, maken tekst en beeld elkaar meer specifiek of realiseren ze uitleg op elkaar. Van uitbreiding is sprake wanneer beeld en tekst in overeenstemming met elkaar zijn (elkaar overlappen), elkaar contrasteren of met meer informatie een aanvulling op elkaar geven. De filmkijker verwerkt dus de informatie die de presentator non-verbaal op hen overbrengt. Dit gebeurt via tekst en beeld (muziek en geluid worden als modi in dit onderzoek achterwege gelaten), die op elkaar afgestemd moeten zijn om zo een meerwaarde te creëren voor het publiek. De non-verbale communicatiemiddelen die presentatoren toe kunnen passen zijn af te leiden van de theorie van signaling (Clark, 1996). Clark gaat van drie manieren van signalering uit, namelijk: gestes die iets demonstreren, gestes die dingen indiceren en gestes die iets beschrijven. Deze drie verschillende signaleringsmethoden zijn alle via de vinger, hand of arm te bewerkstelligen. De presentatoren hebben dus veel methoden tot hun beschikking om non-verbale communicatiemiddelen in te zetten naast hun verbale tekst. Echter wil de kijker de non-verbale signalen toegepast door de presentator op de juiste manier interpreteren, dan zal deze terug moeten grijpen op verschillende cognitieve resources die weer afhangen van verschillende beslissingen die de filmkijker moet nemen. Dit verwerkingsproces bij de 27

37 kijker is daarnaast ook afhankelijk van hoe duidelijk de presentatoren zijn in het non-verbaal beschrijven, het indiceren en het demonstreren van het object waar het om draait. De verschillende non-verbale mogelijkheden die presentatoren kunnen toepassen zijn nu extra relevant omdat de gegeven informatie voor het publiek zodoende meer levendig, maar ook meer specifiek, meer aanvullend of meer versterkend wordt gemaakt. 28

38 3. Methode In dit hoofdstuk zullen allereerst de gegevens voor het onderzoek en hierna het geanalyseerde materiaal worden beschreven. Vervolgens wordt de toegepaste methode besproken met daarbij het analyseschema dat toegepast is op de fragmenten uit de documentaires. Ten slotte zal in paragraaf 3.4 de betrouwbaarheid van dit onderzoek behandeld worden. 3.1 Het onderzoek Met dit onderzoek zal een eerste aanzet worden gegeven tot het onderzoeken van non-verbale communicatie toegepast door presentatoren in documentaires. Er is een vertaalslag gemaakt van opgenomen non-verbale presentaties (wat het onderwerp was van non-verbale communicatie in eerdere onderzoeken) naar mogelijke ondersteuning van de informatieverwerking door filmkijkers op grond van de vertoning van presentatoren en hun non-verbale gedrag. Om deze reden is dit onderzoek dus explorerend van aard. Om een conclusie te kunnen formuleren en meer inzicht te krijgen in dit specifieke onderzoek, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe ondersteunen non-verbale gestes en mimiek in documentairepassages waarbij personen (presentatoren) in beeld zijn tijdens het spreken de informatieverwerking van de kijkers? Aan de hand van onderstaande deelvragen zal de onderzoeksvraag beantwoordt kunnen worden: 29

39 1. Wat wordt er in dit onderzoek verstaan onder non-verbale gestes en mimiek? Hoe kunnen non-verbale gestes in documentaires gecategoriseerd worden? 2. Welke functies kunnen gestes en mimiek hebben voor het publiek? En hoe dragen deze non-verbale communicatiemiddelen bij aan de informatieverwerking van de kijkers? De algemene verwachting van de resultaten van dit onderzoek is dat gestes en mimiek versterken of benadrukken wat er gezegd wordt door een presentator in een documentaire en dat deze vormen van nonverbale communicatie eventueel ook uitingen (verbale elementen) kunnen vervangen. 3.2 Analysemateriaal Documentaires The New York Andere Tijden: De Oorlog: hoe de Van Dis in Indonesië: Connection: De vrouwen in het Joden uit Nederland Bestemming hoop Amerikaanse droom gewapend verzet verdwenen Aantal fragmenten Figuur 5 Fragmenten analysemateriaal Om dit onderzoek uit te kunnen voeren, zijn er vier documentaires gezocht waarin presentatoren voorkomen. Uit de geselecteerde documentaires zijn er vervolgens fragmenten getranscribeerd waarin de presentatoren non-verbale communicatiemiddelen toepassen tijdens het spreken in de camera. In deze documentaires wordt het grootste deel van het verhaal niet enkel in film uitgebeeld maar ook verteld, vooral door een enkele presentator. Hieronder worden de vier verschillende documentaires beschreven die allen specifieke historische gebeurtenissen beschrijven vanuit een bepaalde invalshoek. 30

40 3.2.1 The New York Connection: De Amerikaanse droom De presentator, Dirk van Weelden, is in vier afleveringen op zoek naar sporen van het Hollandse verleden in New York City. Hij onderzoekt welke verbanden er zijn tussen het New York van nu en het Hollandse verleden van deze stad. Wat zien we daar nu nog van terug in deze stad en hoe ziet de samenleving van New York er nu uit? In deze documentaireserie worden historische vertellingen uit de 17 e eeuw gekoppeld aan actuele thema s. In de eerste aflevering, De Amerikaanse Droom dient de presentator als gids, hij vertelt over de essentie van dit thema en gaat op zoek naar redenen voor het vertrek van veel mensen richting het eiland Manhattan. Hij spoort antwoorden uit de koloniale tijd van New York op, wie waren de mensen die als eerste richting deze stad gingen om daar hun geluk te beproeven (Avro, The New York Connection, 2009) In deze documentaire past de presentator, Dirk van Weelden, veel non-verbale communicatie toe. Zo maakt hij veel gebruik van handgebaren wanneer hij uitleg geeft aan de kijker. Hiermee verduidelijkt hij veelal zijn teksten en datgene dat de kijker ziet Andere tijden: Vrouwen in het gewapend verzet Het geschiedenisprogramma Andere Tijden wordt wekelijks uitgezonden en behandelt veel verschillende historische onderwerpen. In een half uur tijd toont het programma onderwerpen uit de geschiedenis van de twintigste eeuw. De presentator, Hans Goedkoop, is een historicus die opmerkelijke, onbekende verhalen uit Nederland presenteert. Het zijn veelal vergeten gebeurtenissen die in deze documentaire worden behandeld. In de aflevering Vrouwen in het gewapend verzet worden drie vrouwen geïnterviewd die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog aangesloten hadden bij het gewapend verzet. Ze waren toen nog jong, onverschrokken en vooral ook moedig. In deze aflevering vertellen de 31

41 drie vrouwen hun verhaal en hoe zij hun tijd bij het verzet ervaren hebben (Dogger, 2012). Deze documentaireserie is anders dan de andere documentaires. De presentator presenteert vanuit het Media Park in Hilversum. Tijdens deze aflevering komt de presentator drie keer even in beeld en gebruikt hij non-verbale communicatiemiddelen, voornamelijk ter ondersteuning van zijn gesproken tekst. Tijdens deze fragmenten ziet de kijker af en toe ook archiefbeelden op de achtergrond, bestaande uit interviews waarin de vrouwelijke verzetsstrijders te zien zijn en andere fragmenten van momenten uit de Tweede Wereldoorlog De Oorlog: Hoe de Joden uit Nederland verdwenen De documentaireserie De Oorlog is een negendelige tv-serie over gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Presentator Rob Trip neemt de kijker mee langs de verschillende belangrijke punten die van belang zijn voor het verhaal. In de aflevering Hoe de Joden uit Nederland verdwenen vertelt de presentator het verhaal van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. In deze aflevering staat centraal hoe de Joden uit Nederland werden weggevoerd en waarheen ze werden gedeporteerd. De tragedie van de mensen die vermoord zijn in de tijd waarin deze gruwelijkheden plaatsvonden, wordt in beeld gebracht (NPS De Oorlog, Hoe de Joden uit Nederland verdwenen, 2009). Rob Trip vertelt in deze aflevering het verhaal van de Joden in Nederland en hoe zij tijdens de oorlog verdwenen. Hij neemt de kijker mee naar de plekken die verband houden met zijn verhaal. Hij gebruikt tijdens zijn verbale teksten zeer regelmatig handgebaren om zijn woorden te ondersteunen en tevens te benadrukken. 32

42 3.2.4 Van Dis in Indonesië: Bestemming hoop Tijdens de documentaireserie Van Dis in Indonesië gaat presentator Adriaan van Dis naar het land waar hij het meest nooit geweest is, Indonesië. Zijn wortels liggen hier verborgen, maar pas nu nadat zijn moeder op honderdjarige leeftijd is overleden, gaat hij daar op zoek naar de afkomst van zijn familie. Hij praat voornamelijk met generatiegenoten die tevens herinneringen hebben aan de Nederlandse tijd. De documentaireserie bevat nooit eerder getoond archiefmateriaal van Beeld en Geluid uit Jakarta. In de eerste aflevering Bestemming Hoop neemt Van Dis de veerboot richting de Molukken, dezelfde route op eenzelfde soort schip die zijn moeder ook heeft gevaren tijdens haar huwelijksreis in de jaren dertig van de vorige eeuw (VPRO, Van Dis in Indonesië: Bestemming Hoop, 2012) Adriaan van Dis maakt veelal gebruik van deiktische gestes en ondersteunende mimiek om zijn gesproken tekst te ondersteunen of te benadrukken. Hij gebruikt echter ook af en toe ondersteunende gestes om zijn teksten te benadrukken en dus het publiek meer te betrekken bij zijn verhaal. 3.3 Aanpak van de analyse Het geanalyseerde onderzoeksmateriaal is geselecteerd op het genre documentaire en op de aanwezigheid van presentatoren die non-verbale communicatie toepassen terwijl ze zichtbaar in beeld zijn tijdens het spreken. Wel is er tijdens de selectie van het materiaal gelet op verschillen tussen de presentatoren en de ook onderlinge contrasten in de inhoud, vormgeving en producent van de documentaire. Voor de selectie van het analysemateriaal, ben ik verschillende documentaires gaan bekijken op uitzendinggemist.nl. Tijdens deze procedure heb ik meteen al gelet op de verschillende elementen die ik 33

43 hierboven noemde. Uit deze documentaires heb ik een keuze gemaakt, en op basis van de fragmenten uit het materiaal en de al aanwezige theorie heb ik een analysemodel gecreëerd. Echter, voordat er geanalyseerd kan worden, moesten de documentaires eerst worden getranscribeerd. Tijd Tekst Element non-verbale communicatie Beeld Hanny schaft is een beroemde naam geworden, maar er waren er meer, zij het niet heel veel Presentator loopt en geeft met handen aan dat er meer waren naast Hanny Schaft Figuur 6 Voorbeeld transcriptieschema In figuur 6 is voorbeeld van een dergelijke transcriptie te zien. Elk shot wordt op een nieuwe regel in het schema beschreven. De shots bevatten andere elementen van non-verbale communicatie, zoals gestes met de handen, mimiek of stem. In de vier kolommen van het schema hieronder worden de tijd, de tekst, het soort element van non-verbale communicatie en het beeld genoteerd. In de eerste kolom (tijd) wordt het moment weergegeven waarop het betreffende shot begint. Vervolgens staat in de tweede kolom de tekst die de presentator verbaal uitspreekt. Verder wordt in de derde kolom beschreven welk non-verbale communicatiemiddel de presentatoren toepassen en hoe zij dit doen. Ten 34

44 slotte wordt in de vierde kolom een screenshot geplaatst. Hiermee wordt verduidelijkt wat er in de andere kolommen is beschreven. Aangezien in het transcriptieschema enkel shots getranscribeerd zijn waarin elementen van non-verbale communicatiemiddelen te zien zijn, zal in dit schema ook worden beschreven waar de tussenliggende scènes over gaan. Verder zijn, zoals al eerder in de inleiding genoemd, de multimodale elementen muziek en geluid niet meegenomen in de transcriptie, omdat deze kernmodi niet van invloed zijn op dit onderzoek. De vormgeving van documentairepassages met presentatoren gebeurt ter ondersteuning van de informatieverwerking door de kijker van verbaal-visuele informatie. Passages met presentatoren onderscheiden zich nu door hun kleine multimodaliteit van andere passages met grote multimodaliteit, de bron van de verbale informatie valt samen met de bron van de visuele informatie (een en dezelfde persoon). Dat neemt niet weg dat wat er in de passages/sequenties gebeurt, op dezelfde wijze bijdraagt aan de ondersteuning van de informatieverwerking van de kijkers naar alle andere sequenties met grote multimodaliteit. En zoals verbale en visuele informatie elkaar kunnen aanvullen, versterken, specificeren of contrasteren (Van Leeuwen, 2005), zal dit ook in presentatorsequenties het geval zijn. Hier komt nog bij dat aanvullen wellicht meer aspecten kent. Zo kan het zijn dat iets uitgelegd wordt of dat er iets van een subjectieve tint wordt voorzien. In figuur 7 is het schema met de verschillende concepten en functies te zien, waarin de fragmenten van de documentaires onderverdeeld kunnen worden. De functies waarmee de toegepaste non-verbale communicatiemiddelen door de presentatoren in kwestie in verband worden gebracht, zoals al genoemd in 2.5, zijn gebaseerd op de theorie van Van Leeuwen (2005). Hij maakt in zijn theorie een onderscheid tussen twee verschillende relaties in tekst en beeld: uitwerking en uitbreiding. Hoe staan de non-verbale handelingen in verhouding tot de gesproken tekst en hoe ondersteunen deze gebaren een betekenisvoller en samenhangender beeld voor de 35

45 informatieverwerking bij het publiek? Ofwel, hoe worden deze vormen van multimodaliteit met elkaar in verband gebracht en hoe draagt dit bij aan de informatieverwerking bij de kijker? Ondersteunende gestes 1. Aanvullen 1. Een non-verbale geste die de gesproken tekst aanvult met informatie 1.1 Uitleggen 1.1 Een non-verbale geste waarmee een uitleggend gebaar wordt gemaakt dat in overeenstemming is met de gesproken tekst 1.2 Subjectivering 1.2 Een non-verbale geste waaruit een subjectieve mening van de presentator blijkt 2. Versterken 2. Een non-verbale geste die de gesproken tekst versterkt of benadrukt 3. Specificeren 3. Een non-verbale geste die de gesproken tekst specificeert of duidelijker maakt 4. Contrasteren 4. Een non-verbale geste die de gesproken tekst contrasteert Figuur 7 Uitleg analysemodel ondersteunende gestes In figuur 7 is een van de analysemodellen uit dit onderzoek te zien die de non-verbale communicatiemiddelen onderverdelen in functies. In totaal zijn er drie verschillende modellen die zich richten op verschillende vormen van gestes of mimiek die door de presentatoren in de documentaires toegepast zijn. De drie modellen worden vanuit dezelfde manier in kaart gebracht, de toegepaste gestes door de presentatoren worden namelijk allemaal onderverdeeld in dezelfde functies. In 2.5 zijn deze functies al reeds toegelicht echter hieronder per model een meer uitputtende uitleg. 36

46 De ondersteunende gestes toegepast door presentatoren in de documentaires kunnen, zoals uit figuur 7 blijkt, verschillende functies hebben. Met de handen of armen kan een presentator bijvoorbeeld een opsomming uitbeelden en zo zijn gesproken tekst aanvullen. Daarbij is het ook mogelijk dat hij een vergroot gebaar maakt met de armen om de verbale tekst te versterken. Eveneens kan een geste contrasteren met wat gezegd wordt, wanneer bijvoorbeeld een presentator iets bevestigends zegt maar daarbij een negatief gebaar maakt met de vinger of hand. Verder kunnen verbale teksten gespecificeerd worden door aan te geven hoe groot, klein, breed of smal iets is. Of ze kunnen juist iets uitleggen door heel duidelijk een handeling voor te doen aan de kijker met behulp van hun vingers, handen of armen. Ten slotte kunnen ondersteunende gestes ook van een subjectieve tint zijn voorzien, wanneer er bijvoorbeeld heel overdreven met de armen wordt gezwaaid. Deiktische gestes zijn, zoals al bleek uit 2.6, als aparte categorie genomen. Dit om de reden dat ze vaak niet alleen deiktisch zijn, maar er ook andere functies op na houden. Allereerst kunnen deiktische gestes de gesproken tekst van de presentator aanvullen. Immers door iets alleen al aan te wijzen, krijgt men meteen een idee waar de presentator over spreekt en wordt de tekst aangevuld met een locatie. Daarnaast zijn de functies uitleggen en subjectivering theoretisch ook mogelijk. Mensen met zeer uitgesproken of overdreven gestes kunnen deiktisch maar tevens ook subjectief zijn. Deiktische gestes met een uitleggende functie zijn in een context met verbale teksten ook denkbaar. Personen kunnen namelijk een wijzend gebaar met de handen maken waarmee ze iets aan de filmkijker duidelijk willen maken. Daarbij kan een deiktische geste ook de verbale tekst versterken. De presentator kan dan expliciet verbaal uitleggen waar iets in de omgeving is, en daarnaast gebruikmaken van deiktische non-verbale handelingen om zijn tekst te benadrukken. Tevens is het mogelijk dat de presentator de tekst specifieker maakt of contrasteert met een deiktische geste. Echter, een contrasterende geste zal niet in het analysemateriaal verwacht, vanwege de aard van het analysemateriaal. Contrast kan namelijk sarcasme oproepen, wat niet zozeer strookt met de onderwerpen van de geanalyseerde documentaires. Specificerende deiktische gestes hebben ook veel weg ook van versterkende gestes. Om deze reden is het soms moeilijk te onderscheiden of een tekst versterkt of juist specifieker gemaakt wordt. 37

47 Deiktische gestes 1. Aanvullen 1. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst aanvult met extra informatie 1.1 Uitleggen 1.1 Een vorm van gezichtsuitdruk king die lijkt uit te willen leggen 1.2 Subjectivering 1.2 Een vorm van gezichtsuitdruk king waaruit een subjectieve tint blijkt 2. Versterken 2. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst versterkt of benadrukt 3. Specificeren 3. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst specificeert, duidelijker maakt 4. Contrasteren 4. Een non-verbale deiktische geste die de gesproken tekst contrasteert Figuur 8 Uitleg analysemodel deiktische gestes Ten slotte wordt ook ondersteunende mimiek in verband gebracht met dezelfde functies als bij de andere twee non-verbale communicatievormen. De presentator kan met zijn mimiek veelal zijn eigen gedachten laten zien naast wat hij verbaal zegt. Door middel van de gezichtsuitdrukkingen kan de presentator zijn gesproken tekst aanvullen met een subjectieve tint, of juist versterken met een benadrukkende blik. Het is ook mogelijk dat een presentator zijn gesproken tekst contrasteert, dat hij iets zegt waar hij eigenlijk niet achterstaat. Een voorbeeld komt uit de documentaire De Oorlog. Hierin vertelt de presentator over een plan van Hitler dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog had om zo efficiënt mogelijk de Joden te executeren. De presentator zegt op een gegeven moment, met een 38

48 veelzeggende mimiek, dat Hitler zoals altijd alles overlaat aan zijn vazallen. Verder zou een presentator in zijn mimiek kunnen tonen dat hij iets uit wil leggen aan de kijker, bijvoorbeeld door meer peinzend te kijken. Als laatste kan hij ook een meer specificerende gezichtsuitdrukking hebben, wanneer er bijvoorbeeld bij een ernstig onderwerp ook een ernstige blik wordt gegeven. Ondersteunende mimiek 1. Aanvullen 1. Een vorm van gezichtsuitdrukking die de gesproken tekst aanvult met extra informatie 1.1 Uitleggen 1.1 Een vorm van gezichtsuitdrukking die lijkt uit te willen leggen 1.2 Subjectivering 1.2 Een vorm van gezichtsuitdrukking waaruit een subjectieve tint blijkt 2. Versterken 2. Een vorm van gezichtsuitdrukking die de gesproken tekst versterkt of benadrukt 3. Specificeren 3. Een vorm van gezichtsuitdrukking die de gesproken tekst specificeert of duidelijker maakt 4. Contrasteren 4. Een vorm van gezichtsuitdrukking die de gesproken tekst contrasteert Figuur 9 Uitleg analysemodel ondersteunende mimiek 3.4 Validiteit van het onderzoek Wil dit onderzoek valide zijn, dan moet het voldoen aan de volgende eisen: geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, confirmeerbaarheid en overdraagbaarheid (Baxter & Babbie, 2004: ). Deze eisen zullen hieronder worden beschreven en op dit onderzoek worden toegepast. 39

49 3.4.1 Geloofwaardigheid Bij geloofwaardigheid gaat het erom of de resultaten herkenbaar zijn voor de geïnvolveerde processen (Baxter & Babbie, 2004: 297). Met andere woorden: kloppen de gevonden resultaten met de geanalyseerde documentaires. Om dit te controleren moeten de resultaten geverifieerd worden bij de makers van de documentaires. Alleen zij kunnen hier een oordeel over vellen. Nu is het materiaal voor dit onderzoek in eerste instantie geanalyseerd op de aanwezigheid van gestes en mimiek. De resultaten hiervan zijn daarna gecategoriseerd op betekenis op basis van al bestaande theorieën over non-verbale communicatie en information linking. De conclusie die na de analyse geformuleerd is, zal dan overeen moeten komen met de gedachtegangen van de makers van de documentaires Betrouwbaarheid Bij deze eis is het van belang om te weten of het onderzoeksproces na te doen is, dus of de gezette stappen traceerbaar zijn. Omdat dit onderzoek een duidelijk analysemodel met uitleg bevat, waarin elke stap te verifiëren is, moet een andere onderzoeker dezelfde conclusie kunnen trekken. Elk onderzoek is echter onderworpen aan eigen interpretatie en om deze reden wordt de betrouwbaarheid minder valide Confirmeerbaarheid Wil een onderzoek confirmeerbaar zijn, dan moeten de gebruikte gegevens herleidbaar zijn tot hun bron. Dit wil zeggen dat de conclusie uit dit onderzoek pas confirmeerbaar is als er empirische evidenties zijn die de resultaten bevestigen. Uit de voorbeelden uit hoofdstuk vier, de analyse, zal blijken dat de gevonden bevindingen terug te leiden zijn naar de originele fragmenten uit de documentaires. 40

50 3.4.4 Overdraagbaarheid Een onderzoek is pas overdraagbaar wanneer er zo precies mogelijk beschreven is hoe de resultaten tot stand gekomen zijn en hoe deze op een vergelijkbaar fenomeen tevens van toepassing kunnen zijn. Met de analysemethode uit dit onderzoek zou dit nagegaan kunnen worden. Men moet dan ander soorten bronnen of media nemen en er eenzelfde onderzoek op loslaten. Wanneer hieruit eenzelfde conclusie komt, is dit onderzoek overdraagbaar. Na bovenstaande uitleg over de analysemethode en de samenhang tussen de verschillende non-verbale en verbale communicatievormen, zal in het volgende hoofdstuk de uiteindelijke analyse worden beschreven. Hierna kunnen er ook conclusies worden getrokken over de verschillende functies die non-verbale gestes kunnen hebben in documentaires waarin een presentator deze vorm van communicatie veel toepast. Daarnaast is het van belang om tijdens de analyse te bekijken hoe de informatieverwerking van de kijker ondersteund wordt. In deze scriptie zal er dus een verband gelegd moeten worden tussen de verbale en de non-verbale communicatiemiddelen van de presentator en hoe dit van invloed is op de informatieverwerking bij de filmkijker. 41

51 4. Analyse Met behulp van het analysemodel zullen aan de non-verbale communicatiemiddelen die toegepast zijn door de presentatoren in de documentaires functies worden toegekend. Zodoende zal er een conclusie kunnen worden geformuleerd op de vraag hoe non-verbale communicatie de gesproken tekst ondersteunt en of dit gebruik van non-verbale communicatie afgestemd is op de informatieverwerking bij het publiek. Allereerst zal de plaats van de presentator in de documentaires worden bepaald en daarnaast hoe zij de non-verbale communicatiemiddelen toepassen tijdens het speken in de camera. Hierna wordt gekeken welke functies de non-verbale communicatiemiddelen hebben en dus hoe deze fragmenten zijn vormgegeven. Daarna zal duidelijk worden gemaakt hoe de non-verbale handelingen in verband worden gebracht met de gesproken tekst van de presentator en hoe dit met elkaar samenhangt. Tenslotte zal naar voren komen hoe de informatieverwerking bij de filmkijker ondersteund wordt door de non-verbale communicatiemiddelen die de presentator toepast. Uiteindelijk zal op basis van alle verkregen resultaten een conclusie worden geformuleerd die een antwoord geeft op de hoofdvraag van deze scriptie. 4.1 Hoe de presentator in beeld wordt gebracht In de vier geanalyseerde documentaires zijn drie van de vier presentatoren op locatie te zien. Slechts één presentator is niet op locatie maar bevindt zich in het Media Park in Hilversum. Deze presentator wordt gezien op drie verschillende momenten tijdens deze aflevering van Andere Tijden terug. Hij leidt het verhaal in, geeft tussendoor één keer commentaar en sluit aan het einde de aflevering af. De presentatoren uit De Oorlog, The New York Connection en Van Dis in Indonesië nemen de kijkers mee naar plekken die van toepassing zijn op het verhaal. In figuur 8 is te zien hoe de presentatoren in de vier documentaireseries in beeld worden gebracht. Gedurende de fragmenten waarin de presentatoren in de 42

52 Masterscriptie Communicatie- en informatiewetenschappen camera praten en dus als direct address optreden, worden ze in verschillende camerastanden gefilmd. Vooral in de documentaires, De Oorlog en The New York Connection is de setting van groot belang. De omgeving in deze fragmenten geeft een visueel idee van waar de presentatoren over spreken, wat ervoor zorgt dat het verhaal meer begrijpelijk wordt voor de kijker. Dit blijkt ook in Van Dis in Indonesië. Tijdens deze aflevering bevindt de presentator zich op eenzelfde (soort) schip waar zijn familie tachtig jaar geleden ook op voer. Uiteindelijk speelt de setting alleen in Andere Tijden geen rol en gaat het in deze documentaireserie meer om het concluderen van wat er in de interviews wordt gezegd door de vrouwelijke verzetsstrijders. In de vier geanalyseerde documentaires zijn de non-verbale communicatiemiddelen dus net zo duidelijk aanwezig als de gesproken teksten. Van Dis Van Dis in Indonesië: Bestemming hoop De Oorlog: Hoe de Joden uit NL verdwenen 43

53 Masterscriptie Communicatie- en informatiewetenschappen The New York Connection: Amerikaanse droom Andere Tijden: Vrouwen in het gewapend verzet Figuur 10 Posities presentatoren in de documentaires Uit figuur 10 blijkt verder dat de vier verschillende presentatoren recht van voren, in een eye-level shot, worden gefilmd. In slechts enkele fragmenten uit De Oorlog wordt de presentator van onder gefilmd, voornamelijk wanneer hij een bepalend stuk uit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog beschrijft. Hierdoor maakt hij een imponerende indruk op de kijker. In andere fragmenten uit De Oorlog en de andere drie documentaires is er echter geen sprake van een ander shot dan recht van voren. Hierdoor lijken de presentatoren evenwaardig aan het filmpubliek en raakt de kijker ook meer betrokken bij het verhaal. Naast dat de hoogte en hoek van de camera van invloed kunnen zijn op het verhaal dat de presentatoren overbrengen, is de afstand tussen hen en de camera ook van belang. Door de afstand tot de camera kan bepaald worden hoe het publiek bij het verhaal betrokken moet zijn. In de geanalyseerde documentaires worden verschillende afstanden tot de camera toegepast, van een long shot (de presentator is in zijn geheel in beeld) tot een close-up (wanneer wordt ingezoomd op de presentator tot alleen zijn gezicht te zien is). In figuur 11 twee voorbeelden uit de documentaires De Oorlog, waarin een close-up te zien is en The New York Connection waar een medium long shot te zien is. In elk van deze shots passen de presentatoren een vorm van non-verbale communicatie toe. Wel is bij een kortere afstand tot de camera een non-verbaal communicatiemiddel meer en duidelijker zichtbaar voor de filmkijker. Daarnaast 44

54 Masterscriptie Communicatie- en informatiewetenschappen is het een gegeven dat in een close-up de presentator enkel zijn mimiek als duidelijk zichtbaar nonverbaal communicatiemiddel kan toepassen. De Oorlog; Hoe de Joden uit NL verdwenen The New York Conncection; De Amerikaanse Droom Figuur 11 Camera afstand tot de presentator Uit het voorgaande blijkt hoe de presentatoren voor de camera staan. Deze presentatoren worden (voornamelijk) op eye-level shot gefilmd waardoor ze evenwaardig zijn aan de filmkijker. Tevens worden er verschillende afstanden tot de camera gecreëerd. De meerwaarde voor de informatieverwerking bij het kijkende publiek wordt hierdoor echter niet beïnvloed. 45

55 4.2 Functies van non-verbale communicatiemiddelen in documentaires De geanalyseerde documentaires zijn per shot onderverdeeld in de drie categorieën, ( ondersteunende gestes, deiktische gestes en ondersteunende mimiek ) en daarna op functie. Dit is verwerkt in een analysemodel. Wel worden alleen de shots waarin een non-verbaal communicatiemiddel door de presentator wordt toegepast hierin verwerkt en worden de andere scènes niet tot in detail getranscribeerd. Vanaf worden de gevonden non-verbale communicatiemiddelen uit de vier geanalyseerde documentaires beschreven en met een functie uit het analysemodel in verband gebracht. De getallen en de percentages die in de figuren 12, 22 en 26 te zien zijn, vormen opsommingen van de resultaten uit de verschillende documentaires. Tussen haakjes wordt de grootte vermeld van het percentage fragmenten dat bruikbaar is voor analyse en telkens en na de analysemodellen worden in de tekst voorbeelden beschreven en wordt er uitleg gegeven om de non-verbale communicatiemiddelen meer begrijpelijk te maken voor de lezer. Bij al deze voorbeelden wordt de gesproken tekst die bij deze fragmenten hoort tussen aanhalingstekens weergegeven.!! Eerst zullen de resultaten per categorie behandeld worden, respectievelijk de ondersteunende non-verbale gestes (in 4.2.1), de non-verbale deiktische gestes in (4.2.2) en de ondersteunende mimiek in (4.2.3). Hierna zal een sub-conclusie worden geformuleerd waaruit blijkt hoe de non-verbale communicatiemiddelen van de presentatoren zijn samengesteld en wat voor functie ze hebben bij de gesproken tekst. Vervolgens zal dit in verband worden gebracht met hoe de kijkers deze informatie verwerken. 46

56 4.2.1 Ondersteunende non-verbale gestes The New York Connection: De Amerikaanse droom (65) Andere Tijden: Vrouwen in het gewapend verzet (51) De Oorlog: Hoe de Joden uit Nederland verdwenen (136) Van Dis in Indonesië: Bestemming hoop (61) Ondersteunende gestes 1. Aanvullen 1.1 Uitleg 2 (3,1 %) 5 (7,6 %) 3 (5,8 %) 1 (1,9 %) 8 (5,8 %) 1 (0,7 %) x x 1.2 Subjectivering x 1 (1,9 %) 1 (0,7 %) x 2. Versterken 11 (16,9 %) 19 (37,2 %) 24 (17,7 %) 14 (22,9 %) 3. Specificeren 1 (1,5 %) x 4 (2,9%) 2 (3,3 %) 4. Contrasteren x x x x Figuur 12 Resultaten ondersteunende gestes Uit bovenstaande tabel (figuur 12) blijkt dat er geen enkele keer een contrasterende geste door een presentator wordt toegepast. Dit is te verklaren door het feit dat gebaren die iets anders zeggen dan wat er verbaal uitgesproken wordt, moeilijker te verwezenlijken zijn. Het betreffen dus gestes die veelal niet stroken met wat we daadwerkelijk zeggen. Behalve deze geste komen de vijf andere functies van de gestes wel voor in de documentaires. Te beginnen bij de aanvullende geste. Met het gebruik van een non-verbaal communicatiemiddel als een aanvulling op de gesproken tekst, kan de aanvullende informatie zorg dragen voor een meer uitgebreid en hierdoor meer duidelijk verhaal voor de filmkijker. In de documentaires Andere Tijden, De Oorlog en The New York Connection wordt deze vorm van non- 47

57 Masterscriptie Communicatie- en informatiewetenschappen verbale communicatie door de presentator toegepast, met respectievelijk 5,8, 5,8 en 3,1 procent. Het zijn geen grote percentages, maar wel betekent dit dat een eventuele non-verbale geste meer informatie kan overdragen op een kijker dan verbale communicatie doet. In Van Dis in Indonesië komt de aanvullende geste niet voor. Daar gebruikt de presentator zijn spraak om de meeste informatie over te brengen op het publiek. Figuur 13 Aanvullende geste in Andere Tijden Figuur 14 Aanvullende geste in De Oorlog Iedereen op de valreep goed Geen niet Joods bezoek ontvangen In bovenstaande fragmenten wordt er een vorm van aanvullende non-verbale communicatie toegepast. De presentatoren noemen een aantal punten achter elkaar op die ze via opsommende gebaren met hun handen uitbeelden. Met deze handelingen laten beide presentatoren verbale teksten achterwege en beelden zij de opsomming uit. Onder de categorie aanvullende gestes vallen ook de gestes die een uitleggende functie hebben en gestes die van een subjectieve tint zijn voorzien. De gestes die een uitleggende functie hebben komen in drie van de vier documentaires in zeer beperkte mate of helemaal niet voor. Alleen in de documentaire The New York Connection past de presentator deze non-verbale handeling af en toe, toe. In figuur 15 is een voorbeeld te zien. 48

58 Figuur 15 Uitleggende geste in New York Connection Misschien als we onze ogen sluiten De presentator legt in dit fragment uit hoe men zijn of haar ogen moet sluiten om zo een voorstelling te maken van hoe New York er 400 jaar geleden uit heeft gezien. Hij gaat met zijn handen heel expliciet richting zijn ogen om voor te doen hoe hij deze sluit. Non-verbale communicatiemiddelen die van een subjectieve tint zijn voorzien, zijn tevens gering in het aanwezig in het analysemateriaal. Deze vorm van non-verbaliteit gevonden is voornamelijk bij de toegepaste mimiek door de presentatoren. Daarom zal dit element in paragraaf meer uitgebreid besproken worden. Versterkende gestes komen in de vier documentaires relatief het meest voor, in vergelijking met de andere functies van toegepaste gestes. In Andere Tijden heeft deze functie met 37,2 procent de overhand bij de non-verbale gestes. Echter ook in de De Oorlog, Van Dis in Indonesië en The New York Connection hebben de meeste non-verbale communicatiemiddelen die toegepast worden door de presentatoren deze functie. 49

59 Masterscriptie Communicatie- en informatiewetenschappen Figuur 16 Versterkende geste in Van Dis in Indonesië En waar ze drie prachtige bruine dochters van kreeg Figuur 18 Versterkende geste in De Oorlog Vermoedelijk niet meer dan 10 procent Figuur 17 Versterkende geste in Andere Tijden I can make it anywhere Figuur 19 Versterkende geste in The New York Conncection Zijn doodsvijanden 50

60 Uit de figuren 16 tot en met 19 blijkt dat geen enkele non-verbale geste hetzelfde is, maar toch hebben zij de functie van de geste gemeen. De gestes versterken in deze fragmenten de gesproken tekst en benadrukken wat verbaal uitgesproken wordt. Zoals in figuur 18 waarin de presentator vermoedelijk uitspreekt en daarbij met zijn handen een twijfelachtig gebaar maakt. Dit geldt ook voor de fragmenten 16, 17 en 19. Daar versterken de presentatoren hun tekst ook met non-verbale gestes. Deze gestes doen dus meer dan enkel het ondersteunen van de tekst. De presentatoren proberen de kijker echt iets duidelijk te maken met behulp van de gestes. In tegenstelling tot de versterkende functie, zijn in slechts twee van de vier documentaires in beperkte mate specificerende gestes te ontdekken. Deze gestes hebben bij de gesproken tekst een meer verduidelijkende functie hebben. Figuur 20 Specificerende geste in The New York Connection Het geluid wegfilteren Figuur 21 Specificerende geste in De Oorlog Omdat zij anders De non-verbale handelingen die in de figuren 20 en 21 te zien zijn, laten niet een maar twee verschillende functies zien. Allereerst een specificerende functie, aangezien de presentatoren een punt proberen 51

61 duidelijk te maken met het gebruik van gestes. Ter illustratie, in het fragment uit The New York Connection zegt de presentator tegen het publiek: Het geluid weg te filteren. Met zijn handen doet hij dit voor. Om deze reden heeft de toegepaste non-verbale handeling niet enkel een specificerende maar daarnaast ook een uitleggende functie. Dit is ook terug te zien in het fragment uit De Oorlog waarin de presentator tijdens de woorden Omdat zij anders niet alleen het woord zij specificeert, maar daarmee ook non-verbaal uitlegt dat het om een andere groep mensen gaat Non-verbale deiktische gestes The New York Connection: De Amerikaanse droom (65) Andere Tijden: vrouwen in het gewapend verzet (51) De Oorlog: hoe de Joden uit Nederland verdwenen (136) Van Dis in Indonesië: Bestemming hoop (61) Deiktisc he gestes 1. Aanvullen 1.1 Uitleg 13 (20%) x x x 9 (6,6 %) x 9 (14,7 %) x 1.2 Subjective ring x x x x 2. Versterken 3 (4,6 %) x 9 (6,6 %) x 3. Specificeren 10 (15,4 %) x x 2 (3,3 %) 4. Contrasteren X x x x Figuur 22 Resultaten deiktische gestes 52

62 Een deiktische geste, toegepast door de presentator, houdt een vorm van wijzen of aangeven met de handen of armen in. Deze handelingen voltrekken zich voornamelijk wanneer de presentator spreekt over een gebied, gebouw, of iets anders dat hij aan kan wijzen. Meestal gebeurt dit om hetgeen hij bedoelt, duidelijker te maken voor de kijker. Hieronder een voorbeeld uit Van Dis in Indonesië. Figuur 23 Deiktisch aanvullende geste in Van Dis in Indonesië Kade van Surabaya In bovenstaand fragment vult de presentator zijn gesproken tekst aan met extra informatie met behulp van deiktische gestes. Adriaan van Dis wijst namelijk naar de kade van Surabaya, waarmee hij de informatie voor de kijker aanvult met een meer precieze locatie. Ook in de documentaire De Oorlog past de presentator een geste met een aanvullende functie toe. Hij geeft met zijn hand aan wat hier betekent (de trap) en dat hoeft hij dan niet meer verbaal uit te spreken. De filmkijker kan dit ook begrijpen met behulp van alleen het non-verbale communicatiemiddel. 53

63 Figuur 24 Deiktisch aanvullende geste in De Oorlog Die ze hier hadden moeten losbikken Onder de functie aanvullen vallen, zoals wederom uit het analysemodel blijkt, ook hier de functies uitleg en subjectivering. Deze functies zijn echter niet in het analysemateriaal in de vorm van een deiktische geste ontdekt. Waarschijnlijk om de reden dat de presentatoren in de geanalyseerde documentaires eerder of hun mimiek gebruiken om subjectiviteit te tonen of ondersteunende gestes om uitleg te geven. Behalve dat deiktische gestes uit het analysemateriaal een aanvullende functie hebben, zijn er ook fragmenten gevonden met versterkende deiktische gestes. Hieronder een voorbeeld uit The New York Connection. 54

64 Figuur 25 Deiktisch versterkende geste in The New York Connection De hoop op een nieuw leven moest door deze smalle sluis geperst In het bovenstaande fragment is er niet alleen sprake van een deiktisch versterkende geste, maar heeft de geste ook een specificerende functie. De geste is versterkend omdat de presentator zijn gesproken tekst benadrukt met het aangeven van waar deze sluis zich dan bevond. De geste is ook specificerend, omdat het de gesproken tekst van de presentator specifieker en duidelijker maakt door aan te geven waar de sluis waar de mensen toentertijd doorheen moesten precies was. Er zijn geen deiktisch contrasterende gestes ontdekt in het analysemateriaal. Dit komt waarschijnlijk doordat wanneer een presentator spreekt, zijn non-verbale deiktische handelingen daarop worden aangepast. En daarnaast kunnen contrasterende gestes een ironisch karakter hebben, wat niet zozeer strookt met het informeren van de kijker over een complex historisch onderwerp. 55

65 4.2.3 Ondersteunende mimiek The New York Connection: De Amerikaanse droom (65) Andere Tijden: Vrouwen in het gewapend verzet (51) De Oorlog: Hoe de Joden uit Nederland verdwenen (136) Van Dis in Indonesië: Bestemmi ng hoop (61) Ondersteu nende mimiek 1. Aanvullen 1.1 Uitleg x x 1 (1,9 %) 2 (3,9 %) 1.2 Subjectivering x 1 (1,9 %) 1 (0,7%) x x x 5 (3,7 %) x 2. Versterken 1 (1,5 %) 3 (5,8 %) 5 (3,7 %) x 3. Specificeren x x x x 4. Contrasteren x x x x Figuur 26 Resultaten Ondersteunende mimiek Naast de toepassing van non-verbale handgebaren of gestes, kan een presentator ook zijn mimiek als nonverbaal communicatiemiddel inzetten. Hieronder de twee fragmenten uit de vier documentaires waarin ondersteunende mimiek met een functie bij de verbale tekst van de presentatoren getoond wordt. Allereerst zie je de mimiek van de presentator in figuur 27 veranderen, wanneer hij zegt: Ook onder niet- Joden. Deze verandering in de mimiek vult zijn tekst aan met de onderliggende gedachte dat dat eigenlijk niet was zoals het normaal ging maar dat het toch gebeurde. Hij zegt deze woorden niet, maar dit valt wel van zijn gezicht af te lezen. Ook in figuur 28 is eenzelfde effect te zien. 56

66 Figuur 27 Ondersteunende aanvullende mimiek in De Oorlog Ook onder niet Joden Figuur 28 Ondersteunende aanvullende mimiek in Andere Tijden Het had het recht in eigen hand genomen Naast dat het fragment in figuur 28 een aanvullende functie heeft, heeft het ook een subjectieve functie. De presentator kijkt namelijk zorgelijk wanneer hij deze woorden in de mond neemt. Hij vult zijn gesproken tekst in bovenstaand fragment aan met een bedenkelijke ondertoon. Echter ook kan de kijker het opvatten als een subjectieve ondertoon, waarin de presentator laat blijken dat hij over wat hij verbaal uitspreekt ook twijfels had. De mimiek van een presentator met een uitleggende functie, zal veelal gecombineerd worden met verbale tekst of non-verbale gestes. Hieronder volgt echter een voorbeeld uit de documentaire Andere Tijden waarin de presentator een gezichtsuitdrukking heeft die een mogelijke uitleggende functie laat zien. 57

67 Figuur 29 Ondersteunende uitleggende mimiek in Andere Tijden Tot meer huiselijk werk: bonkaarten vervalsen In figuur 27 is te zien hoe de presentator een uitleggend gebaar maakt met gebruik van een veranderende gezichtstuitdrukking. Hij heeft een afvragende blik en gebruikt daarbij ook zijn handen om zo zijn verbale tekst te benadrukken. Ook gezichtsuitdrukkingen met een subjectieve tint, vallen onder de categorie aanvullende functie. Het gaat hier om een blik die de mening van de presentator weggeeft. Hieronder is een voorbeeld uit de documentaire De Oorlog te zien. 58

68 Figuur 30 Ondersteunende subjectieve mimiek in De Oorlog Zoals altijd, aan zijn vazallen over om met concrete plannen te komen In figuur 30 komt duidelijk naar voren hoe de presentator denkt over wat hij verbaal uitspreekt. De presentator toont namelijk met zijn mimiek dat hij het zeker niet eens is met de gedachtegang van toentertijd. Naast de eerder genoemde functies, kunnen gezichtsuitdrukkingen ook een versterkende betekenis hebben. Dan benadrukken ze het onderwerp waarover gesproken wordt of een bepaald woord. Hieronder is een voorbeeld te zien uit de documentaire Andere Tijden. In dit fragment benadrukt de presentator met zijn ogen de gesproken tekst, hij heeft een ernstige blik waarmee hij zijn woorden versterkt. 59

69 Figuur 31 Ondersteunende aanvullende mimiek in Andere Tijden ` Liquideerden verraders Contrasterende en specificerende gezichtsuitdrukkingen zijn in de vier documentaires niet aangetroffen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat contrasterende gezichtsuitdrukkingen eerder worden toegepast in humoristische of satirische films of programma s. Het gebruik van sarcasme past namelijk niet zozeer bij informatieve documentaires over historische onderwerpen. Daarnaast zijn specificerende gezichtsuitdrukkingen wellicht in het geanalyseerde materiaal niet gevonden omdat de mimiek van de presentatoren meer versterkend dan verduidelijkend zijn bedoelt. Alle willen ze hun punt maken en daarbij passen versterkende mimiekvormen uiteindelijk beter. Daarnaast is iets verduidelijken veelal via woorden en beelden makkelijker te bewerkstelligen voor een presentator. Nu de fragmenten uit de vier documentaires, The New York Connection, Andere Tijden, De Oorlog en Van Dis in Indonesië onderverdeeld zijn per functie en non-verbaal communicatiemiddel, is het van belang om te kijken naar wat de meerwaarde hiervan is voor de informatieverwerking bij de kijker. Uit de analyse is in eerste instantie gebleken dat vooral non-verbale communicatiemiddelen die toegepast worden door de presentator een versterkende functie hebben. Hierop volgen de aanvullende en de specificerende functie. Bij ondersteunende mimiek komt ook subjectivering in het materiaal naar voren, vooral in de documentaire De Oorlog. Rob Trip schuwt hierin het tonen van ontzetting niet. De kijker ziet dus inderdaad door het gebruik van mimiek en gestes door de presentator extra of 60

Onzichtbare voice-over in beeld

Onzichtbare voice-over in beeld Onzichtbare voice-over in beeld Een explorerend onderzoek naar de vormgeving van de documentaire in afstemming op het publiek met betrekking tot de onzichtbare voice-over in tekst en beeld Masterscriptie

Nadere informatie

De samenwerking tussen de tekst van de verteller en het beeld in Nederlandstalige documentaires

De samenwerking tussen de tekst van de verteller en het beeld in Nederlandstalige documentaires De samenwerking tussen de tekst van de verteller en het beeld in Nederlandstalige documentaires Een vergelijkend onderzoek tussen documentaires gericht op volwassen en documentaires gericht op kinderen

Nadere informatie

Audience Design in documentaire-interviews

Audience Design in documentaire-interviews Audience Design in documentaire-interviews Een onderzoek naar hoe gesproken teksten en bijbehorende beelden in documentaire-interviews ontworpen zijn voor de kijker. Rijksuniversiteit Groningen Communicatie-

Nadere informatie

1Communicatie als. containerbegrip

1Communicatie als. containerbegrip 1Communicatie als containerbegrip Als medisch specialist is communiceren onlosmakelijk verbonden met het uitoefenen van uw professie. Niet alleen hebt u contact met uw patiënten, maar ook met diverse professionals

Nadere informatie

Mogelijkheden in de (non-) verbale communicatie

Mogelijkheden in de (non-) verbale communicatie Mogelijkheden in de (non-) verbale communicatie Non verbaal werken in de AZC s Inleiding In toenemende mate krijgen we in de AZC s te maken met nieuwkomers. Bewoners die onze taal niet spreken en wij,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie Gedurende de opleiding krijg je vakken die vallen onder: Communicatie 1,2,3,4 In periode 1 krijgen jullie communicatie 1 + 2 - Communicatie Luisteren

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Dit is de inleiding van de psycho-educatie modules. Aan de hand van deze modules geven we meer informatie over hoe autismespectrumstoornissen (ASS) zich uiten

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria:

Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Toelating en selectie Selectiecriteria Elke afstudeerrichting hanteert bij de selectie de volgende concrete criteria: Regie Documentaire Weet in een door de student zelf gemaakte film al basaal te boeien

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders Pagina 1 van 10 Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor Strategieën ter bevordering van interactie communicatiestijl van het kind Rol van de ouder 1: Laat je kind

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2002-I

Eindexamen filosofie vwo 2002-I Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen Maximumscore 3 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een antwoord op de vraag of de Weense Kring de uitspraak zinvol zou vinden: ja 1 een omschrijving

Nadere informatie

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl Denkvermogen en denkstijl Naam: Ruben Smit Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. De uitslag... 4 3. Bijlage: Het lezen van de uitslag... 5 Pagina 2 van 7 1. Inleiding Op 5 april 2016 heeft Ruben Smit een

Nadere informatie

Common European Framework of Reference (CEFR)

Common European Framework of Reference (CEFR) Common European Framework of Reference (CEFR) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke

Nadere informatie

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties Deel ; Conclusie Als je klaar bent met het analyseren van de onderzoeksresultaten, kun je beginnen met het opstellen van de conclusie(s), de eventuele discussie en het eventuele advies. In dit deel ga

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ...

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ... P1 VOORBEELD OBSERVATIE-INSTRUMENT GROEP klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit PRESENTATIE stemgebruik taalvaardigheid non-verbaal communiceren professionele houding PERSOON

Nadere informatie

Positieve communicatie

Positieve communicatie Positieve communicatie Annemie Pachen Inleiding. Communicatie is een doorlopend proces waarin een individu via verbale en/of non-verbale symbolen met een bepaalde bedoeling, informatie geeft aan een ander

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Zelfevaluatieformulier

Zelfevaluatieformulier Zelfevaluatieformulier Verwijzing naar dit formulier: Mark Schep, Carla van Boxtel & Julia Noordegraaf (2017). Zelfevaluatieformulier voor rondleiders. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Deze zelfevaluatie

Nadere informatie

HOTEL MALARIA LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

HOTEL MALARIA LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING HOTEL MALARIA LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING!! OPGELET!! Wij gaan er bij Publiekswerking steeds van uit dat er geen vaststaande antwoorden zijn op onderstaande vragen. De associaties

Nadere informatie

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak

Nadere informatie

Het verhaal moet aanspreken, spannend zijn en een mooi einde hebben. Als je uit de bioscoop loopt moet je een goed gevoel hebben over de film.

Het verhaal moet aanspreken, spannend zijn en een mooi einde hebben. Als je uit de bioscoop loopt moet je een goed gevoel hebben over de film. FILMS KIJKEN: Filmische middelen. Als je naar een film kijkt, let je meestal alleen op het verhaal, daar zal in het volgende blok behandeld worden. Dit is het inhoudelijk gedeelte. Het verhaal moet aanspreken,

Nadere informatie

Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011

Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011 Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011 1615793 Scriptiebegeleider: dr. H. Mazeland Tweede lezer: prof. dr. C.M. de Glopper Voorwoord Soms

Nadere informatie

Interieurarchitectuur

Interieurarchitectuur Fotografie Maak een selectie van vijf uit jouw beste en of mooiste eigengemaakte foto s. Bij elke foto omschrijf je kot wat er te zien is. Uitgeprint of digitaal meenemen. Documentaire fotografie is bij

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Zakelijk aspect. zender boodschap ontvanger Relationele aspect. Feedback

Zakelijk aspect. zender boodschap ontvanger Relationele aspect. Feedback Tweeëndertig coachingsprincipes0f1 : 1. Coachen is communiceren. Een coach dient kennis te hebben van het communicatieproces. Een coach beheerst sociale vaardigheden als luisteren, feedback geven en helder

Nadere informatie

Een scherpe blik op de stroeve relatie tussen Obama en Poetin

Een scherpe blik op de stroeve relatie tussen Obama en Poetin Een scherpe blik op de stroeve relatie tussen Obama en Poetin De afgelopen maanden lijken de VS en Rusland af te stevenen op een flinke confrontatie. Aan de hand van beelden laten wij u zien, waarom deze

Nadere informatie

Niveaus Europees Referentie Kader

Niveaus Europees Referentie Kader Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken

Nadere informatie

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

Basistraining Voorlichting geven Hand-out Basistraining Voorlichting geven Hand-out Welkom bij de basistraining Voorlichting geven. Leuk dat je je hebt opgegeven om meer te weten te komen over voorlichting geven, voorlichtingen voorbereiden en

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode 3 2018-2019 In deze periode kies je in groepjes een onderwerp, houd je een presentatie, debatteer je tegen andere groepen en schrijf je een betoog over je eigen

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Een interpretatie van communicatie Rumi Knoppel

Een interpretatie van communicatie Rumi Knoppel Deel 1 Een interpretatie van communicatie Rumi Knoppel Voorwoord Om te beginnen met het uiteenzetten van een interpretatie van communicatie en de daarbij behorende analyse ben ik gehouden om aan te geven

Nadere informatie

Vier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid

Vier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid Vier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid...... Op 5 juli 2018 stuurden EYE Filmmuseum, Beeld en Geluid en Mediawijzer.net een extra feedbackbrief naar het ontwikkelteam Digitale geletterdheid.

Nadere informatie

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden

Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden Gespreksrichtlijnen tussen goeden slechthorenden Communiceren doe je met zijn tweeën Deze folder is bedoeld voor de goedhorenden die in hun omgeving iemand kennen die slechthorend is, en voor slechthorenden

Nadere informatie

Dit lesmateriaal bestaat uit drie delen: DOCENTENHANDLEIDING

Dit lesmateriaal bestaat uit drie delen: DOCENTENHANDLEIDING Dit lesmateriaal bestaat uit drie delen: HANDLEIDING Deze bevat handvatten om de documentaire te behandelen. U kunt zelf op basis van tijd, behoefte en niveau bepalen hoeveel u uit dit materiaal gebruikt.

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

SSamenvatting. 1. Introductie

SSamenvatting. 1. Introductie S 1. Introductie PowerPoint is niet meer weg te denken bij presentaties. Het programma kende wereldwijd meer dan 200 miljoen gebruikers in 2012. Sommigen wenden het aan voor hun colleges, anderen voor

Nadere informatie

Het NLP communicatie model

Het NLP communicatie model Het NLP communicatie model Ontdek jouw communicatie waarnemingsfilters Leef je natuurlijk leiderschap 1 Inleiding Op het moment dat veranderingen in een organisatie plaatsvinden is communicatie één van

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen WWW.CPS.NL Wat ben ik? Wat staat bovenaan m n verlanglijst? Het programma: van pingpongen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR) Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

Europees Referentiekader

Europees Referentiekader Europees Referentiekader Luisteren Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

In dialoog met elkaar

In dialoog met elkaar In dialoog met elkaar Grondhouding van Zozijn Bestaansrecht van Zozijn In dialoog Zozijn ziet het als opdracht om mensen tot bloei te laten komen. Wij zorgen voor een positief klimaat, waarin liefdevolle

Nadere informatie

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon*  adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek Screening van de individuele dienstverlener in de pijler advies / advies Internationaal ondernemen / strategisch advies in het kader van de maatregel kmo-portefeuille Sjabloon van het onderzoeksverslag

Nadere informatie

Theaterverslag CKV De Waker, de Slaper en de Dromer

Theaterverslag CKV De Waker, de Slaper en de Dromer Theaterverslag CKV De Waker, de Slaper en de D Theaterverslag door een scholier 1823 woorden 5 december 2003 7,5 4 keer beoordeeld Vak CKV Ckv1 Cabaret de Waker, de Slaper en de D Tekst en thematiek 1.

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Inleiding communicatie

Inleiding communicatie Inleiding communicatie Communicatie is een proces tussen zender en ontvanger. De boodschap wordt door de ander waargenomen, geïnterpreteerd en geëvalueerd. Als de boodschap niet overkomt, is er sprake

Nadere informatie

Accuraat communiceren

Accuraat communiceren Accuraat communiceren Erna Pluym Senior Trainer Consultant/ Business Development Manager erna.pluym@acerta.be 0472 92 11 66 Communicatie, waarom zo belangrijk? Communicatie, waarom zo belangrijk? Had ik

Nadere informatie

NLP PRACTITIONER 2015

NLP PRACTITIONER 2015 2015 ERKEND, PRAKTIJKGERICHT EN VERBREDEND De erkende NLP Practitioner opleiding van the Sphere is praktijkgericht en verbredend. Het biedt een uitstekende structuur voor effectieve communicatie, persoonlijke

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Communicatie en Drogredenen. Tab 4

Communicatie en Drogredenen. Tab 4 Communicatie en Drogredenen Tab 4 Vier communicatie aspecten Inhoudelijke aspect Datgene wat de deelnemer inhoudelijk wil overbrengen Expressieve aspect Gedrag taalgebruik en uiting van emoties Relationele

Nadere informatie

THEORIE. Kijken naar Film

THEORIE. Kijken naar Film THEORIE Kijken naar Film Introductie Sommige mensen bekijken een film zoals ze junkfood eten. Ze denken er niet bij na, ze praten er niet over. Ze realiseren zich niet dat kunst en cultuur onze kijk op

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Thema- overzicht Thema- overzicht Kijken is een kunst Groep 5 Museum De Buitenplaats Kern van het thema Mensen laten graag iets van zichzelf aan anderen

Nadere informatie

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens.

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens. Samenvatting door een scholier 944 woorden 11 januari 2004 6,1 29 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Module 3 A4 Functies van een inleiding: aandacht trekken onderwerp aankondigen Aandachttrekken:

Nadere informatie

Communicatie. Els Ronsse. april 2008

Communicatie. Els Ronsse. april 2008 Communicatie Els Ronsse april 2008 Communicatie =? Boodschappen Heen en weer Coderen loopt bij mensen met autisme vaak fout Maar communicatie is meer. Relatiegericht Aandacht vragen Bevestiging geven Aanmoedigen

Nadere informatie

TREATMENT. FREE FASHION Time for justification. Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn

TREATMENT. FREE FASHION Time for justification. Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn TREATMENT FREE FASHION Time for justification Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn Begin juni zal er door John Martens, Lesley Adu-Darkwah en Marleen van Rijn een vijftien minuten durende documentaire

Nadere informatie

3. Samenwerkend leren

3. Samenwerkend leren 3.1 Denken-Delen-Uitwisselen doel Samen nadenken over een begrip of antwoord groepssamenstelling individueel-> tweetal ->klassikaal 1. Denken: de leerling krijgt een vraag van de leerkracht of moet een

Nadere informatie

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Zodra er twee of meer mensen in 1 ruimte zijn is er sprake van communicatie, ook al wordt er niet gesproken. Het is

Nadere informatie

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Titel: Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Vakcode: LWX999B10 Opleiding: Kunsten, Cultuur en Media Studiefase: Bachelor 3 e jaar/ KCM Major Periode:

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

SAMENVATTING (Dutch summary)

SAMENVATTING (Dutch summary) (Dutch summary) 349 Dit boek is een onderzoek naar een bijzondere vorm van zelfrepresentatie: het creëren van een (publiek) zelf doorheen kunstwerken. Het onderwerp van het onderzoek is de Britse filmmaker

Nadere informatie

Docentenhandleiding. Thema. Dromen zijn bedrog!? Chiel Jan van Hofwegen

Docentenhandleiding. Thema. Dromen zijn bedrog!? Chiel Jan van Hofwegen Docentenhandleiding Thema Dromen zijn bedrog!? Chiel Jan van Hofwegen Oktober 2009 Inleiding. Deze handleiding is bedoeld als een gids voor de lessen die rondom het thema Dromen zijn bedrog!? gegeven zullen

Nadere informatie

Editorial Media Design Guido Hildebrand - 1582968 Talisa van Dreven - 1582766 Alexander Ringnalda - 1547759. 24 september 2013 Versie 1

Editorial Media Design Guido Hildebrand - 1582968 Talisa van Dreven - 1582766 Alexander Ringnalda - 1547759. 24 september 2013 Versie 1 Editorial Media Design Guido Hildebrand - 1582968 Talisa van Dreven - 1582766 Alexander Ringnalda - 1547759 24 september 2013 Versie 1 Aanleiding en probleemomschrijving: Het project wordt uitgevoerd omdat

Nadere informatie

De magie van Florerend Verkennen Geknipt om te bouwen aan zelfsturing. Intro

De magie van Florerend Verkennen Geknipt om te bouwen aan zelfsturing. Intro De magie van Florerend Verkennen Geknipt om te bouwen aan zelfsturing Door Pepijn Happel Intro We zijn zo gewend te focussen op wat niet werkt, daarbij geholpen door traditionele probleemoplossende methoden,

Nadere informatie

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaubepaling Nederlandse taal Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Treatment Intellectueel eigendom, de rechten zijn oneerlijk verdeeld.

Treatment Intellectueel eigendom, de rechten zijn oneerlijk verdeeld. Treatment Intellectueel eigendom, de rechten zijn oneerlijk verdeeld. Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn Hoofdvraag In hoeverre is het terecht of onterecht dat een mode-ontwerp moeilijker

Nadere informatie

DE L CKER DOELEN STELLEN

DE L CKER DOELEN STELLEN DOCENTENHANDLEIDING DE L CKER DOELEN STELLEN Leeftijd: 13-15 jaar, 16-18 jaar Geschikt voor: vmbo, havo en vwo vanaf de eerste klas Vakgebied en kerndoelen: Deze les vindt aansluiting bij vakken Maatschappijleer,

Nadere informatie

Non-verbale communicatie

Non-verbale communicatie Non-verbale communicatie Wie de taal van het lichaam wil leren begrijpen, moet eerst de verschillende signalen leren kennen, herkennen en goed inschatten. Meestal richten we (bewust) onze aandacht op het

Nadere informatie

Filmische middelen Aspecten Extra aanwijzingen

Filmische middelen Aspecten Extra aanwijzingen FILMVORMGEVING in de filmwetenschap wordt deze indeling gehanteerd: Art-direction (Enscenering) Kwaliteit en Belichting ontbreken in het cve model. Geluid Decor, Rekwisieten, attributen Licht en belichting

Nadere informatie

E-book. Hoe communiceer je met een stokbrood? Sabine van Dijk

E-book. Hoe communiceer je met een stokbrood? Sabine van Dijk E-book Hoe communiceer je met een stokbrood? Sabine van Dijk NLP: HOE COMMUNICEER JE MET EEN STOKBROOD?! Ooit kwam een vrouw bij de bekende Amerikaanse familietherapeute Virginia Satir met een probleem

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Samenvatting Literatuurkunde Cursus 1 Literatuur en lezer

Samenvatting Literatuurkunde Cursus 1 Literatuur en lezer Samenvatting Literatuurkunde Cursus 1 Literatuur en lezer Samenvatting door M. 1143 woorden 24 januari 2016 9 21 keer beoordeeld Vak Methode Literatuurkunde Laagland Nederlands literatuur cursus 1 1 Lezers

Nadere informatie

Autonoom als vak De zelf

Autonoom als vak De zelf Aangezien ik de indruk heb gekregen dat er een opkomst is van een nieuw vakgebied dat nog niet zodanig als vak bestempelt wordt, wil ik proberen dit vak te expliceren, om het vervolgens te kunnen betitelen

Nadere informatie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders

Nadere informatie

OEFENING 7: INSPIRERENDE WOORDEN GESPREK MET EEN (VAK/ZORG)LEERKRACHT OF LEERLINGBEGELEIDER

OEFENING 7: INSPIRERENDE WOORDEN GESPREK MET EEN (VAK/ZORG)LEERKRACHT OF LEERLINGBEGELEIDER OEFENING 7: INSPIRERENDE WOORDEN GESPREK MET EEN (VAK/ZORG)LEERKRACHT OF LEERLINGBEGELEIDER Situering In de praktijk van de lerarenopleiding spelen goede voorbeelden een grote rol. Op twee manieren wordt

Nadere informatie

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken. Creatief denken Het flexibel kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden. Associëren, brainstormen en het bedenken van nieuwe originele dingen en originele oplossingen voor problemen. Analytisch denken Het

Nadere informatie

Adviesgesprekken met Spreken tegen ouders

Adviesgesprekken met Spreken tegen ouders Adviesgesprekken met Spreken tegen ouders Eerst de relatie, dan de communicatie In de communicatie tussen personen Inhoudsaspect Feiten Gebeurtenissen Resultaten Adviezen Relatieaspect Wat speelt tussen

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Competenties. van de rondleider in kunst en -historische musea. De competenties zijn verdeeld over vier hoofdcategorieën.

Competenties. van de rondleider in kunst en -historische musea. De competenties zijn verdeeld over vier hoofdcategorieën. Competenties van de rondleider in kunst en -historische musea Verwijzing naar deze lijst: Schep, M., Van Boxtel, C., & Noordegraaf, J. (2017). Competent museum guides: defining competencies for use in

Nadere informatie

Content in Motion. Interviewen & Communicatie

Content in Motion. Interviewen & Communicatie Content in Motion Interviewen & Communicatie Communicatie wat is dat eigenlijk? Communicatie is afgeleid van het Latijnse woord: communicatio dat verbinding betekent. Later werd dit doorgetrokken naar

Nadere informatie

Workshop Lichaamstaal. Lichaamstaal, een krachtig communicatiemiddel

Workshop Lichaamstaal. Lichaamstaal, een krachtig communicatiemiddel Workshop Lichaamstaal Lichaamstaal, een krachtig communicatiemiddel Lichaamstaal is belangrijker dan veel mensen beseffen. Het is een cruciaal onderdeel van onze communicatie. Hoe kom je over op een ander?

Nadere informatie