UNIFORM HEREXAMEN EIND MULO 2007

Transcriptie

1 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU UNIFORM HEREXAMEN EIND MULO 007 VAK : AARDRIJKSKUNDE DATUM: MAANDAG 06 AUGUSTUS 007 TIJD : UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. ALGEMEEN ZEESTROMEN / GETIJDEN / RIVIEREN Exogene krachten zorgen voor afbraak van delen van de aardkorst. Bij welk proces is er sprake van erosie? A Het afslijten van gesteente door stromend water, ijs of wind waarin puin voorkomt. B Het bevriezen van water in de spleten van de bovenste aardlaag in koude gebieden. C Het uiteendrukken van gesteente door groei van plantenwortels. D Het uitzetten van de bovenste aardlaag door de felle zonnebestraling in warme gebieden. Troggen zijn de diepere delen van de zeebodem. In welke oceaan of zee ligt de Marianen trog? A Atlantische Oceaan B Caribische zee C Grote Oceaan D Noordzee 4 Japan is één van de belangrijkste visserijlanden ter wereld. Deze visrijkdom is te danken aan A de Koero Sjiostroom en de NoordEquatoriale tegenstroom. B de Koero Sjiostroom en de OyaSjiostroom. C de NoordEquatoriale stroom en de Equatoriale tegenstroom. D de OyaSjiostroom en de Equatoriale tegenstroom. De getijden ontstaan grotendeels onder invloed van de maanstanden. Bij springvloed kunnen delen van de jonge kustvlakte onder water lopen. Dit vindt plaats bij A eerste kwartier en laatste kwartier. B laatste kwartier en nieuwe maan. C laatste kwartier en volle maan. D nieuwe maan en volle maan. 5 Welk geologisch verschijnsel kan ontstaan als gevolg van vulkanisme? A een horst B een maar C een slenk D een trog 6 De Corantijnrivier is één van de hoofdrivieren van ons land. Welk gegeven over deze rivier is juist? A De rivier is in de bovenloop een getijde rivier. B De rivier levert hydroelektrische energie. C De rivier ligt in het westen van ons land. D De rivier vormt de grens tussen twee districten.

2 7 KUSTVORMEN / KUSTVLAKTE Saramacca 9 Nickerie land rivier Coppename meer zee 4 In de tekening zijn zijtakken van de Coppename rivier met nummers aangegeven. In de tekening is een deel van een kust te zien. Het zeewater is gedeeltelijk afgesloten, waardoor er meren zijn ontstaan. Hoe wordt deze kustvorm genoemd? Met welk nummer is de Wayambo rivier aangegeven? A zijtak B zijtak C zijtak D zijtak 4 A duinkust B fjordenkust C hafkust D lagunekust 0 In de meeste rivieren van Suriname komen riviereilanden voor. Waar ligt het riviereiland Stoelmanseiland? Bij de samenvloeiing van A de Lawa en de Marowini. B de Lawa en de Tapanahoni. C de Litani en de Marowini. D de Marowini en de Tapanahoni. 8 De formaties waaruit onze kustvlakte is opgebouwd kunnen economisch worden benut. Uit welke formatie wordt bauxiet gewonnen? A de Coropina formatie B de Coesewijne formatie C de Onverdacht formatie D de Nickerie formatie

3 LANDSCHAPPEN 66 º NB Kreeftskeerkring zeespiegel 500 m 500 m 00 m 0 m 0º Steenbokskeerkring 66 º ZB In de tekening is de algemene hoogteverdeling van landschappen aangegeven. In welk gebied ligt de Julianatop? A gebied I B gebied II C gebied III D gebied IV Het gearceerd deel in de tekening heeft een equatoriaal tropisch klimaat. Een algemeen kenmerk van dit gebied is A de geringe hoeveelheid neerslag gedurende het hele jaar. B een temperatuur lager dan 8ºc. C het gering verschil tussen dag en nachtlengte. D het groot verschil tussen dag en nachtlengte. 0º NB KLIMAAT EN VEGETATIE I 4 II 0º 0º 0º 0º 0º 0º 0º NB III IV 0º 0º 0º 0º 0º In de tekening zijn twee klimaatgordels aangegeven. In de gearceerde zône duurt de droge periode wel 8 maanden. De vegetatie bestaat uit gras, struiken en verspreide boomgroepen. Welk klimaat heerst in deze zône? A savanne klimaat B steppe klimaat C tropisch vochtig klimaat D woestijn klimaat 0º 0º : windrichting Bekijk de vier tekeningen. In welke tekening is de windrichting van de Noordoost en de Zuidoost passaat volgens Buys Ballot juist aangegeven? A tekening I B tekening II C tekening III D tekening IV

4 5 De Inter Tropische Convergentie Zône verschuift gedurende het gehele jaar binnen de keerkringen. In welke twee perioden van het jaar bevindt dit laagdruk gebied (I.T.C.Z.) zich boven ons land? A in de grote droge tijd en de grote regentijd B in de grote droge tijd en de kleine droge tijd C in de grote regentijd en de kleine regentijd D in de grote regentijd en de kleine droge tijd 6 In een bepaald vegetatiegebied zijn in de plantengroei verschillende hoogten van bomen te onderscheiden. Het klimaat draagt bij tot een snelle afbraak van het plantenafval. Welk vegetatiegebied vertoont deze kenmerken? Een gebied met... A mediterraan bos. B steppe vegetatie. C toendra vegetatie. D tropisch regenbos. 7 In onze savannen groeit een bekende boomsoort. Hoe heet deze boomsoort? A kankantri B kasjoe C mangrove D tonka MIDDELEN VAN BESTAAN DISTRICTEN EN BEVOLKING 9 Bij welk district is de juiste plaats vermeld? A B C D District Commewijne Marowijne Para Sipaliwini Plaats Benzdorp Pokigron Bernharddorp Corneliskondre 0 In het dorp Bigiston is door de Stichting Fonds Ontwikkeling Binnenland een multifunctioneel centrum en een goede drinkwaterinstallatie gebouwd. Dit dorp wordt bewoond door Marrons en Inheemsen. In welk district ligt dit dorp? A Commewijne B Marowijne C Nickerie D Saramacca Dit dorp ligt in het district Wanica en wordt vaak bezocht door toeristen. De bevolking bestaat overwegend uit Marrons. Hoe heet dit dorp? A Boslanti B Matta C Santigron D WitSanti 8 In ons land komen zowel arbeidsintensieve als arbeidsextensieve bedrijven voor. Welk bedrijf is arbeidsintensief? A het bauxietbedrijf SURALCO B het cementbedrijf VABI C het rijstbedrijf Manglie D het textielbedrijf Lincoln Een land heeft een oppervlakte van km. Het aantal inwoners bedraagt De bevolkingsdichtheid is A 4. B 5. C 5. D 00.

5 6 A B C In de tekening is de wereldkaart in vakken verdeeld. In welke twee vakken op de kaart is de toename van de wereldbevolking het grootst? A A en A B B en B C C en C D A en C MILIEU 4 Wereldwijd vinden er klimaatsveranderingen plaats met nadelige gevolgen voor mens en milieu. Welke instantie in ons land houdt zich ook hiermee bezig? A Directoraat Milieubeheer B Nationaal Instituut voor Milieu en ontwikkeling in Suriname (Nimos) C Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbestrijding (N.C.C.R.) D Stichting Natuurbehoud Suriname (Stinasu) AMERIKA S, HET CARIBISCH GEBIED EN AZIË 5 De Verenigde Staten van Amerika bestaat uit 50 staten. Welke staat bestaat uit een eilandengroep? A B C Bekijk deze kaart goed. Enkele staten van de Verenigde Staten van Amerika worden ook wel SunShine States staten genoemd. In welk vak ligt een SunShine staat? A A B B C C D C Mexico City Guatemala Grote Oceaan 7 Caribische zee Managua Panama Een van de hoofdsteden op de kaart is een miljoenenstad. Deze stad ligt in een bekken waar de lucht zeer vervuild is als gevolg van industrialisatie. Welke hoofdstad wordt hier bedoeld? A Guatemala B Managua C Mexicocity D Panama A Alaska B Atlanta C Florida D Hawaii

6 8 Caracas I De meeste Caribische landen hebben een belangrijk exportproduct als inkomstenbron. Welk product is juist vermeld bij het exportland? Lima II III A B C D FransGuyana Guyana Jamaica Trinidad & Tobago goud suiker aardolie bauxiet IV Rio de Janeiro Buenos Aires = landsgrens Op de kaart van ZuidAmerika zijn vier gebieden aangegeven. Welk gebied heeft de grootste bevolkingsconcentratie? A gebied I B gebied II C gebied III D gebied IV 9 Welke twee vegetatiesoorten overheersen in het uitgestrekte landschap van Brazilië? A campos en prairies B campos en selvas C pampas en selvas D prairies en pampas 0 Hier volgen twee beweringen met betrekking tot de zeevisserij in het Caribisch gebied. I II Zeevisserij levert een bijdrage aan het Bruto Nationaal Product door bijvoorbeeld de export van garnalen. Lokale vissers hebben onvoldoende kapitaal voor de aanschaf van materiaal ten behoeve van de visvangst. Voor deze beweringen geldt: A I is juist, II is onjuist. B I is onjuist, II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist. Welk gegeven is juist met betrekking tot de landbouwsector in Japan? A De kustgebieden zijn niet geschikt voor de landbouw. B In Japan komen alleen grote landbouwbedrijven voor. C Japan beschikt over beperkte hoeveelheden landbouwgronden. D Japan is een grote leverancier van landbouwproducten. INTERNATIONALE ORGANISATIES Het Internationaal Gerechtshof is één van de hoofdorganen van de Verenigde Naties. In welk land is dit hof gevestigd? A Verenigde Staten van Amerika B Italië C Nederland D Zwitserland 4 De huidige secretarisgeneraal van de Verenigde Naties is afkomstig uit A China. B Ghana. C Japan. D ZuidKorea.

7 GRAADNET EN KOSMOGRAFIE º 0º 0º 0º 0 0º 0º 0º 40º meridiaan 0º 0º P 0º juni zon 4 Aarde Evenaar 0º S 0º 0º In de tekening zijn de plaatsen P en S aangegeven. De tijd in plaats P is 6.0u v.m. Hoe laat is het in plaats S? A.0uur v.m. B 5.50uur v.m. C 7.0uur v.m. D 9.50uur v.m. In de tekening zijn vier plaatsen op aarde aangegeven. Op welke plaats zal de zon voor enkele maanden niet te zien zijn? A plaats B plaats C plaats D plaats 4 8 NP Kreeftskeerkring 0meridiaan NP 6 5º NB 4 juni zon x ZP 0º WL 60º OL ZP Plaats x in de tekening ligt op 5º NB. De meridianen liggen op gelijke afstanden van elkaar. Welke meridiaan loopt door plaats x? 0º Als gevolg van de rotatie van de aarde ontstaat er afwisseling tussen dag en nacht. Op welke plaats in de tekening zal op juni deze afwisseling niet merkbaar zijn? A plaats B plaats C plaats D plaats 4 A de meridiaan van 0º OL B de meridiaan van 60º OL C de meridiaan van 0º WL D de meridiaan van 60º WL

8 maan 9 x y zon z In de tekening heeft planeet y de kortste omlooptijd rond de zon. Planeet z is te zien als een morgen en avondster. Hierover volgen twee beweringen: I Planeet y is de enige buitenplaneet van z. II Planeet y is de enige buitenplaneet van x. Voor deze beweringen geldt: 40 Hier volgen twee beweringen over de zonsverduistering. Zonsverduistering ontstaat wanneer I de maan zich tussen de aarde en zon bevindt. II de aarde zich tussen de maan en de zon bevindt. Voor deze beweringen geldt: A I is juist en II is onjuist. B I is onjuist en II is juist. C I en II zijn beiden juist. D I en II zijn beiden onjuist. A I is juist en II is onjuist. B I is onjuist en II is juist. C I en II zijn beiden juist. D I en II zijn beiden onjuist.