1. Vooraf: de problematiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Vooraf: de problematiek"

Transcriptie

1 OPBRENGSTGERICHT PASSEND ONDERWIJS Leesonderwijs nader bekeken 1 Een ons preventie is waardevoller dan een pond zorg Dr. Kees Vernooij Lector hogeschool Edith Stein 1. Vooraf: de problematiek Kinderen met risico s en problemen zijn er al net zolang als er onderwijs bestaat. Een probleem is echter, dat het aantal kinderen met leesproblemen in de afgelopen twee decennia in de westerse wereld bijna verdubbeld is. Dit is voor de betreffende kinderen zelf rampzalig, maar ook voor de samenleving. Mensen die niet of niet goed kunnen lezen zijn in een kenniseconomie dikwijls op de sociale voorzieningen aangewezen en een land als Nederland dat kenniseconomie wil zijn kan in principe niets met mensen die niet kunnen lezen. De begrippen opbrengstgericht onderwijs en passend onderwijs krijgen veel aandacht, maar worden weinig met elkaar in samenhang gebracht. Ook is het funest dat er bij passend onderwijs dikwijls los van de instructiepraktijk van de school wordt gesproken. Het gevaar is dan niet ondenkbeeldig dat passend onderwijs een vorm van sterk geïndividualiseerd onderwijs wordt. Onderzoek heeft echter over sterk geïndividualiseerd onderwijs weinig positiefs en eerder zelfs veel negatiefs te melden. Het gaat bij sterk geïndividualiseerd onderwijs dikwijls om divergente differentiatie. Divergente differentiatie is volgens Bosker (2005) problematisch omdat deze invulling van differentiatie alleen maar leidt tot grotere verschillen tussen leerlingen. Daarnaast worden de genoemde begrippen onvoldoende geoperationaliseerd, waardoor er als het ware automatisch nieuwe vuilnisbakbegrippen ontstaan. Wat moeten we onder beide begrippen verstaan? Opbrengstgericht werken is de mate waarin een school concrete doelstellingen op basis van de leerlingpopulatie formuleert en 1 Dr. K. Vernooij (Hogeschool Edith Stein) 1

2 waarbij alle betrokken partijen er gericht aan werken deze doelstellingen te bereiken (Onderwijsraad 2008). Een eenvoudige omschrijving van opbrengstgericht werken is: door het bieden van effectief onderwijs het maximale uit elke leerling halen. Opbrengstgericht werken is in wezen het versterken van de effectiviteit van de school op het gebied van basisvaardigheden om de maatschappelijke kansen van elke leerling te vergroten. Kijken we naar de Onderwijsverslagen van de inspectie van onderwijs uit de afgelopen jaren, dan kan geconstateerd worden dat 25% van de leerlingen na groep 8 met een onvoldoende technische leesvaardigheid, die de belangrijkste voorspeller voor het begrijpend lezen is, de basisschool verlaat. De wetenschap laat zien dat technisch lezen in feite een intelligentieloos gebeuren is en dat eigenlijk slechts 5% van de leerlingen, waaronder de echte dyslecten, daarmee problemen hoeft te hebben. Kortom: dit voorbeeld laat zien, dat minstens 20% van de leerlingen onvoldoende opbrengstgericht onderwijs heeft genoten. Dit houdt in, dat er niet uit de kinderen is gehaald wat er inzat. Een verklaring voor dit teleurstellende gegeven is voor een deel, dat scholen en leerkrachten onvoldoende effectief met de verschillen tussen leerlingen zijn omgegaan, waardoor een deel van de leerlingen in de problemen kwam en met onvoldoende leesvaardigheid na groep 8 de basisschool verliet. Het ontbreken van effectief omgaan met verschillen wordt dikwijls negatief versterkt door het ontbreken van voldoende instructiekwaliteit. Onvoldoende instructiekwaliteit heeft vrijwel altijd meer uitval van leerlingen en dan in het bijzonder risicoleerlingen - tot gevolg. De betekenis van effectieve instructie voor risicolezers is de afgelopen jaren in ons land zwaar onderschat. Het streven naar passend onderwijs vanuit het effectiviteitsprincipe heeft daarentegen alles, zowel in preventieve als curatieve zin, met effectieve instructie en effectief omgaan met verschillen tussen leerlingen te maken. Versterking van de effectiviteit op beide terreinen zal tot betere opbrengsten in ons geval betere lezers - leiden. Samenvattend: passend leesonderwijs is een voorwaarde voor betere leesopbrengsten. Passend leesonderwijs is cruciaal voor leerlingen, omdat ze maar één kans in hun leven krijgen om goed te leren lezen. Passend leesonderwijs betere leesresultaten. 2. Voortschrijdend inzicht Het versterken van de instructie en het omgaan met verschillen door meer verlengde of intensieve instructie te realiseren heeft ook te maken met het voortschrijdend inzicht, dat o.a. het in kaart brengen van de intelligentie van zwakke lezers/leerders improductief is, omdat deze praktijk geen handvatten voor een effectieve aanpak van leesproblemen biedt. Dertig jaar onderzoek laat zien (zie Lyon e.a. 2001) dat zo n aanpak meestal tot gevolg heeft, dat: 2

3 - de verkeerde leerlingen voor het speciaal onderwijs worden gesignaleerd en leerlingen die hulp nodig hebben deze juist niet krijgen; - er gewacht wordt tot leerlingen uitvallen voordat ze (specifieke) hulp krijgen; - dit niet leidt tot effectieve aanbevelingen voor kinderen met leerproblemen. Andere kritiek met betrekking tot de huidige praktijk van het signaleren van kinderen met problemen is dikwijls: - het werken vanuit een deficietmodel dat kinderen labelt. Bijvoorbeeld: dat zijn de zwakke lezers of de ADHD-ers, terwijl in de praktijk de aldus gelabelde kinderen ook weer sterk van elkaar kunnen verschillen; - het onderschatten en overschatten van kinderen; - een praktijk van signaleren van problemen en vervolgens weinig of niet effectieve hulp bieden, o.a. omdat men niet goed weet wat men moet doen. Bijvoorbeeld: moeten we herhalen of een orthotheekprogramma inzetten?; - het zich alleen maar richten op problemen en niet op oplossingen, hetgeen tot gevolg heeft dat het kind een zwakke lezer blijft; - het falen in het helpen van alle kinderen met problemen. Niet alleen zwakke lezers worden niet goed geholpen, maar ook de zwakke rekenaars. Om genoemde redenen is het gewenst prioriteit aan de diagnose van de instructie voor zwakke leerlingen toe te kennen in plaats van bijvoorbeeld zwakke lezers te classificeren met intelligentietests en toetsen. 3. Is passend leesonderwijs nieuw? Dit streven is niet nieuw en we zouden bijna kunnen zeggen dat er oude wijn in nieuwe zakken wordt geboden. De afgelopen decennia noemden we het omgaan met verschillen differentiatie, zorgverbreding, adaptief onderwijs, onderwijs op maat of WSNS-streven. De steeds andere namen hebben ook te maken met het dikwijls weinig succesvol zijn van het gevoerde beleid. Het beleid leverde niet de onderwijsopbrengsten op die men wenste. Voor een deel is dat toe te schrijven aan het in die tijd ontbreken van wetenschappelijke kennis om aan dergelijke activiteiten een harde, empirische invulling te geven. Daarentegen kunnen we bij het streven naar opbrengstgericht passend leesonderwijs op dit moment wel van dergelijke kennis gebruik maken die daadwerkelijk betere leesresultaten van zwakke lezers tot gevolg heeft. Gedacht kan dan worden aan de informatie die het Amerikaanse Response to Instruction-project oplevert, maar ook aan het functioneren van diverse Nederlandse 3

4 scholen die laten zien, dat ze zelfs in staat zijn de milieukloof te dichten! In het bijzonder moet dan gedacht worden aan de scholen die genomineerd waren voor de Dr. Mommersprijs 2009, de Catharinaschool uit Amsterdam en de scholen van het Enschedese Leesverbeterplan. Recent onderzoek van Vernooy en Kappen (2010) laat zien, dat in Enschede ondanks de moeilijke milieupopulatie slechts 2% van de kinderen na groep 8 met een leesniveau lager dan AVI 9 de basisschool verlaat. Deze scholen staan er om bekend dat ze het maximale uit hun leerlingen weten te halen. Een kenmerk van deze scholen is hun aandacht voor vroegtijdig signaleren, het werken met een goed curriculum en het bieden van effectieve instructie. 4. Instructie en risicoleerlingen Vanaf 2000 wordt in diverse Angelsaksische publicaties het belang van vroegtijdig signaleren en expliciete instructie voor zwakke lezers aangegeven. Dit moet mede gezien worden binnen het bewustwordingsproces, dat leesproblemen in toenemende mate als een inadequate reactie op instructie gezien worden. Meer en meer zien we, dat met name expliciete instructie effectief is voor het realiseren van meer opbrengstgericht leesonderwijs. Risicolezers hebben vooral behoefte aan expliciete directe instructie. In een meta-analyse laat Hattie (2004) zien wat we al lang wisten, n.l. dat met name directe instructie - een krachtige onderwijsfactor - effectief is voor risicoleerlingen. Bovendien wordt na 1995 door onderzoek steeds duidelijker, dat preventie en vroegtijdige interventies effectiever en efficiënter zijn dan late interventies of remedial teaching voor het leessucces van de leerling (zie o.a. Torgesen, 1998). 5. Wie zijn echter de risicolezers en wat hebben ze nodig? In de praktijk kan ook de vraag gesteld worden: wie zijn dan de risicolezers? Deze vraag is vrij eenvoudig te beantwoorden, namelijk: - het zijn kinderen die slechter lezen dan hun leeftijdgenoten; - het zijn kinderen die onvoldoende van de door de leerkracht gegeven instructie profiteren en daardoor dikwijls steeds verder achterop raken; - het zijn kinderen die voortdurend een D- of een E-score halen op de leestoetsen. Wat hebben (potentiële) kinderen met leesproblemen vooral nodig? In toenemende mate laat onderzoek dan zien: 4

5 - proactieve preventie en interventies. Met name vroegtijdig signaleren voorkomt dat de achterstanden te groot worden en er een te grote kloof met de overige leerlingen ontstaat; - een continuüm van ondersteuning door effectieve instructie, zowel op groepsniveau als bij verlengde instructie; - het gebruik van een hoogwaardig curriculum, dat gedragen wordt door wat-werktinzichten die de wetenschap opleverde; - een teambenadering van de school waarbij iedereen zich verantwoordelijk voor alle kinderen voelt en waarbij de schoolleiding vanuit zijn of haar onderwijskundig leiderschap het proces van opbrengstgericht passend leesonderwijs aanstuurt, begeleidt en monitort; - een sterke gerichtheid op positieve leerlingresultaten; - een hoge mate van betrokkenheid van de leerlingen en de ouders bij het leesproces; - meer expliciete instructie wat inhoudt dat de leerkracht veel hardop denkend moet voordoen; - meer intensieve verlengde instructie, waarbij gedacht moet worden aan een groepje van 3 5 kinderen. In een dergelijk groepje kan rekening worden gehouden met de ondersteuningsbehoeften van de kinderen; - ondersteuning in de zin van gerichte feedback. Wat doe ik goed? Wat doe ik niet goed en welke aanwijzingen krijg ik om het beter te doen? - meer tijd. In principe moeten voor risicolezers dezelfde doelen gelden als voor goede lezers. Alleen hebben risicolezers meer tijd nodig om deze doelen te realiseren. 6. Convergente differentiatie als evidence based aanpak voor opbrengstgericht passend leesonderwijs Convergente differentiatie betekent, dat er doelgericht onderwijs wordt gegeven om alle leerlingen in de groep minstens de gestelde minimumdoelen voor de basisvaardigheden te laten bereiken, waarbij het streven is dat alle leerlingen profiteren van de groepsinstructie, maar dat er tijdens de verwerking rekening wordt gehouden met de verschillen tussen leerlingen. Bijvoorbeeld goede en gemiddelde leerlingen gaan dan zelfstandig of in duo s aan het werk met verdiepingsstof en zwakke lezers krijgen verlengde, meer intensieve instructie in een groepje van 3 5 kinderen, waar rekening wordt gehouden met hun leerbehoeften en waar geoefend en goede feedback gegeven kan worden. Het model houdt in, dat met name tijdens de verwerking rekening gehouden wordt met de verschillen tussen leerlingen. 5

6 Gesteld kan worden, dat de weg er als volgt uitziet: Groepsinstructie Verlengde instructie Zeer intensieve instructie 7. De aanpak nader n uitgewerkt Ofschoon de drie onderscheiden instructieniveaus met elkaar verbonden zijn, verschillen ze in een aantal opzichten van elkaar. De verschillen hebben op de eerste plaats te maken met de mate van intensief omgaan met de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Bij verlengde instructie moet worden gedacht aan kinderen die D of E scoren op leestoetsen. Bij de zeer intensieve instructie moet worden gedacht aan de leerlingen waarvoor de wetgeving Passend onderwijs bedoeld is. In de praktijk zijn dit meestal de kinderen die continu een E- niveau op leestoetsen halen. De aanpak van passend onderwijs waarbij drie met elkaar samenhangende niveaus worden onderscheiden, biedt mogelijkheden om risicolezers vroegtijdig en op maat ondersteuning te bieden. Scholen kunnen door deze aanpak vroegtijdig bepalen welke kinderen hulp nodig hebben en hoe intensief die hulp moet zijn. Bovendien kan die hulp als het ware onmiddellijk worden geboden. Convergente differentiatie vinden we met name terug in het Amerikaanse project Response to Instruction. Dit project is succesvol in het realiseren van een werkbare differentiatieaanpak (zie de illustratie hierboven). Deze veelbelovende aanpak houdt in grote lijnen in: - Signaleer vroegtijdig risicolezers; - Op basis van de signalering: realiseer effectieve groepsinstructie, maar ook effectieve intensieve subgoepinstructie door ons verlengde instructie en intensive individuele instructie genoemd - voor risicolezers en zwakke lezers. 6

7 Uit veel onderzoek komt naar voren dat vroegtijdig signaleren en interveniëren veel effectiever is dus betere resultaten geeft - dan kinderen laat signaleren (bijvoorbeeld in de loop van groep 4), waardoor de problemen dikwijls al zo groot zijn, dat het lastig is om er effectief op te reageren (Donovan & Cross, 2002). Bovendien voorkomt vroegtijdig signaleren en reageren veelal het optreden van probleemgedrag. Zware leesproblemen gaan dikwijls gepaard met probleemgedrag. Concreet betekent dit, dat we in groep 1 3 mogelijke potentiële risicolezers tijdig moeten signaleren, waardoor er preventieve interventies kunnen plaatsvinden wat bovendien een effectievere ondersteuning mogelijk maakt, omdat de leesachterstand nog maar beperkt is. Bij tijdig signaleren moet gedacht worden aan: In groep 1 en 2: - kinderen met problemen op het gebied van de mondelinge taalvaardigheid. Deze kinderen lopen een vijf keer zo groot risico problemen met het leren lezen te krijgen. De SNEL-toets van Luinge kan onder andere gebruikt worden om deze kinderen tijdig op te sporen; - kinderen die ondanks dat het gestimuleerd is geen letters kennen of deze snel kunnen benoemen; - kinderen met een zwak ontwikkeld fonemisch bewustzijn, lopen een verhoogd risico problemen met het leren lezen te krijgen. Het fonemisch bewustzijn is namelijk de belangrijkste voorspeller voor het toekomstig leren lezen. Om deze kinderen op te sporen kan halverwege groep 2 van een screeningsinstrument als bijvoorbeeld de Fonemisch analysetoets gebruik worden gemaakt. In groep 3: - kinderen die een onvoldoende resultaat halen op de herfstsignalering; - kinderen die halverwege groep 3 mkm-woorden niet vlot kunnen lezen. - Verder geldt dat bij vroegtijdig signaleren observaties en methodegebonden toetsen een rol kunnen spelen. Het is vooral van belang dat de gesignaleerde kinderen expliciete hulp in de zin van expliciete instructie krijgen. Krijgen ze dergelijke hulp niet, dan is het risico groot dat deze kinderen zwakke lezers worden en - wat erger is - dat ook zullen blijven. Wel weten we uit onderzoek dat ongeveer 4 á 5 % van de kinderen dyslexie heeft en daardoor problemen met technisch leren lezen. Aan de andere kant is technisch leren lezen vrij intelligentieloos en daardoor haalbaar voor 95% van de kinderen. 7

8 Cruciaal is, dat de vroegtijdig opgespoorde kinderen zowel goede instructie als meer intensieve verlengde instructie krijgen. Effectieve vroegtijdige aandacht kan tot gevolg hebben dat het risico-aspect verdwijnt. Eerder gaven we al aan dat goede groepsinstructie van eminent belang is voor risicolezers. De aanpak in drie te onderscheiden maar sterk op elkaar afgestemde instructieniveaus (zie de illustratie op pagina 6), waarbij risicolezers in de niveaus 2 en 3 in toenemende mate intensieve hulp krijgen, kenmerkt zich als volgt. 1. Effectieve groepsinstructie voor alle kinderen. Juist kwalitatief goede groepsinstructie is cruciaal. Bij ineffectieve groepsinstructie zien we, dat er te veel kinderen uitvallen. Expliciete groepsinstructie voorkomt dit en heeft tot gevolg dat 80 á 90% van de leerlingen daarvan profiteert. Daarbij dient opgemerkt te worden dat bij effectieve groepsinstructie dikwijls ook een effectieve methode voor (leren) lezen gebruikt wordt. Bij ineffectieve methoden zien we dikwijls ook te veel uitvallers. Een belangrijk ander aspect van effectieve groepsinstructie is, dat er voldoende tijd is ingeroosterd voor de groepsinstructie. Bijvoorbeeld 45 minuten. Bij te weinig tijd vallen er namelijk ook weer kinderen uit. Bij de aanwezigheid van zwakke leerlingen is het van belang naar effectieve groepsinstructie te streven die tot doel heeft juist die leerlingen daarbij actief te betrekken. Dit vraagt om expliciete instructie in de zin van hardop denkend voordoen. Ook wel modeling genoemd. Dit houdt in: - ik doe het voor; - nu doen we het samen; - nu doen jullie het in duo s; - en nu doe je het alleen. 8

9 Aandachtspunten voor dit instructieniveau zijn: - hoge leesdoelen die met methodegebonden toetsen en toetsen van het leerlingvolgsysteem getoetst worden; - expliciete instructie (voordoen, modeling, uitleggen, samen oefenen); - hoge taakgerichte leertijd en dan met name voor de risicolezers. Dit is gewenst omdat veel onderzoek laat zien dat zwakke lezers vermijdingsgedrag vertonen; - risicolezers profiteren op dit niveau vooral van modeling en betrokkenheid, maar ook van de aanwezigheid van goede leerlingen in hun omgeving; - werken met een goed programma of een goede methode. Het gaat dan met name om methoden die duidelijk op wetenschappelijke bevindingen steunen; - minstens 30 minuten per dag; - alle leerlingen doen mee, ook de risicoleerlingen; - er is veel interactie, o.a. door aandacht voor begeleide inoefening; - hoge professionaliteit van de leerkracht is wenselijk. 2. Verlengde instructie. Een sterke toename van meer subgroepinstructie voor risicoleerlingen is duidelijk een effectieve interventie. Het is namelijk buiten twijfel dat risicolezers en zwakke lezers sneller leren bij meer intensieve instructie in een klein groepje met meer interactie dan alleen bij doorsnee groepsinstructie. Herhaling van de instructie en extra oefenen moeten tot gevolg hebben dat het kind weer volledig van het groepsniveau kan profiteren. Bijvoorbeeld bij technisch leren lezen in groep 3 is er veel aandacht voor automatisering. Het is van belang dat ook de verlengde instructie een zeer expliciet karakter heeft (zie het modelen tijdens de groepsinstructie). Bovendien bestaat er sterk onderwijsbewijs dat laat zien dat kinderen profiteren van een dergelijke dubbele leesdosis. Aandachtspunten voor dit instructieniveau zijn: - doel van de verlengde instructie is het behalen van het groepsniveau; - kinderen 10 á 20% van de groep - krijgen ondersteuning om weer volledig van de groepsinstructie te kunnen profiteren; het gaat meestal om 3 6 leerlingen; - herhaling, oefenen en pre-teaching kenmerken dit niveau; - dezelfde methode wordt gebruikt als bij niveau 1; - minstens 15 minuten per dag vindt er verlengde instructie plaats; - de verlengde instructie komt na de groepsinstructie; de goede en gemiddelde lezers werken op dat moment zelfstandig, individueel of in duo s; 9

10 - tijdens de verlengde instructie functioneert de groepsleerkracht sterk als model en laat de kinderen veel oefenen en toepassen; - twee keer per maand wordt gekeken of kinderen nog verlengde instructie nodig hebben of nog meer intensieve instructie niveau 3 nodig hebben. 3. Extra verlengde intensieve instructie. Hierbij moet gedacht worden aan zware dyslecten en/of speciaalonderwijsachtige leerlingen. Concreet gaat het dan om kinderen, zoals we eerder aangaven, die voortdurend E scoren op leestoetsen. In de praktijk lezen deze kinderen meestal zeer spellend. De groepsinstructie en de verlengde instructie is voor deze kinderen onvoldoende; ze profiteren er onvoldoende van. Deze kinderen hebben meer tijd en meer intensieve hulp nodig om een betere lezer te worden. In de praktijk zullen deze kinderen veel aandacht nodig hebben op het gebied van automatisering. Aandachtspunten voor dit instructieniveau zijn: - het gaat om de kinderen meestal 5% van de groep - die onvoldoende profiteren van de groepsinstructie en verlengde instructie; - de kinderen krijgen naast de groepsinstructie en verlengde instructie zeer intensieve instructie. In de praktijk gaat het dan meestal om 1 á 2 kinderen; - dezelfde methode wordt gebruikt als die bij de groeps- en verlengde instructie aan de orde was; - minstens 30 minuten per dag hebben deze kinderen extra-instructie nodig die aansluit bij hun ondersteuningsbehoeften; - twee keer per maand wordt gekeken of deze kinderen vooruit gaan; - de zeer intensieve instructie kan door de groepsleerkracht worden gegeven, maar ook door een gespecialiseerde leerkracht; - onderzoek laat zien dat zeer intensieve instructie langdurig van aard meerdere jaren - kan zijn. De benadering van risicolezers in drie groepen toont, dat deze leerlingen daardoor ook structureel meer tijd krijgen. De preventie benadering komt tot uiting doordat het vroegtijdig signaleren voorkomt, dat kinderen pas geholpen worden als ze grote problemen hebben. Het werken vanuit de drie onderscheiden niveaus betekent tevens dat er vanuit een optimistisch perspectief wordt gewerkt, namelijk vanuit het perspectief dat de meeste leesproblemen succesvol kunnen worden aangepakt door risicolezers meer effectieve intensieve instructie te bieden. 10

11 Van belang is dat intensieve instructie frequent plaatsvindt, namelijk 4 á 5 keer per week en dan met een lengte van minuten (Torgesen, 2004). Dat op een kwalitatief verantwoorde wijze de instructietijd uitbreiden effect heeft, laat ook onderzoek van Wang e.a. (1997) zien. In 97% van de door hen bekeken onderzoeken had uitbreiding van de instructietijd positieve effecten voor het leren van de leerling! Meer onderwijstijd in de zin van instructie- en leertijd dan de gemiddelde leerlingen krijgen, is een must voor de leerontwikkeling van risicoleerlingen. Het is dan niet vreemd, dat het National Reading Panel (2000) in een overzichtstudie schrijft, dat expliciete, intensieve instructie een essentieel kenmerk van effectieve interventies voor zwakke lezers dient te zijn. Bij de verlengde instructie dienen herhalen, oefenen en toepassen een belangrijke plaats in te nemen. Uit onderzoek blijkt, dat herhaling voor zwakke lezers een effectieve methodiek is die sterk door onderzoek ondersteund wordt (Lezotte en Cipriano Pepperl, 1999). Daarnaast is preteaching in subgroepen als methodiek effectief, omdat het leidt tot een verbeterde taakgerichte leertijd van risicolezers tijdens de komende groepsinstructie. De zwakke leerling weet dan al enigszins waar het in de komende les over zal gaan, zodat hij of zij beter, actiever, die les kan volgen. De convergente differentiatie kan worden versterkt door aanvullend op de verlengde en intensieve instructie voor zwakke leerlingen tutoring of duo-leren te laten plaatsvinden. Door deze herhalende activiteiten vindt er uitbreiding van de leertijd c.q. toename van de taakgerichte leertijd plaats, maar kan er ook met de specifieke problemen van een leerling worden rekening gehouden. Zo kunnen zwakkere lezers via interactie met sterkere lezers geholpen worden in het opbouwen van beter leesbegrip van schoolse teksten. De zwakkere lezers trekken zich op aan het voorbeeld, het taalaanbod, de motivatie en de uitleg van de meer vaardige leerlingen (Van den Branden (1997, 2000) en Van Keer (2003)). Volgens Slavin (1997) kan het inzetten van een oudere leerling die met een jongere leerling werkt, zeer effectief zijn. Diverse onderzoeken laten dat zien. Ook ouders kunnen een rol spelen. Bijvoorbeeld door na schooltijd met hun kind bepaalde vaardigheden die op school aan de orde geweest zijn nog eens te oefenen met hun kind of met het kind nog eens een tekst te herlezen. De voordelen van de aanpak in drie instructieniveaus De ondersteuning in drie instructieniveaus is steeds onlosmakelijk verbonden met de ondersteuning die kinderen nodig hebben. Bij deze aanpak komen zowel de kinderen die geen extra-aandacht nodig hebben als de kinderen die beperkte interventies, bijvoorbeeld een aantal keren verlengde instructie, en die een langdurige aanpak nodig hebben aan hun 11

12 trekken. Het uitgangspunt van de verdeling in drie instructieniveaus is in principe dat deze qua samenstelling flexibel zijn. Door twee keer per maand de vooruitgang te bekijken, kunnen besluiten genomen worden als: - dit kind profiteert nu door de genoten verlengde instructie voldoende van de groepsinstructie en heeft geen verlengde instructie meer nodig; - kind B profiteert onvoldoende van de verlengde instructie en heeft zeer intensieve ondersteuning nodig; - er wordt voorkomen dat de passend leesonderwijs kinderen alleen maar zeer sterk geïndividualiseerd onderwijs krijgen, waarmee ze dikwijls niets opschieten. Cruciaal voor risicoleerlingen is, dat zowel de groeps- als verlengde en/of intensieve instructie voor hen effectief moeten zijn. Verlengde instructie moet na de groepsinstructie komen en niet in plaats daarvan. Bovendien laat onderzoek zien, dat wanneer zwakke lezers niet meedoen aan de groepsinstructie dit negatieve effecten heeft voor hun leesontwikkeling en zelfvertrouwen. Verder is het volgens de huidige inzichten voor risicolezers van groot belang dat ze expliciete, systematische instructie met een goed opgebouwde methode krijgen, waarmee een goede koppeling met hun ondersteuningsbehoeften gemaakt kan worden. Van dergelijke instructie profiteren met name risicolezers het meest. Het voorkomt ook dat zeer zwakke lezers veel zelfstandig moeten werken, terwijl onderzoek laat zien dat het juist een misvatting is om deze kinderen veel te laten zelfstandig werken. Dat kunnen deze leerlingen juist niet (zie Vaughn & Dammann, 2001). Door de aanpak van de drie niveaus voorkomen we juist ook, dat zwakke lezers vermijdingsgedrag bij lezen gaan vertonen, waardoor ze in plaats van meer juist minder gaan lezen. De drie niveaus bewerkstellingen dat ook de risicolezers actief bij de leesinstructie betrokken worden gehouden. Kortom: convergente differentiatie betekent dat de leerkracht voor zwakke lezers na de groepsinstructie meer verlengde instructie, minimaal één uur per week, en indien nodig meer intensieve instructie van minimaal één uur per week - moet organiseren. Zonder die extra inspanningen, zullen zoals eerder is aangegeven, zwakke lezers nooit de gestelde minimumdoelen halen. Het leerlingvolgsysteem en protocolmatig werken zijn belangrijke hulpmiddelen om na te gaan of leerlingen zich in de richting van de gestelde doelen ontwikkelen. 12

13 8. Hoe realiseren? In de praktijk kan een groepsleerkracht vooral effectieve groepsinstructie en verlengde instructie bij een goed klassenmanagement realiseren. Zeer intensieve, dikwijls individuele instructie (niveau 3) zal dikwijls door een gespecialiseerde leerkracht geboden moeten worden, o.a. omdat dit een te groot beroep op de klassenorganisatie van de groepsleerkracht doet. De zeer intensieve instructie dient wel intern consistent te zijn met de geboden groeps- en verlengde instructie. Bij het realiseren van het model is het van belang, dat de groepsleerkracht met name in staat is naast de groepsinstructie verlengde instructie weet te realiseren. Voor de klassenorganisatie die dit vraagt, verwijzen we naar onderstaande illustratie. Andere aspecten van convergente differentiatie: 1. Doelgerichtheid. Het werken aan opbrengstgericht passend leesonderwijs betekent dat er naar gestreefd wordt, dat alle kinderen en dan in het bijzonder de zwakke lezers, met minimaal een AVI- 9/AVI Plus leesniveau na groep 8 de basisschool verlaten. Dit leesniveau hebben de kinderen nodig om zich in het voortgezet onderwijs en in de samenleving te kunnen redden. Bovendien is dit niveau van technisch lezen een belangrijke voorwaarde voor het begrijpend lezen. Werken vanuit doelen is een belangrijk aspect van convergente differentiatie; doelen die door alle leerlingen dus ook de zwakke minimaal moeten worden behaald om in het voortgezet onderwijs en later in de samenleving te kunnen functioneren. Het omgaan met verschillen moet namelijk tot gevolg hebben dat risicoleerlingen beter gaan functioneren en ook de voor hen noodzakelijke doelen die voor alle leerlingen gelden, gaan halen. 13

14 2. Een bewustzijn dat de meeste leesproblemen het gevolg van inadequate instructie zijn. Scholen en leerkrachten moeten niet zeggen Wat is er verkeerd met de leerling of zijn achtergrond? maar zich afvragen Hoe komt het dat deze leerling niet goed leert? Wat ontbreekt er aan onze methoden of onze instructie waardoor het kind niet leert? Het gaat daarbij in wezen om het beantwoorden van een fundamentele vraag: We moeten ons afvragen wat we als leerkracht of school niet goed doen, waardoor het kind niet leert. Juist risicolezers hebben behoefte aan veel expliciete maar ook intensieve instructie. Bijv. in een klein groepje. 3. Opbrengstgericht passend leesonderwijs is een teamzaak en een zaak van onderwijskundig leiderschap. De geschetste aanpak van convergente differentiatie vraagt om een teamaanpak en doet in dat verband een sterk beroep op het onderwijskundig leiderschap van de schoolleiding. De schoolleiding zal het opbrengstgericht werken moeten aansturen en ondersteunen door continue het wat en hoe bij het lesgeven en leren centraal te stellen (zie illustratie). Resultaten zijn het gevolg van twee zaken: (1) Wat we onderwijzen en (2) Hoe we onderwijzen Mike Schmoker The Real Causes of Higher Achievement Wat er onderwezen wordt, maar ook hoe dat gebeurt is cruciaal voor effectief leesonderwijs aan risicoleerlingen. 4. Professionele leerkrachten. Opbrengstgericht passend leesonderwijs kan niet zonder professionele leerkrachten. Dit zijn leerkrachten die leesinhoudelijk sterk zijn, maar ook effectieve instructie in de diverse onderscheiden niveaus kunnen geven. Dit laatste vraagt om leerkrachten met een sterk klassenmanagement. Om effectief voor risicolezers te kunnen functioneren zijn met name twee factoren van belang, namelijk: 14

15 - het vergroten van de vakinhoudelijke deskundigheid van de leraar; - het versterken van het klassenmanagement van de leraar om naast de groepsinstructie effectieve verlengde instructies, maar ook voldoende taakgerichte leertijd te kunnen realiseren. Effectieve verlengde en intensieve subgroepinstructie valt of staat met de kwaliteit van de geboden groepsinstructie. Jaren van onderzoek hebben duidelijk gemaakt, dat goed lesgeven er veel toe doet! De leerkracht is de meest belangrijke factor voor de risicolezer. Het meest krachtige kenmerk van scholen in termen van het ontwikkelen van lezers en schrijvers, is het versterken van de kwaliteit van de groepsinstructie en het realiseren van effectieve subgroepinstructie voor risicolezers. 5. Het realiseren van effectieve instructie voor risicolezers. Eerder is aangegeven dat risicolezers hebben vooral behoefte hebben aan expliciete directe instructie. Expliciete instructie kenmerkt zich onder andere door: - doelgerichtheid - voordoen, uitleggen en samen oefenen - goede systematiek - begeleide inoefening - veel directe feedback - is motiverend 6. Werken met goede programma s en methoden: leerstof centraal. De praktijk laat zien, dat leesmethoden sterk van elkaar verschillen in kwaliteit. Het is daarom van cruciaal belang, dat er bij opbrengstgericht passend leesonderwijs gewerkt wordt met effectieve methoden. Dit zijn methoden waarmee effectieve instructie gerealiseerd kan worden en leerstof bevatten die volgens de wetenschap van cruciaal belang zijn voor de leesontwikkeling. Bijvoorbeeld: goede en voldoende expliciete aandacht voor voortgezet technisch lezen is van cruciaal belang voor de leesontwikkeling van risicolezers. Of: de methode voor leren lezen niet volledig behandelen heeft tot gevolg dat er meer kinderen uitvallen. 7. Continue monitoring van de leesontwikkeling Steeds moet worden nagegaan of kinderen in de niveaus waar ze zitten voldoende adequaat functioneren. Profiteert het kind in niveau 1 en 2 onvoldoende dan zal ook ondersteuning in niveau 3 nodig zijn. 15

16 Het is van belang dat voortdurend bijvoorbeeld elke twee maanden - de vooruitgang van leerlingen in verlengde en intensieve instructiegroepen wordt gemonitoord en indien nodig de samenstelling van de tijdelijke homogene instructiegroep wordt gewijzigd. 9. Tot slot Elke school zal zich in het kader van opbrengstgericht werken en passend onderwijs moeten afvragen hoe staan onze leerlingen ervoor, hoe ziet hun toekomst eruit en wat moeten we doen om betere leerlingresultaten te boeken? Opbrengstgericht passend onderwijs is niet eenvoudig, omdat het zowel met een cultuuromslag als met veel factoren binnen de school te maken heeft. De voordelen van de in het voorafgaande aan bod gekomen convergente aanpak zijn groot, zowel voor de leerlingen als de school. We zetten ze nog eens op een rij: - er wordt gestreefd naar preventie van ernstige leesproblemen door vroegtijdige interventies; - er ontstaat een betere match tussen het verloop van het leesproces en de interventies; - het realiseren van een betere instructiepraktijk voor alle leerlingen is voor de hele school van groot belang; - er ontstaat een nauwere relatie tussen de toetspraktijk en de instructie die geboden wordt. Mogelijke belemmeringen kunnen de volgende factoren zijn: - geen goede leeslijn en geen goede organisatie van het lezen - het gebruik van leesmethoden die met elkaar conflicteren - het gebruik van onvoldoende evidence based methoden - de school houdt geen rekening met kenmerken van effectief onderwijs - onvoldoende leesdeskundigheid van de leerkrachten - het ontbreken van onderwijskundig leiderschap - geen goede afstemming tussen de groepen - onvoldoende coördinatie van opbrengstgericht werken en passend onderwijs door de schoolleiding - leerkrachten met een onvoldoende klassenmanagement - het baseren van extra effectieve instructie voor zwakke lezers op irrelevante criteria - opbrengstgericht werken en passend onderwijs te complex maken door bijvoorbeeld de kennisgebieden hier ook bij te betrekken. 16

17 Literatuur - Adams, G., & Carnine, D. (2003). Direct Instruction. In: H.L. Swanson, K.R. Harris, & S. Graham (Eds.), Handbook of Learning Disabilities, pp New York, NY: Guilford Press. - Allington, R.L. (1995). Literacy Lessons in the Elementary Schools: Yesterday, Today, and Tomorrow. In: Allington, R.L. & Walmsley (ed.) (1995). No Quick Fix. Rethinking Litercay Programs in America's Elementary Schools. New York: Teachers College Press. - Allington, R.L. (2001). What Really Matters for Struggling Readers. Designing Research- Based Programs. New York: Longman. - Anderson, Richard C., Elfreda H. Hiebert, Judith A. Scott, and Ian A. G. Wilkinson Becoming a nation of readers. Washington, DC: US Department of Education, The National Institute of Education. - Bon, W., Bouwmans, M. en Broeders, I. (2006). The Prevalence of Poor Reading in Dutch Special Elementary Education. In: Journal of Learning Disabilities, Volume 39, nr. 6, November/December 2006, pp Brophy, J.,& Good, T. (1986). Teacher behaviour and student achievement. In M.C. Wittrock (Ed.), Handbook of research on teaching, 3rd ed. (pp ). New York: MacMillan. - Brophy, J., & Good, T. (1986). Teacher-effects results. In M.C. Wittrock (Ed.), Handbook of research on teaching (3rd ed., pp ). New York: Macmillan. - Burroughs-Lange, S. (2008). What we have learned from Reading Recovery and Every Child a Reader. London: Institute of Education. - Carnine, D.W., Silbert, J., Kame'enui, E.J., & Tarver, S.G. (2004). Direct instruction reading (4th ed.). Upper Saddle River, NJ: Merrill-Prentice Hall. - Cito (2007). PPON leesvaardigheid in het speciaal onderwijs. Arnhem: Cito Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau. - Darling-Hammond, L. (1997). Doing what matters most: Investing in quality teaching. New York: National Commission on Teaching and America's Future. Available online: - Dronkers, J. (2007). Ruggengraat van ongelijkheid. Amsterdam: Mets & Schilt en Wiardi Beckman Stichting. - Elbaum, B., Vaughn, S., Hughes, M., & Watson-Moody, S. (1999). Grouping practices and reading outcomes for students with disabilities. Exceptional Children, 65(3), Elbaum, B., Schumm, J. & Vaughn, S. (1995). Students perceptions of grouping formats for reading instruction. Paper presented at the American Educational Research Association Conference, San Francisco. 17

18 - Elbaum, B., Vaughn, S., Hughes, M. T., Moody, S. W., & Schumm, J. S. (2000). A metaanalytic review of the effect of instructional grouping format on the reading outcomes of students with disabilities. In. R. Gersten, E. Schiller, J. S. Schumm, & S. Vaughn (Eds.), Issues and research in special education (pp ). Hillsdale, NJ: Erlbaum. - Fletcher, Jack M. & Lyon, G. Reid (1998). Reading: A Research-Based Approach. In: W.M. Evers, (ed.), What s Gone Wrong in America s Classrooms. The Board of Trustees of the Leleand Stanford Junior University. - Hattie, J. (2003) Teachers Make a Difference: What is the research evidence? Australian Council for Educational Research Annual Conference on: Building Teacher Quality, October Hattie, J. & Marsh, W. (n.g.). One journey to unravel the relationship between research and teaching. University of Auckland and University of Western Sydney. - Hattie, J., & Timperley, H. (2007). The power of feedback. Review of Educational Research, 77 - Hattie, J. (2006). The paradox of reducing class size and improved learning outcomes. International Journal of Educational Research, 42, (1), Hattie, J. (2008). Developing Potentials for Learning: Evidence, assessment, and progress. Stockholm: Earli - IES (2009). Assisting Students Struggling with Reading: Response to Intervention and Multi-Tier Intervention in the Primary Grades. US Department of Education. - Lyon, R. (n.g.). How do children learn to read? Why do some children have difficulties? How can we help all students learn to read? A presentation to the parents of Albuquerque. - Marzano, R.J. (2003): What Works In Schools, Translating Research into Action Alexandria: ASCD - Marzano, R. J., Waters, T., & McNulty, B. A. (2005). School leadership that works: From research to results. Alexandria, VA: Association for Supervision and Curriculum Development. - Moody, S.W., Vaughn, S.R., Hughes, M.Y., &Fisher, M. (2000). Reading instruction in the resource room: Set up for failure. Exceptional Children, 16, Onderwijsraad (2008). Partners in onderwijs opbrengst. Den Haag: Onderwijsraad. - Scanlon, D.M. & Vellutino, F.R. (1997). A Comparison of the Instructional Backgrounds and Cognitive Profiles of Poor, Average, and Good Readers Who Were Initially Identified as At Risk for Reading Failure. Scientific Studies of Reading, Volume 1 (3), 1997,

19 - Snow, C., Burns, M., & Griffin, P. (1998). Preventing Reading Difficulties in Young Children. Washington, DC: National Academy Press. - Stahl, S.A., Heubach, K. & Cramond, B. (1997). Fluency-Oriented Reading Instruction. Athens GA: National Reading Research Center. - Stanovich, Paula J. & Jordan, Anne (2004). Inclusion as Professional Development. In: Exceptionality Education Canada, v14 n2&3, p Strickland, D. (2002) on The National Invitational Conference "Improving Reading Achievement Through Professional Development" was convened in Washington, DC, November 13-14, Strickland, Dorothy S., Michael L. Kamil, Herbert J. Walberg; and JoAnn B. Manning (2003).Reading Achievement Through Professional Development. Reports and Recommendations From a National Invitational Conference. In: the LSS review, Volume 2, Number 4, August Swanson, H.L., & Carson, C. (1996). A Selective Synthesis of Intervention Research for Students with Learning Disabilities. School Psychology Review, 25(3), Sylva, K. and Hurru, j. (1996). Early Intervention in Children with Reading Difficulties: An Evaluation of Reading Recovery and Phonological Training. An International Journal of Early Literacy, Volume 2, Nr. 2, Therrien, W.J. (2004). Fluency and Comprehension Gains as a Result of Repeated Reading. In: Remedial and Special Education, 25(4), Vaughn, S., & Dammann, J. E. (2001). Science and sanity in special education. Behavioral Disorders, 27, Vaughn, S. and Fuchs, L. (2003). Redefining Learning Disabilities as Inadequate Response - to Instruction: The Promise and Potential Problems In: Learning Disabilities Research & Practice, 18(3), Vernooy, K. (2009). Lezen stopt nooit! Lectorale rede. Hengelo: hogeschool Edith Stein - Vernooy, K. (2009). Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt? In: Van der Zwaard e.a. (2009). Zonder wrijving geen vooruitgang. Zeventig jaar onderwijsvernieuwing in Nederland. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. - Vernooy, K. (2009). Effectieve instructie en risicolezers. In: Desoete, A., Andries, C. en Ghesquiere, P. (2009). Leerproblemen evidence-based voorspellen, onderkennen en aanpakken. Bijdragen uit onderzoek. Leuven/Den Haag: ACCO. - Vernooy, K. en Kappen, A. (2010). Resultaten Leesverbeterplan Enschede. Utrecht: Po Raad. 19

Uit: Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt? dr. Kees Vernooij

Uit: Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt? dr. Kees Vernooij Uit: Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt? dr. Kees Vernooij Homogeen groeperen van leerlingen Bij homogeen groeperen worden leerlingen met een vergelijkbaar prestatieniveau bij elkaar gezet.

Nadere informatie

Excellent onderwijs nader bekeken Kees Vernooij

Excellent onderwijs nader bekeken Kees Vernooij Excellent onderwijs nader bekeken Kees Vernooij EXCELLENT ONDERWIJS NADER BEKEKEN Dr. Kees Vernooij Lector emeritus Effectief taal- en leesonderwijs Kenniscentrum Expertis Motto Excellente scholen zijn

Nadere informatie

SCHAKELKLASSEN EN EFFECTIEF LEESONDERWIJS

SCHAKELKLASSEN EN EFFECTIEF LEESONDERWIJS SCHAKELKLASSEN EN EFFECTIEF LEESONDERWIJS Dr. Kees Vernooy (CPS) Den Haag, 15 juni 2006 Michelangelo Het grootste gevaar voor de meeste van ons is niet dat ons doel te hoog is en we het daardoor niet zullen

Nadere informatie

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen Het IGDI model Leesverbetertraject Enschede 8/11/07 Het belang van goede Risicoleerlingen deden het bij goede leerkrachten net zo goed als gemiddelde leerlingen bij zwakke leerkrachten. Niets was effectvoller

Nadere informatie

Lezen in het voortgezet onderwijs (2): Improving Adolescent Literacy

Lezen in het voortgezet onderwijs (2): Improving Adolescent Literacy Lezen in het voortgezet onderwijs (2): Improving Adolescent Literacy Algemeen Dit artikel gaat in op het rapport Improving Adolescent Literacy: Effective Classroom and Intervention Practices. De publicatie

Nadere informatie

Motto s: Als kinderen niet leren, hebben we ze niet onderwezen. (Siegfried E. Engelmann, juni 2001)

Motto s: Als kinderen niet leren, hebben we ze niet onderwezen. (Siegfried E. Engelmann, juni 2001) ALLE LEERLINGEN BIJ DE LES Directe instructie nog explicieter! Dr. Kees Vernooy Lector hogeschool Edith Stein Motto s: Als kinderen niet leren, hebben we ze niet onderwezen. (Siegfried E. Engelmann, juni

Nadere informatie

In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk.

In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk. Deze tekst is auteursrechterlijk beschermd Boek : Effectief omgaan met risicolezers Auteur : Dr. Kees Vernooy 2006, CPS www.cps.nl Bespreker : Els Van Doorslaer Datum : februari 2007 1. In een notendop

Nadere informatie

LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN

LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN Peer tutoring: een effectieve methodiek om de leesresultaten en de leesmotivatie te verbeteren Dr. Kees Vernooij Lector emeritus Effectief taal- en leesonderwijs

Nadere informatie

RTI als model om leerprocessen te sturen. RTI als model om leerprocessen te sturen. Wat is RTI?

RTI als model om leerprocessen te sturen. RTI als model om leerprocessen te sturen. Wat is RTI? RTI als model om leerprocessen te sturen Bij de workshop: RTI als model om leerprocessen te sturen RTI als model om leerprocessen te sturen Inhoud van deze workshop: Wat is RTI Achtergrond RTI Overeenkomsten

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN (BEGRIJPEND) LEZEN.WAT WERKT?

ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN (BEGRIJPEND) LEZEN.WAT WERKT? ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN (BEGRIJPEND) LEZEN.WAT WERKT? Dr. Kees Vernooy Lector hogeschool Edith Stein Enschedese Lees- en Rekenverbeterplan september 2011 Wat is er nodig om van elk kind een goede

Nadere informatie

ELK KIND EEN LEZER Preventie van leesmoeilijkheden door effectief leesonderwijs

ELK KIND EEN LEZER Preventie van leesmoeilijkheden door effectief leesonderwijs Elk kind een lezer? ELK KIND EEN LEZER Preventie van leesmoeilijkheden door effectief leesonderwijs Dr. Kees Vernooij Lector hogeschool Edith Stein Antwerpen 23 mei 2012 Elk kind een lezer? Een kwart tot

Nadere informatie

RTI: een prachtig instrument om zicht te krijgen op het effect van je instructie. Beurs Beter begeleiden, 17 april 2012, 15.15-16.

RTI: een prachtig instrument om zicht te krijgen op het effect van je instructie. Beurs Beter begeleiden, 17 april 2012, 15.15-16. RTI: een prachtig instrument om zicht te krijgen op het effect van je instructie Beurs Beter begeleiden, 17 april 2012, 15.15-16.00 uur Vragen die beantwoord worden: Wat is RTI, wat zijn het doel en de

Nadere informatie

Het LISBO- en VLOT-PROJECT: leerkrachtgestuurde leesinterventieprojecten voor het speciaal basisonderwijs 1

Het LISBO- en VLOT-PROJECT: leerkrachtgestuurde leesinterventieprojecten voor het speciaal basisonderwijs 1 K. Vernooy Het LISBO- en VLOT-PROJECT: leerkrachtgestuurde leesinterventieprojecten voor het speciaal basisonderwijs 1 SAMENVATTING Het Lisbo- en het VLOT-project voor het speciaal basisonderwijs lieten

Nadere informatie

Het belang van effectief klassenmanagement

Het belang van effectief klassenmanagement Het belang van effectief klassenmanagement Kees Vernooy, Frank van Schie, Elly Kamphuis zijn medewerkers van hogeschool Edith Stein. E-mail: vernooy@edith.nl In dit artikel zijn de auteurs van mening dat

Nadere informatie

HET NEDERLANDSE LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN. Dr. Kees Vernooy september 2006 ProBiblio

HET NEDERLANDSE LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN. Dr. Kees Vernooy september 2006 ProBiblio HET NEDERLANDSE LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN Dr. Kees Vernooy september 2006 ProBiblio Motto Goed leren lezen is een mensenrecht (Lyon, 2001). Samenvattingsdia Startopdracht 1. Vooraf 2. Knelpunten 3. Verklaringen

Nadere informatie

Tijdschrift en doelgroep

Tijdschrift en doelgroep Tijdschrift en doelgroep Jeugd in School en Wereld (JSW) is een onafhankelijk vakblad dat zich richt zich op leerkrachten in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en pabostudenten. Doel van het

Nadere informatie

Marzano (2003) Scholen maken het verschil

Marzano (2003) Scholen maken het verschil Programma Effectieve directe instructie Opfrismiddag 20 oktober 2010 Dortie Mijs Wat is het IGDI-model? Verdieping op twee aspecten: - Doelen formuleren - Werken met IGDI in een combinatiegroep Voorbereiden

Nadere informatie

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2 Leesverbeterplan Enschede 2007-2010 Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2 PROJECTBUREAU KWALITEIT (PK!) Enschede, september 2010 Yvonne Leenders & Mariët Förrer 2 3 Leesverbeterplan

Nadere informatie

EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL. Joop Stoeldraijer Kees Vernooy

EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL. Joop Stoeldraijer Kees Vernooy EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL Joop Stoeldraijer Kees Vernooy Hengelo/Breda september 2011 1 EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL We hebben dit digitale leesprotocol gemaakt om te voorkomen dat scholen heel veel

Nadere informatie

Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt?

Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt? Omgaan met verschillen nader bekeken. Wat werkt? Het omgaan met verschillen is duidelijk een complexe aangelegenheid, waarbij moet worden voorkomen, dat de keuze voor een aanpak van het omgaan met verschillen

Nadere informatie

OP WEG NAAR EEN EFFECTIEF ALTERNATIEF VOOR KLEUTERSCHOOLVERLENGING. Alle kinderen zijn speciaal, maar sommige kinderen hebben specifieke behoeften.

OP WEG NAAR EEN EFFECTIEF ALTERNATIEF VOOR KLEUTERSCHOOLVERLENGING. Alle kinderen zijn speciaal, maar sommige kinderen hebben specifieke behoeften. OP WEG NAAR EEN EFFECTIEF ALTERNATIEF VOOR KLEUTERSCHOOLVERLENGING Alle kinderen zijn speciaal, maar sommige kinderen hebben specifieke behoeften. Dr. Kees Vernooy (CPS) 1. Aanleiding In Basisschoolmanagement,

Nadere informatie

Technisch Leren Lezen ResearchED Amsterdam l Amstelveen l

Technisch Leren Lezen ResearchED Amsterdam l Amstelveen l Technisch Leren Lezen ResearchED Amsterdam l Amstelveen l 21-01-2017 Marita Eskes M SEN Onderwijsadviseur taal/lezen & didactisch handelen 06 546 555 77 marita.eskes@expertis.nl @maritaeskes Even voorstellen

Nadere informatie

Wat vraagt een professionele

Wat vraagt een professionele Wat vraagt een professionele van een school? Kees Vernooy is Lector emeritus schoolverbeteringsdeskundige. E-mail: Kees.Vernooy@Expertis.nl kan het verschil maken tussen scholen op het gebied van lesgeven

Nadere informatie

Lezen in het voortgezet onderwijs (5): Synthese

Lezen in het voortgezet onderwijs (5): Synthese Lezen in het voortgezet onderwijs (5): Synthese Algemeen In veel hoog geïndustrialiseerde maakt men zich zorgen over de leesvaardigheid van leerlingen in het voortgezet onderwijs. In Nederland heeft minstens

Nadere informatie

ELK KIND EEN LEZER! ELK KIND EEN LEZER? Dr. Kees Vernooij Lector hogeschool Edith Stein

ELK KIND EEN LEZER! ELK KIND EEN LEZER? Dr. Kees Vernooij Lector hogeschool Edith Stein ELK KIND EEN LEZER! ELK KIND EEN LEZER? Dr. Kees Vernooij Lector hogeschool Edith Stein Vooraf Een goede leesvaardigheid is van cruciaal belang voor de schoolloopbaan en het toekomstig maatschappelijk

Nadere informatie

Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen (2010). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 265.

Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen (2010). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 265. 176 Literatuur Allemeersch, I. van & Drunen, R. van (2008). Actief personeelsbeleid in de school. Handboek voor leiders. Alphen, H. van, Drunen, R. van, Hendriks, I. & Veltkamp, C. (2010). Functiemix in

Nadere informatie

TAALBELEID DALTONSCHOOL SINT JOZEF LEMMER

TAALBELEID DALTONSCHOOL SINT JOZEF LEMMER TAALBELEID DALTONSCHOOL SINT JOZEF LEMMER Bij de oriëntatie op en de keuze van een nieuwe methode aanvankelijk lezen, hebben we gesteld ons taalonderwijs in de volle breedte onder de loep te nemen. Het

Nadere informatie

Naar beter rekenonderwijs

Naar beter rekenonderwijs Naar beter rekenonderwijs 1 Wat komt aan de orde? Actuele ontwikkelingen Ontdekkingen mbt goed rekenonderwijs Naar beter rekenonderwijs Praktische tips 2 Over een groot aantal jaren, en de laatste jaren

Nadere informatie

De schoolleiding en leren zichtbaar maken

De schoolleiding en leren zichtbaar maken De schoolleiding en leren zichtbaar maken Kees Vernooy is wetenschappelijk adviseur Expertis onderwijsadviseurs. E-mail: Kees.Vernooy@Expertis.nl Recent verscheen de Nederlandse versie van het boek Visible

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR INHOUDSOPGAVE Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingonderwijs Stap 1: Leestijd blz. 3 Kwaliteit instructiegedrag blz. 3 Klassenmanagement blz. 4 Stap 2: Juist

Nadere informatie

LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL

LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL De Palster september 2012 Lees- en dyslexieprotocol De Palster versie september 2012 1 EEN PRAGMATISCH LEESPROTOCOL Dit digitale leesprotocol is gemaakt om er voor te zorgen

Nadere informatie

OPBRENGSTGERICHT WERKEN OP SCHOOLNIVEAU Het onzichtbare zichtbaar maken. Dr. Kees Vernooy Lector Hogeschool Edith Stein Groningen 26 oktober 2011

OPBRENGSTGERICHT WERKEN OP SCHOOLNIVEAU Het onzichtbare zichtbaar maken. Dr. Kees Vernooy Lector Hogeschool Edith Stein Groningen 26 oktober 2011 OPBRENGSTGERICHT WERKEN OP SCHOOLNIVEAU Het onzichtbare zichtbaar maken. Dr. Kees Vernooy Lector Hogeschool Edith Stein Groningen 26 oktober 2011 Context: Ministerie van onderwijs en Actieplan Basis voor

Nadere informatie

Checklist technisch lezen onderwijs en leesmethodes

Checklist technisch lezen onderwijs en leesmethodes Checklist technisch lezen onderwijs en leesmethodes Goed kunnen lezen is in onze samenleving een voorwaarde voor succes. Goed leesonderwijs op de basisschool is daarom belangrijk, maar hoe ziet dat eruit?

Nadere informatie

Datagebruik voor instructieverbetering: kansen en valkuilen

Datagebruik voor instructieverbetering: kansen en valkuilen Datagebruik voor instructieverbetering: kansen en valkuilen Gert Gelderblom 1 Dr. Gert Gelderblom 2 1 Mei 2018 3 Criminaliteit in Nederland gedaald naar niveau van 1980 4 2 5 6 3 7 8 4 Sterke basisscholen

Nadere informatie

Effectief leesonderwijs

Effectief leesonderwijs Effectief leesonderwijs Het CPS heeft in de afgelopen jaren een aantal projecten op het gebied van lezen ontwikkeld en uitgevoerd. Deze projecten zijn in te zetten in de schakelklassen en met name bij

Nadere informatie

Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback

Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback Samenvatting van het artikel van Henry L. Roediger III, Mary A. Pyc (2012), Inexpensive techniques to improve education: Applying cognitive pgychology

Nadere informatie

Begrijpend Lezen APPRIS

Begrijpend Lezen APPRIS Begrijpend Lezen Inhoud Begrijpend lezen Doelen, voorwaarden, problemen en strategieën Modelen Voordoen, hardop denken, oefenen Doelen van begrijpend lezen Het vinden van informatie, het thema en de hoofdgedachte

Nadere informatie

Leesproblemen overwinnen in het voortgezet technisch lezen

Leesproblemen overwinnen in het voortgezet technisch lezen Ronde 3 Anneke Smits Windesheim OSO Contact: aeh.smits@windesheim.nl Leesproblemen overwinnen in het voortgezet technisch lezen Ergens in Nederland, in een groep 4, gaat het niet zo goed met lezen. Een

Nadere informatie

Welke aspecten van begrijpend leesinstructie dragen bewezen effectief bij aan de verhoging de leesprestaties in groep 5-8 van het basisonderwijs?

Welke aspecten van begrijpend leesinstructie dragen bewezen effectief bij aan de verhoging de leesprestaties in groep 5-8 van het basisonderwijs? Opgesteld door: José van der Hoeven (kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: IB er Referentie: Kennisrotonde. (2018). Welke aspecten van begrijpend leesinstructie dragen bewezen effectief bij aan de

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 3 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie in instructie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 3 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie in instructie Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 3 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie in instructie Programma Doelen en programma toelichten Terugblik op huiswerkopdracht Wat

Nadere informatie

Onderzoek Letters in Beweging

Onderzoek Letters in Beweging Onderzoek Letters in Beweging Nieuwe Kansen voor de Ontwikkeling van Beginnende Leesvaardigheden in Risicogroepen door Inzet van de Computer Tussenrapportage Dit onderzoek is uitgevoerd met financiering

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Het verbeteren van taal- en leesresultaten nader bekeken Kees Vernooy

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Het verbeteren van taal- en leesresultaten nader bekeken Kees Vernooy Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Het verbeteren van taal- en leesresultaten nader bekeken Kees Vernooy WWW.CPS.NL Vooraf: Catherine Snow (2014) De belangrijkste 21e eeuwse vaardigheid? Goed

Nadere informatie

Effectief leesonderwijs in de middenbouw: geef jij het al!?

Effectief leesonderwijs in de middenbouw: geef jij het al!? theorie in rpaktijk 10 Effectief leesonderwijs in de middenbouw: geef jij het al!? Marita Eskes Inleiding Leren lezen Alle letters hebben klanken en een specifieke vorm. Als je weet hoe letters klinken

Nadere informatie

Directe feedback in digitale leermiddelen; succes gegarandeerd?.

Directe feedback in digitale leermiddelen; succes gegarandeerd?. Directe feedback in digitale leermiddelen; succes gegarandeerd?. Kwaliteit van feedback Auteur: Pepijn Dousi Digitale leermiddelen hebben een grote toegevoegde waarde in het basisonderwijs. Kinderen vinden

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN (BEGRIJPEND) LEZEN. WAT WERKT? Dr. Kees Vernooy Lector hogeschool Edith Stein Enschedese Lees- en Rekenverbeterplan

ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN (BEGRIJPEND) LEZEN. WAT WERKT? Dr. Kees Vernooy Lector hogeschool Edith Stein Enschedese Lees- en Rekenverbeterplan ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN (BEGRIJPEND) LEZEN. WAT WERKT? Dr. Kees Vernooy Lector hogeschool Edith Stein Enschedese Lees- en Rekenverbeterplan september 2011 Motto Begrijpen is de essentie van lezen

Nadere informatie

Lezen stopt nooit! Van een stagnerende naar een doorgaande leesontwikkeling voor risicolezers. Dr. Kees Vernooij

Lezen stopt nooit! Van een stagnerende naar een doorgaande leesontwikkeling voor risicolezers. Dr. Kees Vernooij Lezen stopt nooit! Van een stagnerende naar een doorgaande leesontwikkeling voor risicolezers. Dr. Kees Vernooij Dimensies presentatie Lezen en het Nederlandse leesonderwijs nader bekeken De rol van leesonderzoek

Nadere informatie

voorstellen Leesverbeterplan Enschede Start leesverbeterplan : technisch lezen : begrijpend lezen : rekenen

voorstellen Leesverbeterplan Enschede Start leesverbeterplan : technisch lezen : begrijpend lezen : rekenen Ad Kappen Kees Vernooy voorstellen Coordinator Steunpunt Onderwijszorg Enschede 41 basisscholen en 2 speciale basisscholen. (95 leerlingen) Openbaar, christelijk, islamitisch en algemeen-neutraal Traditionele

Nadere informatie

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) 36 Bijlage 5 Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) De schoolleider en de interne begeleider geven samen leiding aan het borgen van het leesonderwijs. Beiden hebben hierin

Nadere informatie

Onderwerpen presentatie

Onderwerpen presentatie Wat Werkt? Voor het team is duidelijk geworden dat zij als leerkrachten de belangrijkste schakel zijn om opbrengsten te verhogen. Ze onderschrijven dat ze in staat moeten zijn om een goede instructie te

Nadere informatie

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Mariët Förrer is Senior consultant CPS onderwijsontwikkeling en advies te Amersfoort. E-mail: m.förrer@cps.nl Dit artikel verkent, vanuit het perspectief van

Nadere informatie

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5 Mariët Förrer November - februari Doelen en accenten per groep Rol van intern begeleider / taalcoördinator IB en TC ook in deze periode Bewaken

Nadere informatie

KNELPUNTEN IN HET NEDERLANDSE LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN. Goed leren lezen is een mensenrecht! (Lyon, 2001)

KNELPUNTEN IN HET NEDERLANDSE LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN. Goed leren lezen is een mensenrecht! (Lyon, 2001) KNELPUNTEN IN HET NEDERLANDSE LEESONDERWIJS NADER BEKEKEN Goed leren lezen is een mensenrecht! (Lyon, 2001) Dr. Kees Vernooy (CPS Onderwijsontwikkeling en advies) 1. Het belang van goed leesonderwijs en

Nadere informatie

19-9-2011. Het geheim van opbrengstgericht werken ontrafeld

19-9-2011. Het geheim van opbrengstgericht werken ontrafeld Het geheim van opbrengstgericht werken ontrafeld 1 Stroomstoot helpt bij rekenen LONDEN - Een stroomstoot door de hersenen kan ervoor zorgen dat het maken van sommen tot zes maanden lang een stuk beter

Nadere informatie

Onderzoek Letters in Beweging

Onderzoek Letters in Beweging Onderzoek Letters in Beweging Nieuwe Kansen voor de Ontwikkeling van Beginnende Leesvaardigheden in Risicogroepen door Inzet van de Computer Tussenrapportage Dit onderzoek is uitgevoerd met financiering

Nadere informatie

Elk kind een lezer (1)

Elk kind een lezer (1) lk kind een lezer (1) Om alle kinderen te leren lezen, moeten we elk kind leren lezen! (Universiteit van Oregon, 1999) Preventie is het beste, maar wanneer het kind hulp nodig heeft, intervenieer snel

Nadere informatie

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011 Effective leesprogramma s voor leerlingen die de taal leren en anderssprekende leerlingen samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op

Nadere informatie

Hoe creëer je als schoolleiding excellent onderwijs op je school? Een werkbare aanpak

Hoe creëer je als schoolleiding excellent onderwijs op je school? Een werkbare aanpak Excellent onderwijs De weg naar een excellente school Hoe creëer je als schoolleiding excellent onderwijs op je school? Een werkbare aanpak Kees Vernooy, Richard Vollenbroek, Dortie Mijs en Gert Gelderblom

Nadere informatie

Handelingsgericht werken in de klas & samenwerken met ouders

Handelingsgericht werken in de klas & samenwerken met ouders Handelingsgericht werken in de klas & samenwerken met ouders Nationale Dyslexie Conferentie 3 april 2013, Ede Noëlle Pameijer, schoolpsycholoog, SWV Annie M.G. Schmidt te Hilversum 1 Doel en opzet Aandachtspunten

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

De meeste leesproblemen zijn kwaliteitsproblemen

De meeste leesproblemen zijn kwaliteitsproblemen Taal. Leesproblemen Algemeen 1. 1 zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz De meeste leesproblemen zijn kwaliteitsproblemen AUTEUR INHOUD Kees Vernooy (1) Taal/lees- en schoolverbeteringsdeskundige

Nadere informatie

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen Met handelingsgericht werken opbrengstgericht aan de slag 1. Inleiding Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen Wat is de samenhang tussen handelingsgericht werken (HGW) en opbrengstgericht werken (OGW)?

Nadere informatie

trots voorstellen cultuurverandering

trots voorstellen cultuurverandering Leesverbeterplan Enschede Ad Kappen Kees Vernooy voorstellen Kees Vernooy: lector Hogeschool Edith Steyn Hengelo Ad Kappen: coordinator Steunpunt Onderwijszorg Enschede 41 basisscholen en 2 speciale basisscholen.

Nadere informatie

LEZEN STOPT NOOIT! Van een stagnerende naar een doorgaande leesontwikkeling voor risicolezers

LEZEN STOPT NOOIT! Van een stagnerende naar een doorgaande leesontwikkeling voor risicolezers LEZEN STOPT NOOIT! Van een stagnerende naar een doorgaande leesontwikkeling voor risicolezers Kees Vernooy 20 januari 2009 Lectoraat doorlopende leerlijnen: Effectief taal- en leesonderwijs Hogeschool

Nadere informatie

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO Betsy Ooms Opzet Doel leesonderwijs (en spellingonderwijs) Doorgaande lijn Kenmerken goed leesonderwijs Extra aandacht voor monitoring, als belangrijk

Nadere informatie

Evidence based AANVANKELIJK LEZEN en de rol van de nieuwe methoden voor leren lezen. Motto. Bij leren lezen komt meer kijken dan een methode!

Evidence based AANVANKELIJK LEZEN en de rol van de nieuwe methoden voor leren lezen. Motto. Bij leren lezen komt meer kijken dan een methode! Evidence based AANVANKELIJK LEZEN en de rol van de nieuwe methoden voor leren lezen Dr. Kees Vernooy Lector emeritus Effectief taal en leesonderwijs Groningen 5 november 2015 Motto Bij leren lezen komt

Nadere informatie

VLIR- Seminar 28 mei 2013

VLIR- Seminar 28 mei 2013 VLIR- Seminar 28 mei 2013 Tweeledige focus (1) Upgrading Curriculum uitbreiding/ aanpassing van logopedische opleidingsonderdelen cruciaal t.a.v. betere hulpverlening binnen Surinaamse maatschappij m.n.

Nadere informatie

Promotie onderzoek. Preventieve aanpak van ernstige leesproblemen. Haytske Zijlstra

Promotie onderzoek. Preventieve aanpak van ernstige leesproblemen. Haytske Zijlstra Promotie onderzoek Preventieve aanpak van ernstige leesproblemen Haytske Zijlstra Leren lezen Echter.het leren lezen is niet voor alle kinderen zo leuk en vanzelfsprekend Het probleem Grote individuele

Nadere informatie

Leesonderwijs basisschool behoeft dringend verbetering

Leesonderwijs basisschool behoeft dringend verbetering 114 Leesonderwijs basisschool behoeft dringend verbetering Van alle basisschoolleerlingen gaat 25 procent met onvoldoende leesvaardigheid naar het voortgezet onderwijs. Belangrijkste oorzaak: slecht leesonderwijs.

Nadere informatie

Workshop Verbeteren van hun leesonderwijs

Workshop Verbeteren van hun leesonderwijs Workshop Verbeteren van hun leesonderwijs SLO Conferentie doorlopende leerlijnen taal en rekenen, de referentieniveaus in de praktijk 10 november 2010 Programma Welkom Effectief leesonderwijs Keuze en

Nadere informatie

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave: 11-12-2007 Inhoudsopgave: 1. Dyslexie...3 1.1 Wat is het dyslexieprotocol?...3 1.2 Doel van het Protocol Dyslexie....3 1.3 Inhoud van het protocol...3 2. Preventie en interventiehandelingen...4 2.1 Groep

Nadere informatie

Marjo Maas: fysiotherapeut / docent / onderzoeker Peer assessment De impact van peer assessment op het klinische redeneren en het klinisch handelen van fysiotherapeuten in opleiding en fysiotherapeuten

Nadere informatie

Studiedag Opbrengstgericht en handelingsgericht werken Ad Kappen

Studiedag Opbrengstgericht en handelingsgericht werken Ad Kappen Studiedag Opbrengstgericht en handelingsgericht werken 26-11-2010. Ad Kappen voorstellen Steunpunt Onderwijszorg Enschede 41 basisscholen en 2 speciale basisscholen. (9500 leerlingen) Openbaar, christelijk,

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN TAAL/LEZEN NADER BEKEKEN. Dr. Kees Vernooy Expertisebureau Effectief Taal- en leesonderwijs De Meern 15 oktober 2016

ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN TAAL/LEZEN NADER BEKEKEN. Dr. Kees Vernooy Expertisebureau Effectief Taal- en leesonderwijs De Meern 15 oktober 2016 ONTWIKKELINGEN OP HET GEBIED VAN TAAL/LEZEN NADER BEKEKEN Dr. Kees Vernooy Expertisebureau Effectief Taal- en leesonderwijs De Meern 15 oktober 2016 Vooraf: Catherine Snow (2014) De belangrijkste 21e eeuwse

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Dyslexieprotocol. Wat is dyslexie? Het belang van vroegtijdige signalering

Dyslexieprotocol. Wat is dyslexie? Het belang van vroegtijdige signalering Dyslexieprotocol Wat is dyslexie? Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren van het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.

Nadere informatie

Effectieve aanpakken bij versterking rekenonderwijs wat werkt? Gert Gelderblom 24 augustus 2009

Effectieve aanpakken bij versterking rekenonderwijs wat werkt? Gert Gelderblom 24 augustus 2009 Effectieve aanpakken bij versterking rekenonderwijs wat werkt? Gert Gelderblom 24 augustus 2009 1 2 Wat komt aan de orde? Context van deze presentatie Effectieve aanpakken versterking rekenonderwijs Succesfactoren

Nadere informatie

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Met behulp van onderstaande opdracht kun je met behulp

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Lezen is een essentiële vaardigheid om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Eén van de belangrijkste taken van het basisonderwijs is dan ook om alle kinderen te

Nadere informatie

ELK KIND EEN LEZER? ELK KIND EEN LEZER!

ELK KIND EEN LEZER? ELK KIND EEN LEZER! Vooraf: Catherine Snow (2014) ELK KIND EEN LEZER? ELK KIND EEN LEZER! De belangrijkste 21e eeuwse vaardigheid? Goed kunnen begrijpend lezen! Dr. Kees Vernooy Lector emeritus Effec9ef Taal- en leesonderwijs

Nadere informatie

Handelingsgericht werken & Empowerment. Vlaamse Netoverstijgende Stuurgroep HGW/HGD. Reflectie op bijdragen Petri Partanen en Els Dammekens

Handelingsgericht werken & Empowerment. Vlaamse Netoverstijgende Stuurgroep HGW/HGD. Reflectie op bijdragen Petri Partanen en Els Dammekens Handelingsgericht werken & Empowerment Ontmoetingsdag 2013, Antwerpen Handelingsgericht Samenwerken: Ieder in zijn Kracht! Noëlle Pameijer, school/kinderpsycholoog, SWV Annie M.G. Schmidt (NL) 1 Vlaamse

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Handboek Lezen: Effectief leesonderwijs in de doorgaande lijn

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Handboek Lezen: Effectief leesonderwijs in de doorgaande lijn Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Handboek Lezen: Effectief leesonderwijs in de doorgaande lijn WWW.CPS.NL Contactgegevens Aafke Bouwman A.bouwman@cps.nl 0655824098 Doelen Deelnemers nemen

Nadere informatie

Handelingsgericht werken

Handelingsgericht werken Handelingsgericht werken 16-09-2013 Waarom en hoe Door: Jose Oosterheert Uitgangspunten van HGW 1. Onderwijsbehoeften 2. Systematisch en transparant 3. Doelgericht werken 4. Transactioneel kader 5. Constructieve

Nadere informatie

Leerlingen worden lezers door te lezen! Stillezen warm aanbevolen

Leerlingen worden lezers door te lezen! Stillezen warm aanbevolen Leerlingen worden lezers door te lezen! Stillezen warm aanbevolen Door Kees Vernooy Wat voor echte lezers vanzelf spreekt, spreekt niet altijd vanzelf in het onderwijs: lezen voor je zelf is de prettigste

Nadere informatie

COTEACHEN EN NIEUWSBEGRIP

COTEACHEN EN NIEUWSBEGRIP COTEACHEN EN NIEUWSBEGRIP STEUNPUNT ONDERWIJS. 2012-2013 Ad Kappen Wat is coteaching? Samen op basis van evenwaardigheid / gelijkwaardigheid een les opstellen, geven, analyseren. Coteachen is geen collegiale

Nadere informatie

De appels vallen nog steeds niet ver van de boom.. Opvattingen van leraren: hoe werken ze door in de differentiatie-aanpakken in de praktijk?

De appels vallen nog steeds niet ver van de boom.. Opvattingen van leraren: hoe werken ze door in de differentiatie-aanpakken in de praktijk? De appels vallen nog steeds niet ver van de boom.. Opvattingen van leraren: hoe werken ze door in de differentiatie-aanpakken in de praktijk? ORD 2019, Heerlen Marijke van Vijfeijken Eddie Denessen Tamara

Nadere informatie

Feedbacktool. Feestelijke lancering op het SOK-congres. De theorie. Nijverheidsstraat 10 > 1000 Brussel T >

Feedbacktool. Feestelijke lancering op het SOK-congres. De theorie. Nijverheidsstraat 10 > 1000 Brussel T > Feedbacktool Feestelijke lancering op het SOK-congres Nijverheidsstraat 10 > 1000 Brussel T 02 894 74 70 > www.scholierenkoepel.be De theorie > 1 Onderzoek 1: leerkrachten zijn de sleutel Invloed op schoolprestaties

Nadere informatie

PLG Interne begeleiders

PLG Interne begeleiders PLG Interne begeleiders 15 maart 2010 Berber Klein & Henk Logtenberg Monitoren van leeropbrengsten rekenonderwijs Start: Those Fabulous Five 2 2 2 2 2 Can you make five 2 s equal 5? Write on a piece of

Nadere informatie

RALFI. Aanpak voor (zeer) zwakke lezers.

RALFI. Aanpak voor (zeer) zwakke lezers. RALFI Aanpak voor (zeer) zwakke lezers. Jan-Dirk Anderhalf jaar geleden was Jan-Dirk (11) voor geen goud een bibliotheek ingestapt. Hij zat met lezen muurvast op AVI-1 niveau. Althans: ogenschijnlijk.

Nadere informatie

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8 Groep 7 en 8 Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8 85-95 % van de leerlingen beheerst AVI-plus 90% beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot woorden en zinnen leerlingen richten

Nadere informatie

Fabel Positieve feedback in het schrijfschrift zorgt ervoor dat kinderen leesbaar leren schrijven.

Fabel Positieve feedback in het schrijfschrift zorgt ervoor dat kinderen leesbaar leren schrijven. Fabel of feit? Auteurs: Annelies de Hoop & Johannes Noordstar Goed zo! Kinderen leren leesbaar schrijven door positieve feedback. Kerndoel van het schrijfonderwijs is dat leerlingen gedurende de basisschool

Nadere informatie

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 CBS Maranatha Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 Doel: Doel van ons dyslexieprotocol is een zo goed mogelijke begeleiding van leerlingen met (dreigende) leesproblemen.

Nadere informatie

Effectieve maatregelen

Effectieve maatregelen Effectieve maatregelen In het taal- en rekenonderwijs Pieter Danes 27 maart 2012 Bijeenkomst Taal in mbo 01-11-2011 Presentatie toen: Van Anja Schaafsma (ROC Mondriaan) Over effectief onderwijs Presentatie

Nadere informatie

WAT LEREN WE VAN EFFECTIEVE INTERVENTIES IN HET ONDERWIJS?

WAT LEREN WE VAN EFFECTIEVE INTERVENTIES IN HET ONDERWIJS? WAT LEREN WE VAN EFFECTIEVE INTERVENTIES IN HET ONDERWIJS? Zwakke lezers aan het lezen krijgen Dr. Kees Vernooy Utrecht 7 juni 2018 Vooraf - Binnen welke context functioneren we? - Wat kunnen we betekenen

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken KWALITEITSKAART Opbrengstgericht werken PO Deze kaart biedt een aantal indicatoren om bij de uitvoering van de stappen uit 1-zorgroute op groepsniveau en op schoolniveau de kwaliteit te monitoren en te

Nadere informatie

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Drs. Sonja Hotho-Toppers, Seminarium voor Orthopedagogiek Drs. Herman Hotho, remedial teacher o.b.s. De Elsweiden Anneke Smits Tom Braams

Nadere informatie

Begrijpend lezen en. Inhoud. Begrijpend lezen en verschillen tussen. 28 Zorgbreed 48 - Jaargang 12. jun-jul-aug 2015

Begrijpend lezen en. Inhoud. Begrijpend lezen en verschillen tussen. 28 Zorgbreed 48 - Jaargang 12. jun-jul-aug 2015 28 Zorgbreed 48 - Jaargang 12. jun-jul-aug 2015 Begrijpend lezen en Hoe zorg je ervoor dat jongeren gemotiveerd geraken om hun talenten te benutten? Om naar school te gaan, te trainen, te leren, hun werk

Nadere informatie

Bouw! in het kader van de vergoedingsregeling

Bouw! in het kader van de vergoedingsregeling ouw! in het kader van de vergoedingsregeling Aryan van der Leij Universiteit van Amsterdam ijeenkomst met KD, NRD en Masterplan Dyslexie 20--2015 Van onderwijs naar zorg: doorverwijzen bij een vermoeden

Nadere informatie

Quickscan reken- en wiskundeonderwijs

Quickscan reken- en wiskundeonderwijs Quickscan reken- en wiskundeonderwijs Gegevens school Naam school Adres school Plaats Telefoon e-mail Datum invulling Ingevuld door Functie invuller directie IB-er RT-er taal/leescoördinator leerkracht

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS QUICKSCAN 1 = zeer oneens 2 = oneens 3 = eens 4 = zeer eens Zorgniveau 1 Leestijd 1. Leerkrachten in groep 1 en 2 besteden minimaal 5 uur per week aan doelgerichte taalactiviteiten

Nadere informatie