Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo"

Transcriptie

1 Jan Neuvel & Anneke Westerhuis Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel

2 Colofon Titel Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Auteurs Jan Neuvel & Anneke Westerhuis Datum November 2013 Ontwerp Design Crew ISBN/EAN Bestellen Via o.v.v. bestelnummer Expertisecentrum Beroepsonderwijs Postbus BP s-hertogenbosch T info@.nl Gebruik en overname van teksten, ideeën en resultaten uit deze publicatie is vrijelijk toegstaan, mits met bronvermelding.

3 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Inhoudsopgave Woord vooraf 5 1 Onderzoek naar leerlingenstromen Aanleiding en doel van het onderzoek Gebruikte bronnen in het onderzoek Leeswijzer 8 2 Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs Groei van havo en vwo ten koste van het vmbo De opwaartse beweging onder druk? 16 3 Uitstroom naar vervolgonderwijs; versterking van de hoofdtrajecten? 21 4 Ontwikkelingen in het middelbaar beroepsonderwijs Het mbo staat in de bbl een aanzienlijke krimp te wachten De bol: groei door langere verblijfsduur De bbl gevoelig voor de opwaartse beweging en conjuncturele invloeden 29 5 Ontwikkelingen in het hoger beroepsonderwijs Het hbo blijft groeien Groeiende instroom in Techniek en Gezondheidszorg Teruglopende instroom en een toenemende verblijfsduur 35 6 Samenvatting en conclusies 37 Literatuur 41 Lijst met afkortingen 43 03

4

5 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Woord vooraf De belangrijkste taak van het onderwijs is recht doen aan al die verschillende talenten van leerlingen en ervoor te zorgen dat leerlingen het onderwijs krijgen dat bij hen past. Maar hoe bewegen jongeren en volwassenen zich nu door ons onderwijsstelsel? Wat zijn recente en te verwachten trends en ontwikkelingen in leerlingenaantallen en hoe aannemelijk is het dat deze trends zich in de toekomst doorzetten? Om hier zicht op te krijgen hebben VO-raad en MBO Raad aan gevraagd om een historische analyse te maken van de leerlingenstromen in het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs. Met als doel niet alleen inzicht te krijgen in de trendmatige ontwikkelingen van de leerlingenstromen, maar ook in de onderstromen: wat is de invloed van zittenblijven, opstroom, afstroom en uitval op de leerlingenpopulatie in de schoolsoorten? Daarbij zijn de onderzoekers niet over één nacht ijs gegaan. In dit rapport is de instroom, doorstroom en uitstroom tussen 2003 en 2012 voor deze verschillende schooltypen in kaart gebracht en afgezet tegen de Referentieraming Ook kijkt het rapport vooruit en geeft het rapport inzicht in de verwachte deelname aan het onderwijs tot Zet de opwaartse beweging waarbij steeds meer leerlingen instromen op de hogere onderwijsniveaus ook in de toekomst door? Hoeveel tl-leerlingen kiezen voor een vervolgopleiding in het mbo? Welke factoren hebben in het verleden de groei in het mbo en hbo bepaald? En zullen deze factoren ook in de toekomst voor deze groei zorgen? Het antwoord op deze en vele andere vragen treft u aan in deze publicatie. De onderliggende feiten en cijfers zijn te vinden op de websites van, VO-raad en MBO Raad. We leven in een dynamische en beleidsrijke tijd in het onderwijs, met maatregelen als aanscherping van de exameneisen, invoering van referentieniveaus taal en rekenen en de introductie van het Actieplan mbo Focus op Vakmanschap. Deze maatregelen werken op elkaar in en worden mogelijk nog versterkt doordat de arbeidsmarkt voor jongeren op dit moment sterk onder druk staat. Het staat buiten kijf dat al deze ontwikkelingen effect zullen hebben op leerlingenstromen in het vo, mbo en hbo, maar waar en in welke mate? Het in beeld brengen van de mogelijke effecten van deze maatregelen op de leerlingenstromen is een volgende stap die we gezamenlijk willen gaan zetten. Maar het begint zoals gezegd met zicht op de leerlingenstromen van jongeren en volwassenen in de beroepsopleidingskolom. Wij hopen van harte dat ook u uw voordeel doet met deze rijke bron van feiten en cijfers. Sjoerd Slagter Voorzitter VO-raad Jan van Zijl Voorzitter MBO Raad 05

6 HOOFDSTUK 01

7 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Onderzoek naar leerlingenstromen Leerlingenstromen in het Nederlandse onderwijsstelsel zijn dynamisch. Zo is er al lange tijd sprake van een opwaartse trend (Van Eck, Voncken e.a., 2013). Denk aan de toename van de deelname aan het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorgezet wetenschappelijk onderwijs (vwo) ten koste van de deelname aan het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Er zijn echter ook andere trends. Zo rekenen de Referentieramingen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ons voor dat door de demografische ontwikkelingen over niet al te lange tijd de instroom in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zal dalen (zie bijvoorbeeld Min. OCW, 2013). Naast meerjarentrends kunnen ook beleidsinitiatieven van de overheid invloed hebben op leerlingenstromen. Het is heel goed mogelijk dat het verhogen van het prestatieniveau van bijvoorbeeld het havo, de schoolkeuze van leerlingen en hun ouders zal beïnvloeden. Hetzelfde geldt voor het streven naar grotere doelmatigheid. Dit kan scholen ervan weerhouden om leerlingen van wie ze niet zeker zijn dat ze het diploma zullen halen, een kans te geven. De VO-raad en de MBO Raad willen beter inzicht krijgen in de trendmatige ontwikkelingen van de leerlingenstromen in het voortgezet onderwijs, in het middelbaar beroepsonderwijs en tussen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In deze publicatie is daartoe naar ontwikkelingen gezocht op basis van historische trends in de in-, door- en uitstroom van verschillende schooltypen. De aandacht ging vooral uit naar leerlingenstromen tussen voortgezet onderwijs (vo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger beroepsonderwijs (hbo) tot het laatste jaar waarvan de gegevens beschikbaar waren, schooljaar Er is gekeken naar het volume en de samenstelling van leerlingengroepen naar schooltype, leerjaar enzovoort op basis van diverse onderstromen. Het uitgangspunt van de publicatie is dat vooral trends in de onderstromen aanknopingspunten bieden voor het voorspellen van deelnameontwikkeling, meer dan alleen trends in het uiteindelijke nettoresultaat. Een voorbeeld. De leerlingengroep van het vierde leerjaar van de kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo is samengesteld uit leerlingen die uit het derde leerjaar zijn overgegaan, aangevuld met zittenblijvers, leerlingen die zijn opgestroomd uit de basisberoepsgerichte leerweg en leerlingen die afstroomden uit de gemengde en theoretische leerweg. Tegenover de stijging door zittenblijven en op- en afstroom, kan een daling staan van leerlingen die het onderwijs hebben verlaten, zijn opgestroomd naar de gemengde leerweg of afgestroomd naar de basisberoepsgerichte leerweg. Anders gezegd, de trend in de deelname aan het vierde leerjaar van de kaderberoepsgerichte leerweg is het resultaat van trends in de onderstromen: zittenblijven, opstroom, afstroom en uitval. Mogelijk is dit de meest verrassende uitkomst van deze publicatie; de grote beweeglijkheid van de leerlingenstromen binnen en tussen schooltypen. 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek Het Nederlandse onderwijsstelsel kent drie hoofdtrajecten: 1) het vmbo gericht op doorstroom naar het mbo, 2) het havo gericht op doorstroom naar het hbo en 3) het vwo gericht op doorstroom naar het wo. Deze hoofdtrajecten zijn onderverdeeld naar meerdere niveaus, waarbij vooral het eerste traject de meeste differentiaties kent. Met deze indeling hoort ons land tot de groep landen waarin leerlingen al vroeg in hun schoolloopbaan worden voorgesorteerd. Daar staat tegenover dat in het stelsel correctiemogelijkheden zijn ingebouwd. Leerlingen kunnen wisselen van traject om eerdere keuzes te corrigeren of te compenseren. Aan het eind van een leerjaar of aan het eind van een opleiding kan een overstap naar 07

8 Hoofdstuk 01 Onderzoek naar leerlingenstromen een lager of naar een hoger niveau worden gemaakt. Binnen een hoofdtraject, maar ook tussen hoofdtrajecten. We spreken dan respectievelijk van afstroom en opstroom. In opdracht van de VO-raad en de MBO Raad en mede in het kader van het eigen onderzoeksprogramma van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (), deed onderzoek naar de leerlingenstromen in het Nederlandse onderwijsstelsel. Het onderzoek moet inzicht geven in recente en te verwachten ontwikkelingen van leerlingenaantallen in de verschillende schooltypen en in de leerlingenstromen binnen en tussen de drie hoofdtrajecten. Een belangrijke vraag in dit verband is of de opwaartse trend in het Nederlandse onderwijs, waarbij steeds meer leerlingen instromen op de hogere niveaus, ook in de toekomst doorzet. Daartoe is de deelname per onderwijstype in kaart gebracht vanaf het schooljaar tot , net als de te verwachten deelname in de periode tot De hoofdvragen in het onderzoek zijn: Stagneert de opwaartse trend in de deelname aan het voortgezet onderwijs? Uit welke ontwikkelingen is dat af te leiden? Welke trends zien we in de doorstroom van het vo naar het mbo, hbo en wo? Verloopt deze in steeds meerdere of steeds mindere mate volgens de indeling in de drie hoofdtrajecten? Welke factoren bepaalden in het verleden de groei van de deelname aan het mbo? Blijven deze factoren ook in de nabije toekomst voor groei van het mbo zorgen? Welke factoren bepaalden in het verleden de groei van de deelname aan het hbo? Blijven deze factoren ook in de nabije toekomst voor groei van het hbo zorgen? 1.2 Gebruikte bronnen in het onderzoek Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, is gebruik gemaakt van bestaande bronnen die gebaseerd zijn op de BRON-bestanden één-nummerbestanden die door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) worden beheerd. De gebruikte bronnen zijn afkomstig van: DUO, onderwijsdata, databestanden: CBS, StatLine, Onderwijs: de Vereniging Hogescholen: Gegevens over de te verwachten ontwikkelingen komen uit de bijlage van de Referentieraming 2013 van het ministerie van OCW: Rijksoverheid. Referentieraming 2013 deelname onderwijs, Bijlage tabellen: Leeswijzer In deze publicatie is de in-, door- en uitstroom voor de verschillende schooltypen tussen het schooljaar en beschreven met aandacht voor de op- en afstroom tussen de schooltypen. Ook beschreven we voor elk schooltype de verwachte deelname tot het schooljaar zoals in de Referentieraming 2013 is berekend. Aan elk van de schooltypen is een apart hoofdstuk gewijd. Hoofdstuk 2 gaat in op de ontwikkelingen in het vo met aandacht voor het vmbo, het havo en het vwo. In hoofdstuk 3 kijken we naar de uitstroom naar vervolgonderwijs. De vraag of leerlingen vanuit de drie schooltypen in het vo meer of minder binnen het eigen hoofdtraject doorstromen, komt daarbij aan bod. Hoofdstuk 4 gaat in op de ontwikkelingen in het mbo en hoofdstuk 5 op de ontwikkelingen in het hbo. In het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 6, beantwoorden we de hoofdvragen. 08

9 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Behalve naar de ontwikkeling van de leerlingenaantallen per schooltype, kijken we ook naar de leerlingenstromen tussen schooltypen. We kijken naar stromen binnen de drie hoofdtrajecten. Ook worden stromen tussen schooltypen beschreven die als correcties op de aanvankelijke selectie en plaatsing in het vo gezien kunnen worden. Van opstroom spreken we als leerlingen van een lager niveau naar een hoger niveau switchen. Bijvoorbeeld van vmbo theoretische leerweg naar havo 4. Van afstroom is sprake als de omgekeerde beweging wordt gemaakt, bijvoorbeeld vwo naar havo of van havo naar mbo. Voor de prognoses tot zijn gegevens overgenomen uit de bijlage van de Referentieraming Die prognoses zijn gebaseerd op de feitelijke trends in leerlingenaantallen tot en met het schooljaar en op de ontwikkeling van de leerlingenpopulatie na die periode. De feitelijke trends tot worden geëxtrapoleerd naar de toekomst en vormen de basis van de prognoses voor de verschillende schooltypen. In de extrapolaties wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen in de leerlingenpopulatie. Zoals we weten, krimpt die populatie over enkele jaren. Die krimp heeft tot gevolg dat de te verdelen koek tussen de verschillende schooltypen kleiner wordt. Daar is in de prognoses in de Referentieraming rekening mee gehouden. In de Referentieraming 2013 zijn mogelijke effecten van recente beleidsontwikkelingen echter niet verwerkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de geplande maatregelen in het Actieplan mbo. De reden dat ze niet zijn verrekend is dat, hoewel de maatregelen van invloed kunnen zijn op keuzes van leerlingen en het selectie- en plaatsingsbeleid van scholen, het nog moeilijk is te zeggen hoe ze precies zullen uitpakken en welk effect ze op de feitelijke keuzes van ouders en leerlingen zullen hebben en op het toelatingsbeleid van scholen. Hetzelfde geldt voor al genomen maatregelen waarvan de effecten nog niet terug te vinden zijn in veranderingen in leerlingenaantallen. Denk aan de effecten van de invoering van streefniveaus voor rekenen en Nederlandse taal. De kentering in de opwaartse beweging die in de historische cijfers is te bespeuren, zien we ook terug in de prognoses van de Referentieraming Deze publicatie is een samenvatting op hoofdlijnen van een uitgebreider rapport waarin de ontwikkelingen binnen en tussen schooltypen op een gedetailleerd niveau zijn beschreven: Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport (Neuvel & Westerhuis, 2013). Het rapport is te downloaden via onder de knop publicaties en daarnaast te vinden op de websites van de VO-raad en de MBO Raad. 09

10 HOOFDSTUK 02

11 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs Het laatste decennium is sprake van een opwaartse beweging in de vorm van een grotere deelname aan de hogere niveaus van ons onderwijsstelsel ten koste van de deelname op de lagere niveaus. In het vo is deze beweging zichtbaar in de toename van het aantal leerlingen in het havo en vwo en een afname in het vmbo. Die opwaartse beweging zien we al als leerlingen van de basisschool naar het voortgezet onderwijs gaan. Maar ook daarna gaat het in het vo verder door opstroom van leerlingen van lagere naar hogere niveaus. De laatste paar jaar is er echter een kentering gaande. Het laatste jaar is er zelfs sprake van een lichte groei van het vmbo ten koste van het havo en het vwo. De Referentieraming 2013 van het ministerie van OCW voorziet de komende paar jaar weliswaar een verdere groei van het vmbo, maar die moet worden toegeschreven aan een toename van de totale populatie. De verhouding tussen vmbo enerzijds en havo en vwo anderzijds blijft de komende paar jaar naar verwachting gelijk. Daarna lijkt de opwaartse beweging zich weer te herstellen. Met andere woorden: zoals de Referentieraming 2013 dat nu voorziet, zal vanaf ongeveer het vmbo toch weer leerlingen aan het havo en het vwo gaan verliezen. De terugloop komt dan extra hard aan, omdat ook de populatie krimpt vanaf die tijd. In deze publicatie brengen we de opwaartse beweging in het afgelopen decennium getalsmatig in beeld en wijzen we op een aantal ontwikkelingen in het vo die mogelijk leiden tot het afremmen van de opwaartse beweging. Vooral de toename van de afstroom en het doubleren in de bovenbouw van het vo en het dalen van de kans op het behalen van een diploma in het vo. De ontwikkelingen in het vo zijn in kaart gebracht vanaf leerjaar 3, omdat in de eerste twee jaar van het vo nog relatief veel leerlingen in samengestelde brugklassen zitten. Die leerlingen zijn niet eenduidig toe te wijzen aan een leerweg in het vmbo of aan het havo of vwo. Vanaf leerjaar 3 speelt dat probleem nauwelijks meer. Figuur 2.1 Leerlingenaantallen in vmbo 3-4, havo 3-5 en vwo 3-6 tussen en vmbo 3-4 vwo 3-6 havo

12 Hoofdstuk 02 Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs 2.1 Groei van havo en vwo ten koste van het vmbo Tussen en is het aantal leerlingen in het vmbo gedaald en is het aantal leerlingen in het havo en het vwo gegroeid. Telde de bovenbouw van het vmbo in nog leerlingen, in waren dat er ongeveer : een krimp van ruim leerlingen. In is deze trend omgebogen naar een lichte groei tot ruim leerlingen. Deze trendbreuk is tegelijkertijd een trendbreuk in de opwaartse beweging. De groei van het vmbo ging in namelijk ten koste van het leerlingenaantal in het havo en het vwo. Volgens de Referentieraming 2013 gaat de groei van het vmbo nog enkele jaren door, zodat het leerlingenaantal in de bovenbouw in naar verwachting rond leerlingen uitkomt. De komende jaren is de groei echter te danken aan de groei van de populatie en aan de stabilisatie van de opwaartse beweging. De verdeling van het aantal leerlingen tussen vmbo en havo/vwo verandert daarmee dus niet. Vanaf treedt er in het vmbo echter opnieuw een daling op; volgens de Referentieraming 2013 meteen ook een vrij sterke daling. Naast een krimp van de totale leerlingenpopulatie voorziet de Referentieraming namelijk een herstel van de opwaartse beweging, waardoor het vmbo opnieuw leerlingen zal verliezen aan het havo en het vwo. In zitten er naar verwachting dan nog circa leerlingen in de bovenbouw van het vmbo. Het havo groeide juist tussen en en blijft dat volgens de Referentieraming 2013 ook de komende jaren doen. Het totaal aantal leerlingen in havo 3 tot en met 5 is sinds systematisch toegenomen van naar bijna in , een groei van circa leerlingen. 1 Volgens de Referentieraming 2013 gaat het aantal naar ongeveer à leerlingen in , maar stabiliseert zich vervolgens op dat niveau. Ondanks de daling in de populatie vanaf ongeveer blijft het aantal leerlingen in havo 3 tot en met 5 op het peil van In het vwo leerjaar 3 tot en met 6 steeg het aantal leerlingen tussen en van ruim naar ruim De laatste paar jaar is er een lichte terugloop van ongeveer leerlingen. Naar verwachting in de Referentieraming 2013 zal het volume van het vwo vanaf weer toenemen en in uitkomen op circa Na een korte periode tussen en waarin het aandeel van het vmbo ten opzichte van het havo en het vwo gelijk bleef, herstelt de opwaartse trend zich erna weer volgens de Referentieraming Het vmbo levert dan niet alleen leerlingen in door een daling van de populatie, maar ook doordat weer meer leerlingen naar het havo en vwo gaan. Dat is althans de voorspelling in de Referentieraming De trends in de verschillende schooltypen zijn een optelsom van leerlingenstromen in de hoofdroutes en onderliggende leerlingenstromen binnen en tussen schooltypen, zoals op- en afstroom en doubleren. Die onderliggende stromen worden per schooltype op een rijtje gezet. Trends daarin kunnen helpen om de verwachte ontwikkelingen zoals die voor de komende jaren worden voorzien in de Referentieraming 2013, te begrijpen. Mogelijk dat die trends in de onderliggende stromen tot een andere interpretatie van de verdeling van leerlingen over de drie schooltypen kan leiden dan zoals verwacht in de Referentieraming Vmbo De geconstateerde krimp van het vmbo tot deed zich vooral voor in de basisberoepsgerichte leerweg (bl) en in mindere mate in de kaderberoepsgerichte (kl) en de theoretische leerweg (tl). De gemengde leerweg (gl) groeide zelfs. In het schooljaar daalde het totaal aantal leerlingen in de bovenbouw van het vmbo niet verder en zagen we zelfs een lichte stijging van het aantal leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg en in de theoretische leerweg. Die 1 Voor havo 3 zijn de leerlingen meegerekend uit havo 3 zelf plus de leerlingen uit een gemengde havo-vwo-klas in leerjaar 3. 12

13 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel kentering hangt samen met een aantal onderliggende ontwikkelingen: de totale leerlingenpopulatie is iets toegenomen; de instroom in de bovenbouw van het vmbo is toegenomen, vooral door een grotere afstroom naar het vmbo van leerlingen uit havo- en vwo-brugklassen; een verdere terugdringing van de schooluitval in leerjaar 3, waardoor meer leerlingen naar het vierde leerjaar doorstromen; een toename van het doubleren in de afgelopen periode. Achter het overall beeld voor het vmbo gaan verschillende ontwikkelingen in de leerwegen schuil. In alle vmbo-leerwegen zijn er echter de laatste paar jaar tekenen dat de opwaartse beweging afvlakt. De Referentieraming 2013 voorziet een stabilisering van het leerlingenaantal in de basisberoepsgerichte en in de kaderberoepsgerichte leerweg tot Daarna zet zich een daling in, als gevolg van de krimp in de populatie, maar ook vanwege een herstel van de opwaartse beweging van vmbo naar havo en vwo. Op korte termijn wordt een groei voorzien van het aantal leerlingen in de gemengde en de theoretische leerweg, maar door krimp van de populatie en ook door de opwaartse druk neemt het volume tussen en in beide leerwegen weer af. In de gemengde leerweg met zo n leerlingen en in de theoretische leerweg met circa leerlingen. Figuur 2.2 Leerlingenaantallen in bovenbouw van de vmbo-leerwegen tussen en tl 3-4 kl 3-4 bl 3-4 gl Basisberoepsgerichte leerweg Het aantal leerlingen in leerjaar 3 en 4 van de basisberoepsgerichte leerweg is tussen en gedaald van ongeveer naar bijna leerlingen. De mate van terugloop is de laatste paar jaar echter aanmerkelijk kleiner dan in de jaren ervoor en lijkt zelfs tot staan te zijn gebracht. Aanwijzingen daarvoor zijn: een lichte toename van de instroom in het derde leerjaar; een lichte daling van de opstroom vanuit het derde leerjaar naar de kaderberoepsgerichte leerweg; een licht toenemende afstroom naar leerjaar 4 van de basisberoepsgerichte leerweg uit de overige vmbo-leerwegen; terugdringing van de schooluitval bij leerlingen uit het derde leerjaar van de basisberoepsgerichte leerweg. De Referentieraming 2013 voorziet een lichte groei tot stabilisering van het leerlingenaantal in de basisberoepsgerichte leerweg tot : circa leerlingen. Daarna loopt het aantal leerlingen in leerjaar 3 en 4 gestaag terug en komt in waarschijnlijk voor beide leerjaren samen uit op ongeveer

14 Hoofdstuk 02 Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs Kaderberoepsgerichte leerweg De ontwikkeling van het aantal leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg kenmerkt zich door een golfbeweging. Tot liep het aantal leerlingen op naar ruim , maar daalde daarna tot ongeveer in Het laatste jaar is er weer een lichte groei: ruim leerlingen. Die groei deed zich ook hier het eerst voor in leerjaar 3, mede door een geringere opstroom en een lichte toename van de afstroom. Ook een iets groter aantal zittenblijvers in leerjaar 3 en 4 droeg de laatste jaren bij aan de ombuiging van de dalende trend. Afgaande op de Referentieraming 2013 blijft het leerlingenaantal in de kaderberoepsgerichte leerweg de eerstkomende drie jaar op het peil van , maar loopt vanaf ook als gevolg van de krimp van de populatie snel terug naar circa leerlingen in Dat komt neer op een verlies van circa leerlingen ten opzichte van het schooljaar Gemengde leerweg De gemengde leerweg is de enige leerweg die tussen en stelselmatig is gegroeid. Met leerlingen in telde de gemengde leerweg ruim leerlingen meer dan in De instroom in leerjaar 3 stijgt nog steeds. De laatste jaren neemt de opstroom uit de brugklassen weliswaar af, maar daar staat tegenover dat meer leerlingen van een hoger brugklasniveau afstromen naar het derde leerjaar van de gemengde leerweg. Beide ontwikkelingen houden elkaar in evenwicht. Een lichte bijdrage aan de groei levert de toename van het doubleren in leerjaar 3 en 4. Van grotere invloed op de groei is de terugloop in het aantal leerlingen dat van leerjaar 3 naar 4 overstapt naar de theoretische leerweg. Die opstroom is de laatste drie jaar met jaarlijks gemiddeld 750 leerlingen gedaald. De verwachting in de Referentieraming 2013 is een lichte groei van het leerlingenaantal naar bijna in Daarna is er een geleidelijke terugloop in uitkomend op een vergelijkbaar aantal leerlingen als in , namelijk ongeveer Theoretische leerweg Het beeld voor de theoretische leerweg is vergelijkbaar met dat van de kaderberoepsgerichte leerweg. Tussen de schooljaren en daalde het leerlingenaantal van naar om vervolgens weer te stijgen naar iets meer dan in , het hoogste aantal in die leerweg in de afgelopen tien jaar. De laatste drie jaar is er een toename van de instroom in leerjaar 3, deels samenhangend met een toegenomen afstroom van leerlingen uit havo- en vwo-brugklassen. Ook de toename van het doubleren heeft bijgedragen aan de groei van de theoretische leerweg. In de Referentieraming 2013 wordt de opgaande lijn in de theoretische leerweg van de laatste jaren doorgetrokken tot In dat schooljaar gaan er naar verwachting tussen en leerlingen naar deze leerweg. Als gevolg van de krimp van de populatie daalt het leerlingenaantal in de jaren erna naar verwachting tot ongeveer in Havo Het havo is tot nu toe alleen maar gegroeid, zo zagen we eerder en groeit in de prognoses van de Referentieraming 2013 de komende jaren verder door van circa naar ruim leerlingen in Daarna treedt een stabilisering op. Naast de toegenomen instroom in havo-brugklassen hangt de groei van het leerlingenaantal in havo 3 tot en met 5 ook samen met ontwikkelingen in de leerjaren 3 tot en met 5 zelf. 14

15 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Figuur 2.3 Leerlingenaantallen in havo 3-5 tussen en Een aantal van die ontwikkelingen leverde leerlingen op, maar een aantal kostte ook leerlingen. Het netto-effect is echter een toename van het volume in havo 3 tot en met 5. Ontwikkelingen die leidden tot meer leerlingen zijn: Een toename van het doubleren. Het aantal zittenblijvers in havo 3 tot en met 5 is tussen en met gestegen van naar Vooral vanaf neemt het zittenblijven toe. Een toegenomen afstroom uit het vwo: circa leerlingen meer in dan in Een geringere opstroom uit havo 3 en 4 naar het vwo: leerlingen minder in dan in Het terugdringen van de schooluitval in havo 3 en havo 4. Ontwikkelingen die een negatieve uitwerking hadden op het leerlingenaantal in havo 3 tot en met 5 zijn: Een terugloop van de opstroom uit het vmbo (tl) vanaf Nadat die stroom tot sterk was toegenomen, is het aantal opstromers erna aanzienlijk gedaald en gingen er in circa leerlingen minder naar havo 4 dan in Een grotere afstroom van leerlingen uit havo 3 naar het vmbo na leerjaar 3 en uit havo 4 naar het mbo. In stroomden ongeveer leerlingen meer van havo 3 en havo 4 naar het vmbo en mbo dan in Ondanks deze weglekeffecten blijft er een batig saldo doordat de groei de weglek overstijgt. Vwo Het vwo groeide aanvankelijk sneller dan het havo. Tussen en nam het aantal leerlingen in het vwo toe met 21% tegenover 13% groei in het havo. Na het schooljaar stagneerde de groei van het vwo en vanaf is er sprake van een lichte daling. 15

16 Hoofdstuk 02 Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs Figuur 2.4 Leerlingenaantallen in vwo 3-6 tussen en Die daling in het vwo wordt niet veroorzaakt door een terugloop van de instroom aan de onderkant. De toename van de instroom in leerjaar 3 stagneert weliswaar, uitkomend op bijna instromers de laatste jaren, maar het aantal instromers loopt niet terug. De daling van het totaal aantal leerlingen in vwo 3 tot en met 6 moet dan ook worden gezocht in onderliggende leerlingenstromen in vwo 3 tot en met 6: De afstroom vanuit vwo leerjaar 3 tot en met 5 naar vooral het havo is de laatste jaren sterk toegenomen, van circa in naar leerlingen in De opstroom vanuit het havo naar het vwo daalde in diezelfde periode met leerlingen, van bijna naar iets minder dan leerlingen. Dat die ontwikkelingen niet hebben geleid tot een daling van het aantal leerlingen in het vwo, hangt deels samen met een vrij sterke toename van het doubleren in het vwo. Het totaal aantal zittenblijvers in leerjaar 3 tot en met 6 liep op van in naar bijna leerlingen in De laatste paar jaar is het aantal zittenblijvers nog verder gestegen tot in In het vwo zien we nog meer dan in het havo een correctie op de opwaartse beweging door een toegenomen afstroom. Ook de toename van het doubleren is een vorm van bijstelling. Andere indicaties dat de grenzen van de opwaartse beweging mogelijk zijn bereikt, zijn de terugloop van de opstroom uit het havo en de daling van het percentage vwo ers in leerjaar 6 dat het vwo-diploma haalt. Toch voorziet de Referentieraming 2013 vanaf weer een opgaande lijn en stijgt het aantal leerlingen in vwo 3 tot en met 6 van ruim leerlingen in naar in De opwaartse beweging onder druk? De opwaartse beweging is de afgelopen jaren afgezwakt. Dit zien we deels terug in de Referentieraming Deze voorziet nog een verdere groei van het havo en vwo, maar op korte termijn wordt wel een stabilisering tot lichte groei van het vmbo verwacht. De deelname aan de twee beroepsgerichte leerwegen, de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg, loopt echter naar verwachting vanaf sterk terug. Met enkele totaalcijfers brengen we de trends in beeld om de discussie over de waarschijnlijkheid van het al dan niet doorzetten, dan wel afvlakken van de opwaartse beweging te voeden. 16

17 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Figuur 2.5 Op- en afstroom vanaf leerjaar 3 in vmbo, havo en vwo tussen en Afstroom Opstroom In het vo loopt de opstroom naar een hoger niveau terug. De opstroom uit leerjaar 2 van het vo naar het derde leerjaar van het vmbo en havo kwam in het schooljaar uit op leerlingen. 2 In het schooljaar ging het om minder dan leerlingen. De opstroom vanaf leerjaar 3 is berekend voor de leerwegen in vmbo 3 en 4 en leerjaar 3 tot en met 5 van het havo. Opstroom vanuit het vwo is per definitie niet mogelijk. In het vmbo is sprake van opstroom bij switchen naar een leerweg op een hoger niveau inclusief de doorstroom van de gemengde naar de theoretische leerweg of bij doorstroom naar het havo of vwo. Voor havisten gaat het om doorstroom naar het vwo. In de periode en was de opstroom in het vo het grootst. Toen stroomden rond de leerlingen het jaar erop door naar een hoger niveau. Dat is circa 5,7% van alle leerlingen. Daarna daalde de opstroom. Uit het schooljaar gingen ruim leerlingen minder door naar een hoger opleidingsniveau: in totaal 4,9%. De daling zien we vooral in de doorstroom van leerjaar 3 van de gemengde leerweg naar leerjaar 4 van de theoretische leerweg, de doorstroom van gediplomeerde leerlingen uit de theoretische leerweg naar havo 4 en de doorstroom van havo naar vwo. Daarentegen neemt de afstroom binnen het onderwijsstelsel de laatste jaren juist toe. Vanuit leerjaar 2 van het vo gingen in circa leerlingen door naar een lager niveau in het derde leerjaar: 5,9%. In het schooljaar was het aantal dat van leerjaar 2 naar 3 afstroomde bijna : 6,9%. De afstroom vanuit leerjaar 3 en hoger was het laagst in : ; 3,4%. In de jaren erna is de afstroom opgelopen naar bijna leerlingen in het schooljaar : 4,7%. Vooral de afstroom van vwo naar havo en lager en de afstroom van havo naar (v)mbo zijn sterk toegenomen. Ook het doubleren is de laatste jaren toegenomen. Tussen en lag het percentage zittenblijvers in de bovenbouw van het vmbo, havo 3 tot en met 5 en vwo 3 tot en met 6 op circa 5,4%, qua aantal neerkomend op tot leerlingen. Vanaf is het zittenblijven in de genoemde leerjaren van het vo opgelopen naar 6,6% van alle leerlingen. In aantallen gaat het om bijna leerlingen. 2 Gegevens over de vooropleiding van vwo 3 ontbreken. 17

18 Hoofdstuk 02 Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs Figuur 2.6 Zittenblijven vanaf leerjaar 3 in vmbo, havo en vwo tussen en Een belangrijk gegeven in de beoordeling van de prestaties van een onderwijsstelsel is het percentage leerlingen dat een diploma haalt (op een hoger niveau). Afgezien van verborgen talent, moet worden aangenomen dat in de opwaartse beweging de betere leerlingen uit de lagere naar de hogere niveaus gaan en dat er op de hogere niveaus relatief zwakkere leerlingen bijkomen. Plausibel is dat deze verschuiving op alle niveaus negatieve gevolgen heeft voor het percentage leerlingen dat het diploma haalt. Afstroom en doubleren kunnen dat effect afzwakken. Zowel de afstroom als het doubleren zijn de laatste jaren toegenomen, zo zagen we hiervoor. Het totale percentage leerlingen in examenklassen leerjaar 4 vmbo, leerjaar 5 havo en leerjaar 6 vwo dat een diploma haalde, is tussen de schooljaren en iets toegenomen van 89,8 naar 90,5%. 3 Dus ondanks dat een groter aantal leerlingen naar het havo en vwo ging in die periode. Berekend op het totaal aantal leerlingen in examenjaren, daalde het aandeel van het vmbo namelijk van 58,9 naar 56,5% en steeg het aandeel van het havo en vwo van 41,1 naar 43,5%. In de periode daarna ging de opwaartse beweging door, maar daalde het percentage leerlingen dat een diploma haalde. Het aandeel van het vmbo in het aantal leerlingen in een examenjaar liep verder terug naar 52,5% in en het aandeel van het havo en vwo steeg naar 47,5%. Het percentage leerlingen in de examenjaren dat een diploma haalde, daalde van 90,5 naar 87,2% in De daling van het percentage gediplomeerden was het grootst in het vwo: -5,8 procentpunten. In het havo daalde het percentage met 2,9 procentpunten, wat net iets meer is dan in het vmbo als geheel: -2,3 procentpunten. Opvallend is dat in de basisberoepsgerichte leerweg het percentage gediplomeerden ondanks een verdere terugloop van het aantal leerlingen wel is toegenomen, namelijk met 1,6 procentpunt: 90,7% gediplomeerden in De veronderstelde daling van de kans op een diploma is dus zichtbaar, maar of deze daling met zekerheid toegeschreven kan worden aan de opwaartse beweging of dat er ook nog andere factoren in het geding zijn, is zonder verder onderzoek niet met zekerheid te zeggen. In de beoordeling van de effecten van de opwaartse beweging moet het terugdringen van voortijdige schooluitval worden meegenomen. De uitval is op alle niveaus van het onderwijs aanzienlijk gedaald. Verlieten in het schooljaar ruim leerlingen uit het vmbo, havo of vwo het onderwijs voortijdig, zonder startkwalificatie, in het schooljaar uitvallers waren het er ruim minder. Als percentage van het totaal aantal leerlingen vanaf leerjaar 3 in het vo is de uitval gedaald van 4,1 naar 1,7%. Of ook het terugdringen van de uitval er mede de oorzaak van is dat het percentage gediplomeerden is gedaald, is moeilijk te zeggen, maar niet uit te sluiten. 3 De jaren en zijn buiten beschouwing gelaten, omdat het percentage gediplomeerden in het vmbo in die twee schooljaren aanzienlijk lager was dan in de daarop volgende jaren; dus vanaf

19

20 HOOFDSTUK 03

21 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Uitstroom naar vervolgonderwijs; versterking van de hoofdtrajecten? Gaan leerlingen die uitstromen door naar het vervolgonderwijs waar het vmbo, havo of vwo primair op zijn gericht? Het vmbo is vooral gericht op de doorstroom naar het mbo, maar zonder vmbo-diploma kunnen vmbo ers ook naar het mbo. In dat geval is de kans groter dat ze op een lager niveau in het mbo worden geplaatst. Voor de toegang naar het hbo en het wetenschappelijk onderwijs (wo) is respectievelijk een havo- of een vwo-diploma vereist. Vmbo ers hebben via het mbo met een diploma niveau 4 toegang tot het hbo. Figuur 3.1 Doorstroom uit de vmbo-leerwegen leerjaar 3 en 4; gediplomeerd en ongediplomeerd naar het mbo tussen en tl 3-4 kl 3-4 bl gl Vmbo Na het vierde jaar van de bovenbouw stromen de meeste vmbo ers door naar het mbo. Doorgaans met een diploma, maar een deel stapt ook zonder vmbo-diploma over. Daarnaast is er ook nog een kleine stroom derdejaars die de bovenbouw niet afmaakt, maar meteen naar het mbo gaat. Dat komt in alle vier de leerwegen voor, maar duidelijk het meest bij leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg. Figuur 3.1 geeft de volledige doorstroom (leerjaar 3 en 4) vanuit de vier leerwegen naar het mbo weer. Het aantal leerlingen dat vanuit leerjaar 4 van de basisberoepsgerichte leerweg doorstroomt naar het mbo is de afgelopen jaren als gevolg van de krimp in die leerweg gedaald van bijna leerlingen in naar iets meer dan leerlingen in Mede door het terugdringen van de uitval steeg het percentage doorstromers naar het mbo in diezelfde periode van 81,0 naar 87,3%. Het aantal derdejaars dat zonder diploma naar het mbo ging, daalde van in naar in , maar procentueel bleef die doorstroom met circa 5% gelijk. Bij elkaar genomen is de ongediplomeerde doorstroom uit leerjaar 3 en 4 en de gediplomeerde doorstroom uit leerjaar 4 21

22 Hoofdstuk 03 Uitstroom naar vervolgonderwijs; versterking van de hoofdtrajecten? tussen en gedaald van bijna iets meer dan De leerlingen die instromen in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo gaan dus vaker naar het mbo, maar gezien de daling van de instroom in de basisberoepsgerichte leerweg neemt het doorstroomvolume naar het mbo af. De doorstroom vanuit het vierde leerjaar van de kaderberoepsgerichte leerweg naar het mbo liep tot op van naar bijna leerlingen van 88,8 naar 93,2% en daalde erna weer naar leerlingen in : 92,5%. Gediplomeerden gaan bijna allemaal naar het mbo: 97,7% in Daarnaast is er jaarlijks een doorstroom van 500 tot 600 derdejaars. Daarmee kwam de totale doorstroom van de kaderberoepsgerichte leerweg naar het mbo in uit op circa leerlingen. Samenhangend met de groei van de gemengde leerweg gaat een toenemend aantal vierdejaars door naar het mbo. Tussen en is die doorstroom gestegen van bijna naar bijna leerlingen. Procentueel gezien is de doorstroom echter zeer constant met fluctuaties tussen de 85,8 en 86,9%. Zo n 150 derdejaars gaan zonder de gemengde leerweg verder af te maken rechtstreeks naar het mbo. Zij vormen niet meer dan 1% van de totale doorstroom vanuit die leerweg naar het mbo. De doorstroom vanuit de theoretische leerweg naar het mbo schommelt tussen de en leerlingen per jaar. Procentueel liep de doorstroom aanvankelijk terug naar 70 à 71%, maar vanaf neemt het percentage verhoudingsgewijs weer toe, als gevolg van de verminderde opstroom vanuit de theoretische leerweg naar havo 4. In ging bijna 74% van de leerlingen uit de theoretische leerweg naar het mbo. De doorstroom van tl ers naar havo 4 was in en het grootst met bijna 20% opstromers, maar liep daarna weer terug en kwam in uit op 16,0%. Het aandeel van derdejaars in de totale doorstroom van tl ers naar het mbo schommelt in de hele periode rond de 2%. De omvang van de doorstroom vanuit het vmbo naar het mbo is dus vooral beïnvloed door een sterke terugloop van het aantal leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg. Dat heeft vooral gevolgen voor de instroom op niveau 2 van het mbo, waarop de basisberoepsgerichte leerweg is gericht. De doorstroom naar niveau 3 en niveau 4 van het mbo is door een min of meer gelijkblijvende uitstroom uit de andere leerwegen van het vmbo de afgelopen jaren niet of nauwelijks veranderd. Door het terugdringen van uitval in vooral de basisberoepsgerichte leerweg en de terugloop van de doorstroom uit de theoretische leerweg naar havo 4 is de route van vmbo naar mbo in zijn totaliteit versterkt: verhoudingsgewijs meer leerlingen die in de bovenbouw van het vmbo instromen, vervolgen hun opleiding in het mbo. Havo Het havo bereidt voor op het hbo. De doorstroom van het havo naar het hbo is tussen en stelselmatig toegenomen van bijna naar ruim leerlingen. Berekend als percentage van het aantal gediplomeerde havisten is er sprake van zeer constante doorstroom van 78 à 79%. Kijken we echter naar het totaal aantal leerlingen in havo 5, dan is de doorstroom procentueel gedaald van circa 68% in naar 65% in

23 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Figuur 3.2 Doorstroom uit havo 5 (gediplomeerd) naar het hbo tussen en Er is een kleine en teruglopende afstroom van gediplomeerde havisten naar het mbo van circa in naar iets minder dan in de laatste paar jaar: van 5,1 naar 3,3%. De ongediplomeerde doorstroom uit leerjaar 5 naar het mbo is de laatste jaren daarentegen sterk gegroeid van ongeveer 600 naar leerlingen in Ook de doorstroom van havo 4 naar het mbo is toegenomen van minder dan leerlingen uit het schooljaar naar ruim uit het schooljaar De opstroom van gediplomeerde havisten naar het vwo is in de periode tot toegenomen van 3,9 naar 4,9%, maar daalde vervolgens naar 3,7% in In aantallen nam de doorstroom aanvankelijk toe van bijna naar bijna 2.000, om vervolgens na te dalen naar leerlingen in De hoofdroute havo-hbo is de laatste paar jaar iets verzwakt doordat procentueel iets minder havisten uit het vijfde leerjaar het diploma halen. Ook bij de keuze van een vervolgopleiding zien we een toename van de afstroom stijging doorstroom naar mbo en een afname van de opstroom; terugloop van de doorstroom naar het vwo. Vwo Voor gediplomeerde vwo ers is het wo de geëigende vervolgopleiding. Het percentage dat die keuze maakt, is opgelopen van 77,5% in naar 84,3% in In aantallen nam de doorstroom toe van bijna naar circa leerlingen. Figuur 3.3 Doorstroom uit vwo 6 (gediplomeerd) naar het wo tussen en

24 Hoofdstuk 03 Uitstroom naar vervolgonderwijs; versterking van de hoofdtrajecten? Een substantieel, maar constant aantal gediplomeerden gaat naar het hbo. Die doorstroom schommelt rond de leerlingen per jaar. Door de toename van het leerlingenaantal in het vwo is de doorstroom naar het hbo uitgedrukt in percentages langzaam gedaald van bijna 17% in naar iets meer dan 13% in Van de ongediplomeerde uitstroom uit het zesde jaar van het vwo gaan de laatste jaren rond de 200 leerlingen naar het wo en rond de 150 naar het hbo. Evenals het hoofdtraject vmbo-mbo is ook de doorstroom binnen de vwo-wo-kolom versterkt, zij het dat de laatste jaren sprake is van een afzwakking. 24

25

26 HOOFDSTUK 04

27 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Ontwikkelingen in het middelbaar beroepsonderwijs Het mbo is voor het vmbo het vervolgonderwijs, maar ook havo- en vwo-leerlingen die al dan niet hun school hebben afgerond, kunnen hun opleiding in het mbo voortzetten. Verder is het mbo een diplomaroute voor studenten die in het hbo zijn gestrand. Daarnaast nemen ook volwassenen deel aan het mbo om alsnog een kwalificatie te halen. De omvang en de trendmatige ontwikkeling van het aantal studerenden in het mbo wordt beïnvloed door een aantal factoren: de door- en afstroom uit andere onderwijsvormen, de instroom van volwassenen en de verblijfsduur in het mbo. De invloed van deze factoren is voor de twee leerwegen, de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl), verschillend. Daarom besteden we aan de ontwikkelingen in de bol en de bbl apart aandacht. We beginnen echter met het overall beeld. 4.1 Het mbo staat in de bbl een aanzienlijke krimp te wachten Het totaal aantal studenten in het mbo is tussen en toegenomen van naar circa De Referentieraming 2013 voorziet een daling van het studentenaantal in de komende jaren. In volgen naar verwachting nog ruim studenten een mbo-opleiding, daarna daalt het aantal naar iets boven de Figuur 4.1 Studentenaantallen in het mbo bol en bbl tussen en De pijn van de krimp zal vooral worden gevoeld in de naar omvang kleinste leerweg, de bbl. Ongeveer een derde van de studenten volgt een opleiding in die leerweg. Tussen en nam het aantal bbl ers nog toe van naar ruim , maar daarna is een neerwaartse trend ingezet, die ook in de Referentieraming 2013 wordt doorgetrokken. Dat zou in kunnen resulteren in circa bbl-studenten in het mbo. Daarmee komt de daling van het leerlingenaantal in het mbo bijna volledig terecht bij de bbl. 27

28 Hoofdstuk 04 Ontwikkelingen in het middelbaar beroepsonderwijs Figuur 4.2 Studentenaantallen in de bbl tussen en Het beeld voor de bol is aanzienlijk rooskleuriger. De afgelopen jaren zat de bol al in de lift. Vanaf is het aantal bol studenten voortdurend toegenomen van ruim in naar meer dan in , een toename van studenten. Die trend gaat naar verwachting nog een aantal jaren door en komt volgens de Referentieraming 2013 in het studiejaar rond bol-studenten uit. Na dat jaar treedt er een daling in, mede door een terugloop van de populatie, maar die daling blijft beperkt. In kan het mbo volgens de Referentieraming 2013 nog rekenen op tot bol-studenten. Dat aantal loopt in wel verder terug. Met een daling van naar verwachting zo n zouden dan circa studenten een bol-opleiding volgen. Dat zijn er nog altijd ruim meer dan in Figuur 4.3 Studentenaantallen in de bol tussen en De bol: groei door langere verblijfsduur 4 De omvang van de bol wordt bepaald door de jaarlijkse instroom van studenten en door de verblijfsduur in het mbo. De instroom is de afgelopen jaren vrij stabiel, maar de gemiddelde verblijfsduur van studenten in de bol is toegenomen. De lichte groei van de bol is dus terug te voeren op de toename van het aantal studenten dat langer in de bol staat ingeschreven. 4 Hierbij is nog geen rekening gehouden met nieuw beleid. 28

29 Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Verschuivingen in de instroom De instroom ligt sinds op een vrij constant niveau. Het aantal nieuwe instromers in het mbo dat naar de bol gaat, fluctueert tussen en iets meer dan Het aantal studenten dat van de bbl naar de bol overstapt, ligt de laatste jaren rond de In de nieuwe instroom zien we wel verschuivingen optreden. Het aantal leerlingen dat uit het vmbo direct of indirect en al dan niet met een vmbo-diploma doorstroomt naar de bol, is tussen en teruggelopen van bijna naar circa Daar staat een toename tegenover uit het praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) van ongeveer leerlingen en vanuit het vo vooral het havo van leerlingen. 5 Daarnaast zijn er ongeveer 700 studenten meer vanuit het hbo afgestroomd en is ook het aantal volwassen studenten die meer dan drie jaar hun studie hebben onderbroken, toegenomen. De terugloop van de instroom uit het vmbo zien we vooral bij leerlingen uit de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg en in mindere mate bij leerlingen uit de theoretische leerweg. De doorstroom vanuit de gemengde leerweg is daarentegen iets gegroeid. Langere verblijfsduur door instroom op een hoger niveau en meer gediplomeerden Een langere verblijfsduur kan verschillende oorzaken hebben: instroom op een hoger niveau, switchen van opleiding, stapelen naar een hoger niveau, studievertraging, meer studenten die hun studie afmaken enzovoort. Het zijn al met al loopbaankeuzes of switches die ertoe leidden dat het aantal studenten dat twee jaar of langer in het mbo staat ingeschreven tussen en is toegenomen van rond naar Wat betreft de instroom is er een verschuiving opgetreden naar een grotere instroom op de twee hoogste mbo-niveaus, samenhangend met de geringere instroom van leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg die veelal naar niveau 2 gaan en een grotere instroom van leerlingen uit de gemengde leerweg, havisten en hbo-studenten, die veelal op niveau 3 of 4 instromen. Het aandeel van de opleidingen op niveau 1 en 2 in de instroom is gedaald van 35 naar 32%. Omgekeerd is het aandeel van de instroom op niveau 3 en 4 gestegen van 65 naar 68%. Naast de verschuiving in de instroom is ook het percentage studenten toegenomen dat een diploma op niveau 3 of 4 haalt. Dat percentage is tussen en gestegen van 42,6 naar 48,1%. Daar staat een duidelijke afname tegenover van de uitval in dezelfde periode: van 37,3 naar 31,6%. Ook deze ontwikkelingen droegen bij aan de toename van de gemiddelde studieduur en daarmee aan de omvang van de bol. Toename van gediplomeerden op niveau 4 leidt niet tot grotere doorstroom naar hbo Het aandeel van studenten met een diploma op niveau 4 is niet alleen procentueel toegenomen, ook in absolute zin is er een toename. In studeerden circa bol-studenten af op niveau 4, in was dat aantal opgelopen naar bijna De doorstroom naar het hbo hield tot min of meer gelijke tred met de stijging van het aantal gediplomeerden op niveau 4. De doorstroom naar het hbo liep op van ruim naar ruim studenten. Vanaf bevindt de doorstroom naar het hbo zich echter in een dalende lijn. Uit het studiejaar gingen net iets meer dan studenten naar het hbo. Waarom de interesse om de opleiding in het hbo voort te zetten afneemt, is niet precies te zeggen. Gedacht kan worden aan conjuncturele factoren of verscherpte toelating. 4.3 De bbl gevoelig voor de opwaartse beweging en conjuncturele invloeden Hiervoor zagen we dat de bbl na een aanvankelijke groei vanaf in een dalende lijn is terechtgekomen. Het aantal studenten nam af van circa naar bijna De voorspelling is niet hoopgevend. De verwachting in de Referentieraming 2013 komt uit op circa studenten in De instroom uit het vso is voor de studiejaren tot en met niet bekend en is gesteld op 0. Eventuele instroom uit het vso in die jaren is niet meegenomen in de totalen. 29

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Basisrapport Colofon Titel Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport Auteurs Jan Neuvel & Anneke Westerhuis Datum November 2013 Projectnummer ecbo.13-187

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo Anneke Westerhuis 9 mei 2017 www.ecbo.nl drie thema s: doorstroom in het onderwijsstelsel loopbaanpatronen in en rond het mbo

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Onderwijs: kiezen voor en leren in de techniek

Onderwijs: kiezen voor en leren in de techniek Horizontale as: % +/- t.o.v. jaar eerder Onderwijs: kiezen voor en leren in de Ontwikkeling instroom mbo 24, 25, 26 4% 24 3% 2% % 25 % -4% -3% -2% -% % -% % 2% 3% 4% 26-2% -3% -4% Verticale as: afwijking

Nadere informatie

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve Anneke Westerhuis 19 mei 2015 www.ecbo.nl Drie thema s: - Doorstroom als kenmerk van het onderwijsstelsel - Loopbaanpatronen

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden. De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Onderzoeksrapportage

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden. De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Onderzoeksrapportage Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Onderzoeksrapportage Colofon Titel Auteurs Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden; de jaren

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Barbara van Wijk, Sandra van den Dungen en Erik Fleur Colofon Titel Over reguliere wegen, hobbelige sporen

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen Breed of smal opleiden? Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO Lex Borghans & Johan Coenen 1 Inleiding (1) Een belangrijke en voortdurende discussie in het onderwijs: De optimale

Nadere informatie

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht 2012 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO 1 - Onderwijs in Kaart 2018-hbo.docx - 16-6-2017 Transvorm Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Hbo Gezondheidszorg en Sociale Studies

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem Deze factsheet toont de ontwikkeling van het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs in de regio Arnhem. De cijfers geven inzicht in de ontwikkelingen per sector, niveau en leerweg. Daarnaast

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Examenmonitor VO 2013

Examenmonitor VO 2013 Examenmonitor VO 2013 2 3 Kort overzicht van de belangrijkste bevindingen De examenmonitor geeft een beeld van de resultaten van het eindexamen 2013. Een belangrijk doel van de monitor is om te laten zien

Nadere informatie

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard De tabellen geven een inzicht in de huidige situatie rondom 1) Het opleidingsniveau van de huidige leerlingen in Valkenswaard 2) Het opleidingsniveau

Nadere informatie

De studieloopbaan van mbo-deelnemers

De studieloopbaan van mbo-deelnemers Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 De studieloopbaan van mbo-deelnemers De verblijfsduur in relatie met het behaalde op het mbo. DUO/INP 1 juni 2012 Jaap-Jan

Nadere informatie

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F Voortgezet onderwijs Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant Transvorm Tilburg, januari 2019 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40 88

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Breed of smal opleiden?

Breed of smal opleiden? Een vergelijking tussen het oude vbo en mavo en het nieuwe vmbo L. Borghans J. Coenen (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Universiteit Maastricht) 11 1 Inleiding De invoering van het vmbo

Nadere informatie

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs FACTSHEET Toptalenten VO in het vervolgonderwijs De onderwijsprestaties van Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen hoog, maar er blijft ruimte voor verbetering. Deze factsheet geeft inzicht in de

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders de staat van het onderwijs 2 Onderwijskansen Een aantal ontwikkelingen veroorzaakt grotere verschillen tussen leerlingen in kansen voor goed onderwijs. Allereerst is het opleidingsniveau van ouders steeds

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Zuidoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Het middelbaar beroepsonderwijs

Het middelbaar beroepsonderwijs Het middelbaar beroepsonderwijs Dick Takkenberg Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) levert grote aantallen gediplomeerden voor de arbeidsmarkt. De ongediplomeerde uitval is echter ook groot. Het aantal

Nadere informatie

Uitleg van de figuren PO 1

Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren - PO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Samenvatting. Slaagpercentage per schooltype. Slaagpercentage per vmbo-leerweg

Samenvatting. Slaagpercentage per schooltype. Slaagpercentage per vmbo-leerweg Examenmonitor vo 1 Samenvatting In de afgelopen periode zijn maatregelen genomen om de waarde van het diploma te versterken. Een van die maatregelen is het aanscherpen van de exameneisen. Deze maatregel

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Sinds 1 augustus 2014 zijn de regels voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap voor het mbo van kracht. Voor de vo-scholen is met name de

Nadere informatie

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Stapelaars in het voortgezet onderwijs [Geef tekst op] Stapelaars in het voortgezet onderwijs Een analyse van de basisschooladviezen en schooltypen van de stapelaars. Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Stapelaars

Nadere informatie

3 De situatie in de bbl

3 De situatie in de bbl DE SITUATIE IN DE BBL 3 De situatie in de bbl Zoals in de inleiding is aangegeven gaat de SER in dit eerste deel van het advies vooral in op de vraag van de minister in de adviesaanvraag naar de teruglopende

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant In mei 2019 verscheen de Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs. In die publicatie leest u over de actuele trends en ontwikkelingen in het zorg- en welzijnsonderwijs

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Veranderen van opleiding Veel hbo-psychologie studenten door naar een wo-opleiding... 2 Havisten in Gedrag & Maatschappij stappen vaker over naar wo... 3 Mbo ers en havisten in psychologie-opleidingen

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4. Instroomcohort 2004 uit vmbo

Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4. Instroomcohort 2004 uit vmbo Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4 Instroomcohort 2004 uit vmbo Colofon Titel Feitelijke studieduur mbo-opleidingen niveau 4, instroomcohort 2004 uit vmbo Auteur Jan Neuvel Datum November 2011

Nadere informatie

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Colofon Titel Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld: replicatieonderzoek

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Midden-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017

Uitval en studiesucces van Avans studenten vergeleken met de landelijke cijfers in 2017 Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR21062018 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 21-06-2018 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011 Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Colofon Titel Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Auteurs Regina Petit, Jan Neuvel en Wil van Esch Datum 18 april 2011 ecbo s-hertogenbosch

Nadere informatie

De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? Colofon Titel De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo;

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Noordoost-Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in Noordoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten Februari 2007 Inleiding Deze factsheets behoren bij de brief kenmerk BVE/INI/2007/3891 en presenteren een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in West- Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40

Nadere informatie

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw Colofon Titel De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren

Nadere informatie

Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht

Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Analyse instroomontwikkeling 2015/2016 Op basis van trends uit het verleden en de definitieve studentgegevens

Analyse instroomontwikkeling 2015/2016 Op basis van trends uit het verleden en de definitieve studentgegevens Bladnummer 1 Analyse instroomontwikkeling 2015/2016 Op basis van trends uit het verleden en de definitieve studentgegevens Inleiding De instroom in hbo-bachelor- en ad-opleidingen is dit studiejaar met

Nadere informatie

Onderwijs in cijfers 2016

Onderwijs in cijfers 2016 Onderwijs in cijfers 2016 BELEIDSONDERZOEK Gemeente Leiden info@leidenincijfers.nl www.leidenincijfers.nl serie statistiek 2016 / 11 Omslag: Schema onderwijssysteem in Nederland (bron: Wikimedia commons)

Nadere informatie

Factsheet Jongeren in een kwetsbare positie, schooljaar , voorlopige cijfers Landelijk pagina: 2

Factsheet Jongeren in een kwetsbare positie, schooljaar , voorlopige cijfers Landelijk pagina: 2 Factsheet jongeren in een kwetsbare positie Schooljaar 2015-2016 Voorlopige cijfers versie1 Uitgave: juni 2016 Factsheet Jongeren in een kwetsbare positie, schooljaar 2015-2016, voorlopige cijfers Landelijk

Nadere informatie

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Amsterdamse leerlingen gestart in het VO in 2007/ 08, gevolgd tot in 2013/ 14 Foto: Amsterdams lyceum, fotograaf Edwin van Eis (2009) In opdracht

Nadere informatie

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327)

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327) Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Met ingang van 1 augustus 2014 worden nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen

Nadere informatie

Figuur: Procentuele uitval studenten hbo lerarenopleidingen na het eerste studiejaar (instroomjaren 2004 tot en met 2008)

Figuur: Procentuele uitval studenten hbo lerarenopleidingen na het eerste studiejaar (instroomjaren 2004 tot en met 2008) Uitval van studenten aan lerarenopleidingen Bij de verschillende hbo lerarenopleidingen vallen in het algemeen minder studenten uit dan in het totale hbo. Bij de talenopleidingen vallen relatief veel studenten

Nadere informatie

Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond

Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Met ingang van 1 augustus 2014 worden nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen

Nadere informatie

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen

Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen Technisch rapport Studentenstromen en selecterende opleidingen De hoofdlijnen Na een jarenlange daling stabiliseert de totale doorstroom vanuit

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Update basisinformatie Koers VO

Update basisinformatie Koers VO Update basisinformatie Koers VO Actuele stand 1-10-010 Actis onderzoek M. Bouwmans MSc. Rotterdam, 6 mei 011 Inhoudsopgave 1 Inlei di ng 3 1.1 Leeswijzer 3 Sam enw er kingsver band Koers VO 4.1 Aantal

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant MBO 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Mbo Zorg en Welzijn Noord-Brabant... 4 2.1 Instromers... 5 Algemeen... 5 Benchmark Nederland...

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 monitor praktijkonderwijs 2013-2014 Samenvatting van de monitor 2013-2014 en de volgmodules najaar 2014 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 29 december 2014 1 Introductie In de periode 1 september 31

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond De mbo-instellingen zijn zeer terughoudend met de toelating van ongediplomeerde vmbo-leerlingen. Voor ongediplomeerde vmbo-ers loopt

Nadere informatie

Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Onderzoek Sector Uiterlijke Verzorging

Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Onderzoek Sector Uiterlijke Verzorging Arbeidsmarkt- en Onderwijsinformatie Onderzoek Sector Uiterlijke Verzorging 214-218 Colofon Al meer dan 65 jaar is KOC Nederland het kenniscentrum voor de sector Uiterlijke Verzorging (kapper, schoonheidsspecialist,

Nadere informatie

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo) Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde

Nadere informatie

Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo. Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis

Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo. Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis Colofon Titel Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo Auteurs Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke

Nadere informatie

VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT

VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT VERSHANDEL, LOGISTIEK EN TRANSPORT Onderwijs 2013-2014 Deze factsheet bevat specifieke informatie over het middelbaar beroepsonderwijs voor vershandel, logistiek en transport. Onderwerpen die aan bod komen

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en

Nadere informatie

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs Modus Inleiding Carlien de Witt Hamer In dit artikel worden de effecten beschreven die de demografische ontwikkelingen van de periode 1997-2001

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 47,3% 71,4% 12,5% De gemeente laat een gemiddelde zien van 47,3% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 35,3% 42,4% 25,6% De gemeente laat een gemiddelde zien van 35,3% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 27,8% 34,6% 15,1% De gemeente laat een gemiddelde zien van 27,8% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016

Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 Factsheet Schooljaar 2014, 2015, 2016 www. gelijke-kansen.nl 2 3 Indicator 1: heroverwegingen 35,1% 38,6% 63,6% 29,7% De gemeente laat een gemiddelde zien van 38,6% t.o.v. een landelijk gemiddelde van

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Januari 211 (cijfers t/m oktober 21) Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Dat leest u in deze zesde editie van de crisismonitor, die het OCD eens in de twee maanden

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Ervaren belasting examencorrectie hangt o.a. samen met (tevredenheid) facilitering

Ervaren belasting examencorrectie hangt o.a. samen met (tevredenheid) facilitering . Ervaren belasting examencorrectie hangt o.a. samen met (tevredenheid) facilitering Half januari 2019 stuurde minister Slob de zogenaamde examenbrief naar de Tweede Kamer. In de brief met de nodige bijlages

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie