Vrije stroom, vieze stroom, weg stroom? Effecten liberalisering elektriciteitsmarkt Notitie voor de Bezinningsgroep Energie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vrije stroom, vieze stroom, weg stroom? Effecten liberalisering elektriciteitsmarkt Notitie voor de Bezinningsgroep Energie"

Transcriptie

1 CE Oplossingen voor mmilieu, economie een n technologie Oude Delft HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: fax: fax: ce@ce.nl website: ce@ce.nl Besloten website: Vennootschap KvK Besloten Vennootschap KvK Vrije stroom, vieze stroom, weg stroom? Effecten liberalisering elektriciteitsmarkt Notitie voor de Bezinningsgroep Energie Rapport Delft, september 2005 Opgesteld door: J.P.G.N. (Jeroen) Klooster R.A.A. (Ronald)Schillemans G.E.A. (Geert) Warringa

2 Colofon Bibliotheekgegevens rapport: Jeroen Klooster, Ronald Schillemans, Geert Warringa Vrije stroom, vieze stroom, weg stroom? Effecten liberalisering elektriciteitsmarkt Notitie voor de Bezinningsgroep Energie Delft, CE, 2005 Energie / Markt / Consumenten / Energiebesparing / Duurzame energie / Prijsstelling / Beleid / Beleidsmaatregelen Publicatienummer: Alle CE-publicaties zijn verkrijgbaar via Opdrachtgever: Bezinningsgroep Energie Meer informatie over de studie is te verkrijgen bij de projectleider Jeroen Klooster. copyright, CE, Delft CE Oplossingen voor milieu, economie en technologie CE is een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau, gespecialiseerd in het ontwikkelen van structurele en innovatieve oplossingen van milieuvraagstukken. Kenmerken van CEoplossingen zijn: beleidsmatig haalbaar, technisch onderbouwd, economisch verstandig maar ook maatschappelijk rechtvaardig. CE-Transform Visies voor duurzame verandering CE-Transform, een business unit van CE, adviseert en begeleidt bedrijven en overheden bij veranderingen gericht op duurzame ontwikkeling. De meest actuele informatie van CE is te vinden op de website: Dit rapport is gedrukt op 100% kringlooppapier.

3 Voorwoord Voor u ligt de notitie Effecten liberalisering elektriciteitsmarkt. Met deze notitie wil de Bezinningsgroep Energie een bijdrage leveren aan het politieke en maatschappelijke debat over de effecten van liberalisering en de mogelijkheden voor het beleid om ongewenste effecten tegen te gaan. De notitie is geschreven op verzoek van de Stichting Energie en Samenleving door CE in samenwerking met de werkgroep Liberalisering van de Bezinningsgroep Energie. CE dankt de leden van de werkgroep voor hun inbreng.

4

5 Inhoud Samenvatting 1 1 Inleiding Achtergrond Afbakening en werkwijze Leeswijzer 6 2 Het proces van liberalisering in vogelvlucht Doelstelling van liberalisering Verloop liberalisering 7 3 Gevolgen voor schoon Afschaffing LEO systeem Langer openhouden centrales Stagnatie WKK Verschuiving in uitgaven bedrijven ten koste van innovatie Minder prikkels energiebesparing eindgebruikers Toename netto stroomimport Invoering MEP subsidies Invoering groene stroom Invoering emissiehandel 14 4 Gevolgen voor betrouwbaar en betaalbaar Effecten op betrouwbaarheid Effecten op betaalbaarheid 17 5 Bijsturen gewenst? 19 Geraadpleegde literatuur 23 Interviewpartners 25 Nabeschouwing 27

6

7 Samenvatting Aanleiding In de afgelopen jaren is de marktwerking in de energiesector sterk toegenomen. De sector is geliberaliseerd en de spelers bereiden zich nu voor op privatisering en een verdere internationalisering van de bedrijfsvoering. Het leidmotief bij liberalisering is de gedachte dat - als gevolg van het introduceren van meer marktwerking - een sterke concurrentie zal ontstaan die bedrijven prikkelt tot voortdurende efficiencyverbetering en productontwikkeling. Dit zou dan vervolgens gunstig uitwerken op de keuzevrijheid, kosten en tarieven in de betreffende sector, waar de eindgebruiker uiteindelijk van zou moeten profiteren. Daarmee staat bij de liberalisering van de energiemarkt met name de doelstelling betaalbare energie centraal. Het bevorderen van energiebesparing resp. een schone en betrouwbare energievoorziening zijn geen expliciete doelstellingen van liberalisering. Voorafgaand aan en tijdens het proces van liberalisering is door een aantal partijen ook gewezen op mogelijke minder gewenste neveneffecten op de publieke belangen betrouwbare energievoorziening en milieukwaliteit. Ook zijn twijfels geuit over de lange termijn effecten van liberalisering op betaalbaarheid, bijvoorbeeld in hoeverre kostenbesparingen worden doorgegeven aan de eindverbruikers. We zijn inmiddels een aantal jaren en ervaringen met liberalisering in de energiemarkt verder. Voor de Bezinningsgroep Energie (BG) is dit aanleiding om de (tussen)balans op te maken over de gevolgen voor drie pijlers van het energiebeleid, namelijk:! schoon (indicator: CO 2 -emissies);! betrouwbaar (indicator: leveringszekerheid) 1 ;! betaalbaar (indicator: kosten bedrijven / tarieven klanten). Afbakening Gelet op het karakter van de notitie en de beperkte omvang van de opdracht is niet gestreefd om een methodisch correcte, integrale ex-post effectstudie van de liberalisering van de energiemarkt uit te voeren. Verder nemen we niet de gehele energiemarkt in beschouwing, maar richten we ons op een belangrijk segment daarvan: elektriciteit. In onze analyse beschrijven we eerst de gevolgen van liberalisering als zodanig op de bovengenoemde indicatoren. Daarna gaan we in op de gevolgen van eventuele flankerende maatregelen. Dit levert tezamen dan weer een netto beeld van de ontwikkeling van de betreffende indicatoren. 1 Een andere vorm van betrouwbaarheid, namelijk voorzieningszekerheid maakt geen onderdeel uit van onze analyse. Dit vergt namelijk een geopolitieke analyse, die buiten het bestek van deze notitie valt. 1

8 De gevolgen in een notendop Door de liberalisering heeft de overheid bewust een stap terug gedaan en - onder een aantal randvoorwaarden respectievelijk met enig flankerend beleid - de stroommarkt overgelaten aan de elektriciteitsbedrijven. Per saldo heeft dit geleid tot een verschuiving van lange termijn maatschappelijke belangen naar korte termijn bedrijfseconomische doelen. Daarmee zijn de drie klassieke doelen van het energiebeleid - betaalbaar, betrouwbaar en schoon - onder druk komen te staan. De liberalisering als zodanig heeft - met name voor schoon - negatieve gevolgen die slechts ten dele gecompenseerd worden door flankerende maatregelen. Op termijn geldt hetzelfde voor betrouwbaar en betaalbaar. We lichten dit onderstaand nader toe. Tabel 1 Gevolgen voor 'schoon' Ontwikkeling Gevolgen voor schoon (CO 2 ) Afschaffing LEO-systeem 3-4% lagere efficiency productie elektriciteit Langer openhouden centrales Toename aantal oude, relatief vuile centrales (nieuwe centrales hebben 5-25% meer rendement) Stagnatie WKK Minder vermogen en draaiuren WKK; daling efficiency elektriciteitsproductie Verschuiving uitgaven bedrijven Inzakken innovaties t.a.v. ontwikkeling duurzame energiebronnen en/of energiebesparing ten koste van innovatie Minder prikkels voor energiebesparing eindgebruikers Geringere energiebesparing door consumenten Stijging netto import stroom Mix van vuile en schone stroom. Per saldo neutraal Introductie Groene Stroom Toename stroom uit duurzame bronnen. Betrof echter in eerste instantie import (substitutie). Per saldo neutraal. Per saldo Tot dusverre: negatief Verwachting op termijn: negatief De effecten van de liberalisering sec op schoon, de uitstoot van CO 2, zijn negatief. Dit geldt zowel voor de periode die achter ons ligt als voor de toekomst. Flankerende maatregelen, zoals met name de introductie van emissiehandel en MEP-subsidies hebben deze negatieve gevolgen van liberalisering sec evenwel ten dele bijgebogen zodat het effect per saldo minder negatief is. Als gevolg hiervan zal de doelstelling voor het aandeel duurzame elektriciteit (9%) in 2010 waarschijnlijk wel gehaald worden. 2

9 Tabel 2 Gevolgen voor 'betrouwbaar' en 'betaalbaar' Ontwikkeling Verschuiving marktmacht Afname restcapaciteit netwerk Nederland Extensivering onderhoud distributienetwerk Nederland Afname restcapaciteit internationaal netwerk Focus elektriciteitsbedrijven op kosten en tarieven Per saldo Gevolgen voor betrouwbaar (leveringszekerheid) Toename kans op storingen. Tot dusverre niet opgetreden. Toename kans op storingen. Tot dusverre niet opgetreden. Toename kans grote stroomstoring Europa. Tot dusverre: neutraal Verwachting op termijn: mogelijk negatief Gevolgen voor betaalbaar Prijsopdrijvend (tarieven) op langere termijn Lagere kosten en tarieven. Kan op langere termijn omslaan in prijsopdrijvend effect Lagere kosten en tarieven. Kan op langere termijn omslaan in prijsopdrijvend effect Kostenreductie bedrijven. Beperkte tariefdaling eindgebruikers Tot dusverre: licht positief Verwachting op termijn: negatief Tot nu toe zijn de feitelijk opgetreden effecten neutraal (betrouwbaar) tot licht positief (betaalbaar). De verwachting voor de lange termijn lijken echter negatief 2. Er zijn tot dusverre geen flankerende maatregelen getroffen. De bovenstaande effecten worden dus niet versterkt of geneutraliseerd. Bijsturen gewenst? De geconstateerde respectievelijk verwachte effecten stemmen tot nadenken. De liberalisering als zodanig leidt niet tot de gewenste effecten en/of moet meer worden bijgestuurd door flankerend beleid om per saldo goed uit te komen. We laten ons hier niet uit over de vraag of terugdraaien van het proces van liberalisering zelf nodig of mogelijk is, gegeven de politieke en beleidsmatige hoofdkeuzen, ook in Europees verband. Gegeven een geliberaliseerde markt zijn er wel mogelijkheden om de minder gunstige effecten op schoon en betrouwbaar tegen te gaan met heldere doelstellingen en bijbehorende flankerende maatregelen. Onderstaand doen we een aantal suggesties voor flankerende maatregelen die kunnen bijdragen om ongewenste effecten tegen te gaan respectievelijk positieve ontwikkelingen t.a.v. schoon en betrouwbaar te bevorderen. De rode draad van deze flankerende maatregelen is het via normen, heffingen of verhandelbare rechten adequaat internaliseren van externe effecten die door de markt zelf niet worden geprijsd en dus ook niet vanzelf in de afstemming van vraag en aanbod een rol spelen. 2 Splitsing van energiebedrijven en het verdwijnen van eigen Nederlandse bedrijven kan negatieve gevolgen hebben voor (de grip van de Nederlandse overheid op) de voorzieningszekerheid. Dit aspect is niet verder uitgewerkt in onze analyse (zie voetnoot 1). 3

10 Daarbij willen we aantekenen dat maatregelen voor schoon prioriteit verdienen, aangezien daar de negatieve tendens nu al duidelijker aanwezig is. Bij betrouwbaar is de nood minder hoog, althans met betrekking tot de leveringszekerheid 3. Tabel 3 Suggesties voor additioneel flankerend beleid Beleidsopties Schoon Verplicht aandeel duurzame energie voor producenten Verplicht aandeel duurzame energie voor leveranciers Verplichting energiebesparing (white certifi-cates) voor leveranciers 4 Intensivering stimulering WKK-productie (mikro WKK) Afspraken met bouwers centrales omtrent energie-efficiency Inperken emissieruimte (NO x /SO 2 /CO 2 ) Eisen voor elektrische apparaten aanscherpen Beleidsopties Betrouwbaar (leveringszekerheid) Ondergrens leveringszekerheid (norm) vastleggen Verplichte reservecapaciteit netten Opzetten capaciteitmarkt netten Intensivering stimulering WKK-productie Stroomuitvalverzekering Vanuit de visie dat marktbelangen gecreëerd moeten worden voor energiebesparing en duurzame energie, zijn daarom maatregelen die aangrijpen bij de eindgebruikers respectievelijk de leveranciers het effectiefst en meest realistisch binnen een geliberaliseerde context. Bij voorkeur zouden de certificaten voor duurzame energie en energiebesparing verhandelbaar moeten zijn, waarmee meer flexibiliteit wordt ingebouwd conform de verhandelbare emissierechten. Ten aanzien van beleidsopties met betrekking tot betrouwbaar (leveringszekerheid) kan binnen een geliberaliseerde markt het opzetten van een netwerk capaciteitsmarkt een passend instrument zijn. Het vastleggen van een norm voor betrouwbaarheid biedt een mogelijkheid voor capaciteitsmanagers om op basis hiervan te sturen en voor DTe om op basis hiervan af te rekenen. Binnen het kader van deze notitie kon niet diepgaand worden geanalyseerd in welke mate deze flankerende maatregelen de gesignaleerde negatieve tendensen kunnen compenseren of opheffen. Het verdient aanbeveling een dergelijke, ook kwantitatief onderbouwde, analyse van de reikwijdte van mogelijke pakketten flankerende maatregelen wel te maken, en de uitkomsten te toetsen aan wat politiek en maatschappelijk als doelen voor schoon en betrouwbaar (leveringszekerheid) wordt gezien. 3 4 Dit kan overigens anders liggen bij de voorzieningzekerheid (aanvoer van primaire brandstoffen). Vanwege het meer strategische karakter van dit aspect, zullen hier flankerende maatregelen geënt op het internaliseren van externe kosten niet toereikend zijn. Deze maatregel is ook aangekondigd in het Energierapport 2005 (Ministerie van Economische Zaken). 4

11 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In de afgelopen jaren is de marktwerking in de energiesector sterk toegenomen. De sector is geliberaliseerd en de spelers bereiden zich nu voor op privatisering en een verdere internationalisering van de bedrijfsvoering. Het leidmotief bij liberalisering is de gedachte dat - als gevolg van het introduceren van meer marktwerking - een sterke concurrentie zal ontstaan die bedrijven prikkelt tot voortdurende efficiencyverbetering en productontwikkeling. Dit zou dan vervolgens gunstig uitwerken op de keuzevrijheid, kosten en tarieven in de betreffende sector. Daarmee staat bij de liberalisering van de energiemarkt met name de doelstelling betaalbare energie centraal. Voorafgaand aan en tijdens het proces van liberalisering is door een aantal partijen ook gewezen op mogelijke minder gewenste neveneffecten op de publieke belangen betrouwbare energievoorziening en milieukwaliteit. Ook zijn twijfels geuit over de lange termijn effecten van liberalisering op betaalbaarheid, bijvoorbeeld in hoeverre kostenbesparingen worden doorgegeven aan de eindverbruikers. We zijn inmiddels een aantal jaren en ervaringen met liberalisering in de energiemarkt verder. Voor de Bezinningsgroep Energie (BG) is dit aanleiding om de (tussen)balans op te maken. Op basis hiervan wil de BG het politieke en maatschappelijke debat over dit onderwerp voeden. Op verzoek van de Stichting Energie en Samenleving heeft CE bijgaande notitie geschreven voor de BG. 1.2 Afbakening en werkwijze Gelet op het karakter van de notitie en de beperkte omvang van de opdracht is niet gestreefd om een methodisch correcte, integrale ex-post effectstudie van de liberalisering van de energiemarkt uit te voeren. Het vizier is vooral gericht op voorbeelden die de huidige en (mogelijk) toekomstige gevolgen van liberalisering voor schoon, betrouwbaar en betaalbaar illustreren. Verder nemen we niet de gehele energiemarkt in beschouwing, maar richten we ons op een belangrijk segment daarvan: elektriciteit. Om de effecten aanschouwelijk te maken gebruiken we de volgende indicatoren:! schoon : CO 2 -emissies;! betrouwbaar : leveringszekerheid (uitvalfrequentie);! betaalbaar : kosten bedrijven / tarieven klanten. 5

12 Een andere vorm van betrouwbaarheid, namelijk voorzieningszekerheid maakt geen onderdeel uit van onze analyse. Dit vergt namelijk een geopolitieke analyse, die buiten het bestek van deze notitie valt. In onze analyse beschrijven we eerst de gevolgen van liberalisering als zodanig op de bovengenoemde indicatoren. Daarna gaan we in op de gevolgen van eventuele flankerende maatregelen. Dit levert tezamen dan weer een netto beeld van de ontwikkeling van de betreffende indicatoren. De notitie is tot stand gekomen door middel van:! documentenanalyse;! gesprekken met externe deskundigen ter toetsing en aanvulling van de documentenanalyse;! interne analyse en synthese;! overleg en discussie met de werkgroep Liberalisering van de BG. 1.3 Leeswijzer Deze notitie is als volgt samengesteld:! in hoofdstuk 2 beschrijven we in vogelvlucht het proces van liberalisering van de elektriciteitsmarkt;! in hoofdstuk 3 analyseren we de effecten van liberalisering op schoon. We gaan in op de waargenomen effecten en spreken - waar mogelijk - een verwachting uit voor de toekomstige effecten;! in hoofdstuk 4 bespreken we op soortgelijke wijze de effecten van liberalisering op betrouwbaar en betaalbaar ;! in hoofdstuk 5 geven we enkele handreikingen voor beleid om minder gewenste effecten in positieve zin bij te buigen. 6

13 2 Het proces van liberalisering in vogelvlucht 2.1 Doelstelling van liberalisering In Europees verband is de richtlijn 96/92/EG aangenomen om te komen tot één interne geliberaliseerde markt voor elektriciteit en gemeenschappelijke regels voor productie en transport. Onder invloed van deze Europese richtlijn is de Nederlandse elektriciteitsector in verschillende fasen geliberaliseerd. Het doel van de liberalisering was het bevorderen van economische efficiency. Dit zou leiden tot lagere prijzen, betere kwaliteit en het stimuleren van innovatie. Van de drie klassieke doelen van het energiebeleid - betaalbaar, betrouwbaar en schoon - stond beleidsmatig alleen de doelstelling betaalbaar centraal. Zo meldt bijvoorbeeld de Memorie van Toelichting van de Elektriciteitswet 1998 dat liberalisering in Nederland zal leiden tot een efficiencyverbetering c.q. kostenbesparing in de sector van 200 miljoen tot 450 miljoen per jaar. Het bevorderen van energiebesparing resp. een betrouwbare energievoorziening zijn geen expliciete doelstellingen van de liberalisering. Op voorstel van de sector zelf zijn criteria opgesteld om de prestaties van de sector op het gebied van betrouwbaarheid te kunnen toetsen (EnergieNed, 2005), namelijk:! ontwerpcriteria voor het (hoogspannings)net;! een betrouwbaarheidsindicator (storingsminuten/klant/jaar) waarop door DTe (Dienst Uitvoering en toezicht Elektriciteitswet) wordt afgerekend. 2.2 Verloop liberalisering Wet- en regelgeving De eerste concrete stap in Nederland richting liberalisering is gezet met de Elektriciteitswet Door deze wet werden productie en distributie van elektriciteit gescheiden ( unbundling ) met als doel meer marktwerking en een efficiëntere bedrijfsvoering. Met de wet werd ook een aantal marktprikkels ingevoerd, waaronder de verplichte inkoop door de distributiebedrijven van decentraal opgewekte stroom tegen een gunstig tarief. Ook werden de taken verdeeld: de Sep (Samenwerkende elektriciteitsproducenten) werd verantwoordelijk voor de landelijke planning van productie en import, de productiebedrijven zorgden voor fysieke productie van elektriciteit en distributiebedrijven hadden de verantwoordelijkheid de stroom bij de afnemers te leveren. Ter implementatie van de Europese Elektriciteitsrichtlijn 96/92/EG werd de wet van 1989 vervangen door de Elektriciteitswet Met de invoering van deze wet is de markt voor elektriciteit daadwerkelijk geliberaliseerd en daarmee het wettelijk geregelde monopolie opgeheven met uitzondering van het netbeheer. 7

14 Een directe consequentie hiervan is de opheffing van de Sep geweest, omdat een centrale sturing van de productie van elektriciteit niet samengaat met een geliberaliseerde markt. Op het netbeheer wordt toezicht gehouden door de Dienst Uitvoering en toezicht Elektriciteitswet (DTe). Openstelling van markten Met bovengenoemde weg- en regelgeving als grondslag, heeft de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in Nederland in fasen plaatsgevonden (Electrabel, 2004): 1 In de eerste fase (1998) is de markt voor grootverbruikers geopend en werd de import vrij. Begin 2001 werd, vooruitlopend op de 2 e en 3 e fase, de markt voor groene stroom geopend voor alle verbruikers. 2 In de tweede fase (2002) is de markt voor mid-zakelijke verbruikers van elektriciteit geopend. 3 In de derde en laatste fase is op 1 juli 2004 de markt voor kleinzakelijke gebruikers en consumenten geopend (circa 6,5 miljoen gasaansluitingen en 7,5 miljoen elektriciteitsaansluitingen). Een laatste stap die nog voorzien wordt is de privatisering van de regionale elektriciteitsdistributiebedrijven. Momenteel zijn de aandelen van deze bedrijven overwegend in handen van gemeenten en provincies. In relatie hiermee is recentelijk door het Ministerie van EZ de Splitsingswet aan de Tweede Kamer gestuurd. De wet regelt de opsplitsing van Nederlandse regionale energiebedrijven in twee bedrijven: één waar het netwerk is ondergebracht, en één waar de overige activiteiten plaatsvinden. 8

15 3 Gevolgen voor schoon De invoering van liberalisering op de elektriciteitsmarkt heeft gevolgen gehad voor schoon, met als indicator de emissie van CO 2. In de Tabel 4 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste consequenties van de liberalisering als zodanig. Tabel 4 Gevolgen voor schoon vanwege liberalisering elektriciteitsmarkt Ontwikkeling Afschaffing LEO-systeem Langer openhouden centrales Stagnatie WKK Verschuiving uitgaven bedrijven ten koste van innovatie Minder prikkels voor energiebesparing eindgebruikers Stijging netto import stroom Introductie Groene Stroom Per saldo Gevolgen voor schoon 3-4% lagere efficiency productie elektriciteit Meer vuile centrales dan stand der techniek (nieuwe centrales 5-25% meer rendement) Minder vermogen en draaiuren WKK; daling efficiency elektriciteitsproductie Inzakken innovaties t.a.v. ontwikkeling duurzame energiebronnen en/of energiebesparing Geringere energiebesparing door consumenten Mix van vuile en schone stroom, per saldo mogelijk neutraal Toename stroom uit duurzame bronnen, echter deels import. Per saldo neutraal. Tot dusverre: negatief Verwachting op termijn: negatief De effecten van de liberalisering sec op schoon, de uitstoot van CO 2, zijn negatief. Dit geldt zowel voor de periode die achter ons ligt als voor de toekomst. Flankerende maatregelen, zoals met name de introductie van emissiehandel en MEP-subsidies hebben deze negatieve gevolgen van liberalisering sec evenwel ten dele bijgebogen zodat het effect per saldo minder negatief is. Als gevolg hiervan zal de doelstelling voor het aandeel duurzame elektriciteit (9%) in 2010 waarschijnlijk wel gehaald worden. Hierna bespreken we de afzonderlijke ontwikkelingen. 3.1 Afschaffing LEO systeem De efficiency van de productie van elektriciteit is afgenomen vanwege de afschaffing van het systeem voor Landelijke Economische Optimalisatie (LEO). LEO werd voor de liberalisering gebruikt door de samenwerkende elektriciteitsproductiebedrijven (Sep) om de energieproductie op landelijk niveau te optimaliseren. Een geliberaliseerde markt verdraagt zich echter niet met de centrale sturing van een LEO systeem. Door de afschaffing van LEO wordt de productie van elektriciteit in Nederland niet langer op landelijk niveau geoptimaliseerd, maar op het niveau van de indivi- 9

16 duele producenten. Volgens ramingen van het ECN bedraagt het verlies aan efficiency circa 20 PJ per jaar, grofweg het jaarlijks stroomverbruik van ongeveer 1,4 miljoen huishoudens 5. Op een totale landelijke productie van ruim 520 PJ ten tijde van de afschaffing van LEO betekent dit jaarlijks circa 3-4% efficiencyverlies Langer openhouden centrales Sinds de liberalisering worden oude centrales langer opengehouden. Met name de oude gas gestookte centrales zijn echter aanmerkelijk minder efficiënt dan nieuwe centrales. Voor de liberalisering gold de Sep-richtlijn dat elektriciteitscentrales een economische levensduur hadden van 25 jaar. Daarna zou de centrale vervangen moeten worden. De technische levensduur van elektriciteitscentrales is echter veel langer. Een kolencentrale kan bijvoorbeeld wel jaar mee. Sinds de liberalisering wordt de Sep-richtlijn niet meer gehanteerd, aangezien iedere producent nu vrij is om zijn eigen beleid te bepalen. In de huidige geliberaliseerde markt is (verlaging van de) kostprijs de dominante drijvende kracht. Vaak produceren oude, afgeschreven installaties goedkoper, ondanks een lager rendement. Deze centrales worden vaak aangeschakeld voor de productie van piekcapaciteit, mede omdat ze eenvoudiger aan/uit gezet kunnen worden dan nieuwe centrales (veel kortere opwarmtijd). Daarnaast is de risicoattitude van bedrijven scherper geworden. Dit brengt een grotere terughoudendheid met zich mee ten aanzien van majeure investeringen. Gascentrales Er zijn momenteel vijf (gas)centrales in gebruik die ouder zijn dan 25 jaar en tezamen enkele duizenden MW opwekken 7. Het milieueffect van het langer openhouden van de oude gascentrales is fors. Oude gascentrales hebben een rendement van 40% terwijl de nieuwste gascentrales in de praktijk een rendement hebben van 50% 8. Indien de verouderde centrales vervangen zouden zijn conform de voormalige Sep-richtlijn had per vervangen centrale een rendementsverbetering van 25% geboekt kunnen worden (50% versus 40%). Kolencentrales Er zijn op dit moment nog geen kolengestookte centrales die ouder zijn dan 25 jaar. Nieuwe centrales hebben een iets hoger rendement dan de oudere centrales (42% versus 40%) 9. Indien de huidige centrales later vervangen worden dan de voormalige Sep-richtlijn is de gederfde rendementsverbetering 5% per centrale Rapportage Protocol Energiebesparing (ECN, 2002). Bron: CBS. Maasbracht, Berghum, Velsen, Amsterdam, Eems. Het maximale rendement van de nieuwste centrales is 54%. In de praktijk is het rendement iets lager omdat de centrales niet op volledige capaciteit draaien. Mondelinge informatie T. v. Eck, gebaseerd op nog te verschijnen promotie onderzoek. Hierbij is nog geen rekening gehouden met nieuwere technieken zoals kolenvergassing. 10

17 3.3 Stagnatie WKK WKK-installaties zetten als regel gas om in warmte en elektriciteit. Tussen 1990 en 1998 is het WKK-vermogen ruim verdubbeld, van 45,8 tot ruim 100 PJ (ECN, 2004b). De belangrijkste reden voor deze sterke groei was dat de omstandigheden voor WKK zeer aantrekkelijk waren: men kreeg een vaste vergoeding voor de geleverde elektriciteit die erg gunstig was ten opzichte van de gasprijs. Verder was de afzet verzekerd omdat de distributiebedrijven verplicht waren om alles in te kopen. Met de invoering van de Elektriciteitswet 1998 werd de vaste vergoeding voor de geleverde elektriciteit van WKK-installaties evenwel afgeschaft. Hierdoor is het minder aantrekkelijk geworden om WKK-vermogen bij te bouwen, omdat de stroom op de vrije markt verkocht moet worden voor een prijs die de laatste jaren met name in de daluren (tussen uur en uur) flink is gedaald. De gasprijs daarentegen is fors toegenomen. Deze combinatie van factoren heeft een rem gezet op de ontwikkeling van WKK in Nederland. Sinds de liberalisering in Nederland nauwelijks nieuw WKK-vermogen bijgebouwd (ECN, 2004b) en is het aantal draaiuren van het bestaande vermogen licht gedaald 11. Vanuit het flankerend beleid c.q. de MEP-regeling wordt WKK-productie weliswaar - in beperkte mate - gestimuleerd (zie ook 3.7), maar dit weegt niet op tegen de eerder genoemde effecten. Nederland behoort met Finland en Denemarken tot de landen met de meeste WKK. In Nederland is blijkbaar - binnen het kader van de huidige MEP-regeling - het bedrijfseconomische omslagpunt bereikt voor rendabele toepassing van WKK. In andere landen zijn momenteel meer mogelijkheden voor uitbreiding.uit de benchmarking rapporten van de Europese Commissie (EC, 2002/2003/2004) kunnen we namelijk afleiden dat - in tegenstelling tot Nederland - in andere Europese landen, sinds de liberalisering, juist meer WKK-vermogen is geïnstalleerd. Dit hangt waarschijnlijk samen met het flankerend beleid ter plaatse (aantrekkelijk om in WKK te investeren). 3.4 Verschuiving in uitgaven bedrijven ten koste van innovatie Sinds de liberalisering is een duidelijk waarneembare omslag waarneembaar in het uitgavenpatroon van de elektriciteitsbedrijven. Deze omslag komt neer op een zeer sterke afname van de R&D-uitgaven en een toename van de uitgaven voor reclame en marketing (zie ook hoofdstuk 4.2). Dit effect hangt nauw samen met de marktstructuur die ontstaat als gevolg van de liberalisering. Op basis van studies uitgevoerd door Strategy Academy (2003) en SEO (2003) kunnen we afleiden dat in een geliberaliseerde energiemarkt een statische concurrentie ontstaat met weinig nieuwe toetreders op de markt, weinig aandacht voor innovatie en weinig prikkels tot kwaliteitsverbeteringen. Door de lage prikkel tot innovatie zijn er ook weinig uitgaven voor R&D. Ook is dit type uitgaven bij de 11 Rapportage Protocol Energiebesparing, (ECN, 2004b). 11

18 grote energiebedrijven opvallend laag in vergelijking met bedrijven van vergelijkbare omvang in andere sectoren. Deze verwachte ontwikkelingen worden in de praktijk ook bevestigd (ECN, 2000). In deze studie is de visie van verschillende producenten op nieuwe energietechnologie gepresenteerd 12. Een belangrijke conclusie is dat grootschalige spelers in de markt huiverig zijn het voortouw te nemen in nieuwe energietechnologieën, aangezien de status quo in het verleden in hun voordeel heeft gewerkt. Het - niet consistente - overheidsbeleid draagt echter ook bij aan de focus van de bedrijven op de korte termijn Minder prikkels energiebesparing eindgebruikers Sinds de liberalisering is de positie resp. de missie van de elektriciteitsbedrijven veranderd. Waren zij voorheen - deels - verlengstuk en meewerkend voorwerp van overheidsbeleid m.b.t. energiebesparing door eindgebruikers, nu is het primaire doel het behalen van een hoog financieel rendement in een concurrerende marktomgeving. We kunnen dan ook constateren - en als zodanig bevestigd vanuit de branche - dat de focus is verschoven naar het verkopen van het product, stroom. Daarmee is er geen ingebouwde prikkel vanuit de energieleveranciers meer om hun klanten te motiveren tot efficiënter/minder stroomgebruik. Dit zou immers ingaan tegen het primaire rendementsdoel. 3.6 Toename netto stroomimport Sinds de liberalisering is de import van stroom toegenomen. Ten opzichte van 1995 is het aandeel stroomimport toegenomen van 14% van de elektriciteitsvraag naar 21% in De export is echter ook toegenomen van 1% in 1995 naar ruim 4% in Per saldo is de netto import met enkele procenten gestegen. Dit is weergeven in Figuur Shell, Nuon, Eneco, Gasunie, VEMW, Cogas, Energie Delftland, Prebon Energy, Intergen, Enron, GGr, EZH, EnergieNed. Denk bijvoorbeeld aan het recente stopzetten van de subsidies voor windenergie (op zee). 12

19 Figuur 1 Import, export en netto import Nederlandse stroom 25% 20% 15% 10% Import Export Netto import 5% 0% Bron: (IEA, 2004) De geïmporteerde stroom is een mix van groene en vuile stroom en voor het grootste deel afkomstig uit België en Duitsland (in 2004 ongeveer 90% van de import). Het is lastig te zeggen wat het netto milieueffect is van de toegenomen import. Op het klimaat heeft de import op het eerste gezicht een gunstig effect gehad, aangezien 50% van de import afkomstig is van kerncentrales en de import van groene stroom sterk is toegenomen onder invloed van de REB-vrijstellingen. De CO 2 -emissiefactor voor geïmporteerde stroom is daarom aanzienlijk lager dan de gemiddelde Nederlandse productiemix, 470 g/kwh versus 380 g/kwh. Aan de andere kant zitten aan kernenergie bekende nadelen voor het milieu. Daarbij is het de vraag of de toegenomen import van groene stroom per saldo een gunstig effect heeft gehad op het milieu, aangezien dit nauwelijks heeft geleid tot extra investeringen in het buitenland. Er is bijvoorbeeld veel groene stroom uit Finland geïmporteerd, terwijl Finland het tekort heeft opgevuld met elektriciteit uit bruinkoolcentrales uit Rusland 14. Aangezien klimaatverandering een mondiaal probleem is heeft de import van groene stroom daarom nauwelijks een effect gehad. Overigens is de import van groene stroom zeer sterk verminderd en is de verwachting dat deze afneemt naar nul, doordat de REB-vrijstelling is omgezet naar productievergoedingen in het kader van de regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) (zie ook hoofdstuk 3.7). De ombouw van de REB vrijstellingen naar MEP-subsidies heeft per saldo geresulteerd in een vermindering van 0,4 Mton CO 2 (VROM, 2004). 14 Interview T. van Eck. 13

20 3.7 Invoering MEP subsidies De stimuleringsregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) is een vorm van flankerend beleid, ingevoerd in De MEP is een productievergoeding voor het verschil in productiekosten tussen duurzame elektriciteit en grijze elektriciteit. In het kader van de MEP wordt subsidie verleend voor in Nederland geproduceerde duurzame elektriciteit. De hoogte kan verschillen naar gelang de verschillende categorieën producenten en de verschillende categorieën productie installaties. In 2003 is voor 62 miljoen aan investeringssubsidies verleend in het kader van de MEP (ECN, 2004). In 2004 was dit 214 miljoen. We kunnen concluderen dat de beschikbaarheid van MEP een positieve impuls geeft aan investeringen in duurzame energieproductie. 3.8 Invoering groene stroom Als gevolg van de liberalisering is marktruimte ontstaan voor elektriciteitsbedrijven om hun aanbod te differentiëren. Een belangrijke productinnovatie betrof het aanbieden van groene stroom, gestart door Essent in samenwerking met het Wereldnatuurfonds en later ook opgenomen in het productengamma van andere aanbieders. Groene stroom heeft inmiddels 3 miljoen huishoudens bereikt (43% van het totaal). Hier staat wel tegenover dat in eerste instantie de groene stroom vooral betrokken is uit buitenlandse bronnen en dus niet leidde tot duurzame energieopwekking in Nederland zelf. Deze ontwikkeling werd mede mogelijk gemaakt door het flankerend beleid, in de vorm van een REB-vrijstelling voor de import van groene stroom. De laatste jaren is echter juist veel duurzaam productievermogen opgebouwd in Nederland als gevolg van de omzetting van de REB-vrijstellingen naar MEPsubsidies (zie hoofdstuk 3.7). Daarmee zal naar verwachting ook het doel van een marktaandeel van 9% duurzame elektriciteit, worden gehaald. 3.9 Invoering emissiehandel Emissiehandel is een marktconform flankerend beleidsinstrument voor het reduceren van CO 2 in het kader van de Kyoto-doelstellingen. De feitelijke handel is pas zeer recentelijk van start gegaan. We kunnen op dit moment dus nog geen effecten vaststellen. Het effect van emissiehandel kan echter substantieel zijn. Zo heeft het ECN berekend dat een stijging van de emissiehandel prijs met 5 per ton 10% reductie van de CO 2 -emissies te weeg zou brengen in Nederland, Duitsland, België en Frankrijk als gevolg van verminderde elektriciteitsproductie en/of een verschuiving naar andere energiedragers (ECN, 2005b). 14

21 4 Gevolgen voor betrouwbaar en betaalbaar De invoering van liberalisering op de elektriciteitsmarkt heeft ook consequenties voor betrouwbaar (leveringszekerheid) en betaalbaar (kosten en tarieven). Tabel 5 is een overzichtstabel van deze gevolgen. Tabel 5 Gevolgen voor betrouwbaar en betaalbaar als gevolg van liberalisering elektriciteitsmarkt Ontwikkeling Gevolgen voor betrouwbaar Gevolgen voor betaalbaar (leveringszekerheid) Verschuiving marktmacht Prijsopdrijvend (tarieven) op langere termijn. Afname restcapaciteit netwerk Nederland Toename kans op storingen. Tot dusverre niet opgetreden. Lagere kosten en tarieven. Kan op langere termijn omslaan in prijsopdrijvend effect. Extensivering onderhoud distributienetwerk Nederland Afname restcapaciteit internationaal netwerk Focus elektriciteitsbedrijven op kosten en tarieven Per saldo Toename kans op storingen. Tot dusverre niet opgetreden. Toename kans grote stroomstoring Europa. Tot dusverre: neutraal Verwachting op termijn: mogelijk negatief Lagere kosten en tarieven. Kan op langere termijn omslaan in prijsopdrijvend effect. Kostenreductie bedrijven. Beperkte tariefdaling eindgebruikers. Tot dusverre: licht positief Verwachting op termijn: negatief. Tot nu toe zijn de feitelijk opgetreden effecten neutraal (betrouwbaar) tot licht positief (betaalbaar). De verwachting voor de lange termijn lijken echter negatief. Er zijn tot dusverre geen flankerende maatregelen getroffen. De bovenstaande effecten worden dus niet versterkt of geneutraliseerd. Hierna bespreken we de afzonderlijke ontwikkelingen. 15

22 4.1 Effecten op betrouwbaarheid Afname restcapaciteit netwerk Nederland Sinds de liberalisering zijn de netwerken door de netbeheerders efficiënter benut. Dat wil zeggen dat enerzijds door de bedrijven is ingeteerd op de bestaande restcapaciteit (uitstel investeringen), anderzijds worden nieuwe netwerken ontworpen met een lagere initiële restcapaciteit. Tot dusverre zijn de effecten op betrouwbaarheid als gevolg van het interen op restcapaciteit van het Nederlandse netwerk per saldo neutraal. Uit rapportage van de KEMA (KEMA, 2005) blijkt dat er tussen 1995 en 2004 geen duidelijke opwaartse noch neerwaartse tendens is in het gemiddeld aantal storingsminuten per jaar per klant. Dit schommelt al jaren rond 25 minuten. Op basis van hetzelfde KEMA-onderzoek kunnen we ook constateren dat de betrouwbaarheid van het Nederlandse netwerk nog steeds (aanmerkelijk) groter is dan de netwerken van andere Europese landen 15. Extensivering onderhoud distributienetwerk Nederland Tijdens de interviews die we in het kader van dit project hebben uitgevoerd, is ook genoemd het extensiveren van onderhoud aan de netwerken. Hiervoor is geen cijfermatig bewijs aangeleverd. Indien essentieel onderhoud inderdaad verminderd plaatsvindt, zal dit een negatief effect hebben op de betrouwbaarheid van stroomlevering. Afname restcapaciteit internationaal netwerk In (ECN, 2005a) is vermeld dat de kans op een grote stroomstoring in Europa toeneemt. Het groeiende aantal grensoverschrijdende stroomtransporten wordt mede veroorzaakt door de liberalisering van de Europese markt en daardoor worden de netten meer belast. De Europese stroomnetbeheerders concludeerden na onderzoek dat de grote stroomstoring in Italië (2003) zich makkelijk had kunnen uitbreiden naar heel Europa. De UCTE (Union for the Co-ordination of Transmission of Electricity) heeft een studie gedaan naar de toekomstige betrouwbaarheid van de energievoorziening in Europa (UCTE, 2005). Deze studie concludeert dat deze betrouwbaarheid na 2010 onvoldoende kan worden gegarandeerd. Met de huidige investeringen zal slechts voldoende capaciteit gebouwd worden tot De conclusie is dan ook dat een risico gaat optreden als er niet op tijd additionele investeringen plaats zullen vinden. Voor de specifieke situatie in Nederlandse oordeelt de UCTE overigens aanmerkelijk positiever: geoordeeld wordt dat de betreffende marktpartijen goed in staat zullen zijn om het evenwicht tussen vraag en aanbod te bewaken. 15 De gemiddelde uitvalduur in Frankrijk is bijvoorbeeld een factor 2 hoger. In andere Europese landen is al snel sprake van een factor 8-10 (Italië, Finland, Ierland, Noorwegen). 16

23 Ook het Ministerie van EZ laat in een schrijven aan de Tweede Kamer (juni 2004) weten geen reden tot bezorgdheid te hebben ten aanzien van de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening in Nederland. Betrouwbaarheid en voorzieningszekerheid In onze analyse is de invalshoek leveringszekerheid voor de eindgebruikers. Er is echter nog een andere component van betrouwbaarheid die in de analyse niet nader is uitgewerkt, maar - op termijn - van groter belang kan zijn dan de leveringszekerheid. Het gaat dan om de voorzieningszekerheid, de beschikbaarheid van primaire brandstoffen om energie op te wekken. Splitsing van energiebedrijven en het verdwijnen van eigen Nederlandse bedrijven zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor (de grip van de Nederlandse overheid op) de voorzieningszekerheid. Hoe dit gaat uitpakken, welke effecten de in het kader van het Energierapport 2005 voorgestelde maatregelen hebben en of aanvullend beleid nodig resp. mogelijk is, hebben wij binnen het bestek van onze analyse echter niet verder uitgediept, omdat een dergelijke geopolitieke analyse buiten het bestek van deze notitie valt Effecten op betaalbaarheid Ontwikkeling van kosten en tarieven Na de liberalisering is door de bedrijven in de sector sterk ingezet op het behalen van kostenreducties. De oorzaken van de kostendaling zijn divers:! langer openhouden van oude centrales (> 25 jaar) (zie 3.2);! reductie uitgaven R&D (zie 3.4);! interen op bestaande overcapaciteit c.q. uitstel en beperking investeringen capaciteit en netwerken (zie 4.1);! (mogelijke) reductie uitgaven onderhoud netwerken (zie 4.1). Tegenover deze kostenbesparingen staat echter een toename van de uitgaven voor bijvoorbeeld marketing. Daarnaast is sprake van een toename van (financiële) transactiekosten, bijvoorbeeld vanwege de werkzaamheden van DTe, juridische kosten en de kosten die klanten moeten maken bij zoeken en wisselen van aanbieder. De AER stelt in haar signaleringsadvies dat op de korte termijn veelal kostenbesparingen zijn gerealiseerd en dat deze worden doorgegeven aan klanten. De elektriciteitsprijs is de afgelopen jaren in de daluren inderdaad sterk gedaald (ECN, 2004a). Voor een gemiddelde particuliere consument bedraagt het prijsvoordeel enkele tientallen euro s op jaarbasis 16. In andere analyses wordt echter aangedragen dat de tariefdaling zonder liberalisering mogelijk zelfs groter geweest zou kunnen zijn (Branston, 2000). Met andere woorden, hier wordt de vraag gesteld of liberalisering als zodanig wel zo efficiënt en voordelig is als blijkt uit de feitelijke tariefontwikkelingen. We verwachten echter dat op de langere termijn de elektriciteitsprijs stijgt. Dit is het gevolg van meerdere factoren. Zo kan de beperkte reservecapaciteit prijs- 16 Bron: EnergieNed. 17

24 opdrijvend werken. Ook zullen de toekomstige investeringen in productie- en netwerkcapaciteit terugverdiend moeten worden. Marktmacht Op lange termijn is door de beperkte concurrentie (marktstructuur) de prikkel voor energieleveranciers klein, om kostenbesparingen door te geven aan de consument. Een concrete indicatie hiervoor is de recente mededeling (juni 2005) dat de Europese Commissie een mededingingsonderzoek zal starten naar de energiesector. De recente stijging van stroom- en gasprijzen zou op te weinig concurrentie wijzen. 18

25 5 Bijsturen gewenst? Het beeld tot dusverre Door de liberalisering heeft de overheid bewust een stap terug gedaan en - onder een aantal randvoorwaarden respectievelijk met enig flankerend beleid - de stroommarkt overgelaten aan de elektriciteitsbedrijven. Per saldo heeft dit geleid tot een verschuiving van lange termijn maatschappelijke belangen naar korte termijn bedrijfseconomische doelen. Daarmee zijn de drie klassieke doelen van het energiebeleid - betaalbaar, betrouwbaar en schoon - onder druk komen te staan. De liberalisering als zodanig heeft - met name voor schoon - negatieve gevolgen die slechts ten dele gecompenseerd worden door flankerende maatregelen. Op termijn geldt hetzelfde voor betrouwbaar en betaalbaar. Hoe verder? De geconstateerde respectievelijk verwachte effecten stemmen tot nadenken. De liberalisering als zodanig leidt niet tot de gewenste effecten en/of moet meer worden bijgestuurd door flankerend beleid om per saldo goed uit te komen. We laten ons hier niet uit over de vraag of het proces van liberalisering zelf nodig of mogelijk is, gegeven de gemaakte politieke en beleidsmatige hoofdkeuzen, ook in Europees verband. Gegeven een geliberaliseerde markt zijn er wel mogelijkheden om de minder gunstige effecten op schoon en betrouwbaar tegen te gaan met heldere doelstellingen en bijbehorende flankerende maatregelen. Onderstaand doen we een aantal suggesties voor flankerende maatregelen die kunnen bijdragen om ongewenste effecten tegen te gaan respectievelijk positieve ontwikkelingen t.a.v. schoon en betrouwbaar te bevorderen. De rode draad van deze flankerende maatregelen is het via normen, heffingen of verhandelbare rechten adequaat internaliseren van externe effecten die door de markt zelf niet worden geprijsd en dus ook niet vanzelf in de afstemming van vraag en aanbod een rol spelen. Daarbij willen we aantekenen dat maatregelen voor schoon prioriteit verdienen, aangezien daar de negatieve tendens nu al duidelijker aanwezig is. Bij betrouwbaar (leveringszekerheid) is de nood minder hoog. NB: dit kan overigens anders liggen bij de voorzieningzekerheid (aanvoer van primaire brandstoffen). Vanwege het meer strategische karakter van dit aspect, zullen hier flankerende maatregelen geënt op het internaliseren van externe kosten niet toereikend zijn. 19

26 Schoon:! verplicht aandeel duurzame energie voor producenten;! verplicht aandeel duurzame energie voor leveranciers;! verplichting energiebesparing (white certificates) voor leveranciers 17 ;! intensivering stimulering WKK-productie;! stimulering R&D;! afspraken met bouwers centrales omtrent energie-efficiency;! inperken emissieruimte (NO x /SO 2 /CO 2 );! eisen voor elektrische apparaten aanscherpen. Het verplichten van individuele producenten tot een minimaal aandeel duurzame energie kan leiden tot inefficiency. Bovendien werken instrumenten zoals emissiehandel in beginsel al sturend op de inzet van productiecapaciteit. Indien verhandelbaar zouden duurzaamheidscertificaten echter een aanvulling kunnen zijn. Vanuit de visie dat marktbelangen gecreëerd moeten worden voor energiebesparing en duurzame energie, zijn daarom maatregelen die aangrijpen bij de eindgebruikers respectievelijk de leveranciers het effectiefst en meest realistisch binnen een geliberaliseerde context. Bij voorkeur zouden de certificaten voor duurzame energie en energiebesparing verhandelbaar moeten zijn, waarmee meer flexibiliteit wordt ingebouwd conform de verhandelbare emissierechten. Betrouwbaar (leveringszekerheid):! ondergrens betrouwbaarheid (norm) vastleggen;! verplichte reservecapaciteit netten;! opzetten capaciteitmarkt netten;! stroomuitvalverzekering;! stimuleren WKK-productie. Bedrijven zullen uit zichzelf niet snel investeren in piekcapaciteit. De opbrengsten daarvan zijn onzeker en gering in vergelijking met de kosten die gemaakt moeten worden om de capaciteit permanent ter beschikking te hebben. Gedacht kan dan worden aan het opzetten van een capaciteitsmarkt, waarbij de bedrijven betaald worden voor het hebben van de capaciteit. Een andere wijze voor het veiligstellen van reservecapaciteit is het verplichten van bedrijven. Het vastleggen van een norm voor betrouwbaarheid biedt een mogelijkheid voor capaciteitsmanagers om op basis hiervan te sturen en voor DTe om op basis hiervan af te rekenen. Andere mogelijkheden zijn om eindgebruikers zelf mogelijkheden te bieden om de (financiële) schade van stroomuitval te beperken. In Noorwegen bestaat al een stroomuitvalverzekering. Ten slotte kan het verder stimuleren van WKK de productie- en transportcapaciteit ontlasten. 17 Deze maatregel is ook aangekondigd in het Energierapport 2005 (Ministerie van EZ). 20

27 Ten slotte Binnen het kader van deze notitie kon niet diepgaand worden geanalyseerd in welke mate deze flankerende maatregelen de gesignaleerde negatieve tendensen kunnen compenseren of opheffen. Het verdient aanbeveling een dergelijke, ook kwantitatief onderbouwde, analyse van de reikwijdte van mogelijke pakketten flankerende maatregelen wel te maken, en de uitkomsten te toetsen aan wat politiek en maatschappelijk als doelen voor schoon en betrouwbaar (leveringszekerheid) wordt gezien. 21

28 22

29 Geraadpleegde literatuur AER, 2003 Energiemarkten op de wereldschaal - signaleringsadvies van de energieraad over de liberalisering van de Europese elektriciteitsmarkt Den Haag : Algemene energieraad, 2003 Boonekamp, 2004 Boonekamp, et al Gerealiseerde energiebesparing : conform Protocol Monitoring Energiebesparing Petten : ECN, 2004 Branston, J. Robert, 2000 A Counterfactual Price Analysis of Electricity Privatisation in England and Wales : Industrial Development Policy Discussion Paper 7 S.l. : Institute for Industrial Development Policy, 2000 Donkelaar, Ten, 2004 Donkelaar, Ten, et al Advies WKK-mep tarief 2004 Petten : ECN, 2004 DTe, 2004 Vrije energiemarkt levert voordeel op SDU overheidsinformatie Den Haag : SDU, 2004 EC, 2002 First benchmarking report on the implementation of the internal electricity and gas market : updated version with annexes Brussel : European Commission, 2002 EC, 2003 Second benchmarking report on the implementation of the internal electricity and gas market Brussel : European Commission, 2003 EC, 2004 Third benchmarking report on the implementation of the internal electricity and gas market Brussel : European Commission, 2004 EC, 2005 Annual Report on the Implementation of the Gas and Electricity Internal Market : fourth benchmarking report Brussel : European Commission,

30 Hilten, van, 2000 Hilten, van, et al Energietechnologie in het spanningsveld tussen klimaatbeleid en liberalisering Petten : ECN, 2000 Lomme en Buist, 2001 Gevolgen van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt voor de afvalsector Utrecht : AOO - IPA, 2001 ECN, 2005 Energieverslag Nederland 2004 Petten : ECN, 2005 ECN, 2005 The European electricity market - what are the effects of market power on prices and the environment? Paper to be presented at EcoMod2005 International Conference on policy modeling, June 29 - July 2, 2005 Istanbul, Turkey. Lise, april 2005 IEA, 2004 Electricity information Paris : International Energy Agency, 2004 KEMA, 2005 Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland in 2004 Arnhem : KEMA, 2005 Ministerie van EZ, 2005 Ministerie van Economische Zaken Nu voor later : energierapport 2005 Den Haag : Ministerie van EZ, 2005 NRC Handelsblad, 2005 Onderzoek stroommarkt en concurrentie NRC Handelblad, 13 juni 2005 Strategy Academy, 2003 European Energy Companies - An Industry in Search of its Future Rotterdam : S.n.,2003 Theeuwes, 2003 Het publieke belang en de Europese elektriciteitsmarkt Amsterdam : SEO- Universiteit van Amsterdam, 2003 UCTE, 2005 UCTE system adequacy forecast S.l. : UCTE, 2005 VROM, 2004 Brief van de Staatssecretaris van VROM (Streefwaardenbrief) Den Haag 23 januari

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in geleverde elektriciteit Feiten en conclusies uit de notitie van ECN Beleidsstudies Sinds 1999 is de se elektriciteitsmarkt gedeeltelijk geliberaliseerd. In

Nadere informatie

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

Energie voor morgen, vandaag bij GTI Energie voor morgen, vandaag bij GTI Jet-Net docentendag 5 juni 2008 GTI. SMART & INVOLVED GTI is in 2009 van naam veranderd: GTI heet nu Cofely SLIMME ENERGIENETWERKEN, NU EN MORGEN 2008 2010 Centrale

Nadere informatie

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies Grootschalige introductie van micro wkk systemen Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies jeeninga@ecn.nl Micro wkk een controversieel onderwerp? De discussie rondom het nut van micro wkk wordt niet altijd niet

Nadere informatie

2 Producenten grijze stroom laten betalen voor transport?

2 Producenten grijze stroom laten betalen voor transport? ECN Beleidsstudies ECN-BS-10-016 29 april 2010 Producenten van grijze stroom laten betalen voor transport? Notitie aan : Werkgroep Heroverweging Energie en Klimaat Kopie aan : A.W.N. van Dril Van : F.D.J.

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Directie Toezicht Energie (DTe)

Directie Toezicht Energie (DTe) Directie Toezicht Energie (DTe) Aan Ministerie van Economische Zaken T.a.v. de heer mr. L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 102238/1.B999 Rapport Frontier

Nadere informatie

certificeert duurzame energie

certificeert duurzame energie certificeert duurzame energie Met het certificeren van duurzame energie voorzien we deze energieproductie van een echtheidscertificaat. Dit draagt wezenlijk bij aan het goed functioneren van de groeneenergiemarkt.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 665 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie Nr. 41 BRIEF

Nadere informatie

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies

Emissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari

Nadere informatie

Achtergrondgegevens stroometikettering 2005

Achtergrondgegevens stroometikettering 2005 CE Oplossingen voor r milieu, economie en technologie Oude Delft 180 2611 HH HH Delft ft tel: 015 2 150 150 tel: 015 2 150 150 fax: 015 2 150 151 fax: 015 2 150 151 e-mail: ce@ce.nl website: e-mail: www.ce.nl

Nadere informatie

Kwaliteits- en Capaciteitsplan 2013

Kwaliteits- en Capaciteitsplan 2013 Kwaliteits- en Capaciteitsplan 2013 Bevindingen van de marktconsultatie Team Long term Grid Planning Arnhem, 11 september 2013 Inhoudsopgave Vraagontwikkeling Ontwikkelingen grootschalige productievermogen

Nadere informatie

Achtergrondgegevens Stroometikettering 2007

Achtergrondgegevens Stroometikettering 2007 Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen

Auteurs:E. Benz, C. Hewicker, N. Moldovan, G. Stienstra, W. van der Veen 30920572-Consulting 10-0198 Integratie van windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van de Noordwest Europese elektriciteitmarkt Eindrapport Arnhem, 12 april 2010 Auteurs:E. Benz,

Nadere informatie

Achtergrondgegevens Stroometikettering 2006

Achtergrondgegevens Stroometikettering 2006 Oplossinge CE n CE voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150

Nadere informatie

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van Externe notitie Petten, 8 juli 2013 Afdeling Policy Studies ECN-N--13-028 Van Cees Volkers Wouter Wetzels Onderwerp Nieuwste inzichten Nederlands gasverbruik Inleiding ECN Policy Studies voert regelmatig

Nadere informatie

Energie: inleiding en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Energie: inleiding en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 11 augustus 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Energiedragers De economie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Meer duurzaamheid in een vrije markt

Meer duurzaamheid in een vrije markt CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 2611 HH HH Delft Delft tel: 015 2 150 150 fax: 015 2 150 151 e-mail:

Nadere informatie

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek!

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! Deze notitie belicht puntsgewijs de grote rol van WKK bij energiebesparing/emissiereductie. Achtereenvolgens worden de volgende punten besproken en onderbouwd:

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

Met Preventie naar Duurzaam Ondernemen

Met Preventie naar Duurzaam Ondernemen CE CE Oplossingen Oplossingen voor voor milieu, milieu, economie economie en en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 2611 HH HH Delft Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax: fax: 015

Nadere informatie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie door Adriaan Wondergem 6 october 2010 De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie van 2008 tot 2050. De kernvragen zijn: Hoe ziet een (bijna) CO2-loze

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Milieuprofiel van stroomaanbod in Nederland

Milieuprofiel van stroomaanbod in Nederland CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien Uitgebreid onderzoek

Nadere informatie

30 oktober Achtergrondrapport doorrekening regeerakkoord Rutte III: elektriciteitsvoorziening

30 oktober Achtergrondrapport doorrekening regeerakkoord Rutte III: elektriciteitsvoorziening 30 oktober 2017 Achtergrondrapport doorrekening regeerakkoord Rutte III: elektriciteitsvoorziening Gewijzigd op 30 oktober 2017 Auteur(s) Marit van Hout Paul Koutstaal Pagina 2 van 16 Inhoudsopgave Verantwoording

Nadere informatie

Grootschalige energie-opslag

Grootschalige energie-opslag Er komt steeds meer duurzame energie uit wind Dit stelt extra eisen aan flexibiliteit van het systeem Grootschalige opslag is één van de opties om in die flexibiliteit te voorzien TenneT participeert in

Nadere informatie

Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen. Energiemonitor 2010

Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen. Energiemonitor 2010 Attitude van Nederland, Zeeland en Borsele ten aanzien van verschillende energiebronnen Energiemonitor 2010 Index 1. Inleiding 2. Populariteit energievormen 3. Bouwen tweede kerncentrale 4. Uitbreiding

Nadere informatie

Milieuprofiel van stroomaanbod in Nederland

Milieuprofiel van stroomaanbod in Nederland CE Oplossingen voor milieu, economie en technologie Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 tel: 015 150 150 fax: 015 2 150 151 fax: 015 2 150 151 e-mail: ce@ce.nl website: e-mail: www.ce.nl ce@ce.nl

Nadere informatie

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen

Nadere informatie

Het verschil tussen de huidige situatie en de situatie 10 jaar geleden

Het verschil tussen de huidige situatie en de situatie 10 jaar geleden Klimaatimpact van de 0,5 liter PET-fles Het verschil tussen de huidige situatie en de situatie 10 jaar geleden Openbare notitie Delft, april 2011 Opgesteld door: M.M. (Marijn) Bijleveld G.C. (Geert) Bergsma

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 8 september 2003 ME/EM/3051226 1 Onderwerp Besluit tot verlenging termijn beschermde afnemer Gaswet en Elektriciteitswet 1998 E-en G-wet.mbo Besluit van, tot verlenging

Nadere informatie

Windvermogen in Nederland,

Windvermogen in Nederland, Indicator 15 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2007 is het windvermogen toegenomen

Nadere informatie

Reguleren is balanceren

Reguleren is balanceren De energieketen Reguleren is balanceren afnemers netbeheerders producenten efficiëntie betaalbaarheid betrouwbaarheid milieuvriendelijkheid Te bespreken reguleringsmaatregelen Onderdeel energieketen Type

Nadere informatie

Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi. Annemiek Verrips

Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi. Annemiek Verrips Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi Annemiek Verrips 2 Discussie windenergie op Zee Kivi Stelling in MKBA Windenergie op Zee Duurzame energiesubsidies windenergie hebben geen effect op CO2- uitstoot

Nadere informatie

Wie betaalt de rekening van de energietransitie?

Wie betaalt de rekening van de energietransitie? Wie betaalt de rekening van de energietransitie? Symposium KVGN 17 november 2016 Ron Wit Ron.Wit@eneco.com Overzicht presentatie 1. Ontwikkeling broeikasgassen in Nederland 2. Ontwikkeling integrale kosten

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Geothermie. traditioneel energiebedrijf?

Geothermie. traditioneel energiebedrijf? 31 maart 2010 T&A Survey Congres Geothermie Duurzame bron voor een traditioneel energiebedrijf? Hugo Buis Agenda Duurzame visie & ambities Waarom kiest Eneco voor Geothermie? Stand van zaken Markten Pro

Nadere informatie

Memo. Informatienotitie stand van zaken aandeelhouderschap Eneco, Inleiding

Memo. Informatienotitie stand van zaken aandeelhouderschap Eneco, Inleiding Centrale Staf Bestuurlijke processturing Doorkiesnummers: Telefoon 015 2602545 Aan College van B & W Van S. Bolten Afschrift aan Memo Datum 04-11-2008 Opsteller M.R.Ram Bijlage Onderwerp Stand van zaken

Nadere informatie

Hét groene energieplan voor Nederland

Hét groene energieplan voor Nederland Hét groene energieplan voor Nederland Doelen Green4sure Ontwikkeling pakket instrumenten en strategie voor reductie van 50% broeikasgassen in 2030. Verbeteren energievoorzieningzekerheid Tonen baten en

Nadere informatie

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Betaalbaar & betrouwbaar? Robert Harmsen ECN Beleidsstudies COGEN Symposium Zeist 22 oktober 2004 Een blik naar de toekomst (1) Four Futures

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - November 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - November 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - November 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Derde Energienota Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergade~aar1995-1996 24525 Derde Energienota Nr. 2 INHOUDSOPGAVE DERDE ENERGIENOTA 1995 Samenvatting en conclusies Inleiding Hoofdstuk 1 De uitdaging

Nadere informatie

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Onderzoek Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012 Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Datum: 9 september 2013 Vragen of reacties kunt u sturen

Nadere informatie

trends en ervaringen

trends en ervaringen 5 "ntwi''elingen op de energiemar't in het 3uitenland trends en ervaringen 1 "ondiale trends van marktmacht naar staatsmacht "e sterk gestegen vraag en onvoldoende 0itbreiding van de prod04tie- 4apa4iteit

Nadere informatie

Effecten en kosten van een kolenexit versus schone kolencentrales Bezinningsgroep energie 28 juni 2016

Effecten en kosten van een kolenexit versus schone kolencentrales Bezinningsgroep energie 28 juni 2016 Effecten en kosten van een kolenexit versus schone kolencentrales Bezinningsgroep energie 28 juni 2016 Ron.wit@eneco.com Overzicht presentatie 1. Ontwikkeling aandeel kolenstroom in Nederland 2. Effecten

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006

Ontwerpregeling subsidiebedragen WKK 2006 Handelend na overleg met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 72p, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit:

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

100% groene energie. uit eigen land

100% groene energie. uit eigen land 100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse

Nadere informatie

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Aanbod en verbruik van elektriciteit, Indicator 27 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het totale elektriciteitsverbruik

Nadere informatie

Aansluitbeleid TenneT

Aansluitbeleid TenneT Aansluitbeleid TenneT (Position Paper, stand van zaken februari 2008) Inleiding De afgelopen periode heeft een groot aantal partijen zich bij TenneT gemeld voor aansluiting van een nieuwe elektriciteitscentrale

Nadere informatie

Blijft elektriciteit goedkoop voor WP-en? Stijn Schlatmann 30 januari 2014

Blijft elektriciteit goedkoop voor WP-en? Stijn Schlatmann 30 januari 2014 Blijft elektriciteit goedkoop voor WP-en? Stijn Schlatmann 30 januari 2014 www.energymatters.nl Aanleiding Grote interesse in WP-en: Gasprijs is duur; dus ketels duur WKK is momenteel marginaal (met netlevering)

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - april 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - april 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - april 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Betaalbaarheid van energie

Betaalbaarheid van energie Ministerie van Economische Zaken De Minister van Economische Zaken H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Woerden : onze ref. : /HG-tr doorkiesnr. : 0348 48 43 66 e-mail : hg@vemw.nl onderwerp : Onderzoek

Nadere informatie

Het energiesysteem verduurzaamt (Bron: ECN, Energie-Nederland en Netbeheer Nederland)

Het energiesysteem verduurzaamt (Bron: ECN, Energie-Nederland en Netbeheer Nederland) Het energiesysteem verduurzaamt (Bron: ECN, Energie-Nederland en Netbeheer Nederland) De energievoorziening gaat veranderen. De energiemarkten zijn sterk in beweging en dat leidt tot onzekerheden. De energiesector

Nadere informatie

T-prognoses. nut en noodzaak

T-prognoses. nut en noodzaak nut en noodzaak : nut en noodzaak Wat zijn? staat voor Transportprognoses, oftewel een verwachting van het benodigde transport voor de levering of productie van elektriciteit. Producenten, regionale netbeheerders

Nadere informatie

Het Slimme energienet..zx ronde 25 januari 2015

Het Slimme energienet..zx ronde 25 januari 2015 Het Slimme energienet..zx ronde 25 januari 2015 De laatste tijd worden we overspoeld door marketing verhalen over de slimme meter en het slimme energienet. Men stelt dat met de komst van de slimme meter

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - December 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012

Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012 Trendrapportage Marktwerking en Consumentenvertrouwen in de energiemarkt Tweede halfjaar 2012 Inhoud Inleiding en leeswijzer... 4 1 Tevredenheid en vertrouwen van de consument... 5 2 Tevredenheid over

Nadere informatie

Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening?

Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening? 1 Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening? Prof. dr. Machiel Mulder Faculteit Economie en Bedrijfskunde, RUG Economisch Bureau, Autoriteit Consument en Markt 2 e NLVOW

Nadere informatie

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is?

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Zon en wind: extreme prijzen op spotmarkt. Stijn Schlatmann 2 oktober 2013

Zon en wind: extreme prijzen op spotmarkt. Stijn Schlatmann 2 oktober 2013 Zon en wind: extreme prijzen op spotmarkt Stijn Schlatmann 2 oktober 2013 www.energymatters.nl Inhoud Nieuwbouw van vermogen afgelopen jaren Recente marktontwikkelingen Huidige merit order Verdere groei

Nadere informatie

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015 Technisch-economische scenario s voor Nederland Ton van Dril 20 mei 2015 Overzicht Energieplaatje in historisch perspectief Hoeveel en hoe gebruiken we energie? Wat gebeurt er met verbruik en uitstoot

Nadere informatie

Bevoorradingszekerheid

Bevoorradingszekerheid Bevoorradingszekerheid Commissies Bedrijfsleven en Binnenlandse Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers 23.09.2014 23 september 2014 1 Meer over FEBEG Inhoud Niets nieuws onder de zon Veel partijen

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 17 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De productie van hernieuwbare elektriciteit

Nadere informatie

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Afdeling Policy Studies Van Aan Koen Smekens, Paul Koutstaal Gijs Zeestraten (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Gevolgen van scenario s uitfasering kolencentrales

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030 Gas als zonnebrandstof Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 Introductie Meer hernieuwbare energie Extra hernieuwbare energie in Nederland? Verkennen

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 10 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 is de productie van

Nadere informatie

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... Concurrentie Zeehavens beconcurreren elkaar om lading en omzet. In beginsel is dat vanuit economisch perspectief een gezond uitgangspunt. Concurrentie leidt in goed werkende markten tot

Nadere informatie

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken 6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken 6.1 Aanpassingen van de infrastructuur in Nederland De energietransitie kan ingrijpende gevolgen hebben voor vraag en aanbod van energie en voor de netwerken

Nadere informatie

Hernieuwbare energie: noodzaak, visie op 2050 en beleid

Hernieuwbare energie: noodzaak, visie op 2050 en beleid Hernieuwbare energie: noodzaak, visie op 2050 en beleid Remko Ybema Lezing Den Bosch 12 oktober 2010 www.ecn.nl Inhoud Noodzaak van duurzame energie Een duurzame energievoorziening in 2050 Doelen van het

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

: Nederlandse elektriciteitscentrales en onconventioneel gas

: Nederlandse elektriciteitscentrales en onconventioneel gas 30109151-Consulting 10-2303, rev.2 8-Feb-11 HKo/JMW Notitie aan van Betreft : AER/Den Haag : KEMA Nederland : Nederlandse elektriciteitscentrales en onconventioneel gas 1 INLEIDING De AER gaat een advies

Nadere informatie

Samenvatting voor beleidsmakers

Samenvatting voor beleidsmakers Road book towards a nuclear-free Belgium. How to phase out nuclear electricity production in Belgium? rapport door Alex Polfliet, Zero Emissions Solutions, in opdracht van Greenpeace Belgium Samenvatting

Nadere informatie

WKK en de Handel. Cogen Nederland symposium Zeist, 11 november 2005

WKK en de Handel. Cogen Nederland symposium Zeist, 11 november 2005 WKK en de Handel Cogen Nederland symposium Zeist, 11 november 2005 Programma Opening, welkom en programma KdB CNl WKK nu en verder, hoe flexibel? KdB CNl Handel: Wat is het, wat kan wel/niet? RH EnGl Hoe

Nadere informatie

Energieverzorging Nederland

Energieverzorging Nederland Energieverzorging Nederland Naar een Duurzame Samenleving (VROM) Vanuit een internationaal geaccordeerde basis voor 2050 Standpunt Nederlandse overheid : 100% CO2 -reductie Standpunt van de G8: 80 % CO2

Nadere informatie

Duurzame liberalisering in Nederland?

Duurzame liberalisering in Nederland? Duurzame liberalisering in Nederland? Inleiding De afgelopen jaren is de vraag naar groene stroom enorm gestegen. Maar er is in Nederland onvoldoende aanbod aan duurzaam elektriciteitsvermogen zoals windmolens,

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 3 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 is de productie van

Nadere informatie

Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit

Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit Notitie Delft, april 2010 Opgesteld door: G.J. (Gerdien) van de Vreede M.I. (Margret) Groot 1 April 2010 3.150.1 Ketenemissies hernieuwbare elektriciteit 1 Inleiding

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Advisory Klankbordgroep -onderzoek:visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Agenda Pagina 1 Introductie 1 2 Aanpak en proces 5 3 Ontwikkelingen in de energiesector 12 4 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

NOTA (Z)140109-CDC-1299

NOTA (Z)140109-CDC-1299 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS NOTA

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Denktank vernieuwing energiemarkt. Frans Rooijers

Denktank vernieuwing energiemarkt. Frans Rooijers Denktank vernieuwing energiemarkt Frans Rooijers Agenda Kennismaking Stand van zaken Problemen Oplossingen Werkwijze Afspraken 2 Deelnemers? Stichting Natuur & Milieu - ECF Ministerie EZ E.On APX TenneT

Nadere informatie

BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN

BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN Januari 3 ECN-C---55A BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN Notitie Herziening bedrijfseconomische beoordeling offshore windenergie

Nadere informatie

Inpassing van duurzame energie

Inpassing van duurzame energie Inpassing van duurzame energie TenneT Klantendag Erik van der Hoofd Arnhem, 4 maart 2014 doelstellingen en projecties In de transitie naar duurzame energie speelt duurzame elektriciteit een grote rol De

Nadere informatie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019 ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:

Nadere informatie

KCD 2013. Netplanning tijdens turbulente tijden - geen sinecure! Gert van der Lee Arnhem, 4 maart 2014

KCD 2013. Netplanning tijdens turbulente tijden - geen sinecure! Gert van der Lee Arnhem, 4 maart 2014 KCD 2013 Netplanning tijdens turbulente tijden - geen sinecure! Gert van der Lee Arnhem, 4 maart 2014 Juridisch kader TenneT heeft wettelijke plicht om aangeslotenen voldoende transportcapaciteit te bieden.

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten

Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten M200602 Inkoopgedrag van het MKB in geliberaliseerde markten Betere kwaliteiten en lagere prijzen in geliberaliseerde markten? drs. P.Th. van der Zeijden Zoetermeer, mei 2006 Inkoopgedrag van het MKB

Nadere informatie

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie

Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met betrekking tot kwaliteitsconversie Afdeling Network Configuration Rapport Achtergrond leveringszekerheid L-gas en wettelijke taak GTS met

Nadere informatie

Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland

Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland Nut en noodzaak van schaliegas in Nederland Paul van den Oosterkamp, Jeroen de Joode Schaliegas Congres - IIR Amersfoort, 30-31 Oktober 2013 www.ecn.nl Visie ECN Rol gas in NL energiesysteem nu en straks

Nadere informatie

Verbruik van duurzame energie,

Verbruik van duurzame energie, Indicator 4 juli 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel duurzaam in het binnenlands

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie