RaadsbijlageVoorstel tot het aanleggen van allweather tennisbanen in

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Raadsbijlage nummer 199 Inboeknummer OOV Beslisdatum Bikw 26 september 2000 Dossiernummer RaadsbijlageVoorstel tot het aanleggen van allweather tennisbanen in Eindhoven 1 Inleiding De gemeentelijke instelling Onoverdekte Sportaccommodaties (verder te noemen de g.i, sportparken) beheert 105 tennisbanen die zijn verspreid over zeven buitenaccommodaties in de stad. Al deze banen zijn gravelbanen. De bezetting hiervan wordt voor ruim 70% gerealiseerd door verenigingen. De overige 30% wordt vrij verhuurd aan particulieren. Een ontwikkeling in de sport die de laatste jaren steeds meer opgeld doet, is het gebruik van kunststofoppervlakken. Bij hockey, atletiek en handbal is dit zelfs al heel gebruikelijk, zo niet technisch noodzakelijk. Op het gebied van tennis zijn wat dit betreft de allweather banen (aw-banen) in opkomst. Een aantal omliggende gemeenten (I3est, Nuenen) beschikt al over dergelijke banen. Aw-banen zijn weersonafhankelijk en vanuit civieltechnisch oogpunt dus het hele jaar door te gebruiken. Dit heeft als voordelen onder andere de continuãŕteit van de competitie en toernooien, met name in de zomer (minder afgelastingen vanwege slecht weer) en een langer buitenseizoen. Een aantal tennisverenigingen in Eindhoven heeft de g.i. sportparken verzocht over te gaan tot de aanleg van dergelijke kunststofbanen. 2 Probleemstelling Dient de gemeente Eindhoven in te spelen op de vraag naar allweather tennisbanen en zo ja, onder welke voorwaarden? 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het aanleggen van aw-banen betekent dat Eindhoven met haar kwalitatief goede sportaanbod meegaat met de ontwikkelingen op (civiel)technisch gebied en inspeelt op een vraag uit de markt. De Eindhovense tennisser wordt een goed product geboden met meer mogelijkheden voor wat betreft gebruik. Verder is het van belang dat de aanleg zoveel mogelijk budgettair neutraal geschiedt.

2 4 Wijze van aanpak I oplossingsrichting De opkomst van kunststof-sportoppervlakken is een ontwikkeling die niet tegen te houden is. Daarnaast vraagt de (Eindhovense) markt er om. In eerste instantie staan wij dan ook positief tegenover het aanleggen van aw-banen. Het gemeentelijk tennisaanbod bestaat echter niet alleen uit buitenbanen, maar ook uit 12 binnenbanen verdeeld over twee hallen: Tennishal Eindhoven Noord (TEN) en het lndoor Sportcentrum Eindhoven (ISE). De verlenging van het buitenseizoen, als gevolg van de aanleg van aw-banen, heeft consequenties voor de bezetting (en dus exploitatie) van de hallen. In het rapport Aanleg allweather tennisbanen in Eindhoven zijn de integrale gevolgen voor de gemeentelijke tennisaccommodaties weergegeven bij aanleg van aw-banen (ligt voor u ter inzage). Er is hierbij onderscheid gemaakt tussen de gevolgen voor de g.i. sportparken en de g.i, sporthallen. Gevolgen g.i. sportparken. De g.i. sportparken gaat slechts over tot aanleg van aw-banen indien daarvoor belangstelling bestaat. In een dergelijke situatie wordt niet overgegaan tot uitbreiding van het aantal banen, maar worden bestaande gravelbanen vervangen door aw-banen, Tevens zal aanleg gedoseerd plaatsvinden, dat wil zeggen dat niet alle accommodaties ineens van aw-banen worden voorzien. De vraag naar aw-banen komt op dit moment van drie tennisverenigingen in Eindhoven: ETV Volley (zes banen op sportpark Dommeldal Zuid), ETV De Doornakkers (zes banen op sportpark Burgemeester van Engeland) en ETV Prinsejagt (vier-zes banen op sportpark Woensel). Het verzoek (16-18 banen) heeft betrekking op circa 15% van het totale gemeentelijke buitenaanbod voor tennis. De verwachting van de g.i. sportparken is dat binnen nu en vijf jaar ongeveer 30% van de buitencapaciteit uit aw-banen zal bestaan. De verhouding gravel-allweather in de verdere toekomst is afhankelijk van markt- en bedrijfsmatige ontwikkelingen. Hier is nu nog geen duidelijkheid over te geven. Aanleg van aw-banen dient voor de g.i. sportparken in principe budgettair neutraal te verlopen. De extra investeringskosten dienen te worden doorberekend in de huurprijs. Zo zal de huur voor een aw-baan f ,ÃćâĆňâĂİ per seizoen bedragen. Een gravelbaan kost f 8.700,ÃćâĆňâĂİ. Tegenover deze hogere huurprijs staat dat de verenigingen langer en intensiever gebruik kunnen maken van de eigen accommodatie (en kantine). Gevolgen g.i. sporthallen. In de gemeente Eindhoven zal een verlenging van het buitenseizoen gevolgen hebben voor de bezetting van de beide overdekte tennisaccommodaties: ISE en TEN. Ook de KNLTB onderkent dat bij de aanleg van aw-banen nabijgelegen indooraccornmodaties concurrentie ondervinden.

3 De g.i. sporthallen heeft in het rapport (pag. 6, 7) mogelijke situaties geschetst die, bij aanleg van aw-banen in Eindhoven, een nadelig effect op de exploitatie kunnen hebben. De invloed op de exploitatie is natuurlijk het grootst als wordt overgegaan tot aanleg bij verenigingen die in het winterseizoen veel uren (o.a. voor jeugdtrainingen) huren in het ISE of TEN. Aanleg in de periferie (Meerhoven, Tongelre) zal nagenoeg geen gevolgen voor de exploitatie hebben. Integrale afweging. Om een integrale afweging te kunnen maken met betrekking tot de aanleg van awbanen zijn de argumenten voor en tegen naast elkaar gezet. Argumenten voor: a. door de aanleg van aw-banen wordt beantwoord aan een vraag uit de markt; b. aw-banen bieden vanuit civieltechnisch oogpunt de mogelijkheid om jaarrond te kunnen tennissen (seizoensverlenging); c. de ontwikkeling van kunststofoppervlakken in de sport is niet tegen te houden. Als Eindhoven zich als sportstad beschouwt, zal ze mee moeten gaan met de ontwikkelingen op dit gebied; d. het bevordert de continuiteit van de competitie en toernooien in het reguliere tennisseizoen in de zomer (minder weersgevoelig); e. het kan de concurrentiepositie van de Eindhovense tennisverenigingen ten opzichte van tennisverenigingen in omliggende gemeenten verbeteren (deze beschikken namelijk wel over aw-banen); f. de aanleg van de aw-banen geschiedt voor de g.i. sportparken budgettair neutraal. Argumenten tegen: a. de financiele gevolgen voor de exploitatie van de g.i. sporthallen zijn nu nog niet exact aan te geven; b, er is geen ruimtelijke (indikking), sportinhoudelijke (spelbeleving) en medische noodzaak voor de aanleg van aw-banen. In de laatste twee gevallen is gravel zelfs beter. Een ontwikkeling die in dit verhaal ook een rol speelt, is de reorganisatie van de sportsector. Tot op heden valt het indoortennis onder de g.i. sporthallen en het outdoortennis onder de g.i. sportparken. In de toekomst zal de bulkverhuur van zowel het outdoortennis als het indoortennis onder de verantwoording vallen van een gebiedsmanager (Midden). Het is dus in het belang van (de exploitatie van) deze manager dat aanleg van aw-banen in zijn totaliteit budgettair neutraal verloopt. Eventuele nadelige gevolgen voor de indoorbezetting zal hij zelf binnen zijn contract moeten opvangen. Met de gebiedsmanagers Noord en/of Zuid (eindverantwoordelijk voor respectievelijk TEN en het ISE) kan dan worden onderhandeld over een alternatieve invulling van vrijvallende uren.

4 Met de tennisverenigingen is besproken dat, bij bestuurlijke goedkeuring, kan worden gestart met aanleg van aw-banen bij een vereniging, namelijk ETV Volley, Deze vereniging heeft haar accommodatie op het sportpark Dommeldal Zuid. Dit park ligt niet in een van de sportconcentratiegebieden. In totaal gaat het in eerste instantie om zes banen. Twee hiervan kunnen mogelijk nog in het najaar van 2000 worden aangelegd. De overige komen dan in het voorjaar van 2001 aan bod. Bij ETV De Doornakkers is aanleg op korte termijn niet aan de orde. Deze vereniging is namelijk afhankelijk van de ontwikkelingen met betrekking tot herschikking van het Burgemeester van Engeland sportpark in Tongelre zuidoost. Bij ETV Prinsejagt zou in de loop van 2001 kunnen worden begonnen met aanleg. De tennisverenigingen kunnen zich vinden in deze aanpak. 5 Financiele gevolgen en risico s Ook hier zullen de gevolgen voor de g.i. sportparken en -hallen afzonderlijk worden bekeken. Gevolgen g.i. sportparken. Op basis van informatie van diverse leveranciers worden de aanlegkosten van een aw-baan (type Tennis-force) geraamd op f ,ÃćâĆňâĂİ per baan (de notitie d.d. 11 juli 2000 ligt voor u ter inzage). Rekening houdend met afschrijvings-, reserverings- en onderhoudskosten, komen de jaarlijkse lasten van een aw-baan op f ,ÃćâĆňâĂİ. Op dit moment (2000) heeft de g.i. sportparken volgens contract een budget beschikbaar van circa f 7.500,ÃćâĆňâĂİ ten behoeve van onderhoud en instandhouding van gravelbanen. De jaarlijkse kosten voor een aw-baan zijn dus bijna f 3.000,ÃćâĆňâĂİ hoger. Omdat aanleg van dit nieuwe baantype budgettair neutraal dient te verlopen, worden deze extra kosten doorberekend aan de tennisverenigingen door middel van een huurverhog ing met f 3.000,ÃćâĆňâĂİ tot een bedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ. De verenigingen hebben hiermee ingestemd. N.B.: het feit dat de kosten voor een gravelbaan f 7.500,ÃćâĆňâĂİ (rubriek I-kosten) bedragen en de huidige huurprijs f 8.700,ÃćâĆňâĂİ is, wil niet zeggen dat er winst wordt gemaakt. Naast kosten voor het instandhouden van de banen worden ook overall-kosten gemaakt, zoals promotiekosten, personeelskosten en kosten voor activiteiten/evenementen (rubriek II-kosten). Zie voor nadere informatie hierover het contract 2000 (ligt voor u ter inzage). De aanleg van aw-banen geschiedt voor de g.i. sportparken dus budgettair neutraal. Om na te gaan wat de financiele gevolgen gemeentebreed zijn, zullen de consequenties voor de g.i. sporthallen ook moeten worden meegenomen.

5 I SE f ,ÃćâĆňâĂİ (6,5%) f 5.029,ÃćâĆňâĂİ (2,1%) f ,ÃćâĆňâĂİ (14%) f ,ÃćâĆňâĂİ (6,9%) Raadsbijlage nummer 199 f ,ÃćâĆňâĂİ "" f ,ÃćâĆňâĂİ Gevolgen g.i. sporthallen. Tennis is de grootste inkomstenbron voor de sporthallen. Meer dan 50% van de inkomsten komt voort uit regulier tennisgebruik. De g.i. sporthallen heeft, uitgaande van een minimum en maximum scenario, de verwachte inkomstenderving geraamd. Hierbij kunnen de volgende opmerkingen worden geplaatst: a. de aw-banen zullen gefaseerd worden ingevoerd, dus eventuele negatieve gevolgen doen zich niet ineens voor. Op deze wijze kan "monitoring" plaatsvinden om tijdig te kunnen reageren op de actuele situatie; b. bij de geschetste scenario s (bijlage 1 van het rapport) is uitgegaan van het gedeeltelijk of geheel vervallen van de jeugdtrainingen in de hallen. Zowel ETV Volley als Prinsejagt hebben echter aangegeven dat de jeugdtrainingen in principe indoor zullen blijven plaatsvinden. Ook uit de ervaring van de KNLTB blijkt dat de wintertrainingen voor de jeugd over het algemeen in de hal blijven. Het voorgaande betekent dat de geschetste scenario s positiever uitvallen. Als voorwaarde bij de aanleg van aw-banen kan vanuit de gemeente worden gesteld dat de verenigingen schriftelijk moeten vastleggen dat de jeugdtrainingen de eerste drie jaar indoor zullen blijven plaatsvinden volgens het huidige concept; c, bij TEN is uitgegaan van het volledig vervallen van de weekendcompetitie (worst case scenario). Of dit reeel is, moet nog blijken. Er vanuit gaande dat, zoals hierboven onder b genoemd, de jeugdtrainingen in de hallen blijven plaatsvinden, wordt de inkomstenderving als volgt geraamd: Geraamde inkomstenderving bij aanleg aw-banen. (Uitgangspunt is de aanleg drie aw-banen bij ETV Volley en drie bij ETV Prinsejagt) minimum scenario maximum scenario totaal inkomsten uit tennis (1999) TEN de% geven het aandeel van de inkomstenderving op de totale inkomsten weer; + in dit bedrag is de zomerverhuur van f ,ÃćâĆňâĂİ opgenomen. De praktijk zal leren of deze gevolgen zich ook inderdaad in deze mate voordoen. De beoogd gebiedsmanager Midden (onder wie straks de bulkverhuur tennis valt) schat in dat de daling van het aantal verhuurde uren gering zal zijn. In dit opzicht is het minimumscenario realistischer dan het maximumscenario. Om een eventuele negatieve invloed op de exploitatie zoveel mogelijk te ondervangen, wordt de gebiedsmanager Midden de inspanningsverplichting opgelegd om bij een daling van het aantal verhuurde uren (in samenwerking met de gebiedsmanagers Noord en Zuid), zorg te dragen voor alternatieve invullingen van de vrijvallende uren. Hierbij kan

6 Raadsbij lage nummer 199 worden gedacht aan meer zomerverhuur van Tennishal Eindhoven Noord (valt onder verantwoordelijkheid gebiedsmanager Noord). Samenvattend: indien wordt overgegaan tot aanleg van aw-banen in Eindhoven zal: de tennisvereniging die haar jeugdtrainingen op dit moment onder heeft gebracht in het ISE of TEN, schriftelijk vast moeten leggen dat deze trainingen gedurende de eerste drie jaar in de hallen blijven plaatsvinden; de baanhuur per seizoen voor een aw-baan f ,ÃćâĆňâĂİ bedragen (dit bedrag wordt jaarlijks geindexeerd); de betreffende gebiedsmanager de inspanningsverplichting hebben om bij een daling van de indoorbezetting zorg te dragen voor alternatieve invullingen. 6 Overige gevolgen van de aanpak Niet van toepassing. 7 Resultaten van overleg / inspraak Met de tennisverenigingen is diverse malen overleg gevoerd over de aw-banen. De resultaten hiervan zijn integraal in deze nota verwerkt (zie ook het verslag van de bijeenkomst van 8 februari 2000, ligt voor u ter inzage). ETV Volley heeft de aanleg van de aw-banen voorgelegd aan haar ledenvergadering. Deze heeft hiermee ingestemd (zie brief d.d. 29 juni 2000, ligt voor u ter inzage). 8 Communicatie De besluitvorming over dit dossier zal naar de betreffende verenigingen worden gecommuniceerd. 9 Advisering raadscommissie(s) De commissie voor milieu en sport hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar positief advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. S. Broersma, loco-secretaris.

7 Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 september 2000, nr. 199; gelet op het advies van de commissie voor milieu en sport; besluit: 1. in te stemmen met de budgettair neutrale en gefaseerde aanleg van allweather tennisbanen in Eindhoven; 2. voor de aanleg van de eerste zes banen een kostendekkend investeringskrediet beschikbaar te stellen van f ,ÃćâĆňâĂİ ; 3. de directeur van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling de inspanningsverplichting op te leggen om de eventuele nadelige financiele gevolgen die ontstaan bij een daling van de tennisbezetting in de hallen, als gevolg van de aanleg van allweather banen, door middel van alternatieve invullingen financieel te compense ren; 4. de begrotingswijziging dienovereenkomstig vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 oktober R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. s r