Sturen op melkcomponenten: Wat kan de fokkerij? Henk Bovenhuis Wageningen Universiteit

Transcriptie

1 Sturen op melkcomponenten: Wat kan de fokkerij? Henk Bovenhuis Wageningen Universiteit

2 Inhoud Welke melkcomponenten? Melkcomponenten die we nu al meten. Melkvetsamenstelling Melkeiwitsamenstelling Wat kan de fokkerij? Zijn er verschillen tussen koeien? Zijn die verschillen erfelijk (h 2 )? Conclusies

3 Melkcomponenten huidige situatie

4 Melksamenstelling variatie? Vet% Eiwit% Lactose% celgetal

5 Melksamenstelling erfelijk? h 2 Variatie coëfficiënt Kg melk Vet % Eiwit % Lactose % Celgetal Lactose % Celgetal Vet % : hoge erfelijkheidsgraad, weinig variatie : lage erfelijkheidsgraad, veel variatie : hoge erfelijkheidsgraad, veel variatie

6 Trend Kg Melk % Kg Melk Vet % Eiwit % Jaar

7 Milk Genomics project team Dairy Science & Technology Animal Breeding & Genomics Centre

8 Melkvetsamenstelling

9 Vet% versus Melkvetsamenstelling 5% vet 3% vet

10 Melkvetsamenstelling Gas Chromatographie > 100 verschillende vetzuren 45 vetzuren geidentificeerd 95% 13 vetzuren >1% w/w

11 Verzadigd onverzadigd meervoudig onverzadigd Oneven / vertakt C 4:0 C 10:1 C 18:2 cis 9,12 C 5:0 C 6:0 C 12:1 C 18:3 cis 9,12,15 C 7:0 C 8:0 C 14:1 cis 9 C 18:2 (CLA) cis 9, trans 11 C 9:0 C 10:0 C 16:1 trans 9 C 18:2 (CLA) trans 10, cis 12 C 11:0 C 12:0 C 16:1 cis 9 C 18:2 (CLA) cis 9, cis 11 C 13:0 C 14:0 C 17:1 cis 9 C 18:2 (CLA) trans 9, trans 11 C 15:0 C 16:0 C 18:1 trans 6 C 20:2 cis 11,14 C 17:0 C 18:0 C 18:1 trans 9 C 20:3 cis 8,11,14 C 19:0 C 20:0 C 18:1 trans 10 C 20:4 cis 5,8,11,14 C 21:0 C 22:0 C 18:1 trans 11 C 20:3 cis 11,14, 17 C 14:0 iso C 18:1 cis 9 C 18:1 cis 11 C 18:1 cis 12 C 18:1 cis 13 C 20:1 cis 11 C 22:1 cis 13 C 15:0 iso C 15:0 ante iso C 16:0 iso C 17:0 iso C 17:0 ante iso

12 Melkvetsamenstelling waarom belangrijk? Kaas ontbreekt in de nieuwe (2004) schijf van vijf. Verzadigd vet Onverzadigd vet Voedingscentrum: Onverzadigd vet verkleint de kans op hart en vaatziekten en zijn goed voor je cholesterol Kies producten met zo min mogelijk verzadigd vet.

13 C14: Variatie in melkvetsamenstelling C4:0 C12: C16:0 C18u

14 Variatie in vetsamenstelling 32.1% C14+C % C18u 19.9% Rest C18u 21.6% 5.3% C18 8.7% C4 C12 8.7% C % Rest 23.9% C16 8.2% C % C4 C % C % C % C14+C % C16 4.1% 14.8% C18 C18u 9.2% Rest 17.1% C4 C % C14+C % C14

15 Melkvetsamenstelling erfelijk? Gemiddelde h 2 C4:0 C12: C14: C16: C18: C18u CLA SFA/UFA

16 Melkvetsamenstelling erfelijk? Gemiddelde h 2 C4:0 C12: C14: C16: C18: C18u CLA SFA/UFA

17 Conclusies Melkvetsamenstelling Er zijn aanzienlijke verschillen in melkvetsamenstelling tussen koeien. Genetica draagt in belangrijke mate bij aan verschillen in melkvetsamenstelling ~60% voor kortketenige vetzuren ~25% voor langketenige vetzuren

18 Melkeiwitsamenstelling

19 Eiwit% versus Melkeiwitsamenstelling 4% eiwit 3% eiwit

20 Minutes AU AU BSA BSA a-lac b-lg-b b-lg-a a-cas-s a-cas-s Name Area Pk # PDA - 214nm b-cas-b k-cas a-cas-s b-cas-a b-cas-a ~86% totaal eiwit α s1 cas β cas A1 β cas A2 α lac β lac α s2 cas κ cas 0.00

21 Melkeiwitsamenstelling waarom belangrijk? Caseïne α s1 Caseine Eiwit% α s2 Caseine β Caseine κ Caseine Wei eiwitten β Lactoglobuline α Lactalbumine Kaas Wei

22 Melkeiwitsamenstelling genetische varianten Caseines α s1 Caseine α s2 Caseine β Caseine κ Caseine Wei eiwitten β Lactoglobuline α Lactalbumine Varianten B,C B A 1,A 2,A 3,B,I A,B,E A,B B, D Nieuwe variant één koe

23 Melkeiwitsamenstelling genetische varianten κ caseïne: 169 bouwstenen = aminozuren κ caseïne A versus κ caseïne B

24 Melkeiwitsamenstelling genetische varianten κ caseïne: 169 bouwstenen = aminozuren Ile Ala κ caseïne A versus κ caseïne B

25 Melkeiwitsamenstelling genetische varianten Stremtijd (min.) κ caseine Overgangs% β lactoglobuline AA AB BB Van den Berg et al. (1992) Overgangs%= TN melk TN eerste wei TN melk 100%

26 Variatie in melkeiwitsamenstelling αs1-cn αs2-cn β-cn Caseine Index

27 Variatie in eiwitsamenstelling 65.2% CN β CN 21.1% 4.3% κ CN * 22.1% Rest β CN 27.2% 4.0% κ CN * 14.0% Rest 12.5% α s2 CN 27.3% α s1 CN 2.0% α Lac 10.7% β LG 10.4% α s2 CN α 33.6% s1 CN 75.2% CN 2.4% α Lac 8.4% β LG 5.5% α s2 CN 31.9% 3.4% β CN κ CN * 10.2% Rest 2.4% α Lac 9.6% β LG 77.8% CN 37.0% α s1 CN

28 Melkeiwitsamenstelling erfelijk? Gemiddelde h 2 Caseines α s1 Caseine α s2 Caseine β Caseine κ Caseine Wei eiwitten β Lactoglobuline α Lactalbumine Caseine Index

29 Melkeiwitsamenstelling erfelijk? Gemiddelde h 2 Caseines α s1 Caseine α s2 Caseine β Caseine κ Caseine Wei eiwitten β Lactoglobuline α Lactalbumine Caseine Index

30 Conclusies Melkeiwitsamenstelling Er zijn aanzienlijke verschillen in melkeiwitsamenstelling tussen koeien. Genetica draagt in belangrijke mate bij aan verschillen in melkeiwitsamenstelling 50 80% voor de meeste eiwitten

31 Conclusies Melkvetsamenstelling en melkeiwitsamenstelling kunnen worden gewijzigd door middel van selectie. Echter Er is informatie nodig om op te kunnen selecteren bepaling op grond van InfraRood metingen DNA informatie (β Lactoglobuline, κ Caseine, DGAT1, SCD1) Gewijzigde melksamenstelling moet te gelde worden gemaakt.