Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen omvat 21 vragen.

Transcriptie

1 SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen omvat 21 vragen. Dit examen bestaat uit de volgende documenten: Examenopgaven Controleer of alle documenten aanwezig zijn. Het aantal te behalen punten is 100. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie gegeven antwoorden beoordeeld. Lever beide exemplaren van het examenpapier in. Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. Schrijf zo duidelijk mogelijk. Schrijf met een blauw- of zwartschrijvende pen. De toegestane hulpmiddelen bij dit examen zijn: Woordenboek Niet-programmeerbare rekenmachine SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 8

2 2015 NGO-ENS B / 8

3 Opgave 1 (23 punten) In een van de grote steden in Nederland is uit een onderzoek onder meer de volgende informatie over het personenvervoer gebleken: Prijselasticiteit van de vraag naar het openbaar vervoer: -0,5 Kruislingse elasticiteit openbaar vervoer-fiets: 0,20 De vervoersbedrijven overwegen een prijsverhoging van 10% en verwachten op basis van de hoogte van de prijselasticiteit van het openbaar vervoer dat het aantal reizigers met op jaarbasis zal dalen. Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Hoe groot is het totaal aantal reizigers voor de prijsverhoging? Laat uw berekening zien. Met hoeveel procent zal de omzet van de vervoersbedrijven stijgen of dalen? Laat uw berekening zien. Met hoeveel procent zal de afzet van het vervoer per fiets veranderen als gevolg van de prijsverhoging van het openbaar vervoer? Laat uw berekening zien. (2 punten) In welke groep goederen wordt het vervoer per fiets ingedeeld op basis van de reactie op de prijsverhoging van het openbaar vervoer? Motiveer uw antwoord. (3 punten) Waarom kan op basis van de gegeven informatie niet worden vastgesteld of er sprake is van inferieure goederen bij vervoer per fiets? SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie 3 / 8

4 Opgave 2 (22 punten) In een bepaald land geldt in 2014 het volgende (bedragen x 1 miljard): Loon uitgekeerd door bedrijven 480 Lonen en salarissen overheid 72 Saldo overheidsbegroting - 6 Afschrijvingen bedrijven en overheid 24 Uitvoersaldo 66 Bruto-investeringen bedrijven en overheid 70 Nationale bestedingen 606 Import 522 Kostprijsverhogende belastingen en subsidies 96 Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 Bereken het bruto binnenlands product tegen marktprijzen in Laat uw berekening zien. (5 punten) Hoe groot is in 2014 de export in dit land? Motiveer uw antwoord met behulp van een berekening. Hoe groot zijn in 2014 de netto-investeringen in dit land? Motiveer uw antwoord met behulp van een berekening. (5 punten) Bereken het particuliere spaarsaldo in 2014? Laat uw berekening zien. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie 4 / 8

5 Opgave 3 (17 punten) De Europese Unie (EU) is verdeeld over strafheffingen op Chinese producten. De verdeeldheid bleek tijdens een informele stemming over het plan van de eurocommissaris van Handel om heffingen in te voeren die oplopen tot 20%. De heffingen zijn een straf voor China nadat uit onderzoek van de Europese Commissie was gebleken dat China producten 'dumpt' op de Europese markt. Europese bedrijven ondervinden zware concurrentie van China. Vraag 10 Vraag 11 Vraag 12 Vraag 13 Leg uit dat de EU een gemeenschappelijke markt is. (5 punten) Welke drie voordelen brengt de gemeenschappelijke markt met zich mee voor de bedrijven in de lidstaten? Leg uit dat ook bedrijven uit China profiteren van de Europese economische eenwording. Verklaar dat de strafheffing negatieve gevolgen kan hebben voor exporterende ondernemingen in de EU. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie 5 / 8

6 Opgave 4 (16 punten) Hieronder staat de balans van de Centrale Bank en de geconsolideerde balansen van de geldscheppende banken van een bepaald land per 31 december 2014: Balans Centrale Bank per 31 december 2014 (x 1 mijard) Goud en deviezen 160 Bankbiljetten in omloop 240 Schatkistpapier 160 Tegoeden banken Balans Algemene Banken per 31 december 2014 (x 1 mijard) Kas 80 Eigen vermogen 160 Tegoed bij centrale bank 80 Tegoeden in rekening-courant 320 Kredieten 600 Kort spaargeld 128 Lang spaargeld 120 Kortetermijndeposito's 32 Overige passiva De overheid van dit land heeft 80 miljard aan munten in omloop gebracht. Geldscheppende banken behoren tot het financiële systeem van een economie. Het financiële systeem van een economie vervult diverse functies die voor de groei van een economie van belang zijn. Vraag 14 Vraag 15 Welke drie functies heeft het financiële systeem? Bereken de binnenlandse liquiditeitenmassa. Laat uw berekening zien. In het betreffende land vinden de volgende transacties plaats: 1. Jans Baars koopt een wasmachine en sluit daarvoor een persoonlijke lening af bij een algemene bank. 2. Frank Maas koopt bij een algemene bank dollars ten laste van zijn spaarrekening. 3. Door een rentedaling zet het publiek een deel van de kortlopende termijndeposito's om in rekening-courante tegoeden 4. Mark van Doorn koopt een boot en betaalt deze met een deel van zijn spaargeld. Vraag 16 Geef van bovenstaande transacties weer welke invloed deze hebben op de geldhoeveelheid (M1). SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie 6 / 8

7 Opgave 5 (10 punten) In Nederland wordt de effectenbeurs georganiseerd door Euronext, onderdeel van de New York Stock Exchange (NYSE). De belangrijkste verhandelde producten op de effectenbeurs van Euronext zijn aandelen, obligaties, exchange traded funds, certificaten, warrants en exchange traded vehicles. De Amsterdam Exchange Index (AEX) is de belangrijkste graadmeter voor de ontwikkeling van de aandelenbeurs in Amsterdam. Vraag 17 Noem vier aspecten waarop de samenstelling van de AEX-index is gebaseerd. Doordat de effectenbeurs een marktplaats is waar aandelen kunnen worden verhandeld, bestaat de mogelijkheid dat partijen de meerderheid van de aandelen kunnen verwerven. Een dergelijke 'overname' kan door de leiding van het betreffende bedrijf als niet gewenst (vijandig) worden beschouwd. Ter bescherming van 'vijandige' overnames zijn er beschermingsconstructies die tot doel hebben de zelfstandigheid van de onderneming te behouden. De beschermingsconstructies kunnen worden ingedeeld in permanente en tijdelijke beschermingsconstructies. Vraag 18 Vraag 19 Noem twee permanente en twee tijdelijke beschermingsconstructies. (2 punten) Welke organisatie houdt toezicht op de effectenbeurs Euronext? SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie 7 / 8

8 Opgave 6 (12 punten) Mark van Dijk verbouwt graan. Vorige zomer heeft hij ton graan geoogst. De collectieve aanbodfunctie luidde in deze zomer: Qa = 120. De collectieve vraagfunctie is: Qv = 0,6p (Q in miljoenen ton en p in euro's per ton). Vraag 20 Vraag 21 Bereken de marktprijs van graan in de vorige zomer. Op grond van de actuele prijs van graan bepalen de graanverbouwers of zij het komende jaar meer of minder grond voor het verbouwen van graan zullen gebruiken. De aanbodfunctie waarin dit tot uitdrukking komt, luidt Qa = p 100. De graanverbouwers gaan ervan uit dat alle overige omstandigheden gelijk blijven. Waaruit blijkt dat de graanverbouwers de resultaten van de graanoogst in de vorige zomer te laag vonden? Motiveer uw antwoord. Einde examen SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie 8 / 8