Human Computer Interaction (INFOHCI) 3 februari 2005

Transcriptie

1 Departement Informatica en Informatiekunde, Faculteit Bètawetenschappen, UU. In elektronische vorm beschikbaar gemaakt door de TBC van A Eskwadraat. Het college INFOHCI werd in 2004/2005 gegeven door Jan Herman Verpoorten. Opgave 1 Human Computer Interaction (INFOHCI) 3 februari 2005 Meervoudige-keuze vraag Vink de juiste antwoorden aan. Wat zijn interface controls? text box label image map image spin box check box cue radio button tree view Opgave 2 Deze vraag heeft betrekking op het Mealy diagram (STD) a) Wat is de aanleiding voor een transition? b) Hoe wordt in het diagram een transition gespecificeerd? Opgave 3 In ons oog bevinden zich kleurgevoelige cellen. optimaal gevoelig voor een bepaalde kleur. Er zijn drie typen van deze cellen, elk type is a) Welke drie kleuren zijn dit? b) Welke kleurcel is het minst gevoelig? c) Bestaat hiervoor een guideline m.b.t. user interface-ontwerp?

2 Opgave 4 Wat is het probleem in deze interface? Opgave 5 De ontwerpers van deze interface hebben een CD-audiospeler nagebootst, inclusief een Mode button. Conform de fysieke CD-speler zie je na drukken op de Mode button het effect in de display geheel rechts (Playlist, Shuffle, Loop of Single). Welke interface-control zou hier beter op zijn plaats geweest zijn? Opgave 6 Kort-antwoord vraag Antwoord met de betreffende term(en). Wat is de dominerende interactiestijl op deze interface?

3 Opgave 7 Kleur-harmonie schema s baseren zich op het zogenaamde kleurenwiel. a) Beschrijf hoe dit wiel in elkaar zit: welke primaire kleuren, hoe de overige kleuren zijn gepositioneerd, de systematiek, etc. b) Noem tenminste drie kleurenschema s voor het bereiken van harmonie. Opgave 8 Wat kun je zeggen over het gebruik van contrast bij tekst- en achtergrondkleuren? Opgave 9 : antwoord in één zin. Wat verstaan we onder de x-hoogte van een letter? Opgave 10 Een bepaald percentage mannen en vrouwen heeft deficiëntie m.b.t. de kleurwaarneming. a) Geef de percentages. b) Welke twee kleuren worden het meest verward? c) Wat moet je doen als je deze twee kleuren toch wil gebruiken? Opgave 11 Wat verstaan we onder internationalization en localization?

4 Opgave 12 Selecteer- en open-antwoord vraag Deze vraag betreft de Use Case poffertjes bakken. In het activity diagram dat deze use case weergeeft staat een fout. Omcirkel de fout in het diagram en leg uit wat de fout is. Use Case poffertjes bakken: Beginsituatie: Ingrediënten: 200 g tarwebloem, 50 g boekweitemeel, zakje bakpoeder, 3 dl melk, 2 eieren, 5 g zout, boter, Poffertjespan en beslagkom. Use Case Scenario: Meng de tarwebloem, boekweitmeel, bakpoeder en zout goed door elkaar. Maak een glad beslag voor het meel, de lauwe melk en de eieren. Laat ondertussen de poffertjespan goed warm worden. Doe een beetje boter in de kuiltjes van de pan en vul deze dan tot de helft met beslag. Keer de poffertjes als ze van onder bruinen en van boven droog zijn. Poffertjes worden dakpansgewijs bovenop een klontje boter en bestrooid met poedersuiker geserveerd. Opgave 13 Reeks enkelvoudige-keuze vragen. Vink bij elke user characteristic het beste antwoord aan. Mayhem schetst de gevolgen van gebruikerseigenschappen voor het UI-ontwerp. Bijvoorbeeld zijn motivatie en attitude van invloed op taakuitvoering. Motivatie kan laag zijn door een gevoel van bedreiging, maar ook hoog door angst. Motivatie heeft ook te maken met vrijwillig/verplicht gebruik. Hoe beïnvloedt motivatie de ontwerpdoelen? User characteristics Low motivation, discretionary use Low motivation, mandatory use High motivation, due to fear High motivation, due to interest Design goal

5 Opgave 14 Meervoudige keuzevraag. Vink alle juiste antwoorden aan. Welke aspecten zijn van toepassing op de think-aloud storyboard-evaluatie zoals we die in het project idealiter hebben uitgevoerd? De proefpersoon krijgt instructies Er is sprake van een warming-up procedure De facilitator zit in het zicht van de proefpersoon De observer zit in het zicht van de proefpersoon De observer vraagt de proefpersoon om uitleg in bijzondere gevallen De facilitator zegt blijf praten (of iets dergelijks) als er een stilte valt Als de proefpersoon vastzit geeft de facilitator hulp Een retrospectief verslag wordt gegeven De sessie wordt bij voorkeur (op audio tape) opgenomen Het is ongewenst om de sessie op te nemen m.b.v. audio of video Opgave 15 Waarom moet het uitvoeren van user interface evaluaties gebeuren door mensen van buiten het ontwikkelteam? Opgave 16 Beschrijf het verloop van een heuristieke evaluatie Opgave 17 a) Noem tenminste één voorbeeld van een consequentie voor de interface vanwege Miller s law m.b.t. het korte termijn geheugen. b) Redelijk recent is Miller s law bijgesteld. Wat houdt deze bijstelling in? Opgave 18 Open-antwoord-vraag a) Leg uit wat font, typeface en typeface family betekenen. b) Geef van elk een voorbeeld. Opgave 19 Wat is m.b.t. fonts de relatie tussen points, pica, en em? Opgave 20 Beschrijf de toepassing van twee Gestallt principes in interface-ontwerp.

6 Opgave 21 De ontwerpdoelen die volgen uit het gebruikers- en taakprofiel komen als usability specificaties terecht in het ontwerp. In het HCI-project hebben we hiervoor een bepaalde aanpak gevolgd. Beschrijf nauwkeurig in welk deel van het ontwerp de usability specificaties staan en op welke wijze dat beurt. Opgave 22 Geef een beschrijving van de typen user models (mentale/conceptuele modellen bij gebruikers). Opgave 23. Probeer in één zin te antwoorden. Wat vestaan we onder perceived affordance? Opgave 24 Invulvraag. Vul de zin aan met de ontbrekende term(en). Een dient als een natuurlijk model: Het stelt ons in staat onze kennis over algemene objecten en gebeurtenissen te gebruiken om abstracte, nog onbekende concepten van een applicatie te leren begrijpen.