Eenheid in verscheidenheid Visiedocument Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Transcriptie

1 Eenheid in verscheidenheid Visiedocument Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond an veiligheid

2

3 Eenheid in verscheidenheid 3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 1. Visie gevraagd De omgeving verandert De visie De doelstellingen van de VRR 9 2. Gezamenlijke missie De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Netwerkorganisatie Sturingsfilosofie De beleidsvelden Risicobeheersing Incidentbeheersing/-bestrijding Herstel Informatiemanagement Kennismanagement en kwaliteitszorg Kernwaarden van de organisatie Bedrijfsvoering Plancyclus Programma s Programma Gemeenschappelijke Meldkamer Programma Geneeskundige Hulpverlening a. Regionale ambulancedienst b. Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Programma Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing Programma Regionale Brandweer Programma Bedrijfsvoering Programma Facilitaire Organisatie Programma Beleid- & Managementondersteuning a. Eén kwaliteitszorgsysteem b. Communicatie Programma Projecten Actief zoeken naar synergie en doeleffectiviteit Financieel beheer en control Klantgericht P&O-beleid Overleg en medezeggenschap 44 Noten 45 Colofon 47

4 4 Eenheid in verscheidenheid

5 Eenheid in verscheidenheid 5 Voorwoord Het Kabinet heeft in mei 2004 zijn visie op de veiligheidsregio s gepubliceerd, in juni 2004 gevolgd door de Beleidsnota Crisisbeheersing. Op basis van deze twee richtinggevende documenten is op 27 maart 2006 de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) vastgesteld. Hiermee is de veiligheidsregio als vorm van verlengd lokaal bestuur formeel vormgegeven. Dat is van groot belang omdat de door veiligheidsregio uit te voeren taken een gemeentelijke herkomst hebben en via de gemeenschappelijke regeling de gemeenten verantwoordelijkheid dragen voor het goed functioneren van de regio. Veiligheidsbeleid is primair een gemeentelijke verantwoordelijkheid en gemeenten bepalen (indirect) het beleid en optreden van de regio en leveren een financiële bijdrage aan de regio. Op 1 juli 2006 is de VRR als nieuwe organisatie van start gegaan. Begin 2008 is de overgang van de brandweerkorpsen van de gemeenten naar de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond gerealiseerd. In 2006 en 2007 zijn we in de regio Rotterdam-Rijnmond bezig geweest met het inrichten van de veiligheidsregio. Daarbij is mede uitgegaan van door het Rijk gestelde landelijke eisen op het gebied van kwaliteit en organisatie. Ook zijn deze eisen nodig om grootschalig optreden, bijstandsverlening en opschaling goed te laten verlopen. Dat de veiligheidsregio is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur betekent namelijk niet dat aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de gemeenten wordt overgelaten op welke wijze het geheel vormgegeven moet worden. Veiligheid is immers een kerntaak van de overheid en het is noodzakelijk dat die overheid voor alle burgers een uniform niveau van veiligheid en basiszorg biedt. In het wetsvoorstel is dan ook een evenwicht gezocht tussen waar mogelijk het overlaten aan het lokaal bestuur en waar nodig het voorschrijven in verband met slagvaardigheid, uniformiteit of opschaling. Hiermee wordt een sterke positie van de veiligheidsregio gecreëerd zonder dat dit leidt tot een uitholling van de positie van de individuele gemeenten. In de komende periode staat het vormgeven aan de inhoud centraal. Onze plannen strekken zich uit over een periode van vijf jaar. Deze periode is kort genoeg om de urgentie te voelen en lang genoeg om substantiële verbeteringen te kunnen realiseren. In dit document geven we agendapunten voor de periode In de agenda staat het verbinden van partijen bovenaan. Het werkgebied van de VRR wordt gevormd door het samenspel van al die partijen die een rol spelen in de veiligheid van de regio Rotterdam-Rijnmond. Dat brengt ons bij de kerntaak waar de VRR zich voor gesteld weet: het verbinden van een groot aantal partners in veiligheid en het bevorderen van de samenwerking met die andere instanties. Hierbij is het noodzakelijk om de beleidsontwikkelingen bij al die partners nauwkeurig te volgen zodat werkprocessen naadloos op elkaar aansluiten en integrale beleidsontwikkeling kan ontstaan. Nu de ruwbouw van de organisatie van de VRR is gerealiseerd en de belangrijkste organisatorische randvoorwaarden bekend zijn, kan de aandacht verschuiven naar het behalen van synergie. Die synergie-effecten worden mogelijk door een intensieve samenwerking met een scala aan partners en het inzetten van een optimale mix van beleidsinstrumenten. De behaalde winst wordt benut om een kwaliteitsverbetering tot stand te brengen en nieuwe ontwikkelingen in gang te zetten.

6 6 Eenheid in verscheidenheid Met het inzetten van nieuwe ontwikkelingen wil de VRR zich onderscheiden van andere regio s. Omdat het Rijnmondgebied een hoog risicoprofiel heeft en een lange traditie in het gezamenlijk werken aan veiligheid, willen we op een aantal gebieden een voortrekkersrol vervullen en de resultaten daarvan delen met collega s in den lande. Tegelijk staan wij ook open voor ontwikkelingen elders, in binnen- en buitenland. Het visiedocument vormt een belangrijk referentiekader voor de verdere groei. Eenheid in verscheidenheid moet dan ook in dit licht gelezen worden; het is de weerslag van onze aspiraties, maar ook slechts een momentopname. De VRR is een organisatie in ontwikkeling en onze visie groeit mee. Rotterdam, januari 2008 J. Don Berghuijs Algemeen directeur

7 Eenheid in verscheidenheid 7 1. Visie gevraagd 1.1. De omgeving verandert De maatschappij is de afgelopen decennia sterk veranderd. De samenleving is kwetsbaarder geworden als het gaat om inbreuken op de continuïteit van het maatschappelijk leven. Burgers zijn bovendien veeleisender geworden; aan producten en diensten van de overheid op het gebied van de veiligheidszorg worden hoge kwaliteitseisen gesteld. Dit komt duidelijk aan het licht als het gaat om sociale veiligheid (onveilige woonomgeving, overlast, geweld, drugs), maar ook als het gaat om fysieke veiligheid verwacht de burger een krachtig en effectief optredende overheid. Zorg om fysieke veiligheid openbaart zich in het bijzonder bij incidenten en verstoringen van het maatschappelijk leven. Rampen of bijna rampen zijn daardoor vaak onderwerp van het publieke debat en publieke verontwaardiging. Veiligheid is een belangrijke taak van de overheid. Om die veiligheid in onze ingewikkelde samenleving te kunnen garanderen, worden veel regels bedacht. Heel veel regels. Omdat die regels worden opgesteld door verschillende beleidsmakers botsen die regels soms, en wordt handhaving een probleem. Veiligheid is gebaat bij eenduidige afspraken en regels. Daarom is het noodzakelijk dat fysieke veiligheid al vóór de incidentfase nadrukkelijk op de agenda wordt gezet door het voeren van gericht beleid op het gebied van risicobeheersing. Alleen dan is het mogelijk om alle overheidsdiensten en partijen die met veiligheid te maken hebben op een goede manier met elkaar te verbinden. En alleen dan kunnen goede afspraken gemaakt worden en kan duidelijke regelgeving tot stand worden gebracht De visie In de planperiode gaan we aan de slag met de opgaven waarvoor we staan, elk onderdeel van de veiligheidsregio op haar eigen terrein. Het werkgebied van de VRR als geheel wordt gevormd door het samenspel van al die partijen die een rol spelen in de veiligheid van de regio Rotterdam-Rijnmond. En dat is gelijk de kerntaak waar de VRR zich voor gesteld weet: het verbinden van een groot aantal partners in veiligheid en het bevorderen van de samenwerking met die partners. Hierbij staat ons één doel voor ogen: onze regio veiliger maken. Door de toenemende complexiteit van de samenleving is het onmogelijk om die veiligheid langs monodisciplinaire weg te bereiken. Multidisciplinariteit, het denken en handelen in samenhangende ketens - in plaats van in functionele kolommen -, is onontbeerlijk. De regio veiliger maken is het doel, maar hoe veilig is veilig? Tot welk niveau is de overheid in staat, mede gezien de maatschappelijke kosten, veiligheid te garanderen? Immers absolute veiligheid bestaat niet. In het veiligheidsbeleid stellen we samen met alle partners vast welke risico s aanvaardbaar zijn en hoe we risico s kunnen beperken of terugdringen. Duidelijkheid scheppen naar de burgers over de risico s is essentieel. Hierdoor wordt het risicobewustzijn groter en krijgen mensen een realistisch beeld van wat de overheid kan. Het stimuleren van zelf- en samenredzaamheid is een onmisbaar element bij het tot stand brengen van een modern veiligheidszorgsysteem.

8 8 Eenheid in verscheidenheid Informatie wordt, naast mensen en middelen, vaak de derde productiefactor genoemd. Waar we naartoe willen is dat alle belangrijke informatie direct toegankelijk is. Informatiemanagement, het elektronisch aanbieden van informatie en diensten, maakt het mogelijk om alle gegevens direct te ontsluiten op de plek waar dat nodig is. Met behulp van het internet kan ook de burger snel informatie en adviezen krijgen. Informatiemanagement is een belangrijk instrument bij het investeren in publiek vertrouwen. Het vereist in de planperiode een stevige investering in mensen en middelen. De risico s waarmee we worden geconfronteerd, worden steeds ingewikkelder. We hebben dus specialistische kennis nodig. Hoe kunnen we deze kennis genereren en inzetten ter vergroting van de effectiviteit van de organisatie? Kennis wordt ontwikkeld door bijvoorbeeld het evalueren van operationeel optreden en oefeningen, inspecties, klachten, audits en scenario-ontwikkeling. Ook komt ze beschikbaar in de vorm van meer algemene rapporten van de inspectie, de ministeries of kennisinstituten. Bovendien kan de veiligheidsregio besluiten zelf onderzoek te laten uitvoeren door het team Audit, Kwaliteitszorg en Onderzoek. Kennis zit vaak verscholen in de organisatie en blijft hangen bij individuele medewerkers. Om deze kennis te verankeren in de organisatie en te zorgen voor continuïteit worden kenniscentra ingericht. Op brandweergebied is er bijvoorbeeld het Centrum voor Industriële Veiligheid. Maar ook op het bredere terrein van de crisisbeheersing zullen op specifieke thema s expertisecentra worden gevormd. De VRR is één van de grootste veiligheidsregio s van ons land en alle typen rampen waar we in Nederland mee te maken kunnen krijgen, vinden we hier terug. Daarbij is het fysieke veiligheidsdossier voortdurend onderhevig aan veranderingen en onzekerheden. De combinatie van zich aanpassen aan continu veranderende omstandigheden en het hoge risicoprofiel vraagt om kwalitatief hoogwaardige dienstverlening. De VRR ambieert een belangrijke rol om vanuit de eigen praktijk landelijke ontwikkelingen (waaronder wet- en regelgeving) te voeden en daar waar nodig te beïnvloeden. Het werkt uiteraard ook andersom, door onze blik naar buiten te richten, kunnen we ook heel veel leren van onze collega s in het land en kennis nemen van best practices in het buitenland. Om de voortrekkersrol te kunnen waarmaken zal de veiligheidsregio volop investeren in flexibiliteit en het aanpassings- en verbetervermogen van de organisatie door een beleid te voeren gericht op management development en persoonlijke ontwikkeling. Kennis mag niet weglekken en daarom staat de persoonlijke en vaktechnische ontwikkeling van onze medewerkers in de komende planperiode centraal.

9 Eenheid in verscheidenheid De doelstellingen van de VRR Aan wet- en regelgeving en de Gemeenschappelijke Regeling van de VRR kunnen de volgende doelstellingen worden ontleend:» Het geven van invulling aan de regionale taken ten aanzien van het waarborgen van de fysieke veiligheid van de samenleving (risicobeheersing), de voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing en het terugkeren naar een normale situatie na afloop van een crisis (herstel). Multidisciplinaire samenwerking is hierin essentieel, waarbij een bijzondere rol is weggelegd voor de gemeenschappelijke meldkamer als integraal informatieknooppunt.» Het doelmatig organiseren en coördineren van werkzaamheden ter voorkoming, beperking en bestrijding van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al wat daarmee verband houdt.» Het doelmatig organiseren, coördineren en uitvoeren van het vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie van deze processen en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instellingen voor intramurale zorg.» Het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen.» Het adequaat reageren op spoedeisende hulpvragen van burgers, instellingen en bedrijven.» Het ondersteunen en coördineren van gemeentelijke processen op het gebied van risicoen crisis-beheersing.

10 10 Eenheid in verscheidenheid

11 Eenheid in verscheidenheid Gezamenlijke missie Gebaseerd op de doelstelling van de VRR en in het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen is de volgende missie geformuleerd: De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond staat voor samen sterk in risicobeheersing, incidentbestrijding en crisisbeheersing door een gezamenlijke inzet van diensten, organisaties, burgers en bedrijfsleven, waardoor schade en leed bij incidenten wordt voorkomen of beperkt. Deze missie vereist:» Een grote gezamenlijke inzet om de complementaire samenwerking met een groot aantal partners te realiseren.» Dat de basisvaardigheden op orde zijn en in een permanent proces van ontwikkeling worden aangepast aan de verschillende maatschappelijke ontwikkelingen.» Een voortdurende investering in kwaliteitsverbetering bij alle disciplines en in alle schakels van de veiligheidsketen om in een sterk veranderende samenleving sterk en vitaal te blijven.» Een proactieve en flexibele instelling van medewerkers om signalerend, ondersteunend en adviserend op te treden voor het openbaar bestuur. Kernwaarden hierbij zijn: transparantie en het stellen van grenzen op grond van specifieke professionaliteit en beschikbare (repressieve) capaciteit.» Waakzaamheid bij alle medewerkers zowel in de voorbereiding (voorkomen en prepareren) als in de uitvoering (beheersen).» Een organisatie die op orde is; voor een goed presterende veiligheidsregio is de bedrijfsvoering essentieel. Daarbij wordt nadrukkelijk op doelmatigheid en doeleffectiviteit gestuurd.» Een hoge bereidheid om te leren van (bijna) incidenten en klachten en de opgedane kennis structureel in te bedden in een systeem van kennismanagement en kwaliteitsontwikkeling.» Een uit professionals bestaande, optimaal georganiseerde organisatie die voor de dagelijkse en opgeschaalde hulp zeven dagen per week 24 uur per dag klaar staat.» Een inzet op het versterken van de informatieverstrekking en handelingsperspectief van de burger en bedrijven waardoor deze beter in staat zijn hun eigen verantwoordelijkheid te nemen op het gebied van veiligheid en zorg.

12 12 Eenheid in verscheidenheid De missie van de veiligheidsregio vereist een grote gezamenlijke inzet om de complementaire samenwerking met een groot aantal partners te realiseren. Voor de verschillende directies geldt een aantal specifieke, monodisciplinaire missies:» Het verlenen van verantwoorde ambulancezorg en opgeschaalde geneeskundige zorg in goede samenspraak met alle betrokken partijen in de geneeskundige keten, waarbij de beschikbare middelen zo efficiënt en effectief mogelijk worden ingezet.» Het verlenen van verantwoorde brandweerzorg door het beschermen van mensen, dieren en goederen in de gehele regio Rotterdam-Rijnmond tegen brand, ongevallen en natuurgeweld, in een werkomgeving waar klantgerichtheid en professionaliteit centraal staan.» Het 7 x 24 uur verzorgen van de front office voor de hulpvraag van burgers en bedrijven in nood door het geoliede samenspel van mensen en techniek in een Gemeenschappelijke Meldkamer.» Het door multidisciplinaire samenwerking verbeteren van de efficiency en effectiviteit bij zowel de dagelijkse hulpverlening als bij de bestrijding van calamiteiten en rampen.

13 Eenheid in verscheidenheid De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 3.1. Netwerkorganisatie De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond stuurt een complex netwerk aan van operationele en andersoortige organisaties. Met behoud van eigen identiteit en professionaliteit werken, onder aansturing van één bestuur, diverse disciplines intensief met elkaar samen om de veiligheid van de burger in een steeds veranderende en hoogcomplexe samenleving te waarborgen. Kenmerkend voor de moderne samenleving is de toenemende interactieve complexiteit. Ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen kunnen leiden tot een ernstige verstoring van het maatschappelijk leven. De veiligheid van burgers, bedrijven en instellingen kan daarom niet geïsoleerd worden beschouwd. Door een veelheid van zachte en harde koppelingen in de verschillende ketens hebben kleine aanleidingen (verstoringen) ingrijpende gevolgen. Hierbij kan worden gedacht aan verstoringen in de energie-, voedsel-, ICT- en gezondheidsketen. Afhankelijk van de aard van de verstoring van het maatschappelijke leven heeft een groot aantal spelers een rol in het voorkomen of bestrijden van incidenten. Een belangrijke uitdaging voor de veiligheidsregio is om, uitgaande van specifieke professionaliteit van de verschillende factoren, deze rollen naar behoefte en omstandigheden in complementariteit met elkaar te verbinden. Dit vereist een complete netwerkregie met een groot aantal externe partners. Het is een uitdaging voor de veiligheidsregio om een Marktplaats Veiligheidsregio tot stand te brengen, zodat een veelheid aan partijen met elkaar verbonden wordt. Hier geldt heel nadrukkelijk: het geheel is meer dan de som der delen. Een belangrijke uitdaging voor de veiligheidsregio is om, uitgaande van de eigen professionaliteit van de verschillende factoren, de verschillende rollen met elkaar te verbinden. In de veiligheidsregio zijn de Regionale Brandweer, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, de Regionale Ambulancedienst, de Gemeenschappelijke Meldkamer, de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing, evenals een aantal beheerondersteunende onderdelen ondergebracht. Tegelijkertijd is in de VRR een aantal externe organisaties en onderdelen verenigd, die qua beheer geheel autonoom zijn, maar elk een essentiële rol vervullen op het gebied van fysieke veiligheid. De belangrijkste zijn: de twintig gemeenten, de regiopolitie, het Openbaar Ministerie, de divisie Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam NV, de milieudienst DCMR en de waterschappen. Tenslotte zijn er diverse organisaties die op ad hoc basis afhankelijke van de situatie speler zijn in de veiligheidsregio. Hierbij moet gedacht worden aan defensie, de nutssector en diverse organisaties van het rijk.

14 14 Eenheid in verscheidenheid 3.2. Sturingsfilosofie De netwerkstructuur van de VRR is bepalend voor het sturingsconcept van de veiligheidsregio. Daarbij zijn drie sturingsvormen nadrukkelijk aan de orde, te weten:» netwerkregie;» beleid;» beheer. Netwerkregie is het verbinden en onderhouden van relaties met een groot aantal partners om naar behoefte hun monodisciplinaire professionaliteit in complementariteit met elkaar te kunnen verbinden. Netwerkregie is daarmee voor de VRR een belangrijk aspect van de beleidssturing. Met name de Veiligheidsdirectie en de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing vormen hierin een strategisch belangrijk integratiekader.

15 Eenheid in verscheidenheid 15 Beleid is het weloverwogen streven om bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en in een bepaalde tijdsvolgorde te bereiken. Beleid heeft daarom betrekking op de inhoudelijke taak van de organisatie. Kenmerkend voor de VRR is dat de organisaties die geen deel uitmaken van de beheersorganisatie van de VRR een betekenisvolle rol spelen in de beleidssturing van de organisatie. Dit krijgt in het bijzonder gestalte in de multidisciplinair samengestelde Veiligheidsdirectie. Beheer omvat in dit verband de zorg voor de organisatie in de breedste zin van het woord. Het heeft betrekking op het financiële beleid, de middelen, het materieel, de kwaliteit en de personeelszorg. De VRR heeft niet alleen te maken met een complexe omgeving, ook de interne organisatie is door de verschillende sturingsconcepten en verdeling van verantwoordelijkheden ingewikkeld. Dit stelt hoge eisen aan de medewerkers. In de organisatiestructuur (zie organogram) van de veiligheidsregio komt het sturingsconcept tot uitdrukking in de rollen van het bestuur en de diverse directieteams.* * De veiligheidsinhoudelijke zaken worden aangestuurd door de Veiligheidsdirectie. De bedrijfsvoering ligt bij het Directieteam VRR, terwijl er voor het beheer en de aansturing van de Gemeenschappelijke Meldkamer voorzien is in een Directieteam Meldkamer.

16 16 Eenheid in verscheidenheid Organisatie Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond

17 Eenheid in verscheidenheid 17

18 18 Eenheid in verscheidenheid 3.3. De beleidsvelden De veiligheidsregio kent drie primaire en twee ondersteunende beleidsvelden. Te weten: primair:» risicobeheersing;» incidentbeheersing/-bestrijding;» herstel. ondersteunend:» informatiemanagement;» kennismanagement en kwaliteitszorg. Beleid op risicobeheersing, incidentbeheersing en herstel wordt gemaakt binnen vooraf vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:» De doelstelling en missie van de VRR. Daarin is aangegeven wat de ambitie en het werkterrein van de veiligheidsregio zijn, hoe de opdracht luidt waar zij voor staat, voor wie de veiligheidsregio werkt en in welke behoeften zij voorziet. De missie is relatief duurzaam en aan weinig verandering onderhevig.» Een risicoprofiel dat bepalend is voor de inspanningen op gebied van risicobeheersing, incident-beheersing en herstel.» De taken die de veiligheidsregio dient te vervullen om de missie te realiseren. Hierbij vormen de wettelijke taken het minimum.» De landelijke beleidsdoelstellingen die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties krachtens de wet kan opleggen en die onder meer zijn opgenomen in de nota Nationale Veiligheid 1. Zij zijn medebepalend voor de activiteiten van de veiligheidsregio. Op de volgende pagina s worden deze vijf beleidsvelden nader toegelicht.

19 Eenheid in verscheidenheid Risicobeheersing Risicobeheersing omvat alle activiteiten die een vroegtijdig stadium structurele aandacht voor integrale veiligheid bevorderen en die gericht zijn op het zoveel mogelijk voorkomen van onveilige situaties en omstandigheden. Ook het beperken en beheersen van gevolgen van inbreuken op de veiligheid, maken deel uit van het beleidsveld risicobeheersing. Met de verbreding van rampenbestrijding naar crisisbeheersing is, naast het zorgen voor fysieke veiligheid tijdens evenementen, meer aandacht gekomen voor crises zoals pandemieën, terrorisme, hoogwater en grootschalige storingen in de vitale infrastructuur. Multidisciplinair beleid ten aanzien van risicobeheersing wordt op grond van de regionale risico-inventarisaties uitgewerkt. Daarnaast is een kwaliteitsslag nodig bij het ontwikkelen van scenario s en de advisering over het planologische beleid en infrastructurele projecten. De ervaring leert dat het noodzakelijk is om ook de beleidsontwikkelingen van de partners te volgen zodat werkprocessen op elkaar aansluiten. De volgende ontwikkelingen in risicobeheersing sluiten al aan bij die tendens van multidisciplinaire en integrale beleidsontwikkeling:» Het primaat van risicobeheer ligt niet altijd bij het veiligheidsbestuur. Andere partijen met eigen taken en bevoegdheden maken deel uit van het systeem van risicobeheer. Risicobeheersing is daarmee ook netwerkmanagement met een regisserende rol voor de veiligheidsregio.» Samenwerking met andere veiligheidsregio s in risicobeheer. Immers, risico s zijn soms exogeen; hiermee wordt gedoeld op risico s die niet in de eigen regio ontstaan of risico s die niet tot één regio beperkt blijven.» De dynamiek van risicobeheersing is toegenomen. Op zichzelf neutrale elementen kunnen zich onder invloed van situationele factoren ontwikkelen tot risicodragers. De complexe interactie tussen variabelen maakt dat risicomonitoring en risicobeheersing dagelijks werk worden.» De aard van de risico s maakt een generalistische en multidisciplinaire invulling van het beleidsveld risicobeheersing noodzakelijk. De ervaring leert dat het noodzakelijk is om ook de beleidsontwikkelingen van de partners te volgen zodat werkprocessen op elkaar aansluiten en integrale beleidsontwikkeling ontstaat. Onder risicobeheersing scharen we ook risicocommunicatie. Dit behelst niet alleen het bevorderen van risicobewustzijn, maar ook het bieden van een handelingsperspectief, waardoor de bevolking in staat is haar eigen verantwoordelijkheid te nemen. Voor de

20 20 Eenheid in verscheidenheid overheid is risicocommunicatie een instrument om op transparante wijze grenzen te stellen: tot welk niveau is de overheid - mede gezien de maatschappelijke kosten in relatie tot zeer kleine kansen - in staat veiligheid te garanderen? Immers, absolute veiligheid kan nooit worden gegarandeerd. In de planperiode worden de diverse doelgroepen en risico s nauwkeurig in kaart gebracht. Gemeenten tonen een uitgebreide inzet om hun burgers te informeren. Zij doen dit bijvoorbeeld door het organiseren van bijeenkomsten en bezoeken aan risicobedrijven. Personeel van woon- en zorgcentra en scholen worden geïnformeerd over handelingsperspectieven bij rampen en incidenten. De VRR biedt gemeenten ondersteuning door planvorming, onderzoek naar de wensen van de doelgroep en het gezamenlijk ontwikkelen van middelen. Ook adviseert de VRR in de komende planperiode de gemeenten hoe zij kwetsbare thuiswonenden kan informeren. De handelingsperspectieven voor mensen met een beperking dienen landelijk, regionaal en lokaal verder te worden uitgewerkt. Door risicocommunicatie wordt het risicobewustzijn van de bevolking geïntensiveerd. Hiermee geeft de overheid op transparante wijze de grenzen aan van de mogelijkheden om veiligheid te waarborgen Incidentbeheersing/-bestrijding Incidentbeheersing en -bestrijding is het afhandelen van incidenten. Hierbij wordt het begrip incident ruim opgevat. Veel incidenten kennen in potentie elementen van een ramp of crisis. Bovendien hebben kleine incidenten door de media-aandacht soms een grote impact, waardoor snel en soepel opschalen van de overheid nodig is. Onder de term incident wordt ook de dreiging van een fysieke gebeurtenis geschaard, zoals een dreigende aanslag of overstroming. Meer nadruk op crisisbeheersing betekent meer aandacht voor partners. Dit geldt zowel tijdens een incident als in de voorbereiding. Hun participatie in activiteiten zoals planvorming en opleiden, trainen en oefenen is noodzakelijk. Crisisbeheersing vraagt om een meer generieke voorbereiding. Dit stelt hogere eisen aan de professionaliteit, flexibiliteit en veerkracht van de incidentbeheersingsorganisatie. Het vereist kortom een verbreding van de scope van de leidinggevende medewerkers. Niet alleen het technisch oplossen van een probleem vanuit de eigen professionaliteit is de maat der dingen, maar ook de inschatting van de maatschappelijke impact van de gebeurtenis. Crisiscommunicatie krijgt een belangrijke plaats in de incidentbeheersing. De maatschappelijke component van een incident is nadrukkelijker op de kaart komen te staan. Dit vergt

21 Eenheid in verscheidenheid 21 naast technisch-rationele oplossingen meer bestuurlijke betrokkenheid bij incidenten. De emotionele beleving van een incident door betrokkenen en het omgaan daarmee door hulpverleningsdiensten en bestuur, zijn van grote invloed op de maat en de intensiteit van een crisis. De mediasering van incidenten is hierbij een niet te onderschatten ontwikkeling die bijdraagt aan het ontstaan van collectieve stress. Met incidentbeheersing en bestrijding wordt gedoeld op het afhandelen van incidenten, inclusief spoedeisende dagelijkse zorghulpverlening. In de komende periode wordt het Regionaal Deelplan Crisiscommunicatie, onderdeel van het Regionaal Crisisbeheersingsplan, door de 20 gemeenten geïmplementeerd. Er wordt een voorlichterspool gevormd met gecertificeerde werkers die elkaar in tijden van crisis gaan helpen. Men werkt volgens het draaiboek Voorlichterspool, het draaiboek Persvoorlichting en het draaiboek Publieksvoorlichting. Tevens wordt gewerkt aan planvorming op het gebied van nieuwe maatramptypen, bijvoorbeeld crisiscommunicatie in geval van klimatologische en technische incidenten en rampen zoals extreme hitte, langdurige droogte, wateroverlast, stroomuitval en uitval van ICT-netwerken. In de komende jaren staat ook de zogenaamde moderne alarmering hoog op de agenda; er wordt gekeken naar nieuwe technologieën die van nut zijn bij het tijdig alarmeren van burgers. Te denken valt hierbij aan alarmering en informatie door middel van cell broadcast 2 en sms-ondersteuning, meer gebruik van inter-, intra- en extranet, uitgebreidere geschakelde alarmering voor de GMK, et cetera. De VRR heeft hierover contacten met bedrijven, universiteiten en onderzoeksbureaus Herstel Het doel van herstel is het creëren van een normale situatie, daar waar het doel van incidentbeheersing het creëren van een stabiele situatie is. Met de term herstel wordt duidelijk dat het meer dan alleen om (na)zorg gaat. Er is sprake van vervolgprocessen met een eigen dynamiek en vaak een daarop aangepaste organisatievorm. Drie clusters van activiteiten staan in dit beleidsveld centraal: Het eerste cluster is het organiseren van de herstelfase, hieronder vallen activiteiten als het verzorgen van (her)huisvesting of het verlenen van psychosociale nazorg aan slachtoffers. Deze activiteiten staan naast de nazorg voor het eigen personeel. Ook zaken als herstel van de fysieke en/of sociale infrastructuur van een getroffen gebied maken hiervan deel uit.

22 22 Eenheid in verscheidenheid Met herstel wordt gedoeld op het creëren van een normale situatie. Het tweede cluster is gericht op het ondersteunen van het bestuur. Inspecties en onderzoeken maken onlosmakelijk deel uit van de herstelfase. Deze onderzoeken leggen een groot beslag op de bestaande capaciteit en vragen om specifieke competenties. Professionele ondersteuning van het bestuur en de organisatie is noodzakelijk. Het derde cluster betreft de aandacht voor beleidsbijstelling die voortkomt uit externe en interne evaluaties en onderzoek. Aanbevelingen moeten daadwerkelijk worden geïmplementeerd Informatiemanagement Het operationeel georiënteerde informatiemanagement is een cruciaal onderdeel van de incident- en crisisbeheersing en de rampenbestrijding. Vaak wordt, naast mensen en middelen, informatie de derde productiefactor genoemd. Informatiemanagement is een belangrijk integratiekader voor de drie hiervoor genoemde primaire beleidsvelden. Informatiemanagement is volop in ontwikkeling en krijgt in de komende jaren een hoge prioriteit. In dit verband spreken de uitkomsten van het ACIR-rapport 3 boekdelen. Gezien de geconstateerde achterstanden op dit gebied zal in de komende planperiode een aanzienlijke extra inspanning (tijd, geld, capaciteit) geleverd moeten worden. Ontwikkelingen in het kader van crisismanagement studio (CMS) 4 moeten met kracht worden voortgezet. Informatiemanagement is niet alleen van essentieel belang voor de operationele informatievoorziening ten behoeve van de operationele taakuitvoering, maar ook voor het tot stand brengen van zelfredzaamheid en publiek vertrouwen. Informatie is één van de meest kritische succesfactoren bij het beheersen van crises. Informatie is één van de meest kritische succesfactoren bij het beheersen van crises. Naast het ondersteunen en faciliteren van de dagelijkse taakuitvoering van de verschillende operationele diensten vervult de Gemeenschappelijke Meldkamer een vitale functie als operationeel informatieknooppunt.

23 Eenheid in verscheidenheid Kennismanagement en kwaliteitszorg Kennismanagement draait om de vraag hoe kennis wordt gegenereerd en ingezet ter vergroting van de effectiviteit van de organisatie. Kennis wordt ontwikkeld door bijvoorbeeld het evalueren van operationeel optreden en oefeningen, inspecties, klachten, audits en scenarioontwikkeling. Ook komt ze beschikbaar in de vorm van meer algemene rapporten van de inspectie, de ministeries of kennisinstituten. Bovendien kan de veiligheidsregio besluiten onderzoek te laten uitvoeren door haar eigen team Audit, Kwaliteit en Onderzoek. Om een duurzame organisatieontwikkeling te waarborgen verdienen kennismanagement en kwaliteitszorg bijzondere aandacht. Immers, de neiging te focussen op de korte termijn is groot: het zogenoemde dag-reddersgedrag, gericht op de actualiteit. In juli 2007 heeft het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio ingestemd met het Beleidsplan Kwaliteitszorg 5. Voor een duurzame ontwikkeling van kwaliteit zal dit plan voor de komende periode het richtinggevende kader zijn. Kennisontwikkeling is vaak verbonden met personen en hun functioneren in netwerken. Het is een uitdaging die kennisontwikkeling beter te institutionaliseren en te borgen in de organisatie. Voor een duurzame ontwikkeling van veiligheid zijn kennismanagement en kwaliteitszorg van groot belang. Zo zou de VRR in staat moeten worden geacht toonaangevende kenniscentra te vormen die van nationale betekenis zijn. Het documenteren en toegankelijk maken van informatie over technologieën, producten en materieel, en deze te ontsluiten via internet of extranet, kan een belangrijke aanzet geven tot nieuwe ontwikkelingen.

24 24 Eenheid in verscheidenheid

25 Eenheid in verscheidenheid Kernwaarden van de organisatie Kernwaarden zijn belangrijke elementen binnen een organisatie. Zij geven mensen en organisaties een identiteit en vormen de kern van de bedrijfscultuur. Zij zijn de bron van specifiek gedrag. Integriteit, samenwerking, kwaliteit, klantgerichtheid en resultaatgerichtheid zijn de kernwaarden van de VRR. Dat is wat de mensen van de VRR verbindt, waarin zij geloven, waar zij zich voor inzetten. Deze kernwaarden van de organisatie helpen de medewerkers dagelijks keuzes te maken die stroken met de doelstellingen en waarden van de organisatie. Integriteit De VRR is een publieke dienst. De samenleving verwacht dat zowel naar binnen (in de organisatie) als naar buiten (de samenleving) op integere en transparante wijze wordt gehandeld. De organisatie als geheel en de individuele medewerkers moeten op ieder moment verantwoording over hun handelen kunnen en willen afleggen tegenover anderen. Samenwerking De VRR kent veel specialismen binnen de organisatie die samen tot een optimaal resultaat leiden. De samenwerking is zichtbaar in het gedrag van medewerkers. VRR-medewerkers:» communiceren open en effectief;» hebben respect voor elkaar;» inspireren elkaar;» komen afspraken na;» weten elkaar te vinden en maken effectief gebruik van , telefoon en overlegvormen. Kwaliteit Gezien het grote maatschappelijk belang van het werk van de VRR is het uitgangspunt dat de activiteiten, dienstverlening en producten van de VRR met zorg worden uitgevoerd. Dit streven naar kwaliteit is zichtbaar in het gedrag van medewerkers. VRR-medewerkers:» dragen zorg voor een goede voorbereiding en planning;» nemen deel aan opleidingen, trainingen en oefeningen;» passen de kwaliteitssystemen toe;» zetten moderne technologieën in. Klantgericht Burgers, bedrijven, gemeenten en instellingen zijn te beschouwen als klanten van de VRR. Zij staan centraal in het denken en doen van de organisatiemedewerkers. De medewerkers van de VRR spelen in op de behoeften en verwachtingen van de klant. De VRR streeft naar een goed contact met burgers, bedrijven, gemeenten en instellingen met als doel het publiek vertrouwen te vergroten. Een externe oriëntatie van de VRR op de samenleving is noodzakelijk. Zonder een expliciete externe oriëntatie kan onvoldoende worden ingespeeld op de wensen en verwachtingen van de klant. Medewerkers denken en werken

26 26 Eenheid in verscheidenheid daarom van buiten naar binnen: wat wil de samenleving, wat wil het bestuur en welke oplossingen kan de VRR hiervoor aandragen. Resultaatgericht Integriteit, samenwerking, kwaliteit en klantgerichtheid zijn belangrijke kernwaarden voor de organisatie, maar uiteindelijk telt het bereiken van zichtbare resultaten. Het proces is belangrijk, maar aan het einde van de dag gaat het om het antwoord op de vraag: wat hebben we bereikt? of anders gezegd: wat is er klaar, als het klaar is? Kortom:» duidelijkheid over de noodzakelijke randvoorwaarden;» concreet maken van te bereiken resultaten;» organiseren van commitment om het gewenste resultaat te bereiken;» expliciet maken van de noodzakelijke ondersteuning. Adequaat handelen geschiedt doordat bij de VRR de voorwaarden hiervoor goed zijn ingevuld. Er is sprake van:» inzetten van eenduidige processen en procedures;» implementeren van kwaliteitssystemen en certificering;» bewaken van uniformiteit, hanteren van één begrippenkader;» heldere beschrijving van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Om deze kernwaarden verder gestalte te geven wordt hier in de planperiode - projectmatig - aandacht aan besteed. Een van de belangrijkste gereedschappen die hierbij gebruikt wordt, is competentiemanagement. Competentiemanagement slaat een brug tussen de missie en strategie van de organisatie enerzijds, en de competenties die nodig zijn om dit te bereiken anderzijds. Of medewerkers aan bovenstaande kernwaarden kunnen voldoen, wordt in belangrijke mate voorspeld door hun competenties en veel minder door gevolgde opleiding of persoonlijkheidskenmerken sec. Competentiemanagement zal er toe leiden dat medewerkers competenties verder ontwikkelen, zodat zij hun werk beter doen en de organisatie groeit. Een belangrijke reden voor de VRR om te sturen op basis van competenties. Momenteel worden in het kader van een pilot competenties omschreven voor een aantal functies in de brandweerorganisatie. De projectgroep competentiemanagement ontwikkelt aan de hand van de in de pilot opgedane kennis een stappenplan om competentiemanagement VRR-breed te kunnen inzetten. Tevens zullen afspraken over competenties vastgelegd worden in managementcontracten. Daarnaast zullen de bijeenkomsten gericht op integriteit en de beëdiging van medewerkers belangrijke middelen blijken voor een verdere verspreiding van de kernwaarden. Deze dienen tot bevordering van het gewenste gedrag van de VRR-medewerkers. De mate waarin wordt voldaan aan de kernwaarden vormt een belangrijk criterium bij het toekennen van persoonlijke prestatietoelagen en bijzondere beloningen.

27 Eenheid in verscheidenheid 27 Integriteit, samenwerking, kwaliteit, klantgerichtheid en resultaatgerichtheid zijn kernwaarden van de VRR. Aan de hiervoor geformuleerde ambities van de VRR wordt verder vorm en inhoud gegeven in het Beleidsplan van de VRR. Daarna vindt een nadere uitwerking plaats in de programmabegroting, de productbegroting, de activiteitenplanningen van de verschillende onderdelen, managementcontracten en de individuele werkafspraken met medewerkers.

28 28 Eenheid in verscheidenheid

29 Eenheid in verscheidenheid Bedrijfsvoering 5.1. Plancyclus In overheidsorganisaties is de aandacht voor productiviteit en kostenbeheersing traditioneel minder sterk ontwikkeld. Om binnen de veiligheidsregio voldoende rekening te kunnen houden met de interne kosten wordt in de komende planperiode een proces ingezet verwant aan zerobased costing. Hierbij wordt product voor product het kostenbeslag in relatie tot de toegevoegde waarde aan het product en de doelstellingen van de veiligheidsregio onderzocht. Consequentie van een dergelijke inzet is dat processen in de organisatie aangepast zullen moeten worden aan de onderzoeksuitkomsten. Dit is een arbeidsintensieve operatie die als vast audit-instrument geïntroduceerd wordt. Naar verwachting moet het op een dergelijke wijze mogelijk zijn 5% van het meer programmatische budget beschikbaar te krijgen. Het beschikbaar krijgen van middelen voor innovatie is noodzakelijk voor een gezonde VRR, ook op termijn Programma s Uit pragmatische overwegingen kent de VRR een (deel)organisatiegerichte opbouw van beleids- en uitvoeringsprogramma s. Deze programma s worden nader uitgewerkt in product- en activiteitenplannen. Als de VRR voldoende ontwikkelkracht wil realiseren, onder meer door synergiewinst bij de brandweer om te zetten in kwaliteitsverbetering en nieuwe ontwikkelingen, moet in de planperiode met voorrang aandacht gegeven worden aan het ontwikkelen van een nieuwe financieringssystematiek voor de brandweer. De huidige wijze van financiering en de daaraan gekoppelde dienstverleningsovereenkomsten zijn in overwegende mate gebaseerd op inputfinanciering (dus op basis van het huidige personeel en materieel). Dit werkt verlammend op het realiseren van synergiewinst ten behoeve van toekomstige ontwikkelingen. De vigerende werkwijze zal omgezet moeten worden in het vaststellen van prestatienormen en een hierop gebaseerde output financiering, waarbij recente onderzoeken van Cebeon 6 op basis van objectieve fysieke kenmerken van gemeenten een belangrijke leidraad kunnen vormen. Vooral het ontwikkelen van een nieuwe financieringssystematiek bij de brandweer is van belang. Verder zal nader onderzoek moeten plaatsvinden naar de noodzakelijke omvang van de doeluitkering van het Rijk (BDUR) 7. Vanuit de systeemverantwoordelijkheid van het Rijk voor de crisisbeheersing en rampenbestrijding, die de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke gemeenten overstijgt, lijkt het logisch dat het Rijk een groot deel van de aan de veiligheidsregio opgedragen taken financiert. Dat geldt ook voor de informatietechnische en technologische ontwikkelingen (C-2000, meldkamers, informatiemanagement, ACIR) en ontwikke-

30 30 Eenheid in verscheidenheid lingen op het gebied van externe veiligheid. Op dergelijke terreinen, waaronder enkele van nationaal belang, kan alleen dan voortgang worden geboekt wanneer deze ontwikkeling in belangrijke mate wordt gebaseerd op lokale afwegingen ten aanzien van het beschikbaar stellen van noodzakelijke budgetten. In nauwe samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt in de planperiode invulling gegeven aan een herontwerp van de financieringsstructuur Programma Gemeenschappelijke Meldkamer Het beoogde maatschappelijke effect van de Gemeenschappelijke Meldkamer is het optimaliseren van hulpverlening. Dat gebeurt met behulp van moderne communicatiemiddelen. Daarmee worden, op aanvraag van hulpverleners en burgers - onder meer via politie, ambulance en brandweereenheden in het kader van de rampenbestrijding gealarmeerd, begeleid en ondersteund. De Gemeenschappelijke Meldkamer vormt het kloppende hart van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Alle verbindingen komen in de meldkamer samen. Bij dit proces gelden de volgende uitgangspunten:» Er dient voortdurend aandacht te zijn voor een goede balans tussen indicatiestelling van de melding en de verwerkingstijd van de meldkamer.» Op de vraag om spoedeisende hulp dient binnen 15 seconden actie te worden ondernomen.» Met de diensten die bediend worden door de meldkamer worden service level agreements afgesloten.» Bij de inrichting van de operationele werkprocessen zijn de geaccordeerde opvattingen van de operationele diensten leidend.» In de planperiode wordt, daar waar dit aantoonbare voordelen biedt (front office), het proces van verdere integratie voortgezet. De gemeenschappelijke meldkamer is het kloppend hart van de veiligheidsregio. Om de verbinding tussen het operationele proces op straat en de meldkamer te versterken wordt in de planperiode onderzocht of het realiseren van stageplaatsen in de gemeenschappelijke meldkamer voor daartoe geschikt geachte operationele medewerkers mogelijk is. Uit continuïteits-, kwaliteits- en kosteneffectiviteitsoverwegingen gaat het om stages van drie tot vijf jaar die passen binnen een personeelsontwikkelingsplan.

31 Eenheid in verscheidenheid Programma Geneeskundige Hulpverlening In 2008 integreren de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen en de Regionale Ambulancedienst tot één operationele witte kolom. Tot die tijd gelden voor de Regionale Ambulancedienst en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen de volgende separate uitgangspunten a. Regionale ambulancedienst Het beoogde maatschappelijke effect van de regionale ambulancedienst is de levering van verantwoorde ambulancezorg. Ze doet dat vanuit een mensgerichte, transparante en proactieve organisatie, in goede samenwerking met ketenpartners, waarbij de medewerkers en de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Doel is het vervoer van patiënten (zowel bij spoedeisend als bij besteld vervoer) op een ordentelijke en efficiënte wijze met inachtneming van de wettelijke regelgeving. Bij de uitvoering van het programma regionale ambulancedienst gelden de volgende uitgangspunten:» De patiënt behoort op een zo doelmatig mogelijke manier verantwoorde zorg te krijgen.» De publieke en de private ambulancediensten vormen samen een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie onder de naam Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR). Zij werken samen op die onderdelen die nuttig zijn voor beide organisaties in het belang van de patiënt. Tussen de beide ambulancediensten zijn afspraken gemaakt over de verhouding in productie.» De kwaliteit van de ambulancezorg wordt met name bepaald door de mate waarin en de wijze waarop ketenpartners (centralisten, ambulancemedewerkers, huisartsen, mobiel medisch team, specialisten en ziekenhuizen) samenwerken. De Regionale Ambulancedienst Rotterdam-Rijnmond (RAD), onderdeel van de VRR, vormt de spil in de beleidsformulering en -evaluatie van de ambulancezorg in ketenverband.» De Meldkamer Ambulancezorg (MKA), als onderdeel van de gemeenschappelijke meldkamer, verleent diensten ten behoeve van de samenwerkende ambulancediensten op basis van een service-level-agreement en nadere operationele aanwijzingen. De regionale ambulancedienst verleent en organiseert verantwoorde ambulancezorg en vormt de spil in de beleidsformulering en -evaluatie van de ambulancezorg in ketenverband.

32 32 Eenheid in verscheidenheid 5.2.2b. Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Onder het motto Veiligheid met Zorg geregeld zorgt de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) ervoor dat iedereen binnen de gezondheidskundige sector in de regio goed is voorbereid op crises en dat slachtoffers adequaat geholpen worden op het moment dat er echt een groot incident plaatsvindt. Het beoogde maatschappelijke effect is een optimale organisatie van de grootschalige geneeskundige hulpverlening in de regio. Alle activiteiten zijn erop gericht de medische sector zo goed mogelijk voor te bereiden op de hulpverlening tijdens grote incidenten. De GHOR is namens de gemeenten bij een daadwerkelijke inzet verantwoordelijk voor drie hoofdprocessen:» geneeskundige hulpverlening;» psychosociale hulpverlening;» preventieve openbare gezondheidszorg. De GHOR staat voor Veiligheid met Zorg geregeld. Ontleend aan de doelstelling en het maatschappelijk effect zijn de volgende uitgangspunten voor de GHOR van toepassing:» De GHOR zorgt voor de operationele organisatie - bestaande uit circa 350 medewerkers - die vanuit het reguliere werk naadloos kan opschalen van kleinschalig naar grootschalig optreden. Opleiding, training, oefening en operationele voorbereiding spelen hierbij een belangrijke rol.» De GHOR adviseert op geneeskundig gebied bij het verlenen van de vergunningen voor evenementen.» De GHOR levert onderzoek en evaluatie op het gebied van geneeskundige aspecten bij de bestrijding van incidenten met gevaarlijke stoffen.» De GHOR adviseert bij vraagstukken op het gebied van ruimtelijke ordening (aanleg van tunnels of andere grote bouwprojecten).» De GHOR houdt zich bezig met de voorbereiding op een grootschalige uitbraak van infectie-ziekten, zoals griep, vogelpest, pokken of SARS Programma Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing Het beoogd maatschappelijke effect van risico- en crisisbeheersing is het door multidisciplinaire samenwerking verbeteren van de effectiviteit bij zowel de dagelijkse hulpverlening als bij de bestrijding van calamiteiten en rampen. De Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing (SRC) is verantwoordelijk voor de multidisciplinaire voorbereiding op ramp- en crisissituaties binnen de regio Rotterdam-Rijnmond. Het doel van SRC is het verbinden van een groot aantal par-

33 Eenheid in verscheidenheid 33 tijen die een rol hebben bij het verhogen van het veiligheidsniveau van de burger. De kracht van de stafdirectie ligt in haar vermogen om de verschillende belangen van de vele partners optimaal te behartigen en hierin samenhang aan te brengen. Zij doet dit door een scherp inzicht te verkrijgen in de risico s binnen het gebied van de twintig gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond. De directie vertaalt deze risico s in realistische scenario s en biedt hiervoor samen met haar partners oplossingen die zijn verwerkt in regionale plannen en procedures. Tevens communiceert zij hierover met de burgers. Plannen en procedures worden structureel uitgevoerd en op regelmatige basis geoefend en getraind door de verschillende multidisciplinaire teams. De kracht van de stafdirectie is het organiseren van een multidisciplinaire samenwerking. SRC heeft, zoals verwoord in het inrichtingsdocument Alle kleuren gaan voor goud 8 de volgende kerntaken:» Het ondersteunen van de Veiligheidsdirectie bij de multidisciplinaire voorbereiding en afstemming in de breedste zin van het woord. SRC doet dit door uitvoering te geven aan de besluiten van het Bestuur en de Veiligheidsdirectie. Deze besluiten komen voort uit politiek-bestuurlijke prioriteiten die vierjaarlijks worden vastgelegd in het Beleidsplan Veiligheidsregio.» Het onderkennen, inventariseren, analyseren en beheersen van risico s door alle betrokken partijen. Doel daarvan is het risicoprofiel van de regio en de ontwikkeling van een daarop afgestemd, breed gedragen risicobeleid bestuurlijk vast te stellen. Ook het inzichtelijk maken van de operationele prestaties van de vier kolommen en de advisering over de implementatie ervan, hoort bij deze doelstelling.» Het ontwikkelen en coördineren van beleid en beheer met betrekking tot de voorbereiding op de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Dit geldt voor zowel operationele partners als gemeenten. Het ontwikkelen van beleid gebeurt volgens de cyclus van planvorming, opleiding, oefening en evaluatie en omvat eveneens het leren van incidenten en multidisciplinair grootschalig optreden. 9 SRC heeft hierin veelal een regisserende en coördinerende, maar soms ook uitvoerende rol.» Het stimuleren en ondersteunen van de doorontwikkeling van de gemeenten door gezamenlijk een visiedocument op te stellen en hieraan uitvoering te geven.