Hulp na kindermishandeling

Transcriptie

1 Hulp na kindermishandeling Ingrid ten Berge, Marjolein Knaap, Ilona Meuwissen, Cora Bartelink 27 september 2012 Jonge kinderen in de knel (2001) Systematische scholing en training van beroepskrachten Investeren in betere signalering Ontwikkelen en implementeren van gedragscodes en protocollen Stimuleren en versterken van (specialistische) diagnostiek Ontwikkelen en implementeren van effectieve hulpvormen Verbeteren effectiviteit en continuïteit van samenwerkingsverbanden Baeten et al. (2001). Utrecht: NIZW 1

2 12 jaar aanpak kindermishandeling 1999 Oprichting RAAK 2000 NAPS 2001 Voorkomen en bestrijden huiselijk geweld RAAK proefregio s 2007 Kinderen veilig thuis (actieplan overheid) Regionale Aanpak Kindermishandeling: voorkómen, signaleren/melden, stoppen en beperken gevolgen 2010/2011 Evaluatie RAK, prevalentiestudie, rapport Gezondheidsraad RAK2: borging en doorontwikkeling (BvL foundation) Nov Kinderen Veilig: actieplan aanpak kindermishandeling Wat hebben we bereikt? Meer aandacht en bewustwording Meer preventie Betere signalering Meldcodes, protocollen Meer adviesvragen en meldingen Meer deskundige professionals Maar nog niet: Kwantiteit en kwaliteit van diagnostiek en hulpaanbod Effectieve samenwerking 2

3 Stoppen en helpen Doel: bijdragen aan beter hulpaanbod door recente kennis te bundelen Doelgroep: professionals die in en met gezinnen werken in o.a. jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugd-ggz, CJG Uitdaging: kennis naar de praktijk brengen! Programma Casus Benjamin: wat is er nodig? Werkzame elementen in de hulp na kindermishandeling Checklist SamenWerken aan hulp voor mishandelde kinderen en hun ouders 3

4 Casus Benjamin: wat is er nodig? Onderdeel 1: individuele opdracht Onderdeel 2: groepsopdracht Onderdeel 3: plenaire terugkoppeling Individuele opdracht (10 min) Lees de casus beschrijving Maak de opdracht (onder de casus) Gezinsleden: gele post-its Professionals: roze post-its 4

5 Groepsopdracht (20 min) Wie is de tafelvoorzitter? (taken: gesprek leiden en resultaten in 1 minuut plenair terugkoppelen) Opdracht: Cluster de post-its met acties op een flap: welke acties horen bij elkaar? Wat valt op? Zijn er opvallende overeenkomsten en verschillen tussen groep gezin en groep professionals? Plenaire terugkoppeling: Iedere tafelvoorzitter licht plenair één opvallend punt toe (max. 1 minuut) Werkzame elementen in de hulp na kindermishandeling (1) 1. Het hulpaanbod richt zich zowel op het stoppen en verwerken van de mishandeling en de gevolgen daarvan, als op het (weer) op gang brengen van de ontwikkeling van het kind. 2. Het hulpaanbod is op maat en gebaseerd op goede diagnostiek. 3. Het hulpaanbod is abuse-specific. De hulp richt zich specifiek op de (gevolgen van) kindermishandeling. 4. Het hulpaanbod is gezinsgericht en vindt plaats in de eigen leefsituatie. 5. Het plan van aanpak heeft een substantiële duur en intensiteit. 5

6 Werkzame elementen in de hulp na kindermishandeling (2) 6. Bij hulpverlening aan mishandelde kinderen staan de behoeften en krachten van het kind en het gezin centraal. 7. De hulp heeft een cognitief gedragsmatige aanpak. 8. Het hulpaanbod bestaat zo veel mogelijk uit bewezen effectieve interventies. 9. Het hulpaanbod na kindermishandeling is altijd integraal aanbod aan het kind én aan voor het kind belangrijke anderen. SamenWerken aan hulp Werkzame factoren in de intersectorale samenwerking: 1. Gezamenlijk perspectief 2. Juiste partners en samenwerkingsafspraken 3. Respectvolle samenwerkingscultuur 4. Duidelijke regie 5. Ondersteunende werkafspraken 6. Effectief aanbod 7. Systematische evaluatie en kwaliteitsverbetering Samenwerking is een interactief en zich ontwikkelend proces! (top-down en bottom-up) 6

7 Groepsopdracht (20 min) Wat moet er in deze casus (Benjamin) in ieder geval gebeuren om multidisciplinaire samenwerking op uitvoerend niveau tot stand te brengen? Formuleer als groep de belangrijkste acties en zet deze op de flap. Hulpmiddelen: Checklist SamenWerken aan hulp voor mishandelde kinderen en hun ouders (deel 2: uitvoerend niveau) Uw eigen ervaring met succesfactoren en belemmeringen in de samenwerking met anderen. Tot slot bedankt voor uw aandacht! Ingrid ten Berge Nederlands Jeugdinstituut (030)