het Markus evangelie discipelen van de Dienstknecht

Transcriptie

1 het Markus evangelie discipelen van de Dienstknecht De dienstknecht; dienst aan vreemden Markus 6:7 8:26 Voorburg 16 januari 2016

2 Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten voor de studies 2. Samenvatting; Markus als boek 3. De dienst aan vreemden, overzicht 4. 6:7-13 uitzending van de twaalf 5. 6: dood Johannes de doper 6. 6:30-56 Jezus aanwezig, afwezig en terugkomst 7. 7:1-23 overleveringen 8. 7:24-8:10 zegen voor allen 9. 8:11-26 onderscheid zien 10. Vragen voor dienstknechten

3 1. Uitgangspunten voor de studies: keuze om het boek als uitgangspunt te nemen en niet een thema vanuit dit uitgangspunt zijn twee vragen van belang: Hoe wordt de Heer Jezus voorgesteld in dit boek? Welke lessen zijn er voor de discipelen toen en nu?

4 2. Markus als boek (1) Het evangelie naar is een boek Een evangelie heeft een schrijver Een evangelie gaat over het leven van de Heer Jezus hier op aarde (Hd 1:22) Een evangelie is een persoonlijk getuigenis Evangelie is goede boodschap

5 2. Markus als boek (2) Titel: Begin van Evangelie van Jezus Christus Auteur: Johannes Markus (Hd 12:25) Zoon van Maria (Hd 12:12) en Petrus (1Pt 5:13) Dienaar die nuttig wordt (2Tm 4:11) Neef van Barnabas (zus van Maria) (Ko 4:10) Geschreven in Aramees / Grieks Evangelie voor Samaritanen en Romeinen

6 2. Markus als boek (3a), visie Markus: werk van de Heer Jezus Openbaring 4:6,7: En in het midden van de troon en rond de troon vier levende wezens, vol ogen van voren en van achteren. En het eerste levende wezen was een leeuw gelijk, en het tweede levende wezen een kalf gelijk, en het derde levende wezen had het gezicht als een mens, en het vierde levende wezen was een vliegende arend gelijk.

7 2. Markus als boek (3), visie Markus De vier levende wezens (Op 4:7) vgl Ez 1:10 Leeuw: kracht (2 Sm 1:23); brullen (Jb 4:10; Sp 28:15). Kalf / os: dienst ploegen (Dt 22:10); dorsen (Dt 28:31); offerdier; Js 1:3 (Een rund kent zijn bezitter). Mens: naar Gods beeld en gelijkenis (Gn 1:27). Arend: hemelse afkomst woont hoog (Jr 49:16); draagt zijn kinderen (Ex 19:4).

8 2. Markus als boek (4), kenmerken * 1. begint zonder geslachtsregister en met een profeet in de woestijn 2. actie ( terstond, meteen, en ) 3. wat Jezus doet; veel wonderen; minder toespraken weinig gelijkenissen 4. overwint satan en demonen 5. verklaart Joodse woorden (aangegeven door ho esti) en gebruiken (7:3) 6. eindigt met: predik in heel de wereld het evangelie aan alle schepselen (geloof, doop, behoud) * iets aangepast tov eerder overzicht

9 2. Markus als boek (5), kenmerk; wat Jezus doet Relatie tussen verhaal en leren in 4 evangeliën Markus Mattheus Lukas Johannes Verhalend 45% 25% 34% 16% Lerend 55% 75% 66% 84%

10 3. De dienst aan vreemden, overzicht Markus 6:7-8:26 vreemden = niet Joden 6:14-29 koning Herodes (een vreemde koning) 6:30-44 de eerste wonderbare in de buurt van Bethsaïda 6:45-52 storm op het meer (richting Bethsaïda?) 7:24-30 gebied van Tyrus; Syrofenicische vrouw 7:31-37 gebied van Dekapolis 8:22-26 Bethsaïda

11 vreemden: Herodes Bethsaïda, het meer Tyrus, Dekapolis 3. De dienst aan vreemden, plaats van handelen

12 3. De dienst aan vreemden, werk en woorden van de Heer Jezus, Mk 6:7-13 uitzending van de twaalf werk Mk 6:14-29 dood van Johannes verhaal Mk 6:30-44 spijziging 5000 werk Mk 6:45-52 Jezus loopt op de zee werk Mk 6:53-56 genezingen in Gennezareth werk Mk 7:1-23 overlevering ouden woorden Mk 7:24-30 genezing dochter Griekse vrouw werk Mk 7:31-37 genezing dove werk Mk 8:1-10 spijziging 4000 werk Mk 8:11-21 les over zuurdeeg woorden Mk 8:22-26 genezing blinde werk

13 3. De dienst aan vreemden, werk en woorden van de Heer Jezus, WOORD WERK Mk 6:7 zend ze uit Mk 6:34 ontferming Mk 6:34 Hij leert de menigte Mk 6:37 Hij geeft te eten Mk 6:47 Jezus bidt en ziet Mk 6:49 Hij gaat naar hen toe Mk 6:56 Hij geneest en behoudt Mk 7:6 lippen of hart <-- Mk 7:1-23 het houden van regels? Mk 7:30 honden eten kruimels <-- Mk 7:25-30 genezing dochter Griekse Mk 8:1 ontferming Mk 8:1-10 Hij geeft te eten Mk 8:12 geen teken Mk 8:13 Hij gaat naar de overkant Mk 8:14 zuurdeeg Mk 8:14-21 Hij leert de discipelen Mk 8:22-26 Hij opent de ogen

14 4. Mk 6:7-13 uitzending van de twaalf Specifieke opdrachten van de Heer uitzending twee aan twee Jezus geeft hun macht over onreine geesten neem niets mee, wel een staf en sandalen aanwijzing over verblijfplaats schudt het stof af indien u niet welkom bent Zij vertrokken, predikten bekering terwijl de Heer het woord bevestigde (zie Mk 16:20): 1. zij dreven vele demonen uit 2. zij zalfden vele zieken en 3. genazen hen

15 5. Mk 6:14-29 dood van Johannes In welke tijd leven zij / wij? de politiek van koning Herodes partnerdiefstal geraakt geweten begeerte van het vlees, van de ogen, hoogmoed bespeeld door een vrouw bang voor gezichtsverlies, publieke opinie de klokkenluider moet hangen

16 6. Mk 6:30-56 Jezus aanwezig, afwezig en terugkomst Jezus dient de schapen; zegen in woord en werk, de dienstknecht werkt d.m.v. zijn dienstknechten 12 manden blijven over Jezus stuurt ze weg (2 e ), ziet ze wel op afstand maar keert terug Jezus wordt herkend en erkend

17 7. Mk 7:1-23 overleveringen In welke tijd leven zij / wij; de heersende religie van de farizeeën regelcultuur, nuttige regels zo is het geweest, ongeoefend geweten de menselijke regel gaat boven Gods wet

18 8. Mk 7:24-8:10 zegen voor allen 7:24-30 een onreine geest weggestuurd 7:31-37 een moeilijk sprekende gaat overvloedig getuigen 8: 1-10 spijziging ook buiten de grens! (herkansing voor de discipelen)

19 9. Mk 8:11-26 onderscheid zien? 8:11-21 vermenging van het voedsel met politiek en religieus zuurdeeg, maakt het grootser, maar niet beter 8: spuug maakt ziende, in 2 stappen

20 vragen aan discipelen, toen en nu wat zijn jouw ervaringen met deze vragen? Mk 6:8; neem niets mee! Mk 6:31; kom met Mij mee en rust wat? Mk 6:37; geeft u hun te eten! hoeveel hebt u? laat hen in groepen zitten! Mk 6:45; ga vooruit naar de overkant! Mk 6:50; hebt goede moed! Mk 7:18; begrijp je niet dat alles van buiten niet verontreinigt? Mk 8:8; hoeveel broden hebben jullie? Mk 8:15; let op, kijkt uit voor het zuurdeeg van Farizeeën en van Herodes!

21 excurs 1a Ziekenzalving en genezing Zalven is in de Bijbel een normale handeling; Huidverzorging, tegengaan nare lichaamsgeuren en wijding Extra bij feestelijke gelegenheden Pr 9:8; Hl 4:10; Ps 45:8 Niet als teken van rouw of vasten David, 2 Sm 12:20; Daniël, Dn 10:3, zie ook 2 Kr 28:15 Wijding van een voorwerp Gn 28:22; Ex 30:26-30 Wijding van een persoon Ex 40:13-15; Lv 8:12; Js 61:1; Dn 9:24 Verzorging gestorvenen Gn 50:2; 2Kr 16:14; Mk14:8; 16:1 Als verzorging bij ziekten Js 1:6, Jr 8:22, Mr 6:13, Lk 10:34

22 excurs 1b Ziekenzalving en genezing Mk 6:13 En zij dreven vele boze geesten uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen. dus

23 excurs 2 Johannes de doper zijn geboorte; uit een verstorvene; Lk 1:5-25; 36-37; dienst in de woestijn; predikte en doopte; het koninkrijk komt doopt de Heer; Mt 3:13-17, Mk1:9-11, Lk 3:21,22, Jh 1:29-34 gevangengenomen; Mt 4:12, Mk 1:14 twijfel; Mt 11:3-6, Lk 7:18-23 gedood; Mt 14:1-13: Mk 6:14-29, Lk 9:7-9 de Heer over Johannes; Mt 11:7-19, 17:9-13, 21:32, Lk 7:24-35, 16:16, Jh 5:23 farizeeres over Johannes; Mt 21:24-27, Mk 11:27-33, Lk 10:1-8 verschil Johannes en Jezus; Mt 11:12-19, Lk 16:16; Jh 3:22-32, Johannes & Elia; Mt 3:3,4, 11:14; 17:9-13, Mk 9:11-13, Lk 1:17, Jh 1:19-28

24 excurs 3 onrein 7:2,5 aniptos - ongewassen 7:15,18,20,23 koino - profaan, verontreingen, Hd 21:28, Rm14:14, 7:25 kathartos, Hd 10:14,28 1a) in ceremoniële zin: dat waarvan men zich moet onthouden volgens de wet van Mozes 1b) in morele zin: onrein in gedachten en leven Rm 1:24, 6:19, 2 Ko 12:21, Gl 5:19, Ef 4:19, 5:3, Ko 3:5, 1 Th 2:3