MEMO. 1 Inleiding en versie beheer

Transcriptie

1 MEMO Project Renovatie energiecentrale F-pier, LBK s T2, F-pier etc. Inhoud Uitwerking toe te passen isolatie Datum 24 december 2014 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding en versie beheer Luchtkanalen Gekoeld waterinstallaties, binnen opgesteld Gekoeld waterinstallaties, buiten opgesteld CV-installaties, binnen opgesteld CV-installaties, buiten opgesteld Droge koelerinstallaties Installatie in buitenlucht Installatie binnen opgesteld Koud tapwater Warm tapwater Hemelwater / vuilwater installaties Inleiding en versie beheer In deze memo is de toe te passen isolatie uitgewerkt voor AAS. Deze tekst wordt overgenomen in de en van AAS. In de hierna volgende tabel is het versiebeheer van dit document opgenomen. tabel 1.1 versiebeheer Versie Datum Status/wijziging raamwerk document opgezet document gereed voor tussentijdse beoordeling op in projectgroep besproken, zie besprekingsverslag 1257rr116 besprekingsverslag 29 overleg AAS ; reacties in document verwerkt luchtkanalen: inwendig bitumeren toegevoegd + afblaasplenumbak isoleren gkw-leidingen in buitenlucht toegevoegd droge koelerinstallatie toegevoegd soortelijke massa kooltherm toegevoegd + vereiste kenmerken kooltherm gkw-leidingen buiten: afwerking tussen stucco platen en isolatie uitgewerkt n.a.v. input vd Hoek: beugeling Kooltherm bijgesteld + hoofdstuk 6 en 8 t/m 10 uitgewerkt. reacties van Cofely/vd Hoek verwerkt: - isolatie luchtkanalen toevoer ook met losse lijm aan te brengen - afwerking isogene pak aangepast 1

2 2 Luchtkanalen In de hierna volgende tabel zijn de toe te passen afwerkingen van luchtkanalen weergegeven. Opmerkingen: Er zijn geen eisen opgenomen voor de rookklasse. Die moet bepaald worden aan de hand van de ruimte waarin de installatiedelen zich bevinden in combinatie met de wettelijke eisen vanuit het bouwbesluit. De opgegeven isolatiedikten voldoen voor de wintersituatie voor een ruimte met een relatieve luchtvochtigheid <= 70% en het dauwpunt <= 17,0 C. Als de condities hoger zijn in een ruimte in de winter, dan isolatiedikten berekenen en ter goedkeuring indienen bij AAS. tabel 2.1isolatie functie, fabricaat en type voor luchtkanalen Nr. Installatie Functie Fabricaat Type - buitenluchtaanzuigkanaal, 1a uitwendig thermisch + damp - plenumbak aanzuig, remmend uitwendig Armacell - plenumbak afblaas uitwendig 1b - buitenluchtaanzuigkanaal, inwendig - plenumbak aanzuig, inwendig - plenumbak afblaas inwendig corrosie voorkomend Tectyl Armaflex, plaat: AF-19 mm brandgedrag: B Tectyl 5750W 2 retourluchtkanaal uitwendig geen geen n.v.t. 3 luchttoevoerkanaal thermisch Rockwool 133 EF, dikte 25 mm of 133, dikte 25 mm 4 brandwerend bekleed kanaal, afzuigproces van keuken of andere vethoudende dampen brandvertragend zie Ontwerpgrondslagen Brandveiligheid Terminalcomplex, altijd de laatste versie gebruiken 5 brandwerend bekleed kanaal brandvertragend Rockwool of Promat Conlit Ductrock of Promatect-L500, dikte hangt af van vereiste brandwerendheid 6 akoestisch bekleed kanaal geluid demping Merford Isomat KE14 7 luchtkanaal in buitenlucht - het basis uitgangspunt is dat er altijd een bouwkundige ruimte om het kanaal heen gerealiseerd wordt. - in uitzonderlijke gevallen kan er gebruik worden gemaakt van Jenti, Jepoglass kanalen, 50 mm dik; de kleur dient in overleg met de architect vastgesteld te worden. Verwerkingsmethode/toelichting per nummer. ad. 1a De naden damp remmend verlijmen met Armaflex lijm A520. De Armaflex wordt tot aan de flenzen aangebracht. Ter plaatse van de flenzen wordt een strook Armaflex van dezelfde dikte damp remmend over de flenzen en Armaflex heen verlijmt. Bij 2

3 ophangbeugels wordt een strook harde isolatie (bijv. Kooltherm K3) tussen het kanaal en de beugel aangebracht. ad. 1b De oppervlakken dienen schoon, droog en vrij van roest te zijn, voordat het bitumen wordt aangebracht. De oppervlakte temperatuur van het metaal dient tussen de 10 en 35 C te liggen. De minimale dikte van de aangebrachte laag dient 350 micrometer te zijn. ad. 3 ad. 5 ad. 6 De isolatie bestaat uit steenwol met rechtopstaande vezels en is voorzien van een fabrieksmatig aangebrachte lijm laag (type 133EF) of wordt op het kanaal verlijmd (type 133) met MPAC20 (Belu), waarbij de lijm over het volledige oppervlak wordt aangebracht. De isolatie wordt tot aan de flenzen aangebracht. Over de flenzen heen wordt zelfklevende aluminium tape (75 mm) aangebracht. Bij brede kanalen >= mm en bij verticale kanalen > mm, dient de isolatie met lasstiften of plakstiften, incl. afdekplaatje en kitvoet (conform opgave fabrikant) ook nog mechanisch bevestigd te worden. Rockwool: Hard geperst zelfdragende steenwolplaat Rockwool Conlit nauwkeurig op maat zagen en met behulp van lasstiften op het kanaal monteren. Naden, tussen aan elkaar grenzende delen van de isolatie, dienen te worden verlijmd met Conlit Fix lijm. Gedurende de droogtijd van de lijm kunnen de wolplaten gefixeerd worden door nagels met een lengte van ca. 2x de isolatiedikte indien de naden niet goed aansluiten. Promat: de platen bevestigen met Promacol-K84/ 500 lijm en nieten 82 mm, h.o.h. 150 mm. Naden afwerken met Promatect -H stroken 10 x 100 mm, bevestigd met Promacol -K84/ 500 lijm op beide kokers en met nieten 40 mm, h.o.h. 150 mm, op één van de kanaalsegmenten. Promacol -K84/ 500 lijm, ook tussen alle plaataansluitingen aanbrengen. Zware, soepele kunststofmat met anorganische vulstoffen (kleur donkergrijs) met jute laag. De platen verlijmen aan jute zijde met Barycol contactlijm. De naden tussen de platen dichtkitten. De eventueel benodigde thermische isolatie over de akoestische isolatie aanbrengen. De isolatie wordt toegepast indien geluidsproblemen worden verwacht boven gebruikers- en verblijfsruimten. 3

4 3 Gekoeld waterinstallaties, binnen opgesteld In de hierna volgende tabel zijn de toe te passen afwerkingen van de gekoeldwater installaties weergegeven. Opmerkingen: Er zijn geen eisen opgenomen voor de rookklasse. Die moet bepaald worden aan de hand van de ruimte waarin de installatiedelen zich bevinden. Leidingen dienen eerst in de (rode) menie gezet te worden, alvorens geïsoleerd te worden. De hierna volgende tabel heeft betrekking op installaties die binnen (in een bouwkundige ruimte) opgesteld staan. Als er gesproken wordt over bijvoorbeeld appendages met een diameter van DN50, dan wordt daar de buitenstraal van de kunststof mantel, die om de appendage wordt aangebracht mee bedoeld. De folie om de kooltherm heen is de damp remmende laag. Deze laag mag dus nergens beschadigd zijn. tabel 3.1isolatie functie, fabricaat en type voor binnen opgestelde gekoeld waterinstallaties Nr. Installatie Functie Fabricaat Type thermisch + Armaflex, 1 leiding < DN 25 damp Armacell AF, 13 mm remmend leiding DN 25 t/m DN verdeler DN 25 t/m DN T-stukken en bochten (niet zijnde victaulic koppelingen) > DN25 t/m DN leiding > DN verdeler > DN T-stukken en bochten (niet zijnde victaulic koppelingen) > DN200 - appendages, flenzen, victaulic koppelingen <= 140mm (diameter om object heen) - leidingwerk tussen appendages met lengte < 250 mm en <= DN125 - appendages, flenzen, victaulic koppelingen > 140mm (diameter om object heen) - leidingwerk tussen appendages met lengte < 250 mm en > DN125 thermisch + damp remmend thermisch + damp remmend thermisch + damp remmend thermisch + damp remmend Kingspan Tarec Kingspan Tarec Armacell Armacell Kooltherm 20 mm 37 kg/m 3 Kooltherm 25 mm 37 kg/m 3 Armaflex, AF, 13 mm Armaflex, AF, 19 mm Verwerkingsmethode/toelichting per nummer. ad. 1, 4 en 5 De armaflex dient door een partij aangebracht te worden die (zo veel mogelijk) volgens het Armaflex systeem garant plan werkt (en conform het handboek van Armaflex). Dit houdt onder andere in dat er 10 jaar garantie op de materialen en het uitgevoerde werk gegeven wordt. Omdat de armaflex 4

5 leidingdragers niet gebruikt worden, hoeft er geen garantie certificaat afgegeven te worden. De Armaflex damp remmend verlijmd met Armaflex-lijm type 520. De rondnaden om de twee meter verlijmd op de leiding. De breedte van de lijmlaag op de leiding is minimaal de dikte van de Armaflex slangen of platen. De Armaflex wordt aan de Armafix leidingdragers of aan het Kooltherm verlijmt. Daar waar geen leidingdragers worden toegepast zal ter plaatse van de beugels een strook Armaflex (van dezelfde dikte als om de leiding) over de beugels en isolatie heen gelijmd worden. ad. 2 en 3 Kooltherm conform opgave fabrikant aanbrengen. Kooltherm geïsoleerde leidingdragers toepassen: kleiner of gelijk aan DN 100: Kooltherm 80 kg/m 3 groter dan DN 100: Kooltherm 120 kg/m 3 voor de beugelafstand, zie en van KingspanTarec De geleverde Kooltherm dient minimaal de hierna volgende eigenschappen te hebben: Materialen zijn altijd CE gemarkeerd Passiverende coating op het binnenvlak van de isolatie Brandklasse EN : BL-s1, d0 Gedeclareerde thermische geleidbaarheid (schalen): 0,025 W/mK Voor afwerking naden gebruik maken van V1517 CW Aluminium tape. De afwerking met standaard Kooltherm folie is voor een diameter van 33 mm t/m 76 mm met opdruk. Dit mag alleen toegepast worden in technische ruimten, schachten, en in situaties waarbij de leidingen niet in het zicht lopen, bijvoorbeeld boven een volledig gesloten verlaagd plafond. In de overige situaties wel afplakken met aluminium folie. Vanaf diameter 89mm. en groter dient overal aluminium folie gebruikt worden zonder opdruk. 5

6 4 Gekoeld waterinstallaties, buiten opgesteld In de hierna volgende tabel zijn de toe te passen afwerkingen van de gekoeldwater installaties weergegeven. Opmerkingen: Leidingen dienen eerst in de (rode) menie gezet te worden, alvorens geïsoleerd te worden. De hierna volgende tabel heeft betrekking op installaties die buiten (in contact met de buitenlucht) opgesteld staan. Als er gesproken wordt over bijvoorbeeld appendages met een diameter van DN50, dan wordt daar de buitenstraal van de kunststof mantel, die om de appendage wordt aangebracht mee bedoeld. Tracing, zelfregulerende kabels, aanbrengen bij alle leidingen en appendages. De folie om de kooltherm heen is de damp remmende laag. Deze laag mag dus nergens beschadigd zijn. tabel 4.1isolatie functie, fabricaat en type voor binnen opgestelde gekoeld waterinstallaties Nr. Installatie Functie Fabricaat Type 1 leiding < DN 25 thermisch + damp remmend + weerbestendig Armacell leiding DN 25 t/m DN verdeler DN 25 t/m DN T-stukken en bochten (niet zijnde victaulic koppelingen) DN25 t/m DN leiding > DN verdeler > DN T-stukken en bochten (niet zijnde victaulic koppelingen) > DN200 - appendages, flenzen, victaulic koppelingen <= 140mm (diameter om object heen) - leidingwerk tussen appendages met lengte < 250 mm en <= DN125 - appendages, flenzen, victaulic koppelingen > 140mm (diameter om object heen) - leidingwerk tussen appendages met thermisch + damp remmend + weerbestendig thermisch + damp remmend + weerbestendig thermisch + damp remmend + weerbestendig thermisch + damp remmend + weerbestendig Kingspan Tarec Kingspan Tarec Armacell Armacell lengte < 250 mm en > DN125 *) betreft een afstandhouder, zodat de dampremmende laag niet beschadigd wordt; een gelijkwaardige oplossing is toegestaan. Armaflex, AF, 25 mm + 25 mm wol *) + Stucco Kooltherm 30 mm, 37 kg/m mm wol *) + Stucco Kooltherm 40 mm, 37 kg/m mm wol *) + Stucco Armaflex, AF, 25 mm + 25 mm wol *) + Stucco 2 lagen Armaflex, AF, 19 mm + 25 mm wol *) + Stucco 6

7 ad. 1, 4 en 5 ad. 2 en 3 ad 1 t/m 5 De armaflex dient door een partij aangebracht te worden die (zo veel mogelijk) volgens het Armaflex systeem garant plan werkt (en conform het handboek van Armaflex). Dit houdt onder andere in dat er 10 jaar garantie op de materialen en het uitgevoerde werk gegeven wordt. Omdat de armaflex leidingdragers niet gebruikt worden, hoeft er geen garantie certificaat afgegeven te worden. De Armaflex damp remmend verlijmd met Armaflex-lijm type 520. De rondnaden om de twee meter verlijmd op de leiding. De breedte van de lijmlaag op de leiding is minimaal de dikte van de Armaflex slangen of platen. De Armaflex wordt aan de Armafix leidingdragers of aan het Kooltherm verlijmt. Daar waar geen leidingdragers worden toegepast zal ter plaatse van de beugels een strook Armaflex (van dezelfde dikte als om de leiding) over de beugels en isolatie heen gelijmd worden. Kooltherm conform opgave fabrikant aanbrengen. Kooltherm geïsoleerde leidingdragers toepassen: kleiner of gelijk aan DN 100: 80 kg/m 3 groter dan DN 100: 120 kg/m 3 voor de beugelafstand, zie en van KingspanTarec De geleverde Kooltherm dient minimaal de hierna volgende eigenschappen te hebben: Materialen zijn altijd CE gemarkeerd Passiverende coating op het binnenvlak van de isolatie Brandklasse EN : BL-s1, d0 Gedeclareerde thermische geleidbaarheid (schalen): 0,025 W/mK Voor afwerking naden gebruik maken van V1517 CW Aluminium tape. De stucco bestaat uit minimaal 0,8 mm dikke aluminium. Het aanbrengen van de geschiedt door middel van overlapping van de naast elkaar gelegen platen. Deze platen worden voorzien van zogenaamde rillen die ca. 20 à 25 mm van het plaateinde in de plaat worden gerild. Deze rillen worden op elkaar gelegd en aan elkaar bevestigd met kit. Om deze naden op elkaar te houden worden aluminium parkers aangebracht (lengte dient zodanig te zijn dat dampremmende laag niet doorprikt wordt). De wordt om de isolatie aangebracht, zodanig overlappend en afwaterend dat inregenen en lekkage niet mogelijk zijn. Hiertoe worden alle naadverbindingen in het plaatwerk tijdens of na montage van de aluminium met transparante siliconen kit regendicht afgekit. Bij appendages worden demontabele kappen gemaakt. 7

8 5 CV-installaties, binnen opgesteld Dit hoofdstuk heeft betrekking op centrale verwarmingsinstallaties die binnen (in een bouwkundige ruimte) opgesteld staan. In de hierna volgende tabel zijn de toe te passen afwerkingen weergegeven. tabel 5.1isolatie functie, fabricaat en type voor binnen opgestelde cv-installaties Nr. Installatie Functie Fabricaat Type hoge temperatuur installaties, > 65 C 1 leiding, verdeler, T-stukken, bochten <= DN40 thermisch Rockwool 810, 30 mm 2 leiding, verdeler, T-stukken, bochten > DN40 t/m DN125 thermisch Rockwool 810, 40 mm 3 leiding, verdeler, T-stukken, bochten > DN125 thermisch Rockwool 810, 50 mm 4 appendages thermisch Thermatras zie toelichting lage temperatuur installaties, <= 65 C 5 leiding, verdeler, T-stukken, bochten < DN200 thermisch Rockwool 810, 25 mm 6 leiding, verdeler, T-stukken, bochten >= DN200 thermisch Rockwool 810, 30 mm 7 appendages, beugels geen isolatie n.v.t. n.v.t. Verwerkingsmethode/toelichting per nummer. ad. 1, 2, 3, 5 en 6 Thermisch isoleren met aluminiumfolie beklede steenwol omklapschalen met zelfklevende overlap. De schalen na montage op de kopse zijden 2x omwikkelen met aluminium tape (b=50 mm) en per 350 mm borgen met gegalvaniseerd binddraad d=0,5 mm. Bijbehorende pasbochten, of bochten in 45 verstek uitvoeren. De bochten na montage omwikkelen met aluminium tape (b=25 mm). De naden vervolgens met aluminium tape luchtdicht afwerken. Aluminium tape moet voldoen aan brandklasse 1 of 2 volgens NEN 6069 en moet tevens een kleefkracht op staal van tenminste 9 N/m 2 hebben en van een zo genaamde Cold weather kwaliteit zijn. De aluminium tape na montage stevig instrijken met tapespatel. ad. 4 Binnenweefsel: Polyester weefsel PES-WS - Artikelnr. 9395; Isolatievulling: Rockwool, ProRox LF 97; Buitenweefsel: Thermoglas-weefsel 440 SI -grp 1/100 V/WH Bevestiging: rvs bevestigingshaken, dichtrijgen met rvs draad AISI 304, diameter 1,0 mm. 8

9 6 CV-installaties, buiten opgesteld Dit hoofdstuk heeft betrekking op centrale verwarmingsinstallaties die buiten opgesteld staan. In de hierna volgende tabel zijn de toe te passen afwerkingen weergegeven. tabel 6.1isolatie functie, fabricaat en type voor buiten opgestelde cv-installaties Nr. Installatie Functie Fabricaat Type hoge temperatuur installaties, > 65 C leiding, verdeler, T-stukken, bochten <= 810, 40 mm + Stucco 1 thermisch Rockwool DN40 leiding, verdeler, T-stukken, bochten > 810, 50 mm + Stucco 2 thermisch Rockwool 3 DN40 t/m DN125 leiding, verdeler, T-stukken, bochten > DN125 thermisch Rockwool 4 appendages thermisch Rockwool lage temperatuur installaties, <= 65 C leiding, verdeler, T-stukken, bochten < 5 DN200 leiding, verdeler, T-stukken, bochten >= 6 DN200 thermisch thermisch Rockwool Rockwool 810, 60 mm + Stucco ProRox LF970 + demontabele Stucco 810, 30 mm + Stucco 810, 40 mm + Stucco 7 appendages thermisch Rockwool ProRox LF970 + demontabele Stucco Verwerkingsmethode/toelichting per nummer. ad. 1, 2, 3, 5 en 6 Thermisch isoleren met aluminiumfolie beklede steenwol omklapschalen met zelfklevende overlap. De schalen na montage op de kopse zijden 2x omwikkelen met aluminium tape (b=50 mm) en per 350 mm borgen met gegalvaniseerd binddraad d=0,5 mm. Bijbehorende pasbochten, of bochten in 45 verstek uitvoeren. De bochten na montage omwikkelen met aluminium tape (b=25 mm). De naden vervolgens met aluminium tape luchtdicht afwerken. Aluminium tape moet voldoen aan brandklasse 1 of 2 volgens NEN 6069 en moet tevens een kleefkracht op staal van tenminste 9 N/m 2 hebben en van een zo genaamde Cold weather kwaliteit zijn. De aluminium tape na montage stevig instrijken met tapespatel. ad 1 t/m 7 De stucco bestaat uit minimaal 0,8 mm dikke aluminium. Het aanbrengen van de geschiedt door middel van overlapping van de naast elkaar gelegen platen. Deze platen worden voorzien van zogenaamde rillen die ca. 20 à 25 mm van het plaateinde in de plaat worden gerild. Deze rillen worden op elkaar gelegd en aan elkaar bevestigd met kit. Om deze naden op elkaar te houden worden aluminium parkers aangebracht (lengte dient zodanig te zijn dat dampremmende laag niet doorprikt wordt). De wordt om de isolatie aangebracht, zodanig overlappend en 9

10 afwaterend dat inregenen en lekkage niet mogelijk zijn. Hiertoe worden alle naadverbindingen in het plaatwerk tijdens of na montage van de aluminium met transparante siliconen kit regendicht afgekit. Bij appendages worden demontabele kappen gemaakt. 7 Droge koelerinstallaties Het uitgangspunt is dat het leidingwerk van droge koeler installaties gevuld is met bietensap (bijvoorbeeld Thermera -20) of met water/30%glycol. 7.1 Installatie in buitenlucht Vanwege de toepassingen van droge koelerinstallaties (condensor warmte afvoeren, warmte laden, koude laden, vrije koeling) wordt de droge koelerinstallatie niet geïsoleerd. De volgende afwerking is van toepassing. leidingen in (rode) menie zetten; daarna afwerken met weerbestendige verf, RAL 9011, antracietzwart alle materialen van de appendages die in contact komen met de buitenlucht dienen hiervoor geschikt te zijn 7.2 Installatie binnen opgesteld De afwerking van de droge koelerinstallatie hangt af van de functie. Functie: koude laden en/of vrije koeling en/of warmte laden Het leidingwerk en de componenten afwerken conform het hoofdstuk 3 Gekoeld waterinstallaties, binnen opgesteld van deze memo. Functie: uitsluitend condensorwarmte afvoeren Het leidingwerk en de componenten afwerken conform het hoofdstuk 5 CV-installaties, binnen opgesteld van deze memo. Functie: combinatie van koude laden, vrije koeling, condensorwarmteafvoer, warmteladen etc. Het leidingwerk en de componenten afwerken conform het hoofdstuk 3 Gekoeld waterinstallaties, binnen opgesteld van deze memo. 10

11 8 Koud tapwater Om condensvorming te voorkomen worden al de leidingen en appendages geïsoleerd met Armaflex, AF, 13mm. De armaflex dient door een partij aangebracht te worden die volgens het Armaflex systeem garant plan werkt (en conform het handboek van Armaflex). Dit houdt onder andere in dat er 10 jaar garantie op de materialen en het uitgevoerde werk gegeven wordt, inclusief een garantie certificaat. De Armaflex damp remmend verlijmd met Armaflex-lijm type 520. De rondnaden om de twee meter verlijmd op de leiding. De breedte van de lijmlaag op de leiding is minimaal de dikte van de Armaflex slangen of platen. De Armaflex wordt aan de Armafix leidingdragers verlijmt. Daar waar geen leidingdragers worden toegepast zal ter plaatse van de beugels een strook Armaflex (van dezelfde dikte als om de leiding) over de beugels en isolatie heen gelijmd worden. 9 Warm tapwater In de hierna volgende tabel zijn de toe te passen afwerkingen van de warm tapwater installaties weergegeven. De hierna volgende tabel heeft betrekking op installaties die binnen (in een bouwkundige ruimte) opgesteld staan. Het uitgangspunt is dat warm tapwater installaties niet buiten opgesteld worden. tabel 9.1isolatie functie, fabricaat en type voor warm tapwaterinstallaties Nr. Installatie Functie Fabricaat Type 1 geen recirculatiesysteem: leiding, verdeler, T- stukken, bochten thermisch Rockwool 810, 30 mm 2 recirculatiesysteem: leiding, verdeler, T- stukken, bochten thermisch Rockwool 810, 40 mm 3 appendages thermisch Thermatras zie toelichting ad. 1, 2 ad. 2 Thermisch isoleren met aluminiumfolie beklede steenwol omklapschalen met zelfklevende overlap. De schalen na montage op de kopse zijden 2x omwikkelen met aluminium tape (b=50 mm) en per 350 mm borgen met gegalvaniseerd binddraad d=0,5 mm. Bijbehorende pasbochten, of bochten in 45 verstek uitvoeren. De bochten na montage omwikkelen met aluminium tape (b=25 mm). De naden vervolgens met aluminium tape luchtdicht afwerken. Aluminium tape moet voldoen aan brandklasse 1 of 2 volgens NEN 6069 en moet tevens een kleefkracht op staal van tenminste 9 N/m 2 hebben en van een zo genaamde Cold weather kwaliteit zijn. De aluminium tape na montage stevig instrijken met tapespatel. Een dikte van 40mm is voor diameters kleiner dan 22mm niet verkrijgbaar; daarvoor 30mm aanhouden. 11

12 ad. 3 Binnenweefsel: Polyester weefsel PES-WS - Artikelnr. 9395; Isolatievulling: Rockwool, ProRox LF 97; Buitenweefsel: Thermoglas-weefsel 440 SI -grp 1/100 V/WH Bevestiging: rvs bevestigingshaken, dichtrijgen met rvs draad AISI 304, diameter 1,0 mm. 10 Hemelwater / vuilwater installaties Hierna zijn enkele situaties uitgewerkt waarbij isolatie nodig kan zijn. Akoestische demping Er zijn 2 mogelijkheden, afhankelijk van de vereiste demping en beschikbare ruimte. 1. Rockwool 810. Dikte is project specifiek, afhankelijk van gewenste demping. Akoestisch isoleren met aluminiumfolie beklede steenwol omklapschalen met zelfklevende overlap. De schalen na montage op de kopse zijden 2x omwikkelen met aluminium tape (b=50 mm) en per 350 mm borgen met gegalvaniseerd binddraad d=0,5 mm. Bijbehorende pasbochten, of bochten in 45 verstek uitvoeren. De bochten na montage omwikkelen met aluminium tape (b=25 mm). De naden vervolgens met aluminium tape luchtdicht afwerken. Aluminium tape moet voldoen aan brandklasse 1 of 2 volgens NEN 6069 en moet tevens een kleefkracht op staal van tenminste 9 N/m 2 hebben en van een zo genaamde Cold weather kwaliteit zijn. De aluminium tape na montage stevig instrijken met tapespatel. 2. Soundac, BM2040alu. Ter voorkoming van geluidslekken dienen de openingen tussen de platen onderling en bij doorvoeringen zorgvuldig te worden afgedicht. Hiervoor kan aluminiumtape gebruikt worden. De matten op maat snijden met een mes. De mat dient over het hele oppervlak verlijmd te worden met de ondergrond. Akoestische demping en damp remmend Voor het verkrijgen van zowel akoestische demping als het dampdicht maken van de leidingen SonoCool (Coolag Hamar) toepassen. Dikte is project specifiek, afhankelijk van gewenste demping. Schalen dien gekantrecht te zijn voor een goede naadaansluiting. De naden moeten afgewerkt worden met aluminiumtape. Bij horizontale leidingen naden aan onderzijde aanbrengen. Tracing Bij vuilwaterinstallaties kan het aanvullend nodig zijn om tracing aan te brengen (vetvang situaties). Bodegraven, ir D.O. Rijksen 12