Automatische pneumatisch verzinkbare verkeerspaal FAAC CITY 220 H600 met put

Transcriptie

1 Automatische pneumatisch verzinkbare verkeerspaal FAAC CITY 220 H600 met put

2 Technische installatiehandleiding EG-verklaring van overeenstemming Waarschuwingen voor de installateur Technische gegevens verkeerspaal Voorbereidingen en installatie verkeerspaal Plaatsing inductieve veiligheidslussen Installatieschema verkeerspaal Schema voor leggen van leidingen Technische gegevens extern beheerstation Aansluitingen verkeerspaal Aansluitbord Instelling DIPSCHAKELAARS Bedieningsknoppen Aansluitingen beheerstation Handmatige verzinkingsmanoeuvre Onderhoudsprocedures - 1 -

3 EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (RICHTLIJN 98/37/EG) Fabrikant: Adres: Verklaart dat: FAAC S.p.A. Via Benini, Zola Predosa BOLOGNA - ITALIE De verkeerspaal FAAC CITY 220 H600 PNEUMATISCH AUTOMATISCH is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere machines, om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 98/37/EG; voldoet aan de fundamentele veiligheidsvereisten van de volgende andere EEG-richtlijnen: 73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. 89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG en 93/97/EEG. daarnaast verklaart hij dat het niet is toegestaan de apparaten in bedrijf te stellen tot de machine waarin ze worden ingebouwd of waar ze een onderdeel van zullen worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van Richtlijn 98/37/EG is verklaard. Bologna, 01 januari 2007 De Algemeen Directeur A. Bassi - 2 -

4 WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1 LET OP! Het is van belang voor de veiligheid van personen dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een foutieve installatie of foutief gebruik van het product kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. 14 Controleer of de aarding naar behoren uitgevoerd is, en sluit de metalen delen aan op de aardingsinstallatie. 2 Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product 3 De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, aangezien zij een mogelijke bron van gevaar vormen. 15 Het automatische systeem heeft een intrinsieke beveiliging tegen inklemming in de vorm van een koppelcontrole. Toch moet de activeringsdrempel daarvan worden gecontroleerd volgens de normen die zijn aangegeven bij punt De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke zones te beschermen tegen mechanische gevaren die worden veroorzaakt door beweging, zoals beknelling, meesleuren, amputatie. 4 Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 17 Het wordt geadviseerd om voor elke installatie minstens één lichtsignaal (bijv. een ingebouwde waarschuwingslamp in de kop van de verkeerspaal) en een signaleringsbord te gebruiken, alsook de voorzieningen aangeduid bij punt Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik dat niet uitdrukkelijk is vermeld zou het product kunnen schaden en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 18 Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele onderdelen van FAAC S.p.A. 6 FAAC S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid die voortkomt uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem bestemd is, af. 7 Installeer het apparaat niet in omgevingen waar explosiegevaar heerst: de aanwezigheid van brandbare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 8 Voor de landen buiten de EEG dienen behalve de hierboven vermelde normen ook de nationale voorschriften te worden opgevolgd om het juiste veiligheidsniveau te bereiken. 9 FAAC S.p.A is niet verantwoordelijk als de regels der goede techniek niet in acht worden genomen bij de installatie van de producten FAAC CITY en de bijbehorende accessoires, alsook voor vervormingen die tijdens het gebruik zouden ontstaan. 10 De installatie dient te worden uitgevoerd volgens de geldende voorschriften 11 Alvorens ingrepen op de installatie te verrichten moet de elektrische voeding worden afgekoppeld. 12 Breng een alpolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm aan op het voedingsnet van het automatische systeem. Het is raadzaam een magnetothermische differentieelschakelaar van 6A met alpolige onderbreking te gebruiken. 13 Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar aanwezig is met een inschakellimiet van 0,03 A. 19 FAAC S.p.A. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem als er in de installatie componenten worden gebruikt die niet door FAAC S.p.A. geproduceerd of geleverd zijn. 20 Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem FAAC CITY. 21 De installateur dient de Klant alle informatie te verstrekken over handmatige verzinking van de verkeerspaal in noodgevallen, en dient de gebruiker het boekje met waarschuwingen te overhandigen dat bij het product hoort. 22 Sta het kinderen en volwassenen niet toe om zich op te houden in de buurt van de verkeerspaal terwijl deze in werking is. 23 Houd de afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem per ongeluk wordt ingeschakeld. 24 Er mag alleen verkeer over de FAAC CITY verkeerspaal rijden wanneer de paal helemaal verzonken is. 25 De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd en geautoriseerd personeel. 26 Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies is voorzien, is niet toegestaan

5 TECHNISCHE GEGEVENS FAAC CITY H600 PNEUMATISCH ROESTVRIJ STAAL Verplaatsing Pneumatisch met compressor in het beheerstation Verplaatste cilinder Roestvrij staal AISI 304 dikte 4 mm. Oppervlaktebehandeling Polyester poederlak, donkergrijs metallic (RAL 7021) verplaatsingscilinder Optie voor lakken Kleuren ivoorkleur, oranje Optie voor afwerking Gesatineerd Diameter verplaatste cilinder 220 mm. Slag verplaatste cilinder 600mm. Bovenste deel cilinder (kop) Gehard anticorodal aluminium Oppervlaktebehandeling bovenste deel Polyester poederlak, lichtgrijs (RAL 9006) cilinder In de kop ingebouwd lichtsignaal JA Daaltijd ca. 3 sec. Stijgtijd ca. 10 sec. Beschermingsgraad IP 67 Zelfklevende reflectieband Standaardhoogte 55 mm. Bedrijfstemperatuur - 10 C + 50 C Totaalgewicht met put Kg. 100 Handmatige verzinkingsmanoeuvre JA binnenin het beheerstation (Fig.8) Stootvastheid zonder vervorming joule Breekweerstand joule Afmetingen in te metselen put 330 x 330 x 850 H Lengte verbindingsleiding 10 m. + KIT (10 m.) Max. druk pneumatische installatie 4 bar Voeding verwarmingsweerstand 24 Vdc 80 W. TECHNISCHE GEGEVENS FAAC CITY H600 PNEUMATISCH STAAL Verplaatsing Pneumatisch met compressor in het beheerstation Verplaatste cilinder Staal FE37 dikte 4 mm. Oppervlaktebehandeling verplaatsingscilinder Polyester poederlak, donkergrijs metallic (RAL 7021) Optie voor lakken Kleuren: ivoorkleur, oranje Diameter verplaatste cilinder 220 mm. Slag verplaatste cilinder 600 mm. Bovenste deel cilinder (kop) Gehard anticorodal aluminium Oppervlaktebehandeling bovenste deel Polyester poederlak, lichtgrijs (RAL 9006) cilinder In de kop ingebouwd lichtsignaal NEE Daaltijd ca. 3 sec. Stijgtijd ca. 10 sec. Beschermingsgraad IP 67 Zelfklevende reflectieband Standaardhoogte 55 mm. Bedrijfstemperatuur - 10 C + 50 C Totaalgewicht met put Kg. 100 Handmatige verzinkingsmanoeuvre JA binnenin het beheerstation (Fig.8) Stootvastheid zonder vervorming joule Breekweerstand joule Afmetingen in te metselen put 330 x 330 x 850 H Lengte verbindingsleiding 10 m. + KIT (10 m.) Max. druk pneumatische installatie 4 bar Voeding verwarmingsweerstand 24 Vdc 80 W

6 VOORBEREIDINGEN PNEUMATISCHE AUTOMATISCHE VERKEERSPAAL FAAC CITY 220 H600 MET PUT 1) Controleer of het punt waarop de verkeerspaal FAAC wordt geïnstalleerd niet in een regenstroomgebied komt te liggen; als dit wel het geval is, dan moet de FAAC verkeerspaal gedeeltelijk worden afgeschermd door er een afvoerkanaal met een afdekrooster omheen te leggen. 2) Graaf een gat (met een minigraafmachine of met de hand) met een diepte van ongeveer 1,10 m; de doorsnede moet ongeveer 0,80 m zijn. 3) Controleer of het terrein een goede drainagecapaciteit heeft (probeer dit uit door ongeveer 40 liter water in de put te gieten, en ga na of dit binnen 30 minuten is weggelopen). Als dat niet het geval is, moet er onderin iedere put een regenwaterafvoer worden aangelegd met een leiding met een diameter van minimaal 60 mm; deze afvoer moet worden aangesloten op het riool, of anders op een put (met een ledigingssysteem, bijv. een elektropomp), die dieper moet zijn dan de betonnen buis waarmee het regenwater wordt opgevangen. 4) Breng een laag grind aan (steentjes met een diameter van 8 20 mm circa) van ongeveer 20 cm., en zorg ervoor dat deze goed wordt aangeduwd, om te voorkomen dat hij in de toekomst gaat verschuiven. 5) Zet de metalen put compleet met contraframe erin, en zorg ervoor dat hij loodrecht staat; de bovenkant van het contraframe moet ongeveer 10 mm boven het wegdek uitsteken (om de hoeveelheid regenwater die de put instroomt te beperken). 6) Leg, wanneer de put is geplaatst, een elastische mantel Ø 40 mm. tussen de speciale elektrische aansluiting in de put en het beheerstation van de verplaatsing (om de verkeerspaal op het beheersstation aan te sluiten). 7) Stort rondom de hele put beton tot ongeveer -10 cm onder het wegdek (deze afmeting moet worden beoordeeld op grond van hoe het wegdek is afgewerkt), en controleer of de bijgeleverde ankers van de put goed geplaatst zijn. Werk, wanneer het beton gehard is, het wegdek af met hetzelfde soort materiaal. 8) Leg de eventuele andere leidingen tussen het punt waar het besturingsstation van de bewegingen wordt geplaatst en de plaats waar eventuele aanvullende apparaten (bijv. verkeerslichten inductieve lussen, etc.) worden geplaatst; maak de elektriciteitsaansluiting en de aardleiding gereed. N.B.: alle leidingen moeten worden gelegd volgens de geldende voorschriften

7 INSTALLATIE FAAC CITY 220 H600 Fig

8 Fig

9 PLAATSING VAN DE INDUCTIEVE VEILIGHEIDSLUSSEN De eventuele inductieve lussen die deel uitmaken van het systeem, moeten worden geïnstalleerd volgens de specifieke instructies van de detector. In de volgende afbeeldingen worden drie installatievoorbeelden gegeven: 1. In Fig. 3 is de installatie van een lus weergegeven waarmee de omtrek van de verkeerspaal wordt beschermd. 2. In Fig. 4 is de installatie van twee lussen weergegeven die een doorgang van grote afmeting beschermen. 3. In Fig. 5 is de installatie weergegeven van één verkeerspaal en twee magnetische lussen voor het detecteren van passerende voertuigen. 100 cm. min. 100 cm. min. Fig cm. min. 80 cm. min. Fig

10 INSTALLATIESCHEMA VOOR N 1 FAAC CITY 220 H MAGNETISCHE LUS EVENTUELE PALEN Ø105 zie Fig MAGNETISCHE LUS 3000 WAARDEN UITGEDRUKT IN mm Fig

11 INSTALLATIESCHEMA VOOR N 2 FAAC CITY 220 H600 (maximale configuratie) MAGNETISCHE LUS EVENTUELE PALEN Ø105 zie Fig MAGNETISCHE LUS Fig. 5A

12 SCHEMA VOOR LEGGEN VAN LEIDINGEN VOOR N 1 FAAC CITY 220 H MAGNETISCHE LUS Mantel Ø 25 mm. 2 Mantels Ø 40 mm. BEHEERSTATION De put moet worden vlakbij de verkeerspalen worden geplaatst. Plaats een aardplaat in de put. Eventuele paal Ø = 105 voor: -Verkeerslicht. -Signaleringsbord. -Antenne voor radio-ontvanger. - Als het een straat met eenrichtingsverkeer is, installeer dan slechts één paal, rechts van de rijrichting. 2 Mantels Ø 40 mm. Mantel Ø 50 mm. Put 400 X 400 mm. 3 Mantels Ø 40 mm. MAGNETISCHE LUS Mantel Ø 25 mm. 220 V. Fig

13 TECHNISCHE GEGEVENS EXTERN BEHEERSTATION SPCL1 Elektronisch beheerscircuit Met microprocessor met specifieke software voor het beheer van 1 verkeerspaal FAAC CITY 220 Houder voor beheerstation SP Wandmodel Afmetingen houder 400 x 400 x 200 Beschermingsgraad IP 55 Bedrijfstemperatuur -10 C + 50 C Voeding beheerstation 230V. + 10% - 50Hz Beveiligingsschakelaar Thermomagnetisch 1P+N 6A 16 A-6KA Hulptransformator 24V. 25 VA Gebruiksfrequentie weerstandsklasse van de compressor voor de beweging Luchtreservoir voor compressor 60 manoeuvres per dag +/- 20% gemiddelde levensduur: manoeuvres +/- 20% Ingebouwd in het beheerstation TECHNISCHE GEGEVENS EXTERN BEHEERSTATION SPCL2 Elektronisch beheerscircuit Met microprocessor met specifieke software voor het beheer van 2 verkeerspalen FAAC CITY 220 Houder voor beheerstation SP Wandmodel Afmetingen houder 400 X 600 X 200 Beschermingsgraad IP 55 Bedrijfstemperatuur -10 C + 50 C Voeding beheerstation 230V. + 10% - 50Hz Beveiligingsschakelaar Thermomagnetisch 1P+N 6A 16 A-6KA Hulptransformator 24V. 125 VA Gebruiksfrequentie weerstandsklasse van de compressor voor de beweging Luchtreservoir voor compressor 60 manoeuvres per dag +/- 20% gemiddelde levensduur: manoeuvres +/- 20% Ingebouwd in het beheerstation

14 AANSLUITINGEN VERKEERSPAAL De volgende aansluitingen moeten bij het beheerstation komen: Lijn 220V PRESSOSTAAT Compressor E.V. I.G. = Magnetothermische hoofdschakelaar E.V. = Elektroklep manoeuvres 24 Vdc. TR. = Transformator 25 VA. 50/60 Hz. PR.C. = Pressostaat maximale druk in de compressor (max. 4,2 bar.) PRESSOSTAAT = Beveiligingspressostaat (afgesteld op 2,3 bar )

15 Líjn 220V PRESSOSTAAT 1 PRESSOSTAAT 2 Compressor 1 Compressor 2 E.V. 1 E.V. 2 I.G. = Magnetothermische hoofdschakelaar E.V. 1, 2 = Elektroklep manoeuvres 24 Vdc. TR. = Transformator 25 VA. 50/60 Hz. PR.C.1, 2 = Pressostaat maximale druk in de compressor (max. 4,2 bar.) PRESSOSTAAT1, 2 = Beveiligingspressostaat (afgesteld op 2,3 bar.)

16 AANSLUITBORD Klem 1-2 = aansluiting eventuele noodknop om de 220 V voeding naar het systeem uit te schakelen = aansluiting verkeerslicht (230V) OPMERKING = pneumatische compressor 9-10 = aansluitingen elektroklep = aansluiting pressostaat 13 = gemeenschappelijke aansluiting eindschakelaar zoemer - signaallamp 14 = aansluiting eindschakelaar onderaan (vooruitrusting voor beheer verkeerslicht) 15 = aansluiting intermitterende zoemer (vooruitrusting) 16 = aansluiting voor in de kop van de verkeerspaal ingebouwd lichtsignaal = N.O.-ingang voor commando manoeuvres = 24 VDC voor voorzieningen (max. 500 ma) = aansluiting van de twee veiligheidslussen OPMERKING Als de installatie is voorzien van een verkeerslicht, is het noodzakelijk een eindschakelaar ONDERAAN te installeren INSTELLING DIPSCHAKELAARS DIPSCHAKELAAR OP POSITIE OFF DIPSCHAKELAAR OP POSITIE ON AUTOMATISCHE STIJGING GEACTIVEERD 1 AUTOMATISCHE STIJGING GEDESACTIVEERD COMMANDO S GEACTIVEERD 2 COMMANDO S GEDESACTIVEERD INDUCTIELUS GEACTIVEERD 3 INDUCTIELUS GEDESACTIVEERD PRESSOSTAAT GEACTIVEERD 4 PRESSOSTAAT GEDESACTIVEERD DIPSCHAKELAAR 1: (Als er geen beveiligingsvoorzieningen worden gebruikt, MOET hij op ON staan) Positie OFF = AUTOMATISCHE STIJGING GEACTIVEERD: de verkeerspaal staat normaal gesproken omhoog. Na een commando gaat hij omlaag. Wanneer het voertuig door de opening met toegangscontrole is gegaan (en dus de veiligheidsvoorziening bezet en vervolgens weer vrijlaat), gaat de verkeerspaal weer omhoog. Als er geen voertuig doorheen rijdt, gaat de verkeerspaal na 30 automatisch weer omhoog. Positie ON = AUTOMATISCHE STIJGING GEDESACTIVEERD: de verkeerspaal die omhoog is, gaat na een eerste commando omlaag. Na een volgend commando gaat hij omhoog. DIPSCHAKELAAR 2: (Normaal gesproken op OFF) Positie OFF = COMMANDO S GEACTIVEERD: de commando s voor het manoeuvreren van de verkeerspaal die bij de klemmen horen, zijn in werking. Positie ON = COMMANDO S GEDESACTIVEERD: de commando s voor het manoeuvreren van de verkeerspaal die bij de klemmen horen, zijn uitgesloten als de verkeerspaal FAAC CITY

17 H600 niet blijkt te stijgen, kan de monteur bij het corrigeren de commando s tijdelijk uitschakelen en de speciale knop op het speciale circuit gebruiken (P1-START) om testcommando s uit te voeren. DIPSCHAKELAAR 3: (Normaal gesproken op OFF) Positie OFF = INDUCTIELUS GEACTIVEERD: De functie van de inductielus is geactiveerd. Installeer de inductieve detector FG2 op de speciale 11-pins snelaansluiting en de inductielussen 1 en/of 2, en sluit ze aan op de klemmen (indien geactiveerd zonder de genoemde accessoires stijgt de VERKEERSPAAL niet, aangezien de veiligheidsvoorzieningen constant in alarm blijken te zijn) Positie ON = INDUCTIELUS GEDESACTIVEERD: De hierboven beschreven functie is gedesactiveerd en de veiligheidsvoorzieningen zijn dus gedesactiveerd. DIPSCHAKELAAR 4: (Normaal gesproken op OFF) Positie OFF = PRESSOSTAAT EINDSCHAKELAAR STIJGING GEACTIVEERD: In de eindfase van de stijging geeft de pressostaat, bij het bereiken van 3 bar, het commando voor het einde van de stijgfase. Positie ON = PRESSOSTAAT EINDSCHAKELAAR STIJGING GEDESACTIVEERD: De hierboven beschreven functie is gedesactiveerd; de stijging wordt gestopt door de time-out (de timeouttijd kan variëren afhankelijk van het geïnstalleerde eprom-geheugen in het elektronische beheercircuit). COMMANDOKNOPPEN KNOP P1 (START): De START-knop bedient het systeem en volgt de door DIP 1 ingestelde functie. Als de externe commando s worden uitgeschakeld met DIP 2, blijft de START-knop geactiveerd. KNOP P2 (PROG): de PROG-knop betreft de programmeerfunctie van de parameters van de installatie. geprogrammeerd in de fabriek en dus niet wijzigbaar. De ingestelde parameters zijn permanent in de eprom vastgelegd, dus als het circuit moet worden vervangen, moet de eprom naar het nieuwe circuit worden overgezet. KNOP P3 RESET: de RESET-knop zorgt voor de RESTART van de eprom als de programmering is gewijzigd of de eprom is geblokkeerd als gevolg van buitengewone voorvallen (overspanning e.d.). SCHAKELAAR SERVICE: De schakelaar SERVICE deactiveert de werking van alle uitgangen (waarmee dus alle aanwezige functies worden geblokkeerd) en moet worden gebruikt wanneer onderhoud op het beheerstation wordt uitgevoerd, om te voorkomen dat per ongeluk commando s worden gegeven (waardoor de VERKEERSPAAL stijgt)

18 AANSLUITINGEN BEHEERSTATION VOEDING 230V - Voeding 230V= sluit dit stroomopwaarts van de beveiligingsschakelaar aan. - Aarding= sluit dit aan op het speciale gemarkeerde aardingspunt. VERKEERSPAAL SERIE Luchttoevoerleiding= sluit de leiding met diameter 10mm op de speciale aansluiting aan. - Luchtafvoerleiding= sluit de leiding met diameter 6mm op de speciale aansluiting aan. - Kabel lichtsignaal (alleen versie van roestvrij staal)= sluit de rode draad aan op klem 13 en de zwarte op klem 16. COMMANDO S VOOR MANOEUVRES - Eventueel commando vanaf toetsenbord en/of radio-ontvanger= sluit de neutrale draad van het commando dat normaal open is, aan op de klemmen 17 en 18 sluit de voeding 24VDC voor de radio-ontvanger aan op de klemmen HANDMATIGE VERZINKINGSMANOEUVRE In noodgevallen, of als het systeem niet goed functioneert, kan de verkeerspaal met de hand worden verzonken door als volgt te werk te gaan: Open het deurtje van het beheerstation. Draai de noodkraan aangegeven in Fig. 8 tegen de wijzers van de klok in tot de verkeerspaal helemaal is gezakt. Draai de kraan met de wijzers van de klok mee vast. Sluit het deurtje van het beheerstation weer

19 AANSLUITING VOEDING 230V AANSLUITING VOOR LUCHTAFVOERLEIDING (LEIDING 6 mm) AANSLUITING VOOR LUCHTTOEVOERLEIDING (LEIDING 6 mm) KRAANTJE VOOR HANDMATIG VERZINKEN IN NOODGEVALLEN Fig

20 PROCEDURE VOOR NORMAAL ONDERHOUD (HALFJAARLIJKS VOOR VERZINKBARE VERKEERSPAAL FAAC CITY 220 H600) Het halfjaarlijks normaal onderhoud moet volgens deze volgorde worden uitgevoerd: Reiniging van de put door het materiaal dat erin terecht is gekomen eruit te zuigen. Reiniging van de waterafvoerleidingen in de bodem van de put. Reiniging en smering van de centrale glijrail met siliconenolie. Controle (en eventuele vervanging) van de afdichtingen van de onderste aanslag. Controle en eventuele reparatie van eventuele luchtlekkage van de zuiger. Algemene controle van de juiste spanning van de schroeven van de verkeerspaal. Algemene reiniging van de verplaatste cilinder en eventueel bijwerken van de lak. Controle van de pneumatische groep en eventuele reparatie van eventuele luchtlekkages. Controle en eventuele ijking van de werking van de beveiligingspressostaat (40 kg). Test de thermomagnetische differentieelschakelaar stroomopwaarts van de installatie met een speciaal instrument (loop-tester), zowel wat de isolatie als wat de continuïteit betreft. Test de waarde (resistentie aarding) en de continuïteit van de aarding met een speciaal instrument (loop-tester). CONTROLEER DAARNAAST, INDIEN AANWEZIG OP DE INSTALLATIE, HET VOLGENDE: Controleer de werking van het (de) verkeerslicht(en) - Controleer of de inductieve veiligheidslussen werken Controleer of de procedure voor als de stroom wegvalt goed werkt - Controleer of de radio-ontvanger voor het bedienen werkt Controleer de werking van de geluidsanalysator verzinkingvoorziening noodgevallen Controleer of de GSM-activatie van de afstandsbediening werkt - Controleer visueel de elektronische apparatuur voor het beheer van de manoeuvres (bijvoorbeeld: verbrande contacten relais geoxideerde klemmen, enz.)

21 FAAC S.p.A. Via Benini, Zola Predosa (BO) ITALIE Tel.: 051/ Fax: 051/ Stempel van de verkoper: De beschrijvingen en de illustraties van deze handleiding zijn niet bindend. FAAC behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment, zonder zich te verplichten deze publicatie bij te werken, de wijzigingen aan te brengen die hij geschikt acht vanwege technische verbeteringen of om een willekeurig ander vereiste van constructieve of commerciële aard, zonder daarbij de essentiële eigenschappen van de apparatuur te wijzigen rev. A