Ramingen van de vraag naar personeel in verpleging en verzorging tot 2030

Transcriptie

1 BIJLAGEN Zorgen voor Zorg Ramingen van de vraag naar personeel in verpleging en verzorging tot 2030 Evelien Eggink Debbie Oudijk Isolde Woittiez Bijlage A Verschillen tussen informatie uit GEQS (SCP) en StatLine (CBS)... 2 Bijlage B Ontwikkelingen in gebruik, personeel en arbeidsproductiviteit in indexcijfers... 7 Bijlage C Realisaties en ramingen personeel in fte s... 9 Bijlage D Realisaties en ramingen personeel in indexcijfers Bijlage E Personeelsramingen van de deelsectoren samengenomen Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, september

2 Bijlage A (CBS) Verschillen tussen informatie uit GEQS (SCP) en StatLine In de analyses worden de gegevens het gegevens bestand Quartaire Sector (GEQS) van het SCP als uitgangspunt genomen. Deze informatie wijkt echter af van de reeksendoor het CBS via StatLine worden aangeboden. In deze bijlage gaan we in op de verschillen tussen de informatie uit GEQS en StatLine. A.1 Thuiszorg Het CBS geeft in StatLine geen informatie over het aantal cliënten in de thuiszorg. De productie wordt daar gemeten aan de hand van het aantal geleverde uren thuiszorg. Vergelijken van de hier gebruikte aantallen cliënten uit GEQS is dus niet mogelijk. Het CBS rapport wel over personeel. Voor de periode rapporteert het CBS telkens wat meer personeel dan GEQS (figuur A.1). In 1995 is het verschil bijna 2%; in 2005 is het verschil opgelopen tot bijna 4,5%. De groei is volgens het CBS (4,2% per jaar) dan ook iets groter dan volgens GEQS (3,8% per jaar). Figuur A.1 Personeel in de thuiszorg, (in fte s) Bron: CBS-StatLine; GEQS A.2 Verzorgingshuizen personeel thuiszorg GEQS personeel thuiszorg CBS Voor de verzorgingshuizen betreffen de StatLine-gegevens de periode en de GEQSgegevens de periode StatLine publiceert jaarlijks het aantal bewoners van verzorgingshuizen per 31 december. In GEQS is het gemiddelde aantal bewoners per jaar opgenomen. Het gemiddelde aantal bewoners in jaar t wordt berekend als het gemiddelde van het aantal bewoners op van jaar t-1 en het aantal bewoners op van jaar t. De trend in het aantal bewoners verschilt daarmee echter niet (figuur A.2). 2

3 Figuur A.2 Bewoners van verzorgingshuizen, bewoners verzorgingshuizen GEQS bewoners verzorgingshuizen CBS Bron: CBS-StatLine, GEQS De CBS cijfers sporen met de GEQS cijfers voor de periode , maar wijken in de laatste jaren fors af. Dit komt doordat het CBS in StatLine alle personeel in de verzorgingshuizen rapporteert. Door de verzorgingshuizen wordt echter sinds 2001 ook veel extramurale zorg geleverd, dat wil zeggen zorg aan thuiswonenden. Deze zorg valt onder de functie thuiszorg, en zou dus ook daar geregistreerd moeten worden. Ook het bijbehorende personeel hoort dus uit het personeelsbestand van de verzorgingshuiszorg te worden verwijderd. In de gegevens in GEQS is daarmee wel rekening gehouden (figuur A.3). 3

4 Figuur A.3 Personeel van verzorgingshuizen, (in fte s) personeel verzorgingshuizen GEQS personeel verzorgingshuizen CBS Bron: CBS-StatLine,GEQS A.3 Verpleeghuizen Bij de verpleeghuizen loopt de tijdreeks van StatLine terug tot 1985, en de GEQS informatie tot De cijfers van het CBS wijken niet veel af van deze GEQS reeksen, maar bevatten afgeronde getallen (op 100-tallen). Ook hier gaat het bij EQS om het gemiddelde aantal bewoners per jaar, en bij StatLine om het aantal bewoners op van elk jaar. Alleen de laatste 3 jaren schommelt de CBS informatie om de GEQS reeks heen (figuur A.4). 4

5 Figuur A.4 Bewoners van verpleeghuizen, a bewoners verpleeghuizen GEQS bewoners verpleeghuizen CBS a Het aantal bewoners in 2004 is gebaseerd op het aantal bewoners in 2003 en de groei in de verpleegdagen in 2003 en Bron: CBS-StatLine, GEQS De CBS cijfers en de GEQS cijfers over de personeelssterkte in fte s komen voor de waargenomen periode exact overeen (zie figuur A.5). 5

6 Figuur A.5 Personeel (in fte s) van verpleeghuizen, personeel verpleeghuizen GEQS personeel verpleeghuizen CBS Bron: CBS-StatLine, GEQS 6

7 Bijlage B Ontwikkelingen in gebruik, personeel en arbeidsproductiviteit in indexcijfers De tabellen B. 1 tot en met B.4 geven een beeld van de ontwikkeling in het gebruik en personeel in de periode en de daaruit volgende arbeidsproductiviteit. Dezelfde informatie is weergegeven in de figuren van hoofdstuk 5, voor zover het gebruik en personeel betreft. De grafische informatie over arbeidsproductiviteit is te vonden in hoofdstuk 6. Tabel B.5 bevat de overeenkomstige informatie voor de intramurale verpleging en verzorging, ( verpleeg- en verzorgingshuizen tezamen). Tabel B.1 Cliënten, personeel en arbeidsproductiviteit in de thuiszorg, (in indexcijfers, 1985=100) cliënten personeel arbeidsproductiviteit gemiddelde jaarlijkse groei (in %) 2,2 2,2 0,0 a Personeel gebaseerd op Bron: GEQS, VeVeRa, SCP bewerking Tabel B.2 Cliënten, personeel en arbeidsproductiviteit in de verzorgingshuizen (in indexcijfers, 1985=100) cliënten personeel arbeidsproductiviteit gemiddelde jaarlijkse groei (in %) -1,6 0,6-2,2 a Personeel gebaseerd op 2005 Bron: GEQS, VeVeRa, SCP bewerking Tabel B.3 Cliënten, personeel en arbeidsproductiviteit in de verpleeghuizen (in indexcijfers, 1985=100) cliënten personeel arbeidsproductiviteit gemiddelde jaarlijkse groei (in %) 1,0 2,4-1,4 a Personeel gebaseerd op Bron: GEQS, VeVeRa, SCP bewerking 7

8 Tabel B.4 Cliënten, personeel en arbeidsproductiviteit in de verpleging en verzorging (in indexcijfers, 1984=100) cliënten personeel arbeidsproductiviteit gemiddelde jaarlijkse groei (in %) 1,3 1,9-0,6 a Personeel gebaseerd op Bron: GEQS, VeVeRa, SCP bewerking Tabel B.5 Cliënten, personeel en arbeidsproductiviteit in de intramurale verpleging en verzorging (in indexcijfers, 1984=100) cliënten personeel arbeidsproductiviteit gemiddelde jaarlijkse groei (in %) -0,7 1,5-2,3 a Personeel gebaseerd op Bron: GEQS, VeVeRa, SCP bewerking 8

9 Bijlage C Realisaties en ramingen personeel in fte s Tabel C.1 Realisaties en ramingen personeel in de thuiszorg (in fte s x 1000) omgerekende trendraming gebruiksraming zonder trendraming met Tabel C.2 Realisaties en ramingen personeel in de verzorgingshuizen (in fte s x 1000) omgerekende trendraming gebruiksraming zonder trendraming met Tabel C.3 Realisaties en ramingen personeel in de verpleeghuizen (in fte s x 1000) omgerekende trendraming gebruiksraming zonder trendraming met

10 Tabel C.4 Realisaties en ramingen personeel in de verpleging en verzorging (in fte s x 1000) omgerekende trendraming gebruiksraming zonder a a In deze reeks zijn geen uitbijters geconstateerd en is er daardoor geen verschil tussen beide typen trendramingen Tabel C.5 Realisaties en opgetelde ramingen personeel in de intramurale verpleging en verzorging (in fte s x 1000) omgerekende trendraming trendraming met gebruiksraming zonder Tabel C.6 Realisaties en opgetelde ramingen personeel in de verpleging en verzorging (in fte s x 1000) omgerekende trendraming trendraming met gebruiksraming zonder

11 Bijlage D Realisaties en ramingen personeel in indexcijfers Tabel D.1 Realisaties en ramingen personeel in de thuiszorg (in indexcijfers 2005=100) omgerekende trendraming zonder trendraming met gebruiksraming gemiddelde jaarlijkse groei 1985/2005 (in %) 2,2 gemiddelde jaarlijkse groei 2005/2030 (in %) 1,1 1,7 1,5 Tabel D.2 Realisaties en ramingen personeel in de verzorgingshuizen (in indexcijfers 2005=100) omgerekende trendraming zonder trendraming met gebruiksraming gemiddelde jaarlijkse groei 1985/2005 (in %) 0,6 gemiddelde jaarlijkse groei 2005/2030 (in %) 1,3 0,8 1,3 11

12 Tabel D.3 Realisaties en ramingen personeel in de verpleeghuizen (in indexcijfers 2005=100) omgerekende trendraming zonder gebruiksraming trendraming met gemiddelde jaarlijkse groei 1985/2005 (in %) 1,0 gemiddelde jaarlijkse groei 2005/2030 (in %) 1,7 1,7 1,5 Tabel D.4 Realisaties en ramingen personeel in de verpleging en verzorging (in indexcijfers 2005=100) omgerekende trendraming zonder gebruiksraming trendraming met gemiddelde jaarlijkse groei 1985/2005 (in %) 1,2 gemiddelde jaarlijkse groei 2005/2030 (in %) 1,2 1,4 1,4 12

13 Tabel D.5 Realisaties en ramingen personeel in de intramurale verpleging en verzorging (in indexcijfers 2005=100) omgerekende trendraming zonder gebruiksraming trendraming met gemiddelde jaarlijkse groei 1985/2005 (in %) -0,7 gemiddelde jaarlijkse groei 2005/2030 (in %) 1,5 1,4 1,3 Tabel D.6 opgetelde ramingen personeel in de verpleging en verzorging (in indexcijfers 2005=100) a omgerekende gebruiksraming trendraming zonder trendraming met gemiddelde jaarlijkse groei 1985/2005 (in %) 1,2 gemiddelde jaarlijkse groei 2005/2030 (in %) 1,4 1,5 1,5 a Per methode zijn de ramingen van de drie deelsectoren opgeteld. 13

14 Bijlage E Personeelsramingen van de deelsectoren samengenomen In de vorige paragrafen hebben we het aantal fte s in de thuiszorg, verzorgingshuizen en verpleeghuizen tezamen bestudeerd. We kunnen echter ook de ramingen van het personeel in de verschillende deelsectoren uit de paragrafen 7.1 tot en met 7.3 bij elkaar optellen. Het voordeel daarvan is dat we alle informatie over gebruik, personeel en de relatie daartussen zo goed mogelijk gebruiken. Het nadeel is echter dat eventuele onzuiverheden in de gegevens over één van de sectoren wat sterker in de ramingen naar voren zullen komen. In deze paragraaf berekenen we deze opgetelde ramingen. Hierbij tellen we alleen ramingen bij elkaar op die via een vergelijkbare methode zijn geconstrueerd. Tabel E.1 geeft een overzicht van deze samengestelde ramingen en vergelijkt deze met de overeenkomstige ramingen voor het personeel van de sector als geheel. Tabel E.1 Ramingen van personeel in de verpleging en verzorging, totaal en opgeteld (in indexcijfers, 1984=100) totaal opgeteld trendraming vaste arbeidsproductiviteit trendraming permanente trendbreuken trendraming tijdelijke trendbreuken vaste arbeidsproductiviteit gemiddelde jaarlijkse groei (in %) a Personeel gebaseerd op Bron: GEQS, VeVeRa, SCP bewerking 1,4 1,2 1,5 1,5 1,4 Tabel E.1 laat zien dat de ramingen voor de sector als geheel, niet substantieel afwijken van de ramingen gebaseerd op de sectoren afzonderlijk. Dit geldt met name voor de trendramingen. De ramingen gebaseerd op de constante arbeidsproductiviteit vallen wat lager uit dan de trendramingen, met name de raming voor de sector als geheel. Dit komt doordat het aantal cliënten in de verpleeghuizen niet alleen het sterkste groeit, maar ook de laagste arbeidsproductiviteit kent (minste cliënten per fte). Hiermee wordt in de ramingen voor de afzonderlijke sectoren wel rekening gehouden, maar in de raming voor de sector als geheel niet. Daar weegt een extra cliënt in de verpleeghuiszorg even zwaar mee in de personeelsraming als een extra cliënt in de thuiszorg: deze totaalraming valt daardoor iets lager uit. Dit geldt voor zowel de trendramingen als de ramingen op basis van het gebruik. 14