Greenports gewogen. 2926/HK/AvS-RH

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Greenports gewogen. 2926/HK/AvS-RH"

Transcriptie

1 Greenports gewogen Op zoek naar de afwegingen bij vragen naar ruimte in en nabij de greenports vanuit ondernemersperspectief Henk van Kessel, Jolanda van Ee, Brendan McCarthy en Arend Middelburg, 14 december /HK/AvS-RH

2 Colofon Titel : Greenports gewogen Op zoek naar de afwegingen bij vragen naar ruimte in en nabij de greenports vanuit ondernemersperspectief Opdrachtgever : Greenports Nederland, Werkgroep Ruimte Kenmerk/Projectnummer : 2926/HK/AvS-RH Datum : 14 december 2009 Projectomschrijving : Onderzoek naar de afwegingen bij vragen naar ruimte in en nabij de greenports vanuit het perspectief van ondernemers. Het onderzoek levert bouwstenen voor een afwegingskader voor het ontwikkelen van nieuwe tuinbouwlocaties in en nabij de greenports. De focus in dit onderzoek ligt op de ruimtebehoefte van de greenports voor teelt, handel, logistiek en kennisontwikkeling. Contactpersoon : Marc de Bruijne (provincie Zuid-Holland) Adviseurs : Henk van Kessel (projectleider), Jolanda van Ee, Brendan McCarthy en Arend Middelburg NovioConsult BV Postbus 256, 6500 AG Nijmegen telefoon fax info@novioconsult.nl Dit rapport is gekopieerd op 100% chloorvrij gebleekt papier, voorzien van de Nederlandse Milieukeur. Niets uit dit werk mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NovioConsult.

3 Inhoud Samenvatting i 1 Inleiding Aanleiding Doel van het onderzoek Gevolgde werkwijze Leeswijzer 4 2 De greenports Het greenportconcept Het begrip greenport 6 3 Greenports en visie op de ruimte Generiek beleid: ruimte Westland-Oostland Venlo Aalsmeer Duin- en Bollenstreek Boskoop 23 4 Huidige ruimtebeslag greenports Bronnen en begrippen Overzicht ruimtebeslag greenports Overzicht ruimtebeslag overige tuinbouwlocaties Actuele ontwikkelingen en groeimogelijkheden 30 5 Ondernemersvisie ruimtevragen greenports Wensen en behoeften ruimtevraag in en nabij greenports Impact herstructurering en bedrijfsbeëindiging op ruimtevraag in en nabij greenports Vraag en aanbod ruimte in en nabij greenports Is ruimtevraag binnen greenports te accommoderen? Welke alternatieven zijn er als dat niet kan? Voor welke bedrijfsactiviteiten/type activiteiten is vestiging in greenport noodzakelijk en welke factoren bepalen dat? Ontwikkelingen en trends en hun impact op ruimtevraag greenports? Wat zijn de belangrijkste factoren die bepalend zijn voor vraag en aanbod ruimte Wat zijn de (on)mogelijkheden van overheidsturing op de ruimtevraag? Biedt een SER-achtige benadering mogelijkheden waar het de ruimtevraag betreft? Wat zijn de (on)mogelijkheden van marktsturing op de ruimtevraag? 58 Greenports gewogen

4 6 Conclusies en advies Conclusies Korte reflectie op ruimtegebrek per greenport/teelt Advies 67 Bijlage 1 Overzicht van de gebruikte documenten 71 Bijlage 2 Lijst respondenten 73 Bijlage 3 Kaarten per teelt 75 Greenports gewogen

5 Samenvatting Aanleiding In de bestuurlijke uitvoeringsafspraken Greenports Nederland is afgesproken dat de gezamenlijke provincies het trekkerschap hebben om nieuwe locaties voor de greenports te verkennen en deze planologisch te verankeren. De greenportgemeenten en het bedrijfsleven hebben tot taak om daarvoor de benodigde input te leveren. Het Rijk faciliteert dat, onder meer via een mogelijke herziening van de onteigeningswet. Om deze overheden in staat te stellen naar behoren tot een gedragen onderbouwing te komen van hun inbreng, is dit onderzoek gestart. Doel onderzoek Bij de betrokken overheden bestaat de behoefte aan een beargumenteerde onderbouwing voor het nemen van ruimtelijke beslissingen rond de greenports, gegeven onderstaande constateringen: Het ruimtebeslag voor de teelt blijft grotendeels al jarenlang hetzelfde. In het recente verleden zijn diverse locaties voor nieuwbouw en uitleg aangewezen in de meer perifere delen van Nederland, die niet noemenswaard hebben geleid tot concrete realisatie van nieuwe bedrijven. In en nabij de greenportkerngebieden blijft de vraag naar ruimte onverminderd hoog. De ruimtelijke concurrentie met andere gebruikerscategorieën in die gebieden is zeer fel. De samenleving staat niet altijd even sympathiek tegenover de komst van teeltbedrijven. het doel van dit onderzoek is zicht te krijgen op de vraag: Hoe voorkeuren van ondernemers te vertalen naar de effectieve ruimtevraag waar een overheid op een goede manier op kan sturen. meer concreet beoogt het onderzoek: Bouwstenen te leveren aan de overheden voor het kunnen maken van afwegingen en keuzes in het complexe ruimtelijke vraagstuk, zoals dat zich in en rond de greenports manifesteert voor alle functies in het tuinbouwcluster, en in het bijzonder voor productie. Hierbij wordt specifiek ingegaan op de vraag hoe vanuit ondernemersperspectief aangekeken wordt tegen de ruimtebehoefte en ontwikkelingsmogelijkheden. Daarnaast is het helder krijgen van de achterliggende afwegingsmechanismen belangrijk voor het doen van aanbevelingen. De greenports In de Nota Ruimte zijn vijf tuinbouwlocaties van internationaal belang aangewezen als greenport. De greenports zijn die plekken waar de tuinbouw (de teelt) en de daaraan verbonden kennisinstellingen, logistieke en dienstverlenende bedrijvigheid zich ontwikkeld hebben tot clusters met een zeer sterke internationale concurrentiepositie. Greenports gewogen i

6 Nederland kent de volgende vijf greenports: Greenport Provincie Kenmerk Westland-Oostland Zuid-Holland Grootste internationale glastuinbouwcluster van Nederland, nabij de Mainport Rotterdam. Siergewassen (bloemen, planten, bollen, bomen) en groente en fruit. Wereldspelers op het gebied van productie, handel, kennis, innovatie en logistiek. Venlo Limburg Diversiteit met accent op glastuinbouw en boomkwekerij. Concentreert zich op regionale afzetgebieden in Duitsland en Midden-Europa. Vijf O s: ondernemers, onderzoek, onderwijs, overheid en omgeving. Floriade Aalsmeer Noord-Holland Internationale Flower greenport Aalsmeer. Concentratie van sierteelt, veredeling, vermeerdering, productie, veiling en handel. Nabijheid Schiphol. Internationaal handels- en distributiecentrum. Duin- en Bollenstreek Zuid-Holland Teelt bloembollen, bloemen en vaste planten. Toeristische aantrekkingskracht (Keukenhof, duinen, zee). Specifieke teeltlocatie voor hyacint. Internationaal centrum handel en distributie. Boskoop Zuid-Holland Internationaal handelscentrum boom- en heesterteelt. Veel intensieve teelten in greenport Boskoop. Extensieve teelten op afstand. Visie(s) op ruimte in en nabij de greenports De Nota Ruimte verwoordt het rijksbeleid op hoofdlijnen als volgt. Het Rijk vindt het belangrijk dat het internationale belang van de tuinbouwfunctie in de vijf locaties (= de greenports) behouden blijft en versterkt wordt. Dit is bevestigd in het ruimtelijk beleid dat het Kabinet heeft opgesteld voor de Randstad (Structuurvisie Randstad 2040, 2008) en waarin zij uitspraken doet voor vier van de vijf greenports. De provincies hebben het voortouw om de positie van de greenports beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk te verankeren in hun structuurvisies. Het Rijk heeft een stimulerende en faciliterende rol. Naast het generieke beleid en generieke visies, heeft iedere greenport haar eigen visie opgesteld. Westland-Oostland In deze greenport is het echt zoeken naar ruimte en zijn er veel verschillende concurrerende ruimteclaims. Intensief ruimtegebruik waarbij ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd is, is hier de uitdaging. Op termijn zal er geen ruimte meer zijn voor verdere uitbreiding. Om de greenport te versterken is in de nabijheid ervan ruimte nodig. De Zuid-Hollandse eilanden zijn daarvoor een mogelijke locatie. Venlo De belangrijkste uitdaging voor Klavertje 4/greenport Venlo (K4/GPV) is het creëren en behouden van een aantrekkelijk werklandschap. Hoewel hier relatief veel ruimte is, is de inschatting dat de behoefte aan ruimte blijft. Het vinden van ruimte voor uitbreiding is dan ook een uitdaging. Greenports gewogen ii

7 Gestreefd wordt naar een gebied waar agrarische tuinbouwactiviteiten en bedrijvigheid in elkaar overgaan. Het is een multifunctionele greenport met een zwaar accent op de agrologistieke draaischijffunctie in regionaal verband en in samenhang met tuinbouwgebieden in Niederrhein. Aalsmeer Voor de bloemen greenport Aalsmeer zijn infrastructuur en bereikbaarheid van groot belang voor de ontwikkeling ervan (hier moet sterk rekening gehouden worden met norm reistijd van teler tot distributeur van twee uur). Belangrijke doelen in de visie zijn: samenhang brengen in de fragmentarische planvorming en het bieden van een integraal plan en programma voor de verdere toekomstige ontwikkelingen. Accent in de greenport ligt op het internationale karakter; de veilingen handelsfunctie en logistieke afwikkeling in combinatie met de Mainport Schiphol. Duin- en Bollenstreek De ruimteclaims in deze greenport overstijgen veruit het beschikbare areaal. Nu al wordt 85% van de bollenteelt buiten de Duin- en Bollenstreek geproduceerd. Specifiek voor de Duin- en Bollenstreek is het toerisme naast en in combinatie met de tuinbouw (Keukenhof). Het streven in de greenport is een economische structuurversterking, gecombineerd met landschapsverbetering. Als gevolg van deze ruimtelijke druk zal een deel van de ruimtebehoefte op termijn buiten de greenport Duin- en Bollenstreek moeten worden gevonden. Boskoop Belangrijk punt in de regionale structuurvisie en de greenportvisie is dat Boskoop haar centrumfunctie, gelegen in het Groene Hart, behoudt. Verdringingseffecten, door bijvoorbeeld woningbouw, moeten voorkomen worden. Het aantal bedrijven zal sterk afnemen, maar de omvang sterk toenemen. Wanneer er behoefte is aan meer glas voor pot- en containerteelt dan de huidige regelingen toestaan, zal uitgeweken moeten worden naar andere greenports. De bomenteelt is verder sterk naar plaats gesegmenteerd (zoals bijvoorbeeld laanbomen in Brabant en fruitbomen in Gelderland). Ruimtebeslag (netto teeltareaal) greenports in 2008 Greenport Huidig ruimtebeslag (glas + bomen + bollen) Opgave (netto ha) Bestemmingsplan goedgekeurd (ha) Westland-Oostland Aalsmeer Boskoop ,5 12,5 Duin- en Bollenstreek Nb Venlo Ondernemersvisie Uit de diepte-interviews met ondernemers, is naar voren gekomen hoe zij in het ruimtevraagstuk staan. Door de intensieve koppeling van productie met andere functies is een geconcentreerde ligging in of nabij greenports noodzakelijk. De productiefunctie blijft nodig in Nederland om het cluster te laten draaien. Het zicht op de vraag en het aanbod van ruimte (productiekant) wordt momenteel aanzienlijk vertroebeld door de impact van de recessie. Greenports gewogen iii

8 Sierplanten en bloemen Voor sierplanten en bloemen is de 2 uurs grens opname bestelling en gereed voor toelevering aan afnemer en daarmee de infrastructuur en de afstand, bepalend voor de locatiekeuze. Daarnaast speelt de stabiele en stijgende grondwaarde mee in de keuze voor vestiging in de greenport. Het samenspel van productie, handel en distributie van stromen planten en bloemen, is de kracht van de greenport. Teelt is grootschalig per soort, maar de afzet is een menging van vele soorten in kleinere pakketten richting afnemers. De veiling is een belangrijk faciliterend orgaan in het omzetten van uniforme naar pluriforme productstromen (break-bulkfunctie). Een gemiddeld bloemenbedrijf is economisch rendabel met circa 5 ha. Groente Een tendens die we waarnemen in de groenteteelt is de opschaling van bulkgroente naar bedrijven boven de 20 ha. De hoeveelheid benodigde grond is afhankelijk van het type producties: voor specialties zijn de schaalsprongen kleiner (en de opbrengst hoger) dan bij bulkproductie. Volgens verschillende partijen is deze schaalsprong in de greenports moeilijk te maken door het gebrek aan beschikbare ruimte en wordt als gevolg daarvan uitgeweken naar locaties buiten de greenports. Agriport A7 is in dit verband een belangrijke zoeklocatie. Verder bieden de Zuid- Hollandse eilanden en Dinteloord mogelijkheden, mits de logistiek op orde is. De aanwezigheid van pakstations en centra voor verwerking en distributie is belangrijk voor het functioneren van de greenport en de daarbinnen belangrijke break-bulkfunctie. Freshworld is een voorbeeld dat een deel van de agrologistieke functie ook nabij de greenport tot ontwikkeling kan komen en succesvol kan opereren. Bollen In Duin- en Bollenstreek is het behoud van het areaal van ha als ondergrens noodzakelijk voor de 500 ha hyacintenteelt. De teeltomstandigheden zijn hier uniek en ideaal voor hyacinten. Het minimum benodigd teeltareaal is redelijk veiliggesteld, maar staat wel onder druk. Door deze ruimtedruk komt ook de benodigde herstructurering moeilijk van de grond omdat hiervoor schuifruimte nodig is. Schuifruimte kan getrapt worden gecreëerd als grasland wordt omgezet naar bollengrond. Dit kent beleidsmatige en maatschappelijke weerstand. Voor dagvoorraad en -handel is nabijheid van het cluster van belang. Voor productie zijn met name de kwaliteit van de grond en aaneengesloten kavel van belang. Andere ruimtelijke knelpunten in de Duin- en Bollenstreek zijn het op slot zitten van bollenhandelbedrijven, leegstand van loodsen en de infrastructuur (bereikbaarheid en ontsluiting). Bomen Boskoop heeft nog steeds een centrumfunctie op het gebied van distributie, hoge kwaliteit en transporteurs. Inzet is gericht op het optimaliseren van bestaande gronden via onder meer herstructurering en daarmee ook het invulling geven aan de wens tot schaalvergroting. In of rond het gebied zijn nauwelijks nieuwe locaties te vinden. Boskoop stagneert in de ontwikkeling van het productieareaal. Verdere intensivering van teelten is daarbij, gezien de al zeer hoge intensiviteit van de daar aanwezige teelten, nauwelijks een optie. De extensieve teelten vestigen zich buiten de greenport. Kern van het cluster wordt meer en meer de agrologistiek (handel, distributie en toelevering) en kennisintensieve functies. Greenports gewogen iv

9 Conclusies Alle onderdelen van een greenport bepalen in hun onderlinge samenhang de kracht van het cluster. Ondernemers hechten grote waarde aan de clustering van functies zoals die zich in de greenports manifesteert. Om deze kracht voldoende ontwikkelruimte en groeimogelijkheden te laten behouden, is ruimte nodig. De prognose voor de lange termijn is een stijging van de behoefte aan nieuw productieareaal met circa 2% per jaar. De recessie leidt tot een tijdelijk dip in de vraag naar ruimte. Bepalende factoren voor de kracht en positionering van de greenport zijn: De break-bulkfunctie. De aanwezigheid van vershandel en/of kritische daghandel. Het kunnen bieden van een volledig en uitgebalanceerd assortiment, dat zich continue ontwikkeld naar de vraag van de markt. Een gegarandeerde snelle levering van specifiek assortiment. Een gegarandeerde snelle levering aan veiling, handel en distributie. De sleutel voor het succesvol opereren als een greenport, ligt daarmee dus in de nabijheid en verbondenheid van onderling van elkaar afhankelijke en elkaar versterkende functies (conform Porter), waaronder dus ook een voldragen aanbod van producten vanuit teelt en productielocaties, welke in het cluster liggen. Tegelijkertijd constateren ondernemers dat niet alle productiefuncties in het cluster zelf plaatsvinden, al heeft die locatie vaak wel de eerste voorkeur. Vanuit uiteenlopende, maar overwegend bedrijfseconomische overwegingen is het noodzakelijk en/of functioneel om delen van de productie van buiten het cluster aan te voeren. De exacte geografische omvang van een greenport is lastig te bepalen, want de impact ervan is vele malen groter dan het kerngebied waar het cluster van functies is gevestigd. De omvang van de schil verschilt per teelt en per functionaliteit en wordt bepaald door afstand, bereikbaarheid en snelheid in toelevering/dienstverlening: planten en bloemen binnen twee uur afstand bestelling tot en met herdistributie; groente en deels ook bloemen en planten levering gehele/breed assortiment aan retail; snelle toelevering specialties aan bulk van elders in break-bulk functie greenports voor planten, bloemen en groenten (inclusief fruit). Ondernemers hebben verschillende beweegredenen en criteria voor vestiging in het cluster. Deze zijn op te delen naar sociaal culturele (historische roots, maatschappelijke overwegingen, verantwoordelijkheid naar huidig personeel) en zakelijke criteria (schaalgrootte bedrijf, uitbreidingsruimte, grondprijs, grondwaarde, bereikbaarheid (transportkosten/-tijd), klimatologische overwegingen etc.). Voor vestiging buiten het cluster spelen deels dezelfde beweegredenen mee: belangrijke zaken zijn historisch aanwezige tuinbouw is in het gebied, sociaal-culturele overwegingen, schaalgrootte bedrijf, uitbreidingsruimte, grondprijs, eigen afzetmogelijkheden, et cetera. Binnen de beschikbare ruimte in het cluster, betreffende zowel nieuw beschikbaar komende ruimte als ruimte die via herstructurering beschikbaar komt, gelden de economische en zakelijke overwegingen zwaar. Dit leidt ertoe dat producenten met een hogere toegevoegde waarde per eenheid product, c.q. per ha binnen het cluster hogere grondprijzen kunnen dragen dan producenten met een lage toegevoegde waarde per eenheid product c.q. per ha. Greenports gewogen v

10 Gevolg van bovenstaande (al zijn er altijd uitzonderingen) is: Op termijn producenten met een hogere toegevoegde waarde per eenheid product de producenten met een lagere toegevoegde waarde verdringen naar de rand van het cluster of over de rand heen drukken naar een satellietlocatie: sierteelt verdringt groenteteelt; groenteteelt van specialties verdringt bulkgroenten; bulkgroenten en extensieve grondgebonden teelten (bomen en deels bollen) kunnen hun ruimtebehoefte niet langer realiseren in het cluster. Producenten met een lagere toegevoegde waarde hun locatie in het cluster proberen te behouden door: het uitplaatsen van een deel van de productie naar een satellietlocatie; het ontwikkelen van een neventak van inkomsten (energielevering); het overgaan op een andere teelt met een hogere toegevoegde waarde per eenheid product; het uitzingen tot bedrijfsbeëindiging op de bestaande locatie zonder verdere uitbreiding en/of investering. Aanbevelingen Vanuit het belang van het cluster als geheel, geldt voor alle greenports dat er vanuit ondernemersperspectief een krachtige aanbeveling en behoefte ligt om binnen het tijdvak van twee uur van bestelling tot en met levering ruimte te zoeken voor productie (dag- en vershandel). Het is belangrijk te investeren in technieken die de ruimtelijke context van het kritisch tijdvak van twee uur verruimen door: Aanleg van nieuwe of verbeteren bestaande infrastructuur. Nieuwe agrologistieke systemen te ontwikkelen waardoor de fysieke afstand van een cluster minder bepalend wordt. Daarnaast is het aan te bevelen om ook de veranderingen in de keten zelf, waarbij alle actoren bezig zijn hun positionering in de keten te verbreden, nader te verkennen waar het gaat om de ruimtelijke kansen die dit biedt voor het verruimen van het zoekgebied voor nieuwe locaties, al dan niet in samenhang met herstructurering. De focus van ondernemers wat betreft productielocaties ligt daarbij op uitbreiding in greenportlocaties zelf, uitbreiding in schil en op Nederlandse satellietlocaties die voldoen aan de ondernemersvereisten. Bij de bestuurlijke keuzes voor locaties zou daarbij beter dan in het verleden rekening gehouden kunnen worden met de preferenties van ondernemers op het moment dat zij verplaatsing of vestiging buiten de greenport overwegen. Op termijn is het denkbaar dat er subclusters aan de greenports gekoppeld worden, die door schaalgrootte in staat zijn zelf een cluster van functies conform een greenport te vormen: Agriport A7 voor bulkgroente in combinatie met volle grond productie. Venlo (in combinatie met Duitsland) voor bomen en planten. De Kop van Noord-Holland: De Noord (nu is dit gebied nog voornamelijk gericht op Duin- en Bollenstreek). Diverse locaties voor extensieve bomenteelt. Greenports gewogen vi

11 Aan te bevelen is te vermijden dat op nationaal niveau dergelijke subclusters als een bedreiging van de greenports worden gezien en beleefd. Samenwerking kan dit voorkomen. Vooral vanuit de rijks- en provinciale overheid wordt bezien of de zogenaamde SER-ladder die is ontwikkeld voor bedrijventerreinen, ook bruikbaar is voor toepassing op productielocaties voor (glas)tuinbouw. Hoewel de basisgedachte bruikbaar lijkt, kleven er stevige risico s aan een te strikte toepassing en raden we af deze ladder beleidsmatig te benutten omdat dit de ruimtelijke ontwikkeling in de weg staat. Tot slot de constatering dat de recessie ertoe leidt dat er tijdelijk sprake is van een vertraging in de groei en ontwikkeling van het cluster, met als gevolg een tijdelijk verminderde mogelijkheid tot het investeren in uitbreiding en een lagere investeringspotentie voor nieuwbouw. Op termijn wordt echter een herstel van de groei en dynamiek voor alle greenports verwacht en zal ook de druk op groei van het productieareaal weer aan de orde zijn. Het tijdig beschikbaar krijgen van productielocaties is een langjarig proces. Het is dan ook zaak de huidige recessie niet te vertalen naar een structureel lagere ruimteclaim vanuit de greenports voor de daar te vestigen en handhaven productiemogelijkheden. Greenports gewogen vii

12 Greenports gewogen viii

13 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In de bestuurlijke uitvoeringsafspraken Greenport(s) Nederland staat dat de gezamenlijke provincies het trekkerschap toebedeeld hebben gekregen om nieuwe locaties voor de greenports te verkennen en deze planologisch te verankeren. De greenportgemeenten en het bedrijfsleven hebben tot taak om daarvoor de benodigde input te leveren. Het Rijk moet dat faciliteren, ondermeer via een mogelijke herziening van de onteigeningswet. Om deze overheden in staat te stellen naar behoren tot een gedragen onderbouwing te komen van hun inbreng, is dit onderzoek gestart. Tijdens de presentatie van de uitkomsten van een verkenning naar de geplande ruimte voor (glas)tuinbouw op de tussenconferentie Greenport(s) Nederland in september 2008 Honselerdijk, kwam naar voren dat de vraag naar ruimte in en om greenports voor snijbloemen, planten, voedingsgewassen, bollen en bomen, hoog blijft. Dit geldt in het bijzonder voor de vier greenports in de Randstad, maar manifesteert zich ook daarbuiten. Tegelijkertijd wordt een aantal beoogde Landbouwontwikkelingsgebieden voor de (glas)tuinbouw (LOG s) niet in gebruik genomen. Zeker is dat behoud van een samenhangend areaal cruciaal is voor het functioneren van het cluster in een greenport. Dit impliceert tevens dat er ruimte in of nabij de greenports moet worden gevonden voor de ontwikkeling van nieuwe arealen voor tuinbouw en daarmee verwante activiteiten. De geplande ruimte voor de ontwikkeling van de (glas)tuinbouw volstaat in absolute zin, waar het gaat om het aantal hectares grond (behoefte schommelt al jaren rond de ha voor glastuinbouw). De spreiding van de locaties vertoont echter geen match met de behoeften en ambities van ondernemers en andere partijen in de greenports. Een goed en actueel inzicht in de ruimtebehoefte voor bollen en bomen is niet voorhanden, al zijn er wel indicaties voor het ruimtebeslag en de ruimtebehoefte in de betreffende greenportvisies c.q. structuurvisies. Voor het gehele areaal geldt bovendien dat het nog niet geheel helder is hoe dit zich in de toekomst ontwikkelt (krimp, groei, stabiel). De ruimtelijke verkenning van het LEI in het kader van Ruimte voor Landbouw De agrarische sector naar 2020 biedt hierop meer zicht en komt uit op een additionele behoefte van circa ha voor In de structuurvisies voor de overige greenports zijn eveneens indicaties opgenomen over het bestaande ruimtebeslag en de te verwachten ontwikkelingen voor bomen en bollen. De provincie Zuid-Holland, zijnde de provincie waarin het merendeel van de greenports ligt en het grootste areaal productieglas, constateert momenteel dat het eigen provinciale saldo nulbeleid en de algehele ruimtedruk in de Randstad vooralsnog een afname van onder meer het areaal glastuinbouw laat zien van naar ha (bron CBS 2008), waarbij de provincie zoekt naar 400 ha. aan nieuwe locaties voor glastuinbouw en 200 ha. ter compensatie van de sanering van gespreid glas. Ook het areaal voor bollen en bomen staat in deze provincie onder druk. De ambitie van de greenportgemeenten en de sector en de daartoe benodigde dynamische ontwikkeling en transformatie in de greenports, brengt met zich dat in en nabij de greenportgemeenten er een specifieke ruimtebehoefte en druk op de ruimte bestaat voor de ontwikkeling van de (glas)tuinbouw. Greenports gewogen 1

14 Om in deze behoefte te kunnen voorzien gaat het zowel om: efficiënt en effectief benutten van de bestaande en beschikbaar gestelde ruimte; transformeren via herstructureren van de bestaande beschikbare ruimte; optimaliseren van het gebruik van de beschikbare ruimte door meervoudig ruimtegebruik en het verhogen van de ruimteproductiviteit; slim verdelen (gedifferentieerd ruimtegebruik) van de beschikbare ruimte (kennisintensieve productie en diensten in kerngebieden en grootschalige productie in buitenste schil of in satellieten); uitbreiden van areaal door het vinden van nieuwe ruimte voor (glas)tuinbouwontwikkeling. Het gaat daarbij nadrukkelijk om de totale ruimtebehoefte van het gehele greenportcomplex van teelt, logistiek, technologie en diensten, in samenhang met de wensen en behoeften van de markt en dus niet uitsluitend om de ruimtebehoefte van de telers. Wel is teelt in eerste aanleg de belangrijkste en grootste ruimtevrager. Het onderzoek is dus nadrukkelijk veel breder dan het ruimtelijke vraagstuk betreffende glastuinbouw, al is binnen de onderzoeksvraag de glasruimte wel het moeilijkste en zwaarste probleem. 1.2 Doel van het onderzoek Bij de betrokken overheden bestaat de behoefte aan een beargumenteerde onderbouwing voor het nemen van ruimtelijke beslissingen rond de greenports, gegeven onderstaande constateringen: het ruimtebeslag voor de teelt blijft grotendeels al jarenlang hetzelfde; in het recente verleden zijn diverse locaties voor nieuwbouw en uitleg aangewezen in de meer perifere delen van Nederland, die niet noemenswaard hebben geleid tot concrete realisatie van nieuwe bedrijven; in en nabij de greenportkerngebieden blijft de vraag naar ruimte onverminderd hoog; de ruimtelijke concurrentie met andere gebruikerscategorieën in die gebieden is zeer fel; de samenleving staat niet altijd even sympathiek tegenover de komst van teeltbedrijven. het doel van dit onderzoek is zicht te krijgen op de vraag: Hoe voorkeuren van ondernemers te vertalen naar de effectieve ruimtevraag waar een overheid op een goede manier op kan sturen. meer concreet beoogt het onderzoek: Bouwstenen te leveren aan de overheden voor het kunnen maken van afwegingen en keuzes in het complexe ruimtelijke vraagstuk, zoals dat zich in en rond de greenports manifesteert voor alle functies in het tuinbouwcluster en in het bijzonder voor productie. Het onderzoek richt zich op de afwegingen bij vragen naar ruimte in en nabij de greenports, vanuit het perspectief van ondernemers. Het gaat daarbij om het bieden van ruimte voor de dynamiek, groei en versterking van de greenports door het herstructureren van bestaande ruimte en het tijdig aanwijzen van nieuwe locaties voor teelt en bij het greenportcomplex behorende functies. Het gaat daarbij om de ruimtevraag van alle greenportfuncties in hun onderlinge samenhang. Greenports gewogen 2

15 Gezocht is ook naar antwoorden en verklaringen voor de huidige discrepanties tussen de bestaande, maar niet of deels benutte ruimtereserveringen enerzijds en de vestigingswensen c.q. het vestigingsgedrag van ondernemers in en buiten de greenports anderzijds. Specifiek wordt ingegaan op de vraag: hoe vanuit ondernemersperspectief aangekeken wordt tegen de ruimtebehoefte en ontwikkelingsmogelijkheden; binnen de greenports zelf (benutten van nog beschikbare ruimte, creëren nieuwe ruimte door herstructurering); nabij de greenports (ontwikkeling en benutting van reeds aangewezen locaties en behoefte aan te ontwikkelen nieuwe locaties). Aandachtspunt is daarbij welke mechanismen bepalend zijn voor de ruimtelijke afbakening van de term nabij ; de mogelijkheden tot ontwikkeling van productielocaties of andere functies uit de greenport, naar locaties gelegen op grotere afstand van de greenports. helder krijgen van de achterliggende afwegingsmechanismen van ondernemers rond ruimtelijke vraagstukken, aangaande alle onderdelen van het greenportcomplex. Het aandragen en ontwikkelen van bruikbare en toepasbare bouwstenen voor complexe ruimtelijke afwegingen in, nabij en op afstand van de greenports, impliceert dat vanuit het onderzoek er ook zicht wordt geboden op: De vraag of en in welke mate er sprake is van een gebrek aan beleid van heldere preferenties en belemmeringen van vestiging en uitbreiding om tuinbouwvestiging systematisch te begeleiden. De ambities en de daarmee verband houdende ruimtelijke vraagstukken c.q. ruimtebehoefte in samenhang met de algehele ontwikkeling en soms ook transformatie in de afzonderlijke greenports. Deze staan beschreven in de greenportvisies die voor alle vijf de greenports beschikbaar zijn of op korte termijn komen. De ruimtebehoefte en ontwikkelingen voor glas-, bollen- en bomenareaal. Dit is thans alleen voor het glasareaal goed in beeld op basis van de verkenning van de greenportgemeenten. Uit het screenen van de (deels nog in ontwikkeling zijnde) greenportvisies en structuurvisies blijkt dat er ook voor de andere teelten indicaties beschikbaar zijn over het ruimtebeslag en de ruimtebehoefte in de greenports zelf, inclusief de daarbinnen aanwezige herstructureringsopgave. Een verkenning van de factoren die van invloed zijn op de concrete realisering van de gereserveerde planologische ruimte en hoe en wanneer wensen van ondernemers hierin nu en in de toekomst meespelen. Dit impliceert het bepalen van de factoren die tot een positieve of negatieve waardering voor bepaalde locaties leiden. Deze informatie is gefragmenteerd beschikbaar in studies van onder meer NovioConsult en LEI. Teneinde een goed beeld van de context te schetsen gaat dit rapport ook in op de meest actuele stand van zaken betreffende: De visies op de ruimtelijke ontwikkeling van de afzonderlijke greenports. De beschikbare en geplande ruimte voor de verdere ontwikkeling van de ruimte. Greenports gewogen 3

16 1.3 Gevolgde werkwijze Het onderzoek bestond uit een deskresearch analyse van: bestaande onderzoeken over de ruimtelijke ontwikkeling in en nabij de greenports; beschikbare documenten over de inrichting en ontwikkeling van de greenports, waaronder de visiedocumenten en structuurvisies. Een overzicht van de gebruikte documenten is opgenomen in bijlage 1. Daarnaast zijn diepteinterviews gehouden met een beperkt aantal sleutelinformanten vanuit de vijf greenports en de productie-, handels- en distributieketens voor snijbloemen, planten, voedingsgewassen, bollen en bomen. Een overzicht van de gesprekspartners is opgenomen in bijlage 2. Het onderzoek is uitgevoerd door NovioConsult in opdracht van Greenport(s) Nederland. Het onderzoek is begeleid vanuit de Werkgroep Ruimte van Greenport(s) Nederland. 1.4 Leeswijzer Dit onderzoeksrapport start in hoofdstuk 2 met een beknopte schets van het greenportconcept en begrip greenports zoals dat in de Nederlandse context wordt gebruikt. In hoofdstuk 3 wordt aan de hand van de visiedocumenten en structuurvisies een overzicht gegeven van de vijf greenports en de eigen visie op ruimtelijke vraagstukken en opgaven. Dit hoofdstuk start met een korte schets van het generieke ruimtelijke beleid inzake de greenports als vastgelegd in de Nota Ruimte en andere rijksdocumenten. Hoofdstuk 4 biedt een kwantitatief overzicht van het huidige ruimtebeslag en de nog beschikbare ruimte in de greenports, de Landbouwontwikkelingsgebieden glastuinbouw en de provinciale projectlocaties. Ook wordt ingegaan op de kwantitatieve impact van actuele ontwikkelingen in het aanbod van ruimte betreffende zowel herstructurering en de ontwikkeling van nieuwe en verdere uitbouw van bestaande locaties. Hoofdstuk 5 beschrijft aan de hand van een tiental vragen de overwegingen en afwegingen rond ruimtelijke vraagstukken zoals die vanuit ondernemersperspectief per teelt en greenport leven. Het gaat hier om de visie van een beperkt aantal keyplayers en stakeholders in teelt, veiling en handel, logistiek (verpakking, transport en zakelijke dienstverlening) en kennis. In hoofdstuk 6 staan de conclusies en aanbevelingen. In de bijlagen is een overzicht opgenomen van de gebruikte documenten en een lijst van de gesprekspartners. Ook zijn er per teelt kaarten opgenomen in bijlage 3 van de huidige productielocaties die per teelt, ten tijde van het onderzoek, bestonden of in ontwikkeling zijn. Het eindrapport is voorzien van een afzonderlijk leesbare samenvatting en tevens zijn er meerdere presentaties beschikbaar. Het rapport is gepresenteerd tijdens de tussenconferentie van november 2009 aan de Stuurgroep Greenport(s) Nederland. Greenports gewogen 4

17 2 De greenports 2.1 Het greenportconcept De Nederlandse tuinbouwketen verzorgt een belangrijk deel van de wereldhandel van voedingstuinbouw- en sierteeltproducten. Op de website van Greenport(s) Nederland zijn wat cijfers en feiten op een rijtje gezet wat betreft het economisch belang van het tuinbouwcluster: Exportwaarde: 14 miljard euro. Productiewaarde: 7 miljard euro. Het tuinbouwcluster is goed voor 24% van het overschot op de betalingsbalans. Op 7% tuinbouwareaal levert het tuinbouwcluster 40% van de agrarische economische waarde directe en indirecte arbeidsplaatsen. Aandeel sierteelt in de wereldhandel: 60%. Aandeel bollen in de wereldhandel: 90%. Additionele omzet veredelingsbedrijven 2,5 miljard euro. Additionele productiewaarde kennisintensieve toeleverende industrie: 1 miljard euro. In de Nota Ruimte is te lezen dat het Rijk zich inzet voor het tuinbouwcluster en zich de versterking van het agrofoodcomplex en de ontwikkeling van de kennisintensieve agribusiness tot doel stelt. Vijf tuinbouwlocaties van internationaal belang zijn daarom aangewezen als greenport. De greenports zijn die plekken waar de tuinbouw (de teelt) en de daaraan verbonden kennisinstellingen, logistieke en dienstverlenende bedrijvigheid, zich ontwikkeld hebben tot clusters met een zeer sterke internationale concurrentiepositie. Greenports hebben zowel een rode als een groene functie. Het sterke punt van een greenport is dat functies en schakels en ketens op elkaar zijn afgestemd en van elkaar afhankelijk zijn of worden. Dat wordt mede bereikt met zoveel mogelijk intensief en doordacht ruimtegebruik en door gebruik te maken van elkaars reststoffen (Nota Ruimte). In een recente rijksreactie op de Visie Greenport(s) Nederland 2040 Excelleren wordt het belang van de greenports opnieuw breed gedragen en onderschreven. Het Rijk onderkent het belang van samenhang in het cluster. Porter 1 wordt aangehaald om het belang van een geheel samenhangend cluster in het centrum te bekrachtigen. Het Rijk constateert dat de sturingskracht van handel en logistiek op de ontwikkeling van het cluster het sterkst is, zonder daarmee het belang van productie en andere spelers in het cluster tekort te willen doen. In de brief wordt nogmaals het kader van de Nota Ruimte herhaald waar het betreft de integrale gebiedsontwikkeling van de vijf greenports en de duurzame ontwikkeling van negen satellietgebieden, zijnde de Landbouwontwikkelingsgebieden, kortweg LOG s. 1 Porter M., The competitive Advantage of Nations. The Free Press, New York, Greenports gewogen 5

18 Nederland kent vijf greenports, met ieder zijn eigen accenten en kwaliteiten. Deze vijf greenports zijn in de volgende tabel kort en systematisch beschreven. Tabel 2.1 Kenmerken van de vijf greenports Greenport Provincie Kenmerk Westland- Oostland Zuid-Holland Grootste internationale glastuinbouwcluster van Nederland, nabij de Mainport Rotterdam. Siergewassen (bloemen, planten, bollen, bomen) en groente en fruit. Wereldspelers op het gebied van productie, handel, kennis, innovatie en logistiek. Venlo Limburg Diversiteit met accent op glastuinbouw en boomkwekerij. Concentreert zich op regionale afzetgebieden in Duitsland en Midden-Europa. Vijf O s: ondernemers, onderzoek, onderwijs, overheid en omgeving. Floriade Aalsmeer Noord- Holland Internationale Flower Greenport Aalsmeer. Concentratie van sierteelt, veredeling, vermeerdering, productie, veiling en handel. Nabijheid Schiphol. Internationaal handels- en distributiecentrum. Duin- en Bollenstreek Zuid-Holland Teelt bloembollen, bloemen en vaste planten. Toeristische aantrekkingskracht (Keukenhof, duinen, zee). Specifieke teeltlocatie voor hyacint. Internationaal centrum handel en distributie. Boskoop Zuid-Holland Internationaal handelscentrum boom- en heesterteelt. Veel intensieve teelten in greenport Boskoop. Extensieve teelten op afstand. Naast deze vijf greenports bestaan er zogeheten satellietgebieden in de nabijheid en op grotere afstanden van de greenports. Dit betreft zowel de LOG s (welke in enkele gevallen (bijvoorbeeld Siberië/Californië) deels ook onderdeel zijn van de greenport)) als aangewezen provinciale (project)locaties voor de (regionale) glastuinbouwontwikkeling. Dit zijn voornamelijk grootschalige productiegebieden, waarbij er in en rond een aantal van deze locaties ook andere functies, die onderdeel uitmaken van het cluster, aanwezig zijn. 2.2 Het begrip greenport Greenport 2 Greenports zijn te omschrijven als clusters of geografische concentraties van gerelateerde bedrijven en instituten in een bepaalde markt. Deze omschrijving van het begrip kent een zekere analogie met de wijze waarop Porter, in diverse publicaties, het ontstaan van clusters van gerelateerde bedrijven en instituten in een bepaalde markt en de kracht van functionele concurrentie binnen dergelijke clusters, beschrijft. 2 Bron: Analysenota van de Greenports van Zuid-Holland (2009): Indicatoren voor de kracht van de Greenports Zuid-Holland. Greenports gewogen 6

19 Kern van Porters clustertheorie is: De door Porter ontwikkelde clustertheorie is een veel voorkomend element in beleidsnota s en strategieontwikkelingen van bedrijven en overheden. In zijn theorie legt hij een verbinding tussen clustervorming en comparatieve voordelen voor regio s en de daar gevestigde bedrijven, in internationaal perspectief. Het model weerspiegelt de relatieve positie van een natie in het geheel van internationale concurrentie. Met andere woorden, het model is een hulpmiddel om de competitieve kracht van een land weer te geven. Hierbij beïnvloed de locatie van bedrijvigheid de comparatieve voordelen door middel van productiviteit en productiviteitsgroei. De kwaliteit van het productiemilieu, aldus Porter (1990), wordt in dit geval beïnvloed door bedrijfsstrategieën en het regionaal-economische beleid van overheden. Volgens Porter (1998) is een cluster: A geographically proximate group of interconnected companies and associated institutions in a particular field, linked by commonalities and complementarities. Clusters omvatten bedrijven die in eenzelfde sector actief zijn evenals andere (niet) commerciële instellingen. Hierbij kan gedacht worden aan gespecialiseerde toeleveranciers van goederen en/of diensten, complementaire bedrijven of consumenten. Tevens kunnen ondernemingen die gebruik maken van dezelfde in een regio aanwezige (productie)factoren behoren tot een cluster, zogenaamde verwante industrieën. Verschillende overheidsinstanties kunnen daarnaast ook hun invloed uitoefenen op een cluster, bijvoorbeeld door middel van aanpassingen in haar regionaal-economische beleid. Een greenport, zijnde een cluster, bestaat onder andere uit toeleveranciers, primaire producenten, handelaren en specifieke dienstverleners op het gebied van kennisontwikkeling, logistiek, financiering en informatietechnologie. De belangrijkste concurrentievoordelen van clusters zijn de verwevenheid van de verschillende functies, het hoge serviceniveau, het hoge kennisniveau en hieraan gekoppeld het innovatief leiderschap en een historisch gegroeide 'sociale infrastructuur'. Voor het glastuinbouwcluster zijn de sterk lokale en gespecialiseerde productienetwerken in combinatie met sterk geïnternationaliseerde afzetmarkten belangrijk (LEI/Dialogic, 2001). Volgens Porter (1998) is geografische concentratie of agglomeratie naast economische orde, beschikbaarheid van productiefactoren en een goede afzetmarkt, een van de bepalende factoren voor een sterk internationaal concurrerende sector Het greenportgebouw 3 Het begrippenkader kan worden uitgelegd aan de hand van een gebouw dat bestaat uit vier etages met vier pijlers: De etages staan voor de ondernemers in de tuinbouwketens. De pijlers staan voor de beleidsthema s van de overheid in relatie tot de greenports. 3 Gebaseerd op: De kracht van de Greenports Zuid-Holland. Greenports gewogen 7

20 Figuur 2.1 Pijlers en etages van het greenpoortgebouw De vier etages: 1. Teelt: Het deel van de sector dat zich primair bezighoudt met productie: glastuinbouw (groente, fruit, bloemen en potplanten), bomen, bollen. De teelt kenmerkt zich door: steeds hoogwaardigere producten en productieprocessen, aangejaagd door veredeling en de sterke technologiesector, drastische schaalvergroting, intensivering ruimtegebruik en toenemende nutsfunctie op energiegebied door een sterke groei van warmtekrachtkoppelingen. 2. Logistiek: Logistiek is het gehele complex dat zich bezighoudt met de distributie van producten, zowel qua toeleverantie als vervoer van en naar distributieknooppunten (de veilingen). Planning van goederenstromen en beheer van voorraad maken ook onderdeel uit van de logistiek. De logistiek kenmerkt zich door: sterk toenemende afzet via internationale retailketens, gesloten en gecontroleerde ketens van oogst tot schap, mondialisering van afzet en productie en multimodale vervoersnetwerken (weg-, water-, spoor- en luchtvervoer). De strategische samenwerking tussen de greenports en de Mainports Rotterdam en Schiphol wordt steeds belangrijker. 3. Technologie en diensten: Het cluster van technologische bedrijven, verwante bedrijfstakken en dienstverleners ontwikkelt zich tot een maakindustrie van formaat, met vooroplopende, ook elders toepasbare kennis. Dit noodzaakt tot samenwerking met wereldspelers op de terreinen energie, licht, klimaat, ICT, water en sensoring. 4. Vitality: Hiermee worden de bedrijven beschreven die trendsettend zijn. De behoeften en emoties van de consument vormen een drijvende kracht, met aansluitingen naar life sciences, lifestyle en design ( de juiste kleur in plaats van de juiste teelt van het seizoen ). Deze bedrijven kunnen zich zowel op teelt als op logistiek, technologie en diensten richten. De vier pijlers: 1. Ruimte en infrastructuur: Het geheel van beslissingen rond aanwijzing, aanleg, herstructurering en verwijdering van ruimte voor teelt en bedrijventerreinen, weginfrastructuur en voorzieningen voor multimodaal vervoer. 2. Innovatieklimaat: Het faciliteren van innovaties van producten, processen, services en concepten. Dit versterkt de internationale posities van greenports, bindt hen aan Nederland en creëert meerwaarde voor andere sectoren en de maatschappelijke omgeving. Greenports gewogen 8

21 3. Duurzaamheid: Het stellen van voorwaarden aan ruimtelijke inpassing, duurzame productieprocessen, schone producten, maatschappelijke meerwaarde (onder andere energieproductie en waterberging) en het aanjagen van breder toepasbare vernieuwingen. 4. Arbeidsmarkt en onderwijs: Het faciliteren van ontwikkelingen die aansluiten op de sterk veranderende eisen van de greenports (management, technologie, marketing, productinnovatie, ICT en financiële expertise) als gevolg van schaalvergroting en internationalisatie. De overheid is voorwaardenscheppend ten aanzien van ruimte & infrastructuur, het innovatieklimaat en arbeid & onderwijs, maar voorwaardenstellend bij de pijler duurzaamheid. Greenports gewogen 9

22 Greenports gewogen 10

23 3 Greenports en visie op de ruimte 3.1 Generiek beleid: ruimte Het ministerie van VROM heeft in de Nota Ruimte (2005) vijf greenports aangewezen. De Nota Ruimte verwoordt het rijksbeleid als volgt: Het Rijk vindt het van belang dat de tuinbouwfunctie in vijf locaties (= de greenports) van internationaal belang behouden blijft en versterkt wordt. De provincies hebben het voortouw om dit beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk te verankeren in hun streekplannen (inmiddels structuurvisies). Het Rijk heeft een stimulerende en faciliterende rol. Het rijksbeleid is erop gericht de ruimtelijke ontwikkeling van de greenports zodanig te sturen, dat hun functie als greenport ook op de lange termijn blijft behouden en/of wordt versterkt. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: de ligging ten opzichte van de mainports, de fysieke bereikbaarheid en de herstructureringsopgave als gevolg van de doelstellingen op het gebied van milieu, water, energie en ruimtelijke inrichting. Het generieke beleid voor de greenports wordt uitgewerkt vanuit Greenport(s) Nederland waarin bedrijfsleven, de verschillende overheidslagen en Glami vertegenwoordigd zijn. De strategie van Greenport(s) Nederland is gebaseerd op het opereren vanuit gezamenlijke belangen, te weten het bedrijfsleven, belangenorganisaties en de lokale, provinciale en landelijke overheid. Door een netwerkstructuur worden de ontwikkelingen van vijf kernen (greenports) en de verbonden overige productielocaties in de glastuinbouw, boom- en bollenteelt (satellietgebieden) met elkaar verbonden. In juni 2005 vond de eerste conferentie van Greenport(s) Nederland plaats en is er een gezamenlijke agenda Manifest Greenport(s) Nederland vastgesteld. Vervolgens is, na enkele tussenconferenties, in juni 2006 de visie Greenport(s) Nederland, Manifest in uitvoering vastgesteld. Daarbij is afgesproken te komen tot een uitvoeringsstrategie voor de benoemde opgaven van Greenport(s) Nederland. Greenport(s) Nederland heeft samenhang en commitment in een gezamenlijke agenda gebracht met de volgende speerpunten: Kennis en innovatie. Economie en Ruimte. Infrastructuur en Logistiek. Europese agenda. Vanuit deze agenda zorgt Greenport(s) Nederland voor een visie op de ontwikkeling van de Nederlandse tuinbouw, voor bestuurlijke uitvoeringsafspraken en voor blijvend commitment bij overheden, bedrijfsleven en overige organisaties. Het belang van de greenports is recent in een brief van minister Verburg opnieuw erkend en onderkend, alsmede de noodzaak om het cluster in al haar aspecten krachtig te houden. Daarbij wordt aangegeven dat het belang van de agrologistieke functies in de greenports groeit. In onder andere de afzonderlijke greenportvisies is te lezen hoe de greenports in de toekomst willen omgaan met ruimte. Hieronder volgt per greenport op hoofdlijnen de kijk op de ruimtelijke ontwikkeling. Greenports gewogen 11

24 3.2 Westland-Oostland Algemeen De greenport Westland-Oostland is het grootste internationale glastuinbouwcluster van Nederland, waar zowel siergewassen als groente en fruit geteeld worden. In de greenport liggen ook de veiling, handels- en logistieke centra en opleidingsinstituten. In deze greenport bevinden zich de gemeenten Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen- Moerkapelle en Waddinxveen. In 2008 is de Integrale Visie greenport Westland-Oostland 2020 vastgesteld. De visie noemt dit acht gemeenten waar aan het glastuinbouwcluster duurzaam ruimte wordt geboden om zich te (blijven) vestigen en ontwikkelen. Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen-Moerkapelle en Waddinxveen hebben de visie niet ondertekend, omdat de ruimtelijke ontwikkeling van deze gemeenten kort daarvoor was vastgelegd in het Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas, 2006). Dit structuurplan is meegenomen in de greenportvisie. Recentelijk heeft de gemeente Barendrecht zich aangesloten bij de greenport Westland-Oostland (distributiecentra Freshworld en The Greenery en beperkt ook productie). Opvallend is de complexe ruimtelijke begrenzing van de greenport Westland-Oostland. Dit weerspiegelt het feit dat de greenport een samenwerkingsverband is van gemeenten waarin glastuinbouw een rol speelt en niet zozeer een ruimtelijke entiteit is. Belangrijkste uitdagingen In deze greenport is het echt zoeken naar ruimte. Er liggen veel verschillende, concurrerende ruimteclaims op het gebied. De beschikbare ruimte voor bedrijven die moeten wijken door transformatie of sanering en de beschikbare ruimte voor autonome groei zijn zeer beperkt. Vertrekpunt is het in stand houden van het Zuid-Hollands areaal van ha 4 glastuinbouw (overigens deels ook gelegen in de andere Zuid-Hollandse greenports). Intensief ruimtegebruik is een belangrijke uitdaging voor deze greenport. Weinig ruimte in combinatie met hoge grondprijzen vereist een intensief gebruik van de ruimte. De bedrijven met een ruimtebehoefte van meer dan 20 ha vestigen zich met name in regio s met lagere gronddruk en -prijzen waarbij opgemerkt wordt dat ook in Westland-Oostland bedrijven er in slagen op te schalen tot 20 ha en soms zelfs meer. Binnen de greenport Westland-Oostland kunnen vooral (kennis)intensieve bedrijfsvormen en/of bedrijven waarvoor snelle toelevering aan handel en distributie noodzakelijk is en/of transportkosten een substantieel deel van de kostprijs uitmaken, zich het beste handhaven. Er ligt in deze greenport ook een uitdaging waar het gaat om het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Dit hangt sterk samen met het intensieve ruimtegebruik en de steeds schaarser wordende open ruimte. Tegelijkertijd komen de kwaliteitseisen steeds hoger te liggen. 4 Dit getal is al achterhaald, het areaal (glas)tuinbouw in Zuid-Holland is nu al gekrompen tot maximaal ha. Greenports gewogen 12

25 Overige uitdagingen, die niet direct (maar vaak wel indirect) gerelateerd zijn aan ruimte en feitelijk zijn terug te voeren op de visie van Greenport(s) Nederland, zijn: bereikbaarheid, duurzaamheid, arbeid en ondernemerschap, mainports en internationale ontwikkelingen. Integrale visie greenport Westland-Oostland 2020 Een hoofddoelstelling ten aanzien van de glastuinbouw is de consolidatie van een duurzaam glastuinbouwcluster om de rol als greenport te kunnen blijven waarmaken. Onderdeel van het cluster is het productieareaal, waarbij de verwachting is dat ook na 2020 de druk op het glasareaal niet minder zal worden. In de visie zijn de volgende algemene ambities beschreven voor greenport Westland-Oostland: innoverend, dynamisch, bereikbaar, duurzaam, droge voeten, groen, wonen en glas, werken in het Greenport Kennisnetwerk en de groeidiamant van de Zuidvleugel. Voor 2020 is de opgave voor greenport Westland-Oostland als volgt: 1. Duurzaam glasgebied veiligstellen Er moet ruimte worden geboden aan bedrijven in de greenport die zich willen ontwikkelen of die moeten wijken vanwege transformatie of sanering van glastuinbouwgebieden. In de eerste plaats wordt deze ruimte binnen de greenport gezocht: Beperkt beschikbare ruimte voor uitbreiden en hervestigen in Oostland. Voor een groot deel is de ruimte al toebedeeld. In potentie nog 100 tot 150 ha (bruto) voor vestiging van glastuinbouw beschikbaar. Zuidplaspolder 280 ha (deels nieuw te realiseren duurzaam glas/deels opvang herstructurering). Herstructurering oude glastuinbouwbedrijven kan ruimte opleveren. 2. Herstructurering glas Er ligt een grootschalige herstructureringsopgave. Het gaat dan vooral om het herstructureren van verouderde en inefficiënte glastuinbouwgebieden, zowel voor kassen als voor agrogerelateerde bedrijven. Het gaat in totaal om ha tot In de greenport Westland-Oostland worden prioritaire en niet prioritaire gebieden onderscheiden: Westland 565 ha (prioritair). Oostland 476 ha (prioritair). Overig Westland-Oostland ha (niet prioritair). Bij prioritaire gebieden zijn ingrijpende herstructureringsoperaties gewenst, waarbij ook een rol is weggelegd voor de overheden. Ruimtelijke kwaliteit is hierbij een belangrijk uitgangspunt. In de niet prioritaire gebieden wordt er vanuit gegaan dat de ondernemers in het gebied zelf in staat zijn om door middel van bedrijfsovername en vervanging van oud door nieuw glas het gebied weer toekomstgericht en levensvatbaar te maken. 3. Transformatie Glas dat plaatsmaakt voor andere functies (agrogerelateerd bedrijventerrein, wonen, groen, water, overig). Het gaat hierbij om circa ha. Greenports gewogen 13

26 4. Sanering Saneren van glasareaal maakt onderdeel uit van de opgave. Het gaat hierbij om: 75 ha in Midden-Delfland. 55 ha Ruimte voor Ruimte regeling. 20 ha in Lansingerland en Pijnacker-Nootdorp ten behoeve van Groenzone Berkel-Pijnacker. 5. Ontwikkelingsruimte voor de toekomst Verwachting is dat er op termijn geen ruimte meer geboden kan worden voor glasontwikkeling binnen de greenport Westland-Oostland. Op basis van het saldo-nul principe (de totale oppervlakte aan glas blijft gelijk; verdwijnt ergens glas, dan moet dat ergens anders worden gecompenseerd) zal nabij de greenport in Zuid-Holland en deels ook buiten de provincie naar ruimte worden gezocht. Glastuinbouw In de te onderscheiden deelgebieden vinden verschillende ontwikkelingen plaats: Midden-Delfland: de efficiënt ingerichte moderne complexen leveren een substantiële bijdrage aan het duurzame areaal. Het zogenaamde verspreide glas dat in deze gemeente ook voorkomt, zal gaandeweg plaatsmaken voor groen, water en (in beperkte mate) wonen. Leidschendam-Voorburg: bij Stompwijk vindt uitbreiding plaats van de bestaande concentratie van glastuinbouw om elders glas te kunnen saneren. De Zuidplaspolder en Lansingerland bieden nog ruimte voor areaaluitbreiding, ter compensatie van glasareaal dat door transformatie moet wijken. De ruimte zal echter niet toereikend zijn om het glasareaal dat verdwijnt door transformatie naar andere functies te compenseren. Verdergaande inkrimping van het glasareaal in de greenport Westland-Oostland dan welke in bestaande visies is vastgelegd, is niet gewenst. Ruimte voor compensatie voor glastuinbouw dient dan ook in de nabijheid van de greenport te worden gezocht om zo het cluster in stand te houden. (Agrogerelateerd) bedrijventerrein Ruimte voor agrogerelateerde bedrijvigheid is essentieel voor het gebied. Het gaat hier onder andere om ruimte voor distributie en logistiek, toeleverende bedrijven, laboratoria, handel en verpakking. In Westland wordt de ontwikkeling nagestreefd van een corridor langs de N213 met agrogerelateerde bedrijvigheid. In totaal is er in de gemeente Westland ruimte voor 135 ha netto uitgeefbaar bedrijventerrein voor de periode In het Oostland biedt met name de ontwikkeling van de locatie Bleizo langs de A12, grenzend aan de locatie Hoefweg-Zuid, mogelijkheden voor uitbreiding van het cluster van agrogerelateerde bedrijvigheid, aansluitend op het veilingcomplex en het proefstation. Ook de Zuidplaspolder voorziet in ruimte voor agrogerelateerde bedrijvigheid. In de gemeente Lansingerland is circa 220 ha bedrijventerrein beschikbaar (peildatum ). In de gemeente Pijnacker-Nootdorp is de komende jaren tot 2010 nog circa 25 ha per jaar uitgeefbaar bedrijventerrein, onder andere door de aanleg van Boezem II. Overige ruimteclaims De overige ruimteclaims in dit gebied komen van wonen, landschap, water, infrastructuur, milieu en energie. Greenports gewogen 14

27 3.3 Venlo Masterplan Gebiedsontwikkeling Klavertje 4/greenport Venlo (K4/GPV) (2009). Provinciaal Omgevingsplan Limburg (voor BOM+). Bestuurlijk afsprakenkader met Rijk, provincie en regio, 2 november Algemeen Klavertje 4/greenport Venlo (K4/GPV) is de enige greenport buiten de Randstad en ligt vlakbij de Duitse grens, ten noordwesten van Venlo bij het knooppunt Zaarderheiken. In deze greenport gaat het om vier gemeenten: Horst aan de Maas, Maasbree, Sevenum en Venlo. Het gebied is ha groot; hier wordt gewoond, gewerkt en geleefd. greenport Venlo onderscheidt zich als logistiek knooppunt. Er is ruimte voor uitbreiding van de (glas)tuinbouw. De greenport maakt onderdeel uit van de toptechnologie Regio Zuidoost-Nederland (Pieken in de Delta) en is aangemerkt als een Nota Ruimte project, respectievelijk een project van het rijksvastgoed- en ontwikkelbedrijf. Daarbij is ook van belang dat Venlo een regio van nationaal belang is voor de voedingsmiddelenindustrie en logistiek. Belangrijk accent in de greenport Venlo ligt op het maken van een internationale schaalsprong en een verdere grensoverstijgende doorontwikkeling van het gebied, tot een agrologistieke draaischijf voor agro, fresh, food en logistics. Daarbij maakt Venlo gebruik van haar strategische ligging in de corridor Antwerpen-Rotterdam-Venlo-Ruhrgebied en sluit zij aan bij de bestaande tuinbouwgebieden in de regio Niederrhein. De greenport zet expliciet in op een duurzame ontwikkeling en positioneert Cradle to Cradle (C2C) als onderdeel van haar groeistrategie. Deze greenport kent met name waar het de productie en teelt betreft een afwijkende verschijningsvorm. De productiearealen liggen namelijk verspreid over een relatief groot gebied en er zijn meerdere productielocaties in dit gebied die, wat betreft hun omvang ook, nog sterk uiteenlopen. Er is sprake van bundeling van glastuinbouw, maar dan wel op een kleinschaliger niveau dan in de andere greenports en ook LOG s waar veelal sprake is van zeer grote aaneengesloten productielocaties. In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg wordt deze verschijningsvorm mogelijk gemaakt met BOM+ (bundeling glastuinbouw). BOM+ staat voor Bouwkavel op Maat plus en is een regeling op het gebied van ruimtelijke ordening. Deze is gericht op het mogelijk maken van (agrarische) bedrijfsontwikkelingen en tegelijkertijd winst behalen in omgevingskwaliteit. Het is een uitwerking van de Bouwkavel op Maat-regeling. BOM+ maakt de invloed van bedrijfsontwikkeling op de omgeving inzichtelijk en toetsbaar en biedt concrete alternatieven waaruit de ondernemer kan kiezen. In de marktverkenning greenport Venlo is te lezen dat de glastuinbouw kan groeien met 2,8% per jaar van ha in 2005 tot ha in Hierin is geen rekening gehouden met de behoefte die ontstaat als gevolg van uitplaatsing. Klavertje 4, c.q. de greenport Venlo, ligt geografisch zeer gunstig (onder andere nabij het Ruhrgebied), biedt genoeg ruimte en heeft grote ambities. Dit zorgt ervoor dat het gebied de snelst groeiende regio in Nederland is voor distributie, tuinbouw en handel. De verwachting is dat het aantal kleine bedrijven (tot 1 ha) de komende jaren sterk afneemt. Het aantal middelgrote bedrijven (1 ha tot 5 ha) zal ongeveer gelijk blijven. Daarnaast neemt het aantal grote bedrijven (5 ha tot 20 ha) toe. Greenports gewogen 15

28 Het aantal zeer grote bedrijven (groter dan 20 ha) zal stabiliseren en beperkt blijven tot een klein aantal. Greenport Venlo is een netwerk. De vijf O s komen hier samen: onderzoek, onderwijs, ondernemers, overheden en de omgeving. Belangrijkste uitdagingen Er is relatief veel ruimte in greenport Venlo voor ontwikkelingen. De ruimtebehoefte is echter altijd groter dan het aanbod 5. Dit speelt vooral in de glastuinbouwgebieden Siberië en Californië en dan met name voor kavels groter dan 5 ha. Het gemiddelde van vier verschillende groeiprognoses voor glastuinbouw komt uit op een netto ruimtebehoefte van 475 ha (in de periode van 2007 tot 2020). Over de gehele grondexploitatieperiode is de ruimtebehoefte daarmee voor zowel glastuinbouw als voor bedrijvigheid groter dan het ruimteaanbod. Dit creëert een aanzienlijke en continue schaarste. De belangrijkste aannames voor het ruimteaanbod van glastuinbouw in Klavertje 4/greenport Venlo zijn als volgt: Het totale verworven oppervlak voor glas door de NV is 448 ha (bruto). Hiervan wordt 80% effectief gebruikt voor glas. De gronduitgifte start in Het totale aanbod van grond voor glastuinbouw is circa 358 ha (netto) tot Dit is ruim onder de prognoses voor de ruimtebehoefte van 475 ha (netto). Er is gekozen voor een conservatief uitgiftepatroon tot 2020 dat ieder jaar gelijk is aan 13% van de 358 ha (netto). Andere uitdagingen in Klavertje 4/greenport Venlo zijn: Het creëren/behouden van een aantrekkelijk werklandschap. Het toekennen van een belangrijke plaats aan vestigingscriteria: niet elk bedrijf past in dit gebied, niet elke sector zal straks zijn vertegenwoordigd. De samenwerking met de Agrobusiness Region Niederrhein, het tuinbouwgebied direct gelegen over de grens bij Venlo. Visie De regio Noord-Limburg wil met greenport Venlo een toppositie innemen als centrum van agribusiness en (vers)logistiek. Hierbij hoort de ontwikkeling van een hoogwaardig en aantrekkelijk werklandschap dat letterlijk ruimte geeft aan de ambities. Doel is om het gebied te ontwikkelen tot een harmonieus geheel van ecologie, economie en leefomgeving door een selectieve ruimtelijk-economische structuurversterking. Een werklandschap: een gebied waar agrarische tuinbouw activiteiten en bedrijvigheid in elkaar overgaan. Het is een landschap waar mensen werken, maar waarin mensen ook recreëren, wandelen, fietsen en verblijven. 5 Dit heeft te maken met het beschikbare aanbod op een bepaald moment. Het potentiële aanbod is voldoende in greenport Venlo, maar het gaat erom wat op een bepaald moment beschikbaar is, dit is over het algemeen minder dan de behoefte. Greenports gewogen 16

29 Tussen het Rijk, de provincie Limburg en de regio zijn recentelijk (2 november 2009) afspraken gemaakt over de verdere ontwikkeling van de greenport, inclusief de inspanningen van de betrokken partijen. Doelstellingen zijn: Verbeteren en versterken van het kennis- en innovatieklimaat. Verduurzamen van de productie en omgeving. Versterken en verbinden van het ruimtelijk-economische en agrologistieke cluster, in samenhang met de andere greenports en mainports en afzetgebieden. Versterken van het woon-, werk- en leefklimaat. Bevorderen van de samenwerking met Nordrhein-Westfalen. Tabel 3.1 Indicatief de ontwikkeling van de greenport Venlo Verdeling functies (bruto) Nu Toekomstig (2020) Verschil Natuur en groen Cultuurlandschap, water en recreatie Glastuinbouw Bedrijven, industrie, agribusiness Verkeer Wonen Het Masterplan schetst een ruimtelijk beeld waarbij de infrastructuur en de opbouw van de bedrijfsvelden (klavertjes) de basis vormen: Greenportlane/greenportring als ruggengraat van de ontwikkeling. Klavertjes als bouwstenen erlangs. Meervoudig, optimaal en flexibel ruimtegebruik. De basisprincipes van het klavertje Een klavertje bestaat in principe uit vier, maar minimaal uit drie en maximaal uit zes bedrijfsvelden (klaverbladen). Een klaverblad is bij voorkeur rechthoekig en heeft een uitgeefbaar terrein met een gemiddelde breedte van circa 300 meter (logistieke beukmaat). De gemiddelde grootte is 6 tot 12 ha per klaverblad. De klaverbladen zijn bij voorkeur omzoomd door enkelbaans eenrichtingswegen die samen met een centrale rondweg het eenrichtingsverkeerssysteem (= voorkeurssysteem) van het klavertje vormen. De klaverbladen zijn gerangschikt rond een aantrekkelijke centrale verblijfsruimte met bijzondere. functies zoals gedeelde voorzieningen. De klaverbladen zijn onder een hoek van circa 20 graden ten opzichte van elkaar gepositioneerd, waardoor wigvormige tussenruimtes ontstaan die zich openen naar het landschap. Het klavertje is omzoomd door grondlichamen die voor een gesloten grondbalans zorgen en het klavertje van een landschappelijke inbedding voorzien. In het klavertje is meervoudig ruimtegebruik maximaal, zowel voor economische functies als voor andere functies. Greenports gewogen 17

30 In het klavertje is het kleurgebruik van de bebouwing terughoudend. Het klavertje is zoveel mogelijk zelfvoorzienend ten aanzien van water en is bij voorkeur niet aangesloten op het drinkwaternet. Het klavertje zorgt voor eigen zuivering van water en is niet aangesloten op het rioleringsnet. Het klavertje is zoveel mogelijk zelfvoorzienend ten aanzien van energie en andere stoffen en maakt geen gebruik van fossiele brandstoffen. In het klavertje worden (bouw)materialen en reststoffen maximaal hergebruikt. Uit het Masterplan vloeit het Strategisch Businessplan (2009) voort. Organisatie De gemeenten Horst aan de Maas, Maasbree, Sevenum en Venlo en de provincie Limburg willen de ruimtelijk-economische structuur van het gebied KV/GPV verbeteren. Om dit doel te realiseren wordt binnen afzienbare tijd onder andere een ontwikkelingsbedrijf (Gebieds NV) opgericht, waarvan bovengenoemden de aandeelhouders zijn. Het vertrekpunt is dat alle gronden in het nieuwe werklandschap in bezit van de aandeelhouders ingebracht worden in de NV. De NV verwerft gronden door overname van de gronden van haar aandeelhouders en van andere publieke en private partijen. Daar waar het gaat om de inbreng van grond is een onderscheid te maken tussen: Grond in het nieuwe werklandschap in bezit van de gezamenlijke aandeelhouders van de NV. Deze gronden zijn gekocht in het kader van de bestuurlijke afspraken en het aankoopplan met het initiële financieringsbudget van 19 miljoen euro. Grond in het nieuwe werklandschap, nu of in de toekomst, in bezit van de individuele aandeelhouders van de NV. Grond in het bestaande werklandschap in bezit van een of meer aandeelhouders van de NV. Daarnaast zijn recent in het bestuurlijk afsprakenkader concrete afspraken gemaakt over de verdere vormgeving en uitwerking voor de gebiedsontwikkeling van Klavertje 4 en de ruimtelijke ontwikkeling van de greenport Venlo als geheel. 3.4 Aalsmeer Greenport Aalsmeer in full color (Decisio, 2007). Middellangetermijnvisie 2025, Ruimtelijk-economische visie greenport Aalsmeer (2008). Algemeen De greenport Aalsmeer is de bloemenwinkel van de wereld! Flower greenport Aalsmeer is een internationale leverancier van bloemen en planten. In de greenport werken diverse publieke en private partijen samen: provincie Noord-Holland, stadsregio Amsterdam, gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Uithoorn, Haarlemmermeer en Nieuwkoop, Green Park Aalsmeer Gebiedsontwikkeling BV en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. In het plangebied bestaat een landschappelijke tweedeling: het grootschalige landschap van de Haarlemmermeerpolder enerzijds en anderzijds - ingeklemd tussen de boezemlanden van Aalsmeer en de Amstel - een verzameling van kleinschalige polders van vroegere datum. Greenports gewogen 18

31 De activiteiten in de greenport zijn verdeeld in een kern en vijf schillen: Kern: groothandelsbedrijven en Bloemveiling Aalsmeer. 1 e schil: toeleveranciers en dienstverleners. 2 e schil: jonge planten en sierteeltkennis. 3 e schil: dynamische dagvoorraad bloemen en planten. 4 e schil: productieregio s in heel Nederland. 5 e schil: import van bloemen uit de hele wereld. Belangrijkste uitdagingen Om het groeiperspectief te realiseren zijn nodig: Bijna 800 ha voor vestiging van sierteeltbedrijven. Een betere infrastructuur en bereikbaarheid (met name de globale norm van maximaal één uur netto reistijd dynamische dagvoorraad van teler naar distributeur) 6. Ontwikkeling van kennis en innovatie (en de toepassing hiervan). Voor het gebied dat tot Flower Greenport Aalsmeer wordt gerekend, is in totaal bijna 350 ha extra vestigingsruimte nodig (onderzoek 2005). Voor productie elders in Nederland, die via Flower Greenport Aalsmeer wordt verhandeld, is nog eens 450 ha nodig. Aandachtspunt binnen deze greenport is dat met name in de gemeente Aalsmeer de positie van teelt en productie lastig is doordat, ingevolge de aanwezigheid van de Mainport Schiphol, de druk op de grondprijzen hoog is. Het impliceert dat zich daar, vanuit het perspectief van de greenport, branchevreemde activiteiten vestigen voor welke de hoge grondprijzen geen probleem zijn. Dit probleem speelt met name voor de teelt en productie en niet of veel minder voor veiling, handel en logistieke functies. Van belang is verder dat onderlinge concurrentie tussen de deelgebieden moet worden voorkomen. Het totale complex van bedrijventerreinen moet als een eenheid in de markt worden gezet. Visie Doel van de visie is samenhang brengen in de betrekkelijk fragmentarische planvorming van de afzonderlijke gemeenten en partijen een integraal plan en programma te bieden voor verdere toekomstige ontwikkelingen. De landschappelijke ondergrond vormt de basis voor het landschappelijk en natuurlijk casco. Binnen het casco liggen de gebruiksruimten. 6 In dit rapport wordt veelal gesproken over een tijdsvak van twee uur tussen het plaatsen van de bestelling bij de teler en de verzending naar eindgebruikers. Dit houdt in dat binnen dit tijdsvak de teler de producten uit de kas moet halen, moet verzenden naar een handels- en/of distributiecentrum, de verpakking en positionering in een breder assortiment (samengestelde levering) en het inladen voor verdere verzending richting eindgebruiker plaatsvindt. De tijd die de teler heeft om zijn spullen aan te leveren bij handels- /distributiecentrum kent dan veelal een netto transporttijd van maximaal één uur. Het is zelfs zo dat deze begrenzing ook intern de Flora Holland vestiging ertoe leidt dat eerder wordt gekozen voor verdere verdichting dan ruimtelijke uitbreiding van het complex. Greenports gewogen 19

32 Middellangetermijnvisie 2025, Ruimtelijk-economische visie greenport Aalsmeer (2008) De ruimtelijke opgave van de sector is gedefinieerd in greenport Aalsmeer in full color (Decisio, 2007). Het ruimtelijk programma (bruto hectares) ziet er als volgt uit: Kern en eerste schil: hectare Deze vraag naar veilinggerelateerde bedrijvigheid wordt nabij het bestaande veilingcomplex opgelost. Ten noorden en ten zuiden van de nieuwe N201 worden, aansluitend op het Masterplan Greenpark Aalsmeer diverse bedrijventerreinen gepositioneerd. Er is een overmaat aan veilinggerelateerde bedrijvigheid beschikbaar. In totaal een bruto-oppervlakte van circa 45 ha. Schuiven met glas voor de dynamische dagvoorraad: 230 hectare De 230 ha schuif- en uitbreidingsruimte ligt deels in lopende projecten als PrimAviera (220 ha). In de dagelijkse praktijk blijkt dat de locatie PrimAviera ook gebruikt wordt als nieuwbouw voor bedrijven van buiten de regio (groenteteelt) en uit het aanliggende Rijsenhout. De interesse van groentetelers voor de greenport Aalsmeer wordt steeds manifester. Hierdoor is er mogelijk minder ruimte voor sierteelt. SGN, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van PrimAviera, heeft in 2008 geen verkopen aan groentetelers gedaan. Bezien zal moeten of het toetreden van groentetelers nu juist een versterkend of een verzwakkend effect heeft voor de greenport Aalsmeer. In de gebieden waar de grootste transformaties zullen plaatsvinden zal veel glastuinbouw moeten wijken voor de voorziene uitbreidingen van de greenport Aalsmeer en de diverse voorgenomen stedelijke ontwikkelingen (met name in de Noorderlegmeerpolder). De opgave van 230 ha (plus de extra opgave vanuit de transformatiegebieden) kan niet binnen het plangebied opgelost worden. Voor een deel is er ruimte voor verplaatsing van glastuinbouw naar het bestaande 60 ha grote duurzame glastuinbouwgebied Nieuw Amstel Oost II en III dat 90 ha telt. In de gemeente Haarlemmermeer rest nog een planologische ruimte van 80 ha maar onduidelijk is of dat voldoende zal zijn, mede gezien de druk vanuit de groentesector. Er zijn mogelijkheden, maar die vallen niet binnen de reikwijdte van de projectstructuur (bijvoorbeeld Nieuwveen in Zuid-Holland, in de provincie Utrecht of buiten de regio maar binnen één uur rijden) en zijn zodoende niet op kaart gezet, omdat ze buiten de bestuurlijke verantwoordelijkheid van greenport Aalsmeer vallen. Bestaande glastuinbouw: 415 hectare Er is een herstructureringsopgave van 415 ha (bruto). Van de herstructureringsopgave ligt 280 ha in de Noorderlegmeerpolder. Hier blijft door andere ontwikkelingen echter maar 100 ha over voor de ontwikkeling tot modern glasgebied (netto verlies zal echter minder zijn dan 180 ha). Binnen de plangrenzen van de betrokken gemeenten kan alleen in de gemeente Haarlemmermeer nog ruimte worden gevonden. In het streekplan is ruimte voor 300 ha glastuinbouw in de gemeente Haarlemmermeer. PrimAviera beslaat 220 ha waardoor er (theoretisch) nog 80 ha in de polder kan worden gerealiseerd. 3.5 Duin- en Bollenstreek Greenport Duin- en Bollenstreek, Ruimtelijk Streefbeeld 2030 (2008). Greenport Duin- en Bollenstreek, Ontwerp Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport (2009). Greenports gewogen 20

33 Algemeen De Duin- en Bollenstreek ligt tussen de noord- en zuidvleugel van de Randstad en maakt onderdeel uit van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Holland Rijnland. Er bevinden zich zes gemeenten in deze greenport: Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Katwijk en Teylingen. Greenport Duin- en Bollenstreek verzorgt bijna tweederde van de mondiale handel en export van bloembollen. Samen met het bloemencluster rond Rijnsburg en het toerisme van de Keukenhof en de kust, is dit hele agrocomplex een belangrijke economische motor. De greenport is een complex van drie aan elkaar verwante, met elkaar verbonden en elkaar versterkende clusters: het bollencluster; het bloemencluster; het toerismecluster. Hyacintenteelt is hét kernproduct van de Duin- en Bollenstreek. Dit is een uiterst gevoelige teelt. Door de unieke en speciale combinatie van klimaat en bodem kan de hyacint hier geteeld worden. Veel bollenbedrijven combineren open teelt met productie onder glas. Belangrijkste uitdagingen De ruimteclaims staan verwoord in greenport Duin- en Bollenstreek, Ruimtelijk Streefbeeld 2030 (2008) en greenport Duin- en Bollenstreek, Ontwerp Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport (2009). Uit het streefbeeld en de structuurvisie blijkt dat de ruimteclaims vanuit alle belanghebbende sectoren en partijen, veruit het beschikbare areaal in de Duin- en Bollenstreek overstijgen. Veel ruimteclaims zijn strijdig. Er moeten keuzes gemaakt worden om het optimale resultaat te bereiken, waarbij het tegelijkertijd de ambitie is om de natuurlijke, landschappelijke en recreatieve kwaliteit van het gebied te verbeteren. Recreatie en toerisme zijn in deze greenport primaire greenportfuncties. Een aantrekkelijk landschap is mede daarom van groot belang. De bestaande infrastructuur kan een adequate verkeersafwikkeling niet aan. De bereikbaarheid staat daardoor onder druk. Tegelijkertijd neemt het aantal woningen toe, wat de verkeersproblemen alleen maar groter zal maken. Er ligt een grote herstructureringsopgave om te kunnen blijven overleven in de internationale concurrentiestrijd. Versnippering van glastuinbouw leidt tot een aantasting van de kwaliteit van het landschap, waardoor de aantrekkelijkheid vermindert. Kwaliteitsverbetering van het landschap, ten behoeve van toerisme en recreatie, gaat daarom hand in hand met de vanuit bedrijfseconomische gronden gewenste herstructurering van glastuinbouw. Visie De gemeenten kiezen met de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport duidelijk voor economische structuurversterking van de greenport Duin- en Bollenstreek. Dit wordt gecombineerd met landschapsverbetering. De gemeenten moeten het areaal aan 1 e klas bollengrond (2.625 ha) duurzaam handhaven (in verband met de hyacintenteelt). Tijdens het herstructureringsproces wordt tijdelijke krimp onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Primaire greenportfuncties (bollencluster, bloemencluster en toerisme) krijgen bij conflicterende ruimteclaims prioriteit boven niet primaire greenportfuncties. Greenports gewogen 21

34 Om de herstructurering van de sector en landschapsverbetering van de grond te krijgen, is de GreenportOntwikkelingsMaatschappij (GOM) Duin- en Bollenstreek opgericht. Een deel van de ruimtebehoefte dient op termijn buiten de Duin- en Bollenstreek te worden gevonden en gerealiseerd. Nu al wordt 85% van de bollenteelt buiten de Duin- en Bollenstreek geproduceerd, waarbij de Duin- en Bollenstreek wel het handels- en distributiecentrum is voor de op die locaties geproduceerde bollen. Bepaald is dat de permanente bollenteelt wordt geconcentreerd in bollenconcentratiegebieden en projectlocaties. Dit zijn in aanzet gebieden waar de teelt geen of minder nadelige effecten heeft voor milieu, natuur en landschap. Buiten deze concentratie- projectontwikkelingsgebieden is bollenteelt alleen mogelijk in de vorm van wisselteelt. De bollenconcentratiegebieden en projectlocaties voor bollenteelt worden beschouwd als landbouwontwikkelingsgebieden, zoals genoemd in de Nota Ruimte en dienen buiten de Duinen Bollenstreek gevonden te worden als gevolg van de daar reeds aanwezige ruimtelijke druk. In de Duin- en Bollenstreek is ook glasareaal nodig en aanwezig. In de regio Bollenstreek ligt 167 ha fysiek glas. Het areaal glas van glastuinbouwcomplex Rijnsburg is 554 ha. De additionele ruimtebehoefte voor deze locatie is 83 tot 136 ha bruto glasareaal. Als het verzorgingsgebied echter wordt afgebakend tot de regio Duin- en Bollenstreek zelf en de aan het veilingcomplex Rijnsburg gerelateerde, maar buiten de regio gelegen glastuinbouw buiten beschouwing gelaten wordt, dan varieert de ruimtebehoefte tussen de 26 en 41 ha bruto. Er is niet alleen ruimte nodig voor uitbreiding, maar ook schuifruimte om het proces van herstructurering mogelijk te maken. Daarom wordt de berekende ruimtebehoefte rond het complex Rijnsburg in zijn geheel toegekend aan de greenport en geprojecteerd in de Bollenstreek. Globaal geschat is uitplaatsing van 45 ha, mogelijk 60 ha gespecialiseerd glas nodig. Levering van de dagvoorraad op de veiling moet maximaal binnen een uur kunnen. Daarom moet de ruimte zoveel mogelijk in de regio gevonden worden, liefst zo dicht mogelijk bij de veiling. De gebieden Rooversbroekpolder en Kloosterschuur- Trappenberg lenen zich het best voor nieuwe c.q. hervestiging van glastuinbouwbedrijven. Naast economische voordelen valt met herstructurering op drie grote locaties nog veel ruimte te winnen. Het betreft hier Trappenberg-Kloosterschuur in Katwijk en Teylingen en de Rooversbroekpolder in Lisse. In het project Trappenberg-Kloosterschuur is ook compensatieruimte voorzien voor te verplaatsen glastuinbouwbedrijven rond Rijnsburg. Daarnaast wordt het restant van de Rooversbroekpolder in Lisse aangewezen als laatste ontwikkellocatie van enige omvang. Meer geschikte ruimte is er in deze regio vooralsnog niet voorhanden. In de visie werd ook Zijlhoek/De Woerd in Katwijk genoemd, maar hier geldt dat de locatie de Woerd is komen te vervallen voor glastuinbouw en de locatie Zijlhoek wel is gehandhaafd maar slechts beperkt ruimte biedt. Dit verlies aan locatieruimte zal elders moeten worden gecompenseerd ingevolge het saldo nulbeleid voor glastuinbouw van de provincie Zuid-Holland. Ruimte voor andere ruimtevragers is in dit gebied eveneens nodig. Het betreft: Nieuwe natuur als onderdeel van ecologische verbindingszone. Duurzaam waterbeheer: waterberging en waterkwaliteit. Recreatief toeristisch product. 500 offensief woningen, 100 landgoedachtige woningen, woningen voor de regionale behoefte. Beperkte uitbreiding reguliere bedrijven (80 ha netto). Bereikbaarheid. Greenports gewogen 22

35 3.6 Boskoop Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Regio Boskoop (2009). Visie en agenda Greenport Regio Boskoop Bomen in beeld (2006). Algemeen In greenport Boskoop liggen de gemeenten Boskoop, Rijnwoude, Waddinxveen en Reeuwijk. De greenport Boskoop is een samenhangend netwerk van alle functies (productie, handel, logistiek, toelevering, diensten, kennis en onderwijs) die bijdragen aan de succesvolle teelt en handel in sierbomen. Boskoop heeft een regiefunctie van de boomsierteelt in Nederland en zal deze in de toekomst moeten kunnen handhaven en uitbouwen. Voor greenport regio Boskoop is de ligging in het Groene Hart en in het bijzonder de ligging in de vierhoek Zoetermeer, Alphen, Leiden en Gouda, van grote invloed. De ontwikkeling van de greenport heeft aan het einde van de afgelopen eeuw een achterstand opgelopen, mede door het restrictieve overheidsbeleid, de gebrekkige regie en daadkracht bij herstructurering. Oorzaak van deze achterblijvende groei is verder de ligging in het Groene Hart en planologische belemmeringen. Boskoop heeft dit bedrijfseconomisch echter weten op te vangen door zich te concentreren op kleinere gewassen (sierheesters, coniferen en vaste planten), op de pot en containerteelt en op de teelt onder glas. De grotere, meer ruimte vragende gewassen, zoals laanbomen, zijn naar elders verdwenen. Deelnemers aan het Boomteeltpact zijn: Provincie Zuid Holland. Gemeenten Boskoop, Rijnwoude, Reeuwijk en Waddinxveen. Platform Sierteelt (Boomteelt bedrijfsleven). Hoogheemraadschap van Rijnland. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. Belangrijkste uitdagingen De schaalvergroting van het sierteeltgebied is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. De bedrijven werken momenteel naar een grootte van circa 3 à 4 ha om rendabel te zijn. Sommige bedrijven groeien tot 10 ha of meer. Het aantal bedrijven zal verder afnemen, maar de omvang van het sierteeltbedrijf zal sterk toenemen. Hier moet in de herstructurering slim mee worden omgegaan. Wil de greenport Boskoop haar positie in de toekomst vasthouden, dan zal het gebied moeten worden geherstructureerd (circa 510 ha) en een uitbreiding moeten plaatsvinden van het areaal met circa 350 ha (tot 2020). Een markt die groeit, is de teelt in potten. Het zijn vooral de grote bedrijven die vanwege massaproductie kiezen voor de niet-grondgebonden teelt. Zij vinden op het Pot- en Containerteeltterrein (PCT-terrein) in de gemeente Rijnwoude (totaal bruto circa 180 ha) de ideale (klei)ondergrond. Greenports gewogen 23

36 Visie De ambitie van de Structuurvisie ligt in een sterke, duurzame en beleefbare greenport in een leefbare omgeving. De structuurvisie schenkt in het bijzonder aandacht aan: De balans tussen economische ontwikkeling en het belang van het Groene Hart. De ruimtelijke gevolgen voor de wateropgave, de herstructureringsopgave, transformatie en uitbreiding, klimaatverandering en verzilting en vervangende ruimte voor sanering in de regio. De mogelijkheden om bereikbaarheid te verbeteren en investeringen in water en infrastructuur, mede te financieren uit de greenportontwikkeling. Het is belangrijk dat de greenport zijn centrumfunctie behoud. Om de centrumfunctie voor de toekomst te borgen moet er voldoende ruimte zijn voor de verschillende functies die van belang zijn voor de boomsierteelt. Verdringingseffecten (door bijvoorbeeld woningbouw) moeten voorkomen worden. Het huidige herstructureringsplan zet in op het bieden van ruimte aan initiatieven uit de markt en op de organiserende werking van de lokale infrastructuur. Deze insteek is op termijn niet voldoende. Er is een meer gestructureerde aanpak nodig. Schaalvergroting is nodig voor een gezonde economische ontwikkeling. Dit brengt een schaalvergroting in het landschap met zich mee met bredere en diepere percelen. Die keuze is nodig om de sector zijn centrale rol te laten behouden. De identiteit van de greenport regio Boskoop wordt vooral bepaald door de openluchtteelten. Deze teelten bevinden zich op de veengronden aan de oost- en westzijde van de Gouwe. Glas heeft hier een ondersteunende functie. Op het PCT-terrein (PCT = Pot- en Containerteelt) op kleigrond, is ruimte voor grootschalige teelten met glas. De huidige regeling biedt in het openlucht boomsierteeltconcentratiegebied ruimte om maximaal 30% van het netto bedrijfsoppervlak voor glas te gebruiken, het PCT-terrein biedt de mogelijkheid tussen 50% en maximaal 65% glas. Is er een hoger percentage of meer glas nodig voor een bedrijf dan dient te worden uitgeweken naar een andere locatie buiten de greenport. Voor uitbreiding van het totale boomsierteeltoppervlak geldt het nee, tenzij beginsel. Het huidig areaal moet optimaal benut zijn voordat tot uitbreiding wordt overgegaan. Uitbreiding is bovendien alleen mogelijk wanneer dit voor de centrumfunctie van Boskoop noodzakelijk is en uitbreidingsruimte niet in andere boomteeltconcentratiegebieden c.q. satellieten binnen Nederland kan worden gecreëerd. De strategie is bundeling en concentratie aan de oost- en westzijde van de Gouwe in de gemeenten Rijnwoude en Boskoop, rond de kern Boskoop en aan de rand van Reeuwijk. Her en der liggen kwekerijen buiten de contour. Aan deze bedrijven zal binnen het concentratiegebied ruimte tot vestiging worden geboden. Greenports gewogen 24

37 Tabel 3.2 Te transformeren gebieden in de greenport Boskoop Binnen contour te transformeren (bruto) in ha Binnen contour te brengen gebieden in ha Bloemendaalse polder 167 De Wijk 96 Tempel 18 Ruimte op PCT 1 t/m Lansing 20 Ruimte op PCT 5 58 Totaal 205 Totaal 274 Verspreide boomsierteelt naar contour 169 Opvang ruimte binnen contour 100 Totaal benodigde ruimte 374 Aanwezige ruimte nieuwe contour 374 De markt zal de invulling van de grote herstructureringsopgave niet vanzelf oppakken. Daarvoor zijn stimulerende maatregelen en aanvullende financiering nodig. De totaal te herstructureren oppervlakte bedraagt 510 ha. Om dit te kunnen realiseren is 140 ha nieuwe ruimte nodig: er verdwijnt 90 ha (Boskoop: 70 ha en Reeuwijk en Rijnwoude: 20 ha) en er is 20 ha schuifruimte nodig. Om de herstructurering uit te voeren zullen verschillende instrumenten worden ingezet. Onder andere: opzetten van een herstructureringsfonds; wijzigingsbevoegdheid voor functiewijziging van bedrijfs- naar burgerwoningen; regeling ruimte voor ruimte geschikt maken voor boomteeltbedrijven buiten de boomteeltcontour; toepassen ontwikkelingsplanologie waterrijke landgoederen; instellen van een grondbank (voor circa 50 ha) als basisgarantie voor knelgevallen. Greenports gewogen 25

38 Greenports gewogen 26

39 4 Huidige ruimtebeslag greenports 4.1 Bronnen en begrippen Voor het maken van een zo volledig mogelijk overzicht van het ruimtebeslag in de greenports, Landbouwontwikkelingsgebieden en provinciale projectlocaties, is gebruik gemaakt van een groot aantal bronnen. Waar mogelijk is daarbij steeds gezocht en gebruik gemaakt van de meest recente cijfers en bronnen. Per tabel is aangegeven welke bronnen zijn gebruikt. In algemene zin zijn de onderstaande bronnen benut: Analysenota van de greenports van Zuid-Holland: Indicatoren voor de kracht van de greenports Zuid-Holland, Inhoudelijke monitor greenport(s), Landbouwperspectieven in Noord-Holland 2040, Glastuinbouwlocaties in ontwikkeling per augustus 2008, drs. Antoon van de Ven, Bestuurlijke Uitvoeringsafspraken greenports , Ruimte voor greenports, LEI, Het gebruik van bovenstaande bronnen houdt in dat de cijfers die hier worden gepresenteerd betrekking hebben op Met het gebruik van bovenstaande bronnen is impliciet tevens gebruik gemaakt van geaggregeerde gegevens uit de meitellingen van het CBS. Daarnaast is gebruik gemaakt van alle (structuur)visies en achterliggende documenten die per greenport zijn opgesteld. Voor dit overzicht verwijzen we naar bijlage 1: Selectie van gebruikte bronnen. Waar bekend is bij glastuinbouw het netto areaal gebruikt en is tevens aangegeven hoe het netto areaal zich verhoudt ten opzichte van het bruto areaal. Daarbij is uitgegaan van onderstaande definities: Netto glasareaal: is alleen het oppervlakte glas dat gebruikt wordt voor de teelt en is dus exclusief bermen, paden, ketelruimten en dergelijke. Bruto glasareaal: is het oppervlakte van tuinbouwkavels en dus inclusief bermen, paden ketelruimte en dergelijke en inclusief ook de woning en het gietwaterbassin. Bruto glasareaal: is het oppervlak van het gehele tuinbouwgebied in zijn omgeving en dus inclusief landschappelijke inpassing, groenstroken, wegen, voorzieningen, en dergelijke. Anders gezegd het is de omvang van het voor glastuinbouw bestemde plangebied in bestemmingsplan of structuurvisie. Greenports gewogen 27

40 Voor bollen en bomen en grondgebonden teelten die niet onder glas worden geproduceerd is bovenstaand onderscheid tussen netto en bruto areaal minder relevant. 4.2 Overzicht ruimtebeslag greenports Tot slot zijn er nog twee bijzondere begrippen die in de cijfers overigens niet specifiek aandacht krijgen: Fysiek glasareaal: is het werkelijk glasoppervlak dat zichtbaar is en ongeacht wat eronder plaatsvindt. Papieren glasareaal: zijn alle arealen die voorzien zijn van een niet gerealiseerde bouwtitel/- bestemming voor glastuinbouw in bestemmingsplannen. Tabel 4.1 Areaal in gebruik per teelt en per greenport in 2008 Westland- Aalsmeer Boskoop Duin- en Venlo Oostland (Waddinxveen) Bollenstreek Areaal glastuinbouw (ha) (50) Glasgroenten (ha) (9) Snijbloemen (ha) (15) Pot- en perkplanten (21) Areaal boomkwekerij (ha) (52) Areaal bloembollen (ha) (23) Bron: Analysenota van de greenports van Zuid-Holland (2009): Indicatoren voor de kracht van de greenports Zuid-Holland. In de satellietgebieden van de greenports is het bestaande areaal glastuinbouw ha. In de rest van Nederland is er nog ha aan bestaand glastuinbouwareaal. Dat maakt het totale glasareaal in Nederland ha in Het totale Nederlandse areaal aan bloembollen is ha en het totale areaal aan bomen is ha. 7 Wat betreft het areaal dat in de greenports in gebruik is voor andere greenportgerelateerde functies, zijn geen gegevens over het kwantitatieve ruimtebeslag beschikbaar. Wel is er sprake van een soort vuistregel dat 10% van het productieareaal benodigd is voor bedrijventerrein voor veiling, handel, distributie, verpakking en overige agrologistieke functies. Bekend is dat de bestaande grote veilinglocaties in de greenports over voldoende ruimte, inclusief ontwikkelingsruimte, beschikken. De overige functies die op en rond deze locaties zijn gevestigd maken deels ook gebruik van deze ruimte. Beeld is dat, ook wat betreft de bedrijventerreinen, er een zekere noodzaak tot herstructurering bestaat, in combinatie met de behoefte aan nieuwe terreinen. Herstructurering is bijvoorbeeld aan de orde bij distributie en agrologistieke bedrijventerreinen welke slecht zijn ontsloten en niet optimaal zijn ingericht. 7 Bron: Inhoudelijke monitor Greenport(s) Greenports gewogen 28

41 Kennisfuncties zijn, waar het MBO, HBO of universiteit betreft, meer en eerder gesitueerd in de grotere steden nabij en tussen de greenports en zijn geen significant ruimtelijk vraagstuk binnen de ruimtevragen in en nabij greenports. 4.3 Overzicht ruimtebeslag overige tuinbouwlocaties Hieronder is in de tabel 4.2 een overzicht van het ruimtebeslag in de overige tuinbouwlocaties buiten de greenports opgenomen. Tabel 4.2 Ruimtebeslag in de overige (glas)tuinbouwlocaties buiten de greenports Tuinbouwlocatie LOG Type tuinbouw Huidig ruimtegebruik tuinbouw (ha) 1 Bergerden Ja Glas Berlikum Ja Glas Bommelerwaard Glas Deurne Glas 0 85 Emmen Ja Glas Grootslag Ja Glas Haaren Bomen (Nieuw Rijsenhout) Haarlemmermeer Glas 36 (aangekocht) 220 IJsselmuiden Ja Glas Kaag en Braassem Glas 290 Luttelgeest Ja Glas Neder Betuwe Bomen Noordelijk Zandgebied Bollen Noord Kennemerland Bollen Sexbierum Glas Someren Glas Terneuzen Ja Glas 80 (aangekocht) 232 Voorne-Putten Glas West-Brabant (Dinteloord ) Wieringermeer/Agriport A7 Ja Glas Glas, bollen Nieuwe ruimte voor tuinbouw (ha) (uitgegeven, (750 glas, ) 2 bollen) Zuidplaspolder Ja Glas Zundert Bomen Bron: Glastuinbouwlocaties in ontwikkeling per augustus 2008 (drs. Antoon van de Ven). 2 Bron: Landbouwperspectieven in Noord-Holland 2040 (2009). Greenports gewogen 29

42 4.4 Actuele ontwikkelingen en groeimogelijkheden Ruimte voor Greenports, LEI 2006 De Nota Ruimte is mede geënt op de rijksdoelstelling om de internationale concurrentiepositie van Nederland te verbeteren. Dit vereist versterking van de economie, van de kracht en dynamiek van steden en van de vitaliteit van het platteland. De Nota Ruimte stelt dat economische kerngebieden zelf in hun ruimtevraag moeten voorzien. Dit maakt herstructurering en reconstructie van verschillende functies noodzakelijk. Herstructurering en reconstructie lopen om verschillende redenen moeizaam. De vele ruimteclaims maken het lastig. Het herverdelen van de verschillende functies over de beschikbare ruimte verloopt moeizaam en kost veel tijd en geld. Zo weten lokale overheden private partijen onvoldoende tot grootschalige clustering van tuinbouwactiviteiten te brengen, leidt het lokale ruimtelijke ordeningsbeleid vaak tot versnippering van functies en is het lokale beleidsinstrumentarium ontoereikend gebleken om adequaat uitvoering te geven aan het nationale ruimtelijke beleid. Greenport(s) Nederland - Bestuurlijke Uitvoeringsafspraken In de vijf greenports gezamenlijk ligt er een totale opgave van: ha herstructurering van glas, bomen en bollen ha transformatie naar andere functies dan glas, bomen of bollen ha nieuwe locaties glas, bomen en bollen die reeds ingepland zijn en tot ontwikkeling moeten worden gebracht in de greenports (LOG Zuidplaspolder, Rijsenhout, LOG Californië/Siberië, PCT Boskoop) ha nieuwe locaties in de LOG s die geen onderdeel zijn van een greenport, alsmede de overige (provinciale) locaties ha aan nieuwe greenport (agro)gerelateerde bedrijventerreinen in of nabij de greenports. Tabel 4.3 De ruimtelijke opgave in de vijf greenports Westland- Aalsmeer Boskoop Duin- en Venlo Totaal Oostland (Waddinxveen) Bollenstreek Nieuw Herstructurering Transformatie Uitbreiding agrogerelateerde bedrijvigheid Bron: Greenport(s) Nederland - Bestuurlijke Uitvoeringsafspraken (2007). 8 Hier zit een dubbeltelling in waar het LOG s in de greenport betreft (geldt met name Californië/Siberië in greenport Venlo). Greenports gewogen 30

43 Tabel 4.4 Ruimtelijke ontwikkeling binnen de greenports (op basis van de eigen visies) Tekort Nog niet bekend Uit dit beeld valt op te maken dat de in de visies aangegeven hectares nieuw areaal (1.180 ha) lager zijn dan vermeld in de Bestuurlijk Uitvoeringsafspraken (1.500 ha). De hectares transformatie (inclusief sanering) zijn nagenoeg gelijk (1.150 ha versus ha). De hectares voor herstructurering (3.685 ha) zijn ook nagenoeg gelijk aan de bestuurlijke uitvoeringsafspraken (3.760 ha). De facto lijkt er dus op termijn sprake van een afname van het beschikbare areaal ingevolge het niet realiseren van voldoende nieuw areaal. Onderstaande tabel laat de vorderingen zien van de locaties voor nieuw te ontwikkelen glas. De tabel toont de ambities voor de periode en de totale opgave voor De tabel geeft ook informatie over de planologische voortgang door te vermelden of er een door Gedeputeerde Staten/Gemeenteraad goedgekeurd bestemmingsplan is. De gegevens in de tabel beslaan meestal meerdere locaties. Bij bestemmingsplan goedgekeurd staat hoeveel ha dit betreft. Niet zichtbaar is bijvoorbeeld of een bestemmingsplan al in procedure is en of nog een Raad van State procedure volgt. Tevens laat de tabel zien hoeveel hectares door tuinders zijn aangekocht en hoeveel ha is gerealiseerd. Tabel 4.5 Opgave en voortgang nieuw te ontwikkelen glaslocaties in de greenports en satellietgebieden Greenport (in Westland- Aalsmeer Boskoop Duin- en Venlo Totaal ha) Oostland (glas) (glas) (bomen) Bollenstreek (bollen) (glas) Nieuw Herstructurering Transformatie Sanering Bedrijfsterrein Locatie Opgave Opgave Bestemmingsplan goedgekeurd Aangekocht door tuinder jan 07 t/m Gerealiseerd jan 07 t/m dec 08 (netto ha) (netto ha) (ha) dec 08 (ha) Greenports Westland-Oostland Aalsmeer Venlo ,5 Duin- en Bollenstreek Boskoop Greenports gewogen 31

44 Opgemerkt moet worden dat in bovenstaande tabel niet alle zoeklocaties van de provincies zijn meegenomen. Voor enkele provincies is de omvang van de zoeklocaties voor zover bekend, in de tabel vermeld. Naast nieuwe vestigingsruimte voor glas wordt ook gezocht naar dergelijke ruimte voor de bollenen boomteelt. Voor de greenports Boskoop en Duin- en Bollenstreek is de opgave voor nieuwe locaties voor boom- en respectievelijk bollenteelt zowel binnen als buiten de greenports in de satellietgebieden weergegeven. Tabel 4.6 Opgave en voortgang nieuwe ontwikkelruimte boomteelt Locatie Opgave Opgave Bestemmingsplan goedgekeurd Aangekocht door tuinder jan 07 t/m Gerealiseerd jan 07 t/m dec 08 (netto ha) (netto ha) (ha) dec 08 (ha) Satellietgebieden Noord-Holland Zeeland Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Noord-Brabant Totaal ,5 Bron: Inhoudelijke monitor greenport(s) Locatie Opgave Opgave Bestemmingsplan goedgekeurd Aangekocht door tuinder jan 07 t/m Gerealiseerd jan 07 t/m dec 08 (netto ha) (netto ha) (netto ha) dec 08 (netto ha) Greenport 282, ,5 12,5 0 Boskoop Satellietgebieden Nb Nb Bron: Inhoudelijke monitor greenport(s) Greenports gewogen 32

45 Tabel 4.7 Opgave en voortgang nieuwe ontwikkelruimte bollen Locatie Opgave Opgave Bestemmingsplan goedgekeurd Aangekocht door tuinder jan 07 tm Gerealiseerd jan 07 t/m dec 08 (netto ha) (netto ha) (netto ha) dec 08 (netto ha) Greenport Duin- 40 Nb Nb Nb Nb en Bollenstreek Satellietgebieden Bron: Inhoudelijke monitor greenport(s) In onderstaande tabel is de opgave van te nieuw te ontwikkelen netto hectares agrogerelateerde bedrijventerreinen tot 2011 weergegeven. Tabel 4.8 Opgave en voortgang ontwikkelruimte agrogerelateerde bedrijventerreinen Locatie Opgave Opgave Bestemmingsplan goedgekeurd Aangekocht door bedrijven Gerealiseerd (in netto ha) (netto ha) (netto ha) (netto ha) (in ha) Westland-Oostland Aalsmeer 240 Nb Venlo Duin- en Bollenstreek Boskoop 27,5 8, Satellietlocaties Boskoop Agro Business Centre Neder- Betuwe Treeport Zundert 22, Totaal , Bron: Inhoudelijke monitor greenport(s) Greenports gewogen 33

46 Greenports gewogen 34

47 5 Ondernemersvisie ruimtevragen greenports Op deze plek in de rapportage volgt een overzicht van de bevindingen per teelt zoals die ten aanzien van de tien vragen uit de interviews naar voren zijn gekomen. Hierbij is onder andere gevraagd naar wensen en behoeften, vraag en aanbod, mogelijkheden in en buiten de greenports, mogelijkheden van overheidsingrepen en van marktwerking. De uitwerking van diepte-interviews op basis van de tien vragen wordt steeds uitgesplitst naar vier teelten: Sierplanten en bloemen. Groente. Bollen. Bomen. Om onnodige dubbels in de tekst te voorkomen zijn identieke antwoorden voor zover mogelijk gebundeld onder de eerste vraag waarbij deze aan de orde komen. 5.1 Wensen en behoeften ruimtevraag in en nabij greenports De saldo nul benadering die de provincie Zuid-Holland hanteert impliceert voor ondernemers dat er in de Zuid-Hollandse greenports (glas)areaal (voor met name productie) moet worden gevonden buiten het kerngebied van de afzonderlijke greenports. Dit geldt feitelijk niet alleen voor de greenport Westland-Oostland maar ook voor Duin- en Bollenstreek (bollen) en Boskoop (bomen). Wat betreft het areaal glas geldt dat dit inmiddels in Zuid-Holland is gedaald tot onder de ha. Ondernemers geven aan dat het van belang is dat er voor glas in ieder geval tijdig alternatieve nieuwe locaties gevonden worden, in Zuid-Holland of andere nabijgelegen provincies (Zeeland, Noord-Brabant en/of Noord-Holland). Gezien het belang van het cluster moeten dit locaties nabij de greenports zijn. Dit geldt met name voor de productie van groente, sierplanten en bloemen onder glas, waarbij sierteelt en bloemen in aanzet relatief nog zwaarder afhankelijk zijn van de directe nabijheid van het agrologistieke cluster, dan groente. Zoekgebieden c.q. gebieden waarin aan de ruimtebehoefte kan worden voldaan in de optiek van ondernemers zijn: Agriport A7 (gelegen in Noord-Holland). Kaag en Braassem/Nieuwkoop Ter Aar. Goeree-Overflakkee. Haarlemmermeer (het gaat hierbij om een nieuwe ontwikkeling naast de bestaande ontwikkeling PrimAviera. De provincie Noord-Holland en gemeente Haarlemmermeer wijzen het ontwikkelen van een nieuw gebied naast PrimAviera af). Dinteloord. Op korte termijn lijkt in de optiek van ondernemers Agriport A7 en de verdere ontwikkeling van Dinteloord het meest perspectiefvol voor glas. Daarnaast worden Oostvoorne en Brielle nog genoemd, als interessante potentiële locaties op de Zuid-Hollandse eilanden. Deels wordt ook nog gekeken naar Luttelgeest (Flevoland). Greenports gewogen 35

48 Voor bollen en bomen geldt dat beide greenports streven naar het behoud van het huidige beschikbare areaal. Uitbreiding vindt plaats op afstand van het bestaande cluster. In deze beide greenports is het belang van handel en agrologistieke functies relatief krachtiger geworden dan de productiefunctie. Sierplanten/bloemen Belangrijkste behoefte bij de sierplanten en bloemen is dat de locatie zich binnen de 2 uurs grens (opname bestelling en gereed voor toelevering aan afnemer) bevindt. Snelheid waarmee een teler kan leveren aan de veiling, handel en distributie, is in samenhang met de kwaliteit van het product bepalend voor positie en vestigingslocatie van een bedrijf dat sierplanten en of bloemen produceert. Hoe dichter bij het agrologistieke centrum van veiling, handel en distributie hoe beter. Tijdvak van 2 uur/2 uurs cirkel Vanuit daghandel en vershandel is er sprake van een soort 2 uurs cirkel rond de agrologistieke centra in de greenports waarbinnen productie plaats moet vinden. Deze 2 uurs cirkel wordt grofweg bepaald door de tijd die nodig is van bestelling bij producent tot en met de herdistributie en transport naar eindafnemer. Grotere bulkstromen zijn daarbij in aanzet gemakkelijker op iets grotere afstanden te lokaliseren dan specialistische producten, al gelden er ook randvoorwaarden voor bulkproducten waar het betreft het complex van klimatologische omstandigheden, transportkosten naar agrologistieke centra, toelevering aan afnemers, beschikbaarheid personeel, etc. De ruimtevraag is gericht op grotere kavels in de directe nabijheid van daghandel en distributiecentra. Dit geldt voor de greenports in West-Nederland. Venlo zal zich op dit vlak mogelijk verder ontwikkelen afhankelijk van de ontwikkeling van de route naar afzetmarkten in Duitsland en Oost Europa en de bundeling met de regio Niederrhein. Een deel van de plantenteelt gebeurt ver buiten de greenports. Het betreft hier ondermeer veredeling en het opkweken van stammaterialen omdat dit elders veel goedkoper en beter kan. De kern van het cluster wordt gevormd door verhandeling van het eindproduct en met name in de daghandel en het van daaruit snel door kunnen distribueren. Wat ervoor gebeurt in de keten kan op grotere afstand plaatsvinden. Groente Bij de groenteteelt is er in toenemende mate sprake van opschaling naar bedrijven boven 20 ha. Nu is er tijdelijk - mogelijk onder invloed van recessie - enige vertraging in deze tendens, al zijn er ook in de huidige marktomstandigheden nog steeds bedrijven met mogelijkheden om te investeren in schaalvergroting. Dit zijn met name bedrijven van 5 tot 10 ha die nu een dergelijke schaalsprong kunnen maken. De ruimte kan echter lastig worden gevonden in de greenport zelf. Op dat moment ontstaat de overweging om buiten de greenport naar een locatie te gaan zoeken die wel die mogelijkheid biedt. Agriport A7 is hiervan het meest sprekende voorbeeld. Het zijn veelal Westlandse tuinders die zich daar hebben gevestigd en vestigen. De meeste tuinders hebben op Agriport 70 ha gekocht, waarvan er nu gemiddeld 30 tot 40 ha in productie is genomen. Greenports gewogen 36

49 Bovenstaande opschaling laat onverlet dat er veel tuinders ook kavels van 10 ha in de greenport Westland-Oostland zullen kopen wanneer de kans zich voordoet. Dat doen ze met het oog op de handelspositie: snelle levering van hoogwaardige soorten aan kritische daghandel en/of de vershandel. In de Nota Ruimte zijn de greenports ruimtelijk begrensd en zo ook de greenport Westland- Oostland. Deze begrenzing van de greenport is vanuit agrologistieke functies in de ogen van meerdere partijen te beperkt. Ook een agrologistiek centrum als Freshworld/Greenery (Barendrecht) zouden gegeven hun locatie en functionele relatie tot de greenport Westland- Oostland moeten worden gerekend. Dit centrum vervult in samenhang met de greenport Westland-Oostland een belangrijke logistieke functie (transport en verpakking). Freshworld is feitelijk een satellietlocatie met eromheen een beperkt productieareaal. Al ligt een beperkte hoeveelheid (wel te herstructureren) op specialties gespecialiseerd glas. Freshworld is een belangrijk handelscentrum voor groente en fruit gelegen tussen en nabij grote kasgebieden. De nabijheid van de greenport Westland-Oostland en de Mainport Rotterdam is bepalend geweest voor locatie Freshworld ten opzichte van ontwikkeling soortgelijke locatie in Brabant (die heeft het niet gehaald). Freshworld bundelt en distribueert importstromen (haven Rotterdam), met producten van de volle grond tuinbouw (Zeeland) en groenten uit Westland-Oostland. Bollen Met het oog op de hyacintenteelt wordt het areaal in kerngebied Duin- en Bollenstreek ha als ondergrens beschouwd. Specifiek de Duin- en Bollenstreek biedt namelijk de unieke en speciale combinatie van de voor deze teelt benodigde gronden en klimatologische omstandigheden. In de Duin- en Bollenstreek wordt al jaren primair ingezet op het veiligstellen en behouden van dit areaal. In de nieuwe structuurvisie is noodzaak tot behoud van tenminste ha als ondergrens erkend. Dit areaal staat onder druk, al is er in aanzet nog wel enige wisselruimte te creëren. Het daadwerkelijk compenseren van grond die naar andere functies gaat, is in de praktijk steeds een aandachtspunt en al meerdere keren lastig gebleken. Het omzetten van grasland naar bollengrond toestaan zou deze druk op ruimte kunnen verlichten, maar stuit op diverse bezwaren vanuit de belangen van andere functies in het gebied. Met het omzetten van grasland naar bollengrond komt nieuwe bollengrond beschikbaar die op termijn kan worden opgewerkt naar de vereiste unieke kwaliteit die nodig is voor de hyacintenteelt. In de Duin- en Bollenstreek is ook de behoefte en noodzaak tot 400 ha aan ondersteunend glas erkend. Wel geldt ten aanzien van ondersteunend glas dat er thans in de greenport 380 ha beschikbaar is, waarvan 210 ha in concentratiegebieden. Bundeling van gespreid glas in de Duinen Bollenstreek is wenselijk. Het veilingcomplex heeft 80 ha in gebruik. Er is sprake van beheerste groei naar 100 ha. Dat kan op huidige locatie worden gerealiseerd met een beperkte aanpassing van het vigerende bestemmingsplan. Het verbeteren van de logistieke ontsluiting en bereikbaarheid van de veiling en agrologistieke centra zijn een voorwaarde voor de verder ontwikkeling van deze greenport. Greenports gewogen 37

50 Bomen In Boskoop is de ontwikkeling van nieuwe gebieden vrijwel niet meer mogelijk. De inspanningen zijn hier gericht op het optimaliseren van het benutten van de bestaande gronden via onder meer herstructurering. Daarmee wordt tegelijkertijd invulling gegeven aan de wens tot schaalvergroting. De kern van dit cluster wordt meer en meer gevormd door de agrologistieke functies, betreffende handel, distributie en toelevering en tevens de kennisintensieve functies, zoals die in deze greenport aanwezig zijn. In deze greenport zijn vooral de zeer intensieve teelten aanwezig. Een belangrijk deel van de productie en met name de meer extensieve teelten, vindt plaats ver buiten de greenport (bijvoorbeeld Zundert en Haaren en de Betuwe). Deze locaties hebben deels eigen afzetkanalen en zijn voor handel en distributie minder tot niet afhankelijk van de greenport Boskoop. Deels zijn de locaties nog wel stevig georiënteerd op de greenport Boskoop. Venlo heeft bijvoorbeeld een stevige band met de agrologistieke functies in de greenport Boskoop. Andere locaties hebben deze relatie minder zoals Twente en specialistische locaties voor fruitbomen in de Betuwe. 5.2 Impact herstructurering en bedrijfsbeëindiging op ruimtevraag in en nabij greenports De overheden en de sector (Glami) willen de herstructurering benutten als een kans om te investeren in maatregelen in de sfeer van duurzame ontwikkeling op het vlak van energie en water, landschappelijke inpassing en licht. Een efficiënt en, waar mogelijk, meervoudig ruimtegebruik is daarbij belangrijk. Het belang van de herstructurering in samenhang met een duurzame ontwikkeling van de sector wordt ook nadrukkelijk benoemd in de Nota Ruimte en de recente reactie van minister Verburg op de greenportvisie van Greenport(s) Nederland. De sector zelf heeft zeker een ambitie op het vlak van meervoudig ruimtegebruik en hier zijn al meerdere goede voorbeelden in de praktijk gebracht. Het van meerdere kleinere bedrijven één groot bedrijf maken is daadwerkelijk aan de orde in de greenports, maar niet altijd gemakkelijk te realiseren. Schaalvergroting maakt ook investeren in duurzaamheidsmaatregelen en inpassing mogelijk. De sector staat echter sceptisch tot terughoudend ten aanzien van een te hoge taakstelling en verwachting inzake het combineren van meerdere bedrijfstypen op dezelfde locatie, al wordt wel onderkend dat maatwerkcombinaties mogelijk zijn. De gehele tuinbouw staat onder druk door een combinatie van overproductie, lagere prijzen door een afnemende vraag en de impact van de recessie. Het is zeer onzeker welke teelten, activiteiten in het greenportcomplex en specifieke bedrijven er daadwerkelijk en in welke omvang last krijgen van deze situatie. Doordat de banken voorzichtiger zijn geworden met het bieden van financiering is het sowieso lastiger geworden om te investeren in herstructurering en uitbreiding van bedrijfsactiviteiten/-areaal. Het algehele beeld is dat middelgrote bedrijven die niet recent grote investeringen hebben gedaan de beste uitgangspositie hebben, vanuit met name een stevige eigen vermogenspositie en een stabiele tot stijgende grondwaarde als onderlegger. Hele grote bedrijven zijn vaak nog niet uit de kosten betreffende recent gedane investeringen voor schaalvergroting. Greenports gewogen 38

51 Kleinere bedrijven zijn vaak bedrijfseconomisch al te klein en waren al object van herstructurering. De recessie, in combinatie met de al bestaande overproductie in sommige teelten, leidt ertoe dat er tijdelijk sprake is van een vertraging in de groei en ontwikkeling van het cluster. Er is gegeven bovenstaande naar verwachting tijdelijk een lagere urgentie op het beschikbaar hebben en krijgen van nieuwe locaties. Deze lagere urgentie doet zich thans met name gevoelen op de reeds beschikbare locaties, waar de uitgifte van gronden vertraagd. De vrees vanuit de sectorpartijen is dat de overheden de moeilijke periode in de sector zullen gebruiken om het areaal dat voor tuinbouw beschikbaar en nodig is te laten krimpen. Specifiek voor Zuid-Holland wordt deze vrees vertaald naar het strak vasthouden aan het saldo nul beleid. De sectorpartijen geven zonder uitzondering aan dat de recessie een tijdelijk iets is en dat op termijn er voor alle teelten en greenports een herstel van de groei en dynamiek is te verwachten. Gevolg zal zijn dat ook de behoefte en de druk op groei van het beschikbare productieareaal weer aan de orde zal zijn. Het tijdig beschikbaar krijgen van productielocaties is een kwestie van langjarige processen. Het is dan ook zaak de huidige recessie niet te vertalen naar een structureel lagere ruimteclaim vanuit de greenports voor de daar of in de nabijheid te vestigen en te handhaven voorzieningen en productiemogelijkheden. De recessie biedt naast nadelen op beperkte schaal ook mogelijkheden voor de sector. Met name bedrijven met een goede eigen vermogenspositie hebben nu kansen om kavels te kopen in de herstructurering onder andere bij bedrijfsbeëindiging. Mogelijk leiden de bedrijfseconomisch moeilijke tijden ook tot een versnelde sanering van verspreid glas en een verdere versnelling in de herstructurering. Dit gebeurt niet vanzelf en is afhankelijk van vele factoren, waaronder ook een flexibele opstelling van overheden en het toekennen van een hogere beleidsprioriteit aan de herstructurering door overheden. Het maken van een kwaliteitsslag als wordt beoogd met de herstructurering, vraagt om een dergelijke opstelling van de overheid in combinatie met het weer aantrekken van de financieringsmogelijkheden bij en door bedrijven. Sierplanten/bloemen Via herstructurering en bedrijfsbeëindiging komt er ruimte vrij in de greenport en dat biedt kansen op vernieuwing en schaalvergroting (mits enkele bedrijven bij elkaar tegelijkertijd kunnen worden opgekocht). Voor bloemen en sierteelt zijn via herstructurering de schaalsprongen naar 5 en 10 ha nog redelijk te maken in de greenports en met name Westland-Oostland en Aalsmeer. Bovendien zijn deze productietakken in staat hogere opbrengsten per m 2 te realiseren dan bijvoorbeeld bulkgroenteteelt, waarmee ze krachtiger staan in de concurrentie om de ruimte. Ze kunnen daarmee niet alleen hogere grondkosten dragen, maar ook sneller investeren in herstructurering van het eigen bedrijf of het opkopen van andere bedrijven vanuit de optiek van schaalvergroting. Er vindt in de greenports Westland-Oostland en Aalsmeer alleen warme sanering plaats (=niet gedwongen). Groente Voor groente zijn de mogelijkheden en de perspectieven van herstructurering mede afhankelijk van de schaalsprong die een tuinder wil en kan maken. Voor specialties zijn deze schaalsprongen kleiner dan bij bulkgroente. Bovendien is de opbrengst per ha en per eenheid product bij specialties hoger dan bij bulkgroente. Specialties vragen dus om minder areaal/bedrijf bij het maken van schaalsprongen en kunnen in vergelijking tot bulkgroente hogere investeringen per ha Greenports gewogen 39

52 dragen. Dit maakt dat telers van specialties een betere uitgangspositie hebben bij het realiseren van schaalsprongen in bestaande gebieden en meer specifiek de herstructurering dan telers van bulkgroente. De herstructurering biedt voor de bulkproductie minder kansen waar het gaat om het realiseren van de gewenste en soms ook noodzakelijke schaalsprong voor dergelijke bedrijven betreft. Het realiseren van bedrijven voor bulkgroenteteelt met productiearealen van meer dan 20 ha is in de greenports slechts incidenteel mogelijk. Bedrijven die een dergelijke schaalsprong effectief willen maken zijn gedwongen een plek buiten de greenports te zoeken. Een deel van de bulkproductie verplaatst zich om die reden dan ook naar satellietlocaties en in het bijzonder Agriport A7. Bollen In de Duin- en Bollenstreek is herstructurering niet uitsluitend op de productie gericht maar ook op de handelsbedrijven, de opslagloodsen en de inrichting en locatie van de agrologistieke bedrijventerreinen. Wat betreft de productie, gaat het bij de herstructurering in deze greenport om zowel het mogelijk maken van schaalvergroting in combinatie met het vergroten van het aaneengesloten teeltareaal door het beter verkavelen van het gebied. Deze herstructurering in productie vraagt om het beschikbaar krijgen van enige extra schuifruimte. Deze is nodig om de herstructurering zo effectief mogelijk te maken. De herstructurering richt zich in deze greenport ook op andere knelpunten, zoals het op slot zitten van de bollenhandelsbedrijven in het gebied zelf. Dit vereist met name grotere bouwkavels bij deze handelsbedrijven in bestemmingsplannen en het vinden van een oplossing voor de sanering van opslagloodsen die verspreid in het gebied achterblijven, maar niet langer een agrologistieke functie vervullen. Knelpunt is daarbij dat, ruimtelijk gezien, de handelshuizen moeten verkassen naar bedrijventerreinen, maar zonder compensatie dan waardeloze locaties met gebouwen achter moeten laten c.q. moeten afschrijven. De schaalvergroting in handelshuizen maakt dat ze willen en moeten verkassen naar andere locaties, maar dat verkassen zonder aanvullende maatregelen leidt tot leegstand van loodsen en andere bedrijfsgebouwen. Dit komt bovendien bedrijfseconomisch vaak niet uit. De financiering van bedrijfseconomisch en beleidsmatig wenselijk en nodig geachte verplaatsingen van handelshuizen en loodsen, blijkt dan een probleem te zijn. Bomen Kansen voor uitbreiding en verdere ontwikkeling van de productie op de boomkwekerijen in Zuid- Holland zijn beperkt. Er rust een grote last op de herstructurering en het daarmee effectief en efficiënt benutten van de schaarse ruimte, maar tegelijkertijd is er behoefte aan uitbreidingsruimte die in de greenport Boskoop nauwelijks wordt geboden. Wil de greenport Boskoop haar positie in de toekomst vasthouden, dan zal het gebied moeten worden geherstructureerd (circa 510 ha) en dit geldt zowel voor de grondgeboden als niet grondgebonden teelt. De herstructurering zal ook in moeten spelen op de groeiende tendens van pot- en containerteelt. In dit kader is de ontwikkeling en effectieve benutting van het Pot- en ContainerTeelt terrein (PCT-terrein) in de gemeente Rijnwoude, waar in totaal bruto circa 180 ha beschikbaar is, van evident belang. Greenports gewogen 40

53 5.3 Vraag en aanbod ruimte in en nabij greenports De kern van het greenportconcept is een geconcentreerde ligging productielocaties in of nabij de greenport. Dit is nodig door de intensieve koppeling van productie met andere functies als veiling, handel, distributie en overige agrologistieke functies, alsmede kennis en innovatie. Aandachtspunt is dat de ruimtedruk op met name de in West-Nederland gelegen greenports hoog is zowel vanuit agro- en clustergerelateerde functies als andere functies zoals wonen, bedrijvigheid, waterberging, natuur en landschap. De naar verwachting tijdelijke impact van de recessie op de ruimtedruk en met name de vraag naar ruimte in en nabij de greenports, is al eerder benoemd in paragraaf 5.1 en is onverkort ook voor de vraag die in deze paragraaf wordt behandeld relevant. De veilingen hebben recent voorzien in de benodigde ontwikkelruimte en daarmee ook deels voorzien in de ruimtebehoefte van bijbehorende agrologistieke functies. Met name de ruimtevraag van agrologistieke functies is daarmee echter nog niet geheel opgelost. Verschillende agrologistieke locaties in en nabij de greenports (onder andere Freshworld) zitten krap in de jas en zijn zoekende naar uitbreidingsruimte. Dit kan in de greenports zelf er mede toe leiden dat agrologistieke functies de productiefunctie deels verdringen. Dit kan echter alleen wanneer deze verdringing ook planologisch mogelijk wordt gemaakt. Knelpunt in vraag en aanbod is ook de infrastructuur en in het bijzonder de snelle bereikbaarheid van de greenports en de daar aanwezige veiling- en handelscentra en overige agrologistieke voorzieningen. Sierplanten/bloemen Bepalend is de 2 uurs afstandsgrens waarbij er ook mogelijkheden zijn buiten het greenportgebied. Voor nieuwe locaties moet er rekening worden gehouden met congestie op de infrastructuur en met nieuwe ontwikkelingen zoals de mogelijke aanleg van een tunnel naar de Zuid-Hollandse eilanden. Dergelijke nieuwe ontwikkelingen leiden naar een ruimer zoekgebied voor nieuwe locaties binnen de 2 uurs afstandsgrens. Een locatie als PrimAviera past prima in deze context. Locaties op grotere afstand zijn mogelijk voor onderdelen uit de keten zoals toelevering van stammen en veredeling (is vooral toelevering van buiten Nederland). Productie met koppeling aan daghandel vereist dat de productielocatie in of in de directe nabijheid van de greenport is gevestigd. Locaties als Emmen zijn voor de sierteelt niet reëel vanuit de optiek van de daghandel. Venlo is vooralsnog voor sierteelt alleen een productielocatie met potenties op het moment dat de verdere doorontwikkeling oostas en koppeling Duitse afzetmarkten zich verder doorontwikkelt. Waar het de bulkproductie betreft van grootschalige toonaangevende perkplanten en/of waarbij sprake is van rechtstreekse afzet aan winkelketens is vestiging van bedrijven in het midden of oosten van het land wel mogelijk en ook aan de orde. Voor deze bedrijven geldt de 2 uurs afstandsgrens minder tot niet. Het productieareaal voor sierplanten en bloemen in de greenports (Westland-Oostland en Aalsmeer) staat onder druk en krimpt. De daling kan slechts beperkt worden opgevangen door een verder intensiveren en productiestijging per ha. Er moet dus nieuwe ruimte beschikbaar worden gesteld om de productie op peil te houden en de ontwikkeling van nieuw glasareaal mogelijk te maken. Als het niet in de greenport zelf kan, dan bij voorkeur in de ring van twee uur om de agrologistieke centra binnen de greenport, zijnde met name veiling en handel. Greenports gewogen 41

54 De hoge grondprijzen zijn in West-Nederlandse greenports Westland-Oostland en Aalsmeer niet echt een probleem. De grondwaarde is er immers stabiel en stijgende wat gunstig uitwerkt bij op termijn de verkoop van gronden. Dit heeft beperkt ook impact op financieringsmogelijkheden. Zeker is dat in deze greenports er niet wordt toegelegd op de grondprijs bij verkoop van kavels. In gebieden buiten de greenports is dat wel een aandachtspunt en is er soms zelfs sprake van grondwaardevermindering. Groente In en nabij de greenport Westland-Oostland is er nauwelijks kans om een schaalvergroting naar 20 ha en hoger te kunnen realiseren, zoals die voor met name bulkgroente zich manifesteert. Dit verklaart ook het ontstaan van Agriport A7 waar op basis van een goede infrastructuur wel kavels van 20 ha en meer beschikbaar zijn en bovendien ook snel konden en kunnen worden gerealiseerd. Naast Agriport A7 biedt mogelijk ook Dinteloord in Brabant voor dergelijke schaalsprongen perspectief. De andere locaties in de nabijheid van de greenport Westland- Oostland zijn te klein en staan tevens onder druk door claims vanuit andere greenports en ook andere niet-greenportfuncties. Sommige locaties zijn nog te pril waar het de ontwikkeling en realisatie betreft (Oostflakkee, Voorne, Brielle en Kaag en Braassem). Vooral de Zuid-Hollandse eilanden worden door ondernemers erg interessant geacht op het moment dat er een nieuwe verbinding komt over of onder de Nieuwe Waterweg bij Schiedam of Vlaardingen (Oranjetunnel). De Zuidplaspolder is voor groenteteelt niet echt interessant. Hier worden in de ogen van ondernemers veel te veel eisen gesteld aan de ondernemer. Een ondernemer in de groenteteelt zal het geld dat nodig is om aan al deze eisen te voldoen naar verwachting bij voorkeur inzetten op desnoods het realiseren van een kleinere locatie in de greenport zelf of zoekt een andere locatie nabij greenports. Daarnaast wordt aangegeven dat met name de energieprijs naar verwachting niet hoog genoeg zal worden om kosten voor de in de Zuidplas beoogde voorzieningen te kunnen laten renderen. Bollen Cruciaal voor de greenport Duin- en Bollenstreek is de blijvende productie en ontwikkeling van de hyacintenteelt in het gebied. Deze teelt kent vanwege negatieve effecten op de grond een teeltcirculatie waarbij deze teelt slechts één keer in de vijf jaar op een bepaald perceel mogelijk is. Dit brengt met zich mee dat het minimumareaal van ruim 500 ha hyacinten als ondergrens voor het greenport cluster vanuit de productie een benodigd teeltareaal van tenminste netto ha met zich brengt. Dit areaal is thans aanwezig en beschikbaar en is planologisch veiliggesteld, maar staat permanent onder druk van andere functies, maar bijvoorbeeld ook ontwikkelingen in de sector zelf, zoals de mogelijk op termijn benodigde wijziging in de teeltcirculatie naar één keer per zes jaar. Naast 1 e klas areaal bollengrond voor de hyacintenteelt is er in de Duin- en Bollenstreek nog 300 ha 2 e klas bollengrond aanwezig en in gebruik voor andere teelten. Het totale areaal aan bollengrond is beperkt wanneer het wordt afgezet tegen het totale Nederlandse areaal van ha bollen, waarvan de helft in De Noord en ha in Flevoland is gelegen. Het betreft echter in de Duin- en Bollenstreek wel unieke en speciale gronden (zogenaamde geestgronden) met name van belang voor de teelt van hyacinten en de export van zand- en ziektekiem vrije bollen. Greenports gewogen 42

55 De basisbehoefte van ha in de Duin- en Bollenstreek is planologisch veiliggesteld. Een aandachtspunt is dat er daadwerkelijk compensatie plaats moet vinden wanneer bollengrond in gebruik wordt genomen door andere functies. Compensatie en uitbreiding van het areaal bollengrond is in de Duin- en Bollenstreek mogelijk door het omzetten van grasland naar bollengrond. Hier bestaat beleidsmatige en deels maatschappelijke weerstand tegen. De omzetting levert bovendien niet direct de 1 e klas bollengrond die voor de hyacintenteelt nodig is. Er is in de Duin- en Bollenstreek nog een gebied van 25 ha nodig om aan de areaalbehoefte voor (ondersteunend) glas te voorzien. Bomen Boskoop heeft de status van greenport, maar in de ogen van de sector worden aan het gebied nauwelijks ontwikkelingsmogelijkheden en mogelijkheden tot uitbreiding geboden. Alle groei moet komen vanuit de herstructurering, maar dat is bij al bestaande hoge intensiteiten in teelten lastig te realiseren. Jarenlang is er in Boskoop gewerkt met ontwikkelruimte binnen een bomencontour, maar de daarbinnen aanwezige ruimte is op en verruiming van de contour is niet gemakkelijk te realiseren gebleken en ging samen met grondprijzen die voor kwekerijen te hoog waren. Boomkwekers willen daarom nu nieuwe locaties buiten de contour. De wens is om het areaal uit te breiden met 570 ha. Van deze 570 ha is er in het gebied 220 ha terug te verdienen via onder meer herstructurering en het bestempelen van eerder toegewezen locaties als onderdeel van de claim (PCT-terrein). Er resteert een claim van 350 ha. Laatste grotere nieuwe locatie is net in gebruik genomen bij Reeuwijk, zijnde een ontwikkeling van 16 ha. Rond Boskoop is niet voorzien in aanvullende nieuwe locaties, met uitzondering van het PCT-terrein (tweede fase). Het beeld is dat Boskoop qua ontwikkeling van het productieareaal achterblijft en stagneert. De ontwikkeling van het bomenareaal buiten Boskoop heeft echter vooral te maken met extensieve soorten voor fruitteelt en plantsoenen en lanen. Deze extensieve teelten hebben een lage omzet per ha. Boskoop is bij uitstek het gebied van de zeer intensieve teelten met een hoge opbrengst per ha. Deze teelten vereisen daarnaast een hoog specialistisch kennisniveau. Boskoop is bovendien een krachtige speler in handel, distributie en toelevering. Nog intensiever telen dan in Boskoop is bijna onmogelijk. Relatief kleine kwekerijen, maar wel naar een grotere schaalgrootte zich ontwikkelende bedrijven, met hoge intensiviteit en hoge opbrengsten zijn kenmerkend voor Boskoop. 5.4 Is ruimtevraag binnen greenports te accommoderen? Welke alternatieven zijn er als dat niet kan? Op de langere termijn is de ruimtevraag niet binnen de greenports te accommoderen. Wel constateren ondernemers dat onder invloed van de recessie de kans vergroot dat ondernemers de ruimtevraag in de komende vijf jaar deels nog gemakkelijker binnen de greenports kunnen invullen. Versneld inzetten op herstructurering biedt kansen aan met name middelgrote bedrijven om nu een schaalsprong te maken. Schaalsprongen naar boven de 20 ha blijven daarbij in alle gevallen lastig te realiseren binnen of nabij de greenports. Voor de langere termijn is de verwachting dat markten weer aantrekken en groei van de areaalbehoefte weer gemiddeld naar 2% per jaar of meer gaat. Dan zal er al snel weer behoefte zijn aan areaal buiten greenports om deze groei op te vangen. Mogelijk komen er door nieuwe snelwegen en oplossingen voor congestie Greenports gewogen 43

56 ook andere gebieden meer realistisch in beeld. Zowel voor de nieuw te ontwikkelen gebieden als de herstructurering geldt dat er komende jaren een stevige kwaliteitslag gemaakt kan en moet worden. Hiermee is een termijn van zeven tot tien jaar gemoeid. Tijdig voorsorteren in deze kwaliteitslag juist in de nu lastige periode van recessie is vanuit ondernemersperspectief van groot belang. Nu de tijd gebruiken om kansen mogelijk te maken en te benutten in de herstructurering en wat betreft het vinden en ontwikkelen van nieuwe locaties. Wat opvalt is dat glastuinbouwbedrijven er toch vaak in slagen om in de kerngebieden van de greenports tot 10 en soms zelfs 20 ha glasareaal nog bij elkaar te voegen en tot ontwikkeling te brengen. Daarboven blijkt het vaak lastig te worden. Met name de grotere bedrijven zullen naar buiten schuiven. Zij gaan naar de ring om en nabij de greenports die bepaald wordt door de maximaal toelaatbare aanlevertijd van producten. Hoe dichter bij het agrologistieke centrum hoe beter en hoe minder voorzieningen er nodig zijn om toelevering te regelen, hoe beter de concurrentiepositie. In hoeverre er alternatieven zijn buiten de West-Nederlandse greenports wordt mede bepaald door verbindingen/infrastructuur. Een betere ontsluiting naar het zuiden zal inhouden dat de greenport Westland-Oostland voor uitbreiding ook meer richting zuiden (Brielle, Oostflakkee en Voorne-Putte) kan gaan kijken. In eerste instantie zal vooral bulkproductie van groente zich in die richting gaan verplaatsen. Daarmee komt er ook ruimte voor de sierteelt om zich door te ontwikkelen in de greenportgebieden zelf. De hieronder staande locaties worden door ondernemers genoemd en worden wisselend beoordeeld wat betreft realisatiemogelijkheden: Haarlemmermeer is een interessante locatie voor ondernemers. Het gaat daarbij concreet om de voorbereiding, ontwikkeling en invulling van PrimAviera. De kans op verdere uitbreiding van de locatie Haarlemmermeer lijkt gering door de druk vanuit andere functies en de lagere bereidheid van de overheden om meer ruimte te bieden aan de ontwikkeling van glas. Kaag en Braassem wordt eveneens door ondernemers als interessante locatie benoemd, maar wordt door sommigen ook als een morele locatie zonder kans op realisatie bestempeld. Dinteloord wordt als zeer kansrijk gezien en hier zouden de mogelijkheden tot uitbreiding vanuit ondernemersperspectief ook effectief moeten worden benut. Zuidplaspolder wordt kritisch bezien vanuit ondernemersperspectief. Gesteld wordt dat er aan deze ontwikkeling te zware eisen worden gesteld om de locatie voor telers interessant te maken. De locatie is bovendien te klein voor de teelt van bulkgroente. Oostflakkee lijkt kansrijk om glas tot ontwikkeling te brengen maar wel logistiek lastig wat betreft de verbinding naar Westland-Oostland. Dit nadeel geldt echter niet voor Freshworld. Oost Voorne en Brielle vooralsnog te grote logistieke beperkingen om deze locatie interessant te maken vanuit ondernemersperspectief. Agriport A7 is een interessante locatie voor bulkproductie van met name groente, omdat hier goede infrastructuur is en er grote kavels snel beschikbaar zijn. Greenports gewogen 44

57 Luttelgeest is mogelijk toch weer kansrijk voor bulkproductie groenteteelt en mogelijk ook voor bomen. Ook hier is het met name de kans op realisatie van grote schaalsprongen in combinatie met infrastructuur die de locatie interessant maakt. Verdere benutting van de mogelijkheden in de greenport Venlo. Venlo is voor groente een belangrijke greenport met een regionale markt en om de greenport heen ook enkele sublocaties in Oost Brabant en deels ook Duitsland. Vanuit de overheden wordt soms anders aangekeken tegen de haalbaarheid van de hier boven genoemde locaties. Sommige locaties zijn vanuit de optiek van de overheden dan ook geen optie meer (Voorne en Brielle), maar anderen worden als zeer kansrijk beschouwd (Kaag en Braassem en Oostflakkee) of zijn nog onderwerp van onderzoek en bespreking. De provincie Zuid-Holland heeft een rapportage uitgebracht waarin de potentiële locaties in de provincie worden beoordeeld op duurzaamheidscriteria 9. Sierplanten/bloemen Ruimte voor teelt van sierplanten en bloemen moet vanuit ondernemersperspectief (teelt, veiling en handel) in of direct nabij greenports worden geaccommodeerd. Beide teelten zijn zeer afhankelijk van snelle levering aan veiling en handel vanuit completeren assortiment in samenhang met kritische daghandel. In aanzet willen sierteeltbedrijven zich het liefst hervestigen in Westland-Oostland zelf en bloemenbedrijven zo dicht mogelijk op de veiling Aalsmeer zitten. Bedrijven hebben met het oog op toekomstige uitbreiding of een in de toekomst mogelijk noodzakelijke bedrijfsverplaatsing soms al claims op percelen in de greenport liggen. De 2 uurs afstandbegrenzing bij deze teelten is sterk bepalend voor de vestigingsvoorkeuren en - mogelijkheden. De snelle herverdeling van uniforme stromen van planten en deels bloemen naar gemengde kleinere pakketten richting een fijnmazig net van afnemers, is de kracht van de greenport. De afstandsbegrenzing van twee uur wordt mede bepaald door logistieke congestie. De sector is dan ook zeer gebaat bij investeringen in infrastructuur voor het optimaliseren van het areaal waarbinnen deze 2 uurs afstandbegrenzing haalbaar is of wordt uitgebreid (verbreding en doortrekken A44, tunnel onder Nieuwe Waterweg, etc.). Met een betere infrastructuur kan het zoekgebied zich uitbreiden naar de Zuid-Hollandse eilanden. Op grotere afstand van het cluster produceren impliceert voor sierplanten dat er in de regel ook grotere partijen in een keer moeten kunnen worden afgezet om logistiek uit te kunnen komen. Anders kan niet renderend aan de daghandel worden geleverd. Groente Grootschalige groenteteelt van tomaten, komkommers en paprika loopt in de greenport Westland- Oostland tegen grenzen aan. Opschaling naar boven 20 ha of schaalsprongen naar 20 ha en hoger zijn er nauwelijks te realiseren omdat de ruimte c.q. dergelijke kavels niet beschikbaar zijn en ook vanuit de herstructurering niet eenvoudig zijn te realiseren. Locaties op grotere afstand komen dan in beeld. Grondprijzen zijn hier veelal gunstiger en er zijn op die locaties mogelijkheden om grootschalige groenteteelt snel te realiseren. Voorwaarde hierbij is dat overige voorzieningen gunstig zijn en het logistiek haalbaar is. 9 Onderzoek RoyalHaskoning, Greenports gewogen 45

58 Bij Agriport A7 is de omvang van de bedrijven daarbij mede bepaald door de benodigde omvang van de logistieke stroom naar het cluster c.q. de greenport Westland-Oostland. In de greenport vindt namelijk de verpakking, handel en distributie van deze bulkgroenten plaats. Bij groenteteelt spelen ook klimatologische overwegingen een rol. Tuinders kijken uiteindelijk echter naar de verdienmogelijkheden op basis van de integrale kosten van de gehele keten. Mits voorzieningen gunstig zijn kan het zijn dat uiteindelijk locaties in Oost-Nederland toch prima uitkunnen omdat bijvoorbeeld de hogere kosten voor verwarming en koeling opwegen tegen de gunstigere kosten in termen van transport en logistiek. Wel benoemen ondernemers de fysieke afstand, klimatologische overwegingen en het slechte imago van locaties als redenen waarom deze locaties nu niet in beeld komen. Wat betreft de agrologistieke functies geldt dat zich met name ruimtelijke problemen manifesteren rond de locatie Barendrecht. Deze locatie zit wat betreft agrologistieke functies nu vol en is op zoek naar uitbreidingsruimte. Daar ontstaat nu concurrentie met de ontwikkeling van terreinen voor andere havenfuncties. Onder druk van de beperkte aanwezigheid van ruimte kan intensivering mogelijk een alternatief worden, wat concreet meervoudig ruimtegebruik op terreinen in zal houden. Bollen Op dit moment is het minimum benodigde volume aan bollengrond redelijk veiliggesteld. Aandachtspunt is herstructurering van opslaglocaties/loodsen gekoppeld aan handelshuizen. De gronddruk op de bollengrond is groot vanuit andere functies zoals wonen, bedrijvigheid en ook natuur en landschap. Uniek aan de bollenstreek is de geestgrond en het klimaat. Hierdoor kennen de bollen weinig ziektedruk (met name luizen als drager van virussen) en het levert een schoon zandvrij product op dat direct gereed is voor export. Deze specifieke kwaliteiten van de bollenstreek maken dat juist dit gebied benut wordt voor de hyacintenteelt. Andere teelten kunnen ook op andere plekken (lelies, gladiolen en deels ook tulpen) plaatsvinden. Dit geldt ook voor de teelt van broeigewassen zoals tulpen die ook prima op klei kan plaatsvinden. De unieke en specifieke productieomstandigheden in de Duin- en Bollenstreek in combinatie met de centrale handels- en distributiefunctie voor bollen en het belang van de bollenteelt in dit gebied voor het toerisme, maken dat het gebied de centrale positie als greenport nu en in de toekomst blijvend zal vervullen. Het uit het gebied weghalen of het verminderen van productieareaal wordt door ondernemers vanuit meerdere invalshoeken als economisch risicovol bestempeld. De bulk van de bollenteelt is gesitueerd in grootschalige locaties elders in Nederland (de Noord (Kop van Noord-Holland) en Flevoland)) en deels ook om andere redenen (verruiming verkoopvenster bollen en bloemen (bollen voor broei)) naar locaties in het buitenland (Frankrijk). De handel en distributie van de bollen verloopt echter voor een zeer groot deel via de greenport Duin- en Bollenstreek. Bomen Zoals al eerdere gesteld zit de greenport Boskoop wat betreft de ruimtelijke mogelijkheden redelijk op slot. De alternatieven, er is onder meer gekeken naar Luttelgeest als productielocatie, zijn echter beperkt vanwege de afstand tot het cluster en de beschikbaarheid van personeel. De Greenports gewogen 46

59 geïndiceerde ruimtebehoefte van 350 ha is lastig hard te maken omdat veel kwekers intuïtief investeren en inspringen op direct in gebruik te nemen mogelijkheden c.q. ruimte. Kwekers beslissen op basis van ruimte die er is en direct beschikbaar is en niet op ruimte die is gepland of er in de toekomst komt. Aandachtspunt in Boskoop is dat er niet altijd opvolgers zijn op de kennisintensieve kleinschalige bedrijven. Potentiële opvolgers in familiebedrijven kiezen voor andere banen. 5.5 Voor welke bedrijfsactiviteiten/type activiteiten is vestiging in greenport noodzakelijk en welke factoren bepalen dat? Noodzaak productiefunctie in greenport De productiefunctie in Nederland is nodig om cluster te kunnen laten draaien. Mogelijk zijn voor een aantal teelten de importstromen een belangrijk volume in de agrologistieke functies, maar voor het completeren en snel kunnen bieden van een volwaardig assortiment is de complementaire productiefunctie in of nabij de greenports essentieel en cruciaal. Combinatie van functies gerelateerd aan assortiment Bepalend voor de kracht van de greenports c.q. clusters is het bieden van assortiment (snel en volwaardig) ofwel het combineren van productie met kritische daghandel/vershandel, de per afnemer benodigde verpakking en de herverdeling van grote uniforme stromen naar samengestelde pluriforme stromen richting afnemers. De daarbij behorende transacties moeten snel kunnen plaatsvinden en dat vereist nabijheid van diverse gespecialiseerde bedrijven. Veiling en handel hebben bijgedragen aan de bundeling van dergelijke voorzieningen en een ontwikkeling mogelijk gemaakt van gespecialiseerde productiebedrijven op specifieke (solo)teelten. In de agrologistieke centra binnen de greenports vindt de break-bulk plaats: het snel omzetten van uniforme bulkstromen in kleinere pluriforme deelstromen en een volwaardige en dus ook compleet assortiment richting afnemer. Dit hoofdprincipe werkt voor sierplanten/bloemen, groente en delen van het bollen en bomen segment. Naast snelheid en compleetheid is daarbij (voor met name groente, maar ook sierplanten en bloemen) het levervenster aan de supermarkten en overige winkels bepalend (bevoorrading moet tussen zes en negen uur s ochtends gebeuren). Op dit punt bestaat in Nederland een zeer uitgekiend logistiek systeem. 2 uurs cirkel De locatiemogelijkheden nabij greenports worden voor daghandel en versproducten mede ingegeven door de snelheid waarmee het product vanuit de productie kan worden geleverd en doorgedistribueerd naar afnemers. Dit wordt aangeduid met een 2 uurs cirkel (zie ook 5.1) met daarbinnen feitelijk een netto transporttijd van ½ tot maximaal een uur van producent naar agrologistieke centra. Het areaal/zoekgebied binnen deze cirkel wordt bepaald door technische innovaties rond transport en opslag, maar ook door de mate van congestie op de verbindingen tussen productie en agrologistieke centra. Er wordt gezocht naar innovaties op dit terrein, al blijft het adagium hoe kleiner de afstand van de productie tot het agrologistieke centrum, hoe beter. Greenports gewogen 47

60 Klimatologische factoren De greenports in Zuid-Holland en Noord-Holland liggen daar deels ook vanwege klimatologische overwegingen. De zomer is koeler en winter is warmer, de neerslag is er minder en het aantal zonuren hoger. Voor sommige producten liggen daar ook de juiste gronden (geestgronden voor de bollen). Locatie Venlo bestaat deels uit andere teelten en compenseert hogere kosten voor koeling en verwarming met andere voordelen (distributiekosten naar regionale markt en Ruhrgebied lager). Toch is er wel enige kritiek op deze klimatologische overwegingen aan te brengen. Het klopt dat het aantal zonuren in het westen van het land hoger ligt, maar daar staat tegenover dat de lichtverdeling in het oosten van het land beter is. Het lijkt er op dat ondernemers vooral aandacht hebben voor het aantal zonuren en de temperatuur. Agrologistieke functies steeds meer bepalend voor kracht greenport Hoewel productie de basis is voor het ontstaan van greenports, is de agrologistieke functie steeds meer bepalend voor de kracht en positie van de greenport. Dit is een functie met een qua volume lagere ruimteclaim (meer het karakter van een bedrijventerrein). Deze agrologistieke functie moet echter wel gevoed blijven vanuit en door de productie. Hierbij is met name snelle toelevering van producenten aan kritische daghandel en vershandel cruciaal voor het functioneren van het gehele cluster en daarbinnen de agrologistieke functies. Kennisfunctie De kennisfunctie is er op twee niveaus. Het eerste niveau is de kennisfunctie bestaande uit het uitwisselen van kennis tussen bedrijven onderling. Dit is cruciaal voor het goed functioneren van en de innovatiekracht in het cluster en vereist nabijheid en een open cultuur van de ondernemers onderling. Een type ondernemerschap waarin ondernemers bereid zijn ervaringen en kennis uit te wisselen. Het andere kennisniveau wordt bepaald door de opleidingen op MBO, HBO en universitair niveau en de aanwezigheid van kennisinstituten in of nabij de greenports. Nabijheid van de greenport/het cluster is vooral voor projectonderwijs en vakgerichte (beroeps)opleidingen cruciaal voor onder meer leerwerkplekken en stages. Voor leerlingen MBO en HBO houdt dit in dat dergelijke adressen op fietsafstand beschikbaar moeten zijn. Vooral het projectgerelateerde onderwijs geeft aan dicht bij de greenports te willen zitten en bij voorkeur in grotere steden nabij de greenports (Delft, Leiden, Rotterdam). Tegelijkertijd kan worden geconstateerd dat de HAS in Den Bosch en de WUR in Wageningen belangrijke onderwijslocaties zijn voor de sector, die op behoorlijke afstand van de greenports liggen. De onderwijsinstellingen geven aan dat het wenselijk is dat ook de onderwijskolom van MBO-HBO en WO dicht bij elkaar zit zodat uitwisseling mogelijk is. Het onderwijs moet attractief zijn voor zowel kinderen van tuinders als voor stedelingen, anders zijn er te weinig aanmeldingen. Vanuit opleidingen wordt aangegeven dat de schaalvergroting in de sector ook voor de opleidingen en de te bieden opleidingsrichtingen van belang is. Bij grotere teeltbedrijven ontstaat namelijk de noodzaak om middenkader c.q. managementlagen in het bedrijf aan te brengen en dat brengt specifieke behoeften met zich mee wat betreft opleidingsvraag. Internationale versus regionale oriëntatie De greenports in het westen van het land hebben alle vier een belangrijke exportfunctie. Deze centra zijn tevens van belang omdat er importstromen worden gemixt met productie uit Nederland en vervolgens in bulk, maar veelal als gebundelde pakketten van meerdere soorten, de distributie Greenports gewogen 48

61 in gaan (richting afnemers nationaal, regionaal en internationaal). Op dit punt wijkt de greenport Venlo af met een voornamelijk regionale functie (inclusief Duitse achterland) voor met name groente en voor de overige teelten vooralsnog vooral een functie als satellietlocatie (bollen, planten en bomen). Sierplanten/bloemen Bepalend is het samenspel van productie, handel en distributie in het gehele conglomeraat/cluster. De kritische daghandel is daarbij de bepalende kern van het cluster en van daaruit het snel kunnen samenstellen van fijnmazige partijen en distributie over en naar een fijnmazig netwerk van afnemers. Ook van belang als factor is de snelle menging van dagvoorraad met diversiteit van producten. Dit heeft impact op de omvang van een gemiddeld bloemenbedrijf dat al snel uitkan met circa 5 ha. Sierplanten schaalt iets verder op tot 20 ha. Het houdt ook in dat kleine partijen snel en op maat geleverd moeten kunnen worden vanuit de telers/kwekers. De kritische daghandel is cruciaal in met name de sierteelt. Bij bloemen speelt daarnaast meer nog dan bij planten ook de klok/veiling een cruciale rol naast de ook voor planten belangrijke aanwezigheid van handelshuizen. De veiling is voor sierplanten een belangrijk faciliterend orgaan. Daar is de verkoopkracht van de greenport gebundeld. De veiling is de kracht en het centrum van de greenport waar het gaat om handel, export, klantcontacten, toeleveranciers, kwekers, verpakking en distributie. Veiling en daarbij ondergebrachte voorzieningen maakt het bovendien mogelijk om in Nederland een redelijk hoge mate van specialisatie in teelten aan te houden. Het gaat dan om volledig gespecialiseerde bedrijven in een product waarbij menging van producten plaatsvindt op en rond de veiling. Dit in tegenstelling tot veel buitenlandse locaties zoals bijvoorbeeld Duitsland waar een teler meerdere producten door elkaar heen teelt en naar de markt brengt. Belangrijke rol in het cluster speelt het mengen van import en eigen productie. Dit geldt zeker voor bloemen (Nederlandse productie schommelt tussen 7 en 15% afhankelijk van het seizoen) en voor groenten (fruit en exoten). Niet onbelangrijk zijn ook minder tastbare zaken als open cultuur en houding tussen bedrijven onderling als basis voor kennisoverdracht en innovatie. Deze zijn binnen het cluster mogelijk maar daarbuiten lastig omdat er dan al snel teveel afstand en dus reistijd en kosten moeten worden gemaakt. De open cultuur van uitwisseling van kennis en innovatie is redelijk uniek in de wereld en met name aanwezig in greenports in de Randstad. Sociaal maatschappelijke overwegingen spelen ook een rol zoals het aanwezig zijn van opgeleid en goed ingevoerd personeel met hart voor tuinbouw en teelt en betrokkenheid bij lokale gemeenschap en samenleving. Aanwezigheid van multimodale snelle distributielijnen is cruciaal. Hier geldt dat de ontsluiting van de Randstad en bereikbaarheid wel problemen met zich meebrengt. Tijd is geld en bijvoorbeeld Venlo, dat deels via West-Nederland de afzet regelt, is 20,- euro per container extra kwijt aan transportkosten. Dat wordt niet snel gecompenseerd door goedkopere grondprijzen (moet eigenlijk naar grondwaarde kijken) en/of andere productiefactoren (waarbij wordt opgemerkt dat ook de energierekening in Venlo hoger is door ongunstiger klimaat). Greenports gewogen 49

62 De nabijheid van grote centra (afzetgebied) en luchthavens en clustering van vele bedrijven in de sector maakt ook dat (buitenlandse) klanten sneller op bezoek komen. Dat is weldegelijk van belang voor de handel. Ondanks verdere digitalisering zijn face-to-face contacten nog steeds de basis voor een succesvolle handel. Dit geldt met name voor de greenports in de Randstad, maar ook de greenport Venlo wint op dit punt aan kracht onder meer door de joint venture van Landgard en Flora Holland Vestiging Venlo en de impact die deze joint venture heeft op de regio. Groente Zeer bepalend is de aanwezigheid van pakstations waar zowel verpakken als ompakken van grote stromen tomaten, komkommers en paprika worden gecombineerd en gebundeld met specialties en import groenten en fruit. Ook de aanwezigheid van verwerking en distributie en centra voor een fijnmazige verdeling van meerdere versgroepen is van belang. De grote bulk (Nederlandse productie en importstromen) kan daarbij van grotere afstand worden aangeleverd (omvang stroom maakt dit mogelijk) dan de kleinere stromen specialties die op veel kortere afstand van de greenport (met name pakstations en distributiefaciliteiten) moeten zijn gesitueerd. De Nederlandse bulklocaties kunnen onder meer worden ontwikkeld/uitgebouwd in Agriport A7, Zeeland, Zuid-Hollandse eilanden, West-Brabant en eventueel Luttelgeest. Factor die van invloed is op het op grotere afstand kunnen produceren van bulkgroenten is ook het gegeven dat er wagens tegelijk met hetzelfde product kunnen worden getransporteerd naar pakstations en eventueel zelfs rechtstreeks naar één van de maximaal tien grote outlets/retailcentra die er zijn richting supermarkten. De aanwezigheid van pakhuizen en handel en een belangrijk deel van de dag-/versproductie van specialties is voor greenport belangrijker dan aanwezigheid van bulkproductie. Deze bulkproductie kan, mits wordt voldaan aan bepaalde logistieke voorwaarden, ook op grotere afstand van de greenport plaatsvinden. Hierbij zijn wel enkele ontwikkelingen te constateren zoals het ontstaan van goed functionerende regionale agrologistieke centra en een toenemende mate van ontkoppeling tussen de informatievoorziening, de plek van verhandeling en de fysieke productstromen. Het is denkbaar dat voor een aantal van dergelijke bulkproducten overslag plaatsvindt (is afhankelijk van kosten of dit uitkan). Bij de locatie Agriport A7 is de logistieke stroom nu al mede bepalend voor de benodigde productievolumes/arealen. Hierbij is 20 ha te klein en vanaf 40 ha gaat de logistieke stroom voldoende volume krijgen om het financieel interessant te maken. Reden dat Agriport A7 producten naar de greenport Westland-Oostland toelevert is de verpakking en overige agrologistiek. Waar iedereen dacht dat alles op de locatie Agriport verwerkt zou gaan worden, gebeurt dat in de praktijk tot op heden dus niet. Freshworld is een voorbeeld dat een deel van de agrologistieke functie ook nabij de greenport tot ontwikkeling kan komen en succesvol kan opereren. Dit is een belangrijke draaischijf in de herdistributie van import en eigen producten (volle grond en glasteelten). Betere koel- en bewaartechnieken maken het ook in de toekomst mogelijk dergelijke grootschalige agrologistieke voorzieningen nabij maar op afstand van het cluster te vestigen. Voor het mengen van versproducten met fruit is voor dit distributiecentrum de nabijheid van de haven en de greenport belangrijk, evenals de verdere ontsluiting richting achterlanden (weg, spoor en water). Venlo is met name distributie draaischijf voor regionale markt en Ruhrgebied. Greenports gewogen 50

63 Bollen De Duin- en Bollenstreek is een uitgebreid en complex cluster van handel, veiling, bemiddelingsbureaus, keuringsdiensten, onderzoeksinstellingen, toeleverende bedrijven en industrie, logistiek en productie. Al deze functies in onderlinge samenhang bepalen de kracht van het cluster. Daarbij kan wel worden gesteld dat een deel van de productie buiten het cluster plaatsvindt zonder dat dit een probleem is. Onderwijs is in het cluster eveneens minder aanwezig en deels buiten het cluster gelokaliseerd. Ook voor bollen en met name broeigewassen/bloemen is nabijheid van de productie ten opzichte van agrologistieke clusters (greenport Duin- en Bollenstreek maar ook de greenports Aalsmeer, Westland-Oostland en Boskoop) van belang waar het de levering van bloemen en planten aan de kritische daghandel betreft. Voor bloemen geldt bovendien dat het een halfproduct is waar nog bewerking overheen moet en het een product met een ongunstige waarde-volume verhouding is. Ook dit maakt de nabijheid van agrologistiek wenselijk. Waar de bollenstreek wat betreft het productieareaal relatief beperkt is, zit de kracht in de gebundelde aanwezigheid van alle overige functies. In de bollen zijn er meerdere grote productielocatie buiten de greenport met een stevige focus op de greenport voor agrologistieke functies. Dit conglomeraat maakt de bollenstreek het centrum en de bollengreenport, ook al zijn er andere veel grotere productiegebieden in Nederland. Specifiek voor dit cluster zijn de handelshuizen en de bijbehorende voorzieningen. Vrijwel alle bollen voor export en broei gaan via de Duin- en Bollenstreek. Het cluster vervult deels ook een handelsfunctie voor de greenport Boskoop. Dit vloeit ook voort uit het feit dat Boskoop planten op pot kweekt en de Duin- en Bollenstreek juist planten in volle grond kweekt. Specifiek voor de bollenstreek is ook het toeristisch recreatieve aspect van deze teelt (Keukenhof). De grondprijs lijkt in de Duin- en Bollenstreek minder bepalend te zijn. Bepalend is met name de kwaliteit van de grond. De nabijheid van andere ruimtevragers maakt bovendien dat de grondwaarde redelijk stabiel blijft of stijgt. Op termijn kan het zo zijn dat zeker bij verdergaande schaalvergroting de grondprijs wel een rol gaat spelen. Bomen Veel van de productie vindt plaats buiten de greenport Boskoop. Ook hier geldt dat een deel van deze productie op Boskoop is georiënteerd. Boskoop centreert echter niet de gehele boomkwekerij. Er zijn andere locaties zoals Venlo en Twente en specifieke locaties buiten Boskoop voor laan- en erfbeplanting en fruitbomen met eigen afzetsystemen. Ook daar is het een kwestie van schaalgrootte en kosten of dergelijke locaties uitkunnen. Venlo en deels ook Twente zijn dusdanig groot dat ze een relatief compleet assortiment kunnen leveren en de belangrijke agrologistieke functies er eigenstandig kunnen bundelen. Daarbij spelen ook aanwezigheid van bevolkingsconcentraties en de nabijheid en goede ligging op de transportassen naar Duitsland en het Oostblok (regionale afzetmarkt) een rol. Greenports gewogen 51

64 Boskoop is lange tijd leidend geweest in de boomkweek. Centrumfunctie is nog steeds van evident belang: Snelle hoogwaardige distributie. Goede kwaliteit producten. Goede, snelle en gespecialiseerde transporteurs. Bepalende factoren voor boomkwekerij om zich ergens te vestigen zijn: Kosten m 2 grond. Positionering van de handel. Logistieke infrastructuur. Beschikbaarheid personeel. Aanwezigheid water van voldoende kwaliteit. De grondprijs is ook in de greenport Boskoop in aanzet een ondergeschikte kostenpost voor de productie. Hoge grondprijzen in Boskoop kunnen uit in concurrentie met andere boomkwekerijlocaties als in Brabant, Venlo en Flevopolders. Grondprijsverschillen tussen Boskoop en die gebieden leiden niet tot vertrek uit Boskoop richting die gebieden. Toch is de grondprijs en de waarde van de grond weldegelijk een aandachtspunt en in de toekomst mogelijk een knelpunt in Boskoop. Niet ondenkbaar is dat er vooral bij kleine percelen in de herstructurering sprake zal zijn van grondwaardedaling als gevolg van te kleine percelen en te slechte voorzieningen. Hierbij speelt ook een rol dat een deel van het PCT-terrein in de ogen van ondernemers te hoog is geprijsd. De grondprijs zit op het PCT-terrein op het niveau van de grondprijs voor glastuinbouw en is daarmee voor veel boomkwekers niet meer te betalen. Tegelijkertijd maakt de eis dat er maximaal 50% glastuinbouw mag staan het ook voor glastuinbouw een minder aantrekkelijk terrein (slechte bruto/netto verhouding). Boskoop en andere boomkwekers halen een deel van hun product van toeleveranciers van buiten Nederland, zoals onder meer stammen die elders worden gekweekt. Het afkweken vindt dan wel in Boskoop plaats. 5.6 Ontwikkelingen en trends en hun impact op ruimtevraag greenports? Verkorten van de keten De belangrijkste ontwikkelingen zijn gericht op het verkorten van de keten en het weghalen van (onnodige) kosten in de keten vanuit alle afzonderlijke partijen in de keten. Een verschuiving naar andere delen in de keten wordt versterkt door clustering en bundeling van telers en de schaalvergroting van handelshuizen en andere actoren. Allen proberen hun activiteiten uit te breiden naar andere onderdelen van de keten en daarmee meer sturing op de keten te krijgen met minder kosten. Innovatie in transport en verlagen transportkosten Diverse partijen zoeken ook naar kostenbesparing op transport door de transportsystemen beter in te richten. Dit gebeurt onder meer door gebruik te maken van digitale systemen en virtuele handelslocaties. Het Platform Agrologistiek zoekt naar innovatieve mogelijkheden om transport efficiënter en duurzaam te maken. Greenports gewogen 52

65 Containerisatie leidt tot verschuivingen in transportsystemen richting haven en een groeiend belang van de haven in import- en exportstromen (met name de Mainport Rotterdam). Het gaat met name om importstromen van fruit en daarmee toelevering aan agrologistieke centra in Nederland en de verdere distributie binnen Nederland en Europa. De trein is voorlopig nog niet echt interessant, want deze vervoersmodaliteit kan niet de snelheid leveren die wordt gevraagd vanuit de agrologistieke planning. Groeiende synergie greenports Een andere teeltoverstijgende trend is dat de synergie tussen de greenports toeneemt via veilingen, handel en logistiek (ondermeer Venlo als tussenstation en afzonderlijk distributiecentrum voor Duitsland), maar ook door de logische bundeling van producten die elkaar versterken en aanvullen. Meervoudig ruimtegebruik Allerlei innovaties op het vlak van meervoudig intensief ruimtegebruik zorgen voor een efficiënter gebruik van de ruimte. Dit heeft voor de productie op een gegeven moment wel zijn beperkingen. De plantjes moeten toch licht krijgen. Telersverenigingen Meerdere partijen maar zeker ook de telers schalen op naar grotere entiteiten (telersverenigingen) waar naast kennisdeling ook een verschuiving naar andere segmenten van de keten (handel, meer consument gericht opereren) optreedt. De telersverenigingen vestigen zich op de veiling met goede ontsluiting naar export, handel, logistiek en distributie. Ook binnen de productiekolom treedt verbreding op door naast de plantenproductie ook zelf de jonge kweek en jonge plantentakken te ontwikkelen. Verdringingseffecten Een trend is ook dat er op termijn een zeker verdringingseffect tussen teeltsoorten valt te verwachten. De sierteelt zal delen van de groenteproductie naar de randen en deels buiten de greenports zelf verdringen doordat deze teelten een hogere opbrengst per m 2 genereren. Zij zullen sneller in de herstructurering kassen opkopen en ombouwen tot sierteelt glas, ook omdat de groentetelers minder makkelijk de gewenste schaalgrootte in de greenport Westland-Oostland kunnen realiseren. Sierplanten/bloemen De handel van sierplanten gaat steeds meer zonder de veilingklok en via rechtstreekse lijnen met de handel en de retail. Voor bloemen is de klok nog wel steeds van groot belang. Op ICT gebied is er nog veel winst te behalen aan zowel productie, handel als logistieke kant. Voor bloemen vinden nu experimenten plaats rond de ontkoppeling van handel en logistiek en het wijzigen van de kloktijden. Dit allemaal dankzij digitale mogelijkheden. Ongewisse ontwikkeling in de handel is opschaling van de markt naar een beperkt aantal zeer grote afnemers. Met name bij potplanten is er sprake van een steeds krachtiger positie van slechts enkele retailbedrijven. Wat dit voor markt en de spilfunctie handel, logistiek en distributie in greenports gaat betekenen is nog niet helder. Greenports gewogen 53

66 Internationalisering is een toenemende tendens waarbij telers vestigingen in meerdere landen hebben en een deel van de productie ook in het buitenland hebben ondergebracht. Specialistische activiteiten blijven dan vaak bij het moederbedrijf in de greenport ondergebracht. Dergelijk specialistische bedrijven vragen veelal minder ruimte dan de grootschaligere productielocaties zoals die in het buitenland worden opgezet. Verwachting is dat de verplaatsing van bedrijven (vanwege schaalmotieven) naar het buitenland niet kan worden tegengehouden. Er moet wel voor worden gezorgd dat kennisintensieve takken binnen Nederland c.q. de greenports blijven. Schaalsprongen in de sierteelt gaan daarbij vooralsnog naar 10 tot 20 ha en dit zijn arealen die ook in Nederland c.q. in de greenports nog zijn te realiseren. Rond Aalsmeer vestigen zich ook steeds meer internationale bedrijven. Onlangs vestigden zich daar Deense, Chinese en Indische (handels)bedrijven. Zij zien de noodzaak om zich in het cluster te vestigen. Er is al lang een trend naar schaalvergroting en terugval in het aantal bedrijven, maar door de huidige marktsituatie treedt nu een versnelde achteruitgang van het aantal bedrijven op. Doordat er tegelijkertijd ook opschaling plaatsvindt blijft de ruimtevraag gelijk. Verplaatsing FloraHolland vestiging van Venlo naar Duitsland biedt mogelijk kansen voor sierteelt ontwikkeling in deze greenport. Dit dan wel in samenhang met Duitse productiegebieden. Door de verplaatsing van de veiling ontstaat een groter productieaanbod voor de handel, een betere prijszetting door bundeling van activiteiten, een verruimde afzetmogelijkheid op de Duitse markt en een grotere logistieke efficiëntie. Groente Schaalvergroting is zonder meer de trend en in het verlengde daarvan het opzoeken van beschikbare locaties waar dergelijke schaalvergroting snel kan worden gerealiseerd op het moment dat een tuinder de sprong wil en kan maken. Daarbij ligt focus zoekgebied op kustprovincies en met name Agriport A7. Verwachting is dat Agriport A7, zodra de prijzen zich herstellen, aantrekt en snel door zal groeien naar 500 ha. Mogelijk zou Luttelgeest nog perspectief kunnen bieden, maar nog oostelijker gelegen locaties (Venlo uitgezonderd) komen bij de ondernemers/telers niet of slechts in zeer bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld contractlevering aan een grote retailer zoals in Friesland) in beeld. Tendens is ook productieverplaatsing, naar landen waar nu export heen gaat. Dit is het zogenaamde local-for-local concept. Veel Engelsen en Duitsers hechten aan het kopen van producten die in eigen land zijn gekweekt. Dat ze dan van een Nederlandse teler komen is niet direct van belang. Een trend is ook dat producten jaarrond geleverd moeten kunnen worden. Consequentie is dat als dat niet in Nederland kan, er dan ook productielocaties elders (buiten Nederland) moeten zijn, zoals in Spanje of Portugal. Deze ontwikkeling is voor paprika en komkommers nog aan de gang. Voor tomaten is de ontwikkeling gestopt omdat er technieken zijn uitgevonden die het jaarrond telen ook in Nederland mogelijk maken. De teelt in Nederland is gunstiger door onder meer de nabijheid van de pakstations en agrologistieke centra. Greenports gewogen 54

67 SaleLeaseback constructies rond kassen bieden uitsluitend financieel voordeel doordat de winst naar voren wordt gehaald. Dit is niet zozeer van invloed op de ruimtevraag maar wel op de snelheid waarmee nieuwe kassen en daarmee ook schaalsprongen naar grotere arealen kassen kunnen worden gemaakt. Supermarktketens hebben met hun lage prijsstelling impact op de markt die al teveel produceert en ook nog eens in recessie zit. Dit zal het proces van opschaling en sanering van kleinere minder rendabele bedrijven versnellen. Deze sanering in de productie treft niet uitsluitend Nederland, maar ook andere producerende landen. Bollen Congestie en de slechte ontsluiting van het gebied is een belangrijk aandachtspunt. In de Duin- en Bollenstreek is er al sprake van een opschaling van de aanwezige handel en transportbedrijven en wordt gezocht naar mogelijkheden deze bedrijven op een of enkele meer centrale locatie(s) te bundelen. Lastig hierbij is dat deze verplaatsingen ertoe leiden dat er onrendabele gebouwen op de oude locaties achterblijven waarvoor geen geld is om deze af te breken of een andere bestemming te geven. Bomen De schaal van bedrijven en markt is aan het veranderen onder druk van veranderende afzetkanalen. Tuincentra en bouwmarkten worden steeds belangrijkere spelers in afzetmarkt. Ook dit heeft impact op de schaalgrootte van kwekerijen (die groeit). Gevolg was ook dat meerdere handelsbedrijven over de kop zijn gegaan onder meer als gevolg van schaalvergroting en een stijgende tendens van directe handel tussen kweker en afnemer. Er zijn echter nog wel veel kleine kwekers die op direct contract leveren aan afnemer en of aan kwekers elders in Europa. De tendens van schaalvergroting brengt ook met zich mee dat een deel van de bulkproductie naar andere landen verhuist (onder andere Portugal en Polen). Verhandelen van die producten gebeurt vervolgens wel weer in de greenports (Boskoop/Aalsmeer) Boomkwekers zijn van oudsher redelijk solistisch. Er is echter nu een trend te constateren dat vooral de grotere bedrijven meer gaan clusteren met onder meer een gezamenlijke inkoop en het gezamenlijk optrekken bij beurzen. 5.7 Wat zijn de belangrijkste factoren die bepalend zijn voor vraag en aanbod ruimte Bepalend voor locatie/vestiging in greenports: Sociaal-culturele overwegingen; grote verschillen tussen deelgebieden binnen de greenport. Vakkennis en geschoold personeel. Stabiele tot stijgende grondwaarde (weegt op tegen hoge grondprijzen en hangt samen met druk op de ruimte). Nabijheid handel en met name daghandel (afstand kleiner dan twee uur van opname bestelling tot en met herdistributie en verzending naar retailers en andere afnemers). Nabijheid logistieke distributiecentra voor herdistributie en daarmee samenhangende logistieke kosten die in greenport te beheersen zijn tot acceptabel niveau en er buiten minder tot niet. Greenports gewogen 55

68 Sierplanten/bloemen Ondanks dat er elders grotere locaties te verkrijgen zijn voor lagere grondprijzen, valt de keuze voor vestiging nog steeds met name op duurdere locaties in de greenports. Dit kan uit door de stabiele en stijgende grondwaardes. Teelt is grootschalig per soort, maar de afzet is een menging van vele soorten in kleinere pakketten richting afnemers. In die snelle verhandeling, ompak en verpakactiviteiten en distributie zit de kracht van de greenport. Het is niet mogelijk aan te geven wat daarbij voor planten de minimum omvang van het basisareaal aan planten in de omgeving van de veiling, handel of het distributiecentrum moet zijn. Groente Klimatologische omstandigheden zijn een factor waarmee rekening wordt gehouden vanuit verwarming en koeling. Dit verklaart ook de reden waarom telers in eerste instantie kijken naar locatie in de kustzone. Overigens zijn er omstandigheden waarin vestiging aan oostzijde van het land uitkan (lagere agrologistieke kosten, goede voorzieningen en/of nabijheid grote regionale markt, ontkoppeling informatie- en productstromen). Een andere factor is de nabijheid van het cluster voor verpakking en verdere distributie o.a. in combinatie met specialties. Op dit moment wordt voor vrijwel alle teelten de groente in een straal van 500 meter rond de veiling Naaldwijk verpakt en verhandeld. De groentehandel zit concreet in Naaldwijk met daarnaast subclusters of satellieten voor handel en verpakking in Barendrecht en Venlo. Een factor die zeker ook van belang is en met name het ontstaan van solitaire locaties afremt, is de sociaal maatschappelijke factor om als ondernemer in hetzelfde gebied lotgenoten en andere ondernemers te treffen en daarmee zaken uit te wisselen. Dit is voor potplanten/sierteelt belangrijk, maar doet ook opgeld voor groentetelers. Bollen Beschikbare gronden en vrijkomende gronden in de greenport worden altijd door andere telers opgekocht. Wel is er enige verdringing doordat agrologistieke functies soms ook inspelen op teeltareaal om eigen uitbreidingswensen te kunnen realiseren. Voor productie is met name de kwaliteit van de grond en aaneengeslotenheid kavels van belang in het gebied. Daarbuiten zijn eveneens overwegingen: de grond- en waterkwaliteit, de grondprijs, de klimatologische omstandigheden en ook de mogelijkheid tot oprekken van het seizoensvenster voor met name bollen voor de broei. Bomen In Boskoop is grond betaalbaar voor hoog specialistische kwekers en de zeer intensieve teelten van bomen. De extensieve teelten vestigen zich buiten de greenport en op grote afstand van de greenport. Hoe extensiever de teelt hoe hoger de factor grondprijs meeweegt in de afweging. Greenports gewogen 56

69 5.8 Wat zijn de (on)mogelijkheden van overheidsturing op de ruimtevraag? Waar de overheid staat voor een zorgvuldige en transparante afweging van belangen en gehouden is aan procedurele vereisten, zijn ondernemers gericht op het snel handelen en inspelen op kansen in de markt. Er is als het ware sprake van verschillende handelingssnelheden van overheid en bedrijfsleven. Het is de taak en rol van de overheid om ruimte en infrastructuur tijdig te faciliteren op de goede locaties, rekening houdende met alle belangen waaronder die van de ondernemers uit de greenports. Er worden verschillen in de dynamiek en handelingssnelheid van markt en overheid geconstateerd. De dynamiek van beide actoren is niet volledig te matchen, de markt vraagt om directe actie. Overheidsprocedures vragen om transparantie, zorgvuldigheid en soms een lange adem. Dat deze belangen niet altijd stroken is evident, maar de brede erkenning voor het belang van de greenports schept ook verplichtingen aan overheidszijde. Sierplanten/bloemen Niet alle overheden onderkennen het belang van een greenport in gelijke mate en handelen daar ook naar. Soms bestaat het idee dat een greenport zo kan worden opgepakt en kan worden verplaatst naar elders. Dat maakt dat de urgentie voor voldoende ontwikkelruimte in of de directe nabijheid van de greenport onvoldoende wordt onderkend. Het vinden van passende locaties, deze planologisch vastleggen en de randvoorwaarden scheppen zodat de ondernemers kunnen investeren is een rol van de overheid. Gezien de complexe afweging van belangen die aan het vastleggen van (nieuwe) functies vooraf gaat en de daaraan gekoppelde lange doorlooptijd, is een lange termijnvisie op de ontwikkeling van locaties nodig. Een risico dat de ondernemers constateren is dat de overheid vanuit haar brede belangenafweging allerlei eisen gaat stellen aan locaties. Risico is dan dat de ruimte die de overheid biedt als gevolg van deze eisen vanuit het perspectief van de ondernemer minder aantrekkelijk wordt en uiteindelijk onbenut blijft. Groente Aanwijzen gebieden in Oost-Nederland vanuit LOG gedachten gaat niet werken. Hoewel er uitzonderingen zijn, zullen telers zich wat betreft vestiging vooral concentreren op kustzone en daarnaast ook op Venlo, omdat daar de klimatologisch nadelen deels tot geheel worden gecompenseerd door andersoortige kostenbesparingen. Bovendien is Venlo interessant als poort naar Duitsland. Niet alle beschikbare locaties hebben een even goed imago en dit werkt door in de locatiekeuze van ondernemers. Bollen De overheden hebben de greenport wat betreft het productieareaal op slot gezet op de door ondernemers als kritische grens beschouwde minimumomvang van ha productiegrond. Dit dwingt dat de productie verder buiten de greenport plaats vindt inclusief benodigde areaaluitbreidingen. Dit kan extra kritisch worden op het moment dat het teeltplan voor hyacinten verschuift van een vijf- naar een zesjarige teeltcyclus. Greenports gewogen 57

70 Bomen De ontwikkeling van de greenport Boskoop blijft achter doordat overheden steeds op de rem staan en niet de benodigde ruimte bieden. Het betreft hier ruimte voor uitbreiding en schuifruimte voor herstructurering. Er is, zo constateren ondernemers, eigenlijk te weinig draagvlak voor de verdere ontwikkeling van dit cluster en daarbinnen specifiek het belang van de productiefunctie bij overheden, waaronder ook de provincie. De belangen van de greenport Boskoop wringen met andere belangen zoals openheid en kwaliteit Groene Hart, woningbouw en industriële ontwikkeling. 5.9 Biedt een SER-achtige benadering mogelijkheden waar het de ruimtevraag betreft? Het van meerdere kleinere bedrijven een groot bedrijf maken is daadwerkelijk aan de orde in de greenports, maar niet altijd gemakkelijk te realiseren. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt naar autonome herstructurering gestuurd vanuit de ondernemer en een integrale herstructurering waarbij de overheid mede sturing geeft aan het proces. Dat schaalvergroting ook het investeren in duurzaamheidsmaatregelen en een betere inpassing mogelijk maakt, staat in beide vormen van herstructurering buiten kijf. Een SER-achtige benadering is in de ogen van de ondernemers echter een theoretisch verhaal dat zich primair richt op glas. Er is sprake van een zeer variabele beoordeling van de toepasbaarheid en de bruikbaarheid van deze SER-benadering van productielocaties en met name glas in de greenports. Dit varieert van het beoordelen van de SER invalshoek als een reële benadering tot onbruikbare tot het beoordelen van deze benadering als een weinig praktijkgerichte benadering vanuit mede de vrees voor een starre toepassing vanuit overheden. Ook wordt opgemerkt dat mogelijke toepasbaarheid afhankelijk is van hoe en op welk schaalniveau deze wordt gebruikt. Er zijn dus stevige kritische geluiden betreffende een SER-achtige benadering. Het wordt zelfs als een risico gezien voor inperken ontwikkel- en uitbreidingsmogelijkheden sector Wat zijn de (on)mogelijkheden van marktsturing op de ruimtevraag? De crisis in de markt maakt dat ontwikkelingen en behoeften aan nieuwe locaties nu even stagneren, maar dat komt straks weer terug. Dan wordt opnieuw een jaarlijks groeibehoefte van circa 2% verwacht. Nu is het vanwege de crisis ook lastig om nieuwe locaties gefinancierd te krijgen. Dit geldt met name voor locaties op grotere afstand van de greenports. Buiten de greenports hebben partijen het lastig en komen ze in de problemen door dalende grondwaardes. Daarmee valt de basis weg voor kredietverschaffing vanuit banken. Houdt overigens niet in dat er buiten greenports geen succesvol opererende telers zijn. In de West- Nederlandse greenports speelt dat minder dan in elders gelegen productielocaties. In West- Nederland zijn de grondwaarden (nog steeds) hoog en blijven stabiel of stijgen zelfs nog. De mogelijkheden van marktsturing op de ruimtevraag zijn in de ogen van ondernemers beperkt. De ondernemers spelen vooral in op de mogelijkheden en daarbij spelen de beperkingen die er vanuit de overheidssturing zijn in de markt tevens een rol, zoals de directe beschikbaarheid van arealen. Er is eerder sprake van beïnvloeding door marktpartijen dan dat deze marktpartijen de ontwikkeling in de ruimtevraag sturen. Wel valt te constateren dat de grootschalige ontwikkeling Greenports gewogen 58

71 van Agriport A7 mede bepalend is voor de verdere ontwikkeling van deze locatie en daarmee een vooralsnog tijdelijke mindere oriëntatie op andere locaties die vanuit de overheid beschikbaar zijn gesteld of in ontwikkeling zijn of worden gebracht. Binnen de beschikbare ruimte in en nabij de greenports is de marktsturing wel van invloed. De nieuw beschikbaar komende ruimte en de ruimte die via herstructurering beschikbaar komt, zal namelijk op basis van economische en zakelijke motieven door ondernemers worden verworven. Dit verwervingsproces is in hoge mate afhankelijk van de financiële mogelijkheden per teelt en uiteindelijk van de mogelijkheden van de ondernemer zelf. Dit proces houdt in dat producenten met een hogere toegevoegde waarde per eenheid product c.q. per ha binnen het cluster hogere grondprijzen kunnen dragen dan producenten met een lage toegevoegde waarde per eenheid product c.q. per ha. Dit brengt bepaalde verdringingsreeksen tussen teelten en sectoren met zich mee en bepaalt de concurrentiepositie van teelten in de strijd om de ruimte. Greenports gewogen 59

72 Greenports gewogen 60

73 6 Conclusies en advies 6.1 Conclusies Vanuit het perspectief van de ondernemers wordt een grote waarde gehecht aan de clustering van functies zoals die zich in de greenports manifesteren. Deze clustering en de nabijheid van sterk op elkaar georiënteerde en in hoge mate van elkaar afhankelijke functies, wordt cruciaal geacht voor de sector als geheel en alle functionaliteiten die gezamenlijk zorg dragen voor de kracht van de greenports en hun concurrentiepositie en sleutelpositie op de internationale markten. Om deze kracht voldoende ontwikkelruimte en groeimogelijkheden te laten behouden is er ruimte. Hoewel vanwege de recessie ontwikkelingen stagneren geven ondernemers aan dat er op termijn behoefte is en blijft bestaan aan nieuwe, met name productielocaties, in of nabij de greenports. Hierbij wordt ter indicatie een prognose gegeven voor de lange termijn van een stijging van de behoefte aan nieuw productieareaal met circa 2% per jaar. Eigen teelt en productie vormt de historische achtergrond en verklaring voor de huidige locaties van de greenports in met name de Randstad. De eigen productie en teelt wordt vanuit het perspectief van ondernemers nog steeds als onlosmakelijk verbonden en als cruciaal en vitaal onderdeel van het totale cluster gezien. Dit geldt voor ondernemers in alle functionaliteiten in het cluster en dus niet uitsluitend de productiefunctie zelf. Ondernemers bevestigen de ook beleidsmatig aangehouden definitie van een greenport, zoals die is afgeleid van de clustertheorie van Porter. Een greenport wordt gezien als: Een samengesteld cluster van productie, veiling en handel, agrologistieke voorzieningen (waaronder verpakking, distributie en transport) en kennis. Een geografisch kerngebied met een clustering van bovenstaande activiteiten, waarbij de werkingssfeer van het geografisch kerngebied veel groter is waneer het belang van aan- en afvoer van producten naar het cluster in beschouwing wordt genomen. Daarbij kan, kijkend naar impact van de in Nederland benoemde greenports, onderscheid worden gemaakt naar: Een greenport met regionale functie: afzet en toelevering van product, agrologistiek en kennis op regionaal niveau (met name Europese marktpositionering). Een greenport met internationale functie: afzet en toelevering van product, agrologistiek en kennis op internationaal niveau (als wereldspeler met een spilfunctie in de productie (leveren van specialties ter completering van het assortiment), veiling en handel, distributie en transport, overige agrologistiek en kennis. Ondernemers constateren dat de huidige kracht en positionering van de greenports ligt in de combinatie van productie/teelt met een groeiende spilfunctie voor veiling en handel en agrologistieke functies. Daarbij wordt de hoge dichtheid van kennis en de mogelijkheden tot kennisuitwisseling en ontwikkeling tevens als belangrijk voordeel voor de innovatiekracht en verdere versterking en positionering van de greenports gezien. Greenports gewogen 61

74 Bepalende factoren voor de kracht en positionering van het totale cluster en in het bijzonder de spilfunctie van veiling en handel en agrologistiek zijn vanuit ondernemersperspectief: De break-bulk functie van de greenport en het bij veiling, handelshuis, distributiecentra en pakstations omzetten van een uniforme monostroom (toelevering vanuit teelt/productie) naar een pluriform breed samengesteld en vraag gestuurd assortiment richting de klant (regionaal, nationaal en internationaal). Het kunnen bieden van een volledig en uitgebalanceerd assortiment, dat wordt samengesteld uit (eigen) productie in de greenports gecombineerd met import van buiten de greenport. Een gegarandeerde snelle levering van een per klant specifiek samengesteld assortiment, passende binnen ook het bevoorradingsvenster van de klant (geldt met name supermarkten). Een gegarandeerde snelle levering aan veiling en handel en distributie van een hoogwaardige kwaliteit van producten voor de dag- en vershandel. Hierbij wordt uitgegaan van gemiddeld een tijdsvak van 2 uur tussen het plaatsen van de bestelling bij de teler en de verzending naar eindgebruikers. Dit houdt in dat binnen dit tijdsvak de teler de producten uit de kas moet kunnen halen, moet kunnen verzenden naar een handels- en/of distributiecentrum, de verpakking en positionering in een bredere assortiment (samengestelde levering) en het inladen voor verdere verzending richting eindgebruiker kunnen plaatsvinden. De tijd die de teler heeft om zijn spullen aan te leveren bij handels-/distributiecentrum kent dan veelal een netto transporttijd van maximaal één uur: planten en bloemen binnen 2 uurs afstandbegrenzing van bestelling tot en met herdistributie; groenten levering gehele assortiment aan retail; snelle toelevering specialties aan bulk van elders in break-bulk functie greenports voor planten, bloemen en groenten (inclusief fruit). De sleutel voor het succesvol opereren als een greenport ligt daarmee dus in de nabijheid en verbondenheid van onderling van elkaar afhankelijke en elkaar versterkende functies (conform Porter), waaronder dus ook een voldragen aanbod van producten vanuit teelt en productielocaties welke in het cluster liggen. De invloedssfeer van het cluster is vele malen groter dan de fysieke locatie waar het cluster of beter gezegd het geografisch kerngebied van het cluster, is gesitueerd. De exacte geografische omvang van een greenport is daarmee tegelijkertijd lastig te bepalen, want de impact van een greenport is vele malen groter dan het kerngebied waar het cluster van functies is gesitueerd. Hier lopen het beeld van de beleidsmaker en de ondernemer ook uit elkaar. Want waar de beleidsmaker kijkt naar de ruimtelijke situering van het cluster, kijken ondernemers meer naar de functionele relaties en de daarmee samenhangende netwerken en netwerkstructuren. Ondernemers constateren tegelijkertijd dat niet alle productiefuncties in het cluster zelf plaatsvinden en dat het vanuit uiteenlopende overwegingen noodzakelijk en/of functioneel is om delen van de productie van buiten het cluster aan te voeren en/of in te brengen. Noodzakelijk en functioneel heeft hierbij betrekking op: Productie die vanwege ruimtegebrek in het cluster is verdrongen naar de rand van het cluster of naar satellietlocaties. Veel van deze productie wordt vervolgens ingebracht in het cluster voor verdere verwerking. Het betreft voornamelijk de bulkproductie van groenten en bollen en deels ook de extensieve teelt van bomen met toelevering aan break-bulk functie greenport. Greenports gewogen 62

75 Productie van basismateriaal voor teelten die elders klimatologisch of kostentechnisch beter kan plaatsvinden, zoals de kweek van stammen voor planten en deels ook bomen. Productie van producten die nodig zijn voor het bieden van een compleet assortiment, maar niet binnen Nederland kunnen worden geproduceerd (bijvoorbeeld exotische producten en bepaalde soorten fruit). Productie van producten die ook in de greenport zelf worden geproduceerd op andere locaties om daarmee het verkoopvenster te verruimen en seizoensinvloeden minder van invloed te laten zijn op het aanbod. Dit geldt onder meer in de bollenteelt. Dit laat echter onverlet dat er in de greenport zelf een stevige productiefunctie aanwezig moet zijn en behouden moet blijven. Met name vanuit de optiek van kritische dag- en vershandel in samenhang met het snel completeren van een breed assortiment geldt dat het hebben van productielocaties en teelt en productie in een greenport zelf cruciaal is. De kritische dag- en vershandel in samenhang met het snel completeren van een breed assortiment hebben als ruimtelijk impact dat er een fysieke geografische schil voor een greenport als clusters is vast te stellen. Er zit als het ware een maximale begrenzing op de ruimtelijke uitdijing en ontwikkelmogelijkheden van met name de factor productie binnen het cluster zelf. De omvang van deze ruimtelijke schil wordt bepaald door het eerder genoemde tijdsvak van twee uur tussen het plaatsen van de bestelling bij de teler en de verzending naar eindgebruikers en het binnen deze termijn verrichten van alle benodigde handelingen rond handel, verpakking en distributie. Belangrijk is daarbij te onderkennen dat de voorraad van deze producten in de kas staat en dus niet bij de veiling of handelshuizen. Dit tijdsvak is geen statische schil met een vaststaande afstand van x kilometer van veiling, handel, distributie en verpakking. De omvang van de schil wordt, behalve door de fysieke afstand, mede bepaald door: handelingssnelheden in de keten zelf, bereikbaarheid en congestie binnen het cluster, door technische mogelijkheden op het terrein van transport; door gebruik te maken van opslag van producten die van buiten het cluster worden aangeleverd, door het beschikbaar komen van betere koel- en bewaarsystemen. In aanzet geldt dit tijdvak van twee uur voor alle producten in de spilfunctie van veiling, handel, distributie en verpakking, maar in de praktijk is het onvermijdbaar en om tal van redenen onmogelijk om de gehele productie en alle producten in de greenport locatie zelf te produceren. Er vindt dus om uiteenlopende reden aanvoer van buiten plaats naar de greenports toe al dan niet met opslag in de greenports als extra voorziening. Er is dus sprake van aanvoer van producten vanuit ver van de greenport af gelegen productiesatellieten, naar onder meer de Mainports Rotterdam en Schiphol. De afstand tot het cluster verschilt per teelt en er zijn per teelt ook verschillen in achterliggende overwegingen achter deze aanvoer van buiten. Gebrek aan ruimte is daar slechts één van de bepalende factoren voor, maar wel een factor die voor dit onderzoek uiterst relevant is. De greenports kennen immers allen een grote druk vanuit tal van maatschappelijke functies op de ruimte, met als gevolg dat met name de beschikbaarheid en uitbreidingsmogelijkheden van de grootste ruimtevrager uit het greenportcluster, namelijk de productie, onder druk staat. Greenports gewogen 63

76 Een groot deel van de ondernemers (productie maar ook andere agrogerelateerde bedrijven) geven om zeer uiteenlopende beweegredenen en criteria aan een krachtige voorkeur te hebben voor een productielocatie in het cluster zelf en zijn zelfs bereid daar hun bedrijfsomvang en bedrijfsvoering op aan te passen. Overwegingen van ondernemers betreffende deze voorkeur voor vestiging in het cluster zijn op te delen naar sociaal culturele en zakelijke criteria. Sociaal-cultureel Historische roots. Sociaal culturele en maatschappelijke overwegingen. Verantwoordelijkheid naar huidig personeel. Zakelijk Benodigde/gewenste schaalgrootte bedrijf. Beschikbare uitbreidingsruimte. Grondprijs/grondwaarde basisniveau en te verwachten ontwikkeling. Afstand en bereikbaarheid cluster (veiling, handel, agrologistiek), met name voor assortiment. Kritische daghandel en vershandel en de daartoe benodigde nabijheid van productieareaal. Beschikbaarheid opgeleid en getraind personeel. Uitwisseling van kennis en kunde. Vestiging in/nabij concurrerend aanbod in alle onderdelen van de keten. Klimatologische overwegingen. Imago gebied. Energie- en watervoorziening. Bezoek van klanten en andere partijen in keten aan locatie. De beperkte ruimte en de hoge ruimtedruk in de greenports is niet zuiver het gevolg van een economisch proces. Beleidsmatige keuzes zijn immers bepalend voor de beschikbaarheid van ruimte voor groei en ontwikkeling van de greenport en daarbinnen met name de beschikbaarheid van productieareaal. Ondernemers in de greenports geven aan dat zij een krachtige voorkeur hebben voor het kunnen beschikken over voldoende areaal voor groei en ontwikkeling in het cluster zelf. Pas als deze ruimte er niet is of niet beschikbaar komt, dan wel de prijs van de ruimte zover stijgt dat dit bedrijfseconomisch niet meer uit kan, wordt overwogen te verplaatsen naar een locatie buiten het cluster. Dit geldt vanzelfsprekend niet wanneer er om andere motieven dan een gebrek aan betaalbare ruimte wordt verplaatst (bijvoorbeeld een verruiming van het levervenster van seizoensgebonden producten). Wanneer ondernemers vanuit gebrek aan betaalbare en beschikbare ruimte overwegen uit te breiden of te verplaatsen op locaties buiten het cluster gelden de onderstaande criteria: Sociaal-cultureel Tuinbouw historisch aanwezig in gebied. Sociaal-culturele overwegingen in sfeer van familiebanden, geloof en dergelijke. Zakelijk Benodigde/gewenste schaalgrootte bedrijf. Beschikbare uitbreidingsruimte en met name schaalgrootte. Grondprijs basisniveau en minder de waarde ontwikkeling. Greenports gewogen 64

77 Eigen afzetmogelijkheden. Bereikbaarheid cluster over de weg (indien afzet via cluster in greenport verloopt). Vestiging in/nabij andere gelijksoortige bedrijven om schaalvoordelen in afzet producten. Klimatologische overwegingen. Bovenstaande criteria maken dat er binnen het beschikbare aanbod van ruimte op basis van bovenstaande criteria gekozen wordt voor vestiging op locaties die primair klimatologisch gunstig liggen, waar al een zeker tuinbouwcluster aanwezig is en een goede bereikbaarheid van het cluster kennen over de weg (waarbij congestie eventueel kan worden vermeden door nachtritten), dat vanuit het ruimtelijk beleid. Binnen de beschikbare ruimte in het cluster betreffende zowel nieuw beschikbaar komende ruimte als ruimte die via herstructurering beschikbaar komt, gelden de economische en zakelijke overwegingen zwaar. Dit leidt er toe dat producenten met een hogere toegevoegde waarde per eenheid product c.q. per ha binnen het cluster hogere grondprijzen kunnen dragen dan producenten met een lage toegevoegde waarde per eenheid product c.q. per ha. Gevolg hiervan is (al zijn er altijd uitzonderingen); Op termijn producenten met een hogere toegevoegde waarde per eenheid product de producenten met een lagere toegevoegde waarde verdringen naar de rand van het cluster of over de rand heen drukken richting verplaatsing naar een satellietlocatie. Producenten met een lagere toegevoegde waarde hun locatie in het cluster proberen te behouden door: het uitplaatsen van een deel van de productie naar een satellietlocatie; het ontwikkelen van een neventak van inkomsten (energielevering); het overgaan op een andere teelt met een hogere toegevoegde waarde per eenheid product; het uitzingen tot bedrijfsbeëindiging op de bestaande locatie zonder verdere uitbreiding en/of investering. 6.2 Korte reflectie op ruimtegebrek per greenport/teelt Planten en bloemen Planten In de greenports geldt voor planten een sterke afhankelijkheid van een snelle toelevering aan de daghandel. Dit vereist vestiging nabij het handels- en distributiecentrum in het cluster. De plantensector/sierteelt kent een relatief hoge toegevoegde waarde per ha. Dit brengt met zich mee dat sierteeltbedrijven hogere kosten kunnen dragen en daarmee in de concurrentie om de ruimte een krachtigere concurrentiepositie hebben dan bijvoorbeeld de bulkproductie van groenten. Sierteelt verdringt daarmee de grootschaligere groenteteelt naar de rand van het cluster of over de rand heen naar satellietlocaties. De sierteelt kan vanuit haar hogere toegevoegde waardepositie dus langer de concurrentie met andere ruimteclaims aan. Ook is vanwege de eigen concurrentiepositie ten opzichte van andere telers en de noodzaak om snel te kunnen leveren aan de daghandel het nodig om locaties te vinden binnen het tijdvak van twee uur. De sierteelt zoekt dan ook naar mogelijkheden om op te schalen naar 5 tot 10 en eventueel tot maximaal 20 ha binnen de greenportlocatie zelf. Greenports gewogen 65

78 Binnen het cluster biedt herstructurering kansen op schaalvergroting en modernisering. De sierteelt werkt wereldwijd met satellieten voor halfproducten, bulk en kweek, maar het eindstadium van de productie moet bij voorkeur plaatsvinden in het cluster zelf. Bloemen Deze greenport ontleent haar kracht aan de internationale break-bulk functie die zij heeft voor bloemen. Toelevering van producten gebeurt vanuit diverse greenports (Aalsmeer, Westland- Oostland, Duin- en Bollenstreek en Boskoop) en vanuit diverse productielocaties gespreid over de wereld. De inlandse productie is beperkt, maar wel cruciaal voor het completeren van het assortiment. Toelevering van inlandse geproduceerde bloemen gericht op het completeren van het assortiment is gehouden aan tijdvak van 2 uur, inclusief de handelingen die worden verricht in de break-bulkfunctie bij de veiling. Er is in deze greenport een stevige ruimtedruk vanuit concurrerende niet-greenport functies hetgeen het beschikbare productieareaal in deze greenport onder druk zet. In de ruimtebehoefte voor de break-bulkfunctie is voorzien. Gezocht wordt naar uitbreidingsmogelijkheden voor de productie in de schil van deze greenport. Groente In de greenports Westland-Oostland en Venlo vindt productie plaats van zowel bulkgroenten als specialties. Gezamenlijk vormen deze producten met importstromen een compleet assortiment. Een deel van de bulkproductie verplaatst naar locaties buiten de greenports. Dit gebeurt omdat er in het cluster onvoldoende ruimte is om de schaalsprongen die de productie van bulkgroenten wenst te kunnen faciliteren. De productie wordt als het ware over de rand van de buitenste schil van het cluster geduwd en vestigt zich verder van het cluster op locaties waar die ruimte wel beschikbaar is. Dit zijn locaties die bovendien voldoen aan eerder geschetste vestigingscriteria van ondernemers. De break-bulkfunctie in de greenport houdt ook in dat er importstromen van groenten en fruit plaatsvinden van buiten Nederland gericht op het completeren van het assortiment voor onder meer de retail en het jaarrond kunnen leveren van bepaalde soorten groenten. Herstructurering biedt ruimte voor modernisering en opbrengstverhoging, in combinatie met beperkte schaalvergroting (naar 5 tot 10 en soms tot 20 ha). Gezocht wordt naar uitbreidingsmogelijkheden in de schil van de greenport (binnen tijdvak twee uur), waarbij het concreet gaat om Oostflakkkee, Voorne-Putten, Dinteloord en Kaag en Braassem. Voor de bulkgroenten wordt vanuit ondernemersoptiek vooral gekeken naar de verdere uitbreiding van grootschalige bedrijven in Agriport A7 en omstreken. Het is daarbij niet ondenkbaar dat Agriport A7 zich doorontwikkeld tot een subcentrum in combinatie met de daar al aanwezige volle grond productie van voedselgewassen. Ook verwachten ondernemers een verdere uitbreiding en opschaling van de groenteteelt in de greenport Venlo als regionale greenport in samenhang met de greenport Westland-Oostland. Eveneens wordt de verdere uitbreiding importstromen via de Rotterdamse haven en de verdere versterking van de break-bulkfunctie in de greenport Westland- Oostland verwacht. Daarmee hangt ook de ontwikkeling en uitbreiding van agrologistieke centra nabij de haven (Mainport Rotterdam) samen. Greenports gewogen 66

79 Bollen De Duin- en Bollenstreek zit qua ontwikkeling en groei van de productieruimte op slot. Feitelijk is in deze greenport de ondergrens van productieruimte, zijnde thans ha en 400 ha glas geborgd. De kracht van deze greenport zit in handel en agrologistiek. De greenport kent doordat het productieareaal is begrensd eigenlijk geen schil. Wel zijn er meerdere satellieten binnen Nederland die toeleveren aan en een functionele relatie hebben met het handels- en distributiecentrum van de greenport. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de agrologistieke eisen die aan de toelevering van bollen aan het handelscentrum worden gesteld (temperatuur transport). Herstructurering in de greenport is met name gericht op schaalvergroting, handel en agrologistieke optimalisatie van functies. Bomen Ook deze greenport zit qua productieruimte nagenoeg op slot, waarbij de ondergrens van de productieruimte in de greenport Boskoop redelijk lijkt te zijn geborgd. De kracht van deze greenport zit in handel, agrologistiek en kennis. Deze greenport kent een schil wat betreft toelevering van met name hoogwaardige, veelal teeltintensieve, producten voor daghandel, vanuit binnen de invloedssfeer gelegen overige greenports. Teeltextensieve producten zijn elders in Nederland (Brabant, Gelderland, Venlo) gevestigd met vaak een gedeeltelijke oriëntatie op Boskoop, maar ook met autonome eigen afzetkanalen (laanbeplanting, fruitbomen). Het merendeel van de overige handelsactiviteiten van bomen en (sier)heesters vindt via Boskoop plaats, fysiek of uitsluitend logistiek. Herstructurering is in de greenport met name gericht op optimalisatie en schaalvergroting binnen bomencontour Boskoop. 6.3 Advies De ondernemers zoeken bij voorkeur naar ruimte in of nabij de clusters c.q. de greenports. Binnen al deze greenports en met name die in de Randstad is de ruimtedruk zeer hoog. Dit houdt in dat het productieareaal in de greenport Westland-Oostland en Aalsmeer krimpt en in de greenports Duin- en Bollenstreek en Boskoop nagenoeg stabiel blijft, maar daar in de ogen van de ondernemers zich wel beweegt op de ondergrens van wat nodig is voor het in stand houden van een goed functionerende greenport. Vanuit het belang van het cluster als geheel geldt voor alle greenports dat er vanuit ondernemers perspectief een krachtige aanbeveling en behoefte ligt om binnen het tijdvak van twee uur van bestelling tot en met levering ruimte te zoeken voor productie van met name aan de kritische dagen vershandel gerelateerde producten. Het is belangrijk te investeren in technieken die de ruimtelijke context van het kritisch tijdvak van twee uur verruimen door: Aanleg van nieuwe of verbeteren bestaande infrastructuur. Nieuwe agrologistieke systemen waardoor de fysieke afstand van een cluster minder bepalend wordt. Productie op grotere afstand (satellieten) wordt mogelijk, maar brengt wel opslag met zich mee. Wanneer deze opslag feitelijk op de weg of in de boot gedurende het transport naar de break-bulkfunctie in de greenport plaatsvindt, kan het begrip nabijheid voor sommige teelten worden hergedefinieerd. Deze ontwikkeling manifesteert zich thans al rond bulkaanvoer van fruit en in mindere mate groenten per schip. Greenports gewogen 67

80 Daarnaast is het aan te bevelen om ook de veranderingen in de keten zelf, waarbij alle actoren bezig zijn om hun positionering in de keten te verbreden, nader te verkennen waar het gaat om de ruimtelijke kansen die dit biedt voor het verruimen van het zoekgebied voor nieuwe locaties, al dan niet in samenhang met herstructurering. Dit kan ertoe leiden dat de afstanden in de keten worden verkort. Ontwikkelingen in deze sfeer zijn onder meer de opschaling van retail en andere grote afnemers, een steeds meer virtuele positionering van veiling, handel en distributie en de opschaling en bundeling van telers gericht op verkorten van de keten. Onder druk van de ruimtelijke beperkingen zal het onvermijdelijk zijn om delen van de productie naar locaties buiten de greenports te verplaatsen, naast en in aanvulling op de reeds bestaande productie buiten de greenports. De focus van ondernemers wat betreft productielocaties ligt daarbij op: Uitbreiding in greenport locaties zelf. Uitbreiding in schil (geografisch circa 25 km rond Westland-Oostland, Duin- en Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop en 40 km rond Venlo (inclusief Duitsland en Brabant met Deurne/Someren). Nederlandse satellietlocaties die voldoen aan de ondernemersvereisten zijn Agriport A7 (groenten), optioneel Luttelgeest (planten/groenten). Bollen en bomen kennen van oudsher een veel grotere spreiding over diverse locaties gespreid over Nederland. Bij de bestuurlijke keuzes voor locaties zou daarbij beter dan in het verleden rekening kunnen worden gehouden met de preferenties van ondernemers op het moment dat zij verplaatsing of vestiging buiten de greenport overwegen. Uit deze preferenties blijkt met name voor glasgerelateerde ondernemers dat zij vooral op westelijk gelegen locaties focussen vanuit sociaalculturele en al dan niet terechte veronderstellingen rond klimatologisch overwegingen. Daarbij speelt ook een rol dat sommige locaties juist nadrukkelijk buiten beeld blijven als vestigingsmogelijkheid, bijvoorbeeld vanuit een slecht imago (Emmen). Op dit punt is het lastig om het negatieve imago van locaties om te buigen. Behoudens locaties die over geheel eigen afzetkanalen beschikken (directe levering aan retail), geldt voor de overige satellietlocaties een zware oriëntatie op de greenports en de noodzaak voor goede infrastructuur, ontsluiting en bereikbaarheid. Overheid en bedrijfsleven kunnen gezamenlijk bezien hoe hierin geïnvesteerd kan worden. Op termijn is het denkbaar dat er gekoppeld aan de greenports subclusters ontstaan, die door schaalgrootte in staat zijn een cluster van functies conform een greenport te vormen (ontstaan van regionaal cluster groenten en planten/bomen). Het gaat hierbij om onder meer: Agriport A7 voor bulkgroente in combinatie met volle grond productie. Venlo (in combinatie met Duitsland) voor bomen en planten. De Noord (nu voornamelijk gericht op Duin- en Bollenstreek). Diverse locaties voor extensieve bomenteelt. Dergelijke subclusters vormen op het Nederlandse schaalniveau een verdere versterking van de Nederlandse greenportpositie in regionaal en internationaal perspectief. Aan te bevelen is te vermijden dat op nationaal niveau dergelijk subclusters als een bedreiging van de greenports worden gezien en beleefd. Samenwerkingsconstructen kunnen dit voorkomen. Greenports gewogen 68

81 Vooral vanuit de overheid wordt bezien of de zogenaamde SER-ladder die is ontwikkeld voor bedrijventerreinen ook bruikbaar is voor toepassing op productielocaties voor (glas)tuinbouw. Hoewel de basisgedachte bruikbaar lijkt, kleven er stevige risico s aan een te strikte toepassing en raden we af deze ladder beleidsmatig te benutten. Laat onverlet dat het inzetten op herstructurering belangrijk is, maar dit geldt evengoed voor het aanbieden van nieuwe ruimte voor de benodigde dynamiek en ontwikkeling in de greenports. Bovendien draagt de SER-ladder het risico in zich dat de eisen aan nieuwe gebieden en deels ook herstructurering dusdanig hoog worden dat locatie daardoor voor ondernemers oninteressant wordt uit bedrijfseconomische overwegingen. Voor ondernemers is het van groot belang bewegingsruimte te hebben en gefaciliteerd te worden om goed te kunnen acteren op de markt. Ervaring leert dat herstructurering juist in combinatie met ruimte voor nieuwvestigingen succesvol verloopt. Het gaat daarbij om het vinden van de juiste balans tussen druk op de ruimte en het niveau van investeringen om binnen die ruimtedruk nog duurzaam en rendabel te kunnen opereren. Het star hanteren van een SER-benadering draagt daar niet aan bij. Tot slot de constatering dat de recessie ertoe leidt dat er tijdelijk sprake is van een vertraging in de groei en ontwikkeling van het cluster. Als gevolg daarvan is er tijdelijk sprake van een verminderde mogelijkheid tot het investeren in uitbreiding en een lagere investeringspotentie voor nieuwbouw. Op termijn wordt echter een herstel van de groei en dynamiek voor alle greenports verwacht en zal ook de druk op groei van het productieareaal weer aan de orde zijn. Het tijdig beschikbaar krijgen van productielocaties is een kwestie van langjarige processen. Het is dan ook zaak de huidige recessie niet te vertalen naar een structureel lagere ruimteclaim vanuit de greenports voor de daar te vestigen en handhaven productiemogelijkheden. Greenports gewogen 69

82 Greenports gewogen 70

83 Bijlage 1 Overzicht van de gebruikte documenten Actieprogramma Greenports Zuid-Holland, 2008 Analysenota van de Greenports van Zuid-Holland: Indicatoren voor de kracht van de Greenports Zuid-Holland, 2009 Bestuurlijke Uitvoeringsafspraken , 2007 Bestuurlijk afsprakenkader met Rijk, Provincie en Regio, 2 november 2009 De agrarische sector in Nederland naar 2020, Perspectieven en onzekerheden, LEI De kracht van het Westland, jubileumeditie, 2008 De kracht van het Oostland De toekomst van Freshport Rijnmond Greenport Aalsmeer in full color, Decisio, 2007 Flower Mainport Aalsmeer, Bloemen voor de wereld, brood voor Nederland (brochure) Greenport Duin- en Bollenstreek, Ruimtelijk Streefbeeld 2030, 2008 Greenport Duin- en Bollenstreek, Ontwerp Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport, 2009 Greenport(s) Nederland, Manifest in Uitvoering Greenports van de toekomst, doorkijk en actielijnen voor 2020 Integrale Visie Greenport Westland-Oostland 2020, 2008 Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas, 2006 Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Regio Boskoop, 2009 Jaarverslag 2008 FresQ Kracht van de Greenports Zuid-Holland, op zoek naar indicatoren voor een duurzame, LEI 2009 Landbouwperspectieven in Noord-Holland 2040, bouwstenen voor de structuurvisie van de provincie, LEI Marktverkenning greenport Venlo, 2008 Masterplan Gebiedsontwikkeling Klavertje 4/Greenport Venlo (K4/GPV), 2009 Middellangetermijnvisie 2025, Ruimtelijk-economische visie Greenport Aalsmeer, 2008 Naar een gedeelde agenda voor infrastructuur en agrologistiek rondom greenports, WUR, van de Greijn Partners BV en BCI-global, 2006 Porter, M., The competitive Advantage of Nations. The Free Press, New York, 1990 Provinciaal Omgevingsplan Limburg (voor BOM+) Ruimte voor de greenports, LEI 2006 Ruimtelijk - economische visie Greenport Aalsmeer MLT 2025 Samenvatting Ruimtelijk-economische visie Greenport Aalsmeer MLT 2025 Strategisch Businessplan greenport Venlo, 2009 Visie en agenda Greenport Regio Boskoop Bomen in beeld, 2006 Visie op de ontwikkeling van de greenports in de provincie Zuid-Holland, 2005 Greenports gewogen 71

84 Greenports gewogen 72

85 Bijlage 2 Lijst respondenten Naam Voornaam Bedrijf Baljeu Wim Frugiventa Bontekoe Peter Salix kwekerij Bontekoe Boomkamp Dirk van Boomkamp Boomkwekerijen BV Claessen Marcel FloraHolland Dijk van Nel Greenport ZH Dijk van Pleun Fresq Drunen Cees LNVDRZ Frinking Linda Gemeente Westland Ginkel van Henk VBN Hermans Annemie LLTB Heyningen van Fred Rabobank Westland Hogervorst Dirk FloraHolland Kok Gijs FloraHolland Langeslag Sjaak KAVB Moor Eric SION Orchids Osinga Rein Vereniging Freshworld Barendrecht Rijn Wim Rijnplant Teerds Ronald FloraHolland Tielrooij Frans Platform Agrologistiek Trimp Piet Sierteelt platform boomteelt Vokurka Lucas Inholland Zandwijk Martien LTO Noord Greenports gewogen 73

86 Greenports gewogen 74

87 Bijlage 3 Kaarten per teelt Onderstaande kaarten geven een beeld van de verspreiding en de netwerken waarin de verschillende teelten zich bevinden. Kaart 1: Sierplanten en bloemen Greenports gewogen 75

88 Kaart 2: Groente Greenports gewogen 76

89 Kaart 3: Bollen Greenports gewogen 77

NovioConsuLt. Samenvatting 'Greenports Gewogen'

NovioConsuLt. Samenvatting 'Greenports Gewogen' NovioConsuLt Samenvatting 'Greenports Gewogen' Aanleiding De uitkomsten van een verkenning naar de geplande ruimte voor (glas)tuinbouw (29) waren aanleiding voor dit onderzoek naar de benodigde en beschikbare

Nadere informatie

Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland. Lid stuurgroep Greenports Nederland

Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland. Lid stuurgroep Greenports Nederland Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland Lid stuurgroep Greenports Nederland Wat is een Greenport cluster van teeltbedrijven, veilingen, handelsbedrijven

Nadere informatie

Greenport Aalsmeer Verbinden en versterken

Greenport Aalsmeer Verbinden en versterken Greenport Aalsmeer Verbinden en versterken Marcel Claessen Vestigingsmanager FloraHolland Bestuurslid Greenport Aalsmeer Voorzitter Flower Mainport Aalsmeer Kaag en Braassem, 10 maart 2010 Voorstellen

Nadere informatie

Quickscan Greenports. Analyse van de Greenport sector

Quickscan Greenports. Analyse van de Greenport sector Quickscan Greenports Analyse van de Greenport sector Inhoud 1 Kwalitatieve marktanalyse...2 1.1 Wat wordt verstaan onder Greenports?...2 1.2 Functies en productgroepen...2 1.3 Geografische spreiding...3

Nadere informatie

De kracht van het Westland

De kracht van het Westland De kracht van het Westland De kracht van het Westland Burgemeester J. van der Tak De economie (profit): onze economische kracht De mensen (people): onze sociale verbondenheid De ligging (planet): prettige

Nadere informatie

Bestuurlijke uitvoerings afspraken Stappen vooruit!

Bestuurlijke uitvoerings afspraken Stappen vooruit! Bestuurlijke uitvoerings afspraken 2007-2011 Stappen vooruit! 1 De afgelopen maanden hebben de vijf green ports, zoals benoemd in de Bestuurlijke Uitvoeringsafspraken 2007-2011 van Greenport(s) Nederland,

Nadere informatie

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics Nota Ruimte budget Klavertje 25,9 miljoen euro (waarvan 3 miljoen euro voor glastuinbouwgebied Deurne) Planoppervlak 908 hectare (waarvan 150 hectare voor glastuinbouwgebied Deurne) (Greenport Trekker

Nadere informatie

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp

Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp Samenvatting Ruimte om te Ondernemen integrale economische visie Pijnacker- Nootdorp Ondernemers zorgen voor werkgelegenheid, innovatie en productiviteit en dragen daarmee bij aan de welvaart en welzijn

Nadere informatie

Visie Greenport Westland 2020

Visie Greenport Westland 2020 Greenport Westland en agrologistieke centra Theo Duijvestijn, wethouder Economische Zaken 29 november 2007 Visie Greenport Westland 2020 Zes strategische verbeterdoelen: Versterken glastuinbouwcluster

Nadere informatie

Sterke Greenport. Theo Duijvestijn, wethouder agribusiness. 29 oktober 2013

Sterke Greenport. Theo Duijvestijn, wethouder agribusiness. 29 oktober 2013 Sterke Greenport Theo Duijvestijn, wethouder agribusiness 29 oktober 2013 Tuinbouw in Nederland 2012 Ruim 29.000 bedrijven Productiewaarde: 7,9 miljard Aandeel in totale agrarische omzet: 40 % Exportwaarde:

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Hoofdrapport 4 maart 2013 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en context pagina 3 3. Geografische afbakening pagina 4 4. Ontwikkeling

Nadere informatie

Westland Oostland. Greenport. Samen werken aan unieke kansen voor een uniek cluster. Greenport Westland-Oostland

Westland Oostland. Greenport. Samen werken aan unieke kansen voor een uniek cluster. Greenport Westland-Oostland Greenport Westland-Oostland Greenport 3B-gemeenten: Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek, Bleiswijk (vanaf 1 januari 2007: gemeente Lansingerland) Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Nieuwerkerk aan den

Nadere informatie

Alternatieve locaties Hoeksche

Alternatieve locaties Hoeksche Alternatieve locaties Hoeksche Waard Nieuw Reijerwaard / Westelijke Dordtse Oever Nota Ruimte budget 25 miljoen euro (11 miljoen euro voor Nieuw Reijerwaard en 14 miljoen euro voor Westelijke Dordtse Oever)

Nadere informatie

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg Bestuursafspraken CONCEPT versie 27 november 2015 1. Inleiding Het landelijk gebied van de regio Noord-Limburg is divers van karakter; bestaande uit beekdalen,

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

Samenvatting ... 7 Samenvatting

Samenvatting ... 7 Samenvatting Samenvatting... In rapporten en beleidsnotities wordt veelvuldig genoemd dat de aanwezigheid van een grote luchthaven én een grote zeehaven in één land of regio, voor de economie een bijzondere meerwaarde

Nadere informatie

Tuinbouwakkoord. Preambule

Tuinbouwakkoord. Preambule Tuinbouwakkoord Preambule Ondergetekenden beogen een Nationale Tuinbouwagenda 2019 2030, onder het motto Circulaire tuinbouw in de praktijk, zoals voorbereid en opgesteld door bedrijfsleven, kennispartners

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ambitiedocument Regio Rivierenland Wij, de tien samenwerkende gemeenten binnen Regio Rivierenland: delen de beleving van de verscheidenheid in ons gebied;

Nadere informatie

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen.

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7.2 ALDUS VASTGESTELD 27 JUNI 2019 Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Context De Achterhoek

Nadere informatie

Geachte mevrouw Dekker,

Geachte mevrouw Dekker, Datum 16 mei 2006 Ons kenmerk PNH: 2006 7382 PZH: DRM/ARW/06/4369 Onderwerp Eindrapportage Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem Aan: de minister van VROM, mevrouw

Nadere informatie

Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie

Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie Economische Zaken Doel Stimuleren van de regionale economie. Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie en de Greenports Duin- en Bollenstreek, Boskoop

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Adviescommissies VA & EV MRDH

Adviescommissies VA & EV MRDH ANALYSE- & OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT ONDERZOEK BEREIKBAARHEID ROTTERDAM DEN HAAG Adviescommissies VA & EV MRDH 12 april 2017 Investeringsstrategie MRDH RIJK -> MIRT: Samenhang strategische trajecten

Nadere informatie

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes De Toekomst van Bedrijventerreinen Gusta Renes Inleiding Beeldvorming bedrijventerreinen Veel (nieuwe) bedrijventerreinen Veel grond beschikbaar voor uitgifte Weinig samenwerking tussen gemeenten Lage

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Development Company Greenport Venlo. Stand van zaken. Leopold Hermans - Manager Business Development. www.dcgv.nl

Development Company Greenport Venlo. Stand van zaken. Leopold Hermans - Manager Business Development. www.dcgv.nl Development Company Greenport Venlo Stand van zaken Leopold Hermans - Manager Business Development www.dcgv.nl 1 Venlo in Europa 2 3 4 Opbouw presentatie Wat is DCGV? Het Klavertje 4 gebied Hoofddoelstellingen

Nadere informatie

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019 Werklocaties Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019 2 Ruimtelijkeconomisch beleid voor bedrijfsruimte in Rotterdam Voor een aantrekkelijke, economisch sterke stad is er evenwicht nodig tussen

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland. Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland. Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte Inleiding Doel vanavond: beeldvorming eerste reacties Reactiebrief Inleiding: ambitiedocument 3 speerpunten:

Nadere informatie

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie Schieoevers Maakt de toekomst Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie S C H I E O E V E R S M A A K T D E T O E K O M S T Delft nog aantrekkelijker maken, létterlijk maken. Ruimte zien, kansen creëren

Nadere informatie

Notitie Tuinbouw met toekomst in Alkemade

Notitie Tuinbouw met toekomst in Alkemade Notitie Tuinbouw met toekomst in Alkemade Aanleiding Op 28 februari 2001 heeft de gemeenteraad van Alkemade de discussienota De toekomst van de tuinbouw vastgesteld. Deze nota was mede gebaseerd op de

Nadere informatie

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/ 2 Wonen De gemeente telt zo n 36.000 inwoners, waarvan het overgrote deel in de twee kernen Hellendoorn en Nijverdal woont. De woningvoorraad telde in 2013 zo n 14.000 woningen (exclusief recreatiewoningen).

Nadere informatie

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag bekeken2052x Bodem, productiefactor onder druk - Verslag 2 mei 2016 Maandagochtend 18 april stond in een goed bezocht Atelier de afnemende vruchtbaarheid van de Flevolandse bodem centraal. Gesprekspartners

Nadere informatie

Graag informeren wij u hierbij dat wij op 8 februari 2005 jl. het. voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid

Graag informeren wij u hierbij dat wij op 8 februari 2005 jl. het. voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid Gedeputeerde Staten Datum Ons kenmerk 2005 4448 Onderwerp voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid Bezoekadres Houtplein 33 Provinciale Staten van Noord Holland T.a.v. de Statengriffier,

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Op 11 september 2018 zijn zo n 80 medewerkers van verschillende Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk, Provinciale Staten, andere

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW VEELZIJDIG BOEREN MIDDEN IN DE SAMENLEVING VOORWOORD De Multifunctionele Landbouw is een groeiende sector. Steeds meer agrarische bedrijven combineren de productie van voedsel

Nadere informatie

Oppervlak en concentratie bloembollenteelt en boomteelt,

Oppervlak en concentratie bloembollenteelt en boomteelt, Oppervlak en concentratie bloembollenteelt en boomteelt, 2003-2006 Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Conferentie gebiedsontwikkeling

Conferentie gebiedsontwikkeling Conferentie gebiedsontwikkeling 31 oktober 2017 Dorpshuis Swanla Voorwoord Wethouder Hordijk #OntwikkelZuidplas Programma Opening door wethouder Hordijk Toelichting op het programma Presentatie een reis

Nadere informatie

Economische vitaliteit agrosector

Economische vitaliteit agrosector Economische vitaliteit agrosector Frank Veeneklaas (Alterra) Programmaleider DWK programma: Mens en economie in de Groene Ruimte De agrarische sector is nog steeds van aanzienlijke betekenis voor de plattelandseconomie.

Nadere informatie

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012 Meer met minder Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI 6 juni 2012 Inhoud presentatie Mondiale trends die van invloed zijn op toekomstige watervraag Nationale

Nadere informatie

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren,

Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, Economische ontwikkeling in regio's met concentratie topsectoren, 2012-2014 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Economische scenario s West-Friesland

Economische scenario s West-Friesland Economische scenario s West-Friesland 24 april 2014 Opzet presentatie 1. Economische ontwikkeling West-Friesland 2. SWOT economie 3. Trends en ontwikkelingen 4. Prognose economische ontwikkeling 5. Scenario

Nadere informatie

Economische visie. Gemeente Cranendonck

Economische visie. Gemeente Cranendonck Economische visie Gemeente Cranendonck Economische visie voor en door ondernemers Om in de toekomst de kansen en mogelijkheden op economisch gebied optimaal kunnen benutten, is een gezamenlijke koers en

Nadere informatie

projecten Laanboompact

projecten Laanboompact Samenwerken aan gezonde groei Laanboompact projecten 2013 Het Laanboompact is een initiatief van de Boomkwekersvereniging Opheusden e.o., gemeente Neder-Betuwe, Provincie Gelderland, Rabobank West Betuwe

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland 27 september 2017

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland 27 september 2017 Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland 27 september 2017 Ruimtelijk strategische visie Wervend Herleidbaar Bruikbaar Waar gaat de visie over? Denkmodel regionale samenwerking Proces Kwaliteiten

Nadere informatie

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Presentatie aan raadsleden MRE, 24 juni 2015 Ladder laatste rijksbelang RO, overgenomen door provincie PBL: evaluatie Ladder Monitoring

Nadere informatie

De toekomst van het fruitcluster in Rivierenland

De toekomst van het fruitcluster in Rivierenland De toekomst van het fruitcluster in Rivierenland Geef fruit de ruimte & innovatie Frank Engelbart 30 september 2015 Werkbezoek Provinciale Staten Provincie Gelderland Over Fruitpact Agenda 2020 Sinds 2007

Nadere informatie

Meerjarenprogramma Ambitiedocument 2016-2020

Meerjarenprogramma Ambitiedocument 2016-2020 Meerjarenprogramma Ambitiedocument 2016-2020 Agribusiness Economie & Logistiek Recreatie & Toerisme maandag 15 juni 2015, bijeenkomst voor raadsleden Naar een nieuw Programma Jaar 2011-2014 2015 2015 2015

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7 Bijlagen Inleiding Regio Holland Rijnland is bezig met het opstellen van een regionale bedrijvenstrategie. In het PHO Economie

Nadere informatie

Overleg fracties PCW-CDA-ChristenUnie/SGP. Maandag 11 april 2016

Overleg fracties PCW-CDA-ChristenUnie/SGP. Maandag 11 april 2016 Maandag 11 april 2016 Agenda / Programma Inloop met koffie Welkom (Dico Bac, fractievoorzitter ChristenUnie/SGP Zuidplas) Rondleiding SO Natural (Martin Smaal) Einde rondleiding Pauze Rondje thema s (Trix

Nadere informatie

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Den Helder Postbus 36 1 780 AA DEN HELDER GEMEENTE DEN HELDER HtèEKOW&'J q lllfjl?315 Stuknummer: AM5.03476 Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Na een regionale werkconferentie in Venlo, zijn op 24 september 2018 zo n 70 medewerkers van verschillende Zuid-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk,

Nadere informatie

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 1 PBL project Verstedelijking & Infrastructuur Analyseren van verwachte knelpunten en kansen bij afstemming verstedelijking en infrastructuur Samenhang

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

EBU College Snapshots van de economie in regio Utrecht. Monique Roso, 12 maart 2014!

EBU College Snapshots van de economie in regio Utrecht. Monique Roso, 12 maart 2014! EBU College Snapshots van de economie in regio Utrecht Monique Roso, 12 maart 2014! Inhoud presentatie 1. economische trends en ontwikkelingen!! 2. economische monitor provincie Utrecht! - economische

Nadere informatie

Ruimte voor de Economie van morgen

Ruimte voor de Economie van morgen Algemeen Ruimte voor de Economie van morgen Reactie van het Amsterdamse bedrijfsleven Juli 2017 Het is verheugend dat de gemeente een visie heeft ontwikkeld op de ruimtelijk economische toekomst van stad

Nadere informatie

AGRO LEAN Supply Chain

AGRO LEAN Supply Chain AGRO LEAN Supply Chain Act2Vision Bedrijfskunde en organisatie Economische omvang van het Nederlandse agrocomplex, een verzamelnaam voor de land- en tuinbouw en de daarmee samenhangende handel en industrie

Nadere informatie

Project Ruimtelijke Opgaven

Project Ruimtelijke Opgaven Project Ruimtelijke Opgaven Ruimteconferentie 1 Accenten Structuurvisie IenR 1. Economie Prioriteit A dam, R dam, Eindhoven Ports, valleys Bereikbaarheid 2. Decentralisatie Bundeling, verdichting Natuur,

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Samenwerking Bedrijventerreinen West Achterhoek 3.0 Uitwerkingen rapport Feijtel 2018

Samenwerking Bedrijventerreinen West Achterhoek 3.0 Uitwerkingen rapport Feijtel 2018 Samenwerking Bedrijventerreinen West Achterhoek 3.0 Uitwerkingen rapport Feijtel 2018 1. Inleiding In 2010 zijn de vier gemeenten in de West Achterhoek (Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek)

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Regionaal Programma Werklocaties Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Doel en opzet presentatie Doel presentatie: Raadsleden informeren over ontwikkeling Regionaal Programma Werklocaties

Nadere informatie

Eigen initiatief Duurzame bereikbaarheid Flower Mainport Aalsmeer

Eigen initiatief Duurzame bereikbaarheid Flower Mainport Aalsmeer Plantijnweg 32, 4104 BB Culemborg / Postbus 141, 4100 AC Culemborg Telefoon (0345) 47 17 17 / Fax (0345) 47 17 59 / www.multiconsultbv.nl info@multiconsultbv.nl Eigen initiatief Duurzame bereikbaarheid

Nadere informatie

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Onderbouwing Aanvraag ontheffing Ruimtelijke Verordening Gelderland

Onderbouwing Aanvraag ontheffing Ruimtelijke Verordening Gelderland Onderbouwing Aanvraag ontheffing Ruimtelijke Verordening Gelderland Datum: 03 mei 2011 Versie 2 1/ 8 1 Projectbeschrijving De ontwikkeling van de locatie Proeftuinen maakt onderdeel uit van de ontwikkelingsvisie

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen?

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen? Duurzame wereldvoedselvoorziening hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen? Even voorstellen: Ruben Bringsken Ondernemer in Food en ICT (focus op duurzame oplossingen) Eigenaar/participatie

Nadere informatie

Samenvatting. Bereikbaarheid en concurrentiekracht - KiM 5

Samenvatting. Bereikbaarheid en concurrentiekracht - KiM 5 Samenvatting Verbeteringen in de bereikbaarheid kunnen bijdragen aan de concurrentiekracht van een regio of een land, doordat reistijd- en betrouwbaarheidsverbeteringen een direct effect hebben op de productiviteit

Nadere informatie

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016 Strategische Agenda Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016 Versie 14 juni 2016 Kernboodschap Vitaal, duurzaam en innovatief Versterken

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen?

Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen? Een nieuwe ruimtelijke visie voor de regio Arnhem-Nijmegen? Presentatie Ruimtelijke plannen voormalig Stadsregio Omgevingsvisie Gelderland Huidige situatie na opheffen stadsregio Doelstellingen Omgevingswet

Nadere informatie

STRATEGISCHE AGENDA 2011-2015. Verbinden, inspireren en activeren

STRATEGISCHE AGENDA 2011-2015. Verbinden, inspireren en activeren STRATEGISCHE AGENDA 2011-2015 Verbinden, inspireren en activeren Radboud Vorage, juli 2010 ACHTERGROND Netwerkprogramma loopt af Rol GAN continueren, vanuit het bedrijfsleven Aansluiten bij behoefte deelnemers/participanten

Nadere informatie

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom: Verzoek VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District De A16 is voor de Metropoolregio en de Randstad een belangrijke verbinding met Antwerpen,

Nadere informatie

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,

Nadere informatie

Integrale visie. greenport Westland-Oostland

Integrale visie. greenport Westland-Oostland Integrale visie greenport Westland-Oostland 2020 colofon in opdracht van: Samenwerkingsverband Greenport Westland-Oostland secretariaat: de heer H. Wensveen Gemeente Pijnacker-Nootdorp OD205 stedenbouw

Nadere informatie

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen

Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen Dit rapport is uitgebracht aan Provincie Zuid-Holland. Kenmerk C00451 Executive summary Zoetermeer, Het gebruik van

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen. Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014

Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen. Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014 Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014 Inleiding BMC heeft in opdracht van de gemeente Dalfsen een marktonderzoek uitgevoerd naar de lokale behoefte

Nadere informatie

- Zien RSV als bijdrage aan de actualisatie van de omgevingsvisie. - Blijven graag betrokken bij de uitwerking

- Zien RSV als bijdrage aan de actualisatie van de omgevingsvisie. - Blijven graag betrokken bij de uitwerking Bijlage 2.3 Reacties Organisaties Organisatie Samenvatting reactie Waterschap - Zien aanknopingspunten voor verdere afstemming (Linge, NHW, ruimte en water) - Willen betrokken worden bij verdere uitwerking

Nadere informatie

Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten

Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten RAPPORTAGE QUICK SCAN Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten in de provincie Overijssel maart 2010 RAPPORTAGE QUICK SCAN Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten in de provincie

Nadere informatie

Duurzaam produceren, Duurzaam consumeren

Duurzaam produceren, Duurzaam consumeren Agrarisch Platform Zuid-Holland Duurzaam produceren, Duurzaam consumeren Duurzaam produceren. Uitdaging en kans! Politiek Café van het CDAV Zuid-Holland Datum: 17 maart 2010 Locatie: Van: Voor: Kenmerk:

Nadere informatie

Plantenhandel kan niet zonder klok?!

Plantenhandel kan niet zonder klok?! Plantenhandel kan niet zonder klok?! Voorbeelden uit de groentesector Michiel van Galen 21 november 2012, Sassenheim Onderwerpen Afname belang veilingklok Ontwikkelingen tuinbouw Rollen van een veiling

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP A. Inleiding en doelstelling In de regiocommissie van 24 oktober jl. is toegezegd dat het college de raad een voorstel doet ten aanzien van de

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid

Waar gaat LLL over? Regio. Onderwijs continuïteit. Arbeidsmarkt macro economie. Overheid vitaliteit, fiscaal beleid Waar gaat LLL over? Onderwijs continuïteit Arbeidsmarkt macro economie Individu employability Sector Regio Overheid vitaliteit, fiscaal beleid Bedrijven continuïteit, concurrentie Arbeidsmarkt doelen Sectorbeleid

Nadere informatie

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven 23 juni 2015 Managementsamenvatting Status: Managementsamenvatting Datum: 23 juni 2015 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam

Nadere informatie

Beleidskader windenergie

Beleidskader windenergie Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten

Nadere informatie

Notitie afstemming Voortzetting Masterplan Havens Midden-Brabant en Logistics City.

Notitie afstemming Voortzetting Masterplan Havens Midden-Brabant en Logistics City. Notitie afstemming Voortzetting Masterplan Havens Midden-Brabant en Logistics City. Naar aanleiding van de Stuurgroep bijeenkomst van het Masterplan Havens Midden- Brabant heb ik gekeken naar de mogelijke

Nadere informatie

Water. Landschap en Leefomgeving. Biobased economy

Water. Landschap en Leefomgeving. Biobased economy BB + Topsectoren + + Greenports + interviews KvKmet ondernemers 2012 (0, 1, 2 of 3 punten) Greenports en # inhoudelijke links naar topsectoren Topsectoren Prov. Gelderland Greenport Boskoop, Innovatieimpuls.proje

Nadere informatie

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid

Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede ( ): Sterke samenleving, kleine(re) overheid Organisatievisie Gemeente Wijk bij Duurstede (2013-2020): Sterke samenleving, kleine(re) overheid versie : 23 juli 2013 wijziging naar aanleiding van : vaststelling in DT (8 juli 2013) bespreking met wethouder

Nadere informatie

Beknopte stijlgids, oktober Provincie Noord-Brabant

Beknopte stijlgids, oktober Provincie Noord-Brabant Beknopte stijlgids, oktober 2013 KLEURPATROON Gekleurde banen vormen een patroon dat de de vormentaal uit het agrarische landschap verbeeldt. De gebruikte kleuren zijn corresponderend met de communicatiematrix

Nadere informatie

OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN

OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN Deze notitie behandelt enkele conclusies op hoofdlijnen, gebaseerd op de 36 inzendingen die zijn ingediend voor de pilot woonconcepten voor EU-arbeidsmigranten. Positieve

Nadere informatie

Monitor glastuinbouw Zuid-Holland

Monitor glastuinbouw Zuid-Holland Monitor glastuinbouw Zuid-Holland Den Haag, juni 2004 Programmabureau Glastuinbouw Provincie Zuid-Holland Inhoud Doel en opzet 3 Verantwoording kaarten en definities 4 Leeswijzer 4 Netto glas in Zuid-Holland

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden Economie op een rij

Samenwerkingsverbanden Economie op een rij Samenwerkingsverbanden Economie op een rij Factsheet Bedrijvenbeleid/topsectoren Doel Contactpersoon Ministerie EL&I: Dhr. M. Snippe??? Factsheet Gebiedsagenda Zuidvleugel Doel Contactpersoon Factsheet

Nadere informatie

Regionale samenwerking Bedrijventerreinen West-Achterhoek. 28 oktober 2008

Regionale samenwerking Bedrijventerreinen West-Achterhoek. 28 oktober 2008 Regionale samenwerking Bedrijventerreinen West-Achterhoek 28 oktober 2008 Opbouw van de presentatie Ontstaan van de samenwerking Doelstelling en ambitie Aansluiting bij Provinciaal en Landelijk beleid

Nadere informatie

Bedrijventerreinen Noord-Veluwe. Regionale bijeenkomst raadsleden Gerrit Marskamp

Bedrijventerreinen Noord-Veluwe. Regionale bijeenkomst raadsleden Gerrit Marskamp Bedrijventerreinen Noord-Veluwe Regionale bijeenkomst raadsleden 08-02-2017 Gerrit Marskamp Opbouw presentatie De hamvraag/dilemma Wat willen we als gemeenten? Wat hebben we? Wat is het speelveld? Vraag

Nadere informatie