Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude Recreatie Noord-Holland NV

Transcriptie

1 Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 Recreatie Noord-Holland NV 20 mei 2011

2 INHOUDSOPGAVE PAGINA SAMENVATTING 3 1. INLEIDING 5 2. METHODIEK Onderzoeksvraag Onderzoeksgebieden Automatische tellingen Visuele tellingen 9 3. ONDERZOEKSRESULTATEN Aantal bezoeken in Analyse aantal bezoeken over 5 jaar Spreiding van het aantal bezoeken Gemiddelde bezoekersspreiding per dag Weersomstandigheden CONCLUSIES 21 LOCATIES VAN TELPUNTEN IN DE RECREATIEGEBIEDEN Bijlage Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 2 van 23

3 Samenvatting De recreatiemonitor is een belangrijk evaluatieinstrument voor het vaststellen van de effectiviteit van het huidige beleid en het geven van inzicht in het al dan niet voldoen aan de recreatieve vraag in Noord-Holland, en een bron van informatie die van belang is voor het bepalen van uitgangspunten voor toekomstig beleid. Daarbij worden de gegevens ingezet om in te spelen op de wensen van de bezoekers. Hierdoor wordt een vraaggerichte benadering bevorderd. Het totaal aantal bezoeken per recreatieschap en deelgebied is weergegeven in de onderstaande tabel. In 2010 hebben in totaal ruim 10,2 miljoen recreanten de verschillende recreatieschappen bezocht. Dat is een daling van bijna 8% ten opzichte van Dit lag voornamelijk aan het weer in 2010, dat niet bevorderlijk was voor de openluchtrecreatie. Tabel 1 Aantal bezoeken recreatiegebieden RECREATIEGEBIED Geestmerambacht Zomerdel Park van Luna Het Twiske Alkmaarder- en Uitgeestermeer Spaarnwoude Oosterbroek - Buitenhuizen Houtrak Veerplas Groene Weelde Westbroekplas (sinds 2010) Groengebied Amstelland Elsenhove Ouderkerkerplas De Hoge Dijk / Gaasperzoom Gaasperplas Overdiemen Totaal Noot: de bezoekersaantallen kunnen afwijken van eerder gepubliceerde cijfers door voortschrijdend inzicht. Het totale bezoek aan Spaarnwoude is met 2% gedaald, maar in 2010 is de Westbroekplas voor het eerst meegenomen in de tellingen. Als de Westbroekplas buiten beschouwing wordt gelaten is het aantal bezoeken aan Spaarnwoude in totaal 4,5 miljoen, bijna 16% lager dan in De daling komt voor in alle deelgebieden. Net als de meeste overige recreatieschappen is het bezoek aan Spaarnwoude negatief beïnvloed door het weer in Het deelgebied Oosterbroek/Buitenhuizen en deelgebied Houtrak hebben ongeveer 20% minder bezoeken ontvangen ten opzichte van Het bezoek aan de Veerplas is slechts licht gedaald ondanks dat dit deelgebied als zwemlocatie in belangrijke mate afhankelijk is van het weer. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de opening van een nieuwe attractie. In de Groene Weelde is zowel het aantal bezoeken als de situatie grotendeels gelijk gebleven. Bij een blik op het aantal bezoeken over de afgelopen 5 jaar blijkt dat bij deelgebied de Veerplas de meeste beweging is in het aantal bezoeken. Het aantal bezoekers heeft nog geen evenwicht bereikt. Dit geldt wel voor deelgebied Oosterbroek Buitenhuizen waar het Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 3 van 23

4 aantal bezoeken rond de 2,7 a 2,8 miljoen schommelt. Het bezoek aan deelgebied De Groene Weelde, kent over 5 jaar een stijgende trend, Houtrak juist een dalende. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 4 van 23

5 1. Inleiding De provincie Noord-Holland en de recreatieschappen Geestmerambacht, Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Het Twiske, Spaarnwoude en Groengebied Amstelland hebben aangegeven behoefte te hebben aan een kengetal voor het aantal bezoeken van de Noord-Hollandse recreatiegebieden om het gebruik van de recreatiegebieden te kunnen meten. Recreatie Noord-Holland NV (RNH) heeft daarom de opdracht gekregen vanaf 2005 het aantal bezoeken aan zes recreatiegebieden te meten. In het rapport dat voor u ligt worden de kengetallen van het aantal bezoeken aan deze recreatiegebieden in 2010 weergegeven. De recreatiemonitor is een belangrijk evaluatieinstrument voor het vaststellen van de effectiviteit van het huidige beleid en het geven van inzicht in het al dan niet voldoen aan de recreatieve vraag in Noord-Holland. De recreatiemonitor is een belangrijke bron van informatie die van belang is voor het bepalen van uitgangspunten voor toekomstig beleid. Daarbij zal de recreatiemonitor worden ingezet om in te spelen op de wensen van de bezoekers. Hierdoor wordt een vraaggerichte benadering bevorderd. Om het aantal bezoeken in de Noord-Hollandse recreatieschappen vast te stellen is door RNH in 2010 een telonderzoek uitgevoerd. Het aantal bezoeken werd gemeten door middel van geautomatiseerde tellingen. Het onderzoek is gericht op de inkomende recreatieve bezoeken. Het niet recreatieve verkeer zoals woon-werk en doorgaand verkeer is zo veel mogelijk buiten beschouwing gelaten. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 5 van 23

6 2. Methodiek 2.1. Onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvraag voor het bepalen van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen in Noord-Holland luidt: Is er een ontwikkeling van het aantal bezoeken aan de recreatieschappen zichtbaar in de periode vanaf 2005? Subvragen Wat is het aantal bezoeken aan een recreatieschap en de deelgebieden binnen dit recreatieschap per jaar? Hoe ziet het patroon van het aantal bezoeken per maand er uit voor de verschillende gebieden? Is er een vergelijking mogelijk van het bezoekgedrag aan bepaalde deelgebieden en/of recreatiegebieden? Welke aanbevelingen voor beleid kunnen worden gegeven op basis van het aantal bezoeken nadat deze over een langere periode zijn gemeten? Bij het opzetten van de recreatiemonitor zijn de onderstaande hypotheses geformuleerd. Inmiddels hebben de gegevens afdoende bewijs geleverd voor alle hypotheses, waarbij hypothese 4 het minst duidelijk uit de gegevens is af te lezen daar de andere invloeden op de het aantal bezoeken hiermee interfereren. 1. De vijf recreatieschappen uit het onderzoek verschillen onderling qua inrichting, karakter en ligging. Enkele gebieden liggen aan de rand van een grote stad en andere recreatiegebieden liggen in een meer landelijke omgeving. De functie varieert van uitloopgebied voor korte wandelingen in het stadsrandgebied tot zwemlocaties waar bezoekers zich gedurende een hele dag kunnen vermaken. Als gevolg van de verschillen tussen de gebieden zullen de aantallen bezoeken en de seizoenscurve per recreatiegebied verschillen. 2. De aantallen bezoeken worden in belangrijke mate bepaald door de dagsoort. Hiermee wordt bedoeld of er sprake is van een doordeweekse dag, een zaterdag of een zon- of feestdag. 3. Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden is weersafhankelijk. 4. Het aantal bezoeken aan de recreatiegebieden hangt samen met vakantieperioden. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 6 van 23

7 2.2. Onderzoeksgebieden Voor het onderzoek naar het aantal bezoeken zijn in vijf recreatiegebieden verschillende deelgebieden aangewezen waarvoor het aantal bezoeken zal worden gemeten. In tabel 2 is een overzicht gegeven van de recreatiegebieden en de deelgebieden. Tabel 2 Recreatiegebieden en deelgebieden RNH RECREATIEGEBIED DEELGEBIED Spaarnwoude Houtrak Oosterbroek en Buitenhuizen Veerplas Westbroekplas Groene Weelde Geestmerambacht Zomerdel (oud Geestmerambacht zonder uitbreiding) Park van Luna Alkmaarder- en Uitgeestermeer Fiets-, kano- en pontroutes Oeverpark Zwaansmeer Overpark Dorregeest Oeverpark Uiterdam Oeverpark Woudhaven Het Twiske Gehele gebied Landschap Waterland Hemmeland (tot en met 2009) Groengebied Purmerland (vanaf 2011) Groengebied Amstelland Ouderkerkerplas De Hoge Dijk en Gaasperzoom Gaasperplas Diemerpolder (vanaf 2011 hele Diemerscheg) Elsenhove Kaarten van deze recreatiegebieden waarop de locatie van de telpunten is aangegeven zijn bijgevoegd in de bijlage. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 7 van 23

8 2.3. Automatische tellingen Per deelgebied van een recreatieschap wordt minimaal één referentiepunt bepaald bij een hoofdingang waar zuiver kan worden gemeten (en dus geen sprake is van woon-werkverkeer of andere niet-recreatieve verkeersstromen). Het referentiepunt van het deelgebied is bij voorkeur gekozen op een plaats waar ook tijdens het voorbereidend onderzoek naar het aantal bezoeken in 2005 een meting heeft plaatsgevonden. Op het referentiepunt (of de referentiepunten) is een automatische passantenteller geplaatst die met behulp van een rubber slang over het wegdek het aantal passeerbewegingen meet. De gebruikte apparatuur kan zowel auto s als fietsen meten, afhankelijk van de situatie. De tellers leveren digitaal gegevens aan die per uur het aantal passanten weergeven. De bezoekers die de gebieden bezoeken via andere toegangen dan daar waar een automatisch teller is opgesteld worden berekend aan de hand van in 2006 en 2007 uitgevoerde visuele tellingen (zie volgende paragraaf). In Geestmerambacht en Het Twiske wordt met behulp van de automatische tellers het hele gebied sluitend gemeten. Dat wil zeggen dat bij elke ingang, zowel voor auto als fiets, een meter aanwezig is. De betrouwbaarheid van de gegevens in deze gebieden is dan ook erg hoog. In het RAUM worden de vier oeverparken (Zwaansmeer, Dorregeest, Uiterdam en de Woudhaven) ieder met één teller gemeten. Verder zijn op de pontjes bij Molletjesveer en Oost Knollendam mechanische tellers gemonteerd die door middel van een oogje via infrarood het aantal gebruikers van die pontjes tellen. In 2010 zijn ook de bezoeken aan deelgebied De Hoorne en de naastgelegen jachthaven meegenomen in de tellingen. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 8 van 23

9 2.4. Visuele tellingen Bij alle schappen zijn in 2006 en 2007 visuele tellingen gedaan. Per deelgebied werd op doordeweekse dagen, zaterdagen en zon- en feestdagen en zowel in het voor- als in het hoogseizoen het aantal bezoekers aan alle ingangen geregistreerd door hiervoor ingehuurde werknemers die bij de ingangen posteerden. Met de hiermee verzamelde gegevens worden drie verschillende kengetallen berekend: 1. De verhouding tussen het soort bezoeken (auto, fiets of voetgangers) per deelgebied; 2. De gemiddelde bezettingsgraad van de verschillende vervoermiddelen; 3. De verhouding tussen het aantal bezoeken dat via de verschillende ingangen het gebied binnenkomt. Met deze drie kengetallen is het mogelijk om vanuit 1 meetpunt (of enkele meetpunten) het totale aantal bezoeken aan een (deel)gebied te berekenen. Dus ook als er een automatische teller wordt gebruikt die het aantal passerende auto s registreert, is het mogelijk om het aantal bezoeken per fiets en per voet voor alle ingangen te berekenen. Voor de meeste gebieden worden de gemiddelden van de visuele tellingen van 2006 en 2007 gebruikt om vaste vermenigvuldigingsfactoren te verkrijgen. Wanneer de gegevens uit de visuele tellingen tussen 2006 en 2007 sterk afweken zijn de factoren uit 2007 gebruikt omdat de visuele tellingen uit 2007 betrouwbaarder zijn dan die uit Het kan zijn dat door de ontwikkeling van nieuwe voorzieningen of veranderingen in de routestructuren de verhouding van het aantal bezoeken dat via de verschillende ingangen van een gebied binnenkomt verandert. Waar het vermoeden bestaat dat dit het geval is en er voldoende budgettaire ruimte is kunnen dan nieuwe visuele tellingen worden uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de Gaasperplas, een deelgebied van Groengebied Amstelland, waar in 2010 opnieuw visueel is geteld. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 9 van 23

10 3. Onderzoeksresultaten 3.1. Aantal bezoeken in 2010 In 2010 hebben in totaal ruim 10,2 miljoen recreanten de verschillende recreatieschappen bezocht. Dat is een daling van bijna 8% ten opzichte van In tabel 3 staat een overzicht van het aantal bezoeken per (deel)gebied. Voor de meeste deelgebieden van de recreatieschappen is het aantal bezoeken in 2010 rond de 8% lager dan in Dit lag voornamelijk aan het weer in 2010, dat niet bevorderlijk was voor de openluchtrecreatie (zie paragraaf 3.3). Tabel 3 Aantal bezoeken recreatiegebieden RECREATIEGEBIED Geestmerambacht Zomerdel Park van Luna Het Twiske Alkmaarder- en Uitgeestermeer Spaarnwoude Oosterbroek - Buitenhuizen Houtrak Veerplas Groene Weelde Westbroekplas (sinds 2010) Groengebied Amstelland Elsenhove Ouderkerkerplas De Hoge Dijk / Gaasperzoom Gaasperplas Overdiemen Totaal Noot: de bezoekersaantallen kunnen enigszins afwijken van eerder gepubliceerde cijfers door voortschrijdend inzicht. Spaarnwoude ontving het grootste gedeelte van de bezoekers. Op de tweede plaats komt Groengebied Amstelland. Aangezien Hemmeland geen onderdeel meer uitmaakt van het recreatieschap Landschap Waterland worden hier geen tellingen meer uitgevoerd. Voor Landschap Waterland wordt er vanaf 2011 geteld in het nieuwe aangelegde Groengebied Purmerland. Het totale bezoek aan Spaarnwoude is met 2% gedaald, maar in 2010 is de Westbroekplas voor het eerst meegenomen in de tellingen. Als de Westbroekplas buiten beschouwing wordt gelaten is het aantal bezoeken aan Spaarnwoude in totaal 4,5 miljoen, bijna 16% lager dan in De daling komt voor in alle deelgebieden. Net als de meeste overige recreatieschappen is het bezoek aan Spaarnwoude negatief beïnvloed door het weer in Het deelgebied Oosterbroek/Buitenhuizen heeft ongeveer 20% minder bezoeken ontvangen ten opzichte van Behalve de mindere weersomstandigheden is hiervoor geen reden gevonden. Het niveau van de voorzieningen was gelijk over die jaren en er waren geen grote of langdurige wijzigingen in de verkeerssituatie die ertoe zouden kunnen leiden dat recreatief verkeer één of meerdere mechanische tellers missen. De daling is dus opvallend, des te Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 10 van 23

11 meer omdat Spaarnwoude als deelgebied een aantal voorzieningen heeft die ook bij matig of slecht weer bezoek trekken (indoor skibaan, golfbaan, Zorgvrij). De daling in Oosterbroek Buitenhuizen wordt weerspiegeld in de daling van het bezoek aan deelgebied Houtrak waar ook bijna 20% minder bezoeken zijn geteld. Ook voor Houtrak was de situatie in 2010 in hoofdlijnen gelijk aan die van 2009, wat de conclusie dat het weer de grootste invloed heeft gehad op het aantal bezoeken versterkt. Het bezoek aan de Veerplas is licht gedaald ondanks dat dit deelgebied als zwemlocatie in belangrijke mate afhankelijk is van het weer. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de opening van een nieuwe attractie in april 2010 bij SaPlaza het adventurepark dat ook bij matig weer bezoek heeft aangetrokken. In de Groene Weelde is zowel het aantal bezoeken als de situatie grotendeels gelijk gebleven. De Groene Weelde wordt voornamelijk gebruikt voor mensen die ommetjes maken en hondenuitlaters (71% van het bezoek, bron: recreatiemonitor 2009). Deze activiteiten zijn weinig gevoelig voor weersomstandigheden. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 11 van 23

12 3.2. Analyse aantal bezoeken over 5 jaar De eerste tellingen van het aantal bezoekers van de recreatieschappen zijn uitgevoerd in In 2006 en 2007 zijn door voortschrijdend inzicht (visuele tellingen) de berekeningen aangepast maar voor Spaarnwoude en Groengebied Amstelland was dit niet mogelijk. Echter vanaf 2006 zijn er zonder onderbrekingen cijfers beschikbaar over het bezoek aan de schappen, in totaal 5 jaar. Dit maakt het mogelijk om over de periode van 5 jaar een analyse uit te voeren van het verloop van het aantal bezoeken. In de onderstaande tabel is het aantal bezoekers voor alle deelgebieden weergegeven voor zover beschikbaar. Tabel 4 Aantal bezoeken recreatiegebieden over 6 jaar RECREATIEGEBIED Geestmerambacht Zomerdel Park van Luna (sinds 2007) Het Twiske Alkmaarder- en Uitgeestermeer Spaarnwoude * Oosterbroek - Buitenhuizen Houtrak Veerplas Groene Weelde ** Westbroekplas (sinds 2010) Groengebied Amstelland * Elsenhove Ouderkerkerplas De Hoge Dijk / Gaasperzoom Gaasperplas Overdiemen (sinds 2007) Totaal Noot: de bezoekersaantallen kunnen enigszins afwijken van eerder gepubliceerde cijfers door voortschrijdend inzicht. * Als gevolg van een wijziging in de methodiek is het niet mogelijk om de bezoeken aan Spaarnwoude en Groengebied Amstelland over 2005 opnieuw te berekenen met de aangepaste verhoudingsgetallen. ** Wegens uitvallen teller cijfers Om deze getallen inzichtelijk te maken zijn ze uitgedrukt als percentage, waarbij het eerste jaar waarin ze geteld zijn op 100% is gezet, en alle opvolgende jaren worden uitgedrukt als percentage ten opzichte van die 100%. Bijvoorbeeld als een gebied in 2005 (eerste jaar) bezoeken ontving, en in , dan is het percentage voor % en voor %. Dit overzicht is weergegeven in figuur 1. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 12 van 23

13 Figuur 1 Verloop bezoekersaantallen als percentage 120% 110% 100% 90% 80% 70% 60% Zomerdel Pvl Twiske RAUM Spaarnwoude GGA 50% 40% In figuur 1 is ook duidelijk te zien dat in alle gebieden behalve Het Twiske en Park van Luna de bezoekersaantallen zijn gedaald in Dit had te maken met de weersomstandigheden (zie paragraaf 3.4). Figuur 2 Verloop bezoekersaantallen als percentage voor deelgebieden Spaarnwoude 140% 130% 120% 110% 100% 90% 80% Ooster/Buitenh Houtrak Veerplas GW Spaarnwoude 70% 60% Bij deelgebied de Veerplas is de meeste beweging in het aantal bezoeken door de jaren heen. Het gaat om een relatief nieuw gebied dat gevoelig is voor weersomstandigheden, en tegelijk beïnvloedt wordt door de opening van nieuwe attracties (SaPlaza) en zwemverboden door blauwalg. Hierdoor heeft het aantal bezoekers nog niet een evenwicht bereikt. Dit geldt wel voor deelgebied Oosterbroek Buitenhuizen waar het aantal bezoeken rond de 2,7 a 2,8 miljoen schommelt. Het bezoek aan deelgebied De Groene Weelde, ook een relatief nieuwe gebied, kent over 5 jaar een stijgende trend, Houtrak juist een dalende. Deelgebied Westbroekplas is in figuur 2 niet meegenomen omdat er alleen over 2010 aantallen bezoeken beschikbaar zijn. Bij het interpreteren van de bovenstaande gegevens voor het evalueren van veranderingen in beleid en beheer of veranderingen in het recreatieve aanbod (intern) moet rekening worden gehouden met de natuurlijke variatie in het aantal bezoekers, als gevolg van het weer en andere externe omstandigheden. Voor de (deel)gebieden waar er geen grote Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 13 van 23

14 interne veranderingen waren in de periode is de gemiddelde standaard deviatie 8%. Het bezoekersaantal van een gebied kan van het ene jaar naar het andere dus 8% stijgen of dalen door externe omstandigheden. Dit sluit interne oorzaken niet uit. De vergelijking met andere deelgebieden kan dan meer duidelijkheid scheppen. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 14 van 23

15 3.3. Spreiding van het aantal bezoeken Om inzicht te krijgen in het gebruik van recreatiegebieden is het van belang om te weten hoe het seizoenspatroon van het aantal bezoeken aan de gebieden er uit ziet. Hieronder (figuur 3) worden de seizoenspatronen van het aantal bezoeken weergegeven voor Figuur 3 spreiding bezoeken Groengebied Amstelland Spaarnwoude Twiske Zomerdel Park van Luna RAUM jan- 10 feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec In tegenstelling tot de meeste jaren kende geen enkele maand een echte piek in het aantal bezoeken. Zulke pieken doen zich meestal voor in het voor- of naseizoen en alleen bij de juiste weersomstandigheden, die in 2010 niet voorkwamen. Hierdoor lijkt de spreiding in 2010 sterk op de gemiddelde spreiding van de bezoeken over de afgelopen 5 jaar (figuur 5). Figuur 4 spreiding bezoeken deelgebieden Spaarnwoude Ooster/Buiten Houtrak Veerplas Groene Weelde Westbroekplas jan-10 feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 15 van 23

16 De spreiding van het aantal bezoeken aan de deelgebieden laat hetzelfde beeld zien, met als grote uitzondering de maand juni in Houtrak. Deze piek wordt veroorzaakt door de festivals Awakenings en Latin Village die beide in het weekend van 26 en 27 juni zijn gehouden. Deze piek springt meer in het oog omdat de normale bezoeken minder waren dan in 2009, en Houtrak dus ook een lager totaal aantal bezoeken kent ten opzichte van vorige jaren. Voor het dal in het aantal bezoeken aan Oosterbroek/Buitenhuizen in september is voor alsnog geen verklaring gevonden. In figuur 5 hieronder is de gemiddelde spreiding van het aantal bezoeken van de verschillende recreatieschappen weergegeven. De gemiddelde spreiding, waarbij alle onregelmatige pieken dus wegvallen, is lijkt sterk op de spreiding in Figuur 5 gemiddelde spreiding bezoeken Groengebied Amstelland Spaarnwoude Twiske Zomerdel Park van Luna RAUM jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 16 van 23

17 Gemiddelde bezoekersspreiding per dag Met de gegevens van de automatische tellers in de gebieden is het ook mogelijk om inzicht te krijgen in de tijden waarop de bezoekers de gebieden binnenkomen. De beschikbare gegevens zijn hieronder weergegeven. De meeste bezoekers komen de gebieden binnen tussen 10:00 en 18:00. Bij de Westbroekplas en de Groene Weelde komt ook later op de dag aardig wat bezoek het gebied binnen, doordat hier horeca gelegenheden aanwezig zijn. In de Veerplas is ook horeca maar deze heeft in de avond blijkbaar minder aantrekkingskracht. Figuur 6 Gemiddelde spreiding aantal bezoeken per dag deelgebied Oosterbroek / Buitenhuizen Veerplas 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 Westbroekplas Houtrak 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 Groene Weelde 0:00 2:00 4:00 6:00 8:00 10:00 12:00 14:00 16:00 18:00 20:00 22:00 Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 17 van 23

18 3.4. Weersomstandigheden Bij het opzetten van de recreatiemonitor is de hypothese gesteld dat het aantal bezoeken samenhangt met de weersomstandigheden. In de voorgaande jaren is ook gebleken dat de piekmaanden wat betreft het aantal bezoeken ook altijd zeer mooi weer kenden. Voor het weer in recreatiegebieden zijn drie variabelen het meest relevant: de gemiddelde temperatuur per maand, het aantal zonuren per maand en het aantal millimeter neerslag per maand. Uit de cijfers van voorgaande jaren is gebleken dat piekmaanden voor het aantal bezoeken veel zonuren en een hoge temperatuur hadden, gecombineerd met weinig tot geen neerslag. Om de invloed van het weer op het aantal bezoeken in één tabel weer te geven zijn deze variabelen en het aantal bezoekers geïndexeerd. Vervolgens is voor het weer één index gemaakt door die van zonuren en temperatuur op te tellen, en daar de index voor neerslag van af te trekken. Hoe hoger de weersindex, hoe beter het weer. Het resultaat voor 2010 staat in figuur 7 en 8 hieronder. Figuur 7 weer 2010 temperatuurindex zonuurenindex neerslagindex jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec Figuur 8 weer en bezoeken 2010 jan-10 feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec weerindex O/B index Houtrak index Veerplas index GW index Wbplas index Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 18 van 23

19 Vooral de het relatief mooie weer in juni had effect op het aantal bezoeken, tenminste voor de Westbroekplas en Houtrak, maar in mindere mate ook in de Veerplas. Zoals eerder geconstateerd speelde voor Houtrak ook mee dat er in de maand juni verschillende festivals zijn gehouden. Verder valt op dat het bezoek aan de Veerplas in september piekt terwijl het daar niet in zo n mate aanleiding voor gaf. Er was toen wel een evenement (Harley Davidson dag) dat het nodige bezoek heeft aangetrokken. De Westbroekplas had juist in augustus een piek waarbij het weer slecht was. Bij beide gebieden kleine deelgebieden rondom een zwemplas zijn er ook attracties die minder weersafhankelijk zijn. Zoals al eerder opgemerkt heeft de Groene Weelde een zeer stabiele spreiding van het aantal bezoeken. Ook het aantal bezoeken aan Oosterbroek/Buitenhuizen lijkt niet gecorreleerd aan het weer. In figuur 9 zijn de indexen voor de beschikbare periode weergegeven, voor Oosterbroek/Buitenhuizen, de Veerplas en Houtrak. Van de overige deelgebieden zijn nog niet genoeg lange termijn gegevens beschikbaar. Ook op de lange termijn is er weinig relatie te zien tussen het aantal bezoeken aan Oosterbroek/Buitenhuizen en het weer. Dit deelgebied heeft een aantal attracties die ook met minder of slecht weer bezoekers trekken (SnowPlanet, golfbaan, vakantiehuisjes, Zorgvrij) en er zijn een aantal grote evenementen wat bij elkaar het gebied minder afhankelijk maakt van het weer. In Houtrak is het bezoek wel meer afhankelijk van de weersomstandigheden. Er is gelegenheid om te zwemmen maar dit zwemwater is de afgelopen jaren vaak afgesloten wegens blauwalg. Wel wordt er veel gebarbecued waarvoor het in ieder geval droog weer moet zijn, en een zekere minimum temperatuur. Verder is in dit deelgebied goed te zien dat de maand juni het goed doet vanwege de dan gehouden evenementen. Voor de Veerplas blijken de meeste pieken in het aantal bezoeken wel degelijk overeen te komen met mooi weer pieken, op een enkele uitzondering na. De Veerplas is dan ook voornamelijk een zwemplas, alhoewel het aanbod aan voorzieningen gestaag wordt uitgebreid. Figuur 9 jan-07 mrt mei juli sept nov jan-08 mrt mei juli sept nov jan-09 mrt mei juli sept nov jan-10 mrt mei juli sept nov weerindex O/B index Houtrak index Veerplas index Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 19 van 23

20 Bij deze visualisatie moet aangetekend worden dat door de gebruikte van indexering van het weer nuances wat betreft neerslag in combinatie met hoge temperaturen en zonuren of een concentratie van neerslag in een beperkte gedeelte van de maand verloren gaan. Hierdoor zijn zowel de pieken als de dalen van de weerindex extra aangezet. Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 20 van 23

21 4. Conclusies Het totale bezoek aan Spaarnwoude is met 2% gedaald, maar in 2010 is de Westbroekplas voor het eerst meegenomen in de tellingen. Als de Westbroekplas buiten beschouwing wordt gelaten is het aantal bezoeken aan Spaarnwoude in totaal 4,5 miljoen, bijna 16% lager dan in Deze daling werd voornamelijk veroorzaakt door het slechte weer in Ook deelgebieden die normaal gesproken niet erg weersgevoelig zijn (Oosterbroek/Buitenhuizen) hadden hier last van. De opening van een nieuwe attractie in deelgebied de Veerplas en de festivals in Houtrak zijn goed zichtbaar in het aantal bezoeken. Begin 2011 zijn er in de Veerplas en Buitenhuizen enkele voorzieningen toegevoegd aan het recreatieve aanbod. Naar verwachting zal dit extra bezoek opleveren. In het algemeen zal het van het weer afhangen hoe het aantal bezoeken zich zal ontwikkelen in Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 21 van 23

22 Bijlage Locaties van telpunten in de recreatiegebieden Mechanische telpunten Spaarnwoude 2. Snowplanet (R102) 8. Oosterbroekerweg 4. Hogeland / Buitenhuizerweg (R103) 13. Machielsenweg * overige telpunten: visuele tellingen Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 22 van 23

23 Hoofddorp Mechanische tellingen: Telpunt 17 Recreatiemonitor: aantal bezoeken Recreatieschap Spaarnwoude 2010 pagina 23 van 23