Veldtoets en Advies Archeologie Daalseweg / Schippershof gemeente Veldhoven

Transcriptie

1 Veldtoets en Advies Archeologie Daalseweg / Schippershof gemeente Veldhoven Auteurs: drs. M. van der Weele / drs. F.P. Kortlang ArchAeO, Archeologische Advisering en Ondersteuning Rapelenburglaan AP Eindhoven tel / fax advies@archaeo.nl Opdrachtgever: Gemeente Veldhoven versie concept: Pagina 1 van 21

2 Colofon Opdrachtgever: gemeente Veldhoven (projectleider dhr. D. van de Laarschot) Project: Veldhoven Daalseweg / Schippershof Projectnummer: P09145 Titel: Veldtoets Archeologie en Advies Archeologie Daalseweg/Schippershof Datum: Auteurs: drs. M. van der Weele / drs. F.P. Kortlang (senior-archeoloog) Inhoudsopgave Inleiding 3 Voortraject 3 Veldtoets 4 Advies 6 Bijlage 1 10 Pagina 2 van 21

3 Inleiding Veldtoets en Advies Archeologie Daalseweg/Schippershof In opdracht van de gemeente Veldhoven (contactpersoon dhr. D. van de Laarschot) is op een veldtoets door middel van verkennende boringen uitgevoerd binnen het plangebied Daalseweg / Schippershof. Slechts gescheiden door de Daalseweg ligt ten noorden van het plangebied Daalseweg / Schippershof het plangebied Oude Kerkstraat 42 (afb. 1). Eerder al was een archeologische quickscan opgesteld die is aangevuld met een veldtoets (bijlage 1). Inmiddels is het plangebied Daalseweg / Schippershof opgenomen in het groter project Schippershof en vormen beide afzonderlijke plannen tezamen feitelijk één planontwikkeling. De reden waarom het plangebied Daalseweg / Schippershof niet tegelijk met de quickscan en veldtoets is gerapporteerd, ligt hem in het feit dat de gronden pas per in eigendom kwamen van de gemeente en er eerder geen betredingstoestemming was. Het kaartmateriaal uit de eerdere quickscan toont aan dat de archeologische verwachting voor de twee voormalige plangebieden (nu één plangebied) overeenkomstig is. Vanwege de ligging is dat ook niet zo verwonderlijk. De huidige rapportage (pagina s 1 t/m 7) vormt de verslaglegging en het advies aan de gemeente op basis van de veldtoets aan de Daalseweg in combinatie met het eerdere onderzoek dat als bijlage 1 is toegevoegd. Voortraject Gezien de directe relatie tot het plangebied Daalseweg-Schippershof en omwille van de duidelijkheid zal de voorgeschiedenis van het plangebied uit de quickscan en veldcheck hieronder kort worden samengevat: In opdracht van Schippers BV is voor het plangebied Schippershof een archeologische quickscan uitgevoerd ten einde een beeld te krijgen van de archeologische verwachting in het gebied. Vanuit de archeologische verwachting diende op basis van de quickscan met name in de zone tegen de Kerkstraat rekening te worden gehouden met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen (vanaf ca 1300) en vooral Nieuwe tijd (na 1500). De mate van gaafheid van het gebied was echter niet duidelijk. Voorafgaand aan de quickscan hebben diverse milieukundige bodemonderzoeken plaatsgevonden. Het onderzoek van Geofox-Lexmond heeft voldoende aangetoond dat de te ontwikkelen (delen van) percelen 522, 523 en 524 dermate verstoord zijn dat een nader archeologisch onderzoek geen zin meer had. Voor perceel 1217 (zone 1) was onvoldoende duidelijk of dit terrein verstoord was. Als aanvulling op de eerder uitgevoerde archeologische quickscan, alsmede het bodemkundig onderzoek van Geofox-Lexmond, is in samenspraak met de opdrachtgever Schippers BV besloten een veldcontrole in het plangebied uit te voeren. Hiervoor zijn machinaal enkele proefgaten gegraven, waaruit kon worden geconcludeerd dat zone 1 van het plangebied in zijn geheel een grondig vergraven bodemopbouw heeft. De kans dat er zich nog relatief gave en goed geconserveerde archeologische resten in de bodem zouden bevinden mocht daarom als uiterst klein worden beschouwd. Pagina 3 van 21

4 Veldtoets Veldtoets en Advies Archeologie Daalseweg/Schippershof De boringen hadden tot doel om de archeologische verwachting uit de quickscan te toetsen. Het betrof verkennende boringen om met name de bodemopbouw en de gaafheid van een eventueel archeologisch niveau vast te stellen. Hiermee kan - aanvullend op de quickscan - een betere inschatting worden gemaakt of binnen het plangebied archeologische waarden verwacht kunnen worden en of een verder inventariserend onderzoek door middel van proefsleuven gewenst is. Het plangebied (perceelsnummer 750, met een oppervlakte van 5225 m 2) bestond ten tijde van het onderzoek voor het overgrote deel uit bebouwing, moestuin en materiaalopslag. In het oostelijk deel van het plangebied lag een hondenuitlaatterrein en in het zuidelijk deel een grasveld. Afb. 1 Een luchtfoto met het plangebied Daalseweg/Schippershof ten zuiden van de Daalseweg; het plangebied ten noorden hiervan behoort tot het plangebied Oude Kerkstraat 42. Tezamen vormen ze het project Schippershof. De boringen zijn in samenwerking verricht met een fysisch-gegograaf (R. Paulussen) van het onderzoeksbureau ArcheoPro. Verspreid over het terrein zijn op de beschikbare delen van het plangebied vier boringen gezet. Voor het booronderzoek is gebruik gemaakt van een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. Het hiermee opgeboorde materiaal is met het blote oog bekeken en geïnspecteerd op archeologische indicatoren. De locatie van de boringen is door middel van een GPS (Garmin 60Csx) vastgesteld. De maaiveldhoogtes zijn aan de hand van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) bepaald. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologisch Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.2). Er is geboord tot een maximale diepte van 1,30 cm beneden maaiveld. Pagina 4 van 21

5 Afb. 2. De ligging van de boorpunten 1 t/m 4 geprojecteerd op de kadastrale kaart met de omgeving van het plangebied Daalseweg-Schippershof. Bovenin de boringen is een 45 tot 70 cm dikke A-horizont (humeus plaggendek) aangetroffen die bestaat uit matig fijn zand. In de boringen is direct onder de A-horizont een geroerde laag waargenomen. In de boringen 2 en 4 is er sprake van een geroerde C-horizont die in dikte varieert tussen 5 20 cm; bij boring 3 is dit een geroerde AC-horizont van 15 cm dik. Hieronder bevindt zich een, mede gezien de sortering, fluvioperiglaciale afzetting van verspoeld dekzand (C-horizont). Boring 1 laat onder een 30 cm dikke bouwvoor een 40 cm dikke A-horizont zien. Tussen de A-horizont en het dekzand bevinden zich in deze boring twee geroerde lagen, respectievelijk een geroerde AC-horizont en een geroerde top van de C- horizont. In het plaggendek is op ca 70 cm diepte een aardewerkfragment van vermoedelijk Andenne-aardewerk gevonden dat gedateerd kan worden in de 12 de of 13 de eeuw. Aan de hand van de veldtoets kan geconcludeerd worden dat de bodem in het plangebied een redelijk onverstoorde indruk maakt. In alle vier de boringen bevindt zich een geroerde overgangslaag naar de C-horizont. Pas daaronder zullen archeologische sporen leesbaar zijn. Dit is eerder regel dan uitzondering op de zuidelijke zandgronden. De kans op het aantreffen van een mogelijk archeologisch niveau vanaf de top van de C-horizont is daarom aanwezig. Pagina 5 van 21

6 Tabel 1. Aan de rechterzijde van de tabel de 4 getekende boorprofielen van het plangebied Daalseweg/Schippershof. Advies Gezien de te verwachten geringe mate van verstoring van het archeologisch niveau, alsmede de (middel)hoge archeologische verwachting binnen het plangebied Daalseweg perceel 750, is ons inziens een nader inventariserend archeologisch onderzoek binnen de grenzen van het plangebied zinvol. De gemeente Veldhoven wordt derhalve geadviseerd om een onderzoek in de vorm van proefsleuven te laten uitvoeren. Dit indien naar verwachting de toekomstige bodemverstorende activiteiten dieper kunnen reiken dan 50 cm. Dit onderzoek kan het beste plaatsvinden zodra het plangebied vrij is van opstal, begroeiing en verharding. Afhankelijk van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek dient bekeken te worden of verdere maatregelen noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld door middel van een opgraving. Pagina 6 van 21

7 Afb. 3 Een blik op het plangebied ter hoogte van boring 3. Afb. 4 De op het grasveld uitgelegde boorkernen van boring 2. Pagina 7 van 21

8 Boorbeschrijving Algemene kopgegevens Soort boring BAR Projectnummer Projectnaam Veldhoven, veldtoets Deelgebied Nvt Organisatie ArcheoPro CIS-codes coördinaatsysteem RD2000 Coördinaatsysteemdatum ETRS89 Locatiebepaling GPS Garmin 60Csx Referentievlak NAP Bepaling maaiveldhoogte AHN Boormethode Edelman, guts Boordiameter 7 cm, 2 cm Opdrachtgever ArchAeO Posities van de boringen Boornummer XCO YCO m t.o.v. NAP 1 (Daalseweg) (Daalseweg) (Daalseweg) (Daalseweg) Boorbeschrijving volgens ASB 5.2 Boor LDO Lithologie Kleur Overige kenmerken AIS nr. [cm] GD BK BS BZ BG BH HK TK IK VLK SO PLH SST NVS BHN BI GI Daalseweg 1 30 Zmf 3 3 GR ZW BHAp BOV 70 Zmf 3 3 BR GR DO BHAa BST, AWF 80 Zmf 2 1 BR GR DO DGE BHAC XX 100 Zmg 2 GE DGRBR 1 BH1C XX FPG 110 Zug 1 RO BR 1 ROV, MNC BH1C FPG 130 L 3 GE BR LI 1 FLA ROV FPG 2 55 Zmf 2 GR ZW BHAa 60 L 2 GE GRZW BH1C XX FPG 85 L 3 GR GE LOR 2 ROV BH1C FPG 120 Zzg 1 3 BH2C FPG 3 40 Zmf 2 3 GR ZW 3 BHAa BST, SKO, HKS 55 Zmf 2 1 GR ZW OR 3 BHAC XX BST 75 Zmg 2 OR LI GR 2 ROV BH1C FPG 120 L 3 GR GE LI OR 2 ROV BHCg FPG 4 45 Zmf 2 3 GR ZW 3 BHAa 70 Zmf 2 1 GE BR DO DGE BH1C XX BST, HKS 80 Zmf 3 GE DO DGEBR BH1C 120 Zmg 4 GR GE OR 1 FLA ROV BH2Cg FPG Pagina 8 van 21

9 Betekenis van de afkortingen: LDO Onderzijde boortraject in cm mv Lithologie: GD Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen en Z = zand Korrelgrootte: uf = uiterst fijn, zf = zeer fijn, mf = matig fijn, mg = matig grof, zg = zeer grof, ug = uiterst grof Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BG= bijmengsel grind, BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst. Kleur: HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje, PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart. TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven). IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker VLK = Vlekken (V): 2 e en 3 e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig, 3= veel Overige kenmerken: SO = Sortering: 1 = slecht, 2 = matig, 3 = goed, 4 = zeer goed CO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevig PLH = plantenresten (PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel) NVS = nieuwvormingen: MNC = mangaanconcreties, ROV = roestvlekken, FEC = ijzerconcreties TL = trends in de laag; FUA = naar boven toe fijner, TOH = aan de top humeus SST = Sedimentaire structuren; STKL = kleilagen, STLL = leemlagen, STZL = zandlagen, STVL = veenlagen, FLA = fijn gelaagd LG = laaggrens; BSE = basis scherp, BGE = basis geleidelijk, BDI = basis diffuus BHN = Bodemhorizont; BHA = A-horizont, BHAa = esdek, BHE = E-horizont, BHB = B-horizont, BHC = C-horizont BI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor, XX = vestoord, XM = verveend, VEG = veengrond, OPG = opgebracht GI = Geologische interpretaties; LSS = löss (eolisch), COL = colluvium, ALL = alluvium, DEZ = dekzand, RIV = rivierafzettingen, FPG = fluvioperiglaciaal AIS = Archeologische indicatoren; BST = baksteen, SKO = steenkool, HKS = houtskool spikkels, AWF = aardewerkfragmenten Pagina 9 van 21

10 Bijlage 1 Veldtoets en Advies Archeologie Daalseweg/Schippershof Quickscan en veldcheck. versie 2 definitief met aanvulling veldcheck datum Opsteller: Aanvrager: drs. M. van der Weele en F.P. Kortlang, ArchAeO, Eindhoven Schippers Milieutechniek (contactpersoon H.W.C. Boudewijns) Plan: Volgens het bureauonderzoek gaat het om ontwikkeling van de grond. Na sanering bestaat het voornemen binnen het plangebied woningen te bouwen. Opp plangebied: Het plangebied heeft volgens opgaaf een totale oppervlakte van m 2 en omvat de percelen: 522, 523, 524 en RO-procedure: projectplan (bestemmingsplanwijziging) Kenmerken omgeving: Op basis van de luchtfoto en de beschrijving in het bureauonderzoek, is het achterterrein verhard met straatwerk. Aan de zuidwestelijke zijde van het terrein is een tankenpark gelegen. Het noordwestelijke deel van het terrein is in gebruik als zandopslag. Archeologische status (volgens ARCHIS II). Coördinaten: ca / (centrumcoördinaten). IKAW: Het westelijk deel van het plangebied is niet gekarteerd vanwege bebouwing; het oostelijk deel bezit een hoge archeologische trefkans. Bodem: Het westelijk deel van het plangebied is niet gekarteerd vanwege bebouwing; het oostelijk deel van het plangebied wordt gekenmerkt door een hoge zwarte (enk)eerdbodem met lemig fijn zand (code zez23). De grondwatertrap bedraagt VII. Milieukundig onderzoek heeft kunnen aantonen dat voor grote delen van het terrein geldt dat de bovenste meter vanaf het maaiveld ernstig is verstoord door allerhande bodemingrepen die in het recente verleden daar hebben plaatsgevonden. Op sommige plaatsen reikt de bodemstoring dieper dan 2 m Mv. Geomorfologie: Het meest westelijk deel van het plangebied is niet gekarteerd; het overige deel van het plangebied wordt gekenmerkt door dekzandruggen, al dan niet met oud-bouwland (code 3L5) Vindplaatsen: Bij het zoeken naar waarnemingen, vondstmeldingen en archeologische monumenten binnen een straal van circa 1 km rondom het plangebied in de archeologische database Archis2, blijkt dat er bewoningssporen worden aangetroffen vanaf de steentijd tot aan heden. De dichtstbijzijnde en meest relevante onderzoeksmelding die in Archis2 staat geregistreerd, is een proefsleuvenonderzoek dat in 2008 door BAAC bv is uitgevoerd aan de Heikantse Baan direct ten noorden van het plangebied. Tegen de Heikantse baan is tijdens het onderzoek een waterput aangetroffen uit het Neolithicum of de Midden-Bronstijd (mond. med. J. van der Weerden, BAAC). Verwacht mag worden gezien de afstand dat deze vindplaats geen directe relatie heeft met het plangebied. Pagina 10 van 21

11 Historische Atlas: Op oude historische kaarten is te zien dat het westelijk deel van het plangebied grenst aan de oude historische kern van Kerkoerle, die zich kenmerkte als lintbebouwing langs de huidige Kerkstraat. Het overgrote deel van het plangebied ligt binnen een zone van weien hooilanden rond de kern van Kerkoerle, wat aangeeft dat het plangebied wat lager ligt. Om deze reden is met name de kans op het aantreffen van archeologische resten vanaf de late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd hoog. AHN: n.v.t. Advies: Op basis van de historische topografische kaart, de te verwachten geomorfologie, bodem en grondwatertrap, is er een gerede kans op het aantreffen van archeologische resten. De historische topografische kaart geeft qua grondgebruik aan dat het gebied enigszins lager moet hebben gelegen dan de omgeving. Het grenst aan de historische lintbebouwing van Oerle. Vanuit archeologische verwachting dient met name in de zone tegen de Kerkstraat gedacht te worden aan bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen (vanaf ca 1300) en vooral Nieuwe tijd (na 1500). Recentelijk hebben diverse milieukundige bodemonderzoeken plaatsgevonden. Bovendien is bekend dat op grote delen van het plangebied olietanks hebben gelegen. Eerder al is in opdracht van de overheid een groot deel van het plangebied volledig overhoop gezet tot plaatselijk 4 meter Mv (schriftelijke mededeling J. Hegmans, d.d ). Het bodemonderzoek dat eind 2008 heeft plaatsgevonden door Geofox- Lexmond heeft aangetoond dat bodem op veel plaatsen vanaf minstens 1 m Mv tot vaak meer dan 2 meter diepte is verstoord. Een goede overzichtskaart van mate van verstoring voor het gehele plangebied ontbreekt echter nog. Centrale vraag is of de mate van verstoring in het plangebied van dien aard is dat nog van een redelijk geconserveerd en behoudenswaardig bodemarchief kan worden gesproken. Voordat hierover een gefundeerde uitspraak gedaan kan worden is het noodzakelijk te beschikken over een overzichtelijke kaart (incl. de boorprofielen) waarop de aard en mate van verstoringen binnen het plangebied staan aangegeven. Geadviseerd wordt derhalve eerst een dergelijke kaart te vervaardigen. Vervolgens kan op grond van de verstoringenkaart, de bureaustudie van Hegmans en de aanvullende gegevens uit deze quickscan een onderbouwd archeologisch advies worden gegeven aan de opdrachtgever. De gemeente Veldhoven kan als bevoegd gezag vervolgens op basis van dit advies een selectiebesluit nemen (al dan niet nader archeologisch onderzoek) of besluiten dat eerst nog een nader inventariserend archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Literatuur: Hegmans, J., 2008: Archeologisch bureauonderzoek, Oude Kerkstraat 42 te Veldhoven, Locatie Schippers, Amersfoort (MDrie-rapport 2008/concept). Pagina 11 van 21

12 Lankelma Geotechniek Zuid: Resultaten grondonderzoek. Nieuwbouw appartementen en woningen Schippershof te Oerle, (Lankelma rapport /definitief). Luchtfoto plangebied (bron: Google Earth) Pagina 12 van 21

13 IKAW Het westelijk deel is niet gekarteerd vanwege bebouwing; het oostelijk deel bezit een hoge archeologische trefkans. Pagina 13 van 21

14 Geomorfologie- Het meest westelijk deel is niet gekarteerd; het overige plangebied wordt gekenmerkt door dekzandruggen, al dan niet met oud-bouwland (code 3L5) Pagina 14 van 21

15 Bodem - Het westelijk deel is niet gekarteerd; het overige plangebied wordt gekenmerkt een hoge zwarte (enk)eerdgrond (code zez23) met grondwatertrap VII Pagina 15 van 21

16 Bonnekaart (topografie rond 1900) - Perceel deels in gebruik als bouw- en weiland. Pagina 16 van 21

17 Veldcheck Veldtoets en Advies Archeologie Daalseweg/Schippershof In aanvulling op de eerder uitgevoerde archeologische quickscan en bureauonderzoek, alsmede het bodemkundig onderzoek van Geofox-Lexmond, is in samenspraak met de opdrachtgever Schippers BV besloten een veldcheck in het plangebied uit te voeren. Het onderzoek van Geofox-Lexmond had voldoende aangetoond dat de te ontwikkelen (delen van) percelen 522, 523 en 524 dermate verstoord zijn dat een nader archeologisch onderzoek geen zin heeft (zie overzichtskaart vergravingssituatie Geofox-Lexmond en afbeelding 1 hieronder). Voor perceel 1217 (zone 1) was onvoldoende duidelijk of dit terrein verstoord was. Om dit te toetsen is door ArchAeO (ondergetekende) op zaterdag 5 september het plangebied bezocht. Met behulp van een minigraver is binnen zone 1 van het plangebied een viertal kuilen gegraven met als doel de bodemopbouw te bekijken en documenteren (afb. 2). De breedte van de kuilen bedroeg ca. 60 centimeter; de maximale diepte waarop de profielen zijn gezien bedroeg ca. 175 centimeter -Mv. Het oostelijk deel van zone 1 kon niet worden onderzocht vanwege de aanwezigheid van een gronddepot. Het grootste deel van zone 1 is in gebruik geweest ten behoeve van boomteelt en was deels bebouwd met enkele kassen die in 2007 zijn gesloopt. Vanwege de slechte waterdoorlatendheid is de bodem hier volgens de heer Schippers (destijds) tot diep in de C-horizont doorgegraven ten gunste van verbetering van de waterhuishouding. Zone 2 is in het oostelijk helft tot max. 4 meter Mv vergraven in verband met de aanleg van ondergrondse tanks. Deze zijn nog (deels) aanwezig. Dit gebied zal vanwege bodemvervuiling in zijn geheel worden gesaneerd. Hetzelfde geldt voor enkele locaties in de westelijke helft van deze zone. Verder betreft de westelijke helft een erf met een woonhuis met bijbehorende werkplaats. Het erf is in zijn geheel bestraat met tegels. Ook hier zijn nog tanks aanwezig. Navraag leerde dat ook deze grond is vervuild en daarom dient te worden gesaneerd. Zone 3 is bij eerdere saneringen vergraven tot max. 4 meter Mv. De vier aangelegde proefkuilen kennen de volgende bodemopbouw: Profielbeschrijvingen Profiel 1 (linker deel), proefkuil 1 (zie foto) 0 60 cm bovengrond, zwart (verstoord) cm C-horizont, licht geel met mangaanspikkels >110 cm C-horizont, licht geel gevlekt met leem Gezien tot een diepte van ca 110 cm -Mv Profiel 1 (rechter deel), proefkuil 1 Geen oorspronkelijk bodemprofiel (volledig verstoord) Gezien tot een diepte van 110 cm -Mv Profiel 2, proefkuil 2 Geen oorspronkelijk bodemprofiel (volledig verstoord) Gezien tot een diepte van 120 cm -Mv Pagina 17 van 21

18 Profiel 3, proefkuil cm bovengrond, zwart (zwaar verstoord) cm zwart/geel gevlekt met lemige brokken (verstoord) Gezien tot een diepte van 175 cm Mv Profiel 4, proefkuil cm bovengrond, zwart (zwaar verstoord) cm zwart/geel gevlekt met lemige brokken (verstoord) Gezien tot een diepte van 130 cm Mv De bodemopbouw in proefkuil 1 laat duidelijk de mate van verstoring zien die binnen deze heeft plaatsgevonden. Aan de linkerzijde van het dwarsprofiel is nog een deel van het oorspronkelijke bodemprofiel (AC-profiel) zien. De overgang van de bruine grond (Aap, bouwvoor verstoord) naar de gele grond (C-horizont, natuurlijke bodem) is het niveau waarop de eventueel aanwezige archeologische resten zich hadden kunnen bevinden. De rechterzijde van het profiel laat zien dat de bodem tot op grote diepte is omgezet. Deze verstoring mag op basis van de gedocumenteerde profielen als karakteristiek worden beschouwd voor heel zone 1. Samenvattend kan worden gesteld dat zone 1 van het plangebied in zijn geheel een grondig vergraven bodemopbouw heeft. De kans dat er zich nog relatief gave en goed geconserveerde archeologische resten in de bodem bevinden mag daarom als uiterst klein worden beschouwd. Selectieadvies Gezien de zware mate van verstoring van het gehele plangebied Schippershof, is ons inziens een nader archeologisch onderzoek binnen de grenzen van het plangebied niet zinvol. De gemeente Veldhoven wordt derhalve geadviseerd het plangebied voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor ontwikkeling. Drs. F.P. Kortlang, adviseur archeologie ArchAeO, Archeologische Advisering en Ondersteuning Rapelenburglaan AP Eindhoven tel / fax advies@archaeo.nl Pagina 18 van 21

19 afb. 1 Globale ligging van de verschillende zones aangegeven door middel van rode contouren. Pagina 19 van 21

20 afb. 2 Het graven van de proefkuilen met behulp van een minigraver. afb. 3 Dwarsprofiel van de bodem in proefkuil 1 Pagina 20 van 21

21 afb. 4 Dwarsprofiel van de bodem in proefkuil 4 Pagina 21 van 21