De toekomst van COPD zorg in de huisartspraktijk

Transcriptie

1 De toekomst van COPD zorg in de huisartspraktijk Prof. Jean Muris, huisarts Huisartspraktijk Geue, Huisartsopeiding Maastricht CAHAG kerngroep 1

2 Discosure beangen Jean Muris (potentiëe) beangenverstrengeing Voor bijeenkomst mogeijk reevante reaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksged Honorarium of andere (financiëe) vergoeding Aandeehouder Andere reatie, nameijk Zie hieronder NHG Standaardencommissie COPD ZonMW MUMC Maastricht CAHAG, NRS, NHG, IPCRG, 2

3

4 ketenzorg op maat

5 Hoog Beang & Vee Aanwezig: 1. Structuur Georganiseerde Eerste ijn Huisartsen treden op as coectief Gezaghebbend eersteijnsverband Eerste ijn is mutidiscipinair Acute zorg met regie bij HAP 2. Kinische samenwerking Kennisteams rond aandoening met diverse discipines Speciaisten kennen een angdurige samenwerking met de eerste ijn

6 Hoog Beang & Weinig Aanwezig: 1. Actief informatiemanagement 2. Eerste ijn is ondernemend! 3. Juiste financieringsvoorwaarden Integrae inkoopteams Faciiteert met tarieven sterke eerste ijn Waardeert poortwachtersfunctie 4. Samenwerking ziekenhuis Geïmpementeerde samenwerkingsafspraken Gedeede visie ziekenhuis-eerste ijn

7 Irreversibee uchtwegobstructie - = post FEV 1 /FVC-ratio < 5 e percentie (van voorsped) - FEV 1 /FVC-ratio < 0,7 vervat Ziekteast - bepaat ernst COPD - combinatie kachten en beperkingen, frequentie exacerbaties, FEV 1 en voedingstoestand Monitoring fase - geen gestandaardiseerde bronchusverwijding bij spirometrie - spirometrie verricht met behoud eigen uchtwegmedicatie Patiënt centraa LTA - meer aandacht voor wensen en behoeften en zefmanagement - Landeijke Transmurae Afspraak COPD uit 2009 is herzien 7

8 Achtergrond 8

9 Prevaentie 9

10 Diagnostiek 10

11 Heterogeniteit 11

12 Dyspnoe met de mmrc 12

13 Frequente exacerbaties ECLIPSE studie: 2138 patiënten met COPD Frequente exacerbaties 22% van GOLD stadium II 33% van GOLD stadium III Toename ernst en frequentie exacerbatie bij ernstiger COPD Redeijk stabie fenotype over de tijd 13

14 Ziekteast COPD: patient centraa Parameter Kachten/ beperkingen Exacerbaties Longfunctie Voedingstoestand Lichte ziekteast: afwezigheid ae criteria Matige ziekteast: aanwezigheid 1 criterium MRC > 3 of CCQ > 2 2 exacerbaties/jaar orae corticosteroïden of 1 ziekenhuisopname wegens COPD FEV 1 post-verwijding <50% van voorsped of <1,5 iter absouut/progressief ongfunctieveries vb FEV 1 > 150 m/jaar over 3 jaar Ongewenst gewichtsveries >5%/maand of >10%/6 maanden of verminderde voedingstoestand (BMI<21) 14

15 Ziekteastmeter 15 Annerika Sok, BMC pumonary Medicine, 2014

16 Spirometrie Geen obstructie: normae FEV 1 /FVC-ratio ( 5 e percentie van referentiepopuatie) na bronchusverwijding; dit suit COPD uit, maar suit astma niet uit Persisterende obstructie afwijkende FEV 1 /FVC-ratio na bronchusverwijding; dit is een aanwijzing voor COPD, maar suit astma niet uit Reversibiiteit FEV 1 -toename ten opzichte van de waarde vóór bronchusverwijding met 12% én 200 m); dit wijst op astma (ook bij een normae FEV 1 /FVCratio), maar suit COPD niet uit 16

17 Diagnose COPD > 40 jaar dyspneu en/of hoesten, a of niet met sijm opgeven, > 20 jaar roken of > 15 pakjaren én een afwijkende FEV 1 /FVC-ratio na gestandaardiseerde bronchusverwijding (z<-1,64) 17

18 Aansuitend bij de diagnose Ste de ziekteast vast Fenotype: frequente exacerbaties? Ste co-morbiditeit vast: vb OSAS 18

19 Behandeing 19

20 Kort- en angwerkende uchtwegverwijders Verminderen kachten / exacerbaties Keuze LABA of LAMA op basis doematigheid - voorkeur voor LAMA bij cardiae VG of FEV 1 < 50% van voorsped as reden voor LAMA vervat LABA: gaucoom; risico op urineretentie LAMA: papitaties/tachycardie 20

21 Inhaatiecorticosteroïden Frequente ernstige exacerbaties - 2 kuren prednisoon of antibioticum of ziekenhuisopname / jaar - bij afname exacerbaties/ziekenhuisopnamen wordt de behandeing voortgezet - staken: 1 jaar geen afname, 2 jaar stabie Verhoogd risico op een pneumonie 21

22 Stop inhaatiecorticosteroïden WISDOM studie patienten -ernstig COPD -frequente exacerbaties -12 maanden Effect -geijke kans op exa - versnede achteruitgang FEV1 22 Hego Magnussen, NEJM, okt 2014

23 Individuee zorgpan Patiënt staat centraa Legt onderdeen, van beang voor behandeing, vast Naam en bereikbaarheid centrae zorgverener (waarnemer) Namen overige zorgvereners Behandedoeen Exacerbatie actiepan Actuee medicatieoverzicht Reevante eefstijadviezen Monitoring gezondheidstoestand Afspraken over evauatie van het pan 23

24 Ondersteuning zefmanagement: is het nuttig? Patiënt staat centraa Iedereen doet aan zefmanagement Moeiijk om werkzaamheid aan te tonen door heterogeniteit in interventies Geen doe op zich, maar geïntegreerd in totae behandepan Niet voor iedereen extra ondersteuning zefmanagement nuttig bij een subgroep van patiënten 24 Annemarije Kruis, Lancet, nov 2013

25 Monitoring Frequentie controeconsut Frequentie spirometrie Instefase COPD Na verandering medicatie 1-2 keer Lichte ziekteast: Jaarijks Niet - geen kachten én - niet (meer) roken Lichte ziekteast: - we kachten of - roken Matige ziekteast 25 Ten minste jaarijks Ten minste tweemaa per jaar Eenmaa per drie jaar Jaarijks; Eenmaa per drie jaar - bij adequate omgang - en niet roken Ernstige ziekteast In de tweede ijn In de tweede ijn Beperkte evensverwachting Zorg op maat Niet aanbevoen Exacerbatie Extra na behandeing Niet extra

26 Concusie COPD anno 2015 Ste de diagnose - Met post FEV 1 /FVC-ratio < 5 e percentie (van voorsped) Bepaa de ziekteast - Wat is de ernst van het COPD? - Weke kachten en beperkingen, frequentie exacerbaties, FEV 1 en voedingstoestand Monitor - Hoe vaak? - Geen gestandaardiseerde bronchusverwijding bij spirometrie - Spirometrie met behoud eigen uchtwegmedicatie Paats de patiënt centraa, geef regie - Ste IZP vast en bepaa ondersteuning zefmanagement 26

27