Arbeidsdeelname en kinderopvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbeidsdeelname en kinderopvang"

Transcriptie

1 L. van Dijk en C. Remery Arbeidsdeelname en kinderopvang Een gecombineerde analyse voor vrouwen met jonge kinderen1 De keuze die vrouwen met jonge kinderen maken voor een bepaalde mate van arbeidsdeelname en de keuze voor kinderopvang worden veelal afzonderlijk bestudeerd. In dit artikel gaan wij er vanuit dat de genoemde keuzen aan elkaar gerelateerd zijn. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van 354 gehuwde dan wel samenwonende moeders met jonge kinderen. De resultaten laten zien dat met name moeders die een grote baan combineren met het gebruik van betaalde kinderopvang afwijken van niet-werkende moeders. Zij hebben minder kinderen, een hoger potentieel uurloon en modernere ideeën over de zorg voor kinderen. Zij beschikken daarnaast over meer mogelijkheden voor betaalde en over minder mogelijkheden voor onbetaalde opvang. Op basis van de resultaten worden mogelijke implicaties voor het emancipatiebeleid van de overheid besproken. Zowel het verruimen van mogelijkheden tot deeltijdwerk voor mannen als uitbreiding van het aantal kinderopvangvoorzieningen kunnen aan de verwezenlijking van dit beleid bijdragen. Inleiding De overheid voert al geruime tijd een emancipatiebeleid. Een van de doelstellingen van dit beleid is bevordering van de arbeidsdeelname van vrouwen2. De overheid probeert deze doelstelling op verschillende manieren te realiseren. Zo is vanaf midden jaren tachtig, mede dankzij de Stimuleringsmaatregel Kinderopvang, het aantal kinderopvangvoorzieningen sterk uitgebreid. Gezien de stijging van de arbeidsparticipatie van vrouwen lijkt het emancipatiebeleid redelijk succesvol. Met name het aantal werkende vrouwen met jonge kinderen is de afgelopen jaren sterk gegroeid (cbs/ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 1995). Tegelijkertijd bleken mannen niet meer zorgtaken op zich te nemen. Dit laatste werd gezien als een belemmering voor de voortgang van het emancipatiebeleid. Daarom is vanaf 1992 de nadruk in het emancipatiebeleid meer op de herverdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen komen te liggen. Huishoudens met werkende moeders kunnen op verschillende manieren voorzien in opvang voor hun kinderen. Onderzoek (Van Dijk, 1994; CBS/ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 1995) laat zien dat moeders met een omvangrijke baan vaker gebruikmaken van een kinderdagverblijf of betaalde oppas dan moeders met een kleine baan. Deze laatste groep maakt vaker gebruik van een onbetaalde oppas of zorg door de partner. Dit suggereert dat de keuze van moeders voor een bepaalde mate van arbeidsdeelname en die voor een bepaald type kinderopvang aan elkaar gerelateerd zijn. In Nederlands onderzoek worden deze keuzen echter veelal afzonderlijk geanalyseerd. In dit artikel analyseren wij de keuze voor mate van arbeidsdeelname en de keuze voor een bepaald type kinderopvang door moeders met ten minste één kind jonger dan vier jaar gelijktijdig. Wij baseren ons op een Ameri- * Liset van Dijk is universitair docent aan de Landbouwuniversiteit Wageningen en postdoctoraal onderzoeker bij de vakgroep Sociologie van de Universiteit Utrecht (gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoekt Chantal Remery is assistent-in-opleiding bij de vakgroep Bestuurskunde, Afdeling Emancipatieonderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam. 132 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2

2 kaans onderzoek van Fox Folk en Beller (1993). Uit eerder onderzoek blijkt dat de arbeidsdeelname van vrouwen met jonge kinderen en de keuze voor kinderopvang onder meer samenhangen met financieel-economische factoren (zoals het uurloon van de moeder), het aantal kinderen in het huishouden en de leeftijd van die kinderen, de alternatieven die er zijn voor de zorg van de moeder en de normen die ouders hebben ten aanzien van de zorg voor de kinderen (zie voor een uitgebreid overzicht: Van Dijk, 1994). De centrale vraag is dan ook in hoeverre de keuze voor een bepaalde combinatie van arbeidsdeelname en type kinderopvang van moeders met jonge kinderen door de hiervoor genoemde factoren wordt beïnvloed3. Het onderzoek van Fox Folk en Beller: een Nederlandse replicatie Onze analyse is gebaseerd op een Amerikaans onderzoek van Fox Folk en Beller (1993). Zij stellen dat beslissingen omtrent arbeidsparticipatie en kinderopvang aan elkaar gerelateerd zijn. Indien moeders werken, is kinderopvang nodig en het aantal uren dat moeders werken, is afhankelijk van de beschikbaarheid en kosten van kinderopvang. Fox Folk en Beller onderscheiden vijf arrangementen, te weten: 1) geen betaald werk, 2) deeltijdbaan en gebruik van onbetaalde kinderopvang, 3) deeltijdbaan en gebruik van betaalde kinderopvang, 4) voltijdbaan en gebruik van onbetaalde kinderopvang en 5) voltijdbaan en gebruik van betaalde kinderopvang. Zij veronderstellen op basis van eerder onderzoek dat financieel-economische factoren, zoals het verdiende loon, alsmede het aantal kinderen en het aanbod van kinderopvang van invloed zijn op de keuze voor één van de genoemde arrangementen. Ook bestuderen zij het effect van een aantal variabelen die normen van de moeder weerspiegelen, zoals haar burgerlijke staat, etniciteit en geloof. De data die Fox Folk en Beller gebruiken, zijn afkomstig uit de National Survey of Families and Households (nsfh). De nsfh is een representatieve steekproef van huishoudens in de Verenigde Staten. De gegevens zijn verzameld door middel van interviews, gehouden in 1987 en De analyses hebben betrekking op een deel van de nsfh en wel dat deel bestaande uit alle vrouwelijke respondenten met ten minste één kind jonger dan vijf jaar (n=976). Alleen vrouwen die zelfstandig een huishouden voeren, alleen dan wel samen met een partner, zijn in de analyses meegenomen. Vrouwen die bijvoorbeeld inwonen bij hun ouders zijn uitgesloten van analyse. Uit de analyses van Fox Folk en Beller blijkt onder andere dat naarmate de vrouw een hoger potentieel uurloon heeft, de kans groter is dat zij een betaalde baan heeft. Het effect is hierbij sterker voor een voltijdbaan dan voor een deeltijdbaan. Vrouwen in het zuiden van de Verenigde Staten hebben vaker een voltijdbaan dan vrouwen in andere delen van het land en maken bovendien vaker gebruik van betaalde dan van onbetaalde kinderopvang. Vrouwen die buiten de grote stedelijke gebieden, zoals New York and Los Angeles wonen, hebben vaker een baan dan vrouwen in de stedelijke gebieden. De resultaten van Fox Folk en Beller laten ook zien dat vrouwen die kiezen voor de combinatie deeltijdwerk en onbetaalde kinderopvang een duidelijk afwijkende groep vormen. Deze vrouwen zijn vaker getrouwd, katholiek, blank en hun jongste kind is veelal ouder dan één jaar. Ook hebben deze vrouwen vaker een baan in de dienstensector. In dit artikel repliceren wij bovenstaand onderzoek voor Nederland. De opzet is hierbij op enige punten aangepast. De eerste aanpassing betreft de arrangementen; waar Fox Folk en Beller een onderscheid maken tussen voltijd- (35 uur of meer per week) en deeltijdbanen, onderscheiden wij grote en kleine banen. Een grote baan is gedefinieerd als een baan van 24 uur per week of meer. De reden voor deze indeling is dat in Nederland moeders met jonge kinderen zelden een voltijdbaan hebben. In 1994 werkte slechts zes procent van de moeders met een kind jonger dan zes jaar 35 uur per week of meer (cbs/ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 1995). Om pragmatische redenen is 24 uur als grens voor een grote baan gekozen, waarbij wij beseffen dat deze keuze enigszins arbitrair is. Wij onderscheiden de volgende vijf arrangementen: 1 geen betaald werk en geen kinderopvang; 2 kleine baan met onbetaalde kinderopvang; 3 kleine baan met betaalde kinderopvang; 4 grote baan met onbetaalde kinderopvang; 5 grote baan met betaalde kinderopvang. De indeling van betaalde en onbetaalde kin Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2 133

3 deropvang is dezelfde als die van Fox Folk en Beller. Tot betaalde kinderopvang horen het kinderdagverblijf, de bedrijfscrèche, gastouders en de betaalde oppas. De onbetaalde kinderopvang bestaat uit op vang door familie, vrienden en zorg door de vader. Bij de zorg voor de vader willen wij nog een opmerking maken. Wanneer de vader minder uren betaald gaat werken om voor de kinderen te zorgen, levert het huishouden inkomen in. Zorg door de vader kan in die zin worden ingedeeld bij betaalde opvang voor het huishouden. Vaders kunnen naast betaald werk echter ook vrije (onbetaalde) tijd inleveren om voor de kinderen te zorgen. Bovendien lijkt de zorg door de vader meer op opvang door familie en vrienden. Derhalve is besloten deze zorg in te delen bij onbetaalde opvang4 Ten slotte nemen wij deels andere factoren op die naar verwachting de keuze voor een bepaald arrangement beïnvloeden. Het belangrijkste verschil is dat Fox Folk en Beller indicatoren voor normen omtrent de zorg voor de kinderen in hun analyse opnemen (zoals burgerlijke staat), terwijl wij de meningen van de ouders opnemen. Hypothesen Uurloon Uit eerder onderzoek blijkt dat het inkomen dat de moeder kan verdienen met een uur betaald werk, ook wel haar potentieel uurloon genoemd, effect heeft op haar arbeidsdeelname. Naarmate de moeder meer kan verdienen met een uur betaald werk, is de kans groter dat zij een betaalde baan heeft. Ook besteden moeders met een hoger potentieel uurloon meer tijd aan betaald werk dan moeders met een lager potentieel uurloon (Ermisch, 1989; Henkens e.a. 1993; Van Dijk &. Siegers, 1995). Onderzoek naar het effect van de loonvoet van de moeder op het type kinderopvang dat gebruikt wordt, laat wisselende resultaten zien. Naarmate de moeder meer kan verdienen, is de kans dat zij betaalde opvang gebruikt groter (Blau & Robins, 1991; Lehrer, 1983). Er zijn echter ook onderzoeken, waarin dit effect niet gevonden is (Leibowitz e.a., 1992; Groot &. Maassen van den Brink, 1992). Resumerend leidt een hoog uurloon ertoe dat de moeder meer uren betaald werkt. Ook lijkt de kans te stijgen dat kinderopvang en dan met name betaalde kinderopvang, gebruikt wordt. Wij verwachten daarom dat de kans dat het arrangement 'geen betaald werk' gekozen wordt, kleiner wordt naarmate de moeder meer per uur kan verdienen. De kans dat één van de andere arrangementen gekozen wordt, neemt dan juist toe waarbij het effect het sterkst zal zijn voor het arrangement 'grote baan - betaalde kinderopvang'. Kinderen Wanneer er kinderen in een huishouden zijn, is de kans groter dat er een traditionele rolverdeling tussen man en vrouw bestaat (Van der Lippe, 1993). Vrouwen worden nog steeds beschouwd als de belangrijkste verzorgers van kinderen. Op zijn minst is het nog steeds zo dat sociale normen het meer goedkeuren dat de moeder haar baan opgeeft om voor de kinderen te zorgen dan wanneer de vader dat doet. Uit eerder onderzoek blijkt dat naarmate er meer kinderen in het huishouden zijn, de kans dat de moeder werkt kleiner is (Blau &. Robins 1988, Leibowitz e.a. 1988). Ook kan gesteld worden dat het financieel aantrekkelijker is voor het huishouden om onbetaalde opvang te gebruiken als er meer kinderen in het huishouden zijn. Hoewel de kosten van betaalde opvang voor tweede en volgende kinderen meestal lager zijn dan voor het eerste kind, stijgen de absolute kosten van betaalde kinderopvang. Dit betekent dat onbetaalde opvang een aantrekkelijker alternatief wordt. Uit eerder onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat huishoudens met meer kinderen vaker gebruik maken van een betaalde of onbetaalde oppas aan huis (Lehrer, 1983; Lehrer & Kawasaki, 1985; Ribar 1992) en minder van kinderdagverblijven (Hofferth & Wissoker, 1992). Uit het bovenstaande kunnen wij afleiden dat de kans dat het arrangement 'geen betaald werk' gekozen wordt, toeneemt als er meer kinderen zijn. Met name voor de combinatie 'grote baan - betaalde kinderopvang' is de verwachting dat die minder snel gekozen wordt als er meer kinderen zijn. Alternatieven voor de zorg door de moeder Er zijn drie alternatieven voor de zorg door de moeder: zorg door de vader, betaalde kinderopvang en onbetaalde kinderopvang anders dan door de vader. 134 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2

4 Wat betreft de vader kan opgemerkt worden dat hij, net als iedereen, een beperkt tijdsbudget heeft. Hij moet zijn tijd verdelen over verschillende activiteiten. De vader heeft dan ook meer tijd om de zorg van de moeder te vervangen als hij minder tijd besteedt aan betaald werk. Eerder is vermeld dat zorg door de vader bij onbetaalde opvang is ingedeeld. Dit betekent dat er meer mogelijkheden zijn voor het gebruik van onbetaalde opvang als de vader minder uren werkt. Uit het voorgaande kunnen wij de hypothese afleiden dat in huishoudens waar de vader veel uren besteedt aan betaald werk de kans groter is dat de moeder niet werkt dan dat één van de vier andere arrangementen gekozen wordt. Als de vader minder uren besteedt aan betaald werk neemt de kans toe dat de moeder een grote baan heeft. Omdat de vader dan haar zorg voor een deel kan overnemen, wordt deze grote baan gecombineerd met onbetaalde kinderopvang. Naast de vader zijn er andere mogelijkheden voor kinderopvang: betaalde dan wel onbetaalde opvang. Uit eerder onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van betaalde kinderopvang een positief effect heeft op de arbeidsdeelname van vrouwen (Van Dijk & Siegers, 1995; Leibowitz e.a. 1988). Voor de aanwezigheid van onbetaalde opvang wordt een dergelijk effect op arbeidsdeelname niet altijd gevonden (Groot & Maassen van den Brink, 1992). Wel blijkt dat naarmate het aanbod van een bepaald type opvang groter is, de kans toeneemt dat dit type opvang gebruikt wordt (Van Dijk, 1994; Hofferth & Wissoker, 1992; Leibowitz e.a., 1988). Ten aanzien van de combinatie van arbeidsdeelname en kinderopvang verwachten wij dat het aanbod van onbetaalde kinderopvang met name de kans op de combinaties met een kleine baan positief beïnvloedt. Het aanbod van betaalde kinderopvang zal met name een positief effect hebben op de keuze voor dit soort opvang in combinatie met een grote baan. Normen ouders Normatieve overwegingen met betrekking tot werkende moeders en het gebruik van kinderopvang voor kleine kinderen spelen ook een rol bij de keuze voor betaalde arbeid en de keuze voor kinderopvang. Een moeder met moderne ideeën over de combinatie gezinsleven-beroepscarrière zal eerder een betaalde baan hebben dan een moeder met traditionele ideeen hierover (Van der Lippe &. Siegers, 1990). Daarnaast zullen ook de normen van de vader effect hebben. Wanneer hij van mening is dat vrouwen met kinderen niet zouden moeten werken, zal hij zijn eigen vrouw niet stimuleren om een betaalde baan te nemen. Wat betreft het type kinderopvang dat gekozen wordt, kunnen wij veronderstellen dat werkende ouders met traditionelere normen sneller geneigd zullen zijn onbetaalde oppas door vrienden en familie of zorg door de vader te kiezen. Deze vorm van opvang lijkt namelijk meer op de verzorging van de moeder dan opvang in een Uurloon moeder Aantal kinderen Uren betaald werk vader Aanbod betaalde kinderopvang Aanbod onbetaalde kinderopvang Normen moeder, vader Arrangement: 1. geen baan moeder 2. kleine baan moeder/ opvang onbetaald 3. kleine baan moeder/ opvang betaald 4. grote baan moeder/ opvang onbetaald 5. grote baan moeder/ opvang betaald Figuur 1 Overzicht van factoren die effect hebben op de keuze voor een bepaalde combinatie van betaald werk en kinderopvang Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2 135

5 kinderdagverblijf. Voor de combinatie arbeidsaanbod - kinderopvang kunnen wij veronderstellen dat naarmate de normen van de ouders moderner zijn, de kans toeneemt dat zij kiezen voor een grote baan met betaalde kinderopvang. De kans dat moderne ouders kiezen voor het arrangement 'geen betaald werk' is kleiner dan de kans dat zij voor één van de andere opties kiezen. Tot slot zijn alle factoren die naar verwachting de keuze voor een bepaald arrangement beïnvloeden, weergegeven in Figuur 1. Data Steekproef De data zijn afkomstig van een survey dat in het voorjaar van 1993 is gehouden in de provincie Utrecht (Van Dijk, 1995). Alleen huishoudens met ten minste één kind jonger dan vier jaar zijn in dit survey betrokken. Een aselecte steekproef van kinderen jonger dan vier jaar werd getrokken uit de bevolkingsregisters van zeven gemeenten inclusief de stad Utrecht. De eerste fase van het onderzoek bestond uit een schriftelijke enquête. Hieraan namen 991 van de 1949 benaderde huishoudens deel. Bijna de helft van de 991 respondenten gaf toestemming voor de tweede fase van het onderzoek die bestond uit een interview met de moeder en het invullen van een aanvullende vragenlijst door de vader. Uiteindelijk hebben 450 moeders meegewerkt aan een interview. De vragenlijst is teruggestuurd door 423 vaders. Achttien huishoudens werden van de analyses uitgesloten omdat zij te veel missende waarden hadden. Tot slot zijn, in navolging van Fox Folk en Beller, 51 huishoudens van de analyse uitgesloten omdat zij betaalde en onbetaalde opvang in ongeveer dezelfde mate gebruikten. Hierdoor komen wij op een totaal van 354 respondenten voor de analyses. De steekproef is niet representatief voor Nederland: oudere en hoger opgeleide ouders zijn oververtegenwoordigd5. Metingen Arbeid- en kinderopvangarrangementen: Alle moeders is gevraagd hoeveel uur per week zij daadwerkelijk aan betaald werk besteden (inclusief overwerk, exclusief reistijd). De moeders zijn ingedeeld in drie groepen: niet-werkende moeders, moeders met een kleine baan van minder dan 24 uur per week en moeders met een grote baan van 24 uur of meer per week. De kinderopvangarrangementen zijn eveneens in drie categorieën verdeeld: betaalde kinderopvang, onbetaalde kinderopvang (inclusief zorg door de vader) en geen kinderopvang. Wanneer tijdens de werkuren van de moeder een bepaalde vorm voor tweederde of meer van de tijd gebruikt werd, is die vorm gekozen als de hoofdvorm. Wanneer geen van beide soorten kinderopvang dit aandeel haalde, is het huishouden van de analyses uitgesloten. Wij nemen aan dat in huishoudens waar de moeder niet betaald werkt, geen kinderopvang gebruikt wordt. Zoals eerder aan de orde kwam, onderscheiden wij vijf combinaties van betaald werk en kinderopvang. In onze steekproef hebben 144 moeders (41%) geen betaald werk. In 96 huishoudens (27%) combineert de moeder een kleine baan met onbetaalde kinderopvang, terwijl in 43 huishoudens (12%) een kleine baan gecombineerd wordt met betaalde opvang. Het arrangement 'grote baan - onbetaalde opvang' komt voor in 21 huishoudens (6%) en het arrangement 'grote baan - betaalde opvang' in 50 huishoudens (14%). Uurloon moeder: Een aantal vrouwen in de steekproef heeft geen betaalde baan en derhalve is hun uurloon niet bekend. Daarom hebben wij voor alle moeders in de steekproef een potentieel uurloon geschat op basis van de opleiding en leeftijd van de moeder. Hiervoor is een standaardprocedure uit de economie gebruikt (zie voor een beschrijving Van Dijk, 1994). Aantal kinderen: Wij maken een onderscheid tussen het aantal kinderen jonger dan vier jaar en het aantal kinderen van vier jaar en ouder. Wij zijn weliswaar vooral geïnteresseerd in niet-schoolgaande kinderen, maar de aanwezigheid van oudere kinderen kan natuurlijk ook effect hebben op de keuze met betrekking tot arbeidsdeelname en kinderopvang. Daarom is het aantal oudere kinderen opgenomen als controle-variabele. Aantal uren betaald werk vader: Dit is het aantal uren dat de vader besteedt aan betaald werk per week inclusief overwerk en exclusief reistijd. Aanbod van kinderopvang: Het aanbod van betaalde kinderopvang is gemeten als het aan 136 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2

6 tal plaatsen dat beschikbaar is in gesubsidieerde kinderdagverblijven per 100 kinderen jonger dan vier jaar in de gemeente waar het huishouden woont. Deze variabele noemen wij de crèchedichtheid. De reden om te kiezen voor de woonplaats is dat kinderen meestal gebruikmaken van gesubsidieerde opvang die daar aanwezig is. Over het aanbod van kinderopvang in bedrijfscrèches en betaalde oppas konden de gemeenten geen informatie verschaffen. Het aanbod van onbetaalde kinderopvang is geoperationaliseerd als het aantal netwerkleden dat bereid is op structurele basis (minimaal één dag per week) op de kinderen te passen. Omdat het aanbod van peuterspeelzalen weinig varieert tussen gemeenten, is besloten dit uit de analyses te laten. Normen moeder, vader: Beide ouders is gevraagd hun mening te geven over vier uitspraken over het gebruik van kinderopvang voor jonge kinderen. Een voorbeeld van een uitspraak is 'Ouders die de verzorging van hun kinderen deels aan anderen overlaten, denken te veel aan zichzelf en te weinig aan anderen'. De antwoorden varieerden van 'sterk mee eens' (1) tot 'sterk mee oneens' (5). Met behulp van de antwoorden op de vier uitspraken is een schaal geconstrueerd die meet in hoeverre normen ten aanzien van kinderopvang traditioneel dan wel modern zijn. De interne consistentie van de schaal is getest met behulp van Cronbach's Q. Voor de schaal van de moeders was Cronbach's a 0,75, voor de schaal van de vaders 0,786. Analyse De data zijn geanalyseerd met behulp van een multinomiale logistische regressie. In een 'gewone' logistische regressie is de afhankelijke variabele binomiaal. Een voorbeeld is het wel of niet hebben van een betaalde baan. In ons geval heeft de afhankelijke variabele echter vijf categorieën. Daarom is multinomiale logistische regressie toegepast. In een dergelijke analyse wordt één categorie van de afhankelijke variabele als referentiecategorie gekozen. Voor onze analyses is dat het arrangement 'geen betaald werk'. Vervolgens wordt voor alle mogelijke dichotomieën, zoals 'geen betaald werk' versus 'grote baan met onbetaalde kinderopvang', Legenda Moeder Q Vader Figuur 2.a Gemiddeld aantal uren werk per week Naar omvang baan moeder Geen baan Kleine baan Grote baan Omvang baan moeder Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr2 137

7 simultaan de kans geschat om in een bepaalde categorie terecht te komen. Resultaten Betaald werk en kinderopvang: een beschrijving7 Figuur 2.a geeft een beeld van het aantal uren dat de vaders en moeders van kleine kinderen besteden aan betaald werk. Het traditionele model van arbeidsverdeling, dat wil zeggen een huishouden, waarin de man een volledige werkweek heeft en de vrouw geen betaalde baan heeft, komt het meest voor in de steekproef: in 144 van de 354 huishoudens. De mannen in deze huishoudens werken gemiddeld 44 uur per week. Dit is significant meer dan alle andere vaders. Op 139 huishoudens (39%) is het model van de anderhalfverdiener van toepassing. De vrouwen in deze huishoudens werken minder dan 24 uur, de mannen werken full-time. De gemiddelde werkweek van de vrouwen in deze groep telt 15 werkuren, die van hun partners 40 uur. In de overige 71 huishoudens werkt de vrouw minimaal 24 uur. Het betaalde werk is binnen deze huishoudens gelijkwaardiger verdeeld dan in de andere huishoudens: de vrouwen werken gemiddeld 29 uur per week, de mannen 38 uur. Zowel het aantal uren van de vrouwen als dat van de mannen verschilt significant met dat van de vrouwen en mannen in de andere huishoudens. Wij kunnen deze huishoudens karakteriseren als geëmancipeerd. Zoals in de vorige paragraaf al aangegeven, is de steekproef niet representatief voor Nederland. Omdat hoger opgeleiden oververtegenwoordigd zijn, is de arbeidsverdeling tussen vaders en moeders van kleine kinderen in werkelijkheid waarschijnlijk schever dan hier wordt gepresenteerd. Van de huishoudens, waarin de moeder werkt, gebruiken er 117 onbetaalde en 93 betaalde kinderopvang. De moeders die onbetaalde kinderopvang gebruiken, werken gemiddeld significant minder uren dan de moeders die betaalde kinderopvang gebruiken: 16 versus 24 uur per 50 Legenda Q Moeder H Vader Geen opvang Onbetaalde opvang Type kinderopvang Betaalde opvang Figuur 2.b Gemiddeld aantal uren werk per week Naar type kinderopvang 138 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2

8 week. Ook de vaders in huishoudens die onbetaalde kinderopvang gebruiken, werken significant minder dan de vaders in huishoudens met betaalde kinderopvang als hoofdvorm: 37 versus 41 uur per week. In Figuur 2.b is het gemiddeld aantal uren betaald werk per week van vaders en moeders weergegeven naar type kinderopvang. Combinatie van de gegevens over arbeidsaanbod en het type kinderopvang geeft het volgende beeld (Figuur 2.c). De categorieën 'geen betaalde baan' en 'kleine baan met onbetaalde opvang' zijn in onze steekproef het sterkst vertegenwoordigd. In totaal valt 68 procent van de huishoudens in deze categorieën. De combinatie 'grote baan met onbetaalde kinderopvang' komt het minste voor. Wanneer wij per arrangement kijken naar het gemiddeld aantal uren dat vaders en moeders werken, zien wij een aantal opvallende verschillen. Moeders die een kleine baan met onbetaalde opvang combineren, werken gemiddeld 13,5 uur per week, terwijl zij die een kleine baan met betaalde opvang combineren 18,5 uur per week werken; een significant verschil. Binnen de groep moeders met een grote baan is geen verschil. Zowel de moeders die betaalde opvang gebruiken als degenen die onbetaalde opvang gebruiken, werken gemiddeld 29 uur per week. Van de mannen die een vrouw hebben met een kleine baan werkt de groep die onbetaalde kinderopvang gebruikt gemiddeld significant minder dan de groep die gebruikmaakt van betaalde kinderopvang: 42 versus 38 uur. Een nog groter verschil zien wij bij de groep mannen wiens vrouw een grote baan heeft. In combinatie met onbetaalde kinderopvang werken deze vaders gemiddeld 33,5 uur, terwijl de gemiddelde werkweek van de vaders in huishoudens die betaalde kinderopvang gebruiken 40 uur is. Dit wijst erop dat in de eerstgenoemde Legenda P I Moeder H l Vader Figuur 2.c Gemiddeld aantal uren werk per week Naar omvang baan en type kinderopvang Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2 139

9 groep de vader een belangrijke bijdrage levert aan de verzorging van de kinderen. Zij vormen met zes procent de kleinste groep. Betaald werk en kinderopvang: een verklaring Tabel 1 laat de resultaten zien van de multinomiale logistische regressie. Uit de tabel komt naar voren dat met name moeders die een grote baan combineren met betaalde opvang afwijken van de moeders die geen betaalde baan hebben. De verschillen die we vinden tussen deze twee groepen moeders zijn volgens verwachting. Zo hebben moeders die een grote baan combineren met betaalde opvang een hoger potentieel uurloon en minder kinderen. Ook beschikken zij over minder netwerkleden die op de kinderen willen passen. Daarentegen hebben zij meer mogelijkheden om hun kinderen in de betaalde kinderopvang onder te bren gen; zij wonen in gemeenten waar meer gesubsidieerde kinderopvang is. Moeders die een grote baan combineren met betaalde kinderopvang hebben modernere ideeën als het gaat om de zorg voor kinderen dan niet-werkende moeders. Ditzelfde geldt voor de ideeën die hun partners hebben. Er doet zich hier een opvallend verschil voor met de resultaten van het onderzoek van Fox Folk en Beller (1993). Hun resultaten wijzen erop dat in de Verenigde Staten met name moeders die een part-time baan combineren met onbetaalde kinderopvang afwijken van nietwerkende moeders. In onze steekproef zijn het de moeders die een grote baan combineren met betaalde kinderopvang die afwijken van niet-werkende moeders. Een verklaring voor het verschil tussen de twee landen kan liggen in het feit dat de arbeidsmarkt en de markt Tabel 1 Resultaten van de multinomiale logistische regressie analyse ter verklaring van arbeid-kinderopvangarrangementen van moeders met jonge kinderen (N =354)a Variabele k b / o n Coëfficiënten (t-waarden) k b / b t g b / o n g b / b t V S c v / V S G W V S G W V S G W Potentieel uurloon 0,00 0,15 0,19 0,30** (0,08) (1,90) (1,79) (3,41) Aantal kinderen 0-3 jaar -0,14 0,21-1,09-1,22* (-0,45) (0,49) (-1,56) (-2,50) Aantal kinderen 4 jaar en -0,32-0,92** -0,66-1,13** ouder (-1,69) (-2,77) (-1,70) (-3,62) Aantal uren betaald werk -0,07** 0,01-0,10** -0,01 echtgenoot (-3,68) (0,57) (-3,62) (-0,63) Crèchedichtheid -0,01 0,00-0,01 0,06* (-0,26) (0,16) (-0,33) (1,99) Aantal netwerkleden bereid -0,01-0,01-0,01-0,35* tot oppassen (-1,12) (-0,71) (-0,43) (-2,27) Moderne normen vrouw 0,40* 0,71* 0,61 0,69* (2,38) (2,50) (1,63) (-2,48) Moderne normen man 0,22 1,25** 0,89** 1,02** (1,29) (4,42) (2,41) (3,63) Constante 0,60-12,59** -6,45* -12,28** (0,40) (-4,73) (-1,99) (-4,59) Log likelihood -396,75 a ** = p < 0,01; * = p < 0,05 b cw = geen betaalde baan (N=144), referentiecategorie kb/ on = kleine baan, onbetaalde kinderopvang (N=96) kb/bt = kleine baan, betaalde kinderopvang (N=43) gb/on = grote baan, onbetaalde kinderopvang (N=21) gb/ bt = grote baan, betaalde kinderopvang (N=50) 140 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2

10 voor kinderopvang in de Verenigde Staten duidelijk verschillen van die in Nederland. Zo is het in de Verenigde Staten veel minder gebruikelijk dat vrouwen in deeltijd werken; werkgevers bieden vaak alleen voltijdbanen aan. Bovendien zijn de lonen in de Verenigde Staten, in tegenstelling tot Nederland, veelal niet toereikend om een huishouden te kunnen onderhouden. Ook is er in de Verenigde Staten nauwelijks gesubsidieerde kinderopvang; betaalde kinderopvang bestaat daar uit private kinderdagverblijven en betaalde oppas. Uit Tabel 1 blijkt dat de drie andere groepen werkende moeders (zij die een kleine baan combineren met onbetaalde of betaalde kinderopvang en zij die een grote baan combineren met onbetaalde kinderopvang] minder sterk afwijken van de groep moeders die niet betaald werken. Er is bijvoorbeeld geen verschil wat betreft het aanbod van zowel betaalde als onbetaalde kinderopvang. Toch vinden wij ook hier een aantal verschillen. Moeders die werken hebben bijvoorbeeld minder kinderen van vier jaar en ouder dan niet-werkende moeders. Er is geen verschil tussen moeders die een kleine baan combineren met onbetaalde kinderopvang en de niet-werkenden als het gaat om het potentieel uurloon; alle andere categorieën werkende moeders hebben een hoger potentieel uurloon. Het patroon van de normen van de moeder is volgens verwachting: naarmate een vrouw modernere normen heeft, is de kans groter dat zij werkt. Wat betreft de normen van de vader kan geconstateerd worden dat naarmate deze moderner zijn, de vrouw vaker een grote baan heeft, in combinatie met betaalde dan wel onbetaalde opvang. Hetzelfde geldt voor de combinatie 'kleine baan - betaalde opvang'. De normen van de vader in huishoudens waar de moeder een kleine baan combineert met onbetaalde kinderopvang wijken niet af van die van vaders in huishoudens met nietwerkende moeders. Het lijkt erop dat vrouwen die werken maar wier man daar niet positief tegenover staat, kiezen voor de combinatie 'kleine baan - onbetaalde kinderopvang'. Het laatste verschil dat wij vinden, betreft het aantal uren dat de vader betaald werkt. In huishoudens waar de moeder een kleine dan wel een grote baan combineert met onbetaalde opvang, besteedt de vader minder tijd aan betaald werk. Dit is volgens verwachting. Vaders die minder uren betaald werken, hebben meer tijd om aan de zorg voor hun kinderen te besteden. Daarom neemt de kans toe dat een huishouden onbetaalde kinderopvang gebruikt; de zorg door de vader hoort immers bij de onbetaalde op vang. Samenvatting en discussie In dit artikel hebben wij een gecombineerde analyse gepresenteerd voor de keuze voor arbeidsdeelname door moeders met jonge kinderen en de keuze voor een bepaald type kinderopvang. De keuze voor een bepaalde combinatie van betaald werk en kinderopvang is bestudeerd voor 354 twee-oudergezinnen met ten minste één kind jonger dan vier jaar. Hierbij hebben wij vijf arrangementen onderscheiden: 1) geen betaald werk, 2) kleine baan (minder 24 uur per week) en gebruik van onbetaalde kinderopvang, 3) kleine baan en gebruik van betaalde kinderopvang, 4) grote baan (24 uur per week of meer) en gebruik van onbetaalde kinderopvang en 5) grote baan en gebruik van betaalde kinderopvang. Het eerste arrangement is in de analyses steeds de referentiecategorie geweest. De resultaten laten zien dat met name moeders die een grote baan combineren met betaalde kinderopvang afwijken van de niet-werkende moeders. De moeders die het arrangement 'grote baan - betaalde kinderopvang' kiezen, hebben minder kinderen, een hoger potentieel uurloon en modernere normen. Daarnaast kunnen zij minder over onbetaalde en meer over betaalde kinderopvang beschikken dan niet-werkende moeders. Hoewel ook de moeders met één van de andere arrangementen op bepaalde punten afwijken van de moeders die geen betaald werk hebben, zijn deze verschillen minder sterk. Zoals in de inleiding is aangegeven voert de overheid al geruime tijd een emancipatiebeleid. Aanvankelijk lag hierbij de nadruk op bevordering van de arbeidsparticipatie en van economische zelfstandigheid van vrouwen. De afgelopen jaren is de aandacht verschoven naar herverdeling van (zorg)taken tussen mannen en vrouwen. Hoewel de hier gepresenteerde analyse slechts een één-moment opname is, kunnen op basis van de resultaten toch enige opmerkingen ten aanzien van het emancipa Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2 141

11 tiebeleid gemaakt worden. De resultaten suggereren bijvoorbeeld dat het aanbieden van meer kinderopvang zou kunnen leiden tot een toename van het aantal vrouwen dat een grote baan combineert met betaalde opvang. Uitbreiding van het aantal voorzieningen voor kinderopvang leidt waarschijnlijk niet tot een toename van het aantal vrouwen met een kleine baan of een toename van vrouwen die een grote baan combineren met onbetaalde opvang (inclusief zorg door de vader). Wanneer het belangrijkste doel van de overheid is om vrouwen economisch op eigen benen te laten staan, dan lijkt uitbreiding van het aantal kinderdagverblijven een geschikte maatregel. Dit leidt er echter niet toe dat vaders een groter deel van de zorg op zich nemen. In het huidige emancipatiebeleid staat juist een herverdeling van zorgtaken centraal. Om deze te bereiken lijken andere maatregelen nodig. Een voorbeeld is uitbreiding van de mogelijkheden voor mannen om in deeltijd te werken. In onze steekproef vinden wij dat naarmate de vader minder uren betaald werkt, de kans toeneemt dat de moeder een kleine dan wel grote baan combineert met onbetaalde opvang. Deze onbetaalde opvang zal (ten dele) in handen zijn van de vader. Uitbreiding van de mogelijkheden voor mannen om in deeltijd te werken, zou eveneens bij kunnen dragen tot realisering van de doelstelling om de arbeidsparticipatie van vrouwen te vergroten en de doelstelling van economische zelfstandigheid van vrouwen. Immers, in onze steekproef neemt de kans dat de moeder een grote baan heeft, in combinatie met onbetaalde opvang, toe als haar echtgenoot minder uren werkt. Het tweede voorbeeld betreft verhoging van het uurloon van vrouwen. De kans dat vrouwen een grote baan hebben, neemt toe naarmate zij meer kunnen verdienen. Verhoging van het uurloon bevordert de arbeidsparticipatie en economische zelfstandigheid van vrouwen. Bovendien leidt het tot een gelijkere verdeling tussen de ouders van de zorg voor de kinderen. Op basis van analyses op dezelfde steekproef als in dit artikel gebruikt, concludeert Van Dijk (1994) namelijk dat naarmate het potentieel uurloon van de moeder stijgt, haar aandeel in de zorg voor de kinderen afneemt en het aandeel van de vader hierin juist toeneemt. Het verruimen van de mogelijkheden tot deeltijdwerk voor mannen en een verhoging van het uurloon van vrouwen dragen waarschijnlijk op meer fronten bij aan het realiseren van emancipatiedoelstellingen dan uitbreiding van het aantal kinderdagverblijven. Momenteel is er een wetsvoorstel in behandeling, waarin het wettelijk recht op deeltijdarbeid (32 uur per week) is vastgelegd. Wanneer het voorstel wordt aangenomen, kan dit ertoe leiden dat meer mannen in deeltijd gaan werken. Het uurloon van vrouwen lijkt moeilijker te manipuleren door de overheid. Toch zijn ook hier mogelijkheden aanwezig. Te denken valt aan maatregelen in de belastingsfeer. Een andere mogelijkheid ligt in het aanpassen van functiewaarderingssystemen. In sectoren waar relatief veel vrouwen werken, blijken de lonen lager te zijn dan in sectoren waar vooral mannen werken (Schippers, 1996). Deze lage lonen kunnen mede een gevolg zijn van de wijze van functiewaardering. Verschillende onderzoeken wijzen op de mogelijkheid van sekse-discriminatie binnen functiewaarderingssystemen (Remery &. Van Doorne-Huiskes, 1992; Brouns, 1996). Toepassing van sekse-neutrale systemen zou kunnen leiden tot een stijging van de uurlonen van vrouwen. Het bovenstaande wil overigens niet zeggen dat er niet meer kinderopvang nodig zou zijn. Een combinatie van maatregelen zal waarschijnlijk het meeste opleveren. Literatuur Blau, D.M. en P.K. Robins (1988), Child-care costs and family labor supply. In: Review of Economics and Statistics jig. 70, biz Blau, D.M. en P.K. Robins (1991), Child care demand and labor supply of young mothers over time. In: Demography jig. 28, biz Brouns, M. en L. Halsema (red.) (1996), Geld en sekse-, Opstellen over functiewaardering. vu-press, Amsterdam. Centraal Bureau voor de Statistiek/ Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (1995), Emancipatie in cijfers Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag. Dijk, L. van (1994), Choices in child care. The distribution o f child care among mothers, fathers and nonparental care providers. Thesis Publishers, Amsterdam. Dijk, L. van (1995), Choices in child care. The distribution of child care among mothers, fathers and non-parental care providers, ics Code Book-18. ICS Occasional Papers and Document Series, Utrecht. 142 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2

12 Dijk, L. van en J.J. Siegers (1995], Het effect van het aanbod van gesubsidieerde kinderopvang op het arbeidsaanbod van vrouwen met jonge kinderen. In: Bevolking et> Gezin nr. 2, blz Ermisch, J. (1989), Purchased child care, optimal family size and mothers' employment: Theory and econometric analysis. In : Population Economics jig. 2, blz Fox Folk, K. en A.H. Beller (1993), Part-time work and child care choices for mothers of preschool children. In: Journal o f Marriage and the Family jig. 55, blz Groot, W. en H. Maassen van den Brink (1992), Labor supply and non-parental child-care demand. Research memorandum Department o f Economics, University o f Amsterdam. Henkens, K., L. Meijer en f. Siegers (1993), The labour supply of married and cohabiting women in the Netherlands, In: European Journal o f Population, jig. 9, blz Hofferth, S.L. en D A. Wissoker (1992), Price, quality and income in child care choice. In: Journal o f Human Resources, jig. 27, blz Lehrer, E. (1983), Determinants of child care mode choice: An economic perspective. In: Social Science Research jig. 12, blz Lehrer, E. en S. Kawasaki (1985), Child care arrangements and fertility: An analysis of two-earner households. In: Demography jrg. 22, blz Leibowitz, A., J.A. Klerman en L.J. Waite (1992), Employment of new mothers and child care choice. In: Journal of Human Resources jrg. 27, blz Leibowitz, A., L.J. Waite en C. Witsberger (1988), Child care for preschoolers: Differences by child's age. In: Demography, jrg. 25, blz Lippe, T. van der (1993), Arbeidsverdeling tussen m annen en vrouwen. Thesis, Amsterdam. Lippe, T. van der en f.f. Siegers (1990), De relatie tussen beroepsdeelname van gehuwde vrouwen en hun houding ten opzichte van beroepsdeelname: Een simultane logitanalyse. In: Sociale Wetenschappen jrg. 33, blz Remery, C. en J. Van Doorne-Huiskes (1992), Functiewaarderingssystemen : discriminerend voor vrouwen? In: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jrg. 8, Ribar, D.C. (1992), Child care and the labor supply of married women. In: Journal o f Human Resources jrg. 27, blz Schippers, f.j. (1996), Job evaluation systems and comparable worth: Opportunities and Limitations. In: B. Hessel, J. Schippers en J. Siegers (red.), Labour market inequality between men and women. Current issues in law and economics. Thesis Publishers, Amsterdam, blz Noten 1 Een eerdere versie van dit artikel is als paper gepresenteerd op de Zevende Sociaal-Wetenschappelijk Studiedagen, april De auteurs bedanken Eelco Wierda en Tanja van der Lippe voor waardevolle suggesties op dit artikel. 2 Wanneer wij het in dit artikel hebben over arbeidsdeelname van moeders dan bedoelen wij daarmee zowel de vraag of de moeder betaald werkt of niet, alsmede de omvang van de baan die ze heeft. 3 Wij beseffen dat ook andere factoren een rol kunnen spelen. Te denken valt aan de beroepssector, waarin de moeder werkt. In bepaalde beroepen is het bijvoorbeeld moeilijker om in deeltijd te werken dan in andere beroepen. Wij nemen de beroepssector echter niet op in onze analyses. In onze steekproef werken bijna alle moeders in deeltijd en zijn er geen grote verschillen tussen beroepssectoren hierin. 4 De vader zou ook als aparte categorie opgenomen kunnen worden. Gezien de kleine aantallen die er dan voor de diverse combinaties zouden overblijven, hebben wij deze mogelijkheid niet verder bestudeerd. 5 Een vergelijking met steekproeven die representatief zijn voor Nederland en voor de provincie Utrecht is te vinden in Van Dijk, 1994 (blz ). 6 De waarde van Cronbach's a ligt tussen 0 en 1. Een schaal heeft een goede interne consistentie als Cronbach's a groter is dan 0,80. De waarde Cronbach's et wordt ook beïnvloed door het aantal items; hoe lager het aantal items, hoe moeilijker het is de waarde 1 te halen. Daarom is een Cronbach's a van 0,75 bij vier items goed te noemen. 7 Om te toetsen of verschillen tussen groepen ouders significant zijn, zijn t-toetsen gebruikt. Een verschil is als significant gedefinieerd als p < Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken , nr 2 143

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Hoe het werkt met kinderen

Hoe het werkt met kinderen Hoe het werkt met kinderen Moeders over kinderopvang en werk Bilage Verklaringsmodellen Wil Portegis Mariëlle Cloïn Evelien Eggink Ingrid Ooms Inhoud: De verklaringsmodellen van Hoe het werkt met kinderen...

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Artikelen. Combinatie van zorg en werk: de invloed van baankenmerken. Saskia te Riele en Martijn Souren

Artikelen. Combinatie van zorg en werk: de invloed van baankenmerken. Saskia te Riele en Martijn Souren Artikelen Combinatie van zorg en werk: de invloed van baankenmerken Saskia te Riele en Martijn Souren Moeders met jonge kinderen werken in Nederland voornamelijk in deeltijd. Door minder uren te werken,

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang

Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang 1 Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang Ouders van jonge kinderen Augustus 2018 2 2 Colofon Ruben De Cuyper Jolanda van Overbeeke Esther Spuesens Dit themarapport is samengesteld door ZB Planbureau Jeugdmonitor

Nadere informatie

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

De positie van werknemers met jonge kinderen in de supermarkten en de boekhandels

De positie van werknemers met jonge kinderen in de supermarkten en de boekhandels HOOFDSTUK 4 De positie van werknemers met jonge kinderen in de supermarkten en de boekhandels 4.1 INLEIDING Hoeveel werknemers in de bedrijven hebben kinderen, hoe combineren deze werknemers werk en ouderschap

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

Age distribution 1980

Age distribution 1980 Frame of reference Age distribution 1980 Age distribution 2020 Problem? 10 9 Potential workforce 8 7 Employed people 700.000 6 2010 2016 2040 Potential labor force 2010 11.000.000 persons Age: 15 en 65

Nadere informatie

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Christianne Hupkens De meeste werknemers zijn tevreden met de omvang van hun dienstverband. Ruim zes op de tien werknemers tussen de 25 en 65 jaar wil niet

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 In deze bijlage wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de verrichte analyses en de gebruikte bestanden en worden enige aanvullende resultaten

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008

Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Veranderingen in arbeidsparticipatie en zorggebruik. Een beschrijving van ontwikkelingen van 1997 tot 2008 Niels Schenk en Pearl Dykstra Erasmus Universiteit Rotterdam Mei 2013 INTRODUCTIE Onderzoek naar

Nadere informatie

Aanbod van arbeid 2012

Aanbod van arbeid 2012 Bijlage B: Tabellen Auteurs Jan Dirk Vlasblom Edith Josten Marian de Voogd-Hamelink Bijlage B. Tabellen In deze bijlage zijn diverse tabellen opgenomen behorende bij het SCP-rapport Aanbod van Arbeid 2012

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen.

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen. SAMENVATTING 1. Doel en onderzoeksopzet De invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 heeft veel veranderingen gebracht voor de gebruikers van formele kinderopvang in kinderdagverblijven (KDV),

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie van vrouwen rond de echtscheiding

Arbeidsparticipatie van vrouwen rond de echtscheiding Anne Marthe Bouman Ooit gescheiden moeders werken even vaak als gehuwd gebleven moeders, ongeacht of ze na de geboorte van hun jongste kind werkten of niet. De cijfers laten zien dat gescheiden moeders

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

IS DE COMBINATIE VAN ARBEID EN ZORG

IS DE COMBINATIE VAN ARBEID EN ZORG AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM IS DE COMBINATIE VAN ARBEID EN ZORG ZWAAR VOOR VROUWEN MET KINDEREN? Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Structurele gevolgen voor de arbeidsmarkt van een viertal PvdA voorstellen

Structurele gevolgen voor de arbeidsmarkt van een viertal PvdA voorstellen CPB Notitie Datum : 27 september 2004 Aan : Tweede kamerfractie PvdA (Martin van Leeuwen) Structurele gevolgen voor de arbeidsmarkt van een viertal PvdA voorstellen 1 Inleiding De Tweede Kamerfractie van

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 1 Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014 De meeste relevante tabellen met betrekking tot partneralimentatie zijn uit de positionpaper 1. Persoonlijk bruto inkomen Tabel

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het Pagina 1 / 16 Huwelijk en armoede Het huwelijk blijkt de kans op armoede als kind en volwassene te verkleinen. Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een grotere kans op armoede tijdens het opgroeien. De

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Arbeid combineren met zorg: deeltijdwerk

Arbeid combineren met zorg: deeltijdwerk Arbeid combineren met zorg: deeltijdwerk Johan van der Valk De arbeidsdeelname van vrouwen hangt voornamelijk samen met leeftijd, opleidingsniveau en herkomstgroepering. Voor vrouwen van 25 tot 50 jaar

Nadere informatie

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004

Deeltijdarbeid. WAV-Rapport. Seppe Van Gils. Maart 2004 Deeltijdarbeid Seppe Van Gils Maart 2004 WAV-Rapport Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming Interuniversitair samenwerkingsverband E. Van Evenstraat 2 blok C 3000 Leuven T:32(0)16 32 32 39 F:32(0)16

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof

Nadere informatie

Verandering van arbeidsduur en baan

Verandering van arbeidsduur en baan Verandering van arbeidsduur en baan Auteur(s): Baaijens, C (auteur) Fouarge, D. J.A.G. (auteur) De auteurs zijn respectievelijk verbonden aan de Universiteit Utrecht en aan de Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken CPB Memorandum Sector : Arbeidsmarkt en Welvaartsstaat Afdeling/Project : Arbeid Samensteller(s) : Rob Euwals, Daniël van Vuuren, Adri den Ouden, Janneke Rijn Nummer : 171 Datum : 12 december 26 Arbeidsaanbod

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 206 Emancipatiebeleid 1999 Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Jong en oud op de arbeidsmarkt, Jong en oud op de arbeidsmarkt, 2007-2011 Gerda Gringhuis en Ben Dankmeyer 1. Inleiding De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe. De vergrijzing zorg er voor dat meer mensen aanspraak maken op

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 01 013 31 3 Kinderopvang Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Herintreders op de arbeidsmarkt

Herintreders op de arbeidsmarkt Herintreders op de arbeidsmarkt Sabine Lucassen Voor veel herintreders is het lang dat ze voor het laatst gewerkt hebben. Herintreders zijn vaak vrouwen in de leeftijd van 35 44 jaar en laag of middelbaar

Nadere informatie

Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee?

Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee? 8 Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee? 80 8 Wat doen ingenieurs en wat verdienen ze ermee? Arnaud Dupuy en Philip Marey Na hun afstuderen kunnen ingenieurs in verschillende soorten functies aan

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

Meer vrouwen werken minder, minder mannen werken meer

Meer vrouwen werken minder, minder mannen werken meer Gezin en arbeid Meer vrouwen werken minder, minder mannen werken meer Veranderingen in de tijdsbesteding van mannen en vrouwen tussen 1999 en 2004 Het onderzoek Tijdsbesteding van de Vlamingen: een tijdsbudgetonderzoek

Nadere informatie

TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014

TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014 TIJD OM TE WERKEN Internationale Vrouwendag 8 maart 2014 TIJD OM TE WERKEN Vandaag is het Internationale Vrouwendag. Een dag die ooit begon op 8 maart 1908 met een massale staking van Amerikaanse vrouwen

Nadere informatie

Een verkenning van de invloed van netwerken en inkomen op het gebruik van langdurige zorg door Nederlandse 55-plussers

Een verkenning van de invloed van netwerken en inkomen op het gebruik van langdurige zorg door Nederlandse 55-plussers Bijlagen bij SCP-rapport Zorg vragen of zorg dragen? Een verkenning van de invloed van netwerken en op het gebruik van langdurige zorg door Nederlandse 55-plussers Isolde Woittiez Evelien Eggink Debbie

Nadere informatie

Kinderopvang in Helmond

Kinderopvang in Helmond Kinderopvang in Helmond colofon Titel: Kinderopvang in Helmond Opdrachtgever: Gemeente Helmond Opdrachtnemer: Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Marian Foolen-Huys Datum: Januari 211 Gemeente

Nadere informatie

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo Deeltijdwerken in het po, vo en mbo 1. Inleiding In Nederland wordt relatief veel in deeltijd gewerkt, vooral in de publieke sector. Deeltijdwerk komt met name voor onder vrouwen, maar ook steeds meer

Nadere informatie

Inkomen en de combinatie van arbeid en zorg

Inkomen en de combinatie van arbeid en zorg Inkomen en de combinatie van arbeid en zorg Jannes de Vries en Francis van der Mooren Voor het combineren van arbeid en zorg kunnen ouders gebruik maken van ouderschapsverlof en kinderopvang. Of werkende

Nadere informatie

VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND

VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND Aanbevelingen van de Commissie Gelijke Behandeling van de Centrale Ondernemingsraad Akzo Nederland 31 augustus 1995, Kea Tijdens, Universiteit van Amsterdam 1. Inleiding

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

>Retouradres Postbus BJ Den Haag

>Retouradres Postbus BJ Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Datum 28 februari 2017 Betreft Brief aan Kamer met beantwoording Kamervragen van de leden Dijkstra en Van Weyenberg (beiden D66) over jonge vrouwen die vaak

Nadere informatie

Deeltijdwerk nader bekeken

Deeltijdwerk nader bekeken Verkenning naar motieven voor deeltijdwerk in het primair onderwijs Het lerarentekort in het primair onderwijs loopt de komende jaren snel op. Komt het tekort dit jaar naar verwachting uit op bijna 1.700

Nadere informatie

4, Aanleiding en achtergronden. 1.2 Stellingen. Stelling 1: Stelling 2: Praktische-opdracht door Een scholier 2474 woorden 2 oktober 2002

4, Aanleiding en achtergronden. 1.2 Stellingen. Stelling 1: Stelling 2: Praktische-opdracht door Een scholier 2474 woorden 2 oktober 2002 Praktische-opdracht door Een scholier 2474 woorden 2 oktober 2002 4,6 28 keer beoordeeld Vak Economie 1. INLEIDING Wij doen ons werkstuk over de moeders op de arbeidsmarkt. Dit leek ons het leukste onderwerp

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Sociaal-economische kerngegevens

Sociaal-economische kerngegevens Sociaal-economische kerngegevens voor de vervaardiging van aardappelproducten Deze folder is voor werknemers en werkgevers in: de aardappelproductensector. De folder geeft een beeld van sociaal-economische

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Geen tekort aan technisch opgeleiden Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

Modernisering arbeidstijden en verlofregelingen

Modernisering arbeidstijden en verlofregelingen CPB Notitie Nummer : 2008/44 Datum : 14 oktober 2008 Aan : SZW Modernisering arbeidstijden en verlofregelingen 1 Vraagstelling Het ministerie van SZW heeft het CPB gevraagd om commentaar te leveren op

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Kinderopvang niet doorslaggevend voor herintreding vrouwen in Nederland

Kinderopvang niet doorslaggevend voor herintreding vrouwen in Nederland Kinderopvang niet doorslaggevend voor herintreding vrouwen in Nederland Fouarge, D., Huynen, B. & Uunk, W. (2005). Herintreding van vrouwen; regionale effecten van kinderopvang en economie. Tilburg: OSA

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Datum 20 september Betreft Cijfers kinderopvang over tweede

Nadere informatie

Lezen, bibliotheek en jongeren

Lezen, bibliotheek en jongeren Lezen, bibliotheek en jongeren www.dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330 EA Middelburg T 0118 654000 info@dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Technische nota. Werkbaar werk en overwerk in Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009

Technische nota. Werkbaar werk en overwerk in Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe. Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009 Brussel, oktober 2009 Technische nota Werkbaar werk en overwerk in 2007 Ria Bourdeaud hui Stephan Vanderhaeghe Brussel, SERV - STV Innovatie & Arbeid, oktober 2009 Technische nota s verstrekken bijkomende

Nadere informatie

Hoe pakken werkgevers in Nederland

Hoe pakken werkgevers in Nederland Hoe pakken werkgevers in Nederland personeelstekorten aan? Henkens, K., Remery, C., Schippers, J. & Visser, P. (2004). Knelpunten in de personeelsvoorziening: strategieën en oplossingen van werkgevers.

Nadere informatie

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende

Nadere informatie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR FEITEN EN CIJFERS Onderzoeksgegevens Onder wie: partners van de 30 grootste advocatenkantoren in Nederland Gezocht: 3 vrouwelijke en 3 mannelijke partners per

Nadere informatie

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een halve eeuw arbeidsmarkt 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een veranderende arbeidsmarkt sluiten instituties nog wel aan? 2 Mogelijke hervorming: basisinkomen Gegarandeerd onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Zorg voor hulpbehoevende ouders

Zorg voor hulpbehoevende ouders Maarten Alders en Ingrid Esveldt 1) Door de toenemende vergrijzing zal het aantal zorgbehoevende ouderen toenemen. Een deel van de zorg wordt verleend door de kinderen. Dit artikel onderzoekt in welke

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN - eindrapport - Drs. Janneke Stouten Dr. Marga de Weerd

Nadere informatie

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie