Interpretatie van de Europese nitraatrichtlijn in de Vlaamse, Nederlandse en Waalse wetgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interpretatie van de Europese nitraatrichtlijn in de Vlaamse, Nederlandse en Waalse wetgeving"

Transcriptie

1 Industriële en biowetenschappen Geel Master in de biowetenschappen: landbouwkunde Interpretatie van de Europese nitraatrichtlijn in de Vlaamse, Nederlandse en Waalse wetgeving Knelpunten voor grensboeren CAMPUS Geel Wilma Smeets Academiejaar

2 2 VOORWOORD Nu bijna vier jaar geleden, ben ik begonnen met de opleiding biowetenschappen aan de Katholieke Hogeschool Kempen in Geel. Een beslissing die ik me tot op heden nooit beklaagd heb. Een goede portie theorie en zo nu en dan een uitstap naar de praktijk. Ook de docenten hebben een goede kennis van wat er reilt en zeilt in de sector. Naast deze docenten die me in die vier jaar begeleid hebben, wil ik in dit eindwerk speciaal aandacht geven aan de mensen die me hebben geholpen aan het slagen van deze masterproef. Als eerste natuurlijk mijn externe begeleidster, Nathalie Kindt, hoofd van de dienst Mestbank in Herentals. Net zoals mijn interne begeleider,docent en ir. Fons Lommelen. Beide hebben heel wat werk gestoken in het nalezen, opvolgen en sturen van mijn werkzaamheden. Verder wil ik graag nog een heleboel mensen bedanken voor het advies dat ze me hebben gegeven. Sibylle Verplaetse en Johan Standaert van de VLM in Brussel voor het nalezen op fouten. Dimitri Wouez van Nitrawal voor de uitleg over de Waalse mestwetgeving en ten slotte Leon Benders, die me advies gaf over de rekenvoorbeelden voor Nederland. Mama, Ivo Bols en de familie Lardenoije wilden me helpen met het opstellen van de voorbeeldbedrijven bij de rekenvoorbeelden. Mark Huntjens (Arvalis, Gulpen), Fabienne Beusmans (Aelmans, Voerendaal), An Lauwerijsen (DLV, Merksplas) en Bert Engelen (BE-consult, Geel) waren zo gastvrij om mij te ontvangen voor een babbeltje over de knelpunten bij grensboeren. Ook meneer Dirk De Roose wil ik bedanken voor de hulp bij het opstellen van de literatuurverwijzingen in mijn tekst. Verder mag ik mijn ouders natuurlijk niet vergeten, net als mijn broers en zusje. Zij zorgden altijd dat het thuis een aangename sfeer was om te werken aan mijn eindwerk. Ze gaven mij tevens de kans en de financiële ondersteuning om deze interessante opleiding te volgen. Mama wil ik in het speciaal bedanken, voor het nalezen, het aanmoedigen en stimuleren. Bedankt allemaal, zonder jullie was het eindresultaat nooit zo mooi geweest! Wilma Smeets April 2009

3 3 SAMENVATTING In heel Europa is de mestwetgeving gebaseerd op de Europese nitraatrichtlijn uit De doelstelling van deze richtlijn is het voorkomen en terugdringen van waterverontreiniging door nitraten uit de landbouw. Omdat dit een richtlijn is mag ieder land eigen regels opstellen, zolang ze de vooropgestelde doelstellingen maar halen. In ieder gebied zijn de omstandigheden en behoeftes voor de landbouwer anders. Daarom heeft ieder ministerie de regelgeving zo proberen aan te passen dat ze het beste aansluit bij de behoeftes van die regio. Bij het vergelijken van de regels in Vlaanderen, Nederland en Wallonië vergelijken, zien we een aantal verschillen, zoals: andere uitrijperiodes, andere bemestingsnormen, andere derogaties, andere manieren om de mest op het land te brengen en ga zo maar door. Een grensboer komt natuurlijk veel in contact met deze verschillen. Hij moet op het ene perceel zo werken, en op het andere net een beetje anders. Bij het transporteren van de mest van de stallen naar de percelen over de onzichtbare grens, komt ook heel wat papierenwerk kijken. En verder komt de grensboer nog in aanraking met een aantal knelpunten waar andere boeren geen last mee hebben (koeien naar buitenland in de wei, aangifte doen in het buitenland, ) Voor de grensboer lijkt het alsof er weinig overleg is tussen de verschillende organisaties die zich bezighouden met het mestgebeuren in de verschillende regio s. Daarom zou het misschien niet slecht zijn moest er vanuit Europa een instantie worden opgericht om de communicatie tussen de verschillende gebieden op gang te brengen en te stimuleren. Op deze manier zouden er voor de grensboer speciale regels kunnen worden gemaakt, zodat hij er geen nadeel van ondervindt dat zijn bedrijf net op de grens ligt.

4 4 DE MESTWETGEVING IN VLAANDEREN, NEDERLAND EN WALLONIË In heel Europa is de mestwetgeving gebaseerd op de Europese nitraatrichtlijn uit De doelstelling van deze richtlijn is het voorkomen en terugdringen van waterverontreiniging door nitraten uit de landbouw. Omdat dit een richtlijn is mag ieder land eigen regels opstellen, zolang ze de vooropgestelde doelstellingen maar halen. In ieder gebied zijn de omstandigheden en behoeftes voor de landbouwer anders. Daarom heeft ieder ministerie de regelgeving zo proberen aan te passen dat ze het beste aansluit bij de behoeftes van die regio. Op deze manier komen er verschillen tot stand. In Vlaanderen zijn deze regels opgesomd in het Mestdecreet. In Nederland is de regelgeving opgeschreven in de Meststoffenwet en in Wallonië in het milieuwetboek in het hoofdstuk la gestion durable de l azote en agriculture. Een kort overzicht van de meest belangrijke verschillen. Kwetsbare gebieden Heel Vlaanderen en Nederland zijn kwetsbare gebieden. In Wallonië zijn er wel kwetsbare gebieden aan geduid zoals te zien is op het onderstaande kaartje. (Blauwe, Groene en donker gele gebieden zijn kwetsbaar.) De uitrijperiodes In Vlaanderen is de algemene uitrijperiode van 15 februari tot en met 31 augustus. Stalmest en champost mogen vanaf 16 januari tot en met 15 november uitgereden worden. Meststoffen met een lage N- inhoud of een lage N- vrijstelling mogen het hele jaar door uitgereden worden. Tevens is het verboden om mest uit te rijden voor zonsopkomst en na zonsondergang. Op zon- en feestdagen mogen er geen dierlijke meststoffen worden uitgereden. In Nederland is er een algemeen verbod van 16 september tot en met 31 januari. Op zand- en lössgronden mag er al geen dierlijke mest meer worden gereden vanaf 1 september. Voor vaste mest op bouwland (veen- en kleigronden) zijn er geen beperkingen opgesteld. In Wallonië zijn de regels het uitgebreidst. Daarom de tabel op de volgende pagina ter verduidelijking. In de witte gebieden mag er mest uitgereden worden, maar in de donker grijze vakjes niet. In de lichtgrijze gebieden zijn er beperkingen opgelegd. Zo mag er in deze gevallen op grasland maar 80 kg N worden uitgereden. Op bouwland moet er onmiddellijk een wintergewas worden ingezaaid of een ander gewas met een hoge stikstofbehoefte. Ook is het mogelijk om een bemesting te doen van maximaal 80 kg N uit dierlijke mest op ondergewerkte strostoppel.

5 5 Tabel1: Uitrijperiodes in Wallonië Grasland Bouwland Stikstofkunsmest Mengmest, gier en afvallen van pluimveehouderij Vaste mest en compost Stikstofkunsmest Mengmest, gier en afvallen van pluimveehouderij Vaste mest en compost Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Normen In de soorten normen zijn er verschillen vast te stellen. In Vlaanderen en Nederland zijn er normen voor N en P 2 O 5. Dit terwijl er in Wallonië enkel regels bestaan voor de N -norm. In Wallonië zijn de normen het gemakkelijkste te begrijpen. In de mestproductie en het mestgebruik wordt er enkel gewerkt met forfaitaire cijfers. Bij de bemesting zijn er maar 2 soorten normen: voor het grasland (230 kg N /ha uit dierlijke mest en 350 kg N /ha in totaal) het bouwland (115 kg N /ha uit dierlijke mest en 250 kg N /ha in totaal). In de kwetsbare gebieden is er een extra regel: de gemiddelde bemesting uit dierlijke mest per bedrijf mag niet meer dan 170 kg N bedragen. Voor de productie is de berekening gewoon een vermenigvuldiging van de forfaitaire norm met het gemiddelde aantal dieren. Er wordt geen rekening gehouden met de emissie van stikstof. In Nederland is er voor elk gewas een aparte bemestingsnorm (= gebruiksruimte) opgesteld. Dit maakt het natuurlijk een stuk preciezer, maar ook ingewikkelder. Er wordt net zoals in de andere regio s bemest met dierlijke meststoffen. De stikstof uit deze mest wordt dan vermenigvuldigd met de werkingscoëfficiënt om zo de werkzame stikstof te verkrijgen. Het verschil tussen de werkzame stikstof en de gebruiksruimte mag worden opgevuld met kunstmest. Ook de ruimte die er nog is bij de fosfaten mag worden opgevuld met kunstmeststoffen. De mestproductie gebeurt bij het rundvee met forfaitaire cijfers. Voor de melkkoeien is dit aan de hand van de melkgift en het ureumgehalte van de melk, voor de andere dieren is het aan de hand van het geslacht en de leeftijd. Bij de intensieve teelten moet er gebruik worden gemaakt van een stalbalans. Hierin wordt er zoveel mogelijk gerekend met werkelijke inhouden van stikstof en fosfaat: de aan- en afgevoerde dieren, het aangekochte voer, de N- emissie en de productie van eieren. Voor de dieren, de emissie en de eieren zijn er forfaitaire waarden opgesteld. In Vlaanderen zijn er bemestingsnormen opgesteld voor de meest voorkomende teelten. Ze werken met een maximum voor dierlijke mest, kunstmest, andere meststoffen en een totaal maximum. Voor de rundveehouders en de kleinschalige intensieve teelten mag er gewerkt worden met forfaitaire normen. Voor de grotere intensieve bedrijven is er een convenant opgesteld. Hierbij moet de landbouwer gebruik maken van laag eiwit of laagfosforvoeders om zo de nutriënten in de mest te verlagen. Ook is er een systeem genoemd regressie. Hierbij zijn er vergelijkingen opgesteld waarmee men uit het ruw eiwit en de fosfaten in het voer kan berekenen hoeveel N en P 2 O 5 er in de mest zit. Tevens is er een systeem van importen exportbalans, dit wordt in Vlaanderen weinig gebruikt en lijkt veel op de stalbalans in Nederland.

6 6 Manier van aanwenden Drijfmest De manier waarop de dierlijke mest moet worden aangebracht op de percelen verschilt ook veel. Zo moet in Nederland de drijfmest (sinds 1 januari 2008) worden geïnjecteerd op grasland, maar ook op bouwland. In Vlaanderen moeten alleen de graslanden en beteelde landbouwgronden worden geïnjecteerd. In Wallonië ten slotte zijn er helemaal geen regels over hoe de mest moet worden verspreid over de velden. Vaste mest Deze vaste mest mag wel nog in twee werkgangen worden opgebracht. In Vlaanderen moet er binnen 24 uur worden ondergewerkt op bouwland, in Nederland moet dit direct gebeuren. Voor vaste mest zijn er in Wallonië ook geen regels. Derogatie In Vlaanderen, Nederland en Wallonië zijn er derogaties toegestaan door Europa. De derogaties zorgen ervoor dat de landbouwers meer dierlijke mest mogen gebruiken op hun percelen zonder dat ze daarbij schade berokkenen aan de natuur, in het bijzonder de waterkwaliteit. De Vlaamse derogatie is perceelsgebonden, ze is dus enkel toegelaten op percelen met gras, maïs met een snede gras vooraf, wintertarwe met een vanggewas erna en bij suikeren voederbieten. Deze gewassen zijn gekozen omdat zij een lang groeiseizoen hebben en dus veel nutriënten kunnen opnemen. Er moeten door de landbouwer bemestingsplannen worden opgemaakt en gewijzigd bij veranderingen. Ook mag er enkel de zogenaamde derogatiemest gebruikt worden: dit is de mest van runderen (uitgezonderd mestkalveren), schapen, geiten en paarden. De bemestingsnormen uit dierlijke mest liggen nu hoger. Zo mag er op grasland en maïs nu 250 kg N worden uitgereden, op bieten en wintertarwe mogen 200 kg N uit dierlijke mest worden uitgereden. In Nederland is de derogatie bedrijfsgebonden, het hele bedrijf neemt deel of niet. Er zijn een aantal eisen gesteld aan de deelnemende bedrijven, de belangrijkste is dat het bedrijf uit 70 % grasland bestaat. Verder zijn er nog een aantal eisen in verband met bodemstalen, mestsoorten (graasdierenmest), het tijdstip van scheuren van grasland, Ook valt het op dat ook niet graasdierenmest gebruikt mag worden. In deze gevallen vervallen wel de derogatienormen van 250 kg N uit dierlijke mest /ha, de bemesting met niet graasdierenmest mag maximaal 170 kg N bedragen. De Nederlandse landbouwer moet ook bemestingsplannen opmaken. In Wallonië is er een totaal andere soort derogatie. Deze is enkel geldig in de kwetsbare zones, bij bedrijven waar meer dan twee derde van het vee rundvee is en minstens 48% grasland. Deze bedrijven kunnen een derogatie aanvragen en mogen dan de gewone bemestingsnormen van buiten de kwetsbare zone s gebruiken. De norm van gemiddeld niet meer dan 170 kg N uit dierlijke mest zal dus vervallen bij deelname aan de derogatie. Aangifte Ook valt het direct op dat er in Wallonië geen aangifte hoeft te worden gedaan. Het ministerie (Office Wallon des Déchets) verzamelt zelf de gegevens die het nodig heeft om de Liaison au sol (bodembelasting) te berekenen. Dit wordt berekend door de mestproductie te delen door de mest die de landbouwer kwijt kan op zijn eigen percelen. Deze verhouding moet kleiner of gelijk zijn aan één om in orde te zijn. In Nederland en Vlaanderen moet er wel een aangifte worden ingevuld door de landbouwers.

7 7 Rekenvoorbeeld Als we nu een rundveebedrijf nemen en dit in de verschillende regio s plaatsen, kunnen we duidelijk zien welke effecten de verschillen in de wetgeving hebben op het landbouwbedrijf. We nemen een bedrijf met 60 melkkoeien, één fokstier en 47 stuks jongvee (van nul tot twee jaar). Dit bedrijf heeft 50,24 ha grond in gebruik, waarvan 30,37 ha grasland is. Op het bouwland staan gewassen zoals maïs (12,64 ha), Voederbieten (5,23 ha), aardappelen (1,00 ha) en wintertarwe (1,00 ha). Als we nu berekenen hoeveel mest dit bedrijf produceert in de verschillende regio s met normale wetgeving in de kwetsbare gebieden. We komen dan volgende resultaten uit: VL NL W Figuur 1: Dierlijke mestproductie kg N Voor de dierlijke mestproductie. kg P2O5 In Wallonië (W) is de mestproductie het laagst met iets meer dan 7000 kg N. In Nederland (NL) wordt de meeste mest geproduceerd, bijna 9400 kg N en 3325 kg P 2 O 5. Vlaanderen (VL) zit ertussenin met 8152 kg N en bijna 3000 kg P 2 O 5. Door de dieren over de onzichtbare grens te brengen gaan ze dus opeens meer of minder mest produceren, dit terwijl ze hetzelfde eten, produceren en bewegen. Vreemde verschillen, die eigenlijk niet zouden moeten kunnen VL NL W kg N Figuur 2: Gebruik van dierlijke mest op eigen gronden kg P2O5 Ook de bemesting op eigen percelen in de kwetsbare gebieden is redelijk constant. De bemesting uit nitraten is overal gelijk aan 8540,8 kg N. Dit is gelijk aan de maximale norm die door Europa is opgesteld (170 kg N uit dierlijke mest per hectare). De P 2 O 5 verschilt wel een beetje, in Vlaanderen worden met 2500 kg P 2 O 5 en in Nederland 3600 kg bemest. In Wallonië zijn er geen normen opgesteld voor P 2 O 5. Dit betekend dat daar de bemesting uit fosfaten vrij is. Als we de figuren 1 en 2 met elkaar vergelijken krijgen we het volgende resultaat: VL NL W kg N kg P2O5 Figuur 3: Verschil tussen dierlijke mestproductie en gebruik op eigen gronden Het valt direct op dat in Vlaanderen en Nederland rare dingen aan de hand zijn. In Vlaanderen moeten we 440 kg P 2 O 5 afvoeren en is er wel nog plaats voor bijna 400 kg N. In Nederland is het net andersom: er mag nog bijna 300 kg P 2 O 5 worden aangevoerd, terwijl er al 850 kg N moet worden afgevoerd. In Wallonië mag de landbouwer bijna 1500 kg N aanvoeren.

8 VL NL W Figuur 4: Totale bemesting/ ha kg N /ha kg P2O5 /ha Door ook de kunstmest te berekenen komen we op de totale bemesting die een landbouwer mag bemesten per hectare (gemiddeld op het bedrijf). Ook hier zitten er enkele verschillen. In Nederland mag er in totaal de meeste mest worden uitgereden ongeveer 350 kg N en 95 kg P 2 O 5 / ha. Tussen Vlaanderen en Wallonië zitten maar zeer kleine verschillen. Ongeveer 6 kg N /ha die in Vlaanderen meer mogen worden uitgereden. In Wallonië mogen ook de P 2 O 5 kunstmeststoffen vrij worden gebruikt, zij mogen dus zoveel P 2 O 5 bemesten als ze zelf willen. Natuurlijk zijn dit alleen de grote lijnen. Het voorbeeldbedrijf kan ook deelnemen aan derogatie en andere systemen om meer te mogen bemesten uit dierlijke mest of om de mestproductie te laten dalen. Conclusie We leven wel al in één Europa, maar toch zijn de regels in de verschillende lidstaten (en soms binnen één land) zeer verschillend.

9 9 INHOUDSTAFEL VOORWOORD... 1 SAMENVATTING... 3 DE MESTWETGEVING IN VLAANDEREN, NEDERLAND EN WALLONIË... 4 INHOUDSTAFEL... 9 INLEIDING NITRAATRICHTLIJN Algemeen Kwetsbare gebieden Regels voor het opslaan en uitrijden van mest De periodes die niet geschikt zijn voor het op of in de bodem brengen van een meststof Het op of in de bodem brengen van een meststof op steile hellingen Het op of in de bodem brengen van een meststof op drassig, ondergelopen, bevroren of met sneeuw bedekt land De voorwaarden voor het op of in de bodem brengen van een meststof in de nabijheid van waterlopen De capaciteit en bouw van de opslagtanks voor dierlijke mest De methoden voor het op of in de bodem brengen van dierlijke mest en andere meststoffen Landbeheer Behoud van minimumvegetatie in (regen)periodes Meststoffenboekhouding Normen Derogatie Actieprogramma s De aangifte Controles Het nitraatresidu Administratieve controle Terreincontroles Controle van de mesttransporten REKENVOORBEELDEN Voorbeeld 1: Rundveebedrijf Vlaanderen Nederland Wallonië Conclusie Voorbeeld 2: Varkensbedrijf Vlaanderen Nederland Wallonië Conclusie Voorbeeld 3: Pluimveebedrijf Vlaanderen Nederland Wallonië Conclusie... 65

10 10 3 TRANSPORTEN OVER DE GRENS Export uit Vlaanderen Van Vlaanderen naar Nederland Van Vlaanderen naar Wallonië Doorvoer door Vlaanderen Export uit Nederland Van Nederland naar Vlaanderen Van Nederland naar Wallonië Export uit Wallonië Van Wallonië naar Vlaanderen Van Wallonië naar Nederland KNELPUNTEN VOOR GRENS BEDRIJVEN Voor alle bedrijven Verschillende wetgevingen door elkaar Duidelijkheid Verschil in Forfaitaire inhoudsnormen Mest naar Wallonië Percelen op de grens Communicatie Vlaamse grensboeren Derogatie Boetes Waalse gronden niet in balans Voordeel met uitrijperiodes Buitenlandse voerfirma Nederlandse grensboeren Gebruiksruimte Verklaring Eigen Gebruik te laat Derogatie Waalse grensboeren Taal Percelen registreren Knelpunten die de laatste jaren opgelost zijn Aanvraag tot wijzigen rundveebezetting Gebruik van meststoffen op eigen gronden buiten het Vlaamse gewest Voorstel BESLUIT LITERATUURLIJST... 80

11 11 BIJLAGEN Bijlage 1: De Nitraatrichtlijn Bijlage 2: Voorwaarden voor forfaitaire uitscheidingscijfers bij melkkoeien Bijlage 3: Vlaamse forfaitaire uitscheidingscijfers Bijlage 4: Vlaamse Stikstofverlies door emissie Bijlage 5: Rekenvoorbeeld rundveebedrijf Vlaanderen Bijlage 6: Vlaamse Convenantcijfers Bijlage 7: Vlaamse regressierechten Bijlage 8: Vlaamse Bemestingsnormen Bijlage 9: Nederlandse uitscheiding en emissie Bijlage 10: Nederlandse bemestingsnormen Bijlage 11: Nederlandse Werkingscoëfficiënten Bijlage 13: Waalse uitscheiding Bijlage 14: Waalse bemestingsnormen Bijlage 15: Transporten (Europees) Verordening 1774/ Verordening 1013/ Gezondheidscertificaat Traces Bijlage 16: Transporten (Vlaanderen) Erkenningen Het Mestafzetdocument Burenregelingen Bijlage 17: Transporten (Nederland) Eisen voor geregistreerd vervoerder Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen Bijlage 18: Transporten (Wallonië) Contract de valorisation Fiche signalétique

12 12 INLEIDING Thuis hebben we een grensbedrijf: het eigenlijke bedrijf (de stallen) liggen in Nederland, maar we hebben percelen in Nederland, Vlaanderen en Wallonië. Ik had dus al vaker gehoord van een aantal knelpunten voor grensboeren. Zeker toen ik, via school en de VLM afdeling Mestbank in Herentals, de kans kreeg om deze knelpunten op te sporen, heb ik meteen toegestemd. De mestwetgeving in Vlaanderen, Nederland en Wallonië is gebaseerd op de Europese Nitraatrichtlijn. Omdat het een richtlijn is mag iedere regio er een eigen invulling aan geven zolang de doelstellingen maar gehaald worden. In ieder gebied zijn er andere omstandigheden, behoeftes en gewoontes voor de landbouwers en dus zal de regelgeving in ieder gebied er anders uitzien. Grensboeren zitten vaak in een lastiger parket: ze komen in contact met twee of voor sommigen zelfs drie verschillende mestwetgevingen. Dit kan soms wel ingewikkeld worden. Welke regels gelden nu waar en hoe ze te interpreteren? Om te beginnen heb ik de mestwetgeving van Vlaanderen, Nederland en Wallonië vergeleken in het eerste hoofdstuk. Op deze manier komen de overeenkomsten en verschillen extra in het licht te staan. In een tweede hoofdstuk ben ik, aan de hand van een aantal rekenvoorbeelden, gaan kijken wat er nu juist verschilt tussen de regio s. Dit heb ik getracht te doen door het opstellen van een balans voor een rundvee-, een varkens- en een pluimveebedrijf. Door deze dan te plaatsen in de verschillende regio s komen de verschillen tussen de productie aan dierlijke mest en de afzet op eigen gronden duidelijk naar boven. Het derde hoofdstuk handelt over de mesttransporten over de grens. Dit is dus concreet de mest uit de stallen van de landbouwer naar de percelen over de grens. Dit is voor grensboeren een veelvoorkomend gebeuren. Daarom heb ik in dit hoofdstuk speciaal aandacht gegeven aan de procedures die de landbouwer moet volgen om zijn eigen mest naar zijn eigen grond over de grens te brengen. Dit kan gebeuren doordat de landbouwer zelf het transport doet of doordat hij een loonwerker inschakelt die het werk voor hem doet. Ook de transporten op lange afstanden, waarbij de mest naar derden wordt vervoerd worden kort besproken. In het laatste hoofdstuk worden de knelpunten voor de grensboer opgesomd. Hierbij wordt er niet enkel aandacht geschonken aan de problemen die hij tegenkomt, maar ook waar hij voordeel uit kan halen. Ik wens u veel leesplezier!

13 13 1 NITRAATRICHTLIJN (Nitraten, 2008, Verplaetse, S., 2009) De mestwetgeving in heel Europa is gebaseerd op de Nitraatrichtlijn zoals ze te vinden is in Bijlage 1: De Nitraatrichtlijn pag. 86. Iedere lidstaat moet deze dan omzetten in eigen wetgeving. De nitraatrichtlijn is er gekomen met twee doelen: 1. De waterverontreiniging door nitraten van de landbouw terugdringen 2. Verdere verontreiniging door nitraten uit de landbouw voorkomen Hieronder ga ik de wetgeving van Vlaanderen, Nederland en Wallonië vergelijken in verschillende puntjes. 1.1 Algemeen (Besluit, 2007, Decreet, 2006, Eau- Nitrate, 2007, Groen p 2, Mestbeleid, 2006, Mid Term Review, 2007, p 8, Wet, 1986) In Vlaanderen werd de Nitraatrichtlijn omgezet in het Mestdecreet. De Vlaamse Land Maatschappij (VLM, afdeling Mestbank) staat in voor de uitvoering van dit Mestdecreet. Dit houdt in dat de Mestbank adviseert, registreert en controleert. In Nederland is het de Dienst regelingen die alle zaken regelt in verband met de mest. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt de regels op in de Meststoffenwet. De controle gebeurt door de Algemene Inspectie Dienst (AID). In Wallonië wordt enkel rekening gehouden met de nitraten. De organisatie van de mestbeheersing is opgesplitst in twee delen: - Nitrawal is een organisatie die advies geeft aan de landbouwers en - het ministerie (OWD: Office Wallon des déchets) registreert en controleert alles. Het mestbeleid in Wallonië is van kracht sinds 29 november 2002, op 7 maart 2007 zijn de laatste aanpassingen gedaan. 1.2 Kwetsbare gebieden (Bohnen, B., 2008, p 13, Derogatie, 2008 c, p 1, Eau- Nitrate, 2007, Groen p 1, Blauw p 1-12, Kwetsbare, 2008, Mest, 2008 a, Programme, 2007, p 1) Heel Vlaanderen en Nederland zijn afgebakend als kwetsbaar gebied, dit sinds 1 januari 2007 (VL) en 1 januari 2006 (NL). Dit betekent dat de maximale bemesting uit dierlijke mest niet meer mag bedragen dan 170 kg N/ ha. Wallonië is het enige gebied waar ook delen buiten de kwetsbare zones liggen, zoals te zien is op het nevenstaande kaartje. In Wallonië zijn er drie kwetsbare gebieden aangeduid: - Het gebied ten noorden van Samber en Maas (Blauw), - Zuid Namen (Donker geel) - en het Land van Herve (Groen) Figuur 1.1: Kaart met kwetsbare gebieden in Wallonië

14 Regels voor het opslaan en uitrijden van mest De periodes die niet geschikt zijn voor het op of in de bodem brengen van een meststof (Bohnen, B., 2008, p 13-14, Eau- Nitrate, 2007, Groen p 4, Geel p 2-4, Mestbeleid, 2006, p 16-17, Mid Term Review, 2007, p 9, Normen, 2009, p 7-8, Programme, 2007, p 3, Uitrijperiode, 2008, p 1, Wanneer, 2008) In alle regio s zijn er uitrijbeperkingen opgesteld. Ze verschillen aan de hand van de bodemsoorten, de mestsoort en het gewas dat er op groeit. Tabel 1.1: Uitrijperiodes in Vlaanderen anuari J Februari Maart April Mei Vlaanderen Algemene uitrijperiode Stalmest en champost Dierlijke mest op zware kleibodems Meststoffen met lage stikstof inhoud of - vrijstelling Uitrijden verboden Uitrijden toegestaan Bijkomende regels: - Bij slechte weersomstandigheden, kan de Vlaamse overheid een verlenging toestaan, dan mag de landbouwer mest uitrijden tot uiterlijk 15 september. - Het is tevens verboden om na zonsondergang en voor zonsopgang mest uit te rijden. - Op zon- en feestdagen mag er buiten kunstmeststoffen geen mest uitgereden worden. - Verder zijn er speciale uitzonderingen voorzien voor de tuinbouw. Tabel 1.2: Uitrijperiodes in Nederland uni J Juli Augustus September Oktober November December Nederland Stikstof kunstmest Grasland Vaste mest en Veen- en kleigronden drijfmest Zand- en lössgronden Bouwland Veen- en kleigronden Vaste mest Zand- en lössgronden Veen- en kleigronden Drijfmest Zand- en lössgronden Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Uitrijden verboden Uitrijden toegestaan

15 15 Tabel 1.3: Uitrijperiodes in Wallonië Wallonië Grasland Stikstofkunsmest Mengmest, gier en afvallen van pluimveehouderij Vaste mest en compost Bouwland Stikstofkunsmest Mengmest, gier en afvallen van pluimveehouderij Vaste mest en compost Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November Uitrijden verboden Uitrijden toegestaan Uitrijden enkel toegestaan Op bouwland: - Onmiddellijk voor een wintergewas - Een gewas met hoge stikstofbehoefte gezaaid voor 15 september en vernietigd na 30 november - Of een lagere gift van 80 kg N uit dierlijke mest/ ha op ondergewerkte strostoppel Op grasland: geldt er een maximum van 80 kg N uit dierlijke mest als de bodemcondities dat toelaten December Bijkomende eisen: - Op naakte bodems moet de mengmest, gier en afvallen van de pluimveehouderij binnen 24 uur worden ingewerkt. - Voor, tijdens of na leguminosen mag er geen mest worden gereden, tenzij het nodig is gebleken uit grondstalen Het op of in de bodem brengen van een meststof op steile hellingen (Bohnen, B., 2008, p 14-16, Dierlijke, 2008, Eau- Nitrate, 2007, Groen p 4, Geel p 2, 4, Mest, 2008 b, Mid Term Review, 2007, p 9-10, Normen, 2009, p 8, Programme, 2007, p 3) In Vlaanderen gaan de eisen van kracht vanaf acht procent - Op beteelde hellingen is zode- of mestinjectie verplicht bij het uitrijden van vloeibare meststoffen. - Op niet beteelde hellingen: o Voor dierlijke mest is mestinjectie of directe onderwerking in één werkgang verplicht o Voor andere meststoffen is directe onderwerking in één werkgang verplicht. o Kunstmeststoffen en andere meststoffen in vaste vorm mogen tot een uur na toedienen worden ondergewerkt.

16 16 In Nederland vanaf zeven procent - Als er ook geul - erosie is, mag er geen N- kunstmest, dierlijke mest, zuiveringsslib, compost of een mengsel van deze stoffen gebracht worden. - Op niet beteelde bodems mogen deze producten ook niet gebruikt worden, tenzij de bodem binnen de acht dagen wordt ingezaaid. - Omdat maïs, bieten en aardappelen erg erosiebevorderende gewassen zijn, mag de bemesting enkel gebeuren voor het zaaien of poten en dit enkel als: o De percelen korter zijn dan 300 meter en duidelijk afgebakend aan de perceelsgrens. o Aan de onderzijde van dit hellende perceel moet er zijn: een weg, een heg of een houtwal. o Het perceel moet aan de volledige onderzijde begrensd worden door een tweede perceel waarop een ander gewas staat dan maïs, aardappelen of bieten en dit perceel moet minstens 100 meter lang zijn. En in Wallonië vanaf tien procent helling, bij niet bedekkende gewassen (zoals: bieten, maïs, aardappelen, cichorei of groenten) en in kwetsbaar gebied. Er mag nu bemest worden met dierlijke mest als: - Het perceel zich bevindt op een afstand van meer dan 30 meter van een oppervlaktewater. - Er een perceel met grassen, granen of braak er onder ligt. - Een strook gras van zes meter wordt gezaaid onderaan de helling. - Het perceel kleiner is dan 50 are - Minder dan de helft van het perceel heeft een helling van tien procent Zoals te zien is zitten er verschillen in vanaf welke hellingsgraad de eisen ingaan, maar ook de eisen verschillen van regio tot regio. Dit komt natuurlijk omdat er verschillende omstandigheden zijn in de verschillende gebieden. Wallonië is veel heuvelachtiger en zal dus ook meer percelen hebben waar deze problematiek tot uiting komt. Ook de hellingspercentages waarbij er geen kunstmest of dierlijke mest (tenzij door directe begrazing) mogen worden toegediend verschillen: - In Vlaanderen en Nederland: 18% - In Wallonië mogen op percelen met een stijgingspercentage van meer van 15 % en zonder bodembedekkend gewas, enkel kunstmeststoffen opgebracht worden Het op of in de bodem brengen van een meststof op drassig, ondergelopen, bevroren of met sneeuw bedekt land. (Dierlijke, 2008, Eau- Nitrate, 2007, Groen p 4, Mestbeleid, 2006, p 17, Mid Term Review, 2007, p 9, Programme, 2007, p 3) Het is overal verboden om op drassige, ondergelopen, bevroren of met sneeuw bedekte percelen mest aan te brengen. Wel zitten er grote verschillen in de interpretatie van de begrippen. - Zo is in Wallonië de grond pas bevroren na 24 uur vorst, in beide andere regio s is de bodem bevroren zodra de bodemtemperatuur onder 0 C is. - In Vlaanderen is een bodem drassig als het grondwater zich 20 cm onder het maaiveld bevind op het ogenblik van bemesten. In Nederland echter is de bodem pas verzadigd als de bovenste bodemlaag vol water zit. Uitzonderingen: - In Nederland mag er op grasland, waarop een beheersregime geldt waarbij vaste mest een onderdeel is van het regime, wel gereden worden op bevroren of besneeuwde grond. - In Wallonië mag er op bevroren percelen wel compost en vaste mest gereden worden, dit geldt enkel buiten de kwetsbare gebieden.

17 De voorwaarden voor het op of in de bodem brengen van een meststof in de nabijheid van waterlopen. (Bohnen, B., 2008, p 15, Mestvrije, 2007, Mid Term Review, 2007, p 9, Programme, 2007, p 3, Teelt, 2008) Alle regio s hebben een mestvrije zone voorzien langs de aangeduide waterlopen. De breedte en de eisen verschillen wel per gebied. In Vlaanderen is het verboden om meststoffen op of in de bodem te brengen, met uitzondering van bemesting door uitscheiding: - Tot vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van de waterloop. - Tot tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van een waterloop die gelegen is in het Vlaams Ecologisch Netwerk. - Tot tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van een waterloop, als er een helling grenst aan een waterloop. In Nederland gelden deze regels langs de aangeduide (natuurlijke) oppervlaktewateren in Hoog - Nederland. Deze zone is 500 cm (vijf meter) groot en wordt gemeten vanaf de insteek van het water tot aan het hart van het te telen gewas (behalve bij gras). In Wallonië is er een mestvrije zone van zes meter langs een waterloop De capaciteit en bouw van de opslagtanks voor dierlijke mest. (Bohnen, B., 2008, p 15, Eau- Nitrate, 2007, Rood p 1, Mestbeleid, 2006, p 18, Mid Term Review, 2007, p 8-9, Normen, 2009, p 8, Opslagcapaciteit, 2008) Ook bij de mestopslagtanks zijn er weer enkele overeenkomsten en een aantal verschillen te bespeuren. De capaciteit voor mengmestopslag moet overal zes maanden zijn. Deze verplichtingen vervallen als de boer kan aantonen dat de hoeveelheid mest die hij niet kan opslaan op een voor het leefmilieu onschadelijke wijze zal worden afgezet. De voorwaarden in Vlaanderen Voor vaste dierlijke mest: - Een opslag van 3 maanden is nodig (kopakkers worden niet meegeteld). - De opslag is omgeven door mestdichte wanden. - Het drain- en regenwater wordt opgevangen en verzameld in mestdichte gesloten opslagruimten (aalputten). - Er zijn geen afleidingskanalen of overstorten. Deze voorwaarden gelden niet bij het tijdelijk opslaan van vaste meststoffen op de kopakker van een perceel Voor mengmest: - Vanaf 2012 is, voor veehouders die hun dieren continu op stal laten, het verplicht om een mestopslag te hebben voor negen maanden. - Er mogen geen afleidingskanalen of overstorten zijn. - Vul- en zuigleidingen zijn buiten de stal gelegen. - Er zijn mestdichte voorzieningen om gemorste mengmest op te vangen.

18 18 In Nederland wordt de opslagcapaciteit berekend met de dieren die de landbouwer kan houden (milieuvergunning). Als er geen milieuvergunning nodig is, dan wordt er gekeken naar het aantal dieren dat maximaal in de stallen past (per diersoort en categorie). Deze opslagcapaciteit mag kleiner zijn als: - Het niet mogelijk is om zoveel dieren als in de milieuvergunning staan op te stallen in de periode van september tot en met februari. - Een aantal van de dieren worden geweid. - De overtollige mest wordt gebruikt op eigen bouwland waar geen uitrijbeperkingen gelden in het najaar. Is de opslagcapaciteit nog te klein, dan moet u mestafzetovereenkomsten met afnameplicht afsluiten. Dit moet gebeuren voor 1 september de winterperiode voorgaande. In Wallonië mogen vaste mest (droge stof gehalte >55%) en compost voor maximaal acht maanden op een akker opgeslagen worden. Er moet dan wel aan enkele eisen worden voldaan: - De opslag moet worden gemaakt op minstens 20 meter van een waterloop, bron of een openbaar riool. - Hij mag niet liggen in een glooiing van het landschap. - Hij moet minstens tien meter van de opslagplek van vorig jaar afliggen. Ook op de boerderij mag er vaste mest opgeslagen worden. Hier gelden wel andere regels: - Varkens- en rundermest: Er moet plaats zijn om de mest van minimaal drie maanden op te slaan. Dit kan in een betonnen mestbak met een opvangsysteem voor het water dat eruit lekt. - Bij pluimvee: een betonnen mestbak die afgedekt is, als het drogestofgehalte lager is dan 35%. Bij een drogestofgehalte tussen de 35 en 55% kan dit ook in een gewone mestbak met een opvangsysteem voor het lekwater. Voor de drijfmest is er maar één regel: de mest moet zich bevinden in een mestput die waterdicht en niet te vol is De methoden voor het op of in de bodem brengen van dierlijke mest en andere meststoffen. (Bohnen, B., 2008, p 15-16, Eau- Nitrate, 2007, Geel p 55-60, Emissiearm, 2008 a, Emissiearm, 2008 b, Mestbeleid, 2006, p 24, Mid Term Review, 2007, p 10, Normen, 2009, p 9, Uitrijperiode, 2008, p 2, Wouez, D., 2009) Alle gebieden hebben regels opgesteld om te voorkomen dat de meststoffen zouden afspoelen. Ze verschillen in de manier van opbrengen: In Nederland moet de mengmest (sinds 1 januari 2008) worden aangewend in één werkgang, dit voor weilanden en akker. In Vlaanderen moeten alleen weilanden en beteelde landbouwgronden worden geïnjecteerd en in Wallonië zijn er helemaal geen regels over wat mag en kan. Stalmest mag in Vlaanderen en Nederland wel nog in twee werkgangen worden aangewend. Het onderwerken op akkerpercelen moet in Vlaanderen binnen 24 uur gebeuren (omdat de meststof arm is aan ammoniakale N) en in Nederland direct. Het is overal verboden om meststoffen te lozen in openbare rioleringen, oppervlaktewater, grondwater evenals op openbare wegen, bermen en alle andere gronden die geen landbouwgronden zijn.

19 Landbeheer (Arrêté, 2008, Beheersovereenkomsten, 2008 a, Beheersovereenkomsten, 2008 b, Bemestingsnormen, 2008, p 8-9, Mestbeleid, 2006, p 25, Provinciale, 2008) Overal kunnen beheersovereenkomsten afgesloten worden. Er zijn dan verschillende maatregelen van kracht die dienen om het milieu, de natuur en het landschap te beschermen en behouden. De Vlaamse beheersovereenkomsten duren vijf jaar, maar er wordt jaarlijks uitbetaald. Er zijn zes grote groepen overeenkomsten af te sluiten met de VLM: - Soortenbescherming - Perceelsrandbeheer - Herstel, ontwikkeling en onderhoud van kleine landschapselementen (houtkanten, hagen, heggen en poelen) - Erosiebestrijding - Botanisch beheer - En verbeteren van de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater. In Nederland zijn er ook verschillende beheersovereenkomsten af te sluiten. Het gaat hier over beheerssubsidies, landschapssubsidies, inrichtingssubsidies en subsidies voor de onkosten van samenwerkingsverbanden. In het beheersregime wordt er omschreven hoeveel dierlijke mest de landbouwer op zijn grond mag brengen. Ook in het Waalse gewest kunnen contracten in verband met landbeheer voor vijf jaar worden afgesloten door iedereen. Er zijn speciale S.E.P. zones (Structure Ecologique Principale), die door het centrum voor onderzoek van natuur, bos en hout zijn aangeduid. In deze gebieden zijn de bedragen die uitgekeerd worden 20% hoger dan in de rest van Wallonië. Er zijn overeenkomsten voor onder andere hagen en bomenranden, waterplassen, natuurlijke weiden, het extensieve gebruik van weilanden, bodembedekking in de wintermaanden, het gebruik van plaatselijke dierrassen, Behoud van minimumvegetatie in (regen)periodes (Eau- Nitrate, 2007, Groen p 4, Geel p 2, Mestbeleid, 2006, p 24, Mid Term Review, 2007, p 20-21, Programme, 2007, p 2-3) In België en Nederland worden er maatregelen getroffen om te zorgen dat de bodem ook in de winter nog bedekt is. Op deze manier wordt uitspoelen van nutriënten voorkomen. Het scheuren van de weilanden mag enkel in het voorjaar. In Vlaanderen moet iedere landbouwer zijn areaal permanent grasland behouden. Het referentiejaar is De definitie van permanent grasland is: grasland dat minstens vijf jaar niet is opgenomen in de vruchtwisseling. Binnen het bedrijf mag er geschoven worden met de hectaren. Verder moet er op de derogatiepercelen een vanggewas na de wintertarwe en een grassnede voor de maïs worden ingezaaid. In Nederland is het na maïs op zand- of lössgronden verplicht om een vanggewas te telen. Dit vanggewas mag zijn: gras, winterrogge, bladkool of bladrammenas. Het vanggewas mag na de oogst gezaaid worden maar mag ook als onderzaai geteeld worden. Het gewas mag niet vernietigd worden voor 1 februari.

20 20 In de Waalse kwetsbare gebieden is er een verplichting om 75% van de oppervlakte die voor 1 september geoogst is te bedekken, als ze anders tot 1 januari braak blijft. De gewassen die ingezaaid worden, zijn gewassen met een hoge N- opname en de zaai moet gebeuren voor 15 september. Ze mogen ten vroegste worden ondergewerkt op 30 november. Er mogen tot 50% leguminosen worden ingezaaid als er geen dierlijke mest op is gereden. Erwten en linzen zijn niet toegelaten Meststoffenboekhouding Het bemestingsplan (Bemestingsplan, 2008a, Bemestingsplan, 2008b, p 1, Bohnen, B., 2008, p 48-51, Derogatie, 2008 b, Derogatie, 2008 c, p 4, Derogatie, 2008 d, Voorwaarden, 2008, p 1-2) In Vlaanderen en Nederland moeten de bedrijven die deelnemen aan de derogatie een bemestingsplan opstellen. Ook de bedrijven met een hoog nitraatresidu het jaar voordien (in Vlaanderen), zijn ook verplicht om deze plannen op te stellen. Deze plannen hoeven niet te worden opgestuurd, maar moeten wel op het bedrijf ter inzage liggen, moest er een controle komen. De mestbalans (Mestbalans, 2008, Mid Term Review, 2007, p 9) In Vlaanderen moet er voor ieder bedrijf een mestbalans opgesteld worden. Een mestbalans geeft het verschil aan tussen enerzijds de productie van dierlijke mest op een bedrijf en anderzijds de afzet van dierlijke mest op de gronden van dit bedrijf. We onderscheiden hier in hoofdzaak twee soorten bedrijven: - Mestoverschotsbedrijven: er is meer productie van dierlijke mest dan er afzetmogelijkheden op eigen grond zijn. Hier gaat de Mestbank via transportdocumenten na of dit overschot aan mest correct werd afgezet. - Andere: deze kunnen nog mest ontvangen. Ook hier gaat de Mestbank via transportdocumenten na of er niet teveel nutriënten werden ontvangen. Andere gegevens (Mestbeleid, 2006, p 20-23) De Nederlandse landbouwer moet ook een aantal gegevens bijhouden: - Het aantal dieren moet afhankelijk van de diersoort dagelijks of maandelijks worden bijgehouden - Aan- en afvoer van de dieren - De hoeveelheid dierlijke mest en andere meststoffen in voorraad en de aan- en afvoer ervan. - Aan- en afvoer van melk, voeder, eieren (Eau- Nitrate, 2007, Blauw p 31, Geel p 1) In Wallonië moet de landbouwer alleen de rekeningen van de aangekochte kunstmeststoffen twee jaar bewaren. Bij de aankoop van organische meststoffen van buiten de landbouw is er een analyse nodig van de nutriënten die het product bevat. Tevens is er een echtheidscertificaat nodig, dat bewijst dat de handel en het gebruik legaal is.

21 Normen Voor mestproductie (Bijlage 2-5, 7, 12, Bohnen, B., 2008, p 18-20, 29-33, Eau- Nitrate, 2007, Blauw p 14, Normen, 2009, p 1-3, Programme, 2007, p 2, Tabellen, 2008, p 13-16, 20-21) Alle gebieden werken met forfaitaire normen voor de mestproductie van de dieren. De norm hangt af van de diersoort, de leeftijd, het gewicht en het staltype. In Wallonië bij pluimvee en varkens moeten we opletten omdat er hier niet geteld wordt per dier, maar wel per plaats in de stal. In de Nederlandstalige gebieden is er ook een N- emissie. Deze hangt weer af van de soort stallen waarin de dieren gehuisvest zijn. Tevens hebben beide gebieden een aparte tabel voor de melkkoeien. In Vlaanderen houdt men rekening met de hoeveelheid melk die de koeien gemiddeld op het bedrijf geven. In Nederland houdt de wetgeving bijkomend nog rekening met het ureumgehalte van de geleverde melk. Bij grotere intensieve bedrijven in Vlaanderen en Nederland mogen de forfaitaire normen niet meer gebruikt worden. Zo werkt men in Vlaanderen met een convenant of een regressierechte bij het gebruik van voeders met een lage eiwit- en / of fosfaatinhoud. In Nederland moeten deze bedrijven werken met een stalbalans Voor mestgebruik (Bemestingsnormen, 2008, p 11, Bijlage 6, 8, Bohnen, B., 2008, p 36, 39, 42, Eau- Nitrate, 2007, Blauw p 15, Geel p 1-4, Meerjarig, 2008, Programme, 2007, p 2, Tabellen, 2008, p 4-6, 9) Ook voor het mestgebruik zijn er natuurlijk een aantal regels opgesteld. Hoeveel mest er mag worden gereden bij welke teelten. De normen die zijn opgesteld verschillen per gebied, maar ook de onderverdelingen verschillen. In Wallonië bijvoorbeeld is er een norm voor grasland en één voor akkerpercelen. In Vlaanderen hebben ze al aparte normen voor de belangrijkste akkerbouwteelten en in Nederland is het een hele lijst met alle mogelijke teelten. Dit heeft natuurlijk te maken met de nood aan een bemestingsregime. In Vlaanderen zitten er relatief veel intensieve bedrijven op weinig grond, er is dus veel mest. Daarom moeten ze daar strengere eisen stellen. In Wallonië is er eerder een mesttekort, daarom kan men wat losser omgaan met de regeltjes. Meststoffen mogen ook met een meerjarig perspectief worden aangebracht in alle drie de gebieden. In Vlaanderen mogen de meststoffen dan maximaal 15 % van de totale N bevatten en is er een attest nodig. Ook verschillen de manieren waarop de normen zijn onderverdeeld. In België (Vlaanderen en Wallonië) zijn er normen voor de totale bemesting en voor de bemesting uit dierlijke meststoffen. Het verschil tussen beide kan dan opgevuld worden met kunstmeststoffen. In Vlaanderen worden deze kunstmeststoffen ook door een maximum norm beperkt. In Nederland werkt de regelgeving met gebruiksruimtes. De gebruiksruimtes voor dierlijke mest worden vermenigvuldigd met een werkingscoëfficiënt. Dit product wordt dan afgetrokken van de totale gebruiksruimte om te komen tot de hoeveelheid kunstmeststoffen, die er gebruikt mag worden. In Wallonië wordt geen rekening gehouden met de P 2 O 5, enkel N dus.

22 Wanneer mest afvoeren? (Bohnen, B., 2008, p 57-60, Eau- Nitrate, 2007, Blauw p 13, Verwerkingsplicht, 2008) Overal moet er mest worden afgevoerd als de productie groter is dan de mest die er op de percelen mag worden gebracht. In Wallonië hebben ze daar zelfs een speciaal getal voor gemaakt: de bodembelasting (Liaison au sol). Deze bodembelasting wordt berekend door de eigen geproduceerde dierlijke mest en de aangevoerde mest te delen door de mest die het bedrijf kwijt kan op zijn gronden. Als dit getal groter is dan één, moet er mest afgevoerd worden. In Vlaanderen moeten grote bedrijven een deel van hun mest verwerken. Er is een drempelwaarde van 5000 kg N: onder deze waarde hoeft er niet verwerkt te worden, erboven wel. Het percentage te verwerken mest, hangt af van de productiedruk in de gemeente en de hoeveelheid overschot dat er op het bedrijf is. Bij het uitbreiden van het bedrijf of het overnemen van nutriënt emissierechten zonder een korting van 25%, moet er ook meer mest worden verwerkt. 1.5 Derogatie (Derogatie, 2008 a, Derogatie, 2008 d) In de kwetsbare zones is het verboden om meer dan 170 kg N uit dierlijke mest/ ha op de percelen te brengen. Doordat een regio een derogatie aanvraagt, kan de landbouwer meer dierlijke mest op zijn gronden opbrengen. Dit gaat wel ten koste van de kunstmest of andere meststoffen die er op die percelen opgebracht mogen worden. Deze derogatie vereisten worden door de verschillende regio s voorgelegd aan de Europese Commissie. Deze kunnen ze goedkeuren voor een periode van vier jaar. Na deze periode wordt er gekeken naar een aantal parameters (vooral de waterkwaliteit) om te beslissen of de derogatie nog mag worden verlengd. In Vlaanderen en Nederland lijken de derogatie vereisten nogal op elkaar. In Wallonië is de derogatie totaal anders, daarom wordt deze apart besproken. In Vlaanderen loopt de huidige derogatie nog tot 31 december 2010, in Nederland zal ze herzien worden voor 31 december Vlaanderen en Nederland Wie kan deelnemen? (Bohnen, B., 2008, p 41, Derogatie, 2008 c, p 2, Voorwaarden, 2008, p 1) Er zitten grote verschillen in de derogaties voor wie er kan deelnemen. In Vlaanderen is de derogatie perceelsgebonden en moeten de percelen en teelten dus aan verschillende eisen voldoen. Alle percelen kunnen deelnemen aan derogatie met uitzondering van: - Percelen gelegen in waterwingebieden (zone 1). - Percelen gelegen in fosfaatverzadigde gebieden waar de maximale norm van 40 kg P 2 O 5 per ha en per jaar van toepassing is. - Percelen waar de nulbemesting van toepassing is (=2GVE/ha/jaar).

23 23 Er zijn ook regels in verband met het gewas dat op die percelen staat, dat moet een lang groeiseizoen hebben en een hoge N- opname. Vlaanderen heeft hiervoor de volgende teelten geselecteerd: - Grasland of een combinatieteelt van gras. - Maïs voorafgegaan door één snede gemaaid en afgevoerd gras. - Wintertarwe gevolgd door een niet-vlinderbloemig vanggewas. - Suiker- en voederbieten. (Derogatie, 2008 d, Mestbeleid, 2006, p 7-8, Tabellen, 2008, p 9) In Nederland is de derogatie bedrijfsgebonden en moet het bedrijf aan een aantal eisen voldoen om te mogen deelnemen. Zo moet het bedrijf minstens 70% grasland hebben. Het zijn dus vooral rundveehouders die hiervoor in aanmerking komen. Dit grasland is alleen het grasland dat bedoelt is als ruwvoer, dus graszoden, graszaad en groene braak tellen niet mee. Verder mogen alleen die percelen worden meegeteld waar in de periode van 15 mei tot 15 september ononderbroken gras staat Welke mestsoorten? (Bohnen, B., 2008, p 44-45, Derogatie, 2008 b, Derogatie, 2008 c, p 3, Voorwaarden, 2008, p 1) Op de percelen (VL) of bedrijven (NL)die aan derogatie meedoen, mag er niet om het even welke mest uitgereden worden. In Vlaanderen spreekt men van derogatiemest, dit gaat om mest van runderen (met uitzondering van mestkalveren), schapen, geiten en paarden. Ook de dunne fractie van varkensmest komt in aanmerking (er moet wel een dunne fractie -attest bij zijn). (Derogatie, 2008 d, Mestbeleid, 2006, p 5,8) In Nederland gebruikt men de term graasdierenmest, dit komt overeen met mest van: runderen (uitgezonderd vleeskalveren), schapen, geiten, paarden, ezels, Midden- Europese edelherten, damherten en waterbuffels. Deze indeling ligt vast het maakt dus niet uit of de dieren ook echt kunnen grazen. De mest van staldieren mag ook gebruikt worden maar dan geldt de normale norm van 170 kg N per ha en per jaar weer. We kunnen hieruit opmaken dat de Vlaamse derogatiemest en de Nederlandse graasdierenmest in grote lijnen overeenkomen Welke bemestingsnormen? (Bohnen, B., 2008, p 42, Derogatie, 2008 b, Derogatie, 2008 c, p 3, Voorwaarden, 2008, p 1) De totale bemestingsnormen of gebruiksruimten blijven gelijk. Wel is er een verschuiving van de normen of ruimtes voor dierlijke mest. In Nederland groeit deze tot 250 kg N uit graasdierenmest op alle teelten, behalve bij teelten of percelen waar de totale norm kleiner is dan deze waarde. In Vlaanderen geldt op grasland en op maïs met vooraf gras ook de norm van 250 kg N uit derogatiemest. Op wintertarwe plus vanggewas en op voeder- en suikerbieten mag er tot 200 kg N uit dierlijke mest gebracht worden.

De gegevens zijn gebaseerd op het nieuwe mestdecreet en zijn geldig voor 2007.

De gegevens zijn gebaseerd op het nieuwe mestdecreet en zijn geldig voor 2007. VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ UW PARTNER IN DE OPEN RUIMTE Normen editie maart 2007 De gegevens zijn gebaseerd op het nieuwe mestdecreet en zijn geldig voor 2007. 1 Uitscheidingscijfers Diersoort Uitscheiding

Nadere informatie

DEROGATIEVOORWAARDEN 2015

DEROGATIEVOORWAARDEN 2015 1 AANVRAAG Het aanvragen van derogatie in 2015 bestaat uit twee stappen: 1. als u derogatie wil toepassen, dient u een aanvraag in bij de Mestbank, uiterlijk op 31 juli 2015. Door die aanvraag te doen,

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

DEROGATIEVOORWAARDEN 2016

DEROGATIEVOORWAARDEN 2016 1 AANVRAAG Het aanvragen van derogatie in 2016 bestaat uit twee stappen: 1. als u derogatie wil toepassen, dient u een aanvraag in bij de Mestbank, uiterlijk op 15 februari 2016. Door die aanvraag te doen,

Nadere informatie

Uitscheiding in kg/dier, jaar Diersoort

Uitscheiding in kg/dier, jaar Diersoort VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ UW PARTNER IN DE OPEN RUIMTE Normen editie januari 2008 1 Uitscheidingscijfers Uitscheiding in kg/dier, jaar Diersoort N N derogatie RUNDVEE Melkvee Melkkoeien met een melkproductie

Nadere informatie

Wat moet de landbouwer doen? - Vlaamse Landmaatschappij

Wat moet de landbouwer doen? - Vlaamse Landmaatschappij pagina 1 van 5 U bent hier : Vlaamse Landmaatschappij > Land- & tuinbouwers > Mestbank > Derogatie > Wat moet de landbouwer doen? Wat moet de landbouwer doen? De voorwaarden verbonden aan derogatie, zijn

Nadere informatie

Veelgestelde vragen bij het nieuwe actieprogramma

Veelgestelde vragen bij het nieuwe actieprogramma Veelgestelde vragen bij het nieuwe actieprogramma Doelstelling Hoe kan het dat in Nederland een andere regeling geldt dan in Vlaanderen voor dezelfde Nitraatrichtlijn? In Nederland mag bijvoorbeeld al

Nadere informatie

1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven

1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven MAP V Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Normen voor stikstofbemesting Normen voor fosforbemesting 1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Gebieden waar de nitraatconcentraties in

Nadere informatie

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303 Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden

Nadere informatie

De bemesting van fruitbomen volgens de mestwetgeving

De bemesting van fruitbomen volgens de mestwetgeving van fruitbomen De bemesting van fruitbomen de mestwetgeving volgens de mestwetgeving de bemesting van fruitbomen volgens de mestwetgeving Voor welke teelten is deze brochure samengesteld? In deze brochure

Nadere informatie

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)?

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)? Het mestdecreet Waar staan we er (voor)? Tongeren, 25 januari 2011 Poperinge, 26 januari 2011 Bocholt, 27 januari 2011 Hoogstraten, 3 februari 2011 Oudenaarde, 8 februari 2011 Waarom? Huidige actieprogramma

Nadere informatie

Weetjes over het nieuwe MAP IV

Weetjes over het nieuwe MAP IV Weetjes over het nieuwe MAP IV 1. Wijzigingen in verband met werkzame stikstof Met MAP 4 worden enkele definities aangepast en worden er een aantal nieuwe definities toegevoegd. Eén van de nieuwe begrippen

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ HET OVERZICHT AFKEURINGEN EN SANCTIES DEROGATIE 2016

TOELICHTING BIJ HET OVERZICHT AFKEURINGEN EN SANCTIES DEROGATIE 2016 TOELICHTING BIJ HET OVERZICHT AFKEURINGEN EN SANCTIES DEROGATIE 2016 www.vlm.be INHOUD 1 Sanctie van het voorgaande jaar... 3 2 Onregelmatigheden vastgesteld door administratieve controles... 3 2.1 Algemene

Nadere informatie

Derogatievoorwaarden 2012

Derogatievoorwaarden 2012 Aanvraag Het aanvragen van derogatie in 2012 bestaat uit twee stappen: 1. de aanvraag: als u derogatie wil toepassen, dient u een aanvraag in bij de Mestbank, uiterlijk op 15 februari 2012. Door die aanvraag

Nadere informatie

Mest hoort thuis op het land, niet in het water. (Rebekka Veeckman, Luc Gallopyn, VLM)

Mest hoort thuis op het land, niet in het water. (Rebekka Veeckman, Luc Gallopyn, VLM) Mest hoort thuis op het land, niet in het water. (Rebekka Veeckman, Luc Gallopyn, VLM) Het is evident dat mest thuishoort op het land en niet in het water. En toch gebeurt het regelmatig dat dierlijke

Nadere informatie

Derogatievoorwaarden 2011

Derogatievoorwaarden 2011 Voorwaarden om een aanvraag in te dienen Aanvraag Het aanvragen van derogatie in 2011 bestaat uit twee stappen: 1. de aanvraag: als u derogatie wil toepassen, dient u een aanvraag in bij de Mestbank, uiterlijk

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 19 NOVEMBER 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de bescherming van het water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische

Nadere informatie

Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen

Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen Registratie bedrijf doorgeven bedrijfsgegevens relatienummer locatie(s) Eenmalig, bij start van uw bedrijf. Ja. Wijzigingen binnen 30 dagen doorgeven

Nadere informatie

Derogatie / BKM /

Derogatie / BKM / Derogatie / BKM / 1.02.2016 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Derogatie

Nadere informatie

Focusbedrijven en nitraatresidu. Gebieds- én bedrijfsspecifieke

Focusbedrijven en nitraatresidu. Gebieds- én bedrijfsspecifieke MAP5 in 2015 Focusbedrijven en nitraatresidu Gebieds- én bedrijfsspecifieke aanpak Focusbedrijf 2015 Meer dan 50% van het areaal in focusgebied Gronden in gebruik op 1 januari 2014 Enkel rekening gehouden

Nadere informatie

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 1. CONCLUSIES 1.1. BEDRIJFSSITUATIE Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00 Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 Melkproductie (totaal per jaar) 765.000

Nadere informatie

Normen en richtwaarden 2010

Normen en richtwaarden 2010 VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ SAMEN INVESTEREN IN DE OPEN RUIMTE Normen en richtwaarden 2010 editie januari 2010 1 Uitscheidingscijfers Diersoort Uitscheiding in kg/dier, jaar N RUNDVEE Melkvee Melkkoeien met

Nadere informatie

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem Actieprogramma 2015 2018 in uitvoering van de Nitraatrichtlijn Uitgangspunt van het 5 de Actieprogramma Bodemkwaliteit (organische stof)

Nadere informatie

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013)

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013) Besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006

Nadere informatie

Derogatie / BKM Campagne 2017

Derogatie / BKM Campagne 2017 Derogatie / BKM Campagne 2017 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// AANPASSINGEN

Nadere informatie

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Mestbeleid Stelsel van verplichte mestverwerking 13 januari 2014 Joke Noordsij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 Inhoud Wat hebben we nu aan mestbeleid Wat gaat er veranderen Stelsel verplichte

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ HET BEMESTINGSREGISTER EN BEMESTINGSPLAN IN HET KADER VAN BEHEERSOVEREENKOMSTEN WATER

TOELICHTING BIJ HET BEMESTINGSREGISTER EN BEMESTINGSPLAN IN HET KADER VAN BEHEERSOVEREENKOMSTEN WATER TOELICHTING BIJ HET BEMESTINGSREGISTER EN BEMESTINGSPLAN IN HET KADER VAN BEHEERSOVEREENKOMSTEN WATER 1. Beheersovereenkomsten water: WAT moet ik in ieder geval weten? Heel wat landbouwers die percelen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 174 17 september 18 Ontwerpregeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van..., nr. WJZ/186786, tot

Nadere informatie

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen?

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen? Algemeen 1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen? Zodra u een MVO heeft ingestuurd kunt u deze niet meer corrigeren.

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP VLAAMSE OVERHEID N. 2011 1305 [C 2011/35366] 6 MEI 2011. Decreet houdende wijziging van het Mestdecreet van 22 december 2006 (1) Het Vlaams Parlement

Nadere informatie

Normen en richtwaarden 2010

Normen en richtwaarden 2010 VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Normen en richtwaarden 2010 editie maart 2010 1 Uitscheidingscijfers Forfaitaire uitscheidingscijfers Diersoort Uitscheiding in kg/dier, jaar N NER-D-waarde RUNDVEE Melkvee Melkkoeien

Nadere informatie

MAP 6 OP DE VALREEP GOEDGEKEURD

MAP 6 OP DE VALREEP GOEDGEKEURD MAP 6 OP DE VALREEP GOEDGEKEURD Zoals verwacht is woensdag 22 mei mestactieplan 6 goedgekeurd. Er is via allerlei kanalen nog geprobeerd de stemming te beïnvloeden, maar er zijn geen verdere wijzigingen

Nadere informatie

Toelichting landbouwersaangifte en Mestbankloket 2013 voor Intermediairs. Brugge, 28/11/2013 Hasselt, 2/12/2013

Toelichting landbouwersaangifte en Mestbankloket 2013 voor Intermediairs. Brugge, 28/11/2013 Hasselt, 2/12/2013 Toelichting landbouwersaangifte en Mestbankloket 2013 voor Intermediairs Brugge, 28/11/2013 Hasselt, 2/12/2013 Programma 13.45 14.45 : Aangifte landbouwers 2013 14.45 15.00 : Vragen 15.00 15.45 : Overzicht

Nadere informatie

Mest, mestverwerking en wetgeving

Mest, mestverwerking en wetgeving Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig

Nadere informatie

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking Mestbeleid Verplichte mestverwerking Eind december 2013 zijn de details van de verplichte mestverwerking bekend geworden. Dit betekent onder andere dat de verwerkingspercentages en de definitie van verwerken

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. ONTWERP WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van..., houdende wijziging van het Besluit gebruik meststoffen en het Besluit glastuinbouw

Nadere informatie

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden 1 Bemestingsnormen editie maart 2014 Sinds 2012 zijn de stikstofbemestingsnormen voor de beheerovereenkomst water 30%

Nadere informatie

nodigt u uit voor de studiedagen: Varkenshouderij Actueel

nodigt u uit voor de studiedagen: Varkenshouderij Actueel De studiedagen zijn GRATIS. Inschrijving is IET vereist. Het wordt echter op prijs gesteld dat scholen die met meer dan 10 leerlingen komen, vooraf verwittigen. Uitnodiging De Vlaamse overheid - Dep. Landbouw

Nadere informatie

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers DEMETERtool in de praktijk Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers Slotevenement 7 maart 2016 Landbouwbedrijven 50 bedrijven (10 per provincie) op vrijwillige basis verschillende types landbouwbedrijf

Nadere informatie

Handleiding bij de BASsistent Mestproductie

Handleiding bij de BASsistent Mestproductie Handleiding bij de BASsistent Mestproductie 2010 Doorheen het programma kan u enkel de groene cellen invullen door een tekst of getal te typen of de juiste mogelijkheden te kiezen in de keuzeboxen. Handleiding

Nadere informatie

Gebruik van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of exploitatietechniek voor de diergroep varkens

Gebruik van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of exploitatietechniek voor de diergroep varkens Gebruik van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of exploitatietechniek voor de diergroep varkens In het kader van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of

Nadere informatie

Uitrijden effluent binnen MAP 5

Uitrijden effluent binnen MAP 5 Uitrijden effluent binnen MAP 5 Inleiding Het nieuwe mestdecreet bevat een aantal wijzigingen voor het uitrijden van effluent van een biologische mestverwerkingsinstallatie. Om meer duidelijkheid te scheppen,

Nadere informatie

Uitrijden effluent binnen MAP 5

Uitrijden effluent binnen MAP 5 Uitrijden effluent binnen MAP 5 Inleiding Het nieuwe mestdecreet bevat een aantal wijzigingen voor het uitrijden van effluent van een biologische mestverwerkingsinstallatie. Om meer duidelijkheid te scheppen,

Nadere informatie

Uitrijregeling. De uitrijperiode is afhankelijk van de volgende parameters:

Uitrijregeling. De uitrijperiode is afhankelijk van de volgende parameters: Uitrijregeling De uitrijperiode is afhankelijk van de volgende parameters: het type meststof het soort bedrijf (focusbedrijf of niet-focusbedrijf) de teelt (akkerland, grasland of specifieke teelten) het

Nadere informatie

U neemt een vergunde mestopslag in gebruik die hoort bij een bestaande (leegstaande) exploitatie.

U neemt een vergunde mestopslag in gebruik die hoort bij een bestaande (leegstaande) exploitatie. FAQ s opslag van vaste dierlijke op landbouwgrond 1. Wat is vaste dierlijke mest? Onder vaste dierlijke mest wordt verstaan: champost stalmest vaste fractie na het scheiden van dierlijke mest dierlijke

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2011 betreffende de voorwaarden tot het verkrijgen van een derogatie aan de bemestingsnormen als vermeld in artikel 13 van het Mestdecreet van 22 december 2006

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie 11765 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [2011/200737] 11 FEBRUARI 2011. Ministerieel besluit tot nadere bepaling van de strengere verbodsbepalingen ter uitvoering van artikel 38 van het Mestdecreet

Nadere informatie

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...

Nadere informatie

AANDACHTSPUNTEN VOOR DE ERKENDE MESTVOERDER

AANDACHTSPUNTEN VOOR DE ERKENDE MESTVOERDER AANDACHTSPUNTEN VOOR DE ERKENDE MESTVOERDER Papierloos vervoer Transportdocumenten TVO Staalname en analyse Spreiden van mest Opvolging erkende mestvoerder Export Mestbankloket 4/02/2016 2 Papierloos vervoer

Nadere informatie

Uitrijden effluent binnen MAP 5

Uitrijden effluent binnen MAP 5 Uitrijden effluent binnen MAP 5 Inleiding Het nieuwe mestdecreet bevat een aantal wijzigingen voor het uitrijden van effluent van een biologische mestverwerkingsinstallatie. Om meer duidelijkheid te scheppen,

Nadere informatie

Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1977 betreffende de handel in meststoffen en bodemverbeterende middelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1977 betreffende de handel in meststoffen en bodemverbeterende middelen; MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 16 DECEMBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering houdende het toestaan van afwijkingen op de uitrijregeling voor bepaalde cultuurgronden in toepassing van artikel

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

NRS Mineraal. Managementproducten - NRS Mineraal. Beslissen van kalf tot koe

NRS Mineraal. Managementproducten - NRS Mineraal. Beslissen van kalf tot koe NRS Mineraal Met ingang van 2006 is in Nederland een nieuwe mestwetgeving ingevoerd die is afgestemd op de Europese normen. Het gebruik van stikstof (N) en fosfaat (P2O5) moet verminderen en er komt meer

Nadere informatie

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Mesdag Zuivelfonds NLTO Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit

Nadere informatie

Normen en richtwaarden

Normen en richtwaarden VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ SAMEN INVESTEREN IN DE OPEN RUIMTE geactualiseerde versie Normen en richtwaarden editie mei 2009 1 Uitscheidingscijfers Uitscheiding in kg/dier, jaar Diersoort N N derogatie RUNDVEE

Nadere informatie

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties

Nadere informatie

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van : Vanggewas na maïs Informatie en productenoverzicht Lid van : 2 Vanggewas na maïs Een vanggewas is een groenbemestingsgewas dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen,

Nadere informatie

Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg

Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg Mia Tits, Frank Elsen Project uitgevoerd door de Bodemkundige

Nadere informatie

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013 Analyse waterkwaliteit Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013 OPPERVLAKTEWATER 70 60 50 40 30 20 10 0 MAP 4: Doelstellingen oppervlaktewater % MAP meetpunten > 50 mg nitraat per liter Metingen MAP-meetnet

Nadere informatie

Vragen en antwoorden n.a.v. voorlichtingsbijeenkomst over nieuw GLB en nieuw mestbeleid bij Administratiekantoor Woldendorp te Bedum op

Vragen en antwoorden n.a.v. voorlichtingsbijeenkomst over nieuw GLB en nieuw mestbeleid bij Administratiekantoor Woldendorp te Bedum op Vragen en antwoorden n.a.v. voorlichtingsbijeenkomst over nieuw GLB en nieuw mestbeleid bij Administratiekantoor Woldendorp te Bedum op 16-01-2014 1. Tijdelijk en blijvend grasland; wat zijn de gevolgen

Nadere informatie

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor

Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor Veldleeuwerik vergroeningspakket 2019 Toegestane maatregelen voor de invulling van Ecologisch aandachtsgebied. Vanggewassen Opties Weegfactor Voorwaarden Stikstofbindende gewassen 1.0 a. Eén van de toegestane

Nadere informatie

Dierlijke mest. Inleiding

Dierlijke mest. Inleiding 054 1 Dierlijke mest Inleiding Dierlijke mest is afkomstig van de veehouderij, waar met name runderen, varkens en kippen worden gehouden voor menselijke consumptie in binnen- en buitenland. Door de sterke

Nadere informatie

http://www.emis.vito.be Belgisch Staatsblad d.d. 27-04-2007 VLAAMSE OVERHEID

http://www.emis.vito.be Belgisch Staatsblad d.d. 27-04-2007 VLAAMSE OVERHEID N. 2007 1696 VLAAMSE OVERHEID 9 MAART 2007. Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46607 7 september 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 6 september 2016, nr. WJZ/16125101,

Nadere informatie

14-1-2014. Welkom. Voorlichting Verplichte mestverwerking. Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie

14-1-2014. Welkom. Voorlichting Verplichte mestverwerking. Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie Welkom Voorlichting Verplichte mestverwerking Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie 1 Inhoud Bibob toetsing op registratie intermediair Verwerkingsplicht: basis uitzonderingen overeenkomsten praktijksituaties

Nadere informatie

N-index: wat zeggen de cijfers?

N-index: wat zeggen de cijfers? Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking

Nadere informatie

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8

Nadere informatie

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs Auteurs Gert Van de Ven, An Schellekens Wendy Odeurs Joos Latré 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Adviezen...

Nadere informatie

Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw

Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw In het kader van nieuw mestbeleid en toeslagrechten, lust of last? door ing. A.N. (Arno) Vroegindeweij ab Directeur ComponentAgro B.V. Agenda Toeslagrechten

Nadere informatie

c.c. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EX Den Haag Bilthoven, 29 augustus 2016

c.c. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EX Den Haag Bilthoven, 29 augustus 2016 Technische commissie bodem Postbus 30947 T 070 4566596 2500 GX Den Haag E info@tcbodem.nl Staatssecretaris van Economische Zaken De heer ir. M.H.P van Dam Postbus 20401 2500 EK Den Haag c.c. De Staatssecretaris

Nadere informatie

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf Principe van een OS- balans Het doel van een OS-balans is handhaven van het organische stofgehalte. Aanvoerbronnen

Nadere informatie

Correct spuistroomgebruik = drastische verbetering lokale waterkwaliteit

Correct spuistroomgebruik = drastische verbetering lokale waterkwaliteit Correct spuistroomgebruik = drastische verbetering lokale waterkwaliteit OVERZICHT Het Mestdecreet Doelstelling Historiek Tuinbouwbesluit De Mestbankaangifte Aangifteplicht Aangifte grondloze tuinbouw

Nadere informatie

BASsistent Balanssimulator

BASsistent Balanssimulator Vlaanderen is open ruimte BASsistent Balanssimulator Het rekenprogramma BASsistent Balanssimulator laat toe om: een simulatie van de mestbalans voor een bepaald productiejaar te maken een bemestingsplan

Nadere informatie

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019

Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019 Opties en voorwaarden Akkerbouw-strokenpakket 2019 Laatst gewijzigd 28 februari 2019 Om aan de vergroeningseis 5% ecologisch aandachtsgebied te voldoen kunt u in 2019 kiezen voor 1 of meer van de volgende

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN WATER TEGEN DE VERONTREINIGING DOOR NITRATEN UIT AGRARISCHE BRONNEN

VOORSTEL VAN DECREET BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN WATER TEGEN DE VERONTREINIGING DOOR NITRATEN UIT AGRARISCHE BRONNEN 1 VOORSTEL VAN DECREET BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN WATER TEGEN DE VERONTREINIGING DOOR NITRATEN UIT AGRARISCHE BRONNEN Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Beste ondernemer, Editie februari 2015. PAS: een oplossing?

Beste ondernemer, Editie februari 2015. PAS: een oplossing? Editie februari 2015 Beste ondernemer, In deze nieuwsbrief informeren wij u over de stand van zaken in de PAS, welke tot 20 februari 2015 ter inzage ligt. Hoewel de invoering van de PAS enkele malen is

Nadere informatie

Handleiding bij BASsistent Mestproductie 2009 versie 1.3

Handleiding bij BASsistent Mestproductie 2009 versie 1.3 Handleiding bij BASsistent Mestproductie 2009 versie 1.3 Versie 3: 13/01/2009 Waarvoor dient deze handleiding? Deze handleiding helpt u op weg bij het downloaden en het gebruik van het rekenprogramma BASsistent

Nadere informatie

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2 VANGGEWASSEN INHOUD 1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2 1.1 Wat bedoelen we met vanggewassen? 2 1.2 Hoeveel vanggewassen moet u inzaaien? 1.3 Hoelang moet u het vanggewas laten staan? 3 4 1.4 Geef

Nadere informatie

Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik

Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik Masterclass Mestverwaarding Citaverde college Horst 4 oktober 2017 Erik Mulleneers, Projectleider zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn Programma Mest Directoraat-Generaal

Nadere informatie

3 november 2011 Ben Rooyackers

3 november 2011 Ben Rooyackers 3 november 2011 Ben Rooyackers Mestac, mestproducenten coöp. Afzet drijfmest (300.000 ton/jaar) Vooraf gemaakte afspraken Faciliteert mestverwerking; Begeleiding, stimulering gebruik nieuwe generatie meststoffen

Nadere informatie

Normen en richtwaarden 2011

Normen en richtwaarden 2011 Vlaamse Landmaatschappij Normen en richtwaarden 2011 editie juni 2011 1 Uitscheidingscijfers Forfaitaire uitscheidingscijfers Diersoort Uitscheiding in kg/dier, jaar N NER-D-waarde RUNDVEE Melkvee Melkkoeien

Nadere informatie

Mest, mestverwerking en mestwetgeving

Mest, mestverwerking en mestwetgeving Mest, mestverwerking en mestwetgeving Frits Vink Ketenmanager grondgebonden veehouderij Ministerie van Economische Zaken Inhoud Feiten en cijfers (3 sheets) Huidig mestbeleid (2 sheets) Mestbeleid: koers

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 782 21 december 18 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 december 18, nr. WJZ/182378,

Nadere informatie

NORMEN EN RICHTWAARDEN 2015

NORMEN EN RICHTWAARDEN 2015 NORMEN EN RICHTWAARDEN 05 versie juli 05 www.vlm.be INHOUD Uitscheidingscijfers... 3. Forfaitaire uitscheidingscijfers 3. Uitscheidingscijfers veevoederconvenant 5.3 Uitscheidingscijfers regressie 6 Richtwaarden

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Wijzigingen Gecombineerde opgave 2019 Wat is er gewijzigd in de Gecombineerde opgave 2019? U ziet in dit overzicht de wijzigingen per onderwerp.

Wijzigingen Gecombineerde opgave 2019 Wat is er gewijzigd in de Gecombineerde opgave 2019? U ziet in dit overzicht de wijzigingen per onderwerp. Wijzigingen Gecombineerde opgave 2019 Wat is er gewijzigd in de Gecombineerde opgave 2019? U ziet in dit overzicht de wijzigingen per onderwerp. Onderwerpen in de opgave Relatiegegevens Er zijn geen wijzigingen

Nadere informatie

Strategieën voor graslandbemesting

Strategieën voor graslandbemesting Strategieën voor graslandbemesting Auteurs An Schellekens Joos Latré In samenwerking met Luc Van Dijck 7/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Effecten van soort van

Nadere informatie

Actua Bemesting. Dominique Van Haecke. PCS Studiedag Boomkwekerij 2016, 4 februari 2016, Destelbergen 1

Actua Bemesting. Dominique Van Haecke. PCS Studiedag Boomkwekerij 2016, 4 februari 2016, Destelbergen 1 Actua Bemesting Dominique Van Haecke 1 Inhoud Systeem Werkzame Stikstof Fosforbemestingsnormen Verplichte staalnames met bemestingsadvies Staalnames ikv betalingsrechten CVBB - Individuele Begeleiding

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Franky Coopman, Joris De Nies, Katleen Geerinckx,

Nadere informatie

MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche

MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche MAP 6 stand van zaken Europese Commissie principiële goedkeuring actieprogramma MAP6 o p 21/ 12/ 18 Openbaar onderzoek lopende tot 21/2/2019 Omzetting in Vlaamse regelgeving:

Nadere informatie

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV. Toelichting op de cijfers van de mestproductie in 2018 zoals berekend in de vorm van momentopnames in kwartaalrapportages en zoals gepubliceerd als voorlopige cijfers d.d.15-2-2018 op de CBS-website. Deze

Nadere informatie

de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank

de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank Verhoeven Verstand van het platteland! Boerenverstand werken aan praktische duurzaamheid! Zo verkopen we de melk Wat is duurzame melk? Blije koeien:

Nadere informatie

Werkzame stikstof v.s. Totale stikstof

Werkzame stikstof v.s. Totale stikstof Werkzame stikstof v.s. Totale stikstof Verónica Dias Demonstratieproject (03-2015 02-2017) 1 MAP IV: 2 systemen Totale N berekenen op basis van de totale N van een bepaalde meststof Werkzame N berekenen

Nadere informatie

Mestrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen

Mestrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen Mestrapport 2015 over de mestproblematiek in Vlaanderen Vernieuwde rapportering Sinds 2001: jaarlijks Voortgangsrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen Wijziging rapporteringsvereisten Mestdecreet

Nadere informatie

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015 MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015 Mestbeleid = 3 sporenbeleid 29/05/2015 2 Focus op oordeelkundige bemesting N Evenwichtsbemesting

Nadere informatie

Vlaanderen is open ruimte. overzicht wijzigingen VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ. vlm.be

Vlaanderen is open ruimte. overzicht wijzigingen VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ. vlm.be Vlaanderen is open ruimte MAP 6 overzicht wijzigingen VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ vlm.be INHOUD 1 Inleiding... 3 2 Gebiedstypes... 3 3 Gebiedsgerichte maatregelen... 3 3.1 Focusbedrijven overgangsmaatregelen

Nadere informatie

TOESPRAAK DOOR MINISTER KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR AGRIFLANDERS 11 JANUARI 2007

TOESPRAAK DOOR MINISTER KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR AGRIFLANDERS 11 JANUARI 2007 TOESPRAAK DOOR MINISTER KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR AGRIFLANDERS 11 JANUARI 2007 Mevrouw de Voorzitter, Dames en Heren, Zoals iedereen weet, is het nieuwe

Nadere informatie