INTEGRALE RUIMTE VERKEER & VERVOER STRA- TEGIEËN VOOR BREDA-OOST

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INTEGRALE RUIMTE VERKEER & VERVOER STRA- TEGIEËN VOOR BREDA-OOST"

Transcriptie

1 INTEGRALE RUIMTE VERKEER & VERVOER STRA- TEGIEËN VOOR BREDA-OOST Verslag van een reeks workshops met de gemeente Breda en de gemeente Oosterhout December 2007 Designing Sustainable Accessibility (Dessus) Eindrapport ambtelijk studieproject Auteurs Organisaties Marco te Brömmelstroet Universiteit van Amsterdam Luca Bertolini Universiteit van Amsterdam Ellen van t Geloof Gemeente Breda

2

3 Doel van dit rapport In dit rapport worden de uitkomsten gepresenteerd van een reeks workshops die in 2007 zijn gehouden. Deelnemers waren ruimtelijke planners en verkeer & vervoer planners van de gemeente Breda en van de gemeente Oosterhout en beleidsmedewerkers van de NS. De reeks workshops diende twee doelen: 1) het opzetten en experimenteren met een integraal planningsproces waarin ruimtelijke- en verkeer & vervoer ROVV planners gezamenlijk werken aan het genereren van integrale ROVV strategieën en concepten voor en 2) het genereren van en experimenten met relevante informatie/modellen/instrumenten ter ondersteuning van een dergelijk integraal proces. Dit rapport presenteert ten eerste het proces van de workshops die doorlopen zijn. Dit is bedoeld om te begrijpen waar de uitkomsten vandaan komen en om ter inspiratie te dienen voor eventuele volgende workshoprondes. Naast het proces presenteren wij hier een aantal inhoudelijke integrale ROVV concepten/ideeën/strategieën die in de workshop zijn ontwikkeld en die specifiek op van toepassing zijn. Deze concepten zijn de uitkomsten van een experiment en daarom niet representatief voor het beleid van Breda en/of Oosterhout. De uitkomsten hiervan zijn interessant voor mensen werkzaam in het ruimtelijk en/of vervoerkundig planningsproces (voornamelijk in de fases van strategie ontwikkeling), omdat het inhoudelijke integrale concepten presenteert, maar vooral omdat het inzichten geeft in een integraal ontwerpproces en de ondersteuning daarvan met informatie/modellen/instrumenten. Deze laatste ondersteuningsinzichten zijn ook interessant voor mensen die bezig zijn met de ontwikkeling van instrumenten en modellen om integrale ROVV planningsprocessen te ondersteunen. Voor hen zijn vooral de inzichten hoe om te gaan met de contextuele eisen van een planningsproces en hoe de expliciete informatie van instrumenten en modellen te koppelen aan de impliciete kennis van de deelnemers. i

4 Transumo Dit rapport en de reeks workshops maken onderdeel uit van het project Designing Sustainable Accessibility (Dessus) dat wordt geleid door de Universiteit van Amsterdam. Dessus wordt mogelijk gemaakt door het onderzoeksprogramma Transition to Sustainable Mobility (Transumo). Transumo is een platform van bedrijven, overheden en kennisinstellingen die gezamenlijk kennis ontwikkelen op het gebied van duurzame mobiliteit. Transumo wil bijdragen aan een transitie van het huidige inefficiënte systeem naar een systeem van 'duurzame mobiliteit', een systeem dat bijdraagt aan versterking van onze economische concurrentiepositie, en daarnaast het milieu en de mens grote aandacht geeft. Naast het uitvoeren van vernieuwende kennisprojecten is leren hoe je moet innoveren in mobiliteit een belangrijke opgave voor Transumo. ii

5 Samenvatting Er is een noodzaak voor een betere integratie van ruimtelijke- en verkeer & vervoersplanvorming. Hierover is een grote en groeiende consensus in de wetenschap, het bedrijfsleven en zelfs in de politiek. In de praktijk komt dit echter moeilijk van de grond. Vooral in vroege planvormingfases waarin nieuwe concepten en strategieën ontwikkeld worden, wordt vaak te weinig integraal gewerkt. Dit hardnekkige probleem heeft zowel institutionele als inhoudelijke oorzaken. Door middel van een aantal workshops is met ruimtelijke- en verkeer & vervoersplanners van Breda en Oosterhout en beleidsmedewerkers van de NS gezocht naar een manier om bestaande modellen en informatie (voornamelijk de kringentheorie en bereikbaarheidsprofielen kaarten) in te zetten om de inhoudelijke kloof te dichten. Het proces dat daarbij is toegepast (ook wel Mediated Planning Support genoemd) richt zich op het creëren van een gestructureerde dialoog tussen modelleurs en planners (procesdoel) en op het vinden en gebruiken van een gemeenschappelijke ROVV taal (inhoudelijk doel). Met die gemeenschappelijke taal wordt vervolgens gewerkt aan gemeenschappelijke concepten en visies voor het gebied. De 4 workshops die samen dit proces hebben gevormd worden beschreven in dit rapport (hoofdstuk 2), waarna de ontwikkelde concepten en visies zijn beschreven (hoofdstuk 3). Deze nemen vooral de vorm van afwegingen en robuuste keuzes. Het proces heeft ertoe geleid dat de Kringentheorie en de bereikbaarheidsprofielen beter gebruikt kunnen worden om dit soort vroegtijdige ROVV planning te ondersteunen. Het gebruik ervan leidt tot een proces waarbij men zich in elkaars denkwereld kan verdiepen, de eigen denkwereld kan verruimen en deze denkwerelden ook concreet getoetst worden door middel van berekeningen. De ontwikkelde concepten en visies zijn niet geheel nieuw, maar ze zijn nu wel beter onderbouwd en men heeft beter (en gedeeld) gevoel gekregen voor de ROVV afhankelijkheden. iii

6 Inhoudsopgave DOEL VAN DIT RAPPORT... I TRANSUMO... II SAMENVATTING... III 1 DE BREDERE CONTEXT NOODZAAK VAN INTEGRATIE RUIMTELIJKE EN VERKEER & VERVOER PLANNING EEN GEMEENSCHAPPELIJKE TAAL SPANNINGEN VAN PLANNINGSONDERSTEUNENDE INSTRUMENTEN MEDIATED PLANNING SUPPORT (MPS) MPS TOEGEPAST IN BREDA OOST: DE WORKSHOPS WORKSHOPRONDE 1: PROBLEEMDEFINITIE, PROCES & INFORMATIEKEUZE WORKSHOPRONDE 2: ONTWERPEN IN 2 GROEPEN WORKSHOPRONDE 3: KRINGENTHEORIE EN BEREIKBAARHEIDSPROFIELEN WORKSHOPRONDE 4: ANALYSES 2, KEUZES EN AFWEGINGEN MPS UITKOMSTEN: INTEGRALE RO V&V STRATEGIEËN ROBUUSTE ROVV KEUZES ROVV AFWEGINGEN OBSERVATIES EN CONCLUSIES SAMENWERKING RUIMTELIJKE- EN VERVOERSPLANNERS ROL VAN INFORMATIE PERCEPTIE VAN DEELNEMERS REFERENTIES APPENDIX A: LIJST MET DEELNEMERS iv

7 1 De bredere context In dit eerste hoofdstuk wordt de context van dit onderzoek toegelicht. Allereerst wordt de noodzaak voor de integratie van de planningsprocessen voor de ruimte en het verkeer en vervoersysteem toegelicht. Vervolgens gaan we in op het belang van een gemeenschappelijke taal en hoe informatie/modellen/instrumenten hier een rol in kunnen spelen. Het hoofdstuk eindigt met een korte beschrijving van de methode die is toegepast om de instrumenten beter aan te laten sluiten op de context specifieke eisen van een planningscontext en zo het ontwerpen van integrale ruimtelijke en verkeer & vervoer (ROVV) concepten en strategieën te ondersteunen. 1.1 Noodzaak van integratie ruimtelijke en verkeer & vervoer planning De ruimtelijke inrichting en het vervoerssysteem beïnvloeden elkaar op veel verschillende manieren. Zo kan een bepaald type OV netwerk de vorm van een stad beïnvloeden, en kan de dichtheid van een stedelijk gebied van belang zijn voor de keuze tussen de auto en andere modaliteiten. Er is veel empirisch onderzoek en wetenschappelijke theorie die dit ondersteunt (overzichten daarvan zijn o.a. te vinden in: Banister 2005; Hanson en Giuliano 2004; Meurs 2002; Meyer en Miller 2001; Wegener en Fürst 1999). In figuur 1 staat de zogenaamde land use transport feedback cycle weergegeven. Deze geeft weer hoe de twee systemen elkaar wederzijds beïnvloeden. In de onderste helft staan elementen van de ruimtelijke inrichting en de bovenste helft is gevormd door elementen van het vervoerssysteem. De onderlinge wederzijdse afhankelijkheden van beide systemen laat zien dat interventies in bijvoorbeeld de ruimtelijke inrichting gevolgen hebben voor het vervoerssysteem en vice versa. Figure 1-1 Land Use - Transport feedback cycle (Wegener en Fürst 1999) 1

8 Om ervoor te zorgen dat de interventies in beide systemen op elkaar aansluiten of elkaar versterken (in ieder geval elkaar niet tegenwerken) is het van belang om (interventies in) beide systemen in samenhang te bekijken. Het integreren van de ruimtelijke en verkeer & vervoer planvormingsprocessen wordt daarom gezien als een belangrijke voorwaarde voor effectieve en duurzame planning. Dit besef wordt breed gedragen in de wetenschap (zie bv. Banister 2005; Cervero 1998; Meyer en Miller 2001), door het bedrijfsleven (zie bv. TRB 2004; WBCSD 2001) en door verschillende overheidslagen (zie bv. ECMT 2002; MinV&W 2005; MinVROM et al. 2004). Deze integratie gaat verder dan het gelijkschakelen van afzonderlijke projecten of het afstemmen van programma s. Vooral in eerste fases van de planvorming zou er samen gezocht moeten worden naar integrale concepten en strategieën. Door dit creatieve proces gezamenlijk te doorlopen is er een grotere kans op synergie. De mogelijkheden en de zoekruimte voor integrale oplossingen zijn in vroege planvormingfases (waar nog gezocht wordt naar leidende concepten of strategieën) nog relatief groot. In latere fasen, waarbij vaak slechts sprake kan zijn van afstemming van projecten, zijn al teveel keuzes gemaakt om nog tot echt integrale oplossingen te komen. In verschillende recente rapporten wordt geconcludeerd dat er in het algemeen, maar ook specifiek in de Nederlandse praktijk nog maar weinig structurele en vroegtijdige integrale ROVV planvorming plaatsvindt (Expertcommissie Netwerkanalyses 2006; Heerema en Linssen 2006). Een veelvoud aan redenen lijkt hieraan ten grondslag te liggen. Deze bevinden zich zowel in een institutionele sfeer (bv. verschillende beleidskokers, verschillende planprocessen en afzonderlijke financiële regelingen etc.) als in inhoudelijke belemmeringen (verschillen van inzicht over de afhankelijkheden tussen de systemen, verschillen in de taal tussen vakdisciplines en verschillen in de informatie en instrumenten die worden gebruikt). 1.2 Een gemeenschappelijke taal Hoewel het institutionele vraagstuk niet moet worden onderschat, is het een essentiele voorwaarde voor vroegtijdige en structurele integratie dat er een gemeenschappelijke taal wordt gevonden, die ruimtelijke planners en vervoerskundigen in staat stellen om met elkaar te communiceren, te discussiëren en waarmee het gezamenlijke creatieve proces van het ontwerpen van integrale concepten en strategieën kan worden ondersteund. De praktijk wijst uit dat er grote verschillen bestaan tussen de 2

9 educatieve achtergronden, de manier van werken, de attitude ten opzichte van elkaar en werkwijzen van ruimtelijke en verkeer & vervoer planners. Ook maken beide planningsvelden gebruik van andere soorten informatie, modellen en instrumenten. Dit bemoeilijkt het vinden van een gemeenschappelijke taal die aansluit op deze verschillende planningsvelden Uit een recente analyse van de Nederlandse praktijk blijkt dat bestaande instrumenten en modellen die als doel hebben om integrale ROVV planvorming te ondersteunen niet voldoende in staat zijn om een dergelijke gemeenschappelijke taal te bieden (zie Te Brömmelstroet 2007a; Te Brömmelstroet 2007c). Hoewel een aantal instrumenten succesvol worden ingezet om toekomstige macro situaties uit te rekenen, om trends te analyseren, om plannen te evalueren op een aantal indicatoren of om juist de keuzes voor bepaalde projecten te onderbouwen, lijkt er vooral een gebrek te zijn aan instrumenten die het vroegtijdige creatieve proces van het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe integrale concepten en strategieën kunnen ondersteunen. Uit de analyse blijkt onder andere dat instrumenten (vaak gebaseerd op vierstaps verkeersmodellen) vaak onbegrijpelijk en onvoldoende transparant zijn ( black boxes ), niet flexibel inzetbaar zijn (bv. door lange rekentijden en technische interfaces) en niet aansluiten bij de impliciete (gebieds-)kennis die aanwezig is bij de potentiële gebruikers. Dit alles leidt tot een gebrek aan vertrouwen en draagvlak voor de toepassing, hetgeen de instrumenten moeilijk inzetbaar maakt in het creatieve en dynamische proces van het gezamenlijk ontwerpen en ontwikkelen van concepten en strategieën. 1.3 Spanningen van planningsondersteunende instrumenten De bevindingen van de analyse sluiten aan bij een bredere wetenschappelijke discussie over het gebrek aan implementatie van ontwikkelde instrumenten die beogen planningsprocessen te ondersteunen (vaak aangeduid als Planning Support Systemen (PSS)). Ervaringen over een periode van enkele decennia tonen aan dat het gat tussen het aanbod van en de vraag naar zulke PSS structureel is. Instrument ontwikkeling wordt teveel ingericht op basis van technologische mogelijkheden in plaats van op praktische wenselijkheden, ze zijn inflexibel en vaak te allesomvattend. Daardoor passen ze slecht bij dynamische en creatieve planningscontexten met veel actoren. 3

10 Op basis van aanbevelingen uit deze literatuur en inzichten vanuit andere onderzoeksvelden (voornamelijk technologische innovatie, kennismanagement, politieke wetenschappen en software ontwikkeling) is voorgesteld om een gestructureerde dialoog plaats te laten vinden tussen degene die de instrumenten ontwikkeld (op universiteiten, onderzoeksafdelingen en/of adviesbureaus) en de potentiële gebruikers die het instrument zouden willen inzetten om hun specifieke planningsproces te ondersteunen. Deze dialoog moet als integraal onderdeel van een planningsproces worden gezien zodat uiteindelijke instrumenten beter aansluiten op de specifieke planningscontext. De dialoog ondersteunt een leerproces waarin de instrumentontwikkelaars meer context georiënteerde instrumenten kunnen maken en waarin de potentiële gebruikers meer kunnen leren over de (on)mogelijkheden van het instrument. Tegelijkertijd laat dit het idee los dat er een generiek ROVV instrument kan worden ontwikkeld, dat overal ingezet kan worden, maar focus het juist op het koppelen van contextspecifieke informatie eisen aan expliciete ondersteunende informatie/modellen/instrumenten. 1.4 Mediated Planning Support (MPS) De methode voor een dergelijke gestructureerde dialoog die door ons wordt voorgesteld heeft als titel Mediated Planning Support (MPS) oftewel bemiddelende planningsondersteuning (zie ook Te Brömmelstroet 2007b; Te Brömmelstroet en Siderius 2007). Dit houdt concreet in dat via een vijftal stappen samen met de betrokken planners en informatie/model/instrument aanbieders gewerkt wordt aan een gezamenlijke ROVV probleemdefinitie, een planproces om naar oplossingen te zoeken, de benodigde informatie daarbij (de gemeenschappelijke taal) en uiteindelijk integrale ROVV visies/strategieën/concepten. Het planproces en de daarbij behorende informatie wordt in de literatuur een Planning Support System (of planningsondersteunend systeem) genoemd. Door het samen doorlopen van deze opeenvolgende stappen (en iteratie door middel van leerpunten) kan een taal ontstaan die door de deelnemers gedeeld wordt en waar iedereen de mitsen en maren van kent. Het voordeel hiervan is dat het PSS meer transparant is, meer aansluit bij de context en beter gekoppeld is aan de impliciete kennis van de gebruikers. Hierdoor is er meer draagvlak en sense of ownership waardoor de discussie niet continu draait om het instrument maar om het integrale planningsvraagstuk. Voor een gedetailleerde uitwerking van de methode en 4

11 de grondslagen ervan wordt verwezen naar(te Brömmelstroet en Schrijnen 2007). De methode gaat uit van een vijftal leidende principes: Een iteratief en stapsgewijs ontwikkelingsproces: een gestructureerde aanpak die rekening houdt met leereffecten (learning by doing). Herhaaldelijk combineren van expliciete informatie en impliciete kennis gedurende het hele ontwikkelingsproces: dit leidt tot nieuwe kennis die bouwt op de ervaring en gebiedskennis van de deelnemers en de (vaak wetenschappelijk getoetste) expliciete informatie uit het instrument: een balans tussen rigor en relevance. Aansluiten op bestaand planningsprobleem: hierdoor wordt het instrument concreet en sluit het aan op de context. Er ontstaat meer commitment van de deelnemers. Continue dialoog tussen instrument ontwikkelaars en gebruikers: hierdoor kan impliciete kennis en expliciete kennis gekoppeld worden. Het instrument past zo beter bij de belevingswereld en wordt completer en beter toepasbaar in de context. Ook kan door toelichting van ontwikkelaars het black box gevoel verdwijnen doordat onderliggende aannames transparanter worden. Groepsgewijs leren om te komen tot planningsproducten: het uiteindelijke doel is het opstellen van een gezamenlijke strategie/concept/plan. Door een gedeeld leerproces wordt de achterliggende kennis gedeeld en wordt het opstellen van een dergelijke gezamenlijk plan makkelijker. Gebruik bestaande instrumenten: er zijn genoeg instrumenten ontwikkeld en vaak beschikbaar binnen planningorganisaties (bv. GIS, Verkeersmodellen). Door hiermee te werken voorkom je tegenstand tegen nieuwe technieken, werken de deelnemers met vertrouwde technieken en maak je het meest efficiënt gebruik van de middelen. Zo simpel mogelijk, maar niet simpeler dan noodzakelijk: het doel moet zijn om gezamenlijk een balans te vinden zodat de planners het instrument bruikbaar vinden en het toch de complexe werkelijkheid voldoende vangt. Dit is niet per sé een simpel model, dat hangt af van het planningsvraagstuk. Deze balans moet telkens samen gevonden worden. In het volgende hoofdstuk worden de achtergronden en de workshops besproken die in Breda zijn uitgevoerd. Ook in Breda erkende men het belang en de moeilijkheden 5

12 van integrale ROVV planvorming. In 2007 is besloten om de MPS methode toe te passen om te komen tot integrale planvorming en relevante ondersteunende informatie/modellen/instrumenten. Na de beschrijving van het proces worden de ROVV uitkomsten en proces- en informatielessen besproken. 6

13 2 MPS toegepast in Breda Oost: de workshops Directe aanleiding voor het toepassen van de MPS methode zijn het vastgestelde Station structuurvisie voor (voornamelijk wonen en werken onderaan de kaart in figuur 2.1 en een evenemententerrein rond de Bavelse berg) en het plan om een voorstadhalte te realiseren op de spoorlijn tus- Bavelse Berg sen Breda en Tilburg (bovenaan in figuur 2.1). Het eerste is een product vanuit een Woon-werk ruimtelijke invalshoek, terwijl het tweede locatie meer vervoerskundige wortels heeft. Deze twee concepten zijn, tot nu toe, los van elkaar ontwikkeld. Het gezamenlijk ontwikkelen van strategieën en ideeën voor het gebied leek dus nog te weinig aandacht te Figuur 2-1 Structuurvisie Breda Oost hebben gehad. Als een oorzaak hiervan wordt gezien dat het ontbreekt aan een gezamenlijk proces en een gemeenschappelijke ROVV taal die dit kan ondersteunen. Met een aantal vervoerskundigen en ruimtelijke planners van de gemeente Breda en de gemeente Oosterhout (ook betrokken bij het plangebied) en beleidsmedewerkers van de NS is gekeken naar hoe een gemeenschappelijk ontwerpproces eruit zou moeten zien en met welke informatie die ondersteund zou moeten worden (voor de volledige lijst met deelnemers zie appendix A). 2.1 Workshopronde 1: probleemdefinitie, proces & informatiekeuze Probleemstelling In de eerste workshop is eerst het DESSUS concept toegelicht aan de deelnemers. Vervolgens zijn de resultaten gepresenteerd van een vragenlijst die van tevoren aan alle deelnemers is voorgelegd. Hierin werd gevraagd wat volgens de deelnemers de opgave is in, wat de gewenste eindresultaten van de workshops zijn en 7

14 wat de verwachtingen zijn t.a.v. informatie en modellen die hiervoor gebruikt kunnen/zullen worden. De resultaten daarvan staan weergegeven in tabel 2.1 en 2.2 (volgende bladzijde). Wat is voor u de Opgave in Breda Oost Ik beheer het verkeersmodel van de gemeente Breda. Dit model wordt gebruikt bij de (voornamelijk verkeerskundig) variantenbepaling in de MER, en levert input voor milieuberekeningen. Het construeren van een verkeersstructuur (fiets, ov, auto) die invulling geeft aan een bereikbaar, leefbaar en verkeersveilig Breda- Oost en die tevens goed aansluit bij de bestaande structuren in de omgeving Een goede veilige verkeersstructuur inpassen en aansluiten op de bestaande infrastructuur. Een goed bereikbaar ontsloten gebied, voor auto, ov en fiets. Dit is nodig voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Breda oost: ca woningen bij Bavel, 3000 woningen Lijndonk Tervoort, evenemententerrein, bedrijventerrein bij Bavel. Conceptvorming voor ontwikkeling Breda-oost Maken van Structuurvisie en vervolgens Structuurplannen Begeleiding MER-procedure Vertaling Structuurplannen naar stedebouwkundige plannen en inrichtingsniveau Hoe haakt dit aan op uw huidige werkzaamheden Deze werkzaamheden passen naadloos in mijn takenpakket. Voor andere MER's in Breda heb ik hetzelfde gedaan/doe ik hetzelfde. Goed, op diverse plaatsen in de stad spelen projecten met gelijksoortige opgaven, weliswaar vaak op een lager schaalniveau, waar ik bij betrokken ben Prima, is wel een ander schaalniveau en planhorizon Volledig Tabel 2-1 Kijk op de opgave en aansluiting bij werkzaamheden Op basis van deze uitkomsten en een discussie daarover werd in de groep een gedeelde ROVV opgave voor het gebied benoemd. Uit de discussie kwam naar voren dat er eigenlijk twee (onderling samenhangende) probleemstellingen te definiëren zijn: Is een voorstad treinhalte in haalbaar/kansrijk en hoe kunnen we deze kans vergroten? Wat is de meest effectieve OV ontsluitingstructuur voor het huidige ruimtelijke programma in (structuurvisie)? 8

15 Wat is het gewenste eindresultaat, wat wilt u leren? Door met stedenbouwers en verkeerskundigen over dit onderwerp te brainstormen zal hopelijk wederzijds meer begrip ontstaan voor de 'problemen' waar men tegen aan loopt. Inzicht in de 'keuken' van de ander zal in de toekomst de samenwerking wellicht bevorderen. Daarnaast zal deze sessie hopelijk bijdragen aan de MER Park Bavelseberg die momenteel gemaakt wordt. Hier moet namelijk specifiek aandacht aan de voorstadhalte besteed worden. Het antwoord op de voorgaande vraag. Dit mag van mij resulteren in een (strategie)kaart met daarop aangegeven de diverse structuren Is een station Breda oost haalbaar/realistisch of moeten we inzetten op ander vervoer, zoals HOV? Wat denkt u nodig te hebben aan informatie/modellen Informatie over OV, en dan met name NS haltes (voorstadhaltes). OV modellen indien aanwezig, maar volgens mij is er geen OV model dat de gevolgen van een evt. voorstadhalte goed modelleert. De (exacte) locaties en omvang van functies en voorzieningen in en omgeving. Qua modellen ben ik vooral bekend met de 'traditionele' macro- en microscopische verkeersmodellen. Deze kunnen respectievelijk worden ingezet voor de hoofdverkeersstructuur en de onderliggende verkeersstructuur (auto). Deze modellen zullen echter nooit waterdichte antwoorden geven. Vervoersstromen, overstaprelaties, capaciteit op het spoor Wat verwacht u t.o.v. informatie te verbeteren in de workshop Meer informatie over de invloed/gevolgen van voorstadhaltes (en OV in het algemeen). En zinvolle informatieuitwisseling onderling. Ik ben benieuwd naar evt nieuwe manieren om zaken te modelleren. Het punt is echter altijd of de benodigde gegevens altijd voorhanden zijn en of niet met te veel aannames gewerkt moet worden. Het zal overigens per kwestie verschillen of het werken met (veel) aannames al dan niet passend en betrouwbaar is. Concrete inrichtingsvoorstellen waarvoor iedereen de handen op elkaar krijgt Verkeersbelasting infrastructuur toekomstige Goed kunnen werken met scenario's of in ieder geval de consequenties van verschillende ontwerpingangen inzichtelijk maken Tabel 2.2 Gewenst eindresultaat en verwachten t.a.v. informatie en modellen Een geschikt ontwerpproces Op basis van eerder in DESSUS opgedane ervaringen (zie ook Te Brömmelstroet 2007b; Te Brömmelstroet et al. 2007) is een ontwerpproces voorgesteld waarbij in een eerste stap verschillende ROVV scenario s worden ontwikkeld die in een tweede stap worden geoptimaliseerd. In het geval van Breda zijn er twee probleemstellingen waarmee gestart wordt (beide kunnen worden gezien als een ontsluitingsopgave). In 9

16 de eerste stap wordt op basis van de huidige (plan)situatie ontworpen aan een OV ontsluitingstructuur en de voorstadhalte. Voor de tweede ontwerpstap worden deze scenario s doorgerekend op hun ROVV effecten, zodat aan de hand daarvan inzicht in mogelijke optimalisering kan ontstaan. De uitkomsten van het proces zijn vooral als dan afwegingen. Er is behoefte aan meer inzichten in ROVV afhankelijkheden en trade-offs en niet aan een ideaal eindplaatje. Door eerst gezamenlijk te ontwerpen en daarna die ontwerpen door te rekenen op specifieke ROVV gevolgen ontstaat een beter (en gedeeld) gevoel over ROVV afhankelijkheden en trade-offs. Deze inzichten kunnen eventueel leiden tot een heroverweging van het ontwerp. Procespro- ROVV Breda- Figuur 2-3 tocol voor ontwerp in Oost Informatie In het laat- ste gedeelte van de- ze workshop is een discussie gevoerd over welke informatie er aanwezig is bij de deelnemers en daarbuiten en welke een geschikte 10

17 Figuur mogelijke ROVV informatie bronnen 11

18 ROVV taal zouden vormen voor het gezamenlijke ontwerpproces rondom de twee probleemstellingen. Voor dit doel was een presentatie van dertien mogelijke indicatoren opgehangen, die allen werden toegelicht (figuur 2.4 op de vorige bladzijde). Vervolgens werd de deelnemers gevraagd door middel van rode en groene stickers aan te geven welke informatie zij wel en niet geschikt/bruikbaar vonden. Deze sessie is vooral bedoeld als kick-off voor een discussie over de toepasbaarheid/bruikbaarheid van de indicatoren. De uitkomst daarvan staat beschreven in tabel 2.3 (volgende bladzijde). Dit leidde vervolgens tot de discussie, waarin plenair is besproken welke informatie er in de komende workshops als ROVV taal zou gaan dienen. Tabel 2-3 Uitkomsten van stickersessie De kaart met gebiedskenmerken en de bereikbaarheidskaart van Goudappel Coffeng worden als nuttig en bruikbaar gezien. Deze ruimtelijke kaarten zijn echter vooral nuttig om het ontwerpen mee te optimaliseren. Om de eerste stappen in het proces te maken zijn vooral de netwerkkaarten die het huidige netwerk laten zien nuttig, terwijl wordt opgemerkt dat I/C verhoudingen het denkproces bij het ontwerpen teveel kan beperken. De kringentheorie wordt in eerste instantie niet als nuttig gestickerd, maar met enige uitleg van de NS deelnemers, wordt toch besloten deze indicator mee te nemen in de 2 e ontwerpstap voor de voorstadhalte. Geplaatst in het ontwerpproces is dit weergegeven in figuur 2.5 (volgende bladzijde). 12

19 Structuurvisie Bestaande infra kaart Bereikbaarheidsprofielen Kringentheorie Figuur 2-5 Proces plus informatie: een PSS voor 2.2 Workshopronde 2: Ontwerpen in 2 groepen In de tweede workshop werd de eerste ontwerpstap doorlopen door de deelnemers. Deze splitsten zich op in twee groepen, waarbij de ene groep zich focuste op de voorstadhalte en de andere op de OV-ontsluiting voor. Voor beide groepen waren infra en RO kaarten beschikbaar van het gebied, alsmede de gemeentelijke BREDATA databank die via een computer kon worden geraadpleegd Voorstadhalte In deze groep is eerst gekeken naar de plek van het station. Eerst is gekeken naar een plek dichterbij de stad (i.v.m. herstructureringslocatie en snelweg), maar uiteindelijk is het station verschoven naar de plek die aangegeven staat op de kaart, omdat daar de mogelijkheden voor woningbouw (en dus ook functiemenging) groter zijn. Vervolgens is gekeken naar de mogelijkheden in het ruimtelijk programma in samenhang met verbetering van de ontsluiting. Wat is er maximaal aan treingebruik bevorderende functies te realiseren in de nabije omgeving van het station? En hoe kunnen nieuwe en bestaande ontwikkelingen optimaal aangesloten worden? De volgende ideeën werden gegenereerd (figuur 2.6): 13

20 Er is ruimte voor 1000 extra woningen bij Dorst (op lange termijn). Dit zou dicht bij het station kunnen worden gerealiseerd, alhoewel er qua dichtheden rekening gehouden moet worden met het landelijke karakter van Dorst. Op de herstructureringslocatie kunnen kantoren worden ontwikkeld, maar dit wordt momenteel niet gesteund door de gemeente Breda. Het station zou als transferium ingericht kunnen worden. De ontwikkelingen van de structuurvisie (evenemententerrein, nieuw dorp) én de bovengeschetste aanvullende ontwikkelin- Figuur 2-6 Versterken RO rondom voorstadhalte gen (woningen, kantoren) worden aan het station aangesloten via fietsroutes en een (H)OV verbinding. Tevens worden verbindingen met bestaande activiteitencentra in (zoals ROC, Digipark) geoptimaliseerd Alle ruimtelijke en ontsluiting voorstellen zijn bedoeld om de kansrijkheid van het station te maximaliseren. 14

21 2.2.2 OV ontsluiting Eerst werd er door de deelnemers een aantal zaken over de huidige situatie en geplande veranderingen aan elkaar uitgelegd; Er lopen nu een paar buslijnen (stads en 1 streekbus) langs en deels in het structuurvisie gebied. Er is al een idee voor uitbreiding van de stadslijn in Bavel. Bij de Bavelse Berg komt een evenemententerrein (piek-ov), maar ook structurele functies (skihal, winkels, leisure) die structurele OV behoefte hebben. De keuze daar is óf veel parkeerplaatsen óf goede OV. Misschien Figuur 2-7 Minimale OV ontsluiting zelfs als transferium voor de binnenstad. Het totaal aantal woningen dat gebouwd wordt in het gebied (op papier 4000), ligt waarschijnlijk lager (eerder rond 3200). Dat komt neer op een 2 e Bavel. In het algemeen is het groen stedelijk wonen (wel met 30 procent sociale woningbouw). Het lijkt er wel op dat het vooral auto-minded mensen zijn die er gaan wonen. Maar wegen rondom t gebied slibben steeds meer dicht wat een mogelijk concurrentie voordeel voor het OV oplevert. Het gebied heeft waarschijnlijk een sterke relatie met de binnenstad en station van Breda. Er zijn voor het OV grofweg twee strategieën denkbaar: (1) Veel HOV aanbieden en daarmee mensen overtuigen om met OV te gaan (aanbod gestuurd) of (2) het uitbreiden van bestaande OV lijnen om aan (kleine) vraag te voldoen (vraaggestuurd). Besloten wordt om met het laatste verder te gaan, omdat HOV te hoog gegrepen lijkt (of je moet veel meer ruimtelijk programma realiseren); Een aparte lijn naar Lijndonk-Tervoort lijkt niet haalbaar/rendabel, ondanks snelle infrastructuur. 15

22 Eerst wordt gedacht aan een variant die als een lus door het hele gebied loopt (via Bavel, door Lijndonk-Tervoort, Bavelseberg weer naar Breda). Maar dat zorgt voor (te) grote omwegfactor, zelfs als er twee kanten op wordt gereden (en voor verlies aan OV invloedgebied in Bavel). Aangezien Bavel vergrijst moet daar huidig OV op peil blijven. De tweede variant die uiteindelijk ook wordt ingetekend (zie figuur 2.7), bestaat uit 2 losse lussen. Een uitbreiding van de bestaande Bavel lus (die al redelijk vast staat) en een nieuwe lus door Lijndonk Tervoort die aantakt op HOV lijn bij het ziekenhuis in Breda (beide lussen 2x per uur). Samen met bestaande regionale bus Breda-Tilburg zorgt dit voor 4x per uur bus naar Bavelse Berg. Doordat er wordt aangetakt op HOV lijn (Ziekenhuis-Centrum), kunnen er tijdens evenementen veel bussen naar Bavelse Berg vanaf station Breda en kan er vice versa een transferium rol worden verwezenlijkt. 2.3 Workshopronde 3: Kringentheorie en bereikbaarheidsprofielen In de derde workshopronde zijn de effecten van de twee scenarios in beeld gebracht. Enerzijds heeft de NS tussen de vorige workshopronde en deze een analyse gemaakt voor het voorstadhalte scenario aan de hand van de kringentheorie. Anderzijds heeft Goudappel Coffeng bereikbaarheidsprofielen berekend voor de OV structuur Voorstadhalte en de kringentheorie Eerst zijn de bestaande inwoners en arbeidsplaatsen met een GIS pakket gekoppeld aan de trein (in- uitstappers). Vervolgens is handmatig gekeken naar de toevoegingen in het RO programma zoals die zijn ontworpen in de vorige workshop. Normaal wordt daarbij uitgegaan van een cirkel van 2500 meter, maar die is hier afgegrensd, omdat het invloedsgebied van Breda CS overlapt. De grens voor dit station is iets ten Westen van de A27 bepaald (Teteringen wordt dus niet meegenomen). Een nieuw station zou met het bestaande RO 950 in-uitstappers per dag hebben (waarvan 500 nieuwe en 450 van andere stations). Het nieuwe RO programma voegt daar 750 aan toe (waarvan 400 nieuw). Hierbij is uitgegaan van m2 aan kantoren op de herstructureringslocatie (maximaal) en een 4x per uur sprinterbediening. Het totaal komt dan uit op 1700 (900 nieuw). Dit is een hoge schatting. 16

23 Bij minder kantoren of een lagere frequentie gaat er veel vanaf (geen kantoren = - 400). Bij de berekeningen zijn niet de gevolgen van het evenementen terrein meegenomen (omdat daar te weinig over bekend was). Ook de invloed van een transferium is nog niet meegerekend. Op basis van deze berekeningen wordt door de NS gesteld dat het station hiermee als kansrijk is te bestempelen, mits er aan al de RO voorwaarden wordt voldaan. Het ligt ook nog aan veel andere dingen of het ook daadwerkelijk haalbaar is (financieel voor NS, Ministerie VenW, provincie, aansluiten op Brabantstad verhaal, bouw station etc.). Aantal in- uitstappers is slechts één ingrediënt van het afwegingskader, maar wel een belangrijke OV structuren en bereikbaarheidsprofielen Voor de bereikbaarheidsprofielen zijn eerst bereikbaarheidsisochronen gemaakt voor fiets, auto en OV (hoe ver kun je komen vanuit een gebied in een acceptabele reistijd). Een voorbeeld hiervan is weergegeven in figuur 2.8 (volgende bladzijde), waarin voor de binnenstad van Breda is berekend welke gebieden je met het OV binnen een bepaalde reistijd kunt bereiken. Vervolgens werd berekend hoeveel personen/arbeidsplaatsen er zich in de isochroon bevinden, waarbij personen/arbeidsplaatsen dichtbij zwaarder tellen dan ver weg. Dit geeft het gebied een score van een potentiële bereikbare bevolking/arbeid binnen een acceptabel reistijd. Met behulp van deze score kan worden weergegeven welke locaties een relatief goede OV bereikbaarheid hebben. Als dit ook wordt gedaan voor andere modaliteiten ontstaat een beeld van goed bereikbare locaties voor iedere modaliteit en combinaties (figuur 2.9 op de volgende bladzijde). Figuur 2.9 geeft voor de drie modaliteiten de top 20 weer. Waar deze overlappen laat de kaart een nieuwe bereikbaarheidscategorie zien. Met behulp van deze kaart kan worden ingeschat wat voor soort bereikbaarheid op welke plek aanwezig is en hoe deze verandert/verbeterd kan worden (bv. door de ruimtelijke vulling ergens te veranderen of door bepaalde modaliteiten te versnellen). 17

24 Figuur 2-8 Voorbeeld van bereikbaarheidsisochroon Figuur 2-9 Goed bereikbare plekken in Brabant voor alle modaliteiten 18

25 Deze kaart is berekend voor de nulsituatie en voor de situatie met de ontsluitingsstructuur uit de vorige workshop. Alhoewel de informatie allerlei interessante zaken aan het licht brengt, is het niet toereikend om in beeld te brengen wat de gevolgen zijn van de OV ontsluitingsstructuur. Ten eerste is het schaalniveau te hoog en daarnaast is er teveel onduidelijkheid over wat wel en wat niet is meegenomen in het berekenen van de profielen. Het gebied grenst aan een aantal toplocaties (vooral fiets en auto). Het is dus wel interessant om te zien wat het OV zou kunnen/moeten bijdragen. Met de groep werd besloten om in de volgende workshop te komen met een verbeterde versie van de bereikbaarheidsprofielkaarten, die meer ingezoomd de effeten van de OV ontsluiting laten zien. Ook wil men graag meer weten over de invloed die het evenemententerrein heeft op de getallen van de kringentheorie. De NS heeft hiervoor tijd nodig om een interne inventarisatie te houden van de invloeden van evenementen op stations en zal daar in de laatste workshop op terugkomen. 2.4 Workshopronde 4: analyses 2, keuzes en afwegingen De vierde en laatste workshopronde stond in het teken van verdieping van de analyses die gedaan zijn met de kringentheorie en de bereikbaarheidsprofielen Kringentheorie plus evenementen Als uitbreiding op de kringentheorie konden de volgende dingen over de rol van evenementen worden gezegd (o.b.v. een interne ronde binnen NS, ervaringen uit eerdere projecten): De NS heeft een potentieel groot aandeel (tot 40%) van vervoersstromen bij: Grote landelijke evenementen (RAI Amsterdam) In de Randstad gericht op jongeren evenementen op loopafstand van station De NS heeft een potentieel klein aandeel (rond de 1%) van vervoersstromen bij: permanente leisure conglomeraten (sport/wok/skihal). (voorbeeld GoPlanet Enschede) 19

26 met regionale/lokale uitstraling en buiten randstad gericht op gemengd publiek niet op loopafstand dus met busvervoer Het is moeilijk om betrouwbare uitspraken te doen voor. Het ligt eraan wat de verwachte 2,5 miljoen bezoekers op het evenemententerrein van de Bavelse Berg gaan doen, maar gezien bovenstaande inventarisatie zal het toegevoegde aantal nieuwe in- en uitstappers niet erg groot zijn. Veel van de geplande functies zijn permanente en regionaal georienteerde leisure. Ook ligt het terrein op een relatief grote afstand van het station (>1500 meter) keer per jaar wordt een evenement van duizend bezoekers geprogrammeerd. In het gunstigste geval kan het een paar honderd extra in-uitstappers opleveren, maar dit zal dus niet doorslaggevend zijn voor de kansrijkheid van het station Bereikbaarheidsprofielen op lokale schaal De bereikbaarheidsprofielen (die in workshop 3 zijn geintroduceerd en toegelicht (zie boven)) zijn nu doorgerekend op een lager schaalniveau. Hiermee wordt de relatieve bereikbaarheidswaardering voor het gebied ten opzichte van andere gebieden in Breda inzichtelijk. Bereikbaarheidspofiel 2004 Bereikbaarheidspofiel 2020 Bereikbaarheidspofiel Figuur 2-10 Lokale top20 bereikbaarheidsprofielen voor Breda Te zien is dat door de ingreep niet een OV toplocatie wordt. Er is wel een verbetering in de OV bereikbaarheid door het aanbrengen van de OV ontsluiting op basis van de twee lussen (zie figuur 2.11), maar dit is schijnbaar niet voldoende om de top-20 binnen te komen. Aangezien een grotere OV impuls niet haalbaar werd geacht bij het ontwerpen heeft dit consequenties voor de OV doelstelling van het gebied. 20

27 Bereikbare arbeidsplaatsen OV 2020 Bereikbare arbeidsplaatsen OV Figuur 2.11 Te bereiken arbeidsplaatsen met OV binnen een acceptabel reistijd (donker blauw= veel, lichtblauw=weinig) 21

28 22

29 3 MPS uitkomsten: Integrale RO V&V strategieën Op basis van het groepsgewijs ontwerpen en van de daaropvolgende analyses zijn door de groep een aantal gedefinieerd. Dit is de uitkomst van het workshopproces en dus niet direct te herleiden tot het beleid van Breda of Oosterhout: Het is context gerelateerde kennis over ROVV afhankelijkheden in. De lijst met robuuste ROVV keuzes en afwegingen wordt in het volgende hoofdstuk besproken. 3.1 Robuuste ROVV keuzes De eerste lijst betreft robuuste ROVV keuzes: dit zijn ruimtelijk- en/of vervoerskundige beleidskeuzes die hoe dan ook genomen of juist voorkomen moeten worden: Gebied Breda-Bavel-Dorst volbouwen is ruimtelijk onacceptabel, het groenblauwe raamwerk moet worden gerespecteerd. Goede verbinding (langzaam verkeer, auto & OV) tussen Lijndonk Tervoort, evenemententerrein Bavelse berg en station is belangrijk Goede, directe en sociaal veilige fietsverbinding vanuit alle woon-werkgebieden (binnen 25 km van station) gecombineerd met goede fietsfaciliteiten bij eventuele HOV haltes en het station. Geen HOV tussen station en woon-werk locaties ; niet haalbaar vanwege beperkt ruimtelijk programma. Station lijkt op basis van huidige structuurvisie (inclusief de mogelijkheden in Oosterhout) niet kansrijk voor exploitatie door de NS. Inzetten op station op langere termijn (bijvoorbeeld aansluiten bij strategie van provincie Noord-Brabant 2040: BrabantStad als MozaïekMetropool) Hoogwaardige kantoren en woning ontwikkeling niet onmogelijk maken (vooral op herstructureringslocatie). Accepteren dat geen top OV locatie zal worden, vanwege het beperkte ruimtelijk programma en de concurentiepositie van de auto. Gemengd wonen en werken realiseren. Dit zorgt voor tegenstromen en hogere kansrijkheid van OV en voor potentieel meer duurzame mobiliteitspatronen (werk dichtbij) Bus basisnet moet op orde zijn, voor de sociale functie, maar ook vanwege de (geringe) OV-bereikbaarheidsbaten. 23

30 3.2 ROVV afwegingen Naast deze keuzes zijn er vooral veel als dan afwegingen geformuleerd. Vooral rond het station zijn er een aantal ruimtelijke- en vervoerskundige keuzes die toekomstige kansrijkheid in de weg kunnen staan of juist kunnen bevorderen. De ROVV afwegingen zijn: Als er geen duidelijkheid is over het ruimtelijk programma en de realiseerbaarheid daarvan moet station niet worden ontwikkeld. Als concurrentiepositie van kantoren bij Breda CS het toelaat dan ook kantoorontwikkeling bij vlakbij het mogelijke station. Geen ontwikkeling van het station als het alleen bedoeld is voor de huidige structuurvisie, vanwege afstand en omvang ruimtelijk programma. Als de NS sprinter (bv. vanwege capaciteit) geen 4x per uur kan halen, dan is het station niet kansrijk. Als de ontwikkeling van het station het uitgangspunt is, dan geeft dit een extra (wellicht ongewenste) ruimtelijke opgave in nabijheid van station. Als B5-Brabant in het kader van een verstedelijksconcept (zie Stedenbaan in Zuid-Holland) toe wil naar 4x per uur sprinter, dan wordt de kansrijkheid van het station verhoogd. Als het volledig voorgestelde ruimtelijk programma van het ontwikkelde scenario (zie workshop 2) niet haalbaar is, dan is station niet kansrijk. Als Breda en/of provincie financieel willen bijdragen aan de ontwikkeling van station dan vergroot dat de kansrijkheid. Als er een nadrukkelijke rol voor OV moet komen in de structuurvisie, dan moet vooral worden ingezet op woon-winkel bus naar binnenstad (bv. op koopavonden) in combinatie met een transferium. Als er gratis parkeren blijft in het gebied en in de binnenstad, dan is een (H)OV verbinding tussen en de binnenstad niet kansrijk. 24

31 4 Observaties en conclusies Het doel van de workshops en van de toegepaste MPS-methode was (1) het experimenteren met een integraal ROVV planningsproces om integrale strategieën en concepten te ontwikkelen voor en (2) het genereren van en experimenteren met relevante informatie/modellen/instrumenten die een dergelijk proces kunnen ondersteunen. In dit hoofdstuk worden de observaties besproken die betrekking hebben op beide experimenten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van waarnemingen tijdens de workshops, enquêtes die zijn ingevuld door de deelnemers per workshop en de vragenlijst die iedere deelnemer heeft ingevuld aan het einde van de reeks. 4.1 Samenwerking ruimtelijke- en vervoersplanners Het gezamenlijk optrekken in de fase van het definiëren van het probleem en het genereren van alternatieve ROVV strategieën en concepten zou ook in Breda/Oosterhout meer moeten gebeuren dan nu het geval is. Het werken volgens de MPS methode heeft ervoor gezorgd dat er meer inzicht is gekomen in de mogelijkheden van een dergelijk integraal proces. Alhoewel het in het geval van wellicht te laat heeft plaatsgevonden (structuurvisie is al vastgesteld) leidt het wel tot het vergroten van het inzicht op het gebied van ROVV strategieën. Deze lessen kunnen in vervolgprocessen al eerder worden meegenomen en kunnen tot andere keuzes in vervolgstappen in worden gebruikt. 4.2 Rol van informatie Het is van belang dat de deelnemers een gezamenlijke keuze maken welke informatie op welk moment wordt gebruikt. Doordat bijna ieder project een andere samenstelling van deelnemers kent, is een gezamenlijke ROVV taal altijd situationeel en zal in elke nieuwe situatie weer gezamenlijk afgesproken moeten worden. Uiteraard hoeft daarbij niet iedere keer weer bij nul begonnen te worden, maar kan gebruik worden gemaakt voor eerder opgedane lessen (goed werkende soorten informatie bij bepaalde planningsvraagstukken). Het is echter van belang dat deze lessen open staan voor discussie voordat men met de informatie bezig gaat. Zo ontstaat een gezamenlijke taal die door de specifieke groep deelnemers gedeeld wordt en aansluit bij hun bestaande kennis. 25

32 Er is in de workshopreeks vooral gebruik gemaakt van informatie van de NS (Kringentheorie) en van een consultant bureau (de bereikbaarheidsprofielen zijn gemaakt door Goudappel Coffeng) De informatie die het uitgangspunt vormde voor het ontwerpen waren kaarten van de huidige en geplande situatie (een netwerkkaart en de ruimtelijke structuurvisiekaart). Deze werden vooral gebruikt als platform voor het tekenen, terwijl de deelnemers zelf gebiedskennis inbrachten over waar hoeveel woningen/werkplekken gepland kunnen worden. In de ontwerpsessie voor het station werd ook impliciet gebruik gemaakt van de Kringentheorie; er werd zoveel mogelijk dichtbij het mogelijke station gepland om te zien of dit afdoende was voor de kansrijkheid. Om de ontwerpen te beoordelen is gebruik gemaakt van de Kringentheorie voor het stationsontwerp en de bereikbaarheidsprofielen voor de OV ontsluiting. In beide gevallen werd eerst een globale weergave getoond van de effecten, die op basis van vragen van de deelnemers verder werd geconcretiseerd (effecten van evenementen en lokaal georiënteerde bereikbaarheidsprofielen). 4.3 Perceptie van deelnemers Aan de hand van observaties, enquêtes per workshop en een ex post evaluatie formulier is geprobeerd in kaart te brengen hoe de deelnemers de workshops en de uitkomsten ervan ervaren hebben. De invloed die de deelnemers hadden op het te doorlopen proces en de ondersteunende informatie werd als zeer prettig ervaren. Na de eerste workshop werd aangegeven dat er meer inzichten waren in ROVV afhankelijkheden en in de positie van de NS. Dit is vooral ontstaan in de discussie over de verschillende soorten informatie en hun toepassing en door het praten over de gemeenschappelijke probleemstelling. Het ontwerpen in de tweede workshops versterkte deze inzichten. Het werd hier ook duidelijk dat het samenwerken tussen RO en V&V duidelijk een meerwaarde heeft ten opzichte van de bestaande plannen: V&V mensen maken de stap in RO-denken en RO-mensen laten V&V vroegtijdig meedenken. Het leidt tot het vormen van integrale ideeën en concepten en een beter inzicht in de kansen van de voorstadhalte. Er werd een kanttekening geplaatst, dat deze lessen nu wellicht te laat komen (na vastgestelde structuurvisie). Ook werd er door de deelnemers aangegeven dat er lessen werden geleerd over integrale ROVV processen. Vooral dat dit vaker en eerder in het planproces moet plaatsvinden, maar ook dat het gezamenlijk inventarise- 26

33 ren en kiezen van informatie belangrijk is. De gekozen informatie (voornamelijk Kringentheorie en bereikbaarheidsprofielen) werd gezien als relevant en ondersteunend voor het komen tot ROVV keuzes. Er werd aangegeven dat het proces zoals het hier doorlopen is (in abstracte lijnen) een goed model is voor toekomstige ROVV ateliers in een vroegtijdige planfase. Overall vond men dat de workshopreeks er gedeeltelijk in is geslaagd om een integrale ROVV visie te ontwikkelen. Men heeft vooral ingezien dat er meer samengewerkt moet worden, maar omdat de structuurvisie al is goedgekeurd en omdat een aantal zaken niet voldoende belicht zijn (bv. evenemententerrein en uitwerking bereikbaarheidsprofielen) is de uitkomst niet heel hard. Ook het ontbreken van een aantal stakeholders in het proces draagt hieraan bij. De deelnemers is gevraagd om de afzonderlijke workshops te beoordelen op het belang voor het ROVV proces. De resultaten daarvan staan in figuur 4.1 weergegeven. Figuur 4.1 beoordeling van de activiteiten in de workshops De informatie werd uiteenlopend beoordeeld (figuur 4.2). De relatief eenvoudige gedachte achter de kringentheorie zorgde ervoor dat het goed bruikbaar was en de discussie kon ondersteunen. De overige informatie werd als ingewikkeld ervaren en werd te laat (en onvoldoende uitgelegd) in het proces geïntroduceerd. 27

34 Figuur 4.2 Beoordeling van de informatie Het proces is er volgens de deelnemers in geslaagd om meer relevante informatie voor ROVV planvorming te vinden: gebleken is dat diverse informatiebronnen richting kunnen geven aan integrale ROVV planvorming en verschillende methoden laten verschillende zwaartepunten zien. De informatie was wel grotendeels bevestigend van bestaande ideeën, die nu wel beter onderbouwd zijn: HOV in en voorstadhalte niet kansrijk met huidige ruimtelijke vulling. Tot slot wordt aangegeven dat er stappen zijn gezet naar integrale informatie die vaker kan worden toegepast en naar een gemeenschappelijk ontwerpproces, er ROVV ideeën zijn uitgewisseld en (in mindere mate) dat er een gezamenlijk ROVV visie voor is ontwikkeld. 28

35 Referenties Banister, D. (2005). Unsustainable transport: City transport in the new century, Routledge, London. Cervero, R. (1998). The transit metropolis: A global inquiry, Island Press, Washington D.C. ECMT. (2002). "Implementing sustainable urban travel policies. Final report." European Conference of Ministers of Transport, Paris. Expertcommissie Netwerkanalyses. (2006). "Op tijd bewegen: Eindadvies Expertcommissie Netwerkanalyses." Expertcommissie Netwerkanalyses, Amersfoort. Hanson, S., en Giuliano, G. (2004). "The Geography of Urban Transportation." The Guilford Press, New York and London. Heerema, P., en Linssen, R. (2006). "Op het grensvlak van ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit : balans of spagaat?", Nirov, Den Haag. Meurs, H. (2002). Land use and mobility, NOVEM, Utrecht. Meyer, M. D., en Miller, E. J. (2001). Urban transportation planning: a decision-oriented approach, McGraw- Hill, New York. Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2005). "Nota Mobiliteit.", Den Haag. Ministerie van VROM, Ministerie van LNV, Ministerie van V&W, en Ministerie van EZ. (2004). Nota Ruimte, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), Den Haag. Te Brömmelstroet, M. C. G. (2007a). "Desired characteristics of expert knowledge to support the integration of land use and transport planning." 34rd Colloquium Vervoersplanologische Speurwerk: the X-pert factor, Antwerpen (Belgium). Te Brömmelstroet, M. C. G. (2007b). "GENMOD voor het ondersteunen van de integratie van ruimte en verkeer &vervoer planning: ingerwijzingen om bestaande instrumenten bruikbaar te maken om vroegtijdige integratie van ruimtelijke en verkeersplanning te ondersteunen." Transumo, Amsterdam. Te Brömmelstroet, M. C. G. (2007c). "State of Practice of existing land use and transport instruments: Assessing existing instruments for the usefulness of supporting early phases of land use and transport planning in the Netherlands." Transumo, Amsterdam. Te Brömmelstroet, M. C. G., Bertolini, L., Nip, M., Verschuuren, S., Kuik, F., en Buffing, T. (2007). "Integrale 'Ruimte - Verkeer & Vervoer strategieën' voor de regio Amterdam: Inhoudelijke vingerwijzingen vanuit een workshop reeks met Amsterdam en de Stadsregio Amsterdam." Transumo, Amsterdam. Te Brömmelstroet, M. C. G., en Schrijnen, P. (2007). "Developing a meaningful PSS for land use and transport integration:first experiences from working with a community of practice." 10th International Conference on Computers in Urban Planning and Urban Management, Foz do Iguacu, Brazil. Te Brömmelstroet, M. C. G., en Siderius, P. (2007). "Modelleren op de tekentafel." Verkeerskunde, 58(10), TRB. (2004). "A New Vision for Mobility: Guidance to Foster Collaborative Multimodal Decision Making ", Transportation Research Board, Washington DC. WBCSD. (2001). "Mobility World mobility at the end of the twentieth century and its sustainability.", World Business Council for Sustainable Development (Prepared by MIT and Charles River Associates), Geneva, Switzerland. Wegener, M., en Fürst, F. (1999). Land-use transport interaction: State of the Art., Institut für Raumplanung, Dortmund. 29

INTEGRALE RUIMTE VERKEER & VERVOER STRATEGIEËN VOOR DE REGIO AMSTERDAM

INTEGRALE RUIMTE VERKEER & VERVOER STRATEGIEËN VOOR DE REGIO AMSTERDAM INTEGRALE RUIMTE VERKEER & VERVOER STRATEGIEËN VOOR DE REGIO AMSTERDAM Inhoudelijke vingerwijzingen vanuit een workshop reeks met en de Stadsregio December 2007 Designing Sustainable Accessibility (Dessus)

Nadere informatie

Samenvatting workshop Transumo BrabantStad

Samenvatting workshop Transumo BrabantStad Samenvatting workshop Transumo BrabantStad 1 Inleiding Het Programmabureau BrabantStad participeert in het Transumo-project Stations, bereikbaarheid en vastgoedontwikkeling. Het gaat hierbij om drie deelprojecten:

Nadere informatie

[figuur 1.tif] [bijschrift:] 1.Redenen gering gebruik huidige verkeersmodellen bij vroege planvorming

[figuur 1.tif] [bijschrift:] 1.Redenen gering gebruik huidige verkeersmodellen bij vroege planvorming [figuurcover.jpg] Opener [Pierre, deze foto mag eventueel vervallen] [030210 007b] Het mobiliteits- en ruimtelijk systeem zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; zo kan een nieuwbouwwijk niet zonder openbaar

Nadere informatie

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Henk Tromp Hans Voerknecht Dirk Bussche (Henk Tromp en Dirk Bussche zijn werkzaam bij Goudappel Coffeng,

Nadere informatie

Regionale afstemming en verkeersmodellen

Regionale afstemming en verkeersmodellen Regionale afstemming en verkeersmodellen Robert Cellissen Rijkswaterstaat Noord-Brabant robert.cellissen@rws.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 25 en 26 november 2010, Roermond

Nadere informatie

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

oktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Ruimtelijk economische effecten corridor Den Haag Rotterdam Eindrapport oktober 2009 Titel Datum Versie Kenmerk Opdrachtgever Uitvoering Colofon Programma Hoogfrequent

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V.

Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V. Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad NS Groep N.V. 7 oktober 2005 Samenwerkingsovereenkomst BrabantStad - NS Groep N.V. De hieronder aangegeven partijen De Provincie Noord-Brabant in haar hoedanigheid

Nadere informatie

m o n t e f e l t r o

m o n t e f e l t r o m o n t e f e l t r o Van stammenstrijd naar kansen voor jonge professionals op het raakvlak tussen RO en verkeer dr Daan H. van Egeraat (www.montefeltro.nl) was initiatiefnemer en projectleider van de

Nadere informatie

Theorie naar Praktijk

Theorie naar Praktijk Dia 1 Theorie naar Praktijk Lesmodule Mobiliteit en Locatie Deze lesmodule is op gebouwd uit verschillende Transumo projecten. Meer informatie over de projecten kunt u lezen op www.transumo.nl en transumofootprint.nl

Nadere informatie

MIRT NowA SAMENVATTING MIRT ONDERZOEK NOORDWESTKANT AMSTERDAM SEPTEMBER 2017

MIRT NowA SAMENVATTING MIRT ONDERZOEK NOORDWESTKANT AMSTERDAM SEPTEMBER 2017 MIRT NowA SAMENVATTING SEPTEMBER 2017 SAMENVATTING N Het gebied tussen Alkmaar, IJmond, Haarlem, Haarlemmermeer en Amsterdam is het NowA-gebied: de Noord westkant van Amsterdam. Amsterdam heeft een grote

Nadere informatie

Computer instrumenten ter ondersteuning van strategische planning: Wat we kunnen leren van het ontwerp van een gasfornuis

Computer instrumenten ter ondersteuning van strategische planning: Wat we kunnen leren van het ontwerp van een gasfornuis Computer instrumenten ter ondersteuning van strategische planning: Wat we kunnen leren van het ontwerp van een gasfornuis Marco te Brömmelstroet Universiteit van Amsterdam Marco@transport-planning.eu Luca

Nadere informatie

Bijlage 3 Concept regionale ontwikkelingsstrategie knooppunten

Bijlage 3 Concept regionale ontwikkelingsstrategie knooppunten Bijlage 3 Concept regionale ontwikkelingsstrategie knooppunten De regionale ontwikkelingsstrategie geeft concreet uitwerking aan het schaalniveau kiezen tussen knooppunten in de corridor en aan andere

Nadere informatie

Mobiliteitsscan Infosessie Donderdag 12 december Harderwijk

Mobiliteitsscan Infosessie Donderdag 12 december Harderwijk Donderdag 12 december 2013 - Harderwijk Infosessie interactief informeren Over Ontwikkelingen, ervaringen, kansen op het gebied van bereikbaarheid, mobiliteit Mobiliteitsscan, Samenwerken, oplossing voor

Nadere informatie

Gemeente Castricum. Haalbaarheid station Zandzoom

Gemeente Castricum. Haalbaarheid station Zandzoom Gemeente Castricum Haalbaarheid station Zandzoom Gemeente Castricum Haalbaarheid station Zandzoom Datum 26 januari 2010 Kenmerk CTC071/Adr/0511 Eerste versie Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Gemeente

Nadere informatie

RandstadRapid en het project Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid Overgang fase 1 naar fase december 2006, Henk Tromp

RandstadRapid en het project Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid Overgang fase 1 naar fase december 2006, Henk Tromp RandstadRapid en het project Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid Overgang fase 1 naar fase 2 11 december 2006, Henk Tromp Wie is Goudappel Coffeng? - 200 gemotiveerde medewerkers - 40 jaar deskundigheid -

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit Aad Zoeteman, Sigrid Fiering en Linda van der Lans Eenheid Audit en Advies (tel. 070 441 75 78) Provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

Jaarrapportage 2007 DESSUS

Jaarrapportage 2007 DESSUS Jaarrapportage 2007 DESSUS Jaarrapportage 2007 Projectnummer Projectnaam Datum Penvoerder Projectleider Themaleider IN.04.042 DESSUS 31-03-2008 Universiteit van Amsterdam Luca Bertolini Piet Rietveld Hoofdstuk

Nadere informatie

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden

Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat en Bas Verkerk, regiobestuurder van het Stadsgewest Haaglanden Capaciteitsuitbreiding spoor Den Haag - Rotterdam Doel Baanvak Den Haag Rotterdam geschikt maken om te voldoen aan de toenemende vraag naar spoorvervoer en tegelijkertijd het aanbod aan openbaar vervoer

Nadere informatie

ons kenmerk uw kenmerk uw brief I registratienr

ons kenmerk uw kenmerk uw brief I registratienr gemeente Loon op Zand ONTVANGEN 2 4 SEP 2014 Aan de leden van de raad van de gemeente Loon op Zand Gemeente Loon op Zand III MINUI IIII Mil III II 2014.12716 Afdeling griffie OVB: nee VERZONDEN 2 4 SEP

Nadere informatie

Gebruik van Omnitrans in. beleidsadvisering. Bas Govers Goudappel Coffeng

Gebruik van Omnitrans in. beleidsadvisering. Bas Govers Goudappel Coffeng 1 Gebruik van Omnitrans in beleidsadvisering Bas Govers Goudappel Coffeng bgovers@goudappel.nl Inhoud Goudappel Coffeng BV Geschiedenis Bedrijfsstructuur Marktstrategie Beleidsterreinen Mobiliteit Ruimtelijke

Nadere informatie

Vragen. Andrew Switzer. SRMT Project 2: Het bevorderen van verdichting rondom knooppunten

Vragen. Andrew Switzer. SRMT Project 2: Het bevorderen van verdichting rondom knooppunten SRMT Project 2: Het bevorderen van verdichting rondom knooppunten Andrew Switzer Vragen Beoordeling geplande RO rondom knooppunt Bleizo Hoe zou ruimtelijke ontwikkeling rondom het knooppunt bevorderd kunnen

Nadere informatie

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl gemeente Langedijk Urhahn Urban Design Tav. de heer S. Feenstra Laagte Kadijk 153 1O18ZD AMSTERDAM Datum 17 maart 2015 B P/PEZ/SA Afdeling/team Uw brief/nummer Inlichtingen bi1 Onderwerp Bijiage(r) De

Nadere informatie

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010 'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010 10 december 2015 Rian Snijder Inhoud van de presentatie - Aanleiding en doel - Samenvatting

Nadere informatie

Meer bereiken door ruimtelijk inrichten 9 maart 2016

Meer bereiken door ruimtelijk inrichten 9 maart 2016 Meer bereiken door ruimtelijk inrichten 9 maart 2016 Barry Zondag Inhoud 2 Inhoud 3 Ruimtelijk inrichten i van inrichten onderdeel programma meer bereiken ruimtelijke inrichten als oplossingsrichting Ter

Nadere informatie

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent.

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent. Raadsvoorstel Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent. AGENDAPUNT NO. 9. AAN DE RAAD Samenvatting Vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu is met

Nadere informatie

Bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppuntenbeleid. Prof. dr. ing. Karst Geurs

Bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppuntenbeleid. Prof. dr. ing. Karst Geurs Bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppuntenbeleid Prof. dr. ing. Karst Geurs 1 Inhoud 1. Verschillende perspectieven op bereikbaarheid 2. Aanpak TOD project 3. Resultaten en conclusies 2 Brede

Nadere informatie

Ontsluiting Bedrijventerreinen per OV

Ontsluiting Bedrijventerreinen per OV Ontsluiting Bedrijventerreinen per OV In dit onderzoek is een stappenplan ontwikkeld om de ontsluiting per OV van bedrijventerreinen te verbeteren. Dit stappenplan leidt tot de ontwikkeling van concepten

Nadere informatie

Handleiding Delphi methode

Handleiding Delphi methode IJBURGCOLLEGE.NL Handleiding Delphi methode & 02-06-2012 Inleiding Deze handleiding biedt een stapsgewijze beschrijving van de afname van de Delphi methode. Aan de hand van deze methode kunnen de ervaringen

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma TOD in de Zuidvleugel

Onderzoeksprogramma TOD in de Zuidvleugel Onderzoeksprogramma TOD in de Zuidvleugel Karst Geurs, Universiteit Twente Piet Rietveld, Vrije Universiteit Kees Maat, Technische Universiteit Delft 10/16/12 Title: to modify choose 'View' then 'Heater

Nadere informatie

Fiets en OV. Danique Ton PhD: Keuzegedrag van Fietsers en Voetgangers. Niels van Oort Assistant Professor: Openbaar Vervoer. #FietsOV #SUMS2017

Fiets en OV. Danique Ton PhD: Keuzegedrag van Fietsers en Voetgangers. Niels van Oort Assistant Professor: Openbaar Vervoer. #FietsOV #SUMS2017 Fiets en OV Danique Ton PhD: Keuzegedrag van Fietsers en Voetgangers Niels van Oort Assistant Professor: Openbaar Vervoer #FietsOV #SUMS2017 1 De fiets bestaat precies 200 jaar! Heel veel ontwikkelingen

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Nationaal verkeerskundecongres 2016 Nationaal verkeerskundecongres 2016 Het bereikbaarheidsmodel van de toekomst Marco van der Linden Movares Chris Verweijen Movares Samenvatting In een zoektocht naar een goede manier om bereikbaarheid met

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening als basis voor basisbereikbaarheid

Ruimtelijke ordening als basis voor basisbereikbaarheid Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Ruimtelijke ordening als basis voor basisbereikbaarheid Hans Tindemans (beleidsmedewerker VRP) Studiedag: van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid 2 okt.

Nadere informatie

Omwonende participatie, Arsenaal Terrein te Voorschoten. Hierbij een overzicht van de bijeenkomsten met een korte omschrijving:

Omwonende participatie, Arsenaal Terrein te Voorschoten. Hierbij een overzicht van de bijeenkomsten met een korte omschrijving: Eindverslag Omwonende participatie, Arsenaal Terrein te Voorschoten Arsenaal Terrein: Het huidige arsenaal terrein in eigendom van 3 eigenaren te weten Provincie Zuid-Holland, de gemeente Voorschoten en

Nadere informatie

Voor de TVDH site 1 Helderheid over Duurzaamheid. Inleiding

Voor de TVDH site 1 Helderheid over Duurzaamheid. Inleiding Voor de TVDH site 1 Helderheid over Duurzaamheid Inleiding Duurzaamheid is een begrip dat gebruikt wordt bij allerlei processen en producten. Heel vaak is het totaal niet helder wat er mee bedoeld wordt.

Nadere informatie

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017 83 Stadsperimeter Brussel München 84 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 1.400.000 (sterke groei verwacht tegen 2030) " Grootstedelijk gebied: 5.500.000 o Netwerk " Regionale treinen: 14 lijnen " Metro: 6

Nadere informatie

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant Tussentijds advies over de inhoud van het milieueffectrapport 12 december 2017 / projectnummer: 3198 1. Tussentijds advies over de inhoud van het MER Inleiding De

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht Netwerkanalyse Ring Wat levert het op?, 14 maart 2007 PLATOS-colloquium Inhoud presentatie 1. Achtergronden Netwerkanalyse 4. Resultaten en gevoeligheidsanalyses 5. Tot slot Niels Hoefsloot 1. Achtergronden

Nadere informatie

Management. Analyse Sourcing Management

Management. Analyse Sourcing Management Management Analyse Sourcing Management Management Business Driven Management Informatie- en communicatietoepassingen zijn onmisbaar geworden in de dagelijkse praktijk van uw organisatie. Steeds meer

Nadere informatie

De mobiliteitsscan. Hans Voerknecht, KpVV

De mobiliteitsscan. Hans Voerknecht, KpVV De mobiliteitsscan Hans Voerknecht, KpVV Transumo Mobiliteitsscan 27-10-2009 2 Het probleem Mobiliteit te laat betrokken bij ruimtelijke planvorming Mobiliteit niet flexibel te betrekken bij ruimtelijke

Nadere informatie

Adviescommissies VA & EV MRDH

Adviescommissies VA & EV MRDH ANALYSE- & OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT ONDERZOEK BEREIKBAARHEID ROTTERDAM DEN HAAG Adviescommissies VA & EV MRDH 12 april 2017 Investeringsstrategie MRDH RIJK -> MIRT: Samenhang strategische trajecten

Nadere informatie

MANAGEMENTBEOORDELING: VAN ANDERS DENKEN NAAR ANDERS DOEN!

MANAGEMENTBEOORDELING: VAN ANDERS DENKEN NAAR ANDERS DOEN! WHITEPAPER MANAGEMENTBEOORDELING: VAN ANDERS DENKEN NAAR ANDERS DOEN! ALLES WAT U MOET WETEN OVER HOE U VAN EEN MANAGEMENT- BEOORDELING EEN SUCCES MAAKT ÉN TEGELIJKERTIJD VOLDOET AAN DE EISEN DIE AAN EEN

Nadere informatie

Centre for Urban Studies Fiets in voor- en natransport

Centre for Urban Studies Fiets in voor- en natransport Centre for Urban Studies Fiets in voor- en natransport Roland Kager, Luca Bertolini, Bram Fokke, Marco te Brömmelstroet Railforum, 5 juni 2014 Fiets en trein (kreten / de oppervlakte ) Fietschaos!!! (voorzieningen

Nadere informatie

Economische belang doortrekking A15

Economische belang doortrekking A15 Economische belang doortrekking A15 Drs. Paul Bleumink Managing Partner 6 september 2010 Buck Consultants International Postbus 1456 6501 BL Nijmegen Telnr : 024 379 02 22 Mobiel : 06 535 63 101 Fax :

Nadere informatie

Regionale Samenwerking in de Zorg Van idee tot innovatie

Regionale Samenwerking in de Zorg Van idee tot innovatie Regionale Samenwerking in de Zorg Van idee tot innovatie Voorwoord Meer dan tien jaar geleden is in Nederland de discussie over het opzetten van een landelijk elektronisch patiëntdossier gestart. Sindsdien

Nadere informatie

Modellen als hulpmiddel bij het ontwerpen van een optimaal multimodaal verkeersnetwerk Ties Brands 06/03/2014 1

Modellen als hulpmiddel bij het ontwerpen van een optimaal multimodaal verkeersnetwerk Ties Brands 06/03/2014 1 Modellen als hulpmiddel bij het ontwerpen van een optimaal multimodaal verkeersnetwerk Ties Brands 06/03/2014 1 Ties Brands Promovendus bij Centre for Transport Studies Dagelijks begeleider: Luc Wismans

Nadere informatie

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue) Nota Ruimte budget 75 miljoen euro voor Brainport Eindhoven en 6,8 miljoen voor ontwikkeling A2-zone Planoppervlak 3250 hectare (Brainport Eindhoven) Trekker

Nadere informatie

Virtual Design & Construction. Sneller, beter, slimmer

Virtual Design & Construction. Sneller, beter, slimmer Virtual Design & Construction Sneller, beter, slimmer Virtual Design & Construction Sneller, beter, slimmer Royal HaskoningDHV biedt u met Virtual Design & Construction (VDC) een unieke methode om integraal

Nadere informatie

: Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden en Oost, Gulbergen (P.J.M.G. Blanksma) : Actualisatie SRE verkeersmodel

: Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden en Oost, Gulbergen (P.J.M.G. Blanksma) : Actualisatie SRE verkeersmodel Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 3 december 2012 Agendapunt : Portefeuille Onderwerp Probleemstelling : Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden

Nadere informatie

Regionaal OV Toekomstbeeld 2040 Noord-Holland en Flevoland

Regionaal OV Toekomstbeeld 2040 Noord-Holland en Flevoland Regionaal OV Toekomstbeeld 2040 Noord-Holland en Flevoland Wat is het regionaal OV Toekomstbeeld? Een gedragen en realistisch beeld op het totale openbaar vervoer in 2040 in de provincies Noord-Holland

Nadere informatie

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Kiezen om ruimte te maken Den Haag 2040 Den Haag is volop in beweging, de stad is in trek. Verwacht wordt dat Den Haag groeit, van 530.000 inwoners in 2017 naar

Nadere informatie

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave 2023. Wonen 1.800 7.100. Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat) 248.000-323.

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave 2023. Wonen 1.800 7.100. Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat) 248.000-323. Maastricht Maastricht 120.000 inwoners, stabilisatie Centrum van de regio (600.000-550.000) Universiteit Meer dan 20 miljoen bezoekers waarvan 2/3 uit Nederland, winkelen belangrijkste bezoekmotief Compacte

Nadere informatie

The Road to Working Capital Excellence. Werken aan structurele verbeteringen door het tussen de oren krijgen van werkkapitaal

The Road to Working Capital Excellence. Werken aan structurele verbeteringen door het tussen de oren krijgen van werkkapitaal The Road to Working Capital Excellence Werken aan structurele verbeteringen door het tussen de oren krijgen van werkkapitaal The road to Working Capital Excellence Vraag Aanpak Toepassing Resultaat Quick

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017 Reactienota zienswijzen Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord 2016 11 mei 2017 1. INLEIDING Voor het gebied Ammerzoden Noord, 2 e fase is een woningbouwplan in voorbereiding. In het woningbouwplan worden

Nadere informatie

Ruimte voor de Economie van morgen

Ruimte voor de Economie van morgen Algemeen Ruimte voor de Economie van morgen Reactie van het Amsterdamse bedrijfsleven Juli 2017 Het is verheugend dat de gemeente een visie heeft ontwikkeld op de ruimtelijk economische toekomst van stad

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Breda Duurzaam Bereikbaar

Breda Duurzaam Bereikbaar Masterplan Mobiliteit Breda Duurzaam Bereikbaar D66 krijgt het voor elkaar Inhoud Aanleiding 3 Visie 4 Fietsen en wandelen 5 Openbaar vervoer 6 Autoverkeer 7 Aanleiding 3 Breda slibt dicht. Niet alleen

Nadere informatie

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV memo Opdrachtgever: DPNH, DPV, STOWA Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV Voorstel voor uitwerking in de regionale deltaprogramma s Auteurs: B. Kolen (HKV) R. Ruijtenberg

Nadere informatie

Samenwerking & Bedrijfsvoering

Samenwerking & Bedrijfsvoering Samenwerking & Bedrijfsvoering Plan van Aanpak Plan van aanpak: Themaonderzoek Samenwerking en Bedrijfsvoering Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Naam projectleider T.C.C. den Braanker C.A.

Nadere informatie

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Justin Hogenberg Nederlandse Spoorwegen justin.hogenberg@ns.nl Roswitha van de Kamer Nederlandse Spoorwegen roswitha.vandekamer@ns.nl Thijs

Nadere informatie

Welkom. Informatiebijeenkomst Raad & Staten. 3 december 2013

Welkom. Informatiebijeenkomst Raad & Staten. 3 december 2013 Welkom Informatiebijeenkomst Raad & Staten 3 december 2013 Koningsas Zone rond het spoor, de A28 en NW Kanaal tussen Groningen en Assen Panoramische snelweg en spoor beleving van het landschap essentieel

Nadere informatie

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Helder &Wijzer Mijn opdrachten In een kort, blended programma In het kort Voor wie docenten/trainers die blended opdrachten willen leren ontwerpen en ontwikkelen

Nadere informatie

AISSR - Amsterdam Institute for Social Science Research Denken en handelen in ruimte en mobiliteit corridors

AISSR - Amsterdam Institute for Social Science Research Denken en handelen in ruimte en mobiliteit corridors AISSR - Amsterdam Institute for Social Science Research Denken en handelen in ruimte en mobiliteit corridors L. Bertolini Opzet Wat? Waarom? Hoe? Onderzoek aan de UvA Ruimteconferentie 19 april 2011 2

Nadere informatie

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan

Nadere informatie

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom: Verzoek VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District De A16 is voor de Metropoolregio en de Randstad een belangrijke verbinding met Antwerpen,

Nadere informatie

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio.

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio. Maak plaats voor Hoorn! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio. Iedere dag is het hier een komen en gaan van duizenden

Nadere informatie

Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug. Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere

Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug. Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere Pagina 1 Almere en Amsterdam Hyperbereikbaar via de Hollandse Brug Samenvatting van een onderzoek naar de regionale OV-bereikbaarheid van Almere Milieufederatie Flevoland Milieufederatie Noord- Holland

Nadere informatie

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040.

Statenmededeling. 1. De provincie Noord-Brabant onderschrijft de doelen uit de notitie Contouren Toekomstbeeld OV 2040. Statenmededeling Onderwerp Contourennota Toekomstbeeld OV 2040 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De landelijke Contouren Toekomstbeeld OV, een belangrijk vervolgdocument in het

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Notitie Onderwerp: Masterplan Arenapark, oplegnotitie onderzoeken Projectnummer: 364083 Referentie: 20190401_Notitie_Onderzoeken_Def Datum: 01-04-2019 1 Aanleiding Het gebied Arenapark gaat vernieuwd en

Nadere informatie

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Een overzicht van de beschikbare kennis Florence Bloemkolk, Henk Taale 21 juni 2018 Stedelijk verkeersmanagement: wat is het? CROW: Verkeersmanagement

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving

Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving Datum: 22 maart 2019 Versie: definitief, 2.0, vastgesteld door PMT (07-03-2019) Toelichting/context: Waterschappen gaan uit van de

Nadere informatie

Stedenbouwkundige ontwikkelvisie Centraal Station Nijmegen

Stedenbouwkundige ontwikkelvisie Centraal Station Nijmegen Toelichting over de presentatie: Stedenbouwkundige ontwikkelvisie Centraal Station Nijmegen Burgerronde 1 februari 2012, 18.00-19.00 uur Traianuskamer Doel: Toelichting: Informeren Presentatie Stedenbouwkundige

Nadere informatie

Plan-MER Oosterweelverbinding

Plan-MER Oosterweelverbinding Plan-MER Oosterweelverbinding Infovergadering 26 juni 2013 FASE 3 - VERKEERSKUNDIGE ANALYSE TUSSENTIJDSE CONCLUSIES Dirk Engels MER-Deskundige Mens-Mobiliteit Agenda 1. Doel tussentijdse evaluatie mobiliteit

Nadere informatie

HERONTWIKKELING MOLENWAL

HERONTWIKKELING MOLENWAL STARTNOTITIE HERONTWIKKELING MOLENWAL (VOORMALIGE BUSREMISE) Maart 2011 Gemeente Oudewater Sector REV 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 PLANGEBIED... 4 2.1 HET PLANGEBIED... 4 2.2 PROGRAMMA...

Nadere informatie

De rol van stations: vele stakeholders

De rol van stations: vele stakeholders Utrecht University De rol van stations: vele stakeholders De rol van stations Den Haag 16 november 2018 Een beetje reclame Nederland als een verzameling sterren monocentrisch model van de stad 5 Implicaties

Nadere informatie

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof Procesevaluatie Effectief Actief 2013 Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof VOORWOORD Effectief Actief (EA) is een programma geïnitieerd door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het heeft als doel

Nadere informatie

Voorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten.

Voorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten. 21 november 2018 agendapunt 4.4. Onderwerp: Vaststelling Verkeersmodel MRDH 2.0. Portefeuille: Datum: Integraliteit van beleid 25 september 2018 Contactpersoon: Arjan Veurink Telefoonnummer: 088 5445 233

Nadere informatie

Parkeerbeleid met impact: het moet en kan anders! 10 gouden regels

Parkeerbeleid met impact: het moet en kan anders! 10 gouden regels Parkeerbeleid met impact: het moet en kan anders! 10 gouden regels Bram van Luipen Kennisplatform Verkeer en Vervoer bram.vanluipen@kpvv.nl Hans Voerknecht Kennisplatform Verkeer en Vervoer hans.voerknecht@kpvv.nl

Nadere informatie

Benut bestaande stad en netwerk - BESTNET

Benut bestaande stad en netwerk - BESTNET Benut bestaande stad en netwerk - BESTNET Ir. Nanet Rutten Movares/TUDelft Nanet.rutten@movares.nl Joost Schrijnen TUDelft J.M.Schrijnen@tudelft.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Reshaping the way you think and act to deal with the complex issues of today s world

Reshaping the way you think and act to deal with the complex issues of today s world Reshaping the way you think and act to deal with the complex issues of today s world HOE GAAT HET NU? We zetten allemaal verschillende methoden in om vraagstukken op te lossen, oplossingen te ontwerpen

Nadere informatie

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee,

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee, De heer F. van der Lee Norbertusplein 2 5251 EE Vlijmen ONS KENMERK: 00503647 UW KENMERK: HT2017011 UW BRIEF VAN: 7 maart 2017 Lucien Kuijsters ONDERWERP: Artikel 61 vragen GOL 2 (waarvan 1 vertrouwelijk

Nadere informatie

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden, 1996-2015 Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Innoveren, corrigeren en tederheid John Post

Innoveren, corrigeren en tederheid John Post Innoveren, corrigeren en tederheid John Post Hardware Hardware is de veelal geslaagde poging om fouten in de software te voorzien, bestaande fouten te optimaliseren, op te slaan en in steeds hoger tempo

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Rond het verbinden van water en ruimte zijn al veel stappen gezet. In het kader van de Vernieuwing van het MIRT is door Rijk, provincies en waterschappen

Nadere informatie

Pallas Advies. Bedrijfsinformatie

Pallas Advies. Bedrijfsinformatie Pallas Advies Bedrijfsinformatie Wat is Pallas Advies? Pallas Advies ondersteunt en adviseert overheidsorganisaties op het gebied van parkeren, mobiliteit en (reis)informatie. De ondersteuning kan op meerdere

Nadere informatie

Nota PS-commissie. : Wegen, Verkeer en Vervoer. Inhoud en financiering. : RWB / Verkeer en Vervoer

Nota PS-commissie. : Wegen, Verkeer en Vervoer. Inhoud en financiering. : RWB / Verkeer en Vervoer Nota PS-commissie -B-10 Vergaderdatum : 9 maart 2006 Commissie voor : Wegen, Verkeer en Vervoer Agendapunt nr. : 10 Commissienr. : 2006/10274 Onderwerp : Uitvoeringsprogramma bereikbaarheid kust Bergen

Nadere informatie

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit 2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit Er zijn minstens vijf verklaringen voor de grote verschillen die er tussen de stedelijke gebieden bestaan in het gebruik van de auto, het openbaar vervoer

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Na een regionale werkconferentie in Venlo, zijn op 24 september 2018 zo n 70 medewerkers van verschillende Zuid-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk,

Nadere informatie

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

VAN ZORG NAAR PREVENTIE VAN ZORG NAAR PREVENTIE Jaap van der Stel Jaap van der Stel Lector GGz Hogeschool Leiden Brijder-Parnassia GGZ ingeest Legitimatie psychische gezondheidszorg Legitimiteit van de psychische gezondheidszorg

Nadere informatie

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 scenario s en gevoeligheidsanalyse

Nadere informatie

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Lees het volledige stappenplan voor alle informatie en tips over het monitoren en evalueren van het beleid rondom de inzet van buurtsportcoaches of raadpleeg

Nadere informatie

SBIR voor MOVO. Instrument voor oplossen maatschappelijke vraagstukken

SBIR voor MOVO. Instrument voor oplossen maatschappelijke vraagstukken SBIR voor MOVO Instrument voor oplossen maatschappelijke vraagstukken Robert van Haaften & René Broekhuizen RVO.nl Marieke van Putten, Min EZ 25 oktober 2016 Programma 1. Mijn overheid voor ondernemingen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Toelichting op de Parkeerbalans Badhuisplein Zandvoort

Toelichting op de Parkeerbalans Badhuisplein Zandvoort Toelichting op de Parkeerbalans Badhuisplein Zandvoort 4 maart 2017 1. Inleiding De gemeente Zandvoort heeft aan gevraagd de parkeerbalans voor het project Badhuisplein in Zandvoort te maken. Dit document

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord

Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord Wat is het plan voor Schieoevers? In 2010 heeft het college van B&W van de gemeente Delft de gebiedsvisie Schieoevers 2030 vastgesteld. De gebiedsvisie

Nadere informatie