Onrechtmatige daad. Deel 2: het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onrechtmatige daad. Deel 2: het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht"

Transcriptie

1 Onrechtmatige daad Deel 2: het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht 1. INLEIDING... 3 A. BRONNEN VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT... 3 B. FUNCTIES VAN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT: SCHADEVERGOEDING OF PREVENTIE?... 3 C. BEWIJSREGELEN EN HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT EXCLUSIEVE OF ALTERNATIEVE TOEPASSING VAN DE REGELEN VAN DE CONTRACTUELE EN EXTRACONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID... 3 A. INLEIDING... 3 B. SAMENLOOP: EXCLUSIEVE TOEPASSING VAN DE CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID Principe: samenloopverbod Uitzondering: de contractuele wanprestatie maakt een misdrijf uit... 4 C. IN DE VERHOUDING TUSSEN CONTRACTPARTIJEN EN DERDEN: CO-EXISTENTIE Co-existentie Uitzondering: de quasi-immuniteit van aangestelden en uitvoeringsagenten SCHADE: EEN AANTASTING VAN RECHTMATIGE BELANGEN... 5 A. HET BEWIJS VAN DE SCHADE... 5 B. BESCHERMDE BELANGEN... 6 C. SOORTEN SCHADE DE GRONDSLAG VAN AANSPRAKELIJKHEID... 7 A. OVERZICHT... 7 B. SCHULDAANSPRAKELIJKHEID Schuldbekwaamheid Het foutbegrip Verwijtbaarheid Onrechtmatige daad en strafrechtelijk misdrijf Gronden van rechtvaardiging Beperkingen van de persoonlijke aansprakelijkheid Vermoedens van aansprakelijkheid...10 C. OBJECTIEVE AANSPRAKELIJKHEID Algemeen Dieren (art BW) Gebouwen (art BW) Brand en ontploffing in voor het publiek toegankelijke inrichtingen (wet van 30 juli 1979) Gebrekkige zaken (art. 1384, lid 1 BW) Gebrekkige producten (wet van 25 februari 1991) Aansprakelijkheid van de aansteller voor schade aan derden veroorzaakt door de fout van aangestelden (art. 1384, lid 3) CAUSAAL VERBAND...14 A. INLEIDING...14 B. DE FEITELIJKE CAUSALITEIT Algemeen Bewijsmoeilijkheden...15 C. DE JURIDISCHE CAUSALITEIT De equivalentieleer Pluraliteit van oorzaken Uitzonderingen op de equivalentieleer GEVOLGEN VAN AANSPRAKELIJKHEID...16 Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 1

2 A. ALGEMEEN...16 B. HERSTEL IN NATURA...16 C. SCHADEVERGOEDING In beginsel komt de hele schade voor vergoeding in aanmerking Begroting van de schade Interesten De benadeelde heeft vrije beschikking over de schadevergoeding...18 D. VERBOD OF BEVEL DE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING...18 A. VOORWERP EN BELANG VAN DE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING. VERHOUDING TOT HET AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT...18 B. HET VERZEKERDE RISICO...18 C. ENKELE BELANGRIJKE SOORTEN AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERINGEN...18 D. DE PARTIJEN EN HUN VERPLICHTINGEN...19 E. DE VERHOUDING TUSSEN AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERAAR EN BENADEELDE...20 F. REGRESMOGELIJKHEDEN VOOR DE VERZEKERAAR...20 G. WAARBORGFONDSEN DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OVERHEID...20 A. DE AANSPRAKELIJKHEID VAN OPENBARE RECHTSPERSONEN Algemeen Criteria voor de beoordeling van het overheidsgedrag...21 B. DE AANSPRAKELIJKHEID VAN OPENBARE RECHTSPERSONEN VOOR HUN VERTEGENWOORDIGERS EN PERSONEELSLEDEN...21 C. DE AANSPRAKELIJKHEID VAN BEPAALDE AMBTENAREN EN ONDERGESCHIKTE PERSONEELSLEDEN...22 D. DE AANSPRAKELIJKHEID VAN ORGANEN VAN PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN Parlementsleden Ministers en staatssecretarissen Leden van de bestendige deputatie, burgemeesters, schepenen en de leden van de OCMW-raad Magistraten...22 Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 2

3 1. Inleiding A. Bronnen van het aansprakelijkheidsrecht De basis van het aansprakelijkheidsrecht wordt slechts door een handvol artikelen gelegd: Artt bis BW. Hoewel er vrij veel bijzondere wetgeving is, speelt de rechtspraak dus een grote rol. De rechtsleer is belangrijk, maar er zijn weinig overzichtswerken. Het internationaal recht en vooral het Europees recht spelen een steeds belangrijkere rol. Er is ook een tendens naar een soort omvattend Europees aansprakelijkheidsrecht. Ook de federalisering heeft zijn invloed: het burgerlijk recht behoort tot de residuaire bevoegdheden van de federale staat, maar vanuit de impliciete bevoegdheden kunnen de gemeenschappen hier beperkt optreden om hun bevoegdheden uit te oefenen. Deze regels worden cumulatief toegepast met de federale regels. B. Functies van het aansprakelijkheidsrecht: schadevergoeding of preventie? In België en Frankrijk spelen vooral de vergoeding en de erkenning van de schade een rol. De preventieve werking (voorkomen van later schadelijk gedrag) is minder belangrijk, vooral door de traagheid van het rechterlijke systeem. In de VSA is dit anders en worden soms punitive damages gebruikt, waarbij een hogere vergoeding dan de schade wordt toegekend. C. Bewijsregelen en het aansprakelijkheidsrecht De bewijsregelen van het aansprakelijkheidsrecht wijken af van die van het algemeen verbintenissenrecht, omdat geen rechtshandelingen maar rechtsfeiten moeten bewezen worden. Alle wettelijke bewijsmiddelen zijn aldus toegelaten. Het kan gaan om het getuigenbewijs, een deskundigenonderzoek of om feitelijke vermoedens (een onbekend feit afleiden uit een bekend feit). Een toepassing daarvan is het negatieve bewijs, waarbij alle andere plausibele mogelijkheden worden uitgesloten. Deze bewijsmiddelen worden soeverein beoordeeld door de rechter. Het bewijs van een rechtsfeit vraagt geen wetenschappelijke zekerheid. Een hoge graad van waarschijnlijkheid ( gerechtelijke zekerheid ) volstaat. Dit is evenwel nog sterker dan in de common law, waar more probable than not volstaat. De bewijslast is verdeeld tussen beide partijen, waarbij elke partij moet bewezen wat hij aanvoert (art. 870 Ger.W. en art BW). 2. Exclusieve of alternatieve toepassing van de regelen van de contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid A. Inleiding Als een gebeurtenis zowel een contractuele wanprestatie als een onrechtmatige daad uitmaakt, stelt zich de vraag welke regels moeten toegepast worden. Dit vraagstuk is niet zonder belang. Niet alleen gelden andere verjaringsregels, maar de omvang van de schadevergoeding kan verschillen naargelang het soort aansprakelijkheid. Het aansprakelijkheidsbegrip is breder in de onrechtmatige daad, terwijl overeenkomsten net vaak exoneratiebedingen bevatten. Deze samenloop is echter niet evident vast te stellen. Ze doet zich niet telkens voor wanneer er een onrechtmatige daad plaatsvindt tussen contractspartijen. Het moet gaan om eenzelfde handeling die zowel een contractuele wanprestatie als een overtreding van Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 3

4 een algemene norm uitmaakt. Naast het feit dat een contractuele relatie vereist is, is het dus ook nodig om het contract te interpreteren. Maar net hier wringt het schoentje: een contractuele norm kan ook voortvloeien uit de goede trouw en uit een verplichting om het contract uit te voeren volgens de regels van de kunst. Naast een onrechtmatige daad tussen contractspartijen (samenloop) is het ook mogelijk dat contractuele wanprestatie schade toebrengt aan een derde. Dit is het vraagstuk van de co-existentie. B. Samenloop: exclusieve toepassing van de contractuele aansprakelijkheid 1 Principe: samenloopverbod Lange tijd was het Hof van Cassatie van mening dat contractspartijen de keuze hadden tussen contractuele en extracontractuele aansprakelijkheidsregels (dit is nog zo in veel andere landen). In het stuwadoorsarrest (1973) veranderde Cassatie van mening. In casu was er een overeenkomst tussen een eigenaar en een reder, waarin overeengekomen was dat een aantal goederen verscheept zou worden. De stuwadoor, werknemer van een ingehuurd stuwadoorsbedrijf, liet echter een machine tussen schip en kade vallen. De verzekeraar van de eigenaar kon de reder niet contractueel aanspreken door een exoneratiebeding en probeerde daarom de stuwadoor en de reder buitencontractueel aan te spreken. Het Hof oordeelde dat de contractuele aansprakelijkheid primeerde en zelfs het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht (zowel foutaansprakelijkheid en foutloze aansprakelijkheid) uitsloot. Dit wordt beleidsmatig verklaard door het respect voor het contract: partijen sluiten in deze hypothese een contract met de bedoeling om een wanprestatie volgens het contract te regelen. De regels van de onrechtmatige daad mogen niet dienen om het contract te omzeilen. Een extracontractuele vordering is slechts mogelijk als de fout en de schade vreemd zijn aan de uitvoering van het contract. Met andere woorden: de fout mag geen tekortkoming zijn aan een contractuele verplichting en moet bovendien schade hebben veroorzaakt die niet louter voortkomt uit de slechte uitvoering van het contract. Hieruit volgt dat art e.v. BW niet kunnen worden ingeroepen als de schadeverwekkende handeling een contractuele wanprestatie uitmaakt of als de schade het gevolg is van een contractuele wanprestatie. Een minderheid in rechtspraak en rechtsleer ( verfijners ) wijkt af van deze meerderheidsvisie ( verdwijners ). In verband met de bovengenoemde schadevereiste vermeldt het arrest dat een extracontractuele vordering mogelijk is als de schade niet louter contractueel is. Louter contractueel staat volgens deze auteurs niet voor de schade die het gevolg is van de wanprestatie. De verfijners trekken deze formule door naar de foutvereiste. Het gevolg is dat een buitencontractuele vordering enkel uitgesloten is als fout en schade louter contractueel zijn. Deze opvatting werd lange tijd tegengesproken door de rechtspraak van het Hof van Cassatie. Een recent arrest gooit discussie echter opnieuw open. Dit arrest heeft het wat de fout betreft over niet alleen een tekortkoming aan een contractuele verplichting, maar ook aan de algemene zorgvuldigheidsnorm. Een buitencontractuele vordering is dus mogelijk als de contractuele fout ook de algemene zorgvuldigheidsnorm schendt. Dit geldt niet voor de schade. Vraag is of het niet over slordigheid gaat, ook omdat het Hof in latere rechtspraak het samenloopverbod bevestigt. Sommigen zien evenwel een voorbode van een wijziging van de rechtspraak van het Hof. 2 Uitzondering: de contractuele wanprestatie maakt een misdrijf uit Wanneer een contractuele fout een misdrijf uitmaakt, behoudt de eiser de keuze tussen de contractuele en de extracontractuele vordering. Op deze manier wou Cassatie vermijden dat een burgerlijke vordering voor de strafrechter onmogelijk zou worden door het feit dat het misdrijf ook een contractuele wanprestatie is. Deze regel heeft belangrijke gevolgen in Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 4

5 de praktijk, al is het maar omdat elke onrechtmatige daad die een lichamelijk letsel meebrengt, ook onopzettelijke slagen en verwondingen inhoudt (cf. discussie bij strafrecht vorig jaar). C. In de verhouding tussen contractpartijen en derden: coexistentie 1 Co-existentie Een wanprestatie kan ook schade toebrengen aan een derde. Omdat er geen overeenkomst is tussen de derde en de schadeveroorzaker, is er geen samenloopprobleem. Niets belet de derde een buitencontractuele vordering in te stellen (dit is de co-existentie). Een wanprestatie maakt wel niet altijd een onrechtmatige daad uit, maar rechtspraak en rechtsleer aanvaarden dat bepaalde contracten een zorgvuldigheidsplicht tegenover derden meebrengen (vb. een lift). 2 Uitzondering: de quasi-immuniteit van aangestelden en uitvoeringsagenten Als een partij de uitvoeringsagent van zijn medecontractant buitencontractueel wil aanspreken, kan dit enkel als de opdrachtgever (van de uitvoeringsagent) zelf buitencontractueel kan worden aangesproken (<stuwadoorsarrest). Door het samenloopverbod is het de facto onmogelijk voor de derde om de uitvoeringsagent buitencontractueel aan te spreken op basis van een wanprestatie in het contract tussen uitvoeringsagent en opdrachtgever. Daarom spreken we van een uitzondering op de coexistentie. Het motief hiervoor is enerzijds dat op deze manier het samenloopverbod niet kan worden omzeild, anderzijds dat de uitvoeringsagent in de uitvoering van het contract geen derde is. Economisch gezien zijn de uitvoeringsagent en de opdrachtgever eenzelfde persoon, maar juridisch gezien niet: er is voor de medecontractant van de opdrachtgever geen contractuele vordering mogelijk tegenover de uitvoeringsagent. De beschermde personen zijn uitvoeringsagenten: personen die de verbintenissen van een contractspartij gedeeltelijk of volledig uitvoeren. Het gaat in het bijzonder om aangestelden, maar ook om andere, niet-ondergeschikte medewerkers zoals onderaannemers. Vroeger vielen organen van een rechtspersoon eveneens onder deze bescherming, maar Cassatie lijkt hiervan afgestapt te zijn. De immuniteit geldt enkel en allen tegenover de medecontractant van de opdrachtgever, niet tegenover derden. 3. Schade: een aantasting van rechtmatige belangen Schade is het resultaat van de aantasting van een beschermd belang, en wordt begroot door de vergelijking van de toestand van de benadeelde voor en na het schadegeval. A. Het bewijs van de schade De benadeelde moet het bestaan (schade mag niet louter hypothetisch zijn) van de schade bewijzen. Voor het overige wordt het bewijs van de schade geregeld door de al besproken bewijsregels, met enkele bijzonderheden. Dat de schade niet hypothetisch mag zijn, wordt eigenlijk tegengesproken door het feit dat een actuele toestand wordt vergeleken met een hypothetische (in welk toestand zou de benadeelde zich bevonden hebben). Bovendien kan schade toekomstig zijn, als het gaat om de normale ontwikkeling van een actueel zekere toestand. Ook het verlies van een kans kan vergoedbare schade uitmaken. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 5

6 B. Beschermde belangen In principe wordt elk niet onrechtmatig belang in aanmerking genomen voor de vaststelling van de schade, mits aan verdere voorwaarden is voldaan. Er zijn dus geen algemene beperkingen aan de vergoedbaarheid. Het belang mag feitelijk zijn. Een geschonden recht is niet vereist, zodat bv. voor morele schadevergoeding een feitelijke band volstaat. Het belang moet evenwel rechtmatig zijn. Het mag niet in strijd zijn met de regelen van dwingend recht (art. 6 BW). Schade door het niet betalen van zwart loon komt niet in aanmerking. Het belang moet bovendien persoonlijk zijn. De vordering mag niet gebaseerd zijn op verlies door anderen geleden of op collectieve belangen. De vordering behoort evenwel tot het vermogen en kan als dusdanig worden overdragen aan derden (subrogatie) of erfgenamen en uitgeoefend worden via een zijdelingse vordering. Dit geldt ook tegenover rechtspersonen. Zij mogen niet optreden voor de individuele belangen van hun leden. Enkel een persoonlijk en rechtstreeks belang (bv. winstverlies voor een bedrijf) komt in aanmerking. Wel kunnen individuele leden een procesmandaat geven aan de rechtspersoon. Deze rechtspraak wordt niet altijd gevolgd door de lagere rechtbanken. Een andere problematiek is de bescherming van de res nullius en res communes. De vraag stelt zich of verenigingen hier vorderingen kunnen instellen, bv. ter bescherming van het leefmilieu. Dit wordt opgelost door aan milieuverenigingen en bepaalde publieke instellingen toe te staan een vordering tot staking (zoals in kort geding) in te stellen. Schadevergoeding is echter niet mogelijk, zodat dit uitzondering op het principe uitmaakt. Ter bescherming van mariene milieu kan de Belgische staat wel schadevergoeding vorderen, die evenwel wordt beperkt tot de kosten van de herstelmaatregelen. In andere landen geldt een bredere regeling. C. Soorten schade De summa divisio wat de verschillende soorten schade betreft, is het onderscheid tussen patrimoniale schade (in geld waardeerbaar; tast vermogen aan) en extrapatrimoniale schade (niet in geld waardeerbaar). Het schadebegrip dekt vele ladingen: Lichamelijke schade (aantasting fysieke integriteit) o Patrimoniaal overlijden Begrafenis en rouwkosten Inkomensverlies naasten Blijvend letsel Kosten medische verzorging Invaliditeit (vermindering van anatomische aard): blijvend, tijdelijk; geheel, gedeeltelijk o Arbeidsongeschiktheid o Bijkomende inspanningen o Verlies economisch potentieel op arbeidsmarkt o Impact op niet-professionele activiteiten (huishouden) o Kosten hulp van derden o Extra-patrimoniaal Overlijden Affectieschade Blijvend letsel Pijn Genoegenschade (verlies eigenwaarde en ontspanningsmogelijkheden) Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 6

7 Esthetische schade (verlies eigenwaarde en aantrekkingskracht) Seksuele schade (infertiliteit,geen seksueel genot meer) Juveniele schade (geen normale jeugd meer) Soms: morele schade derden Zaakschade o Patrimoniaal Kosten herstellen, vervangen Gebruiksderving Inkomensverlies Genot Inkomensverlies Stoornis in gebruik onroerend o Extrapatrimoniaal: eerder uitzonderlijk Vermogensschade o Meestal: kosten/inkomensverlies door zaakschade o Zuivere economische schade (geen zaakschade): ook aanvaard Uitz: honoraria advocaten (wel: rechtplegingsvergoeding) Aantasting privacy, eer, reputatie o Patrimoniaal Vermindering inkomsten o Extrapatrimoniaal Soms hoog, hoewel punitive damages niet aanvaard toch ontradend effect (cf. supra) 4. De grondslag van aansprakelijkheid A. Overzicht Traditioneel wordt de aansprakelijkheid opgedeeld in enkelvoudige aansprakelijkheid (aansprakelijkheid voor de eigen daad) en samengestelde aansprakelijkheid (aansprakelijkheid qualitate qua door personen of zaken onder toezicht). De basisartikelen zijn BW. Een moderne visie maakt echter een onderscheid tussen schuldaansprakelijkheid (wie een fout maakt en toerekenbaar (schuldbekwaam) is moet de schade vergoeden die hij veroorzaakt tenzij er een rechtvaardigingsgrond is) en foutloze aansprakelijkheid (los van enige fout). B. Schuldaansprakelijkheid De schuldaansprakelijkheid (artt BW) kent een aantal voorwaarden. 1 Schuldbekwaamheid De fout moet aan de verweerder kunnen verweten worden. Daarvoor moet hij in staat zijn te beseffen wat de draagwijdte van zijn daden is (opgelet: hij moet het louter kunnen beseffen). Slechts bij een aantal categorieën is er soms betwisting over de schuldbekwaamheid. Minderjarigen: zijn in beginsel aansprakelijkheid, maar niet altijd solvabel en zijn niet procesbekwaam. Dit wordt opgelost door een procesrechtelijke vertegenwoordiging door de ouders. De solvabiliteit kan worden opgelost door de ouders aan te spreken op basis van art. 1384, lid 2 BW. Onmondige kinderen zijn echter niet schuldbekwaam. Dit wordt evenwel in concreto beoordeeld (meestal ca. 7 jaar). Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 7

8 Krankzinnigen: kunnen niet persoonlijk aansprakelijk worden gesteld, omdat ze het vereiste bewustzijn missen. Art. 1386bis bevat wel een billijkheidsregeling. Rechtspersonen: er zijn twee problemen. Het specialiteitbeginsel brengt in principe mee dat een onrechtmatige daad niet kan toegerekend worden aan de rechtspersoon. Bovendien kan een juridische fictie geen bewust zijn hebben. De gevolgen hiervan zouden echter maatschappelijk onaanvaardbaar zijn. Een oplossing is de orgaantheorie. Organen zijn ondergeschikte vertegenwoordigers met een algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid op basis van de wet of de statuten. Niet alleen hun rechtshandelingen maar ook onrechtmatige daden kunnen worden toegerekend worden aan de rechtspersoon, als ze een verkeerde uitvoering zijn van een handeling die, als ze correct was uitgevoerd, aan de rechtspersoon zou worden toegerekend. Daarvoor is niet vereist dat het orgaan is geïdentificeerd. Ook de schijnleer geldt: de rechtspersoon is evenzeer aansprakelijk als het orgaan schijnbaar optrad binnen zijn bevoegdheid. Bovendien is een rechtspersoon ook aansprakelijkheid voor zijn aangestelden op basis van art. 1384, lid 3 BW. Organen van een rechtspersoon: zijn in solidum aansprakelijk met de rechtspersoon. Bovendien kan de rechtspersoon regres uitoefenen, op basis van het contract tussen of omdat hij gesubrogeerd is in de rechten van de schadelijder. 2 Het foutbegrip Het feit dat een handeling schade veroorzaakt, volstaat niet om haar als foutief te beschouwen. Vereist is een fout van de schadeveroorzaker. Een fout is de overtreding van een algemeen geldende gedragsnorm. Het kan gaan om de algemene zorgvuldigheidnorm of om een specifieke gedragsregel. De zorgvuldigheidsnorm vereist dat iemand niet louter in eigen belang handelt, maar rekening houdt met de belangen van anderen. Hij wordt vergeleken met een normaal zorgvuldig en omzichtig persoon in dezelfde omstandigheden. Elke afwijking kan aanleiding geven tot aansprakelijkheid. In beginsel wordt dit in abstracto beoordeeld, maar in praktijk houden rechters rekening met o.a. de professionele situatie en de leeftijd van een persoon. Bovendien mag enkel rekening worden gehouden met elementen die de verweerder kende of behoorde te kennen op het moment van de schade. Wat zorgvuldig is, is een evolutief en contextueel gegeven. Wel zijn er enkele criteria, zoals goed vakmanschap en de overeenstemming met de state of the art. Ook is iemand verplicht om voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen om schade te voorkomen. De overtreding van een rechtsnorm die een bepaald gedrag voorschrijft, maakt eveneens een fout uit (maar nuttig? Zorgvuldig persoon overtreedt de wet toch niet?). Door de overvloedige regelgeving is dit een belangrijk gegeven. Vaak is het evenwel niet duidelijk of een bepaalde gedraging wel onder een wettekst valt en is interpretatie nodig. Het gaat om alle vormen van dwingend recht, van gemeentelijk tot supranationaal niveau. 3 Verwijtbaarheid Wat de overtreding van de zorgvuldigheidsnorm betreft, is vereist dat het redelijkerwijze voorzienbaar was dat er schade zou zijn. De omvang moest niet voorzienbaar zijn. Dit subjectief element geldt niet voor de overtreding van een rechtsnorm; daar volstaat bewust handelen zonder rechtvaardiging. 4 Onrechtmatige daad en strafrechtelijk misdrijf Een strafrechtelijk misdrijf (opgelet: vroeger werd misdrijf ook gebruikt in OD) is een gedraging die door de wet met een straf gesanctioneerd is. Een misdrijf is een overtreding van een rechtsnorm en maakt dus steeds een fout uit in de zin van art BW. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 8

9 Dit heeft tot gevolg dat een strafrechtelijk feit steeds een burgerrechtelijke kant heeft. De schadelijder kan de burgerlijke rechter aanspreken (die wel moet wachten met zijn uitspraak tot de strafrechtelijke uitspraak is gedaan le criminel tient le civil en état; cf. ook gezag v. gewijsde) of een burgerlijke vordering instellen bij de strafrechter, tijdens het vooronderzoek of voor het vonnisgerecht. Dit is vaak niet alleen sneller en goedkoper, maar de bewijslast ligt nu voor 90% bij het openbaar ministerie. Als het openbaar ministerie een overtreding of wanbedrijf niet vervolgt, kan de benadeelde zelf de strafvordering instellen. De uitspraak over de strafvordering is van openbare orde, waardoor hij in beginsel bindend is voor de burgerlijke rechter. Onder invloed van rechtspraak van het EHRM moet dit evenwel genuanceerd worden. Het gezag van gewijsde (vanuit art. 6 EVRM) geldt maar tegenover de partij die de kans had om haar belangen vrij te verdedigen en geldt bovendien maar voor hetgeen de strafrechter noodzakelijk en zeker heeft beslist. Zoals gezegd moet de burgerlijke rechter een eventuele losstaande burgerlijke vordering afwijzen, wat soms tot een onredelijk lange termijn lijdt. Een specifiek probleem stelde zich met betrekking tot de verjaring. De burgerlijke vordering die voortvloeide uit een misdrijf, verjaarde na 5-10 jaar, terwijl de gewone onrechtmatige daden verjaarden na 30 jaar. Na een arrest van het arbitragehof schakelde de wetgever beide verjaringstermijnen gelijk, maar koos er daarbij voor om de burgerlijke verjaring in te korten. 5 Gronden van rechtvaardiging Er is geen aansprakelijkheid als de verweerder zich kan beroepen op een rechtvaardigingsgrond. Het gaat vooreerst om overmacht (noodzaak om te handelen door een onoverkomelijke gebeurtenis), zolang die niet te wijten is aan een fout van de verweerder en bovendien onvermijdbaar en onvoorzienbaar was. Bij noodtoestand was de handeling nodig om een groter gevaar af te wenden. Het uitoefenen van een wettelijke bevoegdheid of het volgen van een wettelijk bevel (niet: vergunningen!) is eveneens een rechtvaardigingsgrond. Ten slotte is er geen aansprakelijkheid bij onoverwinnelijke dwaling. Dit is een verkeerde voorstelling van het recht of de feiten. Of de dwaling onoverwinnelijk is, wordt bepaald aan de hand van het zorgvuldigheidscriterium. 6 Beperkingen van de persoonlijke aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van bepaalde beroepscategorieën is door de wetgever beperkt. Werknemers (gebonden door een arbeidscontract) zijn slechts buitencontractueel en contractueel aansprakelijk voor bedrog (intentionele schade), zware fout (hoe bewust van schade?) en gebruikelijke lichte fout (art. 18 Wet Arbeidsovereenkomstenwet). Deze bescherming geldt in zoverre de fout binnen de uitvoering van het arbeidscontract plaatsgreep. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat dit het gelijkheidsbeginsel schond, omdat statutaire overheidspersoneelsleden zich niet konden beroepen op deze bescherming. Daarom werd voor hen een gelijkaardige regeling ingesteld (art. 2 wet 10 februari 2003). Deze beperkingen is van toepassing op alle personeelsleden van openbare rechtspersonen, maar niet op zelfstandige vertegenwoordigers van de overheid zoals ministers, rechters of leden of van onafhankelijke commissies. Voor militairen, politieagenten, onderwijzers en loodsen golden reeds specifieke aansprakelijkheidsregelen, die ook na de nieuwe regeling van kracht bleven (art. 8 wet 10 februari 2003). Deze zijn gelijkaardig aan art. 18 WAO, met dien verstande dat loodsen niet aansprakelijk zijn bij gebruikelijke lichte fout en bij grove fout slechts aansprakelijk zijn voor BEF. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 9

10 7 Vermoedens van aansprakelijkheid (1) Algemeen Art. 1384, lid 2-4 BW bevat drie gevallen waarin iemand aansprakelijk kan zijn voor andermans daad. Ondanks deze uitbreiding door de rechtspraak, is het Hof van Cassatie van mening dat er geen algemeen beginsel uit art BW voortvloeit. Het vermoeden va aansprakelijk blijft beperkt tot deze vier gevallen. Een omweg via art BW is eventueel mogelijk. De draagwijdte van art BW verschilt per geval. Het vermoeden van aansprakelijkheid voor ouders, onderwijzers en ambachtslieden is een vermoeden iuris tantum. Het gaat hier om een schuldaansprakelijkheid (cf. supra) met omkering van bewijslast. Het vermoeden van aansprakelijkheid voor aanstellers en voor gebrekkige zaken is een onweerlegbaar vermoeden. Het gaat om risico-aansprakelijkheid (cf. infra). De vermoedens van aansprakelijk bestaan naast de foutaansprakelijkheid van de schadeveroorzaker. Dit impliceert vooreerst dat beide aansprakelijkheidsregelen cumulatief toepassing vinden (met als plafond de omvang van de schade). Ook de verschillende vermoedens kunnen cumulatief worden toegepast. Een tweede implicatie is dat niet vereist is dat de schadeveroorzaker zelf aansprakelijk is. Het is dus niet omdat een kind onmondig is of een werknemer beschermd wordt door art. 18 WAO, dat de ouders of de aansteller niet aansprakelijk kan zijn. Enkel de schadelijder zelf kan een vermoeden van aansprakelijkheid inroepen. De aansprakelijke kan zijn regresvordering slechts baseren op art BW, tenzij er sprake is van een wettelijke subrogatie. (2) Aansprakelijkheid van de ouders voor schade aangericht door hun minderjarige kinderen Art. 1384, lid 2 BW bepaalt dat de vader en moeder (wat met homokoppels?) aansprakelijk zijn voor hun minderjarige kinderen. Het gaat om alle ouders (wettelijk, natuurlijke, gescheiden) en alle minderjarige kinderen (behalve ontvoogde). De grondslag van de aansprakelijkheid is een vermoeden van fout in het toezicht of de opvoeding door de ouders. Zij moeten deze twee vermoedens weerleggen. De toezichtplicht moet worden geïnterpreteerd in het licht van de concrete omstandigheden. Wat de opvoeding betreft, volstaat voor de ouders een algemeen tegenbewijs. Het gaat evenwel om een inspanningscriterium. De maatstaf blijft voor beide vermoedens de zorgvuldigheidsnorm. (3) Aansprakelijkheid van onderwijzers en ambachtslieden voor schade aangericht door leerlingen en leerjongens Onderwijzers en verschaffers van beroepsopleidingen vallen onder art. 1384, lid 4 BW. Het gaat om iedereen die enige vorm van onderwijs verschaft, los van de leeftijd van degene die het onderwijs geniet. Wie een louter toezichthoudende taak heeft, valt dus buiten het toepassingsgebied van het artikel. Uiteraard geldt de aansprakelijkheid enkel voor daden van de leerlingen terwijl deze onder toezicht van de onderwijsverstrekker stonden. Het toepassingsgebied van art lid, 4 BW wordt in belangrijke mate beperkt door art. 18 WAO en art. 2 wet 10 februari Ook de leraren in het vrij onderwijs genieten van een gelijkaardige bescherming. Om te ontsnappen aan de aansprakelijkheid moet de onderwijzer bewijzen dat hij dat hij de fout van de leerling niet redelijkerwijze (=zorgvuldigheidscriterium) had kunnen voorkomen. (4) Aansprakelijkheid van organisaties voor vrijwilligers (wet van 3 juli 2005) Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 10

11 Vrijwilligers vallen onder een gelijkaardig regime als art. 18 WAO (art. 5). De rechtspersoon of feitelijke vereniging onder wie ze vallen, zijn aansprakelijk zoals een aansteller. Deze zijn wel verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten (art. 6). C. Objectieve aansprakelijkheid 1 Algemeen In bepaalde concrete gevallen (een algemene regel ontbreekt) wordt aansprakelijkheid wettelijk losgemaakt van het foutbegrip. Dit wordt gegrondvest in de overtuiging dat iemand die voordeel haalt uit een bepaald gevaar, ook de risicolast moet dragen. Centraal blijft evenwel de bescherming van de benadeelde staan. Daarom wordt vooreerst de aard van een schadeverwekkend gebeurtenis omschreven, waarna uit de talrijke factoren die bijdragen tot het risico op deze gebeurtenis, één gekozen wordt als aanknopingspunt voor de aansprakelijkheid. Tot slotte kiest de wetgever één aansprakelijke uit de vele personen die een band hebben met dit aanknopingspunt. Deze persoon kan zich slechts bevrijden door aan te tonen dat de toepassingsvoorwaarden niet vervuld zijn of dat hij niet de vereiste band heeft. 2 Dieren (art BW) (1) Toepassingsgebied Art BW is op toepassing op alle dieren die toegeëigend zijn, ook al zijn ze gedurende korte tijd verdwaald. Wild valt er dus buiten. De aansprakelijke is in eerste plaats de eigenaar, tenzij het dier onder toezicht van een bewaker staat. Een bewaker is een persoon die het meesterschap (en dus de nodige deskundigheid) heeft over het dier, zonder tussenkomst van de eigenaar met hetzelfde gebruiksrecht als de eigenaar. Dit is een feitenkwestie. (2) Tegenbewijs Dit vermoeden is onweerlegbaar eens bewezen dat iemand bewaker is en dat de schade veroorzaakt is door het dier. Toch aanvaardt de rechtspraak dat een bewaker of eigenaar bevrijd is als de schadeveroorzakende gedraging niet abnormaal is en veroorzaakt wordt door een vreemde oorzaak. Deze (bekritiseerde) toepassing van de leer van de adequate oorzaak impliceert dat de gedraging in de zin van art BW moet veroorzaakt zijn door een spontane gedraging van het dier. 3 Gebouwen (art BW) (1) Toepassingsgebied Art is niet alleen van toepassing op gebouwen, maar op elke constructie (ook ondergronds) door verbinding van materialen. Wat de instorting betreft, volstaat de instorting van een substantieel deel van het gebouw. Dit is een feitenkwestie. De instorting moet te weten zijn aan een gebrek in de bouw of een verzuim aan onderhoud, los van de vraag wie daarvoor moest instaan. De aansprakelijkheid rust op de eigenaar. (2) Tegenbewijs De eigenaar kan zich slechts bevrijden door te bewijzen dat de schade niet veroorzaakt is door de instorting. Hij kan wel contractueel regres uitoefenen. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 11

12 4 Brand en ontploffing in voor het publiek toegankelijke inrichtingen (wet van 30 juli 1979) Omdat het bij een brand of een explosie met veel gewonden niet altijd evident is om een oorzaak en een solvabele verantwoordelijke te vinden, voerde de wetgever een aparte regeling in, die naast de gemeenrechtelijke regeling bestaat. Deze wet voert een objectieve aansprakelijkheid (art. 8, lid 1) in voor inrichtingen (niet louter gebouwen) die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn (art. 7, 1). Het KB van 28 februari specificeert deze instellingen (art. 7, 2). Het is niet vereist dat de schade het gevolg is van een risico. De aansprakelijkheid is wel beperkt tot een bepaald bedrag (art. 8, lid 2). Elke benadeelde kan zich erop beroepen (dus geen samenloopverbod!). De aansprakelijkheid rust op de exploitant van de inrichting. Om eventuele insolvabiliteit op te vangen, is de exploitant verplicht een verzekering af te sluiten (art. 8, lid 3). De verzekeraar kan rechtstreeks worden aangesproken door de benadeelde, maar kan geen regres uitoefenen ten aanzien van de exploitant (art. 8, lid 7, b)). 5 Gebrekkige zaken (art. 1384, lid 1 BW) (1) De ontdekking van art. 1384, lid 1 BW Eind 19 e eeuw vond de rechtspraak, hoewel die later besliste dat art BW niet voor analogie vatbaar was, in lid 1 van dat artikel (dat voorheen slechts als overgang bedoeld was) een objectieve aansprakelijkheid voor zaken. Vereist was wel dat de schade voortkwam uit een gebrek in de zaak. (2) Toepassingsgebied Het vermoeden ex art. 1384, lid 1 BW is enkel van toepassing op tastbare zaken, zowel enkelvoudig als samengesteld (waarbij een bijzaak als een deel van de hoofdzaak wordt gezien). Een gebrek valt te omschrijven als een abnormaal kenmerk (=afwijkend van de normale maatschappelijke verwachtingen) dat in bepaalde omstandigheden schade kan veroorzaken. Beide elementen moeten voldaan zijn. Een louter gevaarlijke zaak volstaat dus niet. Een gebrek moet niet inherent verbonden zijn met de zaak. Een gebrek dat door derden veroorzaakt is volstaat, evenals een gebrek dat pas na het ontstaan van de zaak tot stand gekomen is. Toch is het belangrijk om het begrip abnormaal kenmerk verder te definiëren, omdat de afbakening ervan in grote de mate de draagwijdte van art. 1384, lid 1 BW bepaalt. Cassatie lijkt hier evenwel steeds meer ruimte aan de feitenrechter te laten. Voorheen paste het Hof een eerder restrictieve interpretatie toe, waarbij het ervan uitging dat de het louter abnormaal geplaatst zijn van een zaak (cf. evenwel de samengestelde zaken) of een plotselinge wijziging van een zaak geen gebrek uitmaakten. Ook een louter ontoereikende (maar normale) werking lijkt niet aanvaardbaar. Een abnormaal kenmerk lijkt dan ook te definiëren als een afwijking in de structuur en/of de materiële bestanddelen van een zaak. De schade wordt ten laste gelegd van de bewaker van de zaak (cf. dieren). (3) Tegenbewijs Eenmaal bewezen is dat iemand de bewaker van een zaak is, vloeit uit art. 1384, lid 1 BW een onweerlegbaar vermoeden voort. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 12

13 6 Gebrekkige producten (wet van 25 februari 1991) In het kader van de consumentenbescherming werd in 1991 een aansprakelijkheidsregeling voor gebrekkige producten uitgewerkt. Deze onderscheidt zich van de aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken, omdat het niet zozeer om het gebruik, maar wel om de commercialisering van zaken gaat. Krachtens art. 1 van de wet is de producent (art. 3 en 4) objectief aansprakelijk voor schade (art. 11) veroorzaakt door een gebrek (art. 5) in zijn product (art. 2). Hij kan zich slechts bevrijden op basis van de gronden opgesomd in art. 8. De definities van producent, product, schade en gebrek zijn erg ruim. De schadelijder behoudt het recht om zich op het gemeen recht te beroepen (art. 13). Het Bw bevat immers (art e.v. BW) ook regels inzake vrijwaring voor verborgen gebreken (o.a. een schadevergoeding). Deze gelden evenwel enkel in de relatie koper-verkoper. Het toepassingsgebied is dus minder ruimer dan dat van de wet van 25 februari Een laatste opmerking is dat hier geen samenloopverbod speelt. 7 Aansprakelijkheid van de aansteller voor schade aan derden veroorzaakt door de fout van aangestelden (art. 1384, lid 3) (1) Toepassingsgebied Aanstellers zijn objectief verantwoordelijk voor de schade veroorzaakt door hun aangestelden. Aangestelden zijn zij die in ondergeschikt verband werk (dit houdt niet in dat er geen vrijheid is) uitvoeren voor een ander, los van contract of het bestaan van een vergoeding. Aanstellers zijn zij het feitelijke gezag uitoefenen op het moment van de schade. De schade moet zich hebben voorgedaan in de bediening. Dit wordt zeer ruim geïnterpreteerd: het volstaat dat de fout zich zonder de bediening niet zou hebben voorgedaan. De schade kan zich zowel binnen de perken van de opdracht als daarbuiten hebben voorgedaan. In dat laatste geval is wel vereist dat de schade zich voordeed tijdens de dienst en naar aanleiding van de bediening. Een aansteller is bovendien zelfs aansprakelijk als de aangestelde misbruik maakte van zijn functie, al is er gedeelde aansprakelijkheid als de derde daarvan op de hoogte was. Ten slotte staat de aansprakelijkheid van de aansteller soms zelfs los van een fout van de aangestelde. De aansteller kan aansprakelijk zijn op grond van objectieve aansprakelijk van de aangestelde. (2) Tegenbewijs De aansteller kan zich slechts bevrijden als hij cumulatief aantoont dat de aansteller handelde buiten de bediening, zonder toestemming van de aansteller en met een doelstelling vreemd aan zijn taak. Dit voegt evenwel toe aan de basisregel. (3) Band met art. 18 WAO Art. 18 WAO en andere gelijkaardige regelingen hebben geen invloed op de aansprakelijkheid van de aansteller, maar beperken wel het regres tegenover de aangestelde. (4) De aansprakelijkheid van openbare rechtspersonen voor hun personeelsleden Tot voor kort was art. 1384, lid 3 BW van weinig belang voor wat de openbare rechtspersonen betreft, omdat de leden van hun personeel grotendeels als organen werden beschouwd. Het gevolg was dat de overheid krachtens de orgaantheorie slechts Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 13

14 aansprakelijk was voor schade veroorzaakt binnen de opdracht van het orgaan. Anders was het orgaan persoonlijk aansprakelijk. Bovendien kon de overheid niet burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld bij een misdrijf door een orgaan. Door enkele bijzondere regelingen en vooral door de wet van 10 februari 2003 werd evenwel bepaald dat de overheid aansprakelijk was voor al haar personeel als aanstellers voor hun aangestelden. Dit had tot gevolg dat ook schade tijdens en naar aanleiding van de opdracht van het personeelslid aan de overheid kon worden toegerekend en dat de overheid burgerrechtelijk aansprakelijk kon worden gesteld voor een misdrijf begaan door een personeelslid. Art. 2 van de wet voorziet in een gelijkaardige regeling als art. 18 WAO. Er zijn evenwel twee beperkingen. Voor de schade aangericht door werkelijke organen blijft de staat slechts aansprakelijk op basis van art BW. Bovendien bepaalt art. 7 van de wet van 10 februari 2003 dat de bepalingen van de wet geen afbreuk doen aan reeds bestaande regelingen (zoals die voor militairen). 5. Causaal verband A. Inleiding Om tot aansprakelijkheid te komen, is naast schade en een fout vereist dat de schade veroorzaakt is door de fout. We moeten ons dus afvragen welke feiten relevant zijn in het schadegeval. In de meeste landen gebeurt dit in twee stappen. In eerste stap wordt gekeken welke feiten een noodzakelijke band hebben met het schadegeval. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de conditio sine sua non-test. Zou eenzelfde schade niet ontstaan zijn zonder de fout, dan is die fout een noodzakelijke voorwaarde voor de schade. In de meeste landen wordt hierna een tweede selectie doorgevoerd en gekeken of de band tussen fout en schade voldoende sterk is (rechtstreeks? Voorzienbaar? Normale schade?). België kent geen tweede selectie. Elke fout die een noodzakelijke voorwaarde is, geeft aanleiding tot aansprakelijkheid. Dit is een slachtoffervriendelijke theorie. Omdat de gevolgen soms nogal verregaand kunnen zijn, wordt in de praktijk gezocht naar uitwegen. In wat volgt moeten we een onderscheid maken tussen de feitelijke causaliteit (hoe onderzoekt de rechter de feitelijke band?) en de juridische causaliteit (leidt dit tot juridische aansprakelijkheid?). B. De feitelijke causaliteit 1 Algemeen Zoals reeds aangegeven wordt gebruik gemaakt van de conditio sine qua non-test om te kijken of een fout causaal relevant was. Hierbij denkt de rechter de fout (foutieve handeling of verzuim) weg en gaat na of de schade ook in dezelfde vorm zou zijn voorgekomen. Hij creëert met andere woorden een rechtmatig alternatief voor de fout. Hierbij moet de rechter de andere feiten onaangeroerd laten. Hij mag slechts de fout wegdenken en moet de concrete omstandigheden behouden. Zo mag hij niet besluiten dat er geen verband is omdat de schade zich ook had kunnen voordoen zonder de fout. Is het niet mogelijk om met zekerheid te voorspellen of de schade zich zonder de fout niet had voorgedaan, moet de vordering afgewezen worden. Omdat deze regeling in de praktijk onbillijke gevolgen heeft, werd een oplossing gevonden via een andere figuur: het verlies van een kans, hoe klein ook, maakt op zich een vergoedbare schade uit. Dit is een compromisoplossing: de schade wordt gespreid tussen de benadeelde (krijgt slechts een deel vergoed) en de verweerder (moet betalen ook al is het niet zeker of hij de schade heeft veroorzaakt). Recente rechtspraak zorgt over discussie over de draagwijdte van deze figuur, maar voorlopig wijst niets op concrete veranderingen. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 14

15 2 Bewijsmoeilijkheden Het is niet altijd evident om het causale verband aan te tonen. Om die reden heeft de wetgever vaak een vermoeden van causaliteit ingevoerd. Zo moet de eis logischerwijze worden afgewezen als de eiser de veroorzaker van de schade niet kan aanwijzen. De eiser kan slechts vergoed worden via schadefondsen of een verzekering. Een bijzonderheid is het geval waarin de eiser de specifieke dader niet kent, maar wel een groep kan aanwijzen waartoe de dader behoort. In tegenstelling tot andere landen (waar een soort omkering van bewijslast bestaat), is in het Belgische recht slechts (hoofdelijke) aansprakelijkheid als de groepsleden deelgenomen hebben aan een gezamenlijke onrechtmatige activiteit. Is er toevallige samenloop, geldt geen aansprakelijkheid. C. De juridische causaliteit 1 De equivalentieleer De equivalentieleer houdt in dat zodra een fout een noodzakelijke voorwaarde voor de schade is, er aansprakelijkheid is. Alle fouten zijn juridisch gezien gelijk, ondanks hun relatieve feitelijke belang. De juridische causaliteit valt samen met de feitelijke. Dit is een individualiserende causaliteitstheorie. Ze gaat uit van de concrete omstandigheden, en niet van de waarschijnlijke gevolgen van een fout. Dit heeft als nadeel dat de dader ook de gevolgen moet dragen van atypische gevolgen van een fout, die ontstaan uit een ongelukkige of bizarre samenloop van omstandigheden. Hoewel de feitenrechter soeverein de feiten vaststelt en onderzoekt of de schade ook ontstaan zou zijn zonder de fout, controleert het Hof van Cassatie doorgaans redelijk streng of deze vaststellingen wel beantwoorden aan de equivalentieleer. Uitspraken die na de conditio sine qua non-test nog een verder onderscheid maken tussen de noodzakelijke fouten, vinden geen genade. Ook de gevolgtrekkingen uit de feiten worden streng gecontroleerd. Elk causaal verband moet individueel bewezen of ontkracht worden. Het volstaat niet om het bestaan of afwezig zijn van een ander causaal verband vast te stellen. Toch gaat het Hof soms ver in pogingen om uitspraken zo te interpreteren dat ze toch onder de equivalentietheorie vallen, ook al is dit eerder betwijfelbaar. Dit is vooral het geval wanneer een verweerder geen moeite gedaan had om een gevaarlijke toestand te ontwijken, hoewel hier eigenlijk gedeelde aansprakelijkheid zou moeten zijn volgens de equivalentieleer. Toch kunnen we nog niet besluiten dat de feitenrechter niet alleen in de feiten maar ook in de gevolgtrekkingen soeverein zou zijn. 2 Pluraliteit van oorzaken Vaak wijst de conditio sine qua non-test meerdere gebeurtenissen als noodzakelijke voorwaarde aan. Deze tussenkomende factoren hebben evenwel geen invloed op elkaar. Het causale verband tussen een eerste fout en de schade blijft ongewijzigd. Elke aansprakelijke is ten aanzien van de benadeelde in solidum aansprakelijk en jegens de andere aansprakelijken ten belope van zijn aandeel in de schade (hij wordt gesubrogeerd in de rechten van de benadeelde). Fouten van derden kunnen los daarvan wel dienen om overmacht aan te tonen of om te bewijzen dat een fout geen noodzakelijke voorwaarde is. Als de benadeelde zelf een fout maakte, is er sprake van gedeelde aansprakelijkheid. Dit vloeit voort uit de billijkheid. De feitenrechter beslist soeverein over de verdeling van de schadelast over de aansprakelijke en de benadeelde en houdt daarbij rekening met de ernst van de fouten en de invloed ervan op de totstandkoming van de schade. Nietfoutieve gedragingen van de verweerder hebben geen invloed op de aansprakelijkheid van Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 15

16 de verweerder. Dit geldt ook voor een bijzondere kwetsbaarheid van de benadeelde, al kan dit wel invloed hebben op de omvang van de schadevergoeding. De benadeelde moet alle redelijke maatregelen nemen om de schade te beperken. Laat hij dit na, is er ook sprake van een fout. 3 Uitzonderingen op de equivalentieleer Om de onbillijke gevolgen van de equivalentieleer te milderen, heeft de rechtspraak enkele uitzonderingen voorzien. Vooreerst kan iemand die animus nocendi heeft en een fout maakt, zich niet beroepen op de gedeelde aansprakelijkheid. Dit zou immers impliceren dat de dader na regres slechts gehouden zou zijn tot zijn aandeel in de schade en dus een deel van de buit kan houden.. Daarom wordt een beroep gedaan op het fraus omnia corrumpit-beginsel. De medeaansprakelijke-benadeelde kan zich evenwel op deze manier niet bevrijden tegenover een derde-benadeelde, tegenover wie de hij samen met de opzettelijkeschadeveroorzaker aansprakelijk is. Vroeger was het Hof van Cassatie (Walter-Kayzaak) van mening dat kosten waartoe een benadeelde wettelijk of contractueel verplicht was, niet in aanmerking kwamen voor schadevergoeding. Dit is niet in overeenstemming met de equivalentieleer. Via een tussenstapje (vergoedbaar als het eigenlijk de dader was die de kosten moet dragen) veranderde het Hof zijn mening. Of er een wettelijke of contractuele verplichting is, staat los van het oorzakelijk verband. Er is slechts geen schadevergoeding mogelijk als het contact of de wet bepaalt dat de kosten bij de benadeelde blijven. Het Hof gaat zelfs nog verder: honoraria van advocaten en deskundigen die voortvloeien uit een onrechtmatige daad zijn eveneens verhaalbaar. Het Hof aanvaardt ten slotte zelfs dat het causaal verband losstaat van het feit of een kost verplicht dan wel vrijwillig was. In dat laatste geval moeten de gemaakte uitgaven wel redelijk zijn. 6. Gevolgen van aansprakelijkheid A. Algemeen De aansprakelijke moet de schade herstellen en daarbij de benadeelde in de toestand plaatsen waarin hij zich zou bevonden hebben zonder schadegeval. B. Herstel in natura Het herstel in natura houdt in dat de benadeelde effectief in de toestand zou worden geplaatst waarin hij zich zou bevonden hebben zonder de fout van de aansprakelijke (ook de overheid!). Dit kan via werken (door/op kosten van de aansprakelijke) of een simpele wijzing van rechtstoestand. Hoewel het herstel in natura in principe de voorkeur geniet, kan de benadeelde ervan af zien. Als de verweerder effectief moet optreden, kan een dwangsom worden opgelegd. C. Schadevergoeding 1 In beginsel komt de hele schade voor vergoeding in aanmerking Er is geen algemene theorie die de rechter toelaat de vergoedbare schade te matigen naar de billijkheid. De wet (art. 1386bis BW en enkele bijzondere wetten) voorziet enkele uitzonderingen, door een billijkheidsregeling of door een plafond. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 16

17 Als er gedeelde aansprakelijkheid is (cf. infra), moet de benadeelde een proportioneel deel van de schade dragen. Dit geldt ook tegenover indirecte slachtoffers die de schadeverwekker willen aanspreken. 2 Begroting van de schade (1) Algemeen De rechter oordeelt soeverein over de over de omvang van de schade. Het Hof van Cassatie controleert wel of enkele juridische principes zijn nageleefd: (2) De beoordeling gebeurt in concreto Bij de begroting moet de rechter rekening met de concrete omstandigheden waarin de benadeelde zich bevindt (al wordt dit gemilderd door de tarieflijsten). Hij mag niet uitgaan van gemiddelden of rekening houden met factoren die het schadegeval voorafgingen, zoals een groter risico tot schade. (3) De beoordeling gebeurt op het ogenblik van de uitspraak De rechter baseert zich voor het begroten van de schadevergoeding op de schade zoals die bestaat op het moment van de uitspraak. De rechter kan daarbij voorbehoud verlenen. Dit zorgt ervoor dat een latere vordering mogelijk is als er nieuwe schade ontstaat. Meestal wordt vereist dat voorbehoud expliciet verleend is, maar deze opvatting is bekritiseerd. Dit principe impliceert dat de rechter rekening moet houden met gebeurtenissen tussen het schadegeval en de uitspraak, zoals een genezing, een verminderde koopkracht of een geluk bij een ongeluk (uitzondering: een weduwe die hertrouwd is kan geen inkomensverlies meer vorderen). Wordt de schade vergoed door een verzekeraar, kan de benadeelde ook niet meer vorderen. De verzekeraar wordt gesubrogeerd in de rechten van de benadeelde. Is de betaling echter niet bedoeld als vergoeding voor de schade, dan kan de benadeelde nog steeds vorderen en vindt er geen subrogatie plaats (vb. een levensverzekering). (4) De schadevergoeding moet nauwkeurig begroot worden Indien mogelijk, moet de rechter de schadevergoeding nauwkeurig begroten. Als dit niet het geval is, begroot hij de schadevergoeding naar billijkheid. Als de partijen dit niet wensen, moet de rechter bovendien uitdrukkelijk motiveren waarom hij voor deze regeling kiest. De begroting is vooral moeilijk als het gaat om toekomstige schade. Dit wordt gedeeltelijk opgevangen door de splitsingsmethode: er wordt een onderscheid gemaakt de schade voor en na de uitspraak. Voor de schade die zich voordoet na het schadegeval, maakt de rechter gebruik van forfaitaire methodes en gemiddelden. Vooral bij blijvende invaliditeit stelt zich een probleem. Dit wordt opgelost met de kapitalisatiemethode. Aan de benadeelde wordt een vermogen toegekend dat, bij belegging, een rente opbrengt die de inkomensderving moet compenseren gedurende de periode waarin de persoon normaal lucratief zou geweest zijn. Op het einde van die periode is het kapitaal opgebruikt. Bij de begroting wordt rekening gehouden met het feit dat de benadeelde voordeel haalt het uit het feit dat hij bepaalde gelden al sneller ontvangt. Ook het verschillende fiscale statuut van kapitaal en inkomen uit arbeid wordt ingebracht. Als een benadeelde door het ongeval bepaalde kosten sneller moet maken dan normaal het geval was geweest, wordt de gederfde rente vergoed. Morele schade wordt steeds naar billijkheid vergoed, al wordt tegenwoordig meestal gebruik gemaakt van indicatieve tabellen. De morele schadevergoeding moet het psychische leed verminderen of tenminste erkennen. Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 17

18 3 Interesten Op vraag van de eiser kan de rechter compensatoire en/of gerechtelijke interesten toekennen. Compensatoire interesten worden door de rechter bepaald (meestal ca. 5%) en vergoeden de schade die voortvloeit uit de laattijdige betaling van de schadevergoeding. Gerechtelijke interesten (=wettelijke interestvoet uit art BW) zijn verschuldigd wegens vertraging in de uitvoering van de gerechtelijke uitspraak. 4 De benadeelde heeft vrije beschikking over de schadevergoeding De benadeelde kan volledig vrij kiezen waarvoor hij de schadevergoeding aanwendt. Hij moet de schade niet herstellen. Dit principe is ook vervat in art. 83 LVOW. D. Verbod of bevel Als er een grote kans is dat de verweerder in de toekomst de onrechtmatige gedraging zal herhalen of verder zetten, kan de rechter een verbod of bevel uitspreken. Dit wordt in praktijk meestal in kort geding gevorderd, omdat de gewone procedure te lang duurt. Een verbod of bevel is niet mogelijk bij objectieve aansprakelijkheid voor niet-onrechtmatige daden. 7. De aansprakelijkheidsverzekering A. Voorwerp en belang van de aansprakelijkheidsverzekering. Verhouding tot het aansprakelijkheidsrecht. Bij een aansprakelijkheidsverzekering (cf. supra) is de verzekerde schade, het verlies dat iemand lijdt omdat hij schadevergoeding moet betalen (art. 77 LVOW). Juridisch-technisch is de invloed van de aansprakelijkheidsverzekering klein, maar in de praktijk heeft hij een groot belang. De positie van de benadeelde verbetert immers aanzienlijk, omdat de aansprakelijke quasi-zeker solvabel is. Toch heeft de aansprakelijkheidsverzekering tot gevolg dat de rechter sneller besluit tot een fout, omdat hij weet dat de persoonlijke gevolgen kleiner zijn. Het praktische belang is nog groter als de aansprakelijkheidsverzekering verplicht is. Het gaat in deze gevallen om bijzonder risicovolle activiteiten. Vaak is daarom nog extra reglementering voorzien, zoals minimumgaranties die in de polis moeten voorzien zijn. B. Het verzekerde risico Zoals de andere verzekeringen draait de aansprakelijkheidsverzekering om het risico dat iemand loopt (cf. art. 1, G LVOW). De verzekeraar probeert dit risico te bepalen aan de hand van kansberekening. Op basis van deze uitkomst wordt de premie bepaald. Daarom moet de verzekeringsnemer de verzekeraar ook uitgebreid informatie verschaffen (art. 5-7 LVOW). Een ander gevolg is dat de verzekeraar nooit verplicht is om intentionele schade te vergoeden (art. 8, lid 1 LVOW). Deze opzet moet ruim geïnterpreteerd worden: het volstaat dat de verzekerde vrijwillig en bewust zo handelde dat hij een redelijk voorzienbare schade veroorzaakte. Aansprakelijkheid voor grove schuld kan contractueel worden uitgesloten (art. 8, lid 2 LVOW). C. Enkele belangrijke soorten aansprakelijkheidsverzekeringen Verzekeringen worden grotendeels beheerst door het contractenrecht, waardoor er veel vrijheid voor de partijen is. Toch is er een toezicht. Polissen die te breed of te eng zijn Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 18

19 worden gesanctioneerd door de Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen. Niet alleen de belangen van de consument, maar ook die van de verzekeraar worden in rekening genomen. De belangrijke polissen zijn momenteel: De burgerlijkeaansprakelijkheidsverzekering (BA) privé-leven (familiale verzekering) dekt schade veroorzaakt in het privéleven door de verzekerde en de personen en zaken voor wie die instaat. De BA uitbatingdekt de schade door de uitbating van ondernemingen De BA na levering dekt de schade door levering van goederen of uitvoering van werken. De BA beroepsaansprakelijkheid betreft de aansprakelijkheid door beroepsfouten. Er zijn specifieke categorieën. De WAM-verzekering is de belangrijkste verplichte verzekering. Ze betreft schade door voertuigen. Ze kwam tot stand onder invloed van internationale wetgeving en is in de praktijk extreem belangrijk door de omvang van de bedragen die ermee gemoeid zijn. D. De partijen en hun verplichtingen VERZEKERAAR CT VERZEKERDE* RECHTSTREEKSE VORDERING BENADEELDE BCT VORDERING Opmerking: soms is de verzekerde ook de verzekeringnemer, maar dat hoeft niet zo te zijn. Soms worden ook andere personen dan de verzekeringnemer gedekt. De verzekerde moet de verzekeraar relevante informatie verschaffen, de premie betalen en vermijden het risico te verzwaren. Bij een schadegeval doet hij aangifte en maakt de bewijsstukken over. Hij mag de schade niet op eigen houtje vergoeden of erkennen. Dit kan niet worden tegengeworpen aan de verzekeraar (art. 85 LVOW). De verzekeraar neemt binnen de grenzen van de dekking de financiële gevolgen van de aansprakelijkheid op zich, die zich voorgedaan heeft binnen de duur van de overeenkomst (art. 78 LVOW). Hij mag niet in meer tussenkomen (art. 39 LVOW). De schade omvat ook de gerechtskosten, de honoraria die met zijn toestemming gemaakt zijn (art. 82 LVOW) en de kosten die op zijn vraag gemaakt worden om het schadegeval te voorkomen of te beperken (art. 52 LVOW). De verzekeraar moet de verzekerde ook bijstaan in de afwikkeling van het geschil (art. 79 LVOW). Meer zelfs, hij heeft de leiding over het geschil, zolang er geen belangenconflict met de verzekerde is. Een vonnis kan aan de benadeelde, verzekerde of de verzekeraar maar worden tegengeworpen als zij deelgenomen hebben aan het geding (art. 89 LVOW). Ze kunnen steeds vrijwillig tussenkomen. Omdat verzekeraar en benadeelde een snelle afhandeling wensen, gebeurt de procedure soms buitengerechtelijk. Er wordt een minnelijke regeling nagestreefd, zoals een RDRovereenkomst, waarbij de benadeelde door zijn aansprakelijkheidsverzekeraar wordt vergoed, die dan afrekent met die van de benadeelde. In het kader van de WAM-wet is medewerking aan een minnelijke procedure verplicht (art WAM-wet). Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 19

20 E. De verhouding tussen aansprakelijkheidsverzekeraar en benadeelde In principe bestaat er tussen verzekeraar en benadeelde geen directe juridische band, behalve de zijdelingse vordering die de benadeelde heeft. De verzekeraar betaalt in principe rechtstreeks aan de verzekerde. Dit levert problemen op, bijvoorbeeld bij samenloop met andere schuldeisers. Daarom kent art. 86 LVOW een rechtstreekse vordering toe ten aanzien van de verzekeringen in die wet. De rechtstreekse vordering wordt evenwel begrensd door het contract tussen verzekeraar en verzekerde. Er kan niet meer worden gevorderd dan verschuldigd is. De vraag stelt zich in welke mate de verzekeraar de verweermiddelen die hij tegen de verzekerde had, kan inroepen tegen de benadeelde. Dit wordt geregeld in art. 87 LVOW. Bij verplichte burgerlijkeaansprakelijkheidsverzekeringen kunnen de verweermiddelen niet worden tegengeworpen. Het kan natuurlijk wel zijn dat de verzekeringsovereenkomst vernietigd of opgezegd is. Bij niet-verplichte verzekeringen kan de verzekeraar alle verweermiddelen inroepen die het schadegeval voorafgaan (dronkenschap = tegelijk). F. Regresmogelijkheden voor de verzekeraar De verzekeraar kan slechts hetgeen waartoe hij contractueel niet verplicht was, terugvorderen van de verzekerde (art. LVOW). Hij kan, tenzij contractueel afgeweken wordt, ook geen vordering instellen tegen diens familieleden (art. 41, lid 4 LVOW). Ten aanzien van medeaansprakelijken treedt de verzekeraar in de rechten van de verzekerde (art. 41, lid 1 LVOW) (wettelijke subrogatie). Omdat medeaansprakelijkheden in solidum aansprakelijk zijn, kan de verzekeraar vaak regres uitoefenen ten belope van het aandeel dat de medeaansprakelijke heeft in het ontstaan van de schade. Als de verzekerde evenwel maar gedeeltelijk vergoed is, heeft zijn regresvordering voorrang (art. 41, lid 3 LVOW) G. Waarborgfondsen In een aantal gevallen wordt een verzekeringsplicht niet nageleefd, of gaat de verzekeraar failliet. In deze gevallen zou de benadeelde niet of nauwelijks vergoed worden. Daarom wordt soms een waarborgfonds ingesteld. Het belangrijkste is het Gemeenschappelijk Waarborgfonds uit de WAM-wet (art. 19bis-2 WAM-wet). Dit wordt gevormd door bijdragen uit verzekeringsovereenkomsten en vergoedt de benadeelde als de aansprakelijke niet verzekerd is of zijn verzekeraar in de onmogelijk verkeert om de benadeelde te vergoeden. Daarnaast heeft het Gemeenschappelijk Waarborgfonds nog enkele andere taken, zoals een informatiestrekking en het bijhouden van een database met de voertuigen op het Belgische grondgebied (art. 19bis WAM-wet). 8. De aansprakelijkheid van de overheid A. De aansprakelijkheid van openbare rechtspersonen 1 Algemeen Het legaliteitsbeginsel brengt met zich mee met ook de staat onderworpen is aan het aansprakelijkheidsrecht. Deze opvatting is relatief recent. Pas in 1920 oordeelde het Hof van Cassatie in het Flandria-arrest dat de overheid aansprakelijk is voor fouten begaan bij het uitoefenen van de uitvoerende macht. Enkel de uitvoering van de beslissing was voor Academiejaar samenvatting onrechtmatige daad deel 2 Jeroen De Mets 20

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Rechtsmisbruik (muurarrest)

Rechtsmisbruik (muurarrest) Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA

Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis. Basis BA Examen 17: Algemene BA (tak 13) - eindtermen beroepskennis Basis BA 1 De verschillende soorten aansprakelijkheid onderscheiden (morele, burgerrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid) en bepalen

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Kanaal- en schoorsteenarrest

Kanaal- en schoorsteenarrest Kanaal- en schoorsteenarrest 1. INSTRUCTIES... 2 2. SCHOORSTEENARREST... 2 A. FEITEN... 2 B. FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN... 2 D. OORDEEL CASSATIE... 2 3. KANAALARREST... 3 A. FEITEN... 3 B. FEITENRECHTER...

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

ONRECHTMATIGE DAAD EN ALTERNATIEVE

ONRECHTMATIGE DAAD EN ALTERNATIEVE ANNE GHOOS - BRECHT MAUS ONRECHTMATIGE DAAD EN ALTERNATIEVE SCHADEVERGOEDINGSSYSTEMEN Inhoudsopgave 1 DEEL I: SCHADEVERGOEDINGSRECHT, EEN OVERZICHT... 6 1.1 Door de mens veroorzaakte schade... 6 1.2 Schadeverschuiving

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2010 C.09.0475.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0475.N V.H., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst NKVK 13 oktober 2015 Lore Derdeyn Overzicht 1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst 2. Belangrijke clausules van de aannemingsovereenkomst

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

VLAAMSE ROEILIGA vzw VERZEKERINGEN. Bart Hannes 23 oktober 2013

VLAAMSE ROEILIGA vzw VERZEKERINGEN. Bart Hannes 23 oktober 2013 VLAAMSE ROEILIGA vzw VERZEKERINGEN Bart Hannes 23 oktober 2013 1 Sport beoefenen Sportactiviteiten organiseren = Risico s nemen. Beschermen tegen risico s = Preventie Verzekeren Verzekeringen I. Burgerlijke

Nadere informatie

De ouderlijke aansprakelijkheid

De ouderlijke aansprakelijkheid De ouderlijke aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen Raymond en Kathleen Eugène Graffiti jongen van 16 jaar die inwoont bij gescheiden moeder brengt

Nadere informatie

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014

De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 De uitbreiding van de bescherming van de verzekeringsnemer-consument dankzij de nieuwe Wet Verzekeringen van 4 april 2014 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT.

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VME EN DE SYNDICUS IN HET APPARTEMENTSRECHT. Wie is aansprakelijk voor schadegevallen en hoe kan deze aansprakelijkheid worden vermeden? Een mede-eigenaar in een appartementsgebouw

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

Schaderegeling in België

Schaderegeling in België Schaderegeling in België Hilde ULRICHTS Kluwer a Wolters Kluwer business p- Woord vooraf Inleiding bij de zesde editie 2008 V VII Hoofdstuk I. Verzekering Aansprakelijkheid Motorrijtuigen 1 /. Wettelijke

Nadere informatie

Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen

Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen Steven Lierman Ondervoorzitter beheerscomité FMO KU Leuven, UA Vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor de Medische Ongevallen 1 1. Krachtlijnen

Nadere informatie

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29 Voorwoord 13 Lijst van gebruikte afkortingen 15 1 Inleiding 23 1.1 Het thema 23 1.2 De opzet 26 Deel I 29 2 De patiënt en een incident bij een geneeskundige behandeling; een verkenning 31 2.1 Inleiding

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN Brokers Training Devlamynck Luc 1 Extra-contractuele Diverse benamingen Artikels burgerlijk wetboek 1382 tot 1386 bis Waarborgen BA gebouw Verhaal van derden 2 Extra contractuele

Nadere informatie

VLAAMSE JUDOFEDERATIE vzw WEGWIJS IN DE ONGEVALLENPOLIS VJF. Bart Hannes september 2013

VLAAMSE JUDOFEDERATIE vzw WEGWIJS IN DE ONGEVALLENPOLIS VJF. Bart Hannes september 2013 VLAAMSE JUDOFEDERATIE vzw WEGWIJS IN DE ONGEVALLENPOLIS VJF Bart Hannes september 2013 1 Sport beoefenen Sportactiviteiten organiseren = Risico s nemen. Beschermen tegen risico s = Preventie Verzekeren

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de CB-arts

De aansprakelijkheid van de CB-arts De aansprakelijkheid van de CB-arts Raf Van Goethem Advocaat Dewallens & partners Overzicht 1. Algemene inleiding 2. Bevoegdheden van verpleegkundigen tot toedienen van vaccins 3. De aansprakelijkheid

Nadere informatie

Samenvatting. Volledige tekst. Het Hof van Beroep, zitting houdende op 27 maart te Antwerpen, 15 e kamer

Samenvatting. Volledige tekst. Het Hof van Beroep, zitting houdende op 27 maart te Antwerpen, 15 e kamer Samenvatting 1. Artikel 89 5 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomst staat niet in de weg dat de verzekeraar aan de benadeelde(n) die hun rechtstreeks vorderingsrecht uitoefenen, een exceptie, nietigheid

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

Ontslag wegens dringende reden

Ontslag wegens dringende reden Ontslag wegens dringende reden C. ENGELS -Kluwer a Wolters Kluwer business Inhoud V 1- Begrip I 1.1. Wettelijke definitie 1 1.2. Ontleding van de definitie I 1.2.1. Vereisten 1 1.2.2. Eerste vereiste:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Productveiligheid en productaansprakelijkheid (Les 2 vervolg - Les 3 begin)

Productveiligheid en productaansprakelijkheid (Les 2 vervolg - Les 3 begin) Productveiligheid en productaansprakelijkheid (Les 2 vervolg Les 3 begin) Vraag: Wat als je het slachtoffer wordt van een onveilig product? 1. Overzicht regelgeving Wet betreffende de veiligheid van consumenten

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

GDPR en aansprakelijkheid

GDPR en aansprakelijkheid GDPR en aansprakelijkheid 1. Het Belgische begrip fout & GDPR 2. Wie kan aansprakelijkheid dragen? 3. Wie kan een claim stellen? 4. Wat zijn de financiële risico s? 5. Tips Artikel 82 Recht op schadevergoeding

Nadere informatie

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS De bepalingen die hierna zijn voorzien vullen het lexicon, het hoofdstuk "B.A. Uitbating" en het hoofdstuk "Gemeenschappelijke

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 I. Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht 13 A. Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout 13 1. Cass., 15 mei 1941 (het steenbakkersarrest)

Nadere informatie

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN. Brokers Training Mei 2007 Devlamynck Luc

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN. Brokers Training Mei 2007 Devlamynck Luc BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN Brokers Training Mei 2007 Devlamynck Luc Extra-contractuele Diverse benamingen Artikels burgerlijk wetboek 1382 tot 1386 bis Waarborgen BA gebouw Verhaal van derden Extra contractuele

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Themasessie Evenementenveiligheid VRU 1

Themasessie Evenementenveiligheid VRU 1 Even voorstellen Yme P.J. Drost Register-Expert Personenschade De afwikkeling van letselschade na evenementen en de betekenis van gemeentelijke vergunningen daarbij Waardoor ontstaat letsel? Verkeersongevallen

Nadere informatie

Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging

Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging 1 Wat? A. Inleiding verschillen tussen een feitelijke vereniging en een vzw B. Toegepast: Aansprakelijkheid welk risico lopen leden en bestuur

Nadere informatie

INHOUD. WOORD VOORAF... v DEEL I HET BELANG EN DE SITUERING VAN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

INHOUD. WOORD VOORAF... v DEEL I HET BELANG EN DE SITUERING VAN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT INHOUD WOORD VOORAF................................................... v DEEL I HET BELANG EN DE SITUERING VAN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT HOOFDSTUK I SITUERING, DOELSTELLINGEN, KRACHTLIJNEN,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 NOVEMBER 2011 C.09.0521.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0521.F FRANSE GEMEENSCHAP, mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D. G., 2. AG INSURANCE nv, Mr. Jacqueline

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

I. Inleiding!... 9! 2. Samenspel & Coördinatie!... 7! 3. Andere systemen voor schadevergoeding!... 7! 4. Schadeverschuiving en schadespreiding!... 9!

I. Inleiding!... 9! 2. Samenspel & Coördinatie!... 7! 3. Andere systemen voor schadevergoeding!... 7! 4. Schadeverschuiving en schadespreiding!... 9! I. Door de mens veroorzaakte schade!... 6! 1. Inleiding!... 6! 2. Samenspel & Coördinatie!... 7! 3. Andere systemen voor schadevergoeding!... 7! 3.1. Beperkingen van het aansprakelijkheidsrecht!... 7!

Nadere informatie

Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout

Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout 1. Inleiding Komt een wijkteammedewerker bij de burger en hij maakt en fout Over aansprakelijkheden en schadevergoeding bij wijkteams Tim Robbe 1 Een wijkteammedewerker komt bij een burger. Vervolgens

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers Aansprakelijkheid van ondernemers 19 juni 2014 1 Over Juridiq * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers * eerstelijn: voor alle vragen en problemen * specialisaties in Juridiq Netwerk * andere

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de vennootschapsbestuurders

De aansprakelijkheid van de vennootschapsbestuurders De aansprakelijkheid van de vennootschapsbestuurders FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Vennootschapsbestuurders

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33 INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v VOORWOORD...vii HOOFDSTUK 1. DE GRONDSLAG... 1 1. De grondslag: het persoonlijkheidsrecht op afbeelding... 1 2. Invloed van de mensenrechten... 3 A. Art. 22 G.W.... 4 B. Art.

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Avontuurlijke speelterreinen en aansprakelijkheid. Speel op zeker!

Avontuurlijke speelterreinen en aansprakelijkheid. Speel op zeker! Avontuurlijke speelterreinen en aansprakelijkheid Speel op zeker! Comité West-Vlaanderen voor de Bevordering van de Arbeid Duinse Polders Blankenberge 5 oktober 2009 Schadegeval na fout = aansprakelijkheid

Nadere informatie

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Consensualisme

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger (3 juli 2005, gewijzigd door de Wet houdende Diverse bepalingen van 27/12/2005) is aangepast. De nieuwe

Nadere informatie

AKTIVIA VZW VERZEKERINGEN. Bart Hannes oktober 2011

AKTIVIA VZW VERZEKERINGEN. Bart Hannes oktober 2011 AKTIVIA VZW VERZEKERINGEN Bart Hannes oktober 2011 1 Verzekeringen I. Burgerlijke aansprakelijkheid II. III. IV. Lichamelijke ongevallen AKTIVIA-polissen Andere risico s 2 I. Burgerlijke aansprakelijkheid

Nadere informatie

Medische aansprakelijkheid Een dagelijkse praktijk?

Medische aansprakelijkheid Een dagelijkse praktijk? Medische aansprakelijkheid Een dagelijkse praktijk? Dr. Tom Thomas Verzekeringsgeneeskunde en Medische expertise 2 maart 2011 Inhoud Medische aansprakelijkheid Soorten Constitutieve elementen Medisch ongeval

Nadere informatie

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Contracten: basisbeginselen Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Introductie Van der Gucht Advocaten Pure Advocaten Voskenslaan 34 9000 Gent Doel: basisbeginselen Contracten (principes

Nadere informatie

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3677 Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 14bis, 3, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

JURISPRUDENTIE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT JURISPRUDENTIE AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT samengesteld door mr. F. Stadermann, mr. W.A. Luiten, mr. M. Keijzer-de Korver en mr. A. Koopman derde, geheel herziene druk Inhoudsopgave DEEL I: AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

Nadere informatie

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Dit artikel zal ingaan op de meest prangende vraagstukken over die vergoedingsregeling, namelijk wie heeft recht op vergoeding? Welke zijn de voorwaarden voor de

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2013 C.12.0559.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0559.N D., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Tussenvoegsel RECHTSBIJSTAND

Tussenvoegsel RECHTSBIJSTAND Tussenvoegsel RECHTSBIJSTAND Aanvullende algemenre voorwaarden DEFINITIES Ongeval Een plotselinge, onopzettelijke en onvoorziene gebeurtenis uit hoofde van de verzekeringnemer of de verzekerde. Schadegeval

Nadere informatie

BS Verzekeringsrecht

BS Verzekeringsrecht Master Rechten BS Verzekeringsrecht Smvt - Weyts Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R49 7.00 EUR Bijzonderestudie Verzekeringsrecht 2013 Moduleburgerlijkrecht MasterRECHTEN

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011 AANSPRAKELIJKHEID Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels HR BUILDERS 2 mei 2011 Claeys & Engels 2009 1 Inleiding 1.1 Twee soorten aansprakelijkheid Strafrechtelijke aansprakelijkheid Risico op

Nadere informatie

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5 Infofiche J010 04/2017 Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1 Inleiding Deze fiche is bedoeld om de (wettelijke) taken van zowel de bevoegde persoon die wordt aangewezen door de werkgever die de

Nadere informatie

Juridische verantwoordelijkheden /aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Juridische verantwoordelijkheden /aansprakelijkheid van de preventieadviseur Juridische verantwoordelijkheden /aansprakelijkheid van de preventieadviseur dr. Vanessa Verdeyen Docent sociaal recht & zorgrecht Vrijwillig wetenschappelijk medewerker Instituut Sociaal Recht, KULeuven

Nadere informatie

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon Informatiefiche Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon VERANTWOORDELIJKHEID Een (ernstig) arbeidsongeval leidt zowel tot strafrechtelijke verantwoordelijkheid als burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke

Nadere informatie

De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid.

De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid. Deel I : Juridisch luik: de figuur van aansprakelijkheid en schuldig verzuim in de hulpverlening

Nadere informatie

Onrechtmatige daad en alternatieve schadevergoedingssystemen (sv.)

Onrechtmatige daad en alternatieve schadevergoedingssystemen (sv.) Onrechtmatige daad en alternatieve schadevergoedingssystemen (sv.) 1. Overzicht schadevergoedingsrecht Het schadevergoedingsrecht is gewijd aan de vraag of en onder welke omstandigheden iemand die schade

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2012 C.10.0651.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0651.F AXA nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen E. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 JUNI 2009 C.08.0546.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0546.N 1. V.R., en 2. V.A., eisers, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT

AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT AUTEURSRECHTEN EN FISCALITEIT pagina 1 1.) Auteursrechten, naburige rechten en loon. Analyse van het arrest van het Hof van Cassatie dd. 15 september 2014 Moeten naburige rechten onderworpen worden aan

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1

INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1. Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 INHOUDSOPGAVE DEEL I. REGELS GEMEENSCHAPPELIJK AAN ALLE SOORTEN VERZEKERINGEN... 1 Hoofdstuk I. De verzekeringsovereenkomst... 1 Afdeling 1. Begripsomschrijving... 1 Afdeling 2. Wezenlijke bestanddelen...

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier De wet op de marktpraktijken Procedure en sancties TALLON Advocaat larcier VII De Bibliotheek Handelsrecht Voorwoord bij de Reeks Mededinging, Handelspraktijken en Intellectuele Rechten Voor- en DEEL I.

Nadere informatie

Uw rechten en plichten als 18-jarige

Uw rechten en plichten als 18-jarige Uw rechten en plichten als 18-jarige Hoofdstuk 5 Een 18 de verjaardag is vaak een mijlpaal waarop men zelfstandiger en onafhankelijker wordt, maar het is ook het moment van wettelijke meerderjarigheid.

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 APRIL 2019 S.15.0096.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0096.N VRIJE BASISSCHOLEN ZEDELGEM vzw, met zetel te 8210 Zedelgem, Groenestraat 29, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy van

Nadere informatie

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht Louis Visscher Boom Juridische uitgevers Den Haag 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Communicerende vaten 1 1.2 De rechtseconomische

Nadere informatie

De buitencontractuele aansprakelijkheid en andere schadevergoedingsmechanismen Hubert Bocken

De buitencontractuele aansprakelijkheid en andere schadevergoedingsmechanismen Hubert Bocken De buitencontractuele aansprakelijkheid en andere schadevergoedingsmechanismen Hubert Bocken Deel: SchadevergoedingsR: een overzicht: Hst 1: Door de mens veroorzaakte schade Mensen veroorzaken schade Soms

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MAART 2015 C.14.0017.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0017.F AXA BELGIUM nv, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Medische expertise = Bepalen (lichamelijke) schade

Medische expertise = Bepalen (lichamelijke) schade Medische expertise = Bepalen (lichamelijke) schade Schadebepaling is steeds in functie van bepaalde juridische/verzekeringscontext er bestaat geen absolute schadebepaling schadebepalingen in verschillende

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij stages

Aansprakelijkheid bij stages Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat

Nadere informatie

Jubileumcongres Beursbengel

Jubileumcongres Beursbengel Workshop - Contracteren met de klant: omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, exoneraties en verzekeringsdekking Jubileumcongres Beursbengel Erik van Orsouw erik.van.orsouw@kvdl.nl http://www.kvdl.nl/beursbengel/

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders

Aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders Aansprakelijkheid van bestuurders en zaakvoerders Peter VERSCHELDEN Accountant Moore Stephens Verschelden, Accountants en Belastingconsulenten Bedrijfsrevisor Moore Stephens Verschelden, Bedrijfsrevisoren

Nadere informatie

Rolnummer 5763. Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5763. Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5763 Arrest nr. 175/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 19bis-11, 2, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Schaderegeling in Belgie

Schaderegeling in Belgie Schaderegeling in Belgie Jacques SCHRYVERS Hilde ULRICHTS KLUWER p- Voorwoord bij de vijfde editie 2004 Inhoud V VII Hoofdstuk I. Verzekering Aansprakehjkheid Motornjtuigen 1 /. Wettelijke verplichting

Nadere informatie

Wieis aansprakelijkbijeen schoolongeval? Verzekeringvan dit aansprakelijkheidsrisico. Anja Vanderspikken Lector-onderzoeker ECHO PWO project Riscki

Wieis aansprakelijkbijeen schoolongeval? Verzekeringvan dit aansprakelijkheidsrisico. Anja Vanderspikken Lector-onderzoeker ECHO PWO project Riscki Wieis aansprakelijkbijeen schoolongeval? Verzekeringvan dit aansprakelijkheidsrisico Anja Vanderspikken Lector-onderzoeker ECHO PWO project Riscki Voorbeeld schadegevallen 1. Tom en Rob klimmen samen in

Nadere informatie

Rolnummer 1286. Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T

Rolnummer 1286. Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T Rolnummer 1286 Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de Politierechtbank

Nadere informatie

WET MEDISCHE ONGEVALLEN

WET MEDISCHE ONGEVALLEN WET MEDISCHE ONGEVALLEN Thierry VANSWEEVELT Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat Dewallens & partners Thierry.vansweevelt@ua.ac.be University of Antwerp/ Law firm Dewallens & partners KLASSIEK FOUTSYSTEEM

Nadere informatie