Nota van Inlichtingen betreffende de openbare Europese aanbesteding Regiotaxi Utrecht Vervoer perceel 1

Transcriptie

1 Nota van Inlichtingen betreffende de openbare Europese aanbesteding Regiotaxi Utrecht Vervoer perceel 1 d.d. 20 januari Onderstaand treft u de ontvangen vragen aan m.b.t. bovengenoemde aanbesteding en de daarbij door de aanbestedende dienst geformuleerde antwoorden. De vragen zijn geanonimiseerd en direct overgenomen van de stellers en niet geordend. De provincie verzoekt u deze antwoorden als uitgangspunt te nemen bij het opstellen van uw offerte, met name ook wanneer deze afwijken van het gestelde in de offerteaanvraag. Nr. vraag Betreft par./blz. Vraag / opmerking / bezwaar 1 1.3/ pag. 4 In de publicatie van perceel 1 heeft u als reden voor de aanbesteding het volgende opgenomen: In 2013 heeft een aanbesteding plaatsgevonden van zowel Regiotaxi Utrecht Regiecentrale als Regiotaxi Utrecht Vervoer Perceel 1, 2 en 3. De afgesloten overeenkomsten hebben een looptijd tot 15 augustus 2018 en een mogelijkheid tot eenzijdige verlenging door de Opdrachtgever met een periode van 1 maal 2 jaar. De huidige uitvoerder van Regiotaxi Utrecht Perceel 1 stopt met de uitvoering op 1 juli Om die reden wordt Regiotaxi Vervoer perceel 1 nu opnieuw aanbesteed. In het op Taxipro.nl gepubliceerde vonnis van de Rechtbank Rotterdam d.d. 2 december 2015 is echter in r.o. 4.2 een andere naast de door u genoemde reden te lezen. De rechter heeft het over de periode 1 januari 2015 t/m 1 januari 2016, het overgangsjaar voor BRU waarin de lopende zaken werden afgewikkeld. In r.o oordeelt de rechter dat: Antwoord De aanbestede percelen 2 en 3 zijn reeds gegund. De betreffende overeenkomsten zijn door middel van contractsoverneming (derhalve met instemming van de betrokken vervoerders) van Bestuur Regio Utrecht (BRU) naar de provincie Utrecht ongewijzigd overgegaan. Deze contractsoverneming door een aanbestedende dienst is noch volgens het zogenaamde Pressetext-arrest (C-454/06) van het Hof van Justitie EU noch volgens aanbestedingsrichtlijn 2014/24/EU een wezenlijke wijziging. De door u genoemde uitspraak geeft aan dat de keuze voor opheffing van BRU de consequentie heeft dat de huidige vervoerder niet kan worden gehouden aan het met BRU gesloten contract en dat deze niet tot contractsoverneming kan worden verplicht. Uit de uitspraak kan niet worden afgeleid dat de contractsoverneming inzake percelen 2 en 3 strijdig zou zijn met het aanbestedingsrecht. Deze periode van een jaar was naar de inschatting van de voorzieningenrechter voldoende voor - nu het voortzetten van de overeenkomst onder gewijzigde 1

2 voorwaarden wegens gewijzigde omstandigheden strijd zou opleveren met (de beginselen van) het aanbestedingsrecht - het doorlopen van een nieuwe aanbestedingsprocedure ( ) Wij hebben begrepen dat de het wijzigen van een contractspartij/het overdragen van het contract als een andere rechtspersoon ziet als een wezenlijke wijziging van de aanbestedingsopdracht, hetgeen niet is toegestaan. Ons is dan ook onduidelijk waar de door BRU aanbestede opdrachten voor perceel 2 en perceel 3 thans gebleven zijn. Gezien de omvang en scope van de opdracht Regiotaxi Utrecht perceel 2 en perceel 3 dient deze na opheffing van BRU overeenkomstig het aanbestedingsrecht zo spoedig mogelijk te worden aanbesteed. Kunt u aangeven op welke termijn wij de publicatie van het bestek voor perceel 2 en 3 tegemoet kunnen zien? 2 Aanbestedin g document blz PvE blz Bij het operationele plan wordt bij punt 11 gevraagd hoe de vervoerder omgaat met vervoer van en naar instellingen. a) Kunt u aangeven welke instellingen u hiermee bedoeld? b) Zijn dit WMO ritten? Wij kunnen niet exact aangeven welke instellingen het precies betreft. Wel kunnen we de belangrijkste bestemmingen (met meeste ritten) aangeven van het vervoer van in de periode november Top 15: Bestemmingen Perceel 1 UTRECHT, SOESTWETERING 1 (3543AZ) aantal: 641 UTRECHT, BOSBOOMSTR 1 (3582KE) aantal: 609 UTRECHT, N BOHRWG 121 (3542CA) aantal: 481 UTRECHT, HEIDELBERGLN 100 (3584CX) aantal: 440 UTRECHT, GLORIANTDREEF 48 (3562KZ) aantal: 405 NIEUWEGEIN, KOEKOEKSLN 1 (3435CM) aantal: 362 2

3 UTRECHT, COSTA RICADREEF 9 (3563TA) aantal: 313 UTRECHT, V H GOEDHARTLN 3 (3527CE) aantal: 271 UTRECHT, MECKLENBURGLN 3 (3581NV) aantal: 216 UTRECHT, PERUDREEF 8 (3563VA) aantal: 210 UTRECHT, NECKARDREEF 6 (3562CN) aantal: 173 UTRECHT, BENELUXLN 926 (3526KJ) aantal: 168 UTRECHT, V BYNKERSHOEKLN 10 (3527XL) aantal: 163 UTRECHT, INDUSDREEF 5 (3564GV) aantal: 158 UTRECHT, BERNADOTTELN 6 (3527GB) aantal: PvE blz U schrijft: Onderling wordt een redelijke implementatieperiode afgesproken. Redelijk is een ruim begrip dat ruimte biedt voor vrije interpretatie. a) Kan hier niet beter een concrete periode voor afgesproken worden? Dit zijn bijna allemaal WMO ritten. a. De implementatieperiode is afhankelijk van de impact van de veranderingen. Om die reden wordt geen vaste periode aangegeven. b. Om die reden gaan wij niet akkoord met een vaste periode van drie maanden. 4 PvE blz PvE blz b) Wij stellen voor om een periode van drie maanden te hanteren. Gaat u hiermee akkoord? In bijlage 2 worden aantallen gegeven voor individueel Taxi en individueel Taxibus. a) Kunt u aangeven hoeveel ritten er gereden zijn met indicatie Taxi en Taxibus? b) Of is de indicatie Taxi en Taxibus altijd individueel? U schrijft: Overmacht situaties zijn bespreekbaar. Overmacht is een ruim begrip dat ruimte biedt voor Een indicatie Taxi of Taxibus wordt alleen gegeven indien een Wmo geïndiceerde een indicatie heeft voor individueel verver. De aantallen staan vermeld in de bijlage 2. Deze aantallen zijn uitgesplist in: Taxi of bus: individueel vervoer bus of taxi. Taxi: individueel vervoer met taxi. Bus: individueel vervoer met bus. Als voorbeeld kunnen we noemen de start van de Tour de France (juli 2015) in Utrecht. Als gevolg van de Tour de France was een deel 3

4 vrije interpretatie. Kunt u een voorbeeld (wie, wat, wanneer) geven van een overmacht situatie welke zich de afgelopen 2 jaar (zo nodig 2 tot 5 jaar) heeft voorgedaan? 6 PVE blz 21 Voor personenvervoer worden momenteel al milieuvriendelijke voertuigen ingezet. Onder andere lagevloersbussen met een zij ingang voor rolstoelen/hulpmiddelen en een lage instap. Ruim 95% van alle reizigers in dit segment kunnen gebruik maken van dit voertuig. Een rolstoelgebruiker maakt net als bij een VW Caddy gebruik van een loopplaat. Bij dit voertuig is de hellingshoek minder steil dan een VW Caddy met knielsysteem. Mag een dergelijk voertuig worden ingezet? van het vervoergebied afgesloten. Dit is aangemerkt als overmacht. Op zich is er geen bezwaar tegen het inzetten van lagevloerbussen met een oprijplaat aan de zijkant. Alleen zal de vervoerder een ander voertuig moet inzetten voor reizigers met een brede rolstoel of een scootmobiel als deze niet vervoerd kunnen worden met dit type voertuig. 7 PvE blz PvE blz PvE blz Stel de inschrijver gaat het vervoer uitvoeren met 60% elektrische voertuigen, 15% diesel euro 6 voertuigen en 25% diesel euro 5 voertuigen. Worden dan de punten naar rato toegekend? In dit geval 33 punten ((35x(60%/75%)+25x(15%/75%)). Stel de inschrijver gaat het vervoer uitvoeren met 60% elektrische voertuigen en 40% euro 5 voertuigen. a) Worden dan de punten naar rato toegekend? In dit geval 28 punten (35x(60%/75%). b) Of kunnen we in dit geval uitgaan van 32 punten (40 x(60%/75%)? Stel de inschrijver gaat het vervoer uitvoeren met 60% elektrische voertuigen, 30% euro 6 voertuigen en 10% euro 5 voertuigen. Worden dan de punten naar rato toegekend? In dit geval 36,7 Opdrachtgever zal, indien een inschrijver met voertuigen uit verschillende categorieën inschrijft, en het totaal van het aantal voertuigritten uit de drie in tabel genoemde categorieën 75% of meer bedraagt, naar rato de punten toekennen. De afronding wordt gedaan op 1 cijfer achter de komma. Uw berekening juist als de berekening het percentage van het aantal ritten betreft en niet slaat op het aantal ingezette voertuigen. De eis is gekoppeld aan het aantal ritten en niet aan het aantal voertuigen. Indien de inschrijver minder dan 75% van het aantal ritten uitvoert met voertuigen uit de 3 genoemde categorieën ontvangt de inschrijver geen punten. a. Inschrijver ontvangt 0 punten b. Inschrijver ontvangt 0 punten. Zie antwoord op vraag 7. Uw berekening juist als de berekening het percentage van het aantal ritten betreft en niet slaat op het aantal ingezette voertuigen. De eis is gekoppeld aan het aantal ritten en niet aan het aantal voertuigen.. 4

5 10 PvE blz PvE blz PvE blz PvE blz punten ((40x(60%/90%)+30x(30%/90%)). U vraagt een herkenbaarheid van 95%. Dit is extreem hoog en beperkt een onderneming extra (reserve) voertuigen in te zetten op drukke momenten. Hierdoor kan de gewenste kwaliteit niet geleverd worden. Bent u bereidt dit te verlagen naar 75%? Welk keurmerk is gelijkwaardig aan het TX-keurmerk? Wanneer en door wie wordt dat bepaald? Is het officiële (gemeente verordening) door de gemeente Utrecht en de Rijksoverheid erkende keurmerk voldoende gelijkwaardig? Mocht dit niet het geval zijn, welke kwaliteitseisen dienen ter aanvulling om het gelijkwaardig te krijgen? Wanneer is de laatste KTO gehouden en wat waren de uitslagen hiervan? Wij zijn niet bereid dit percentage te verlagen. Let op, het gaat hier om 95% van de ritten en niet om 95% van de voertuigen. Hiermee is naar mening van de opdrachtgever voldoende ruimte om in de spits extra voertuigen in te kunnen zetten. Het is aan de inschrijver om aan te tonen dat een ander keurmerk dan TX-Keur gelijkwaardig is aan de uitgangspunten van TX-Keur. Opdrachtgever zal dit controleren. Het is aan de inschrijver om aan te tonen dat een ander keurmerk dan TX-Keur gelijkwaardig is aan de uitgangspunten van TX-Keur. Opdrachtgever zal dit controleren. De laatste KTO is van Reizigers in perceel 1 gaven in het Klanttevredenheidsonderzoek in 2014 een 7,8 voor de mogelijkheden van Regiotaxi Utrecht. Reizigers in perceel 1 gaven in het Klanttevredenheidsonderzoek in 2014 een 8 voor de uitvoering van Regiotaxi Utrecht. 14 PvE blz Hoeveel % van de ritten zijn loosritten? Het gemiddelde van de loosmeldingen over januari tot en met november 2015 is 2,15% 15 Beschrijven 4.3/ blz PvE 1.6/ blz. 9 Kunt u aangeven welke expertises de leden van de beoordelingscommissie hebben? Wij begrijpen de noodzaak om kritisch te kijken naar de middelen. Onzekerheid in volume in combinatie met de korte doorlooptijd maken het zo goed als onmogelijk een goede aanbieding te doen. A. Kunt u concreet aangeven welke plannen de Provincie en de Alle leden van de beoordelingscommissie zijn nauw betrokken bij regiotaxi en beschikken over expertise op het gebied van uitvoering, beheer en beleid van regiotaxi. Op dit moment zijn er zowel bij de provincie als bij de gemeenten geen concrete plannen. In 1.6 staat aangegeven hoe de opdrachtgever omgaat met veranderingen van ritvolumes indien er wel concrete plannen komen. 5

6 17 Bijlage 1 Ritdata November deelnemende gemeenten hebben en de mate van invloed hiervan op het vervoersvolume? B. In hoeverre en in welke mate dient de vervoerder rekening te houden met deze ontwikkelingen? C. Wanneer gaat u de plannen gaat implementeren? D. Zijn er concrete plannen om huidige reizigers actief in het OV te krijgen? Worden er gedurende de looptijd van de overeenkomst OVstimulerende acties geïmplementeerd voor bepaalde doelgroepen? Om een goede ritanalyse en derhalve een scherpe prijscalculatie te kunnen maken missen wij een aantal relevante gegevens in bijlage 1. Zou u de volgende informatie beschikbaar willen stellen per rit : Opdrachtgever stelt deze gegevens niet beschikbaar omdat deze gegevens gezien worden als vertrouwelijke bedrijfsgegevens. Wagen nr. van het voertuig dat de rit gereden heeft Werkelijke instaptijd Werkelijke uitstaptijd Beladen passagierskilometers per pax rit. 18 Bijlage 1 Ritdata November 19 Beschrijven Beschrijven Beschrijven Als de beladen ritkilometers per rit niet aangeleverd kunnen worden, kunt u dan aangeven wat de gemiddelde ritlengte in beladen passagiers kilometers per passagiersrit is geweest voor het gehele jaar Kunt u toelichten waarom u kiest voor een ongewone looptijd van 2 jaar en 1,5 maand? Wanneer worden de antwoorden voor de eerste NvI gepubliceerd? Wanneer is de formele deadline voor de tweede nota van De gemiddelde ritlengte over de maanden januari tot en met november 2015 bedraagt 2 zones (opstapzone niet meegeteld) en 8,1 kilometer. Deze periode sluit aan op de looptijd van de andere percelen van Regiotaxi Utrecht. Uiterlijk 20 januari 2016 De verzending van de laatste Nota van Inlichtingen door de Aanbestedende Dienst aan alle potentiele Inschrijvers zal zijn op 22 6

7 1.4 inlichtingen? februari 2016 via publicatie op TenderNed. Opdrachtgever stelt het op prijs als nieuwe vragen of vragen over de Nota van Inlichtingen 1 gesteld worden voor 4 februari Opdrachtgever zal dan uiterlijk 8 februari 2016 de Nota van Inlichtingen 2 naar alle potentiele Inschrijvers verzenden via publicatie op TenderNed. 7